1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE"

Herman Beckers
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R.

Langs het gezondheidscentrum zal een nieuwe rijweg gerealiseerd worden. De nieuw te realiseren bebouwing zal tezamen met het verhard wegoppervlak binnen de projectgrens worden afgekoppeld.

1 NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. A.E.C Vestjens heeft het voornemen om ter plekke van de (voormalig) Hoogstraat 23 een gezondheidscentrum te ontwikkelen. Langs het gezondheidscentrum zal een nieuwe rijweg gerealiseerd worden. De nieuw te realiseren bebouwing zal tezamen met het verhard wegoppervlak binnen de projectgrens worden afgekoppeld. De projectgrens is weergegeven in figuur 1. In de ruimtelijke onderbouwing dient te worden ingegaan op de wateraspecten van het plan. Daarvoor is voorliggende waterparagraaf opgesteld. Figuur 1: Ligging plangebied - projectgrens. 1.2 DE WATERTOETS. Als opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding is eind 2009 het eerste Nationale Waterplan vastgesteld. Een goede bescherming tegen overstromingen, het zoveel mogelijk voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit zijn de basisvoorwaarden voor welvaart en welzijn. Het uiteindelijke doel is het bereiken van een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer. Tegelijk met het opstellen van het nationaal waterplan zijn ook de regionale waterplannen van de BIM Waterparagraaf Pagina 1 van 5

2 provincies, het Beheer en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren en de waterbeheerplannen van de waterschappen opgesteld. Om de waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing te nemen, zijn deze verplicht gesteld bij een bestemmingsplan of projectbesluit. Vooroverleg over de wateraspecten van het plan tussen de initiatiefnemer en de waterbeheerders is verplicht. In deze paragraaf worden de aspecten die vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een rol spelen naar voren gebracht en wordt aangegeven hoe hier in onderliggend plan mee wordt omgegaan. 2. HET PROJECT Dit project zal ontwikkeld worden op een terrein van ca m². Het gezondheidscentrum is gepland ter plekke van de woning gelegen op Hoogstraat 23. Naast het gezondheidcentrum zullen er twee bouwkavels gerealiseerd worden. Het plan van het gezondheidscentrum is weergegeven in onderstaand ontwerp. Figuur 2: Ontwerp gezondheidscentrum. 2.1 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE. Ten behoeve van het project is in april 2015 een infiltratieonderzoek uitgevoerd. Voor het vaststellen van de bodemopbouw is gebruik gemaakt van de boorprofielen uit het verkennend bodemonderzoek van De bodem bestaat tot vanaf maaiveld tot de onderzochte diepte uit matig tot zwak siltig, matig grof zand. De ondergrond is daarnaast plaatselijk zwak grindig. Er zijn geen storende lagen in de ondergrond Waargenomen. De boorprofielen doen vermoeden dat de ondergrond geschikt is voor infiltratie en dit vermoeden wordt bevestigd door het infiltratieonderzoek. Op 3 locaties is een infiltratieproef uitgevoerd en de gevonden k-waarde ligt tussen 2,9 en 5,5 m/dag. BIM Waterparagraaf Pagina 2 van 5

3 De k-waarde kan dus als goed worden bestempeld. Ten tijde van het verkennend onderzoek (4 april 2008) bevond het grondwater zich ter plekke van de peilbuizen op meer dan 3,0 m beneden het maaiveld, oftewel op 21,50 tot 21,65 m + N.A.P. De peilbuizen liggen op ca meter buiten de plangrens. Het maaiveld ter plekke van de plangrens bevindt zich op 25,80 tot 26,80 m + N.A.P. Wanneer wordt uitgegaan van 3,0 meter beneden maaiveld zit hier nog een veiligheidsmarge van ruim 1 meter in. Navraag bij het Dinoloket van TNO leert, dat er in de directe nabijheid van dit plan geen peilbuizen beschikbaar zijn. In de omgeving van Neer zijn wel enkele peilbuizen beschikbaar. Analyseren we deze peilbuizen, dan volgt hieruit dat de grondwaterstand in Neer op 4 april 2008 nagenoeg gelijk was aan de GHG. De combinatie van goede k-waarde en de relatief lage grondwaterstand maakt het gebied uitermate geschikt voor opvang en infiltratie van regenwater. 3. BERGING VAN HEMELWATER 3.1 INLEIDING Afkoppelen van hemelwaterafvoer heeft de volgende voordelen: - minder overstort van verontreinigd rioolwater op oppervlaktewater; - minder regenwater wordt onnodig vermengd met afvalwater hierdoor ontlasting van de zuiveringsinstallaties; - het rioolstelsel kan op kleinere debieten worden gedimensioneerd. Daarnaast kan infiltratie van hemelwater bijdragen aan een beperking van eventuele verdroging en draagt bij aan het op peil houden van de voorraad schoon water. Het overheidsbeleid gaat uit van afkoppelen, maar wel onder enkele voorwaarden: - wateroverlast moet worden verkomen; - schoon hemelwater blijft schoon, en licht verontreinigd water wordt gezuiverd voordat het infiltreert; - Grondoppervlakken van bedrijven milieucategorie 3, 4 en 5 en daken waarop neerslag van stof en roetdeeltjes kunnen terecht komen, zullen in principe worden aangesloten op de riolering; - Als hemelwater niet kan worden geïnfiltreerd, dan mag vertraagd worden geloosd op oppervlaktewater met behulp van bijvoorbeeld een dynamische buffer. De Limburgse waterbeheerders hebben hun visie op het verantwoord afkoppelen neergelegd in een voorkeurstabel. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen oplossingen voor grondoppervlak, dakoppervlak en hergebruik regenwater. Voor nieuwbouwprojecten heeft het de voorkeur om te werken met bovengrondse open infiltratiesystemen, echter ook het ondergronds infiltreren met bodemfilter is een acceptabele oplossing. In alle gevallen zal er bij de bouw van de woningen rekening gehouden moeten worden, met het feit dat er geen uitlogende materialen als koper en zink gebruikt mogen worden bij de materialen die in aanraking komen met het regenwater. BIM Waterparagraaf Pagina 3 van 5

