INHOUDSOPGAVE. Algemeen. Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INHOUDSOPGAVE. Algemeen. Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra"

Transcriptie

1

2 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Cluster van besturen Bestuur Kerncijfers Premiebeleid Uitvoering Beleggingsbeleid Communicatie Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 'Mededeling' 17 Algemeen Bestuursverslag over het boekjaar 2016 Jaarrekening Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 'Mededeling' 52 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Bestuursverslag over het boekjaar 2016 Jaarrekening 2016 Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra 'Mededeling' 83 Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra Bestuursverslag over het boekjaar 2016 Jaarrekening 2016

3 Algemeen Algemeen VOORWOORD De productiegroei van 2015 is in 2016 krachtig doorgezet. Het Economisch Instituut voor de Bouw stelt vast dat de bouw nu de snelst groeiende sector van de Nederlandse economie is. Het arbeidsvolume bij zelfstandigen en uitzendkrachten groeit, maar de werkgelegenheid van werknemers blijft tot nu toe hierbij achter. Caopartijen hebben in 2015 de arbeidsvoorwaarden vernieuwd. De cao voor de Bedrijfstakeigen Regelingen Bouw & Infra heeft een looptijd van 1 januari 2016 tot en met 31 december Het eerste jaar met de nieuwe cao is achter de rug. Caopartijen volgen met interesse hoe de afspraken uit de cao in de praktijk doorwerken. De dienstverlening voor werkgevers uit de sector heeft in 2016 een aantal wijzigingen ondergaan. Per 1 januari is een nieuw proces voor de gegevensaanlevering inzake de arbeidsverhoudingen en de premieinning (PRINS) in gebruik genomen. Alle caowijzigingen zijn per 1 juli 2016 verwerkt in SiRiuS, het administratiesysteem voor de BTER regelingen. Bij beide systemen waren er aanloopperikelen, bij PRINS was dat de late aanlevering en goedkeuring van aangiften en bij SiRiuS de koppeling met PRINS en de afgifte van registratienummers. Naast de verbeterde digitale dienstverlening voor werkgevers hebben wij in 2016 de opdracht gegeven om de mogelijkheden voor een Tijdspaarfondsapp te onderzoeken. Met deze digitale ontwikkelingen zetten we mooie stappen als het gaat om snelheid, actualiteit en digitalisering van onze dienstverlening. En daarmee is het een mooie illustratie van het thema van dit jaarverslag: onze' blik is vooruit'! CLUSTER VAN BESTUREN In het jaar 2001 besloten partijen bij de cao Bouw & Infra tot clustering van de fondsbesturen. Deze clustering betreft voor het verslagjaar 2016 de volgende bedrijfstakeigen regelingen (BTER): Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra; Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra; Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra. Deze fondsen zijn ondergebracht in stichtingen. Deze stichtingen zijn aparte rechtspersonen, maar de bestuursleden van deze fondsen zijn dezelfde. Deze groep bestuursleden wordt hierna aangeduid als het 'clusterbestuur BTER'. De fondsen geven invulling aan de collectieve arbeidsvoorwaardelijke afspraken zoals die door partijen bij de cao Bouw & Infra zijn vastgesteld. In de bestuursvergaderingen wordt uit praktisch oogpunt een algemeen gedeelte in de agenda gereserveerd voor de behandeling van onderwerpen die voor meer dan één fonds van belang zijn. Voorbeelden daarvan zijn: het Toetsingskader ter verkrijging van het algemeen verbindend verklaren van caobepalingen door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW); het handhavingsbeleid en naleving van de werkingssfeer van de cao; het communicatiebeleid. In het verslagjaar 2016 is het clusterbestuur BTER vijf keer in een reguliere vergadering bijeen geweest. 2

4 Algemeen De onderlinge samenhang en herkenbaarheid van de fondsen komt terug in de gelijkvormige logo s. Het uitbrengen van één gezamenlijk jaarverslag is een ander voorbeeld van samenhang en eenheid van de fondsen. De fondsen streven naar een zo veel mogelijk gelijk uitvoeringsbeleid. Cao BTER Bouw & Infra De cao voor de Bedrijfstakeigen Regelingen Bouw & Infra heeft een looptijd van 1 januari 2016 tot en met 31 december De naam van die cao is per 1 januari 2016 gewijzigd van cao voor de Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid in cao BTER Bouw & Infra. Op 22 december 2015 is het besluit van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot algemeenverbindendverklaring van de cao gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer BESTUUR Samenstelling van besturen Het bestuur is paritair samengesteld uit vijf werkgevers en vijf werknemersleden. Ieder van de drie fondsbesturen bestaat uit dezelfde tien personen, van wie vijf zijn benoemd door Bouwend Nederland, de vereniging van bouw en infrabedrijven, drie door FNV en twee door CNV Vakmensen. Werkgeversbestuursleden (allen namens Bouwend Nederland) Dhr. W. Ketting, voorzitter Tijdspaarfonds [1] Dhr. N.J. van Til, voorzitter Aanvullingsfonds, Opleidings en Ontwikkelingsfonds Dhr. A.W.J. Borst Dhr. G.C.J.J. Peek [1] Dhr. E. Tierolf [1] De heren W. Ketting en G.C.J.J. Peek zijn per 1 januari 2017 afgetreden. Zij zijn per die datum opgevolgd door de heren J.H. Kets en P.W.M. van Nieuwenhuizen. Werknemersbestuursleden Dhr. P.H. Roos, fungerend voorzitter alle fondsen (namens FNV) Dhr. J.G. Crombeen (namens FNV) Dhr. M. Hulsegge, vanaf juni 2016 (namens CNV Vakmensen) Dhr. G. Lokhorst (namens CNV Vakmensen) Mw. S.H. ter Maat (namens FNV) Dhr. H.A. van der Spek, tot juni 2016 (namens CNV Vakmensen) Het fungerend voorzitterschap wisselt per kalenderjaar tussen de werkgevers en de werknemersleden. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar, en zijn herbenoembaar. Bij tussentijds vertrek van een bestuurslid wordt een opvolger benoemd voor de resterende tijd binnen de periode van drie jaar. Bestuurlijke commissies Het clusterbestuur BTER heeft uit praktische overwegingen besloten tot de instelling van een aantal bestuurlijke commissies. In deze commissies zijn gelijke aantallen bestuursleden van zowel werkgevers als werknemerszijde 3

5 Algemeen vertegenwoordigd. De commissies doen voorstellen voor besluiten aan het clusterbestuur BTER. Naam Commissie Jaarverslagen Financiën Gevalsbehandeling Voorzittersoverleg Namens fonds Toelichting Cluster BTER Bereidt voor het clusterbestuur BTER de vaststelling van de jaarverslagen voor Cluster BTER Adviseert het clusterbestuur BTER over financiële zaken en het beleggingsbeleid Aanvullingsfonds Beoordeelt individuele gevallen bij verzoeken waarin de reglementen niet voorzien Adviseert het clusterbestuur BTER over Cluster BTER contractonderhandelingen over de premieinning Werkingssfeer Cao Bouw & Infra Neemt besluiten over het van toepassing verklaren van de cao voor werkgevers Naleving Cao Bouw & Infra Neemt besluiten over de juistheid van het toepassen van de cao Het Technisch Bureau Bouwnijverheid Het clusterbestuur BTER laat zich bijstaan en adviseren door het Technisch Bureau Bouwnijverheid, een aparte stichting die op 27 juni 2001 is opgericht. Het Technisch Bureau Bouwnijverheid heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: beoordeling van alle relevante bestuursstukken; voorbereiding van contracten met opdrachtnemers; algehele kwaliteitsbewaking en rapportage over bevindingen; organisatie, planning en agendering van de bestuursvergaderingen; voortgangsbewaking van extern geplaatste opdrachten; het voeren van de bestuurscorrespondentie met instanties en dragende organisaties; analyse van de gevalsbehandeling aan de hand van voorleggers van de uitvoerder; uitbrengen van advies aan besturen over de gevalsbehandeling; het in voorkomende gevallen voeren van gerechtelijke procedures namens het clusterbestuur BTER. Dat is onder meer het geval als uit werkingssfeeronderzoek is gebleken dat de cao Bouw & Infra niet juist wordt nageleefd. Bestuursstatuut Alle leden van het clusterbestuur BTER hebben zich geconformeerd aan het bestuursstatuut, ook wel complianceregeling genoemd. Het bestuursstatuut heeft als doel het waarborgen van de integriteit en deskundigheid van bestuursleden. Zo kunnen premiebetalers erop vertrouwen dat de bestuursleden zorgvuldig 4

6 Algemeen en deskundig met hun (financiële) verantwoordelijkheden omgaan en dat zij de doelstellingen van de fondsen goed bewaken. Een belangrijk kenmerk van het bestuursstatuut is het vermijden van belangenverstrengeling bij de vaststelling van het beleggingsbeleid. In het bestuursstatuut zijn bepalingen opgenomen over: vertrouwelijkheid van informatie; voorwetenschap; het privé verhandelen van beleggingen en effecten; het aanvaarden van geschenken; het vervullen van andere relevante functies; het gebruikmaken van diensten van derden tegen marktconforme condities en tarieven; het hebben van een financieel belang in andere organisaties waarmee de fondsen te maken hebben. Verklaring Omtrent het Gedrag In de statuten van de fondsen is vastgelegd dat van nieuw te benoemen bestuursleden door de benoemende organisatie een Verklaring Omtrent het Gedrag van de kandidaat overgelegd dient te worden. Bestuursvergoedingen sinds 2015 De vacatiegelden voor het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen en de vergoedingen voor reis en verblijfkosten voor de clusterbestuursleden zijn gelijk aan de bedragen die de Sociaal Economische Raad (SER) voor haar leden heeft vastgesteld. Sinds 1 januari 2015 is de regeling door de SER versoberd en is de tot 2014 van toepassing zijnde jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor representatieve verplichtingen vervallen. Het clusterbestuur BTER heeft ingestemd met de aangepaste vergoedingsregeling met ingang van 2015 en die tot nader order geldt voor onbepaalde tijd. Administratie De administratie van het Tijdspaarfonds en het Aanvullingsfonds is opgedragen aan APG Rechtenbeheer N.V. gevestigd te Heerlen. De administratie van het Opleidings en Ontwikkelingsfonds is opgedragen aan het Technisch Bureau Bouwnijverheid te Harderwijk. APG verzorgt voor alle fondsen, dus inclusief het Opleidings en Ontwikkelingsfonds, de inning van premies. Btw verschuldigd per 1 januari 2016 De BTERfondsen zijn sinds 1 januari 2016 btw verschuldigd over de prijs van de dienstverlening door APG. Dit heeft geleid tot een verhoging van de administratiekosten van circa 13 procent. Accountant De jaarrekeningen van het Tijdspaarfonds en het Aanvullingsfonds zijn door Ernst & Young Accountants LLP gecontroleerd. Voor het Opleidings en Ontwikkelingsfonds heeft BDO Audit & Assurance bv de controle uitgevoerd. De accountantscontrole van de BTERfondsen wordt jaarlijks verricht op basis van een controleplan. In het controleplan wordt aandacht besteed aan de reikwijdte van de controle, de controleaanpak en de geïdentificeerde risicogebieden. In overleg met het clusterbestuur BTER wordt jaarlijks vastgesteld of en zo ja welke specifieke zaken aanvullende aandacht behoeven. De controlewerkzaamheden zijn primair gericht op: 5

7 Algemeen de afgifte van de controleverklaring bij de jaarrekening; de beoordeling of het bestuursverslag verenigbaar is met de jaarrekening; de beoordeling of de geïnde BTERpremies rechtmatig zijn besteed in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring cao; de rapportage van bevindingen in het accountantsverslag. In het accountantsverslag rapporteert de accountant de uitkomsten van zijn werkzaamheden over het verslagjaar aan het clusterbestuur BTER. Na afronding van de accountantscontrole van de jaarrekeningen van de BTERfondsen worden jaarlijks in de maand juni het accountantsverslag en de overige uitkomsten van de accountantscontrole gepresenteerd aan het clusterbestuur BTER. KERNCIJFERS (Bedragen in miljoenen euro's) Opleidings en Tijdspaarfonds Aanvullingsfonds Ontwikkelingsfonds Bijdragen 54,3 43,8 6,7 0,2 8,0 6,7 54,5 51,8 36,7 58,6 Overige lasten 4,3 4,1 11,1 Totale lasten 4,3 40,8 69,7 11,0 13,7 17,9 Beleggingsopbrengsten Overige opbrengsten Totale opbrengsten Uitkeringen Resultaat PREMIEBELEID Het bestuur stelt in overleg met partijen bij de cao Bouw & Infra ieder jaar de premies vast voor de verschillende fondsen. Bij de vaststelling van de hoogte van de premie wordt gekeken naar de te verwachten uitgaven, de ontwikkeling van de loonsom en de hoogte van een eventuele gewenste reserve. Over het algemeen wordt getracht grote premieverschillen van jaar tot jaar te voorkomen. Voor elk van de fondsen wordt een afzonderlijk premiebeleid gehanteerd. Dat komt doordat de fondsen onderling verschillen in hun aard en doelstelling. De betaalperiodiciteit van het fonds bepaalt het beleggingsbeleid van dat fonds. Voor een aantal fondsen zijn de betaalmomenten vooraf goed te bepalen. Voor andere fondsen is dat niet het geval. 6

8 Algemeen Werkingssfeeronderzoeken Werkgevers die onder de werkingssfeer van de cao (BTER) Bouw & Infra vallen, zijn verplicht voor hun werknemers premie af te dragen aan de BTERfondsen en het bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw). Werkgevers waarvan het vermoeden bestaat dat zij wel onder de werkingssfeer van de cao Bouw & Infra vallen maar zich niet hebben aangemeld bij APG, en die dus ook geen premies aan de BTERfondsen en bpfbouw betalen, worden onderzocht. Als blijkt dat deze werkgevers ten onrechte geen premies hebben afgedragen worden ze eventueel met terugwerkende kracht alsnog ingeschreven en worden premienota s opgelegd. Het clusterbestuur BTER neemt kennis van de voortgang en de resultaten van de werkingssfeeronderzoeken door middel van de rapportage werkingssfeeronderzoeken. Gerechtelijke procedures Het bestuur neemt iedere vergadering kennis van de individuele stand van zaken van gerechtelijke procedures. Deze procedures al dan niet in hoger beroep betreffen geschillen tussen de fondsen (BTER en bpfbouw) en werkgevers of een bijdrage aan deze fondsen verschuldigd is. Sinds 2010 is handhaving op werkgevers die zich bezighouden met asbestsanering een speerpunt in het beleid. In het verslagjaar waren er nog negen lopende zaken met werkgevers in de asbestsanering die bezwaar hebben gemaakt tegen premieheffing door de fondsen. Partijen bij de cao Bouw & Infra zijn in gesprek over duidelijke afbakening van de werkingssfeerbepalingen als het gaat om asbestsaneringswerkzaamheden. Begroting In het najaar van het verslagjaar zijn de begrotingen voor 2017 van het Tijdspaarfonds, het Aanvullingsfonds en het Opleidings en Ontwikkelingsfonds door het bestuur vastgesteld. Tijdspaarfonds Het Tijdspaarfonds int geen premies: werkgevers betalen per werknemer een loonbedrag aan het Tijdspaarfonds. Dit loonbedrag is bedoeld voor de opbouw van de vakantietoeslagaanspraken, een aantal verlofdagen van de werknemers, het aantal Spaaruren en vanaf 1 januari 2016 voor een budget voor Duurzame inzetbaarheid. Op deze bedragen zit geen opslag voor het dekken van de kosten voor het uitvoeren van de regeling. Deze lasten worden betaald vanuit de directe beleggingsopbrengsten. Aanvullingsfonds Het Aanvullingsfonds houdt in beginsel geen reserve aan. Een lastendekkende premie is het uitgangspunt. Opleidings en Ontwikkelingsfonds Het bestuur van het Opleidings en Ontwikkelingsfonds stelt de premie vast. De verdeling van de premie wordt vastgesteld op basis van de per deelfonds begrote uitgaven en de verwachte inkomsten van de beleggingen. Het uitgangspunt bij het vaststellen van de premie is dat een stijging of daling binnen een bandbreedte van tien procent blijft. Overschotten en/of tekorten in enig jaar worden ten gunste respectievelijk ten laste gebracht van het vermogen. 7

9 Algemeen UITVOERING Kwaliteitsbewaking De prestaties en het kwaliteitsniveau van uitvoeringsorganisatie APG worden bewaakt. Hiertoe worden door het clusterbestuur BTER jaarlijks Service Level Agreements (SLA s) afgesloten met APG. De controle gebeurt door objectieve metingen waarbij de administratieve processen kwalitatief en kwantitatief in beeld worden gebracht. Door middel van Service Level Monitoring (SLM) wordt het niveau van dienstverlening systematisch door het bestuur gevolgd. In de SLMrapportage wordt per kalenderkwartaal verslag gedaan van processen als het vaststellen en innen van premie, beheer en uitbetaling van fondsgelden, communicatie en klachtenafhandeling. Doordat in de loop van 2016 een nieuw systeem in gebruik is genomen voor de verwerking van declaraties BTER is ook de mogelijkheid voor oplevering van beheersinformatie uitgebreid. Het bestuur heeft per 1 januari 2017 nieuwe prestatiedefinities vastgesteld voor de SLM. Het innen van premies en incassomaatregelen Werkgevers moeten hun bijdragen aan caofondsen op tijd betalen. Als zij dat niet doen, zijn bijzondere incassomaatregelen nodig. Deze bijzondere incassoactiviteit worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van APG. In het incassocontract met APG is de afspraak vastgelegd dat voor de bedrijfstakeigen fondsen extra inkomsten worden verkregen door de zogeheten kickbackfee. Doorlopende incassomachtigingen Betaling door middel van een doorlopende incassomachtiging is sneller en vergt minder verwerkingskosten dan betaling met een acceptgiro of overschrijving. Ook de kans op fouten of vergeten tijdig te betalen is kleiner. Door de snellere betaling hebben de fondsen een groter beleggingsrendement en minder kosten. Het clusterbestuur BTER stimuleert dat betaling door middel van een doorlopende machtiging gebeurt. Controle op juiste premieafdracht Een goed controle en handhavingsmodel zorgt ervoor dat de rechten van elke werknemer in de Bouw & Infra zo veel mogelijk gewaarborgd zijn. Dat voorkomt bovendien concurrentievervalsing. Daarom heeft het clusterbestuur BTER samen met het Technisch Bureau Bouwnijverheid en APG een handhavingsmodel ontwikkeld dat sinds mei 2007 gefaseerd is uitgevoerd. In beginsel zijn alle opgaven van loon en premie sinds 1 januari 2006 op tijdigheid, juistheid en volledigheid gecontroleerd. Nieuw premieinningsproces (PRINS) Per 1 januari 2016 is voor de BTER Bouw & Infra en voor bpfbouw een nieuw proces in gebruik genomen voor de gegevensaanlevering inzake de arbeidsverhoudingen en de premieinning. Per die datum is het tot dan toe gebruikte systeem PIA [PIA staat voor PremieInning Administratie] en de Opgave Loon en Premie vervallen. Het nieuwe proces staat bekend onder de naam PRINS. De afkorting PRINS staat voor PRemie en INnings Systematiek. Dat omvat het totale proces van het door werkgevers periodiek aanleveren en verwerken van gegevens en de afdracht van premies en bijdragen. Het clusterbestuur BTER heeft kennisgenomen van de voordelen die het nieuwe proces biedt, zoals: controle op juistheid en consistentie aanlevering voordat gegevens worden ingestuurd; eerdere foutsignalering; 8

10 Algemeen snellere premieinning; betere service en online sneller inzicht in geregistreerde gegevens; wijzigingen in regelingen zijn eenvoudiger en sneller in te regelen; door synergievoordelen lagere administratiekosten; door digitale correspondentie snellere communicatie tegen lagere kosten. De bedrijfstak is in de loop van 2015 tijdig en uitvoerig geïnformeerd over dit nieuwe proces zodat de gegevensverwerking en de premieinning vanaf 2016 geen vertraging hoefde op te lopen ten gevolge van aanloopproblemen. Aan de introductie van PRINS is een voorlichtingscampagne voorafgegaan om alle betrokken werkgevers, loonsoftwarebureaus en loonverwerkers ruim op tijd bekend te maken met de nieuwe manier van aanleveren van premiegegevens. Bij een goede en tijdige aanlevering aan PRINS kan ook de afdracht van de verschuldigde premies tijdig en juist plaatshebben. Maar zoals wel vaker voorkomt bij de introductie van nieuwe systemen gaat de implementatie niet in alle gevallen vlekkeloos. Dat was helaas ook hier aan de orde. Het aantal gevallen waarin dat aan de orde was heeft bovendien de verwachtingen overtroffen waardoor ook de vertraging in de te ontvangen premies groter was dan verwacht. APG heeft na aanvang PRINS wekelijks gerapporteerd aan de secretarissen van de BTER fondsen bij het Technisch Bureau Bouwnijverheid over het aantal wel en (nog) niet verwerkte loonaangiften. Als een premie eenmaal is vastgesteld gelden de gebruikelijke betaaltermijnen waarop door de fondsen is gehandhaafd. In de vergadering van mei 2016 is het bestuur aan de hand van een presentatie geïnformeerd over de voortgang van het aantal succesvolle verwerkingen door PRINS en de incassoresultaten. Het bestuur heeft er bij APG op aangedrongen dat de verbetersuggesties vanuit de bedrijfstak en de loonverwerkers al dan niet vertegenwoordigd in de zogeheten klankbordgroep ter harte genomen worden en zwaar moeten wegen. Het bestuur heeft zich ook in alle overige vergaderingen van 2016 laten informeren over de voortgang van het nieuwe incassoproces. Tevens is in de reguliere kwartaalrapportage een vaste paragraaf gewijd aan de incassovoortgang. In december van het verslagjaar heeft het bestuur kennisgenomen van de evaluatierapportage van de invoering van PRINS. Afsluiten PIA; correcties op loonopgaven tot en met 2015 Voorafgaand aan PRINS per 1 januari 2016 werd gewerkt met de Opgave Loon en Premie van het systeem genaamd PIA. Alle premiegegevens voor loonperioden tot en met 31 december 2015 zijn via PIA verwerkt. Het komt in de bedrijfstak voor dat na verwerking van de loonperiode nog wijzigingen in de loonopgave moeten worden doorgevoerd met terugwerkende kracht. Dat levert doorgaans geen praktische problemen op. Maar doordat in 2016 zowel PIA als PRINS operationeel zijn is PIA op grond van beperking van operationele kosten in de loop van 2016 uitgefaseerd. PIA is definitief vervallen per 1 januari Daarvoor waren maatregelen nodig om te bevorderen dat de premiecorrecties tot en met 2015 tijdig in 2016 werden aangeboden door de werkgevers. Het bestuur heeft daarom ingestemd met de volgende stimuleringsmaatregelen: Tot 1 oktober 2016 bleef de reguliere/geautomatiseerde wijze van het aanbieden van terugwerkendekrachtmutaties mogelijk in PIA; Vanaf 1 oktober 2016 tot en met 31 december 2016 was aanlevering van een gegevensbestand in het oude format alleen per nog mogelijk dat vervolgens verder automatisch is verwerkt. Deze periode was de 9

11 Algemeen laatste uitwijkmogelijkheid voor geautomatiseerde verwerking van de correctie. Vanaf 1 januari 2017 is aanlevering van gegevensbestanden in het oude recordformat niet meer mogelijk. Verzoeken tot premiecorrectie zullen dan op een alternatieve wijze aangeleverd en verwerkt worden. Na 1 januari 2017 is een correctie met terugwerkende kracht betrekking hebbend op loonperioden tot 1 januari 2016 alleen handmatig te verwerken. Die verzoeken tot correctie moeten gevalideerd zijn door een accountantsverklaring. De bedrijfstak is over deze maatregelen tijdig geïnformeerd per mailing, via de website Administratienet en via Bouwpensioen & BTERpost. Nieuwbouw administratieve uitvoering BTER Voor de toekomstbestendige uitvoering van de BTER heeft het clusterbestuur BTER al in 2014 ingestemd met een vernieuwing van processen en verzelfstandiging van de administratieve systemen. Deze nieuwe processen zijn efficiënter en de systemen voldoen weer aan de actuele automatiseringsstandaards. Sinds 2014 is de administratieve uitvoering van de diverse BTER gefaseerd in gebruik genomen in het nieuwe systeem dat bekend staat onder de naam SiRiuS. De caowijzigingen per 1 januari 2016 ten gevolge van de hervorming van het Tijdspaarfonds en de overgangsregeling Extra roostervrije dagen voor oudere bouwplaatswerknemers zijn hierin meegenomen. Laatstgenoemde regeling is in de loop van 2016 operationeel geworden. Vanwege de omvang van de verandering van de BTERadministratie is het clusterbestuur BTER nauw betrokken geweest bij dit project. Voor het volgen van de voortgang van het project is een stuurgroep aangesteld, waarin onder meer het Technisch Bureau Bouwnijverheid is vertegenwoordigd. Het Technisch Bureau Bouwnijverheid heeft in het verslagjaar aan het clusterbestuur BTER gerapporteerd over de voortgang van het project. Aansluiting PRINS op SiRiuS De aangeleverde loon en premiegegevens aan PRINS zijn de basis voor de vaststelling voor declaraties bij het Aanvullingsfonds. De rechtenopbouw en de hoogte van de vergoeding Extra Roostervrije Dagen (ERVD) zijn daarvan voorbeelden. De in het najaar van 2015 bij cao overeengekomen overgangsregeling Extra Verlof Dagen (EVD) en de introductie van de ERVDregeling per 1 januari 2016 was niet direct operationeel in SiRiuS, het nieuwe systeem waarop de declaratieverwerking van de bedrijfstakeigen regelingen plaatsheeft. De verwachting was dat SiRiuS operationeel zou zijn per april Dat is uiteindelijk juli 2016 geworden. Een juiste en tijdige declaratieverwerking EVD en ERVD in het eerste halfjaar van 2016 was daardoor niet mogelijk. In het jaarverslag van het Aanvullingsfonds gaat het bestuur daarop nader in. Digitale gegevensaanlevering Sinds 2012 is het mogelijk declaraties Aanvullingsfonds digitaal aan te leveren in plaats van de inzending van formulieren per gewone post. Bij deze digitale gegevensaanlevering zijn controles op juistheid en volledigheid naar de voorkant van het administratieve proces verplaatst. Daardoor wordt voorkomen dat declaraties worden ingestuurd die niet verwerkt kunnen worden. Voor werkgevers is het digitale proces eenvoudiger en sneller dan het oude papieren proces. De digitalisering van aanvraagprocessen met tussenkomst van de vakbondsconsulenten is sinds 2015 benut voor enkele werknemersregelingen van het Aanvullingsfonds. Nadat alle belanghebbenden ruimschoots in de gelegenheid zijn gesteld te wennen aan digitale aanleveringsmogelijkheid heeft het clusterbestuur BTER in 2015 besloten papieren aanleveringen voortaan niet meer toe te staan. 10

12 Algemeen Op basis van de resultaten van een gebruikersonderzoek heeft het bestuur in het verslagjaar aan APG opgedragen de BTERwebsites te moderniseren zodat de gebruiksvriendelijkheid wordt vergroot. Medio februari 2017 zijn de nieuwe websites operationeel geworden. De nieuwe websites zijn nu ook via de smartphone goed toegankelijk. Tevens heeft het bestuur aan APG verzocht de mogelijkheid te onderzoeken voor een zogeheten Tijdspaarfondsapp waarmee de deelnemers een betere mogelijkheid hebben hun actuele saldo te controleren. APG heeft in de vergadering van mei 2017 aan het bestuur een eerste voorstel gepresenteerd welke functionaliteiten de TSFapp minimaal moet hebben en welke functionaliteiten optioneel zijn. 11

13 Algemeen BELEGGINGSBELEID Het beleggingsbeleid is afgestemd op de specifieke karakteristieken van elk fonds, waaronder de liquiditeitsbehoefte. Hierbij wordt gestreefd naar een optimaal rendement tegen een voor het fonds aanvaardbaar risico. Conform het huidige debiteuren en limietenbeleid wordt uitsluitend uitgeleend aan partijen met ten minste een AA rating, of partijen die onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank. Als gevolg van de verkoop van de beleggingen van het Tijdspaarfonds (RESO) en van het Opleidings en Ontwikkelingsfonds (Multi Strategy Note) zijn er geen beleggingen ultimo 2016 aanwezig. Tijdspaarfonds Tijdspaarfonds had een beleggingsconstructie bij de Rabobank (Rabo Equity Strategie Obligatie, of RESO) die 15 december 2011 was aangekocht voor 210 miljoen euro. De garantiewaarde van de belegging was 200 miljoen euro indien deze werd aangehouden tot einde looptijd (15 december 2016). De looptijd van de RESO liep af per 15 december 2016 en is per die datum verkocht voor 210,4 miljoen euro (inclusief opgelopen rente). De belegging bestond per 15 december 2016, voor de verkoop van de belegging, uit een vaste component van 167,3 miljoen euro (exclusief opgelopen rente) waar niet mee werd belegd en een variabele component van 40,8 miljoen euro waarmee werd belegd in aandelen. De RESO was een gestructureerde obligatie met een aantal bijzondere kenmerken. Het doel van de RESO was het innemen van langetermijnposities op een hefboomprincipe ( leveraged ) om een positief rendement te behalen. De strategie van de variabele component was om een langetermijnpositie in te nemen in Europese aandelen. De inleg van de RESO bestond uit twee componenten. De vaste component was de inleg die werd gebruikt om de terugbetalingen van de gegarandeerde coupons en aflossingen te waarborgen. De variabele component was het gedeelte van de inleg dat gebruikt werd om in de strategie te beleggen. Aan deze beleggingsstrategie was een kredietfaciliteit gekoppeld van 170,1 miljoen euro. Hierdoor was het mogelijk om de belegging gedurende het gehele jaar in stand te houden. Ook als er in mei uitbetaald moest worden aan de deelnemers. Met de verkoop van de RESO is ook de daaraan gekoppelde kredietfaciliteit per 15 december 2016 bij de Rabobank opgeheven. Door de verkoop heeft het Tijdspaarfonds ultimo 2016 geen beleggingen meer. Het totaal van de rentelasten en baten op de rekeningcourant bij de Rabobank bedroeg over de periode tot 15 december ,1 miljoen euro negatief. In mei 2016 werd de jaarcoupon ter waarde van 3 miljoen euro uitgekeerd. Aan de aan prestaties gerelateerde contingent couponvoorwaarden is niet voldaan en deze was derhalve niet uitgekeerd. Over 2016 werd een gewogen gemiddeld rendement gehaald van 0,3 procent negatief op de liquide middelen. Het gemiddelde saldo van de liquide middelen in 2016 was 41,0 miljoen euro. Dit gemiddelde saldo was hoger dan in voorgaande jaren als gevolg van de introductie in 2016 van de regeling Duurzame inzetbaarheid; deze gelden worden ook meegenomen in de stand van de liquide middelen. Ultimo 2016 was de stand van de liquide middelen 199,3 miljoen euro. Als gevolg van de verkoop van de RESO is de stand van de liquide middelen ultimo 2016 veel hoger dan in voorgaande jaren. 12

14 Algemeen Aanvullingsfonds Gedurende het verslagjaar vonden geldmarktuitzettingen plaats tegen gemiddeld 0,4 procent. Ultimo 2016 waren er geen beleggingen in deposito s en obligaties. Ultimo 2016 was de stand van de liquide middelen 42,9 miljoen euro. Opleidings en Ontwikkelingsfonds De op lange termijn beschikbare middelen van het Opleidings en Ontwikkelingsfonds zijn sinds 2008 belegd in een beleggingsproduct met hoofdsomgarantie van de Rabobank ter waarde van 160 miljoen euro. In voorgaande jaren is in totaal 82,5 miljoen euro aan het product onttrokken ter dekking van de liquiditeitsbehoefte. Door de verlaging van de premie vanaf 1 januari 2016 werd bij het Opleidings en Ontwikkelingsfonds een toename van de liquiditeitsbehoefte voorzien. Een nieuwe onttrekking van middelen aan de Multi Strategy Note zou het rendement van het product negatief beïnvloeden. Het bestuur besloot daarom begin 2016 om het product in zijn geheel terug te verkopen aan Rabobank. Op 21 april 2016 is deze verkoop geëffectueerd. Het rendement van het beleggingsproduct bedroeg in ,3 procent negatief, zijnde het waardeverschil op verkoopdatum ten opzichte van de waarde ultimo Door de verkoop heeft het Opleidings en Ontwikkelingsfonds ultimo 2016 geen beleggingen meer. De kort beschikbare middelen worden uitgezet op de geldmarkt. Ultimo 2016 was de stand van de liquide middelen 112,3 miljoen euro. 13

15 Algemeen Aard van de beleggingen Aard van de beleggingen voor het cluster van BTERfondsen over de afgelopen jaren: Bedragen in miljoenen euro's Opleidings en Tijdspaarfonds Aanvullingsfonds Ontwikkelingsfonds 2016 Beleggingen kort Beleggingen lang Totaal Beleggingen kort 47,0 Beleggingen lang 217,5 84,3 Totaal 170,5 84,3 Beleggingen kort 24,9 Beleggingen lang 218,0 84,4 193,1 84,4 Beleggingen kort 20,9 Beleggingen lang 215,6 82,8 Totaal 194,7 82,8 Beleggingen kort 6,4 4,0 Beleggingen lang 212,6 5,0 81,4 206,2 9,0 81, Totaal Totaal Als gevolg van de verkoop van de beleggingen van het Tijdspaarfonds (RESO) en van het Opleidings en Ontwikkelingsfonds (Multi Strategy Note) zijn er ultimo 2016 geen beleggingen meer aanwezig. 14

16 Algemeen COMMUNICATIE Doelgroepen De BTERfondsen hebben te maken met de volgende doelgroepen: werkgevers; werknemers: bouwplaatsmedewerkers; werknemers: utamedewerkers; exwerknemers (die mogelijk recht hebben op werknemersregelingen); vakbondsconsulenten; werkgeversorganisaties. Communicatiemiddelen BTERbouw communiceert via de websites: bterbouw.nl, de toegangssite; inclusief informatie van het Aanvullingsfonds, het Opleidings en Ontwikkelingsfonds en het Tijdspaarfonds; tijdspaarfondsbouw.nl, met name gericht op werknemers. Op basis van de resultaten van de online enquête naar gebruikerservaringen van de BTERwebsites heeft het bestuur in het verslagjaar ingestemd met nieuwbouw van de websites. Deze websites zijn eind februari 2017 beschikbaar gekomen. De gebruiksvriendelijkheid en de vindbaarheid van informatie is verbeterd. Tevens is de vormgeving en de manier van navigeren meer eigentijds en gelijk aan die van de website van bpfbouw. De informatie op de websites is nu ook goed toegankelijk via de smartphone en tablet. Administratienet Er is daarnaast een website die ook over bpfbouw en andere bedrijfstakeigen regelingen informeert: administratienet.nl Kerntaak van deze website is informatie te geven over premieafdracht aan werkgevers, administratiekantoren en softwareleveranciers in de Bouw & Infra. Beveiligde webomgeving De BTERfondsen kennen een aantal beveiligde websites, waar daartoe gemachtigde personen terecht kunnen met behulp van een toegangscode: MijnBTER, actief sinds 2012, bedoeld voor werkgevers. Privaat deel op Tijdspaarfondsbouw.nl, bedoeld voor werknemers. Zij kunnen hier hun actuele saldo inzien. De beveiligde applicatie Selfservice Werkgevers Portal in verband met de invoering van het nieuwe systeem voor aangifte van loon en premiegegevens (project PRINS) pensioenaangifte.apg.nl. Via deze applicatie worden de maandelijkse loon en premiegegevens ingestuurd voor zowel de BTER als de pensioenpremie. Helpdesk telefonisch en Werkgevers en werknemers kunnen bellen naar verschillende telefoonnummers voor het Tijdspaarfonds, het Opleidings en Ontwikkelingsfonds en het Aanvullingsfonds. Daarnaast is er voor werkgevers (en administratiekantoren/softwareleveranciers) een helpdesk voor vragen over de opgave loon en premie. Met het 15

17 Algemeen Tijdspaarfonds kan ook per worden gecorrespondeerd via Printuitgave Periodiek verschijnt de papieren uitgave Bouwpensioen & BTERpost. Deze wordt naar alle werkgevers(organisaties) en vakbondsconsulenten verstuurd. De Bouwpensioen & BTERpost bericht niet exclusief over de BTERregelingen, maar ook over het pensioenfonds bpfbouw. Overige communicatiemiddelen Jaarverslag De BTERfondsen hebben de wettelijke verplichting om een jaarverslag per fonds uit te brengen. Dit wordt in één gezamenlijk jaarverslag uitgegeven. Brieven Werknemers en werkgevers worden per brief geïnformeerd over toekenning van regelingen die ze hebben aangevraagd. Bij het Tijdspaarfonds ontvangt iedere werknemer een welkomstbrief na aanvang van een nieuw dienstverband. Met betrekking tot de premieinning ontvangen werkgevers facturen. Voorlichting via vakbonds en werkgeversconsulenten Werkgevers en werknemersorganisaties hebben een cruciale taak in de informatievoorziening. De werknemersorganisaties (vakbonden) hebben een taak bij de tussentijdse opnames van Tijdspaarfondstegoeden en verzorgen voor het Aanvullingsfonds de intake van een aantal regelingen. Dit wordt uitgevoerd door vakbondsconsulenten. 16

18 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Hier start het Jaarverslag van Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra waar de bijgevoegde controleverklaring betrekking op heeft. 17

19 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 18

20 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra BESTUURSVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2016 Bestuur De Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra (Tijdspaarfonds) is gevestigd te Harderwijk. Het bestuur van de stichting is paritair samengesteld uit vijf werkgevers en vijf werknemersleden. De vijf werkgeversleden zijn benoemd door Bouwend Nederland, de vereniging van bouw en infrabedrijven. Van de werknemersleden zijn er drie benoemd door FNV en twee door CNV Vakmensen. Werkgeversbestuursleden (namens Bouwend Nederland) Dhr. W. Ketting, voorzitter [1] Dhr. A.W.J. Borst Dhr. G.C.J.J. Peek [1] Dhr. E. Tierolf Dhr. N.J. van Til [1] De heren W. Ketting en G.C.J.J. Peek zijn per 1 januari 2017 afgetreden. Zij zijn per die datum opgevolgd door de heren J.H. Kets en P.W.M. van Nieuwenhuizen. Werknemersbestuursleden Dhr. P.H. Roos, fungerend voorzitter (namens FNV) Dhr. J.G. Crombeen (namens FNV) Dhr. M. Hulsegge, vanaf juni 2016 (namens CNV Vakmensen) Dhr. G. Lokhorst (namens CNV Vakmensen) Mw. S.H. ter Maat (namens FNV) Dhr. H.A. van der Spek, tot juni 2016 (namens CNV Vakmensen) Het fungerend voorzitterschap wisselt per kalenderjaar tussen de werkgevers en de werknemersleden. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar, en zijn herbenoembaar. Bij tussentijds vertrek van een bestuurslid wordt een opvolger benoemd voor de resterende tijd binnen de periode van drie jaar. Doelstelling Tijdspaarfonds bestaat sinds 1 januari Het Tijdspaarfonds verschaft de werknemer een vergoeding wegens: de wettelijke 8 procent vakantietoeslag; loonderving voor bovenwettelijke verlofdagen; loonderving voor een aantal van de roostervrije dagen; loonderving bij kort verzuim. Sinds 2012: loonderving bij opname verlof na verplicht overwerk (Spaaruren) Sinds 2016: inzet van middelen ten behoeve van Duurzame Inzetbaarheid. 19

21 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra CAO BOUW & INFRA : INDIVIDUEEL BUDGET Het Tijdspaarfonds maakt deel uit van de cao Bouw & Infra en heeft een looptijd van 1 januari 2015 tot en met 31 januari 2017 [2]. Door caopartijen is ondermeer besloten dat per 1 januari 2016: de Scholingsfondsregeling vervalt; er geen nieuwe rechthebbenden op de eindejaarsuitkering voor arbeidsongeschikte exwerknemers meer komen; de vergoedingsregeling eenmalige uitkering bij werkloosheid vervalt; de extra verlofdagenregeling voor oudere werknemers na een overgangsregeling vervalt. [2] In het voorjaar 2017 is een nieuwe cao Bouw & Infra overeengekomen met een looptijd van 1 februari 2017 tot en met 31 maart Door deze afspraken is per 1 januari 2016 een aantal zaken in het Tijdspaarfonds veranderd. Onder meer is besloten dat alle werknemers (bouwplaats en uta) per 1 januari 2016 beschikken over een 'Individueel Budget'. De werknemer heeft recht op een bijdrage van de werkgever aan dit Individueel Budget. Onderdeel van het Individuele Budget per 1 januari 2016 is een nieuw saldo voor Duurzame inzetbaarheid van de werknemer. Het saldo Duurzame inzetbaarheid kan de werknemer naar eigen inzicht inzetten. De werknemer dient hiervan zaken te betalen die eraan bijdragen dat hij gemotiveerd en gezond kan blijven deelnemen aan het arbeidsproces. Uit dit budget kan de werknemer investeringen doen in zijn of haar loopbaantraject, scholing betalen of extra verlofdagen kopen. Ook kwam men overeen dat de nieuwe cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouw & Infra een looptijd kent van 1 januari 2016 tot en met 31 december De naam van die cao is per 1 januari 2016 gewijzigd van cao voor de Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid in cao BTER Bouw & Infra. STATUTEN EN REGLEMENTSWIJZIGING Het bestuur heeft in het verslagjaar geen aanleiding gehad voor een wijziging van de statuten of de reglementen. Werking van het Tijdspaarfonds In de cao Bouw & Infra is bepaald dat deelname aan het Tijdspaarfonds verplicht is voor bouwplaatswerknemers. Een utawerknemer (uitvoerend, technisch en administratief werknemer) kan op vrijwillige basis deelnemen. In dat geval is de werkgever verplicht aan dat verzoek te voldoen. Als onderdeel van de loonbetaling betaalt de werkgever de bijdrage aan het Tijdspaarfonds binnen 14 dagen na afloop van iedere loonperiode ten behoeve van het Individueel Budget. Als de utawerknemer niet vrijwillig deelneemt aan het Tijdspaarspaarfonds dan betaalt de werkgever de geldswaarde van het Individueel Budget gelijk met iedere salarisbetaling op het rekeningnummer van de utawerknemer. Vanaf 1 januari 2016 kent het Tijdspaarfonds de volgende saldi: Saldo Dagen (voorheen Vakantiedagen) Saldo VakantieToeslag Nieuw: Saldo voor Duurzame inzetbaarheid Saldo Spaaruren* (voorheen Discontinuïteit, Overwerk en Reisuren) 20

22 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra *dit saldo geldt alleen als de werkgever het Spaarurenmodel bij verplicht overwerk voor bouwplaatswerknemers toepast als bedoeld in artikel 28 van de cao. De drie saldi Dagen, Vakantietoeslag en Duurzame inzetbaarheid vormen samen voor de werknemer zijn Individuele Budget. In schema met ingang van : Vergoeding 8 procent wettelijke vakantietoeslag Bouwplaatsutawerknemer werknemer Ja Ja 5 5 Roostervrije dagen 10 5 Kortverzuimdagen 3 3 Duurzame inzetbaarheid Ja Ja Eventueel Spaaruren Ja Nee Verlof en verzuimdagen Bovenwettelijke verlofdagen SAMENSTELLING DUURZAME INZETBAARHEID De werkgeversbijdrage aan het budget voor Duurzame inzetbaarheid bedraagt voor de bouwplaatswerknemer 3,21 procent over het vast overeengekomen loon en 1,56 procent van het salaris van de utawerknemer. Deze percentages zijn per 1 januari 2016 als volgt opgebouwd: Duurzame inzetbaarheid Vervallen scholingsdagen Bouwplaatsutawerknemer werknemer 0,86% N.v.t. 1,50% 1,50% Budget afbouw seniorendagen en vermondering caofondsen 0,85% 0,06% Totaal 3,21%* 1,56%* Levensloopbijdrage * Op deze percentages wordt 1,5 procentpunt in mindering gebracht indien de werkgever, voor werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling en doorsparen, de werkgeversbijdrage van 1,5 procent voor de levensloopregeling betaalt (als bedoeld in artikel 48 van de cao Bouw & Infra). DE REKENREGELS VOOR DE BIJDRAGE INDIVIDUEEL BUDGET Het Tijdspaarfonds administreert de bedragen voor de vakantietoeslag, de verlof en verzuimdagen en voor de duurzame inzetbaarheid apart. De drie componenten van het Individueel Budget worden als volgt vastgesteld per loonperiode van een maand of vier weken. De bijdrage 'Dagen' wordt berekend als: 21

23 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra UL x 8 x AD AL De bijdrage Vakantietoeslag wordt berekend als: [(ULx aantal uur) + (bedrag D)] x 8% De bijdrage Duurzame inzetbaarheid wordt berekend als: UL x 8 x 261 x % Waarbij: UL = uurloon; voor utawerknemers moet het maandsalaris worden teruggerekend naar een uursalaris; AD = het voor de betreffende deelnemer geldende totaal van het aantal vakantie, kortverzuim en roostervrije TSFdagen op jaarbasis; AL = het aantal loonbetalingsperioden per jaar (12/maand of 13/vier weken); Aantal uur = aantal uren waarover loon is verschuldigd in de desbetreffende loonperiode; Bedrag D = is de uitkomst van de berekening saldo Dagen; % = voor het jaar ,21 procent voor bouwplaatswerknemers en 1,56 procent voor utawerknemers. Op deze percentages wordt 1,5 procentpunt in mindering gebracht voor werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling en doorsparen. Betalen per loonperiode De werkgever maakt binnen 14 dagen na afloop van iedere loonbetalingsperiode de geldwaarde van de drie componenten van het individueel budget over naar: de Tijdspaarfondsrekening van de bouwplaatswerknemer; de Tijdspaarfondsrekening van de utawerknemer die vrijwillig aan het Tijdspaarfonds deelneemt; de bankrekening van de utawerknemer die niet deelneemt aan het Tijdspaarfonds. Op iedere loonstrook van de werknemer worden de drie componenten van het Individueel Budget afzonderlijk gespecificeerd. Vierdaagse werkweek bouwplaatswerknemer van 55 jaar of ouder Volgens artikel 26a van de cao Bouw & Infra kan een bouwplaatswerknemer van 55 jaar of ouder kiezen voor een vierdaagse werkweek. In dat geval worden alleen de vakantietoeslag, het tegoed van drie kortverzuimdagen en het tegoed voor de duurzame inzetbaarheid verplicht gestort. Alle overige verlof en roostervrije dagen zijn namelijk nodig om de vierdaagse werkweek te kunnen realiseren. Geen loonbetaling bij opname TSFdagen De waarde van het saldo Dagen maakt deel uit van het Individueel Budget. Als de werknemer een of meer van 22

24 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra deze dagen opneemt, hoeft de werkgever het loon over die dagen niet door te betalen, omdat hij de loonwaarde van deze dagen periodiek heeft betaald aan het Tijdspaarfonds. De werknemer kan deze dagen daardoor zelf uit zijn saldo Individueel Budget financieren. De werknemer heeft het recht deze verlof en roostervrije dagen voor het einde van het kalenderjaar op te nemen. De werknemer kan een aanvraag doen om zijn of haar tegoeden tussentijds uit het Tijdspaarfonds op te nemen wanneer dat hem of haar het beste uitkomt. Dat geldt voor alle tegoeden. KEUZEMOGELIJKHEDEN Het Tijdspaarfonds kent naast de vaste stortingen nog een aantal individuele keuzemogelijkheden. De gemaakte keuzes gelden slechts zolang de werknemer dat wenst. In overleg met de werkgever kunnen keuzes elke loonperiode weer aangepast worden. Extra stortingen De deelnemer kan met instemming van de werkgever ook de geldswaarde van andere inkomensbestanddelen op zijn individuele tijdspaarrekening laten storten. Bijvoorbeeld: overige verlof en/of roostervrije dagen; verlof en/of roostervrije dagen die aan het eind van het jaar niet zijn opgenomen; reisuren en/of de chauffeurstoeslag. Van deze mogelijkheid werd nauwelijks gebruik gemaakt. Deze bepalingen zijn per 1 januari 2016 uit het reglement geschrapt. Vrij beschikken over saldo De werknemer kan steeds onbeperkt en vrij beschikken over zowel: de gestorte bedragen voor de vakantietoeslag, als over de bedragen voor verlof en verzuimdagen, als over het bedrag voor de duurzame inzetbaarheid. Het maakt niet uit of en wanneer er daadwerkelijk verlof is opgenomen of dat er sprake is geweest van andere vormen van verzuimdagen. De enige voorwaarde daarbij is dat de werknemer geen hogere bedragen opneemt dan het saldo toelaat. De werknemer wordt geacht zijn tegoed voor Spaaruren alleen op te nemen ter compensatie van de opnameuren die door de werkgever worden ingezet. In mei wordt het totaal opgebouwde saldo Vakantietoeslag en Dagen automatisch overgemaakt op de bankrekening van de werknemer zonder dat hij of zij daarvoor een aanvraag hoeft te doen. 23

25 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Overzicht uitbetaling tegoeden Soort saldo Tussentijdse opname Ambtshalve mogelijk op uitbetaling aanvraag (Vakantie)Dagen Ja, in mei Ja Vakantietoeslag Ja, in mei Ja Nee Ja Ja, in april Ja Duurzame inzetbaarheid DO&R/Spaaruren Flexibele afdracht De deelnemer kan in een kalenderjaar minder verlofdagen en/of roostervrije dagen opnemen dan waar de werkgever voor heeft betaald aan het Tijdspaarfonds. In dat geval kan hij kiezen voor verlaging van de afdracht in het volgende kalenderjaar met het aantal minder opgenomen dagen. De geldswaarde van dat aantal dagen kan onder voorwaarden worden gebruikt voor een storting in een levensloopregeling. Van deze mogelijkheid werd nauwelijks gebruik gemaakt. Deze bepalingen zijn per 1 januari 2016 uit het reglement geschrapt. Volledige of gedeeltelijke storting De deelnemer kan voor de saldi Dagen en Vakantietoeslag kiezen voor een gedeeltelijke storting. In dat geval wordt niet de volledige 100 procent maar 55 procent van het per loonbetalingsperiode vastgestelde bedrag afgedragen aan het Tijdspaarfonds. De deelnemer ontvangt het bedrag (= 45 procent van het vastgestelde bedrag) dat niet in het Tijdspaarfonds wordt gestort direct bij de uitbetaling van het loon. Het nettoloon is dus hoger; de afdracht aan het Tijdspaarfonds wordt met hetzelfde bedrag verlaagd. Per saldo is het totale netto (jaar)loon van de deelnemer bij de gedeeltelijke storting dus precies gelijk aan de 100 procentvariant. Het saldo voor Spaaruren betreft altijd de gedeeltelijke storting, dus 55 procent. Het saldo voor de Duurzame inzetbaarheid betreft altijd de volledige storting. 24

26 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra In schema volledige of gedeeltelijke storting: Soort saldo Volledige Gedeeltelijke storting = storting = 100% 55% (Vakantie)Dagen Ja, naar keuze Ja, naar keuze Vakantietoeslag Ja, naar keuze Ja, naar keuze Ja Nee Nee Ja Duurzame inzetbaarheid DO&R/Spaaruren Fiscale aspecten Voor het toepassen van de vierweken of maandtabel gedurende het hele jaar is met de Belastingdienst afgesproken dat een mogelijk tijdsverschil tussen betalen aan en uitbetaling door het fonds moet worden voorkomen. Een dergelijk tijdsverschil doet zich voor als de werkgever gedurende het hele jaar inhoudingen loonheffing doet op de component Vakantietoeslag, terwijl de gestorte bedragen slechts op één moment in een jaar (in mei) kunnen worden opgenomen. Daarom is met de Belastingdienst afgesproken dat ook Vakantietoeslag uit het Tijdspaarfonds tussentijds kan worden opgenomen. De vierweken of maandtabel loonheffing kan dan worden toegepast. Verder is afgesproken dat de eerste achttien dagen dat de werkgever geen loon betaalt aan een werknemer fiscaal niet te beschouwen zijn als onbetaalde verlofdagen in de zin van de wet. Deze achttien dagen worden immers via het Tijdspaarfonds aan de werknemer betaald. Spaaruren In 2012 hebben partijen bij de (toenmalige) cao voor de Bouwnijverheid een akkoord gesloten over verplicht overwerk voor bouwplaatswerknemers van 18 jaar of ouder met een volledig dienstverband. Ten behoeve van de opvang van discontinuïteit in de bedrijfsvoering kunnen deze werknemers verplicht worden tachtig opnameuren per kalenderjaar op te bouwen door middel van verplicht overwerk. Om de tachtig opnameuren te realiseren, kunnen werknemers naast overwerkuren ook reisuren aanwenden. Deze regeling staat bekend onder het Spaarurenmodel en is vastgelegd in artikel 28 van de arbeidsvoorwaardencao Bouw & Infra. De geldswaarde van deze tachtig opnameuren wordt door de werkgever aan het Tijdspaarfonds overgemaakt. Dit gebeurt per loonbetalingsperiode waarin de overuren zijn gemaakt. Over de opnameuren die hier tegenover staan, wordt acht procent vakantietoeslag van het vast overeengekomen loon berekend en gestort naar het Tijdspaarfonds. De storting Spaaruren betreft de gedeeltelijke storting en is dus 55 procent van de brutowaarde. In minder drukke periodes zal de werkgever de werknemer juist minder dagen willen laten werken. Dat is dan mogelijk als compensatie voor de overuren die eerder zijn gemaakt. De werknemer kan die dagen betaald krijgen uit het saldo van de 80 opnameuren via het Tijdspaarfonds. Het is de bedoeling dat de werknemer zijn of Spaarurentegoed in het Tijdspaarfonds alleen opneemt ter compensatie van nietgewerkte uren in een minder drukke periode. De werknemer kan voor deze vrije dagen tussentijds bedragen opnemen uit zijn Spaarurensaldo via de werknemersorganisatie. Als de werknemer geen of niet volledig gebruikmaakt van de mogelijkheid tot tussentijdse geldopnames maakt het Tijdspaarfonds het spaarsaldo Spaaruren op de eerste werkdag na 1 april van ieder kalenderjaar ambtshalve over op de tegenrekening van de werknemer. 25

27 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Kerncijfers Aantal werkgevers ultimo verslagjaar [3] Aantal deelnemers ultimo verslagjaar [4] Ontvangen bedragen Tijdspaarregeling (in miljoenen euro's) 233,5 232,2 239,8 271,5 317,8 Ontvangen bedragen DO&R/Spaaruren (in miljoenen euro's) 1,5 0,9 1,0 1,2 0,5 55,6 Betaalde bedragen Tijdspaarregeling (in miljoenen euro's) 235,0 233,6 254,2 301,7 343,5 Betaalde bedragen DO&R/Spaaruren (in miljoenen euro's) 1,0 1,0 1,1 0,7 Betaalde bedragen Duurzame inzetbaarheid (in miljoenen euro's) 7,6 Administratiekosten (in miljoenen euro's) 3,7 2,6 3,2 3,0 3,2 Ontvangen bedragen Duurzame inzetbaarheid (in miljoenen euro's) 6,7 2,4 5,5 6,0 4,4 Rendement beleggingen (in miljoenen euro's) [3] Voor 2016 betreft het aantal werkgevers: 'unieke werkgevers waarvoor een storting is gedaan in 2016, waarbij er van de betreffende deelnemer waarvoor deze storting is gedaan een arbeidsverhouding was in 2016'. De aantallen werkgevers van 2015 en eerder waren destijds gelijkgesteld aan de aantallen werkgevers van het Scholingsfonds; dit betrof het aantal werkgevers ultimo jaar die actieve deelnemers in dienst hadden met cao 'bouwplaatswerknemers'. [4] Dit betreft het aantal deelnemers ultimo verslagjaar met een positief saldo 26

28 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Bijdragebeleid Uitvoeringskosten Werkgevers betalen voor de opbouw van de tegoeden de desbetreffende nettoloonwaarde aan het Tijdspaarfonds. Op deze betaling zit geen opslag voor het dekken van de uitvoeringskosten van de regeling. De uitvoeringskosten worden betaald uit de beleggingsrendementen. In tabel 2 staat vermeld hoeveel het fonds per rechtjaar heeft ontvangen. Ontvangen Ontvangen bedrag (in bedrag (in miljoenen euro's) miljoenen euro's) DO&R/Spaaruren Tijdspaarregeling regeling Rechtjaar [5] ,7 0, ,0 1, ,8 1, ,1 0,8 241, [5] Een rechtjaar voor het Tijdspaarfonds loopt van de maand mei in een betreffend jaar tot de maand mei van het daaropvolgende jaar. Het rechtjaar DO&R/Spaaruren loopt van april tot en met maart van het daaropvolgende jaar. De regeling Duurzame inzetbaarheid kent geen onderscheid in rechtjaren en kalenderjaren. 1,5 In tabel 3 staat vermeld hoeveel het fonds per kalenderjaar heeft ontvangen: Kalenderjaar Ontvangen bedrag (in miljoenen euro's) Tijdspaarregeling Ontvangen bedrag (in Ontvangen miljoenen bedrag (in euro's) miljoenen euro's) Duurzame DO&R/Spaaruren inzetbaarheid regeling ,8 0, ,5 1, ,8 1, ,2 0, ,5 55,6 1,5 Uit de voorgaande tabellen blijkt dat de bedragen die aan het Tijdspaarfonds worden afgedragen elk jaar minder worden. Dat komt omdat het aantal bouwplaatswerknemers met een dienstverband onder de cao Bouw & Infra jaarlijks afgenomen is. Uitvoering De uitvoering van de Tijdspaarfondsadministratie is uitbesteed aan APG Rechtenbeheer N.V.. Omdat over de tegoeden geen rentevergoeding aan de werknemer wordt verstrekt, is het Tijdspaarfonds niet aangemerkt als een bancaire inrichting. Tussentijdse opnames van tegoeden Aanvragen voor tussentijdse opnames van bouwplaatswerknemers lopen via de werknemersorganisaties FNV, 27

29 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra CNV Vakmensen of Vakvereniging Het Zwarte Corps. De werknemer kan op de website tijdspaarfondsbouw.nl inloggen op een beveiligde omgeving. Daar kan hij of zij een vakbondsconsulent kiezen. De aanvraag voor een tussentijdse gehele of gedeeltelijke opname van een saldo wordt dan via de gekozen vakbondsconsulent in behandeling genomen. Utawerknemers kunnen via dezelfde webomgeving van het Tijdspaarfonds opdrachten voor tussentijdse opnames geven zonder tussenkomst van een vakbondsconsulent. Aprilbetaling Als de werknemer geen of niet volledig gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot tussentijdse geldopnames saldo Spaaruren, zal het Tijdspaarfonds het dan aanwezige saldo op de eerste werkdag na 1 april van ieder kalenderjaar ambtshalve overmaken op de tegenrekening van de werknemer. Meibetaling 2016 Tenzij de werknemer anders aangeeft, wordt jaarlijks in de maand mei het totale saldo aan Vakantietoeslag uitbetaald dat op dat moment op de rekening in het Tijdspaarfonds staat. Sinds 2006 is het saldo Dagen gelijk met het saldo Vakantietoeslag uitbetaald aan de deelnemer. Partijen bij de cao Bouw & Infra hebben eind 2015 besloten dat het saldo Dagen in 2016 en verder niet meer ambtshalve wordt uitbetaald in de maand mei. De werknemer kan het saldo Dagen voortaan naar eigen wens op elke gewenste datum geheel of gedeeltelijk opnemen. Daarvoor moet een aanvraag worden gedaan bij een van de Vakbondsconsulenten (VBC). Verwacht werd dat verreweg de meeste TSFdeelnemers hun gehele saldo Dagen ongeveer gelijktijdig met de ambtshalve meiuitbetaling van het saldo Vakantietoeslag willen opnemen. In de bestuursvergadering van maart 2016 is namens de VBC aandacht gevraagd voor mogelijke organisatorische en systeemtechnische complicaties als de meeste deelnemers (maximaal ruim ) in de maand mei een verzoek doen tot uitbetaling. De totale doorlooptijd voor het in ontvangst nemen van alle aanvragen, controle op aanwezigheid van voldoende saldo, en opvoeren van de betaalaanvragen via het daarvoor ontwikkelde digitale Consulentenportaal BTER, is groter dan de VBC in zo een korte periode aankan. Het bestuur heeft daarom besloten het saldo Dagen in de maand mei 2016 ambtshalve uit te betalen gelijk met het saldo Vakantietoeslag. Door middel van een informatieve brief bijgesloten bij het papieren saldooverzicht zijn alle deelnemers daarover geïnformeerd in de maand april Vanaf 2016 kan de werknemer het saldo Dagen alleen op aanvraag opnemen wanneer het hem of haar het beste uitkomt. Meibetaling 2017 saldo Dagen en Vakantietoeslag Zoals in de vorige paragraaf is vermeld wordt het saldo Dagen na mei 2016 alleen op verzoek van de deelnemer uitbetaald. De organisatorische en systeemtechnische complicaties die voorzien werden in het voorjaar van 2016, als de meeste deelnemers in de maand mei een verzoek doen tot uitbetaling van het saldo Dagen via de vakbondsconsulenten, zouden zich ook in het voorjaar van 2017 en de jaren daarna kunnen voordoen. Daarvoor moest een oplossing gevonden worden. Partijen bij de cao Bouw & Infra hebben daarin voorzien. Begin maart 2017 is een definitief akkoord bereikt voor die cao met een looptijd vanaf 1 februari In die cao is in artikel 7, lid 5, van het reglement TSF het volgende bepaald: De gestorte afdrachten Vakantietoeslag en Dagen die niet tussentijds zijn opgenomen worden in de maand mei van elk kalenderjaar door de uitvoeringsorganisatie aan de werknemer uitbetaald zonder dat daarvoor een aanvraag behoeft te worden gedaan. Het saldo Dagen wordt met ingang van 2017 weer elk kalenderjaar in de maand mei uitbetaald gelijk met het saldo Vakantietoeslag. Aan APG is opdracht gegeven aan deze caowijziging uitvoering geven. Correcties op foute betalingen De werkgever is verantwoordelijk voor tijdige en juiste betaling. Om de loonrechten van de werknemers te beschermen, ontbreekt de mogelijkheid voor een werkgever om een betaling aan het Tijdspaarfonds ongedaan te maken. Een onjuiste betaling hoeft overigens niet direct een probleem te zijn. De werkgever is in de gelegenheid 28

30 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra bij een eerstvolgende storting een correctie door te voeren. Dit betreft dan doorgaans relatief kleine financiële verschillen die bij het voortduren van het dienstverband (en dus bij nieuwe stortingen aan het Tijdspaarfonds) in korte tijd rechtgezet kunnen worden. Zo kan de werkgever bij een volgende storting zelf een correctie toepassen als hij een keer te veel heeft betaald. Bij een te lage betaling kan de werkgever tussentijds een aanvullende betaling doen of bij de eerstvolgende periodieke storting het tekort aanvullen. Als de werkgever een (veel) te hoge storting heeft gedaan is hij niet eenvoudig in de gelegenheid te corrigeren met volgende betalingen of die correctie zal een te lange termijn vergen. Dan doet die werkgever een beroep op de administratie van het fonds om een correctie uit te voeren. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt op verzoek van een werkgever een (veel) te hoge betaling teruggestort. Dat is alleen aan de orde als van de werkgever redelijkerwijs niet gevraagd kan worden zijn fout binnen redelijke termijn zelf te herstellen met toekomstige verplichtingen aan het Tijdspaarfonds. In voorkomende gevallen wordt het ten onrechte afgedragen bedrag in zijn geheel aan de werkgever teruggestort, waarna de werkgever alsnog de juiste betaling kan doen. Als de werknemer tussentijds zijn (te hoge) saldo heeft opgenomen, of als de ambtshalve uitbetaling in april of mei heeft plaatsgevonden, dan is terugstorten aan de werkgever niet meer mogelijk. De werkgever moet dan zelf bij de (ex)werknemer een vordering instellen. Beslaglegging Alle tegoeden die bij het Tijdspaarfonds zijn geregistreerd zijn netto loonbedragen. Als een werknemer schulden heeft die niet tijdig worden afgelost, dan hebben schuldeisers de mogelijkheid beslag te laten leggen op de Tijdspaarfondstegoeden. De procedure daarvoor is dezelfde als bij loonbeslag die bij werkgevers wordt ingediend. Veelal wordt zowel loonbeslag als beslag bij het Tijdspaarfonds gelegd. In tegenstelling tot bij loonbeslag wordt bij het Tijdspaarfonds geen beslagvrije voet toegepast. Bij een beslaglegging blokkeert het Tijdspaarfonds de tegoeden van de werknemer tot het bedrag waarover beslag is gelegd. De geblokkeerde tegoeden worden aan de beslaglegger overgemaakt bij de ambtshalve uitbetaling in april of mei of zo veel eerder als de deelnemer heeft verzocht om tussentijdse betaling. Beslaglegging in 2016 In 2016 zijn 96 nieuwe beslagleggingen geregistreerd. Het bedrag dat in 2016 aan de beslagleggers is overgemaakt bedraagt euro. Dat is inclusief beslagen uit voorgaande jaren die doorlopen in In 2015 werden 61 nieuwe beslagleggingen geregistreerd en werd euro aan de beslagleggers overgemaakt. Saldo en beleggingen In de hierna volgende grafiek is het verloop aangegeven van de door werkgevers aan het Tijdspaarfonds betaalde bedragen van de regelingen Dagen, Vakantietoeslag en Duurzame inzetbaarheid. Dagen is het door het Tijdspaarfonds ontvangen equivalent in geld van de TSFdagen. Vakantietoeslag is de ontvangen wettelijke vakantietoeslag van acht procent. In december 2011 was een beleggingsconstructie, de Rabobank Equity Strategie Obligatie (RESO), aangekocht bij Rabobank met een aankoopsom van 210 miljoen euro en een looptijd van vijf jaar. De RESO had een garantiewaarde van 200 miljoen euro indien deze tot einde looptijd, zijnde 15 december 2016, werd aangehouden. Er was voor deze beleggingsconstructie gekozen vanwege de mate van betrouwbaarheid, de gegeven garanties, de flexibiliteit en het betere rendement. 29

31 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Door deze beleggingsconstructie kon een beter rendement worden behaald dan het rendement op geldmarktbeleggingen. Het geld dat werd vastgelegd in deze beleggingsconstructie kon niet worden gebruikt voor de jaarlijkse uitbetaling in mei. Dit risico werd ondervangen door een kredietfaciliteit van 170 miljoen euro die gekoppeld was aan deze beleggingsconstructie. Met de beëindiging van de RESO per 15 december 2016 werd ook de gekoppelde kredietfaciliteit opgeheven. De inleg van de RESO bestond uit twee componenten. De vaste component was de inleg die werd gebruikt om de terugbetalingen van de gegarandeerde coupons en aflossingen te garanderen. De variabele component was het gedeelte van de inleg dat gebruikt werd om te beleggen. De waarde van de RESO bij beëindiging op 15 december 2016 bestond uit een vaste component van 167,3 miljoen euro (exclusief opgelopen rente) en een variabele component van 40,8 miljoen euro. Het rendement uit de belegging bestond uit: een vaste jaarlijkse rente van 3 miljoen euro, in het laatste jaar 2016 was dit bedrag 2,9 miljoen euro vanwege de beëindiging van de RESO op 15 december 2016; een extra coupon afhankelijk van goede resultaten van de belegging; ongerealiseerde waardeontwikkelingen (tot en met 2015) en gerealiseerde waardeontwikkelingen (in 2016). Het rendement uit deze belegging werd aangewend voor dekking van de administratiekosten. De belegging van het fonds was onderhevig aan de inherente risico s die samenhangen met beleggen. Het beleggingsbeleid is gericht op het beperken van deze risico s. Het belangrijkste risico van de belegging was het risico van koersdaling. Dit risico werd ondervangen door de garantie dat voor de belegging 200 miljoen euro uitgekeerd zou worden indien deze belegging tot einde looptijd zou worden aangehouden, en doordat met slechts een deel (de variabele component) van de belegging echt belegd werd. Hierdoor was het maximale risico beperkt tot 10 miljoen euro. Begroting Het bestuur stelt jaarlijks een begroting op om de kosten van het fonds te monitoren. Deze begroting wordt niet gebruikt om de fondsactiviteiten gedurende het jaar te sturen. Daarom is in het jaarverslag geen begroting opgenomen. Continuïteit Het bestuur van het Tijdspaarfonds wil op een verantwoorde wijze de doelstellingen van het fonds realiseren. Tot en met 2016 werden de administratielasten gedekt door het direct rendement op de RESObelegging. Bij het ontbreken van inkomsten ter dekking van de jaarlijkse administratielasten na 15 december 2016 is er op de middellange termijn (enkele jaren) een risico voor de continuïteit van het fonds door gebrek aan middelen. De administratielasten worden momenteel gedekt uit het beschikbaar saldo van baten en lasten. Het bestuur heeft aan caopartijen het verzoek voorgelegd om maatregelen te nemen de continuïteit van het fonds op langere termijn te waarborgen. Aanmaak registratienummer Gebruik van het Burgerservicenummer door het Tijdspaarfonds als identiteitskenmerk is niet toegestaan doordat dat is voorbehouden aan een aantal limitatief bij wet bepaalde regelingen. Het Tijdspaarfonds registreert de individuele tegoeden daarom onder een eigen uniek identiteitskenmerk van de werknemer; het zogeheten 30

32 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra registratienummer. Een betaling aan het Tijdspaarfonds kent daardoor het strikt voorgeschreven betaalkenmerk van het registratienummer. Dat is een 10 cijferig uniek nummer van de werknemer JJMMDD1234 waarbij JJ staat voor het geboortejaar, MM voor de geboortemaand; DD voor de geboortedag; 123 is een volgnummer en 4 is een controlegetal. Als een opgave Loon en Premiegegevens (LPG) aan Incasso/PRINS is ingezonden en verwerkt dan worden de ontvangen gegevens doorgegeven aan SiRiuS. Als er sprake is van een eerste loonopgave van een nieuwe werknemer dan wordt door SiRiuS binnen 5 werkdagen een registratienummer aangemaakt en schriftelijk aan de werkgever teruggekoppeld. Pas nadat het registratienummer bekend is bij de werkgever kan een betaling aan het Tijdspaarfonds worden gedaan voorzien van het vereiste deelnemerkenmerk, te weten het registratienummer. De meeste loonsoftwarepakketten zijn zo ingericht dat gelijktijdig met de eerste opgave Loon en Premiegegevens ook de betaling aan het Tijdspaarfonds wordt gedaan, terwijl op dat moment nog geen registratienummer beschikbaar is. Een betaling aan het Tijdspaarfonds zonder registratienummer kan niet op naam van de desbetreffende werknemer bijgeschreven worden. Daarvan ondervindt de bedrijfstak hinder. Het bestuur heeft er bij APG op aangedrongen een procedure te ontwikkelen zodat ook voor de nieuwe werknemer gelijktijdig met de eerste opgave Loon en Premiegegevens ook de afdracht aan het Tijdspaarfonds kan plaatshebben. Aan het eind van het eerste kwartaal van 2017 is een oplossing gevonden om de ongemakken in belangrijke mate weg te nemen. Die oplossing is dat voor nieuw in dienst getreden werknemers direct een opgave Loon en Premiegegevens wordt ingestuurd aan Incasso. Dat betreft dan geen reguliere loonopgave aan het eind van de loonperiode, maar een nihilloonopgave vooraf met een code voor onbetaald verlof. Op grond van deze nihilloonopgave wordt het dienstverband geregistreerd en wordt het registratienummer aangemaakt. Dat registratienummer wordt binnen vijf dagen aan de werkgever toegezonden. Bij de eerste reguliere aanlevering van Loon en Premiegegevens van de nieuwe werknemer beschikt de werkgever over het vereiste registratienummer, de nihilloonopgave wordt overschreven met de juiste gegevens, en de betaling aan het Tijdspaarfonds heeft gelijktijdig plaats met vermelding van het registratienummer van de werknemer. Communicatie Met betrekking tot de algemene communicatie van alle BTERclusterfondsen wordt verwezen naar het algemene deel van het BTERjaarverslag. Hier volgt een toelichting op de specifieke communicatiemiddelen van het Tijdspaarfonds: Welkomstbrief Zodra van een werkgever een eerste betaling aan het Tijdspaarfonds voor een werknemer is ontvangen, krijgt de werknemer een welkomstbrief. In die brief staat onder meer: algemene informatie over het Tijdspaarfonds; de toegangscode voor het beveiligde webportaal met persoonlijke informatie; informatie over de keuze van een vakbondsconsulent voor tussentijdse opnames van tegoeden. Website Het Tijdspaarfonds heeft een eigen website: tijdspaarfondsbouw.nl. De website bestaat uit een publiek deel en een privaat deel. Het publieke deel is voor iedereen toegankelijk en geeft algemene informatie over de tijdspaarregeling. Het private deel is bestemd voor de individuele deelnemer aan het Tijdspaarfonds en is alleen toegankelijk via een persoonlijke toegangscode. 31

33 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Het private deel biedt de werknemer onder meer een actueel overzicht van zijn saldo, de mutaties (betalingen en opnames) en de mogelijkheid een vakbondsconsulent van de werknemersorganisaties te kiezen. Via de vakbondsconsulent kunnen tussentijds bedragen opgenomen worden van het opgebouwde tegoed. Saldooverzichten Ieder kalenderkwartaal ontvangt de werknemer per post een saldooverzicht met de bij en afschrijvingen die sinds het vorige saldooverzicht hebben plaatsgevonden. Met beknopte teksten op dit overzicht wordt de werknemer gewezen op algemene en actuele ontwikkelingen rond het Tijdspaarfonds. Onderzoek naar TSFapp Het bestuur heeft APG verzocht de mogelijkheid te onderzoeken voor een zogeheten Tijdspaarfondsapp waarmee de deelnemers een betere mogelijkheid hebben hun actuele saldo te controleren. Samen met een afvaardiging van de vakbondsconsulenten van FNV en CNV Vakmensen heeft APG in het eerste kwartaal van 2017 bezien welke functionaliteiten de TSFapp minimaal moet hebben en welke functionaliteiten optioneel zijn. Keuze vakbondsconsulent Het bestuur heeft geconstateerd dat niet alle deelnemers een vakbondsconsulent hebben gekozen. Daarom is besloten de werknemers in een aparte brief te informeren over de rol van de vakbondsconsulent in het Tijdspaarfonds. Steeds per kalenderkwartaal worden nieuwe deelnemers aangeschreven die in dat kwartaal nog geen keuze voor een vakbondsconsulent hebben gemaakt. Als men na afloop van het kalenderjaar dan nog steeds geen keuze heeft gemaakt, volgt nogmaals een schriftelijk advies om alsnog een keuze te maken. Vervolgens wordt aan het einde van elk kalenderjaar bezien welke werknemers nog steeds geen keuze hebben gemaakt voor een vakbondsconsulent. Die werknemers worden opnieuw en zo nodig ieder jaar per brief geïnformeerd. In 2016 zijn werknemers aangeschreven met het advies een vakbondsconsulent te kiezen. De werknemersorganisaties worden door het Tijdspaarfonds ieder kwartaal geïnformeerd welke werknemers in dat kwartaal voor welke vakbondsconsulent hebben gekozen. De werknemersorganisaties kunnen die deelnemers dan rechtstreeks benaderen en informeren over hun dienstverlening. 32

34 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra JAARREKENING 2016 Balans per 31 december 2016 (Na resultaatbestemming, bedragen in duizenden euro's) Activa Beleggingen (1) Liquide middelen (3) Totaal activa Vorderingen en overlopende activa (2) Passiva Beschikbaar saldo van baten en lasten (4) Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds (6) Overige schulden en overlopende passiva (7) Spaarrekening (5) Totaal passiva 33

35 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Staat van baten en lasten over 2016 (Bedragen in duizenden euro's) Baten Beleggingsopbrengsten (8) Overige baten (9) Totaal baten Lasten Uitvoeringskosten (10) Overige lasten (11) Totaal lasten Saldo van baten en lasten

36 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Kasstroomoverzicht over 2016 (Bedragen in duizenden euro's) Overige ontvangsten en betalingen Kasstroom uit tijdspaarfondsactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie liquide middelen Kasstroom uit tijdspaarfondsactiviteiten Administratiekosten Ingelegde gelden Uitbetaalde gelden Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds Leningen Aanvullingsfonds en Opleidings en Ontwikkelingsfonds Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutaties beleggingen Directe beleggingsopbrengsten Liquide middelen primo periode Mutatie liquide middelen Liquide middelen ultimo periode

37 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ALGEMEEN De Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra (Tijdspaarfonds) verschaft aan werknemers die deelnemen aan de cao Bouw & Infra een vergoeding voor bovenwettelijke verlofdagen en enkele roostervrije dagen. Tevens wordt de wettelijke vakantietoeslag en de bijdrage voor duurzame inzetbaarheid via het Tijdspaarfonds betaald. Tezamen genoemd het individueel budget. Indien van toepassing wordt bij verplicht overwerk een bedrag betaald voor het Spaarurenmodel. De regeling van het Tijdspaarfonds is vanaf 1 januari 2006 in werking getreden. Statutair heeft op 14 november 2006 de oprichting plaatsgevonden. Tijdspaarfonds is statutair gevestigd te Harderwijk onder nummer bij de Kamer van Koophandel. De regeling 'Saldo Spaaruren' (tot 1 januari 2016 'Discontinuïteit Overwerk en Reisuren'), is ten behoeve van de opvang van discontinuïteit in de bedrijfsvoering door verplicht overwerk voor bouwplaatswerknemers. De regeling is vanaf 1 september 2012 in werking getreden. De regeling 'Duurzame inzetbaarheid' (in werking getreden met ingang van 1 januari 2016) voorziet er in dat de werknemer een individueel budget krijgt dat naar eigen inzicht kan worden ingezet om zaken te betalen die eraan bijdragen dat hij gemotiveerd en gezond kan blijven deelnemen aan het arbeidsproces. Uit dit budget kan de werknemer investeringen doen in zijn of haar loopbaantraject, scholing betalen of extra verlofdagen kopen. De verantwoording betreft de tijdspaarregelingen, de Spaarurenregeling en de Duurzame inzetbaarheidregeling van Tijdspaarfonds welke bij contract is opgedragen aan APG. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 Organisaties zonder winststreven. WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Een actief wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen vloeien en de waarde van het actief betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. 36

38 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Beleggingen Rabo Equity Strategie Obligatie (RESO) De Rabo Equity Strategie Obligatie (RESO) was een beleggingsconstructie van de Rabobank, aangekocht per 15 december De RESO werd opgenomen tegen reële waarde verminderd met de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten. De reële waarde werd bepaald met behulp van beschikbare informatie. De RESO is tot het einde van de looptijd, zijnde 15 december 2016, aangehouden en is per die datum verkocht. Baten en lasten die direct voortvloeiden uit het aanhouden van deze belegging, waaronder rente en gerelateerde kosten, zijn in de staat van baten en lasten verwerkt. De gerealiseerde waardeontwikkeling bij verkoop is rechtstreeks in de staat van baten en lasten verantwoord. Vorderingen en overlopende activa De waardering vindt plaats tegen nominale waarde. Een voorziening voor mogelijke oninbaarheid wordt niet nodig geacht. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Spaarrekening Dit betreft het saldo van ingelegde en uitbetaalde gelden van het Tijdspaarfonds voor de regelingen Dagen (voorheen vakantiedagen), Vakantietoeslag, Spaaruren en Duurzame inzetbaarheid. De tegoeden op de spaarrekening worden in mei (Vakantietoeslag en Dagen) en april (Spaaruren) uitbetaald of kunnen door de deelnemers voor deze drie regelingen tussentijds worden opgenomen. Voor de regeling Duurzame inzetbaarheid wordt er niet automatisch uitgekeerd maar kunnen deelnemers tussentijds hun saldo opnemen. Overige schulden en overlopende passiva De overige schulden en overlopende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde. RESULTAATBEPALING Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen als een vermeerdering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt als een vermindering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Beleggingsopbrengsten De beleggingsopbrengsten bestaan uit directe beleggingsopbrengsten en indirecte beleggingsopbrengsten. Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt de rente uit de beleggingen verantwoord. De indirecte 37

39 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra beleggingsopbrengsten betreffen zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeontwikkelingen. Als gevolg van de verkoop van de RESO belegging bestaan de indirecte beleggingsopbrengsten in 2016 uit gerealiseerde waardeontwikkelingen waar deze tot 1 januari 2016 uit ongerealiseerde waardeontwikkelingen bestond. Voor het beheer van de RESO werd een management fee in rekening gebracht. De in rekening gebrachte management fee werd verwerkt in de indirecte beleggingsopbrengsten van de RESO. Administratiekosten De administratiekosten worden toegerekend aan de periode waarop het door APG in rekening gebrachte bedrag betrekking heeft. GRONDSLAGEN VOOR HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 38

40 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Toelichting op de balans per 31 december 2016 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld) ACTIVA 1. Beleggingen Zero coupon deposito (vaste component) Buffer (variabele component) Rabo Equity Strategie Obligatie (RESO) Kredietfaciliteit Rabobank Totaal beleggingen De Rabo Equity Strategie Obligatie (RESO) is per 15 december 2011 aangeschaft. De looptijd van de RESO was 5 jaar en de obligatie liep per 15 december 2016 af. Per die datum is de RESO verkocht voor 210,4 miljoen euro (inclusief opgebouwde rente). De RESO was een gestructureerde obligatie met een aantal bijzondere kenmerken. Het beheer van de RESO vond plaats door de Rabobank. Door middel van financiële instrumenten werden posities ingenomen in Europese aandelen. Het doel van de RESO was het innemen van langetermijnposities op een leveraged basis om een positief rendement te behalen. De strategie van de variabele component was om een langetermijnpositie in te nemen in Europese aandelen. De inleg van de RESO bestond uit twee componenten. Het zero coupon deposito (de vaste component) was de inleg die werd gebruikt om de terugbetalingen van de gegarandeerde coupons en aflossingen te garanderen. De buffer (de variabele component) was het gedeelte van de inleg dat gebruikt werd om in de strategie te beleggen. Gekoppeld aan de gestructureerde obligatie RESO was een kredietfaciliteit in de vorm van een bankrekening. Als gevolg van de verkoop van de RESO is hiermee ook de gekoppelde kredietfaciliteit bij de Rabobank opgeheven per 15 december Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa bestaan uit een liquiditeitsbuffer verstrekt aan het Technisch Bureau Bouwnijverheid 590 (2015: 430), nog te ontvangen afrekening administratiekosten (2015: 28), vooruitbetaalde administratiekosten APG eerste kwartaal 2017 van 0 (2015: 605), opgebouwde rente op de RESO 0 (2015: 2.447) en een te vorderen bedrag op deelnemers 51 (2015: 30). 3. Liquide middelen Als gevolg van de verkoop van de RESO belegging per 15 december 2016 zijn de liquide middelen ultimo 2016 hoger dan in voorgaande jaren. De liquide middelen ultimo 2016 zijn het eigendom van de stichting. Liquide middelen betreffen de saldi van de bankrekeningen van het fonds. De liquide middelen zijn dagelijks opvraagbaar. 39

41 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra PASSIVA 4. Beschikbaar saldo van baten en lasten Dit betreft het cumulatieve saldo van baten en lasten. Het verloop is als volgt: Beschikbaar saldo van baten en lasten aan het begin van het jaar Saldo volgens de staat van baten en lasten Beschikbaar saldo van baten en lasten aan het einde van het jaar Het saldo over 2016 is onttrokken aan het beschikbaar saldo van baten en lasten. Dit beschikbare saldo van baten en lasten is vrij besteedbaar. 5. Spaarrekening Dit betreft het saldo van ingelegde en uitbetaalde gelden van het Tijdspaarfonds verdeeld in Dagen, Vakantietoeslag, Duurzame inzetbaarheid en gelden betreffende de Spaarurenregeling. De tegoeden op de spaarrekening voor het deel Vakantietoeslag en Dagen worden in mei uitbetaald en kunnen daarnaast tussentijds door de deelnemers worden opgenomen. De tegoeden voor Duurzame inzetbaarheid kunnen alleen tussentijds door de deelnemers worden opgenomen. De tegoeden op de spaarrekening, betreffende de Spaarurenregeling, worden in april uitbetaald of kunnen door de deelnemers tussentijds worden opgenomen. Spaarrekeningen totaal Tijdspaarregelingen Spaarurenregeling Duurzame inzetbaarheidregeling Stand aan het einde van het jaar

42 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Verloop spaarrekening Tijdspaarregeling vakantietoeslag Roostervrije dagen Bovenwettelijke vakantiedagen Stand aan het begin van het jaar Bij: Verschil spaarsaldi oudere jaren * Bij: Aangeleverd Af: Uitbetaald Kortverzuim Stand aan het einde van het jaar * Voor een verklaring van dit bedrag wordt verwezen naar de post 'Overige lasten' in de toelichting op de staat van baten en lasten. Verloop spaarrekening Spaaruren Bij: Aangeleverd Af: Uitbetaald Stand aan het begin van het jaar Stand aan het einde van het jaar Verloop spaarrekening Duurzame inzetbaarheid 2016 Stand aan het begin van het jaar Bij: Aangeleverd Af: Uitbetaald Stand aan het einde van het jaar Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds Dit saldo betreft de gelden die door de werkgevers zijn gestort, maar nog verwerkt moeten worden. 41

43 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 7. Overige schulden en overlopende passiva Lening Opleidings en Ontwikkelingsfonds Te betalen aan deelnemers Tijdspaarfonds Te betalen rente en bankkosten Te betalen Aanvullingsfonds Totaal Te betalen kosten Technisch Bureau Bouwnijverheid Te betalen accountantskosten De overige schulden en overlopende passiva hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Lening Opleidings en Ontwikkelingsfonds Deze lening met het Opleidings & Ontwikkelingsfonds bestond uit een in mei 2014 verstrekte lening van 20 miljoen met een rentepercentage van 1 procent per jaar. Door een laatste aflossing in december 2016 is deze lening volledig afgelost. 42

44 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Toelichting op de staat van baten en lasten over 2016 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld) BATEN 8. Beleggingsopbrengsten De post directe beleggingsopbrengsten bestaat uit rente op de RESO en de bijbehorende kredietfaciliteit en rente over het saldo liquide middelen. De rente op de liquide middelen is over 2016 een last door negatieve rente op positieve banksaldi. De rente op RESO en kredietfaciliteit Rabobank betreft in 2016 de periode tot verkoop van de RESO op 15 december De indirecte beleggingsopbrengsten betreffen in 2015 de waardemutatie van de variabele en vaste component van de RESO minus de managementfee; in 2016 betreffen deze de gerealiseerde waardemutatie door verkoop van de RESO minus de managementfee Directe beleggingsopbrengsten Rente op liquide middelen Rente op RESO en kredietfaciliteit Rabobank Indirecte beleggingsopbrengsten Gerealiseerde/ongerealiseerde waardeontwikkeling RESO Managementfee RESO Totaal beleggingsopbrengsten Overige baten Deze post bestaat uit overige baten van 8 (2015: 49). LASTEN 10. Uitvoeringskosten Dit zijn de door APG op basis van de administratieovereenkomst in rekening gebrachte administratiekosten (2015: 2.007) en fondskosten 709 (2015: 579). De fondskosten bestaan uit bestuurskosten 674 (2015: 548) en accountantskosten 35 (2015: 31). Beloning bestuurders De leden van het clusterbestuur BTER ontvangen vacatiegelden volgens de SERnormen. Deze worden verdeeld over de BTERfondsen. In 2016 was het aan het Tijdspaarfonds toegerekende bedrag 18 (2015: 20), inclusief vergoeding voor reis en verblijfkosten. Het Tijdspaarfonds heeft geen personeel in dienst. 43

45 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 11. Overige lasten Deze post betreft bankkosten 293 (2015: 271), rente lening Opleidings & Ontwikkelingsfonds 124 (2015: 200), rente lening Aanvullingsfonds 90 (2015: 86) en overige lasten 140 (2015: 27). Van de overige lasten ad 140 heeft 138 betrekking op een correctie van de spaarsaldi Vakantietoeslag en Dagen vanwege een aansluitverschil uit oudere jaren (2006 tot en met 2011). 44

46 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING Harderwijk, 21 juni 2017 Het bestuur, J.H. Kets P.H. Roos A.W.J. Borst P.W.M. van Nieuwenhuizen E.Tierolf N.J. van Til J.G. Crombeen M. Hulsegge G. Lokhorst S.H. ter Maat 45

47 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Overige gegevens STATUTAIRE BESTEMMING VAN HET SALDO VAN BATEN EN LASTEN In de statuten zijn geen aanvullende regelingen met betrekking tot de bestemming van het saldo van baten en lasten vastgesteld. 46

48 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het Bestuur van Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra te Harderwijk gecontroleerd. Naar ons oordeel geeft de op bladzijde 33 tot en met bladzijde 45 in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra op 31 december 2016 en van het resultaat over 2016 in overeenstemming met de in Nederland geldende RJRichtlijn 640, "Organisaties zonder winststreven". Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening weergegeven uitsplitsing van de lasten naar bestedingsdoelen/activiteiten juist is en aansluit bij de statuten en/of reglementen van het fonds, in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAObepalingen. De jaarrekening bestaat uit: de balans per 31 december 2016; de winstenverliesrekening over 2016; het kasstroomoverzicht over 2016 de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: het bestuursverslag; de overige gegevens. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: 47

49 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de in Nederland geldende RJRichtlijn 640, "Organisaties zonder winststreven". Beschrijving van verantwoordelijkheden voor de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het bestuur voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de in Nederland geldende RJRichtlijn 640, "Organisaties zonder winststreven" en de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAObepalingen. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controleinformatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: het identificeren en inschatten van de risico s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controleinformatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het 48

50 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit; het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controleinformatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen. Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Den Haag, 21 juni 2017 Ernst & Young Accountants LLP w.g. S.B. Spiessens RA 49

51 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra U verlaat nu het Jaarverslag van Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra waar de controleverklaring betrekking op heeft. 50

52 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Hier start het Jaarverslag van Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra waar de bijgevoegde controleverklaring betrekking op heeft. 51

53 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 52

54 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra BESTUURSVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2016 Bestuur De Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra is gevestigd te Harderwijk. Het bestuur van de stichting is paritair samengesteld uit vijf werkgevers en vijf werknemersleden. Vijf zijn benoemd door Bouwend Nederland, de vereniging van bouw en infrabedrijven, drie door FNV en twee door CNV Vakmensen. Werkgeversbestuursleden (namens Bouwend Nederland) Dhr. N.J. van Til, voorzitter Dhr. A.W.J. Borst Dhr. W. Ketting [1] Dhr. G.C.J.J. Peek [1] Dhr. E. Tierolf [1] De heren W. Ketting en G.C.J.J. Peek zijn per 1 januari 2017 afgetreden. Zij zijn per die datum opgevolgd door de heren J.H. Kets en P.W.M. van Nieuwenhuizen. Werknemersbestuursleden Dhr. P.H. Roos, fungerend voorzitter (namens FNV) Dhr. J.G. Crombeen (namens FNV) Dhr. M. Hulsegge, vanaf juni 2016 (namens CNV Vakmensen) Dhr. G. Lokhorst (namens CNV Vakmensen) Mw. S.H. ter Maat (namens FNV) Dhr. H.A. van der Spek, tot juni 2016 (namens CNV Vakmensen) Doelstelling Het Aanvullingsfonds heeft als doel uitvoering te geven aan bepalingen in de cao Bouw & Infra die gaan over zieke en/of werkloze werknemers. Zij hebben recht op een financiële ondersteuning vanwege hun lagere inkomsten. Ook wordt de reintegratie van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers door het Aanvullingsfonds gestimuleerd door een financiële prikkel. Het Aanvullingsfonds voorziet in een financiële tegemoetkoming in de hogere loonkosten voor oudere bouwplaatswerknemers die extra doorbetaalde verlofdagen hebben. CAO BOUW & INFRA De cao waarin de arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd heeft een looptijd van van 1 januari 2015 tot en met 31 januari 2017 [2]. Partijen bij deze cao kwamen overeen dat de cao voor de Bedrijfstakeigen Regelingen Bouw & Infra een looptijd kent van 1 januari 2016 tot en met 31 december De naam van die cao is per 1 januari 2016 gewijzigd van cao Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid in cao BTER Bouw & Infra. Het Aanvullingsfonds maakt deel uit van de cao BTER Bouw & Infra. [2] In het voorjaar 2017 is een nieuwe cao Bouw & Infra overeengekomen met een looptijd van 1 februari 2017 tot en met 31 maart

55 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra CAO BTER BOUW & INFRA De definitieve tekst van de cao BTER Bouw & Infra is in september 2015 aangemeld bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met het verzoek deze cao algemeen verbindend te verklaren. Op 22 december 2015 is het besluit tot Algemeen Verbindend Verklaring van die cao gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer Enkele afspraken die gemaakt zijn bij de cao Bouw & Infra werken door in de cao BTER Bouw & Infra per 1 januari Voor het Aanvullingsfonds betreft dat het volgende: de overgangsregeling voor de extra verlofdagen voor oudere werknemers; de versobering van de vergoedingsregeling eindejaaruitkering voor WAO en WIAgerechtigden; het vervallen van de eenmalige uitkering bij werkloosheid. INTRODUCTIE INDIVIDUEEL BUDGET PER 1 JANUARI 2016 In de cao Bouw & Infra is het zogeheten Individueel Budget voor de werknemer geïntroduceerd. Dit is onder meer bedoeld voor compensatie van de versobering van de extra verlofdagenregeling. Dit budget is er zowel voor de bouwplaatswerknemer als voor de utawerknemer, ongeacht hun leeftijd. De werkgeversbijdrage aan dit budget zal stijgen naarmate de kosten voor de afbouw van seniorendagen zullen afnemen. Met dit individuele budget kunnen werknemers weer extra verlofdagen kopen. STATUTEN EN REGLEMENTSWIJZIGING Het bestuur heeft in het verslagjaar geen aanleiding gehad voor een wijziging van de statuten of de reglementen. Kerncijfers Aantal werkgevers ultimo verslagjaar Aantal werknemers ultimo verslagjaar ,3 41,9 42,8 45,1 45,0 8,7 11,6 17,0 21,1 18,5 Premies (in miljoenen euro's) Aanvullingen (in miljoenen euro's) Premiebeleid Het premiepercentage wordt jaarlijks door het bestuur van het Aanvullingsfonds vastgesteld. Bij de vaststelling wordt gekeken naar de te verwachten uitgaven, de ontwikkelingen van de loonsom en de hoogte van de noodzakelijke reserve. Over het algemeen probeert het bestuur grote premiefluctuaties van jaar tot jaar te voorkomen. In de hierna volgende tabel zijn de premies van de afgelopen vijf jaar weergegeven. 54

56 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Bouwplaatswerknemer % werkgeversdeel 2,115 1,32 1,32 1,39 1,185 % werknemersdeel 0,225 0,31 0,31 0,24 0,205 % totaal 2,340 1,63 1,63 1,63 1,39 Utawerknemer % werkgeversdeel 0,23 0,285 0,285 0,24 0,195 % werknemersdeel 0,23 0,285 0,285 0,24 0,195 % totaal 0,46 0,57 0,57 0,48 0,39 BELEGGINGEN Het fonds had in 2016 geen beleggingen. BEGROTING Het bestuur stelt jaarlijks een begroting op om de kosten van het fonds te monitoren. Deze begroting wordt niet gebruikt om de fondsactiviteiten gedurende het jaar te sturen. Daarom is in het jaarverslag geen begroting opgenomen. 55

57 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Uitvoering Sinds 1 januari 2006 is de uitvoering van het Aanvullingsfonds opgedragen aan APG Rechtenbeheer nv. De regelingen van het Aanvullingsfonds betreffen twee soorten regelingen die als volgt kunnen worden verdeeld: werknemersregelingen, waarbij de uitkering of vergoeding toekomt aan de werknemer; werkgeversregelingen, waarbij de werkgever op declaratiebasis een tegemoetkoming in loonkosten kan aanvragen. WERKNEMERSREGELINGEN In de hierna volgende tabel zijn de werknemersregelingen van het Aanvullingsfonds opgenomen die van toepassing waren in het verslagjaar Wijzigingen in verslagjaar Type uitkering Aan wie 1. Eindejaarsuitkering WAO WAOgerechtigden Hoogte van de uitkering 2. Eindejaarsuitkering IVA/WGA IVA/WGAgerechtigden Hoogte van de uitkering 3. Eenmalige uitkering Werknemer die werkloos is geworden Geen 4. Doorbetaling ouderdomspensioenpremie (max. 6 maanden) Werknemers met een WW en/of ZWuitkering Geen 5. Bonus bij reintegratie in het tweede ziektejaar [3] Zieke werknemers die weer (deels) aan het Geen werk gaan in het tweede ziektejaar [3] Deze regeling valt formeel onder de werkgeversregelingen. De werkgever betaalt aan de werknemer een aanvulling op het loon Toelichting bij de werknemersregelingen Hierna volgt per regeling een toelichting en wordt aangegeven of de regeling wijzigt per 1 januari Eindejaarsuitkering gerechtigden op de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) De werknemer aan wie voor 1 januari 2006 een WAOuitkering is toegekend, heeft bij voortduring van die uitkering recht op een eindejaarsuitkering van het Aanvullingsfonds. De hoogte van de eindejaarsuitkering is afhankelijk van de arbeidsongeschiktheidsklasse waarin de werknemer is ingedeeld op 1 november van het kalenderjaar waarop de eindejaarsuitkering betrekking heeft. Als de WAOuitkering in de loop van het kalenderjaar is beëindigd, bestaat recht op de eindejaarsuitkering naar rato. Formeel moet de werknemer de eindejaarsuitkering zelf aanvragen. Bouwplaatswerknemers kunnen de aanvraag via de werknemersorganisaties indienen. Utawerknemers kunnen de aanvraag via de werknemersorganisaties of rechtstreeks bij uitvoerder APG indienen. Het bestuur heeft besloten dat het Aanvullingsfonds rechtstreeks bij het UWV de relevante WAOgegevens opvraagt van diegenen die al eerder een eindejaarsuitkering hebben ontvangen. Dat betreft gegevens in welke arbeidsongeschiktheidsklasse de werknemer is ingedeeld en over welke periode in dat jaar de WAOuitkering is verstrekt. Als vaststaat dat de werknemer rechthebbende is op de eindejaarsuitkering, dan ontvangt hij in november schriftelijk bericht van het Aanvullingsfonds. De werknemer wordt dan geïnformeerd over de hoogte 56

58 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra van de eindejaarsuitkering, wanneer die wordt betaald en op welk rekeningnummer de uitkering wordt overgemaakt. 2. Eindejaarsuitkering gerechtigden op Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) of Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) Personen die recht hebben op de eindejaarsuitkering omdat ze IVA of WGAuitkeringsgerechtigd zijn, moeten zich jaarlijks aanmelden om in aanmerking te komen voor de eindejaarsuitkering van het Aanvullingsfonds. Een bouwplaatswerknemer moet zich bij een van de werknemersorganisaties melden. De utawerknemer kan zich ook direct bij uitvoerder APG aanmelden. Voor de WGAgerechtigde bestaat alleen recht op de eindejaarsuitkering zolang hij (meestal tijdelijk) een uitkering ontvangt bij een arbeidsongeschiktheidsklasse van 80100%. Indexatie De eindejaarsuitkeringen worden sinds 2008 ieder jaar geïndexeerd. De indexatie wordt berekend op basis van de percentuele jaarlijkse stijging van de caolonen in de Bouw & Infra. Peildatum is 1 juli van ieder kalenderjaar. In 2014 is er niet geïndexeerd omdat de caolonen toen niet gestegen zijn. AOklasse % incl IVA en WGA % % % % Geen Geen Geen Geen Geen minder dan 35% Partijen bij de cao BTER Bouw & Infra zijn in 2015 overeengekomen dat er vanaf 1 januari 2016 geen nieuwe rechthebbenden op de eindejaarsuitkering bijkomen. Alleen als men ook in 2015 recht had op de eindejaarsuitkering dan behoudt men dat recht als ook aan de overige voorwaarden is voldaan. 3. Eenmalige uitkering bij werkloosheid Het Aanvullingsfonds verstrekt aan de werkloos geworden werknemer een eenmalige uitkering van 425 euro bruto. In 2016 zijn 668 eenmalige uitkeringen verstrekt. In 2015 waren dit er Partijen bij de cao Bouw & Infra zijn in 2015 overeengekomen dat er vanaf 1 januari 2016 geen nieuwe rechthebbenden op de eenmalige uitkering bijkomen. Als de eerste werkloosheidsdag op of na 1 januari 2016 valt dan bestaat geen recht meer. Aanvraagprocedure De bouwplaatswerknemer die werkloos raakt, moet de eenmalige uitkering via de vakbondsconsulent aanvragen. Utawerknemers kunnen die zelf aanvragen bij APG, maar dat kan ook via de vakbondsconsulent. Om in aanmerking te komen voor de eenmalige uitkering moet de aanvrager twee documenten meesturen: een inschrijfbewijs als werkzoekende bij UWV WERKbedrijf; een ontslagbewijs. De eenmalige uitkering is niet bedoeld voor werknemers die direct na hun ontslag ander werk hebben gevonden. 57

59 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Daarom is het verplicht om een inschrijfbewijs als werkzoekende van het UWV bij de aanvraag mee te sturen. Sinds 1 juli 2012 geldt deze regeling ook voor werknemers die op hun ontslagdatum ziek zijn en direct daarna een Ziektewetuitkering krijgen. 4. Doorbetaling van ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid De werkloos geworden werknemer heeft maximaal zes maanden recht op doorbetaling van de ouderdomspensioenpremie. Deze vergoeding moet hij of zij zelf aanvragen. De bouwplaatswerknemer moet de vergoeding via de vakbondsconsulent aanvragen. Utawerknemers kunnen die zelf aanvragen bij APG, maar dat kan ook via de vakbondsconsulent. Dit kan zodra de WWuitkering is beëindigd. Duurt de werkloosheid langer dan zes maanden, dan kan de aanvraag gedaan worden na afloop van de eerste zes maanden van werkloosheid. Sinds 1 juli 2012 geldt deze regeling ook voor werknemers die op hun ontslagdatum ziek zijn en direct daarna een Ziektewetuitkering krijgen. 5. Bonus bij reintegratie in het tweede ziektejaar Als een zieke werknemer reintegreert in zijn tweede ziektejaar bestaat er recht op een reintegratiebonus uit het Aanvullingsfonds. De werknemer ontvangt zijn bonus van zijn werkgever als volgt: de werkgever vult het loon van de werknemer aan tot 100 procent over de periode vanaf de eerste dag van het tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van zijn reintegratie. WERKGEVERSREGELINGEN Het Aanvullingsfonds kent twee vergoedingsregelingen aan de werkgever; een bonus bij reintegratie van de werknemer in zijn tweede ziektejaar en een regeling voor extra verlofdagen van oudere werknemers. Bonus bij reintegratie De werkgever ontvangt van het Aanvullingsfonds een bonus bij succesvolle reintegratie van zijn werknemer in zijn tweede ziektejaar. De bonus aan de werkgever betreft een eenmalig bedrag van euro. De werknemer ontvangt zijn bonus via de werkgever. De werkgever vult het loon van de werknemer aan tot 100 procent over de periode vanaf de eerste dag van het tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van de tweede maand van zijn reintegratie. De hoogte van de bonus voor de werknemer kan per geval verschillen. Succesvolle reintegratie Er is sprake van succesvolle reintegratie als de werknemer minimaal twee loonbetalingsperioden van vier weken of een maand onafgebroken weer aan het werk is voor minimaal 50 procent van het voorheen geldende arbeidspatroon. Als er al in het eerste ziektejaar sprake is van reintegratie van 50 procent of meer bestaat geen recht op de bonus. Er is dan immers al sprake van reintegratie van een zeer grote omvang. In 2016 zijn 40 verzoeken voor een reintegratiebonus afgehandeld. In 2015 waren dat er 32. In 2016 zijn 38 bonussen bij succesvolle reintegratie toegekend en uitbetaald door het Aanvullingsfonds. In 2015 waren dat er 27. De hiernavolgende figuur geeft een overzicht van de afgelopen jaren. 58

60 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Extra verlofdagen tot en met 31 december 2015 (EVDregeling) De EVDregeling van het Aanvullingsfonds zorgt voor tegemoetkoming in de loonkosten van werkgevers voor de extra verlofdagen van bouwplaatswerknemers van 55 jaar en ouder. In de cao Bouw & Infra is vastgelegd dat bouwplaatswerknemers van 55 jaar en ouder recht hebben op tien extra doorbetaalde verlofdagen per jaar. Werknemers van 60 jaar en ouder hebben recht op dertien extra doorbetaalde verlofdagen per jaar. De werkgever krijgt een tegemoetkoming in de loonkosten voor dit extra verlof, zodat de oudere werknemer voor de werkgever niet duurder is dan de werknemer tot 55 jaar. Utawerknemers kennen ook extra verlof bij hogere leeftijden, maar dit valt niet onder de declaratieregeling van het Aanvullingsfonds. Toeslagpercentage en aantal gedeclareerde dagen De werkgever krijgt naast de vergoeding voor het dagloon ook een vergoeding in de vorm van een toeslag op het dagloon voor alle werkgeverslasten die aan de loondoorbetaling gekoppeld zijn. Onder werkgeverslasten wordt onder meer begrepen de pensioenpremie en de bijdragen aan het Tijdspaarfonds. Het toeslagpercentage wordt elk jaar opnieuw vastgesteld op basis van het loon van een zogenoemde maatman. Eind 2015 is het toeslagpercentage voor 2016 vastgesteld op 57 procent. Overgangsregeling extra verlofdagen voor oudere (bouwplaats)werknemers per 1 januari 2016 Door partijen bij de cao Bouw & Infra is besloten het recht op en het aantal extra verlofdagen voor oudere werknemers te wijzigen vanaf 1 januari Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de groep werknemers van 55 jaar en ouder per 31 december 2015 behouden hun huidige recht op extra verlofdagen; degenen die vlak voor deze leeftijd zitten krijgen in de toekomst ook recht op extra verlofdagen omdat zij niet zelf meer voldoende extra dagen kunnen opbouwen via het nieuwe Individuele Budget; introductie van een Individueel Budget voor alle werknemers ongeacht hun leeftijd, waaruit zij voortaan zelf extra verlof kunnen betalen, zodat ook jongeren hiervan later profiteren; de huidige regeling 4daagse werkweek voor 55plussers wordt behouden. N.B. Utawerknemers hebben ook recht op extra verlofdagen, maar dat komt in dit jaarverslag verder niet aan de orde omdat die verlofdagen niet onder de vergoedingsregeling van het Aanvullingsfonds vallen. 59

61 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Per 1 januari 2016 is de Extra Verlof Dagenregeling (EVD) vervangen door de Extra RoosterVrije Dagenregeling (ERVD als bedoeld in artikel 36c van de arbeidsvoorwaardencao Bouw & Infra). Deze dagen zijn geen vakantiedagen in de zin van artikel 7:634 BW, zoals voorheen met de EVD wel het geval was. EVD kent daardoor een verjaringstermijn van 5 jaar; ERVD 1 jaar. Per kalenderjaar is het recht op ERVD vanaf 1 januari 2016 als volgt geregeld: Werknemers ERVD per kalenderjaar Geboren voor dagen Geboren tussen 1956 en dagen Werknemers die op 1 januari t/m 54 jaar zijn, hebben vanaf hun 57e jaar recht op de volgende extra roostervrije dagen: Werknemers ERVD per kalenderjaar Geboren in 1961 (57 jaar in 2018) 10 dagen Geboren in 1962 (57 jaar in 2019) 9 dagen Geboren in 1963 (57 jaar in 2020) 8 dagen Geboren in 1964 (57 jaar in 2021) 7 dagen Geboren in 1965 (57 jaar in 2022) 6 dagen Doordat werknemers voortaan recht hebben op ERVD vanaf hun 57e jaar in plaats van hun 55e jaar zijn er in 2016 en 2017 geen nieuwe toetreders in de regeling. De werknemer geboren in 1965 bereikt in 2032 de AOWgerechtigde leeftijd. Dit betekent dat bij gelijkblijvende voorwaarden de laatste ERVD worden opgenomen en vergoed over het jaar Werknemers geboren in 1966 of later krijgen nooit recht op ERVD. Opnemen ERVD binnen het kalenderjaar De ERVD moet in het kalenderjaar waarin het recht is opgebouwd opgenomen worden. De werkgever stelt de werknemer daarvoor in de gelegenheid. Niet opgenomen dagen vervallen na afloop van het kalenderjaar. Een vergoeding voor de extra loonkosten aan de werkgever is alleen aan de orde als de ERVD tijdig is opgenomen en de werkgever binnen 6 maanden na opname van de ERVD de declaratie heeft ingediend. Voor extra verlofdagen die in 2015 of eerder zijn opgebouwd, geldt nog wel de oude verjaringstermijn van 5 jaar na afloop van het jaar van opbouw. EVD opgebouwd in 2012 moet uiterlijk in 2017 opgenomen worden. De verjaringstermijnen zijn in onderstaand schema weergegeven: Jaar van opbouw E(R)VD jaar Opname EVD uiterlijk 31 december van het Opname ERVD uiterlijk 31 december van het jaar n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t

62 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Verlofrecht naar rato Een werknemer die gedurende het kalenderjaar 57 jaar wordt, heeft recht op ERVD naar rato. Bij dienstverbanden die slechts een deel van het kalenderjaar bestrijken, of hebben bestreken, wordt het recht op ERVD vastgesteld naar rato van de duur van het dienstverband. Gedeclareerde E(R)VD dagen + uitgekeerd bedrag In 2016 zijn dagen gedeclareerd. In 2015 waren dat er Het uitgekeerde bedrag bedroeg in ,5 miljoen euro. In 2015 was dat 25,6 miljoen euro. INWERKINGTREDING PRINS EN SIRIUS Voor lonen vanaf 1 januari 2016 is voor de bedrijfstak Bouw & Infra een nieuw premieinningssysteem in gebruik genomen genaamd PRINS (PRemie INnings Systeem). SiRiuS is het nieuwe systeem voor onder meer de declaratieverwerking EVD en ERVD. De in het najaar van 2015 bij cao overeengekomen overgangsregeling EVD en de introductie van de ERVDregeling per 1 januari 2016 was niet direct operationeel in SiRiuS. De verwachting dat SiRiuS voor declaraties operationeel zou zijn was aanvankelijk beoogd per april 2016 maar is uiteindelijk juli 2016 geworden. Loongegevens van 2016 niet direct beschikbaar Nadat SiRiuS voor de verwerking van EVD en ERVD in juli 2016 in gebruik is genomen moesten de loongegevens van PRINS met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016 ingelezen worden door SiRiuS. Die inhaalslag vergde een doorlooptijd die langer duurde dan voorzien. Deze loongegevens zijn niet alleen nodig voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding, maar ook voor de vaststelling van opgebouwde ERVDrechten. Daardoor heeft in het verslagjaar een achterstand bestaan in de vaststelling van het actuele verlofrechten. De aangeleverde loon en premiegegevens aan PRINS zijn de basis voor zowel de vaststelling rechtenopbouw van het verlofsaldo als voor de hoogte van de vergoeding. Om te voorkomen dat tot juli 2016 helemaal geen declaraties EVD en ERVD verwerkt konden worden is het oude declaratiesysteem operationeel gebleven. Het 61

63 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra oude systeem had echter geen aansluiting op PRINS. Gevolg daarvan was dat tot juli 2016 de EVD en ERVDdeclaraties betrekking hebbend op verlof in 2016 verwerkt zijn tegen de uurlonen zoals die zijn aangeleverd tot en met december Die declaraties zijn daardoor vastgesteld tegen doorgaans iets lagere loongegevens. Het bestuur heeft aan APG de opdracht gegeven dat te herstellen zodat de hoogte van de declaraties van 2016 ook worden vastgesteld met loongegevens van Alleen in het geval als er een nabetaling aan de orde is op basis van hogere lonen in 2016 ten opzichte van 2015 hebben de werkgevers in februari 2017 die betaling ontvangen. Aan werkgevers is 105 duizend euro nabetaald. Inwerkingtreding SiRiuS Nadat SiRiuS in juli 2016 in gebruik is genomen moesten de loongegevens vanuit PRINS met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016 ingelezen worden. Die inhaalslag vergde een doorlooptijd die uiteindelijk in de loop van oktober 2016 geheel is voltooid. De doorlooptijd was langer dan voorzien doordat enerzijds niet in alle gevallen de juiste loonaanlevering aan PRINS plaatshad en anderzijds doordat in de doorlevering van gegevens van PRINS aan SiRiuS systeemverstoringen zijn opgetreden. Die verstoringen waren niet voorzien en niet in alle gevallen snel op te lossen. Daardoor heeft in het verslagjaar een achterstand bestaan in de vaststelling van de actuele saldoopbouw recht op ERVD. Overige issues na invoering SiRiuS SiRiuS kan nauwkeuriger dan het oude systeem de rechtenopbouw van extra verlofagen vaststellen. Voor de vaststelling van het recht op ERVD wordt niet meer gekeken naar de duur van de openstaande arbeidsverhouding zoals bij EVD, maar naar de periode waarover premie is betaald. Er bestaat dan zekerheid dat het dienstverband daadwerkelijk heeft bestaan over de desbetreffende loonperiode(n). Gevolg van het inlezen van premiegegevens vanaf 2016 is dat er altijd enige achterstand bestaat in de vaststelling van de saldoopbouw ERVD. Premies van maand x zijn niet eerder verwerkt dan in de tweede helft van maand x+1. Ten opzichte van de voorheen gangbare registratie van de openstaande dienstverbanden is dat een verschil van ongeveer twee maanden. Nadat de eerste ervaringen zijn opgedaan met de declaratieverwerking via SiRiuS is een aantal onvolkomenheden geconstateerd. Op essentiële punten zijn die onvolkomenheden in het verslagjaar hersteld met terugwerkende kracht vanaf 1 januari Enkele van die issues waren: ten onrechte een weergave van een negatief verlofsaldo doordat de saldoopbouw op basis van premiebetaling een achterstand kende; kleine negatieve saldo s door de herrekening en afrondingsverschillen vanaf 2011; onjuiste saldoopbouw en weergave naar rato bij bereiken 60 jarige leeftijd in de loop van het kalenderjaar; onjuist afboeking van het verlofsaldo dat niet het eerst verjaart; te lage vergoeding in het geval van deeltijd dienstverbanden. Wachtkamer Begin november van het verslagjaar is de verwerking van de zogeheten wachtkamergevallen in productie gegaan. Dat betreft de verwerking van ontvangen declaraties EVD/ERVD die zijn aangehouden bij een te grote premiebetalingsachterstand door de werkgever. Er is een premieachterstand van maximaal twee loonperioden van 4 weken of een maand toegestaan. Dat laatste staat bekend als gesloten bedrijfsvoering; geen premie = geen vergoeding. Bij een premieachterstand groter dan twee perioden wordt de declaratie in de wachtkamer geplaatst totdat de achterstand is ingelopen, waarna de declaratie alsnog wordt uitbetaald. 62

64 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra VOORZIENING EVD OPNIEUW VASTGESTELD Voor opgebouwde EVDrechten tot en met 2015 geldt een maximale opnametermijn van 5 jaar na het jaar van opbouw. Opsparen van verlofrecht, of het laten ontstaan van het zogenoemde stuwmeer van EVDrecht is beperkt mogelijk. Niet goed te bepalen is wanneer en in welke mate het stuwmeer van opgebouwd EVDrecht wordt opgenomen en gedeclareerd. Het bestuur stelt daarom ieder jaar een voorziening vast voor het geval alle opgebouwde EVDrechten direct worden opgenomen en gedeclareerd. Voor de berekening van de totale declaratielasten is door APG gedurende een reeks van jaren een aantal bestendige uitgangspunten en systeemtoepassingen gehanteerd. De laatst vastgestelde voorziening bedroeg ultimo ,1 miljoen euro (uit de vastgestelde jaarrekening 2015). Met de ingebruikneming in juli 2016 van SiRiuS kan nauwkeuriger dan voorheen vastgesteld worden hoe hoog de voorziening moet zijn. Daarvoor is een aantal parameters opnieuw en nauwkeuriger vastgesteld en zijn uitgangspunten opnieuw gedefinieerd op grond van de actuele caobepalingen en reglementaire declaratievoorwaarden. Het bestuur is in de decembervergadering van het verslagjaar geinformeerd dat de voorziening in 2015 en voorgaande jaren te hoog is vastgesteld. De voorziening ultimo 2015 is in het verslagjaar opnieuw berekend. Volgens deze nieuwe berekening is de voorziening voor het aantal nog opneembare EVD ultimo 2015 circa In de jaarrekening 2015 is voor de stand van de voorziening gerekend met circa EVD. Het dagtarief waartegen deze nog opneembare dagen in de voorziening worden opgenomen is ook opnieuw berekend en komt uit op circa 218 euro. Dit betekent dat de opnieuw berekende voorziening ultimo 2015 circa 23,8 miljoen euro bedraagt ( x 218 euro [4]). De voorziening ultimo 2015 was 33,1 miljoen euro ( x 206 euro [4]), wat resulteert in een eenmalige vrijval in 2016 van 9,3 miljoen euro. [4] Dagbedrag 218 euro is op basis van een volle verlofdag van 8 uur. Dagbedrag 206 euro is op basis van absoluut gemiddelde (inclusief halve verlofdagen en dagen van minder dan 8 uur voor parttimers). Beide bedragen zijn inclusief de toeslag als vergoeding voor de werkgeverslasten in de premie. De volgende twee oorzaken hebben in belangrijkste mate tot gevolg gehad dat de voorziening voorheen te hoog is vastgesteld: Voor de vaststelling van de voorziening werd van de actieve dienstverbanden vastgesteld hoe groot het openstaande saldo was (wel opgebouwd recht, maar nog niet opgenomen EVD). Tevens werd van alle in het laatste kalenderjaar beëindigde dienstverbanden het openstaande saldo bepaald. Na einde dienstverband is de werkgever immers nog tot maximaal 6 maanden in de gelegenheid declaraties in te zenden. Dat betrof per ruim dagen voor niet actieve dienstverbanden. Tot de actieve deelnemer werd ten onrechte ook gerekend de werknemer die in het laatste halfjaar uit dienst is getreden. Daardoor zijn die rechthebbenden dubbel geteld. Opeenvolgende dienstverbanden binnen een termijn van 12 maanden werden ten onrechte beschouwd als een doorlopend dienstverband. Bij aanvang van een nieuw dienstverband binnen 12 maanden ging het oude saldo EVD (het stuwmeer) mee naar het nieuwe dienstverband en was daarmee beschikbaar voor vergoeding. Dat is onjuist doordat bij einde dienstverband het beschikbare verlof moet worden opgenomen. Bij aanvang van een nieuw dienstverband staat het verlofsaldo op nul. Lagere voorziening, gevolgen voor de jaarrekeningen 2015 en 2016 Door de nieuwe vaststelling van de schuld Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers (EVD) is er sprake van een vrijval van 9,3 miljoen euro ten opzichte van de in de reeds vastgestelde jaarrekening 2015 van het fonds opgenomen schuld. Vanwege de grootte van de vrijval en de impact op de cijfers van het 63

65 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Aanvullingsfonds is Ernst & Young Accountants LLP (EY) hierover geïnformeerd. Begin 2017 heeft het bestuur in overleg met EY besloten om deze fout te verwerken in de jaarrekening Het bestuur heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de bevindingen en de verwerking in de jaarrekening 2016 per brief op de hoogte gesteld. Op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is het digitale jaarverslag 2015 gepubliceerd. Aan het jaarverslag is de informatieve brief van het bestuur toegevoegd. BESTUURLIJKE COMMISSIE AANVULLINGSFONDS Het bestuur van het Aanvullingsfonds heeft uit zijn midden een paritaire commissie aangesteld. In deze commissie worden vooral praktische en uitvoeringstechnische aangelegenheden besproken. De commissie vergadert veelal op dezelfde dag aansluitend aan de vergadering van het clusterbestuur BTER. De commissie is in het verslagjaar twee keer in vergadering bijeen geweest. Een vast agendapunt van de commissievergaderingen is de gevalsbehandeling. Als een werknemer of een werkgever op reglementaire gronden niet of niet volledig in aanmerking komt voor een toekenning van een regeling, kan men een beroep doen op de zogenoemde hardheidsclausule van het reglement. Termijnoverschrijding is een vaak voorkomende grond om een aanvraag op reglementaire gronden af te wijzen. Maar er kunnen bijzondere of onvoorziene omstandigheden aan de orde zijn die toekenning alsnog rechtvaardigen. Het bestuur heeft aan de bestuurlijke commissie de bevoegdheid gemandateerd in voorkomende gevallen een gunstiger besluit te nemen indien daarvoor naar de mening van de commissie aanleiding bestaat. Communicatie Met betrekking tot de algemene communicatie van alle BTERfondsen wordt verwezen naar het algemene deel van het jaarverslag. Delaratieoverzicht ter informatie aan de werknemer De handtekening van de werknemer op het papieren declaratieformulier is uiteraard niet meer aan de orde bij een digitale declaratie door de werkgever. Ter controle op juistheid van de gedeclareerde EVD wordt aan alle bouwplaatswerknemers die ouder zijn dan 55 jaar eenmaal per jaar een brief gestuurd met algemene EVDinformatie en wordt de werknemer geïnformeerd over welke dagen zijn werkgever EVD enof ERVD heeft gedeclareerd. De werknemer wordt daardoor meer bewust van zijn extra verlofrechten. Dat proces is voor het eerst in mei 2013 uitgevoerd. Medio 2017 wordt de brief aan de werknemers verzonden. In 2016 hebben werknemers de brief ontvangen. Informatie en begeleiding door de werknemersorganisaties Voorlichting over de aanvullingsregelingen is belangrijk voor de werknemers die werkzaam zijn onder de cao Bouw & Infra. Financiële regelingen en administratieve procedures zijn soms ingewikkeld en geen dagelijkse kost voor de werknemer. Welke regelingen zijn er, welke voorwaarden gelden er, hoe en wanneer moet een aanvraag ingediend zijn? Vragen waarop de werknemersorganisaties goed antwoord kunnen geven. Naast informatie over de aanvullingsregelingen kunnen de werknemersorganisaties de werknemers ook verder begeleiden, informeren en helpen bij het indienen van digitale aanvragen. 64

66 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra JAARREKENING 2016 Balans per 31 december 2016 (Na resultaatbestemming, bedragen in duizenden euro s) Activa Vlottende activa (1) Vorderingen op werkgevers Overige vorderingen Te ontvangen rente Liquide middelen (2) Totaal activa Passiva Beschikbaar saldo van baten en lasten (3) Kortlopende schulden (4) Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Te betalen loonheffing Te betalen uitkeringen Overige schulden en overlopende passiva Totaal passiva

67 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Staat van baten en lasten over 2016 (Bedragen in duizenden euro s) Baten Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers (8) Eindejaarsuitkeringen (9) Premies (5) Beleggingsopbrengsten (6) Overige baten (7) Totaal baten Lasten Aanvullingen bij werkloosheid (10) Reintegratiebonus (11) Uitvoeringskosten (12) Overige lasten (13) Totaal lasten Saldo van baten en lasten 66

68 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Kasstroomoverzicht over 2016 (Bedragen in duizenden euro s) Kasstroom uit aanvullingsactiviteiten Premies Vermogensoverdracht St. Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra Vernogensoverdracht St. Risicofonds voor de Bouwnijverheid 813 Uitgekeerde extra verlofdagen Aanvullingen Vordering op het Tijdspaarfonds Uitvoeringskosten Directe beleggingsopbrengsten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Overige Kasstroom uit aanvullingsactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkoop en aflossingen van beleggingen Mutatie liquide middelen Liquide middelen primo periode Mutatie liquide middelen Liquide middelen ultimo periode 67

69 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ALGEMEEN Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra (verder Aanvullingsfonds) verstrekt aanvullingen op uitkeringen en/of eenmalige uitkeringen aan werknemers die werkloos zijn of een ziektewetuitkering ontvangen. De stichting is statutair gevestigd te Harderwijk onder nummer bij de Kamer van Koophandel. De administratie van het Aanvullingsfonds is bij contract is opgedragen aan APG. Aanvullingen bij werkloosheid Een eenmalige uitkering van 425 euro voor de werkloos geworden werknemer; Een aanvulling pensioenpremie om een volledige ouderdomspensioenopbouw tijdens het eerste halfjaar van de ww en/of zwuitkering te realiseren. Andere doelstellingen van het Aanvullingsfonds Het verstrekken van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een wao of ivauitkering; Het uitkeren van een reintegratiebonus van aan de werkgever als een zieke werknemer in zijn tweede ziektejaar het werk hervat; Het verstrekken van een vergoeding voor kosten voor opleiding, begeleiding en bemiddeling als een werknemer gebruik maakt van het zelfstandig recht op inschakeling van een reintegratiebedrijf; Het verstrekken van tegemoetkomingen aan werkgevers voor de kosten op basis van hun plicht het loon door te betalen over extra verlof en roostervrije dagen (E(R)VD) waarop werknemers van 55 jaar en ouder recht hebben. In de reglementen van het Aanvullingsfonds is geregeld welke voorwaarden gelden voor toekenning van een aanvulling of uitkering. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 Organisaties zonder winststreven. FOUTHERSTEL Na vaststelling van de jaarrekening 2015 is gebleken dat deze jaarrekening een materiële fout bevat waardoor de jaarrekening 2015 in ernstige mate tekort schiet in het geven van het vereiste inzicht. De fout betrof een te hoge vaststelling van de balanspost 'Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers'. Deze post is in de jaarrekening ,3 miljoen te hoog weergegeven. Als gevolg daarvan was het 'Beschikbaar saldo van baten en lasten' 9,3 miljoen te laag weergegeven. Van de fout heeft 0,5 miljoen euro betrekking op Het effect van het foutherstel is in onderstaande tabel weergegeven: 68

70 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Positie jaarrekening Effect Positie na 2015 foutherstel foutherstel Balans per 31 december 2015 Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Beschikbaar saldo van baten en lasten WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Een actief wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen vloeien en de waarde van het actief betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Vlottende activa Vorderingen op werkgevers Voor vorderingen op werkgevers wordt op de nominale waarde een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht. Deze voorziening is gerelateerd aan de uitstaande vorderingen met betrekking tot premies die vermoedelijk buiten incasso worden gesteld. Overige vorderingen De waardering vindt plaats tegen nominale waarde. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Deze post betreft de nog te betalen vergoedingen aan werkgevers als tegemoetkoming in de loonkosten voor: extra verlofdagen aan werknemers van 55 jaar en ouder (tien dagen), respectievelijk 60 jaar en ouder (dertien dagen) extra roostervrije dagen aan werknemers van 55 jaar en ouder. De toekenning daarvan is per 1 januari 2016 als volgt: 69

71 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Werknemers ERVD per kalenderjaar Geboren voor dagen Geboren tussen 1956 en dagen Werknemers die op 1 januari t/m 54 jaar zijn, hebben vanaf hun 57e jaar recht op de volgende extra roostervrije dagen: Werknemers ERVD per kalenderjaar Geboren in 1961 (57 jaar in 2018) 10 dagen Geboren in 1962 (57 jaar in 2019) 9 dagen Geboren in 1963 (57 jaar in 2020) 8 dagen Geboren in 1964 (57 jaar in 2021) 7 dagen Geboren in 1965 (57 jaar in 2022) 6 dagen Voor de opname van de extra verlof en roostervrije dagen geldt de volgende staffel: Jaar van opbouw E(R)VD jaar Opname EVD uiterlijk 31 december van het Opname ERVD uiterlijk 31 december van het jaar n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t De post is opgebouwd door de opgebouwde, nog niet opgenomen extra verlof en roostervrije dagen van werknemers met een dienstbetrekking ultimo boekjaar te vermenigvuldigen met de gemiddeld uitbetaalde vergoeding per hele verlofdag in dat boekjaar. 70

72 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra RESULTAATBEPALING Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen als een vermeerdering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt als een vermindering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Premies De premies zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Hierbij is rekening gehouden met de vastgestelde premies in januari, februari en maart 2017 die betrekking hebben op 2016 en eerder. Beleggingsopbrengsten De beleggingsopbrengsten bestaan uit directe beleggingsopbrengsten. Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt de rente van de beleggingen en de liquide middelen verantwoord. Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Deze vergoedingen betreffen de lasten van de vergoedingen voor extra verlof en roostervrije dagen. Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten worden toegerekend aan de periode waarop het door APG in rekening gebrachte bedrag betrekking heeft. GRONDSLAGEN VOOR HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 71

73 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Toelichting op de balans per 31 december 2016 (Bedragen in duizenden euro s, tenzij anders vermeld) ACTIVA.. 1. Vlottende activa Vorderingen op werkgevers Nog te innen premies van werkgevers Af: voorziening dubieuze vorderingen stand begin boekjaar afgeboekte premies toevoeging voorziening dubieuze vorderingen Stand einde boekjaar Stand einde boekjaar van de vorderingen op werkgevers Voor de vorderingen op in faillissement verkerende werkgevers is een 100 procent voorziening getroffen. De vorderingen op werkgevers die in surseance van betaling verkeren en op werkgevers vallend onder de Wet schuldsanering natuurlijke personen zijn voor 60 procent voorzien. Overige vorderingen Dit betreft een vordering op het Tijdspaarfonds (2015: 0), een vooruitbetaald bedrag betreffende een liquiditeitsbuffer aan Technisch Bureau Bouwnijverheid 441 (2015: 310), een vordering op Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid inzake te veel afgedragen ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid 210 (2015:0), vooruitbetaalde administratiekosten 0 (2015: 604), een vordering inzake herziene directe lasten Technisch Bureau Bouwnijverheid 0 (2015: 200), nog te vorderen administratiekosten 0 (2015: 102) en nog te vorderen overige bedragen 0 (2015: 27). Te ontvangen rente Dit betreft nog te ontvangen rente op de belegde middelen. 2. Liquide middelen De liquide middelen betreffen het saldo van de bankrekeningen van het Aanvullingsfonds en staan ter vrije beschikking van het fonds. Het saldo bevat voor 29,8 miljoen (2015: 28,6 miljoen) aan liquide middelen die op een private banking spaarrekening staan met een hoger rendement dan een reguliere bankrekening. 72

74 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra PASSIVA 3. Beschikbaar saldo van baten en lasten Dit is het cumulatieve saldo van lasten en baten. Het verloop is als volgt: Stand begin boekjaar Saldo van de staat van baten en lasten Stand einde boekjaar Foutherstel Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Stand einde boekjaar Het beschikbaar saldo van baten en lasten is vrij besteedbaar. Het saldo over 2016 is toegevoegd aan het cumulatief saldo van baten en lasten. In het beschikbaar saldo van baten en lasten in de vergelijkende cijfers is het herstel van de materiële fout verwerkt. Hierdoor is het saldo ultimo 2015 in deze jaarrekening hoger (8.871) dan in de vastgestelde jaarrekening 2015 ( 431). 4. Kortlopende schulden Te betalen vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Dit bedrag betreft de per 31 december 2016 te betalen extra verlof en roostervrije dagen. In de vergelijkende cijfers is het herstel van de materiële fout inzake 'Te betalen extra verlofdagen oudere werknemers' verwerkt. Hierdoor is deze post ultimo 2015 in deze jaarrekening lager (23.758) dan in de vastgestelde jaarrekening 2015 (33.060). Te betalen loonheffing Deze post omvat de nog af te dragen loonheffing over uitkeringen (2015: 2.867). Te betalen uitkeringen Dit betreft nog te betalen aanvullingen 323 (2015: 1.041). Overige schulden en overlopende passiva Deze post omvat nog te betalen administratiekosten 451 (2015: 87) en te betalen pensioenpremies 144 (2015: 457). Alle posten hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. 73

75 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Toelichting op de staat van baten en lasten over 2016 (Bedragen in duizenden euro s, tenzij anders vermeld) BATEN 5. Premies Sinds 1 januari 2006 zijn de bij het fonds aangesloten werkgevers verantwoordelijk voor het aanleveren van de loongrondslag ten behoeve van de premieberekening. Over deze grondslag wordt vervolgens de premie voor het fonds vastgesteld. Dientengevolge worden de premies voor de jaarrekening bepaald op de door werkgevers aangegeven loongrondslag en de daarop vastgestelde premie tot en met drie maanden na afloop van het boekjaar. Het premiepercentage bedraagt: Bouwplaatswerknemers 2,340 1,630 Utawerknemers 0,460 0,570 De premies voor bouwplaatswerknemers, respectievelijk utawerknemers, betreffen in het jaar ,4 miljoen (2015: 31,3 miljoen), respectievelijk 8,9 miljoen (2015: 10,6 miljoen). 6. Beleggingsopbrengsten Dit betreft de rente over de beleggingen en het saldo van de liquide middelen. 7. Overige baten Dit betreft baten incassokosten 22 (2015: 85) en overige incidentele baten 1 (2015: 77). LASTEN 8. Vergoedingen E(R)VD oudere werknemers Deze vergoedingen betreffen de lasten van de extra verlof en roostervrije dagen. 9. Eindejaarsuitkeringen Deze post betreft de verstrekking van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. 10. Aanvullingen bij werkloosheid De aanvullingen bij werkloosheid zijn als volgt te specificeren: 74

76 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Vergoeding pensioenpremie bij werkloosheid wegens bedrijfseconomische redenen Eenmalige uitkering bij werkloosheid Doorbetaling ouderdomspensioenpremie bij werkloosheid Totaal 11. Kosten reintegratie Deze kosten betreffen de vaste bonus aan de werkgever van euro per werknemer. De bonus is een tegemoetkoming in de extra loonkosten en de kosten voor reintegratie ten behoeve van de werknemer die in zijn tweede ziektejaar voor tenminste 50 procent van zijn gebruikelijke arbeidspatroon het werk heeft hervat. 12. Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten zijn als volgt te specificeren: Administratiekosten APG Fondskosten Kosten convenant Informatie en Verwijstaken Totaal De leden van het clusterbestuur BTER ontvangen vacatiegelden volgens de SERnormen. Deze worden verdeeld over de BTERfondsen. In 2016 was het aan het Aanvullingsfonds toegerekende bedrag 21 (2015: 34), inclusief vergoeding voor reis en verblijfkosten. Het Aanvullingsfonds heeft geen personeel in dienst. 13. Overige lasten Dit betreft overige resultaatposten. Deze post is als volgt te specificeren: Toevoeging voorziening oninbaarheid Overige incidentele lasten Totaal

77 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING Harderwijk, 28 juni 2017 Het bestuur, N.J. van Til P.H. Roos A.W.J. Borst J.H. Kets P.W.M. van Nieuwenhuizen E. Tierolf J.G. Crombeen M. Hulsegge G. Lokhorst S.H. ter Maat 76

78 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Overige gegevens STATUTAIRE BESTEMMING VAN HET SALDO VAN BATEN EN LASTEN In de statuten zijn geen aanvullende regelingen met betrekking tot de bestemming van het saldo van baten en lasten vastgesteld. 77

79 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het Bestuur van Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Stichting Aanvullingsfonds Bouw en Infra te Harderwijk gecontroleerd. Naar ons oordeel geeft de op bladzijde 65 tot en met bladzijde 76 in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Aanvullingsfonds Bouw en Infra op 31 december 2016 en van het resultaat over 2016 in overeenstemming met de in Nederland geldende RJRichtlijn 640 Organisaties zonder winststreven. Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening weergegeven uitsplitsing van de lasten naar bestedingsdoelen/activiteiten juist is en aansluit bij de statuten en/of reglementen van het fonds, in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAObepalingen. De jaarrekening bestaat uit: de balans per 31 december 2016; de winstenverliesrekening over 2016; het kasstroomoverzicht over 2016 de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Aanvullingsfonds Bouw en Infra zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: het bestuursverslag; de overige gegevens; 78

80 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de in Nederland geldende RJRichtlijn 640 Organisaties zonder winststreven. Beschrijving van verantwoordelijkheden voor de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het bestuur voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de in Nederland geldende RJRichtlijn 640 Organisaties zonder winststreven en de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAObepalingen. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controleinformatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: het identificeren en inschatten van de risico s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controleinformatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn 79

81 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit; het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controleinformatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen. Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Den Haag, 29 juni 2017 Ernst & Young Accountants LLP w.g. S.B. Spiessens RA 80

82 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra U verlaat nu het Jaarverslag van Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra waar de controleverklaring betrekking op heeft. 81

83 Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra 'Mededeling' Hier start het Jaarverslag van Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra waar de bijgevoegde controleverklaring betrekking op heeft. 82

84 Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra Stichting Opleidings en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra 83

MET BELEID VOORUIT. Tijdspaarfonds Bouw & Infra. Aanvullingsfonds Bouw & Infra. Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra

MET BELEID VOORUIT. Tijdspaarfonds Bouw & Infra. Aanvullingsfonds Bouw & Infra. Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra MET BELEID VOORUIT Tijdspaarfonds Bouw & Infra Aanvullingsfonds Bouw & Infra Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra JAARVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2015 INHOUDSOPGAVE Algemeen 2 Voorwoord 2 Cluster

Nadere informatie

JAARVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2014. Toekomstgericht aan het werk

JAARVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2014. Toekomstgericht aan het werk 2014 JAARVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2014 Toekomstgericht aan het werk 2014 JAARVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2014 Toekomstgericht aan het werk Inhoudsopgave 4 Voorwoord 5 Cluster van besturen 6 Bestuur 6 Kerncijfers

Nadere informatie

Jaarverslag over boekjaar. Investeren in mens en werk

Jaarverslag over boekjaar. Investeren in mens en werk Jaarverslag over boekjaar 2013 Investeren in mens en werk 1 Jaarverslag over boekjaar 2013 Investeren in mens en werk Inhoudsopgave Voorwoord 5 Cluster van Besturen 6 Kerncijfers 9 Premiebeleid 10 Uitvoering

Nadere informatie

BTER Van duurzaamheid naar continuïteit. Jaarverslag over het boekjaar 2012

BTER Van duurzaamheid naar continuïteit. Jaarverslag over het boekjaar 2012 BTER Van duurzaamheid naar continuïteit Jaarverslag over het boekjaar 2012 BTER Van duurzaamheid naar continuïteit Jaarverslag over het boekjaar 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Cluster van Besturen 4 Bestuur

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening

INHOUDSOPGAVE. Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening INHOUDSOPGAVE Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar 2017 4 Jaarrekening 2017 20 Stichting Tijdspaarfonds Bouw & Infra 3 BESTUURSVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2017 Bestuur

Nadere informatie

Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid

Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid 9 De CAO voor de Bouwnijverheid geldt zowel voor bouwplaats- als voor uta-werknemers. Voor beide soorten werknemers zijn de arbeidsvoorwaarden opgenomen in genoemde cao. De onderwerpen in dit hoofdstuk

Nadere informatie

BTER Duurzaamheid 2011 J aar v er slag 2 011

BTER Duurzaamheid 2011 J aar v er slag 2 011 BTER Duurzaamheid Jaarverslag over het boekjaar 2011 BTER Duurzaamheid Jaarverslag over het boekjaar 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Cluster van Besturen 6 Kerncijfers 8 Premiebeleid 9 Uitvoering 10 Beleggingsbeleid

Nadere informatie

Individueel budget 2017

Individueel budget 2017 » WERKEN IN DE BOUW & INFRA Individueel budget 2017 Iedere werknemer in de bouw & infra heeft een individueel budget. Wat houdt dit in? Wat kan de werknemer ermee doen? En wat betekent het voor de werkgever?

Nadere informatie

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2011

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2011 4 Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2011 Voorwoord Verantwoordelijk voor eigen saldo Binnen het Tijdspaarfonds bouwt de werknemer in de bouwnijverheid op zijn

Nadere informatie

\y J. van Dongen secretaris cao-partijen. Technisch Bureau Bouwnijverheid

\y J. van Dongen secretaris cao-partijen. Technisch Bureau Bouwnijverheid Technisch Bureau Bouwnijverheid IMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardènwetgeving t.a.v. dhr. mr. M.H.M, van der Goes Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG

Nadere informatie

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012)

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Storting en uitbetaling Tijdspaarfonds De werkgever stort het vast overeengekomen loon

Nadere informatie

STICHTING TIJDSPAARFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID I. Statuten

STICHTING TIJDSPAARFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID I. Statuten STICHTING TIJDSPAARFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID I. Statuten Artikel 1 Naam en zetel De stichting draagt de naam stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. De stichting is statutair gevestigd te Harderwijk.

Nadere informatie

Individueel budget » WERKEN IN DE BOUW & INFRA

Individueel budget » WERKEN IN DE BOUW & INFRA » WERKEN IN DE BOUW & INFRA Individueel budget Met ingang van 1 januari 2016 heeft iedere werknemer in de bouw & infra een individueel budget. Wat houdt dit in? Wat kan de werknemer ermee doen? En wat

Nadere informatie

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012)

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Storting en uitbetaling Tijdspaarfonds De werkgever stort het vast overeengekomen loon

Nadere informatie

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2009

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2009 Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2009 Voorwoord Ontwikkeling van de regeling Het Tijdspaarfonds heeft de afgelopen jaren een gestage ontwikkeling doorgemaakt.

Nadere informatie

UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid. Bedrijfstakeigen regelingen. Jaarboek 2011

UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid. Bedrijfstakeigen regelingen. Jaarboek 2011 108 Bedrijfstakeigen regelingen Jaarboek 2011 9 De CAO voor de Bouwnijverheid geldt zowel voor bouwplaats- als voor uta-werknemers. Voor beide soorten werknemers zijn de arbeidsvoorwaarden opgenomen in

Nadere informatie

UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid

UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid 9 De CAO voor de Bouwnijverheid geldt zowel voor bouwplaats- als voor UTA-werknemers. Voor beide soorten werknemers zijn de arbeidsvoorwaarden opgenomen in genoemde CAO. De onderwerpen in dit hoofdstuk

Nadere informatie

Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2010

Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2010 Samen BTER Jaarverslag over het boekjaar 2010 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Cluster van Besturen 4 Kerncijfers 6 Premiebeleid 7 Uitvoering 8 Beleggingsbeleid 10 Communicatie 13 Jaarverslag Stichting Tijdspaarfonds

Nadere informatie

Bijlage 18: Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. I. Statuten

Bijlage 18: Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. I. Statuten Bijlage 18: Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid Artikel 1 - Naam en zetel I. Statuten 1. De stichting draagt de naam "Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid". 2. De stichting is statutair

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening

INHOUDSOPGAVE. Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening INHOUDSOPGAVE Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar 2017 4 Jaarrekening 2017 20 Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3 BESTUURSVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2017 Bestuur

Nadere informatie

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012)

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Storting en uitbetaling Tijdspaarfonds De werkgever stort het vast overeengekomen loon

Nadere informatie

Werken en Betrokkenheid. Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2008

Werken en Betrokkenheid. Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2008 Werken en Betrokkenheid Samen BTER Jaarverslag over het boekjaar 2008 Werken en Betrokkenheid Samen BTER Jaarverslag over het boekjaar 2008 BTER jaarverslag 2008, werken en betrokkenheid Jaarverslag over

Nadere informatie

UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid

UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid 10 10.1 Tijdspaarfonds 118 10.2 Declaratieregeling stervensbegeleiding en rouwverlof 121 10.3 Bonusregeling Reïntegratie tijdens tweede ziektejaar 123 10.4 Collectieve

Nadere informatie

DE MEEST GESTELDE VRAGEN OVER TIJDSPAARFONDS

DE MEEST GESTELDE VRAGEN OVER TIJDSPAARFONDS DE MEEST GESTELDE VRAGEN OVER TIJDSPAARFONDS Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE DE MEEST GESTELDE VRAGEN OVER TIJDSPAARFONDS 02 WAT ZIT ER IN HET TIJDSPAARFONDS? 03 WELK LOON VORMT DE BASIS VOOR STORTINGEN IN

Nadere informatie

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012)

Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Aangepaste regeling verplicht overwerk geldend vanaf 1 september 2012 (artikel 28 CAO voor de Bouwnijverheid 2012) Storting en uitbetaling Tijdspaarfonds De werkgever stort het vast overeengekomen loon

Nadere informatie

Stabiliteit door flexibiliteit. Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2007

Stabiliteit door flexibiliteit. Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2007 Stabiliteit door flexibiliteit Samen BTER Jaarverslag over het boekjaar 2007 Stabiliteit door flexibiliteit Samen BTER Jaarverslag over het boekjaar 2007 Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid

Nadere informatie

Handleiding zelfstandig ondernemers Afbouw en Natuursteen

Handleiding zelfstandig ondernemers Afbouw en Natuursteen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid mede namens de bedrijfstakeigen regelingen in uw sector Handleiding zelfstandig ondernemers Afbouw en Natuursteen De uitvoering van de pensioen-

Nadere informatie

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaai^erslag 2015

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaai^erslag 2015 stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaai^erslag 2015 Inhoudsopgave Jaarverslag 2015 Inleiding Bestuur Administratie Accountant Statuten en reglementen Aanvullingen op WW-uitkeringen Eindejaarsuitkering

Nadere informatie

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken Jaarrekening 2014 Van: Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken Statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe s-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Inhoudsopgave Jaarverslag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 61855 22 december 2016 Bouw & Infra 2016/2017 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN

Nadere informatie

Tijdspaarfonds Bouw & Infra

Tijdspaarfonds Bouw & Infra Tijdspaarfonds Bouw & Infra Versie: 1.0 Versiedatum: 16-06-2017 Inleiding Het tijdsparen ten behoeve van het Tijdspaarfonds is een onderdeel van de CAO Bouw & Infra. Vanaf 2016 is het mogelijk om het tijdsparen

Nadere informatie

Collectief en individueel in balans. Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2006

Collectief en individueel in balans. Samen BTER. Jaarverslag over het boekjaar 2006 Collectief en individueel in balans Samen BTER Jaarverslag over het boekjaar 2006 Collectief en individueel in balans Samen BTER Jaarverslag over het boekjaar 2006 Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid

Nadere informatie

Reglement Vakantiefonds

Reglement Vakantiefonds Reglement Vakantiefonds voor het Schilders,- Afwerkings- en Glaszetbedrijf HOOFDSTUK I ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepaling In dit reglement wordt verstaan onder: het Fonds: de Stichting Vakantiefonds voor

Nadere informatie

Vraag en antwoord. Individuele budget

Vraag en antwoord. Individuele budget Vraag en antwoord Individuele budget Wie gaat het individuele budget beheren? Voor Bouwvakkers wordt het individueel budget gestort in het Tijdspaarfonds. Er zal dus meer geld komen te staan in het Tijdspaarfonds.

Nadere informatie

Reglement Vakantiefonds. de Stichting Vakantiefonds Waterbouw. de Stichting Fondsenbeheer Waterbouw. het bestuur van het vakantiefonds

Reglement Vakantiefonds. de Stichting Vakantiefonds Waterbouw. de Stichting Fondsenbeheer Waterbouw. het bestuur van het vakantiefonds Reglement Vakantiefonds Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: Vakantiefonds: Stichting: Bestuur: Collectieve Arbeidsovereenkomst: Werkgever: Werknemer: Vakantiejaar: Vakantierechten:

Nadere informatie

Jaarrekening 2014. Stichting VUTilVI te Bussum. Van: statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum

Jaarrekening 2014. Stichting VUTilVI te Bussum. Van: statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Jaarrekening 2014 Van: Stichting VUTilVI te Bussum statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Inhoudsopgave Jaarverslag Algemeen 1 Premiebijdrage en -inning 1

Nadere informatie

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2010

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2010 stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2010 ^ \ ' Inhoud.- Jaaiyer& iagl2ö1p f'béstuuii'^;. ^*''j! >i' -li.' 'Adhiihistr^atie.;én vermogensbeheer \ Accountant.,-"-

Nadere informatie

Vierdaagse werkweek 55-plus

Vierdaagse werkweek 55-plus » VITAAL DOORWERKEN IN DE BOUW & INFRA Vierdaagse werkweek 55-plus Het is mooi werken in de bouw & infra. Nog mooier is: vitaal doorwerken in de bouw & infra tot aan de pensioenleeftijd. De vierdaagse

Nadere informatie

Vierdaagse werkweek 55-plus

Vierdaagse werkweek 55-plus » VITAAL DOORWERKEN IN DE BOUW & INFRA Vierdaagse werkweek 55-plus Het is mooi werken in de bouw & infra. Nog mooier is: vitaal doorwerken in de bouw & infra tot aan de pensioenleeftijd. De vierdaagse

Nadere informatie

Betreft: Nota van wijzigingen cao Bouw & Infra 2018/2019

Betreft: Nota van wijzigingen cao Bouw & Infra 2018/2019 NOTITIE Betreft: Nota van wijzigingen cao Bouw & Infra 2018/2019 Bestemd voor: Ministerie SZW Artikel 6 wordt gewijzigd en komt te luiden: Artikel 6: Uitzendarbeid en inleen uitzendkrachten 1. a. Wanneer

Nadere informatie

Opleldings- en Ontwikkelingsfonds Afboutv

Opleldings- en Ontwikkelingsfonds Afboutv Opleldings- en Ontwikkelingsfonds Afboutv Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken ArbeidsvoonA/aardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV 's-gravenhage Mauritskade 27 2514

Nadere informatie

1 < < w T FONDSENBEHEER WATERBOUW B.V. Jaarverslag 2014 STICHTING VAKANTIEFONDS WATERBOUW

1 < < w T FONDSENBEHEER WATERBOUW B.V. Jaarverslag 2014 STICHTING VAKANTIEFONDS WATERBOUW 1 < < w T FONDSENBEHEER WATERBOUW B.V. Jaarverslag 2014 STICHTING VAKANTIEFONDS WATERBOUW Inhoudsopgave Inleiding Personalia Jaarverslag Algemeen Dagrechtwaarden Financiële positie Jaarrekening Balans

Nadere informatie

Vrijwillige aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw)

Vrijwillige aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw) Vrijwillige aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw) Vrijwillige aansluiting Het is mogelijk dat uw onderneming niet onder de Bouwnijverheid valt, maar dat u zich toch

Nadere informatie

REGLEMENT TIJDSPAARREGELING In de Metaal en Technische Bedrijfstakken

REGLEMENT TIJDSPAARREGELING In de Metaal en Technische Bedrijfstakken REGLEMENT TIJDSPAARREGELING In de Metaal en Technische Bedrijfstakken INHOUDSOPGAVE 1. DEFINITIES...3 2. ALGEMENE BEPALINGEN...5 3. INLEG TIJDSPAARREKENING...6 4. VERLOF...8 5. UITKERINGEN... 9 6. BEËINDIGING

Nadere informatie

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Gewijzigde CAO-artikelen Artikel 1.3 Structuur 1. Voor de bedrijven geldt tevens een bedrijfs-cao waarin nadere

Nadere informatie

Proces Naleving Versie: april 2018

Proces Naleving Versie: april 2018 Proces Naleving Versie: april 2018 Inleiding In de bouwsector vindt controle plaats op de naleving van de CAO Bouw & Infra (hierna CAO ). Naast de CAO Bouw & Infra is tevens een CAO Bedrijfstakeigen Regelingen

Nadere informatie

Uw werknemer kan vanaf zijn of haar 60 e jaar 80% gaan werken. Hij/zij behoudt 90% van het salaris en 100% van de pensioenopbouw

Uw werknemer kan vanaf zijn of haar 60 e jaar 80% gaan werken. Hij/zij behoudt 90% van het salaris en 100% van de pensioenopbouw Over de regeling Wat houdt de regeling precies in? Waarom deelnemen? Wie betaalt de regeling? Klopt het dat de bovenwettelijke vakantieuren vervallen als mijn medewerker meedoet met de vitaliteitsregeling?

Nadere informatie

JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET (SFP)

JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET (SFP) JAARREKENING 2013 INHOUD Pagina BESTUURSVERSLAG 1 JAARREKENING 2013 Balans per 31 december 2013 4 Rekening van baten en lasten over 2013 5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 6 Toelichting op

Nadere informatie

Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP)

Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP) Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP) Waarom een Individueel Aanvullend Pensioen? Met ingang van 2006 is de wetgeving met betrekking tot VUT, prepensioen en levensloop aangepast. Als gevolg daarvan

Nadere informatie

Cao Bouwnijverheid (201 1) en Cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouwnijverheid ( )

Cao Bouwnijverheid (201 1) en Cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouwnijverheid ( ) Cao Bouwnijverheid (201 1) en Cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouwnijverheid (201 1-2015) Artikel 97: Werkingssfeeronderzoeken 1. Het Technisch Bureau Bouwnijverheid stelt namens partijen werkingssfeeronderzoeken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 2604 7 juni 209 Bouw & infra 209 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Over de regeling. Nu deelnemen of later? salaris en 100% van uw pensioenopbouw

Over de regeling. Nu deelnemen of later? salaris en 100% van uw pensioenopbouw Over de regeling Wat houdt de regeling precies in? Waarom zou ik deelnemen? Wie betaalt mijn extra salaris en pensioenopbouw? Ik houd minder vrije dagen over, hoe zit dat? Nu deelnemen of later? Mag ik

Nadere informatie

stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014

stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014 stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014 Inhoudsopgave Jaarverslag 2014 Bestuur 3 Doelstelling 4 Kerncijfers 4 Premiebeleid 5 Uitvoering 6 Communicatie 15. \

Nadere informatie

Principeakkoord CAO 2015-2017 voor de bitumineuze en kunststof dakbedekkingsbedrijven 1

Principeakkoord CAO 2015-2017 voor de bitumineuze en kunststof dakbedekkingsbedrijven 1 Principeakkoord CAO 2015-2017 voor de bitumineuze en kunststof dakbedekkingsbedrijven 1 PRINCIPEAKKOORD CAO 2015-2017 VOOR DE BITUMINEUZE EN KUNSTSTOF DAKBEDEKKINGSBEDRIJVEN Partijen bij de CAO voor de

Nadere informatie

De vierdaagse werkweek 55-plus

De vierdaagse werkweek 55-plus De vierdaagse 55-plus voor bouwplaats- en uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid 2011 Inhoudsopgave 2 Vierdaagse 55-plus 3 De regeling op hoofdlijnen 4 Vrijwillig en in overleg 4 Inzet verlofdagen 4

Nadere informatie

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2008

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2008 Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2008 Voorwoord Tijdspaarfonds is er voor de deelnemer Dit is alweer het derde jaarverslag van het Tijdspaarfonds. Na wat administratieve

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van: Jaarrekening 2014 Van: Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum Statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe s-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Inhoudsopgave

Nadere informatie

CAO voor de Bouwnijverheid

CAO voor de Bouwnijverheid 8 CAO voor de Bouwnijverheid De CAO voor de Bouwnijverheid geldt zowel voor bouwplaats- als voor uta-werknemers. Voor beide soorten werknemers zijn de arbeidsvoorwaarden opgenomen in genoemde cao. De onderwerpen

Nadere informatie

Vrijwillige aansluiting. bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw)

Vrijwillige aansluiting. bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw) Vrijwillige aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw) 2 Vrijwillige aansluiting Het is mogelijk dat uw onderneming niet onder de Bouwnijverheid valt, maar dat u zich

Nadere informatie

Fiscale vragen en antwoorden over het loopbaanbudget

Fiscale vragen en antwoorden over het loopbaanbudget Fiscale vragen en antwoorden over het loopbaanbudget 1. Wat zijn de consequenties als er geen jaargesprek plaatsvindt/geen afspraken worden vastgelegd? De Belastingdienst heeft de cao-tekst van hoofdstuk

Nadere informatie

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS)

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS) JUS Jaarurensystematiek een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg JaarUrenSystematiek (JUS) Inleiding In de CAO Gehandicaptenzorg 2007-2008 (CAO) is opgenomen dat per 1 januari

Nadere informatie

Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren

Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren Als u eenmaal recht heeft op een ontslagvergoeding, dan kunt u deze vergoeding in feite op 3 verschillende manieren

Nadere informatie

CAO EN APO VOOR DE WERKNEMERS IN DE SIGARENINDUSTRIE VANAF 1 JULI JANUARI 2016 TOT 1 JANUARI 2018

CAO EN APO VOOR DE WERKNEMERS IN DE SIGARENINDUSTRIE VANAF 1 JULI JANUARI 2016 TOT 1 JANUARI 2018 NOTA VAN WIJZIGINGEN NOTA VAN WIJZIGINGEN CAO EN APO VOOR DE WERKNEMERS IN DE SIGARENINDUSTRIE VANAF 1 JULI 2015 1 JANUARI 2016 TOT 1 JANUARI 2018 Doorgehaalde tekst is verwijderde tekst Cursieve en blauwe

Nadere informatie

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2010

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2010 t a Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2010 Voorwoord Flexibiliteit voorop De bouw is de enige bedrijfstak waarin werknemers op elk gewenst moment hun vakantiegeld

Nadere informatie

De vierdaagse werkweek 55-plus

De vierdaagse werkweek 55-plus De vierdaagse werkweek 55-plus voor bouwplaats- en UTA-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid CAO-partijen voor de Bouwnijverheid 2 De volgende organisaties van werkgevers en werknemers zijn partij bij

Nadere informatie

Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB

Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB Daar waar de term gemeente wordt gebruikt moet Regio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Nota van wijzigingen bij de aanmelding van de tussentijdse wijziging CAO BTER voor de Bouwnijverheid

Nota van wijzigingen bij de aanmelding van de tussentijdse wijziging CAO BTER voor de Bouwnijverheid NOTITIE Betreft: Bestemd voor: Nota van wijzigingen bij de aanmelding van de tussentijdse wijziging CAO BTER voor de Bouwnijverheid 2011-2015 Ministerie SZW Hoofdstuk 4 Werkingssfeer Artikel 1 lid 6, lid

Nadere informatie

Jaarboek 2012 Handhaving. Handhaving

Jaarboek 2012 Handhaving. Handhaving Jaarboek 2012 22 4 23 4.1 Controle en handhaving 24 Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de sector bouwnijverheid 2012 4.1 Controle en handhaving Een goede controle op de afgedragen premies

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD VOOR WERKGEVERS (v )

INFORMATIEBLAD VOOR WERKGEVERS (v ) INFORMATIEBLAD VOOR WERKGEVERS (v21-3-18) Regeling Private Aanvulling WW en loongerelateerde WGA 1. Algemeen In het Sociaal Akkoord 2013 hebben de centrale werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties

Nadere informatie

NVTZ Handreiking afbouw bezoldiging bestuurder (overgangsrecht WNT)

NVTZ Handreiking afbouw bezoldiging bestuurder (overgangsrecht WNT) NVTZ Handreiking afbouw bezoldiging bestuurder (overgangsrecht WNT) (VERSIE 4.2, 22 DEC 2017) 1. Voor wie is deze handreiking bestemd? Deze handreiking van NVTZ is bedoeld voor de bestuurders en de RvT-leden

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 6 NOVEMBER 2008 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

Liquidatieverslag 01-01-2015 t/m 16-12-2015 STICHTING VUT WATERBOUW in liquidatie

Liquidatieverslag 01-01-2015 t/m 16-12-2015 STICHTING VUT WATERBOUW in liquidatie Liquidatieverslag 01-01-2015 t/m 16-12-2015 STICHTING VUT WATERBOUW in liquidatie Inhoudsopgave Inleiding Personalia Liquidatieverslag Algemeen Uitvoering van de regeling Financiële positie Liquidatierekening

Nadere informatie

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof Levensloopregeling Spaar voor uw verlof De Levensloopregeling Spaar voor uw verlof Nederland verandert. Non stop werken tot aan ons pensioen is niet meer vanzelfsprekend, we willen werk kunnen combineren

Nadere informatie

Betreft : jaarstukken fondsen 2012 CAO BTER voor de Timmerindustrie Referentie : 2013-0000046719 - uw brief van 23 april 2013

Betreft : jaarstukken fondsen 2012 CAO BTER voor de Timmerindustrie Referentie : 2013-0000046719 - uw brief van 23 april 2013 IVlinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t.a.v. Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardènwetgeving, afd. CAV, jaarverslag 2012 Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG stichting fondsen administratie

Nadere informatie

Tijdsparen (03 Bouw, 06 Timmerind.)

Tijdsparen (03 Bouw, 06 Timmerind.) Tijdsparen (03 Bouw, 06 Timmerind.) Inhoudsopgave: Tijdsparen... 1 Geblokkeerd deel en niet-geblokkeerd deel... 1 0%, 55% of 100% Tijdsparen... 1 Afdragen Tijdspaarbedragen...2 Uitbetalen Tijdspaarbedragen...2

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD VOOR WERKNEMERS (v )

INFORMATIEBLAD VOOR WERKNEMERS (v ) INFORMATIEBLAD VOOR WERKNEMERS (v21-3-18) Regeling Private Aanvulling WW en loongerelateerde WGA (PAWW) 1. Aanleiding Per 1 januari 2016 zijn de maximale duur en opbouw van WW-uitkeringen en loongerelateerde

Nadere informatie

Uitleg Loonstrook. Pagina 1

Uitleg Loonstrook. Pagina 1 Uitleg Loonstrook 2015 Pagina 1 Wat staat er allemaal op uw loonstrook in 2015? Alhoewel voor veel mensen hun maandelijkse nettoloon toeneemt in 2015, is de stijging minder hoog op jaarbasis. Doordat het

Nadere informatie

III. REGLEMENT AANVULLINGEN EN UITKERINGEN

III. REGLEMENT AANVULLINGEN EN UITKERINGEN III. REGLEMENT AANVULLINGEN EN UITKERINGEN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de definities die zijn opgenomen in de statuten. Verder wordt in aanvulling of afwijking daarvan verstaan onder:

Nadere informatie

BeterExcedent pensioen werknemer BeterExcedent pensioen

BeterExcedent pensioen werknemer BeterExcedent pensioen BeterExcedent werknemer BeterExcedent wrkn.2014.0201 Deze brochure gaat over de Pensioenregeling BeterExcedent, de excedentregeling van het Bedrijfstakfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw). Wanneer u

Nadere informatie

Handleiding MIJNBTER Extra Verlofdagen & Extra Roostervrije dagen

Handleiding MIJNBTER Extra Verlofdagen & Extra Roostervrije dagen Handleiding MIJNBTER Extra Verlofdagen & Extra Roostervrije dagen Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Inloggen op Mijn BTER... 4 2. Wijzigen accountgegevens... 5 3. Extra Verlofdagen (EVD/ERVD)... 6 3.1 Opvoeren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22056 26 mei 2016 Ambachtelijke Pluimvee en Wildbedrijven Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen 2016/2017 Verbindendverklaring

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 8 MEI 2008 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

Cordares 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8

Cordares 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1 is specialist in pensioenbeheer en inkomensverzekering voor meer dan één miljoen Nederlanders. Met 25 miljard euro vermogen onder beheer, een uitstekend track record en vakkennis opgebouwd sinds 1952,

Nadere informatie

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf in liquidatie (i.l.) Liquidatieverslag tot en met

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf in liquidatie (i.l.) Liquidatieverslag tot en met stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf in liquidatie (i.l.) Liquidatieverslag 1-1-2015 tot en met 31-8-2015 Inhoud Liquidatieverslag 2015 Verslag van de vereffenaars 2 Liquidatieverslag

Nadere informatie

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels. ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels. Gemakkelijker kiezen tussen twee goede regelingen De overheid stelt werknemers

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Vervoer van personen met personenauto s Sociaal Fonds 1996/1997 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8622 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 28-10-1996,

Nadere informatie

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers

Nadere informatie

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar Maatregel 4 in het kader van het sectorplan bouw & infra (versie 1-1-2015) Inhoudsopgave Artikel 1

Nadere informatie

CAO voor de Bouwnijverheid

CAO voor de Bouwnijverheid 8 De geldt zowel voor bouwplaats- als voor uta-werknemers. Voor beide soorten werknemers zijn de arbeidsvoorwaarden opgenomen in genoemde cao. De onderwerpen in dit hoofdstuk hebben betrekking op de bouwplaatswerknemers.

Nadere informatie

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders Openbaar Registratienummer: 229134 Portefeuillehouder: De heer P. de Koning Datum voorstel: 5 oktober 2016 Afdeling: BV P&O agendapunt 2 Niet openbaar, want ook toelichten in paragraaf communicatie Onderwerp/Titel:

Nadere informatie

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar Maatregel 2 in het kader van het sectorplan bouw & infra (versie 7-3-2014) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Technisch Bureau Bouwnijverheid

Technisch Bureau Bouwnijverheid Technisch Bureau Bouwnijverheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoenngstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. de heer M.H.M. van der Goes Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Harderwijk,

Nadere informatie

Cordares. 1.1 Zorgvuldig en toegewijd 8 1.2 Segment bedrijfstakregelingen 8 1.3 Segment niet-bedrijfstakregelingen

Cordares. 1.1 Zorgvuldig en toegewijd 8 1.2 Segment bedrijfstakregelingen 8 1.3 Segment niet-bedrijfstakregelingen 1 Cordares 1.1 Zorgvuldig en toegewijd 8 1.2 Segment bedrijfstakregelingen 8 1.3 Segment niet-bedrijfstakregelingen 10 1.4 Opdrachtgevers 11 1.5 Premies en uitkeringen 11 1.6 Cordares op het internet 12

Nadere informatie

STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. november 2004

STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. november 2004 STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN november 2004 ARTIKEL 1 Naam en zetel 1. De Stichting draagt de naam: Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven,

Nadere informatie

Handleiding MIJNBTER. Extra Verlofdagen

Handleiding MIJNBTER. Extra Verlofdagen Handleiding MIJNBTER Extra Verlofdagen Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Inloggen op Mijn BTER... 4 2. Wijzigen accountgegevens... 5 3. Extra Verlofdagen (EVD/ERVD)... 6 3.1 Opvoeren nieuwe declaratie....

Nadere informatie

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties Contributie beroepsorganisaties 44. Doel 2 4.1 Mogelijkheden 2 4.2 Inzet van bronnen 2 4.3 Arbeidsrechtelijke/CAO voorwaarden 2 4.4 Fiscale regelgeving 3 4.5 Fiscale gevolgen, gevolgen voor de zorgverzekering

Nadere informatie

PRINCIPEAKKOORD CAO APOTHEKEN

PRINCIPEAKKOORD CAO APOTHEKEN PRINCIPEAKKOORD CAO APOTHEKEN 2006-2007 Op onderhandelaarsniveau is op 9 januari 2007 tussen KNMP, FNV Bondgenoten en CNV Publieke Zaak overeenstemming bereikt over een principeakkoord betreffende een

Nadere informatie

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus 407 2260 AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus 407 2260 AK LEIDSCHENDAM Geachte heer, kantoor Den Haag > 1 Postbus 30206 2500 GE 'S-GRAVENHAGE Telefoon 0800-0543 Telefax (088) 15 234 05 Kennisgroep CAO Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus 407 2260 AK LEIDSCHENDAM Datum

Nadere informatie

Jaarrekening 2013. Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

Jaarrekening 2013. Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van: Jaarrekening 2013 Van: Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Inhoudsopgave

Nadere informatie

Hoofdlijnen onderhandelingsresultaat Cao Bouwnijverheid 2015-2017

Hoofdlijnen onderhandelingsresultaat Cao Bouwnijverheid 2015-2017 Hoofdlijnen onderhandelingsresultaat Cao Bouwnijverheid 2015-2017 Op zaterdagochtend 13 juni 2015 hebben cao partijen Bouw na ruim 1,5 jaar onderhandelen - een onderhandelingsresultaat bereikt. Dit resultaat

Nadere informatie