DE REKENING VAN DE KERKMEESTERS OVER HET JAAR 1577

Transcriptie

1 DE REKENING VAN DE KERKMEESTERS OVER HET JAAR 1577 Transcriptie van: inventarisnummers 292 en 298 Rekening van kerkmeester Derrick van Thyll (buiten), 1577 en Rekening van kerkmeester Evert Aissack (binnen), 1577 uit het archief van de Kerkmeesters van de Hervormde Gemeente te Zutphen

2 pag. 2 Kerkmeestersrekening 1577

3 Inleiding In 2001 zijn Sjoerd Galema, Ria Gresnigt en Melia Kooij-van der Leur als vrijwilliger van het Regionaal Archief Zutphen begonnen met het maken van transcripties van de Zutphense stadsrekeningen. 1 In 2004 leidden de werkzaamheden tot een eerste publicatie: De stadsrekeningen van Zutphen 1591/ /98. 2 Nadien is de groep vrijwilligers voortvarend verder gegaan met niet alleen het toegankelijk maken van de stadsrekeningen, maar ook de rekeningen van het Nieuwe Gasthuis en van de kerkmeesters van de Sint Walburgiskerk te Zutphen. Elke nieuwe getranscribeerde rekening wordt aan de reeks toegevoegd. In geprinte vorm zijn de rekeningen beschikbaar in de studiezaal van het Regionaal Archief Zutphen en in digitale vorm op de website Over de rekeningen Het archief van de Kerkmeesters van de Hervormde Gemeente te Zutphen heeft rekeningen vanaf het jaar De rekeningen herbergen een schat aan gegevens. Het zijn niet de betalingen en ontvangsten op zich, maar juist de beschrijvingen en opmerkingen rondom de cijfers die ons op een beeldende wijze over het leven in de stad Zutphen vertellen. Op de titelpagina van de transcriptie staan de inventarisnummers waaronder de rekeningen van de kerkmeester binnen en buiten zijn beschreven. De rekeningen zijn opgenomen in de voorlopige inventaris van het archief van de Kerkmeesters van Hervormde Gemeente te Zutphen (archiefnummer 62). 3 De indeling van de rekeningen is als volgt. De rekeningen van de kerkmeester (buiten) beginnen met de ontvangsten met als belangrijkste onderverdeling: pacht van landerijen en boerderijen, uitkeringen uit landerijen van derden, verkocht graan en hout, graven in de kerk, buitengewone ontvangsten, liefdesgaven Wilhelmus Honorius. De rekeningen worden vervolgd met de uitgaven met als belangrijkste onderverdeling: materialen voor onderhoud, belastingen, loonkosten voor onderhoud, kosten kermis, kosten schoonmaaksters, uitdeling graan, tijnsen, was, laken, kosten boeken, sieraden en gewaden, uitkeringen aan de armen en buitengewone uitgaven. De rekeningen van de kerkmeester (binnen) beginnen eveneens met de ontvangsten, hoofdzakelijk inkomsten uit huizen. De daaropvolgende uitgaven kennen als belangrijkste onderverdeling: vaste uitgaven voor het personeel, lijfgeld, vaste betalingen voor stedicheit en tijnsen, periodieke uitkeringen aan de armen, uitdeling van graan en buitengewone uitgaven. Van de rekeningen worden vooraf al de diverse koppen ingevuld en bij de ontvangsten bovendien, wat men van wie moet ontvangen. Daaronder worden dan in de loop van het jaar de echte ontvangsten en uitgaven vermeld. 1 Van vroegere rekeningen zijn ook transcripties gemaakt: R. Wartena, De Stadsrekeningen van Zutphen /1446 (Zutphen 1977), W. Jappe Alberts, Het financiële beheer van de stad Zutphen in 1445/46 op grondslag van de oudste overrentmeestersrekening en de bijbehorende onderrentmeestersrekening (Groningen z.j.), W. Jappe Alberts, De overrentmeestersrekening van Zutphen over het jaar (Groningen 1963) en W. Jappe Alberts, De overrentmeestersrekening van Zutphen over (Groningen 1957). 2 S. Galema, R. Gresnigt en M. Kooij-van der Leur, De Stadsrekeningen van Zutphen 1591/ /98 (Zutphen 2004). 3 Op het moment van publiceren van deze transcriptie was de inventarisatie van dit archief nog niet voltooid. De genoemde inventarisnummers kunnen na voltooiing zijn gewijzigd. pag. 3

4 De losse bijlagen bij de rekeningen zijn apart opgeborgen. Het betreft voornamelijk kwitanties en specificaties. Alleen enkele bijlagen, die dienen als aanvulling op de tekst, zijn in de rekeningen meegenomen. Transcriptieregels De werkgroep heeft de volgende transcriptieregels toegepast: De transcripties zijn voorzien van interpuncties, accenten, apostrofs en hoofdletters. Zo nodig zijn van hoofdletters kleine letters gemaakt, woorden van elkaar gescheiden of juist aaneen geschreven. Afkortingen zijn stilzwijgend opgelost. Woorden die herhaald worden, maar wat duidelijk een vergissing is, zijn maar één keer meegenomen (voorbeeld: in plats in plats van ). Doorhalingen die duidelijk als zodanig bedoeld zijn, dus een fout, zijn niet meegenomen. Andere doorhalingen staan tussen ronde haakjes. Ook enkele toelichtingen en verduidelijkingen zijn tussen ronde haakjes gezet. Tussen vierkante haakjes staan door de werkgroep toegevoegde letters en cijfers. In de tekst voorkomende kleine getallen tot 20 zijn in letters geschreven, al staan ze in de tekst in cijfers. Uitzondering hierop zijn de geldbedragen. De afkorting p kan zowel staan voor penning als voor plak. Een wat achterover liggende letter i is soms ook een e. Uit de context kon niet altijd worden opgemaakt wat het zou moeten zijn. Een aantal woorden die misschien aan elkaar geschreven zouden moeten worden, is voor de duidelijkheid in twee woorden gesplitst (bijvoorbeeld: stadts ake ). Gebruiksaanwijzing Voor een goed begrip van de rekeningen en ook om de rekeningen een beetje toegankelijker te maken, heeft de werkgroep een aantal hulpbestanden gemaakt. Deze zijn niet bij elke rekening als bijlage opgenomen, maar zijn als een afzonderlijke publicatie te raadplegen. a. de synoniemenlijst Er is geen index aan het einde van de transcriptie, noch is er een algemene index beschikbaar. De digitale transcripties kunnen met behulp van de zoekfunctie van uw softwareprogramma gemakkelijk worden doorzocht. U dient dan wel rekening te houden met het feit dat er in vroegere tijden géén uniforme spelling was. Soms werden zelfs in één zin dezelfde namen en begrippen op een verschillende wijze geschreven. Om u toch op het juiste spoor te zetten bij het vinden van de door u gezochte persoon, heeft de werkgroep een synoniemenlijst gemaakt. Daarin vindt u de verschillende spelvarianten van persoonsnamen. b. verklarende woordenlijst Eenmaal getranscribeerd een aantal tekens in huidige lettertekens omgezet kan een woord nog steeds onbegrijpelijk zijn. Veel Oud-Nederlandse woorden zijn voor ons mensen uit de 21 e eeuw niet te begrijpen. Sommige voorwerpen en begrippen gebruiken we al helemaal niet meer. Wist u dat een hollefter een houten schoen is? De woordenlijst verklaart de meeste onbegrijpelijke woorden. c. Latijnse woorden De rekeningen zijn doorspekt met Latijnse woorden. In bijlage c worden ze verklaard. d. valuta Elke tijd kent zijn eigen munten. Zoals straks onze kinderen en kleinkinderen moeten leren wat een gulden, een kwartje of een riks was, zo moeten wij voor een goed begrip van de 16 e en 17 e eeuw leren hoe een braspenning zich verhoudt tot een rijder. pag. 4

5 e. maten en gewichten Een lijst met maten en gewichten uit de periode rond het jaar 1575 vindt u in bijlage e. Zutphen, pag. 5

6 pag. 6 Kerkmeestersrekening 1577

7 1577 Rekenonge Derrick van Thyll karckmeester van sijn ontfanck ende wedder uthgeven, aengaende op Nyejaersdach anno etcetera [15]77, op denselven dach in t naevolgende jaer wedder uthgaende, 28 stuiver voer den gulden, voer den stuiver 15 plack, voer 1 stadtpont 11 stuiver ende voer een schillinck 8 plack Pietas cum sufficientia Den ontfanck in Velouwen Otto Voetz van die Huernincxkempe Den elfden Maii heeft Thomas Schimmelpenninck ontfangen van Henrick Spronck vanweegen Otto Voetz, dat hie mij gebracht heeft, 8 daler min 1 ½ plack, ontfangen op den achterstant Otto vurschreven Den 22 Augusti heeft Thomas Schimmelpenninck ontfangen van Spronck vanweegen Otto Voetz de somme van 4 gulden 8 stuiver, die hie mij gebracht heeft Jan Bessum heeft in pacht de Huernincxkempe mit dat hoylant, daer die eerste pacht aff verscheenen is geweest anno 1572, sal die eerste vijff jaeren jaerlicx geven ende wal betalen op alle Sint Marten in den Winter 90 goede bescheyden dalers, des sal hie die vurschreven kempe vijff jaeren muegen seyen ind die vijff leste jaren weyden oft hoyen ende zal dan jarlicx geven viertich derselver daler, 30 stuiver Brabants voer