4 3.2 UITGANGSPUNTEN Zoals reeds aangegeven is het gebied uitermate geschikt om regenwater op te vangen en te infiltreren in de ondergrond. Uit de infiltratieonderzoeken volgt een goede k- waarde. De gemiddelde k-waarde in het plangebied bedraagt 4,1 m/dag. Met een veiligheidsfactor van 2, komt de k-reken dan uit op 2,1 m/dag. De GHG ligt op ruim 3 meter beneden maaiveld. Zowel het dakoppervlak als de rijweg zullen worden aangesloten op infiltratiekratten, welke worden aangelegd onder de parkeerplekken. Het waterschap Peel en Maasvallei geeft aan dat voorzieningen moeten worden gedimensioneerd op een regenbui met een herhalingstijd van 10 jaar (50 mm in 24 uur). De leeglooptijd van deze voorziening dient maximaal 24 uur te bedragen. Tevens zal een doorkijk gemaakt moeten worden voor een regenbui met een herhalingstijd van 100 jaar (84 mm). Aan de hand van bovengestelde eisen is in de volgende paragraaf de benodigde berging bepaald. 3.3 BENODIGDE BERGING. Uitgaande van het ontwerp zoals dit is weergegeven in afbeelding 2, bedraagt het dakoppervlak van het gezondheidscentrum ca. 360 m² en het oppervlak van de verharding rondom het gezondheidscentrum, inclusief rijweg en parkeerplekken ca. 900 m². Het oppervlak van de twee kavels bedraagt ca. 500 m². Rekenend met 50% verhard kaveloppervlak, komt de totale verharding op de kavels uit op 250 m². Het totaal verhard oppervlak komt daarmee uit op m² Door de goede k-waarde in het gebied ontwerpen we het systeem op basis van een dynamische berekening. Dit betekent dat op het moment dat het eerste regenwater het infiltratiesysteem bereikt, de overdracht van regenwater naar de ondergrond start. Wanneer na 24 uur 50 mm neerslag is gevallen, is reeds ook een gedeelte van het regenwater geïnfiltreerd. Met deze dynamische berekening voor het verhard oppervlak, komen we voor T=10 jaar tot een benodigde berging van 45 m³. De leeglooptijd bedraagt dan ongeveer 32 uur. Na 24 uur dient nog 15 m³ regenwater geïnfiltreerd te worden. Om na 24 uur eenzelfde regenreeks met een herhalingstijd van 10 jaar te kunnen bergen, dient de berging met deze 15 m³ verhoogd te worden naar 60 m³. Om voldoende berging te creëren dienen over een lengte van 30,4 meter, over een breedte van 3,2 meter en met een hoogte van 0,66 meter infiltratiekoffers aangelegd te worden. Bij het bepalen van deze afmetingen hebben we infiltratiekoffers met de afmetingen 0,8x0,8x0,66m als uitgangspunt gebruikt. Natuurlijk kan ook een ander infiltratiekoffer gebruikt worden. Aandachtspunt hierbij is om een langgerekte smalle voorziening aan te leggen, zodat een zo maximaal mogelijk infiltrerend oppervlak ontstaat. Maken we een doorkijk naar een regenreeks met een herhalingstijd van T=100 jaar, dan bedraagt de benodigde berging 69 m³. Met een aanwezige berging van 60 m³ zal 9 m³ regenwater over de verharding afstromen naar de Hoogstraat en daar via de kolken in het gemengde stelsel van de Neer terecht komen. BIM Waterparagraaf Pagina 4 van 5

5 4. VUILWATER Het huishoudelijk afvalwater van de nieuwbouw zal worden aangesloten op het bestaande gemengde stelsel van Neer. Omdat het regenwater van de Baand 23 wordt afgekoppeld van het gemengde stelsel, zal het geen enkel probleem zijn, de extra woningen op het gemengd stelsel aan te sluiten. BIM Waterparagraaf Pagina 5 van 5

Vergelijkbare documenten

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen. NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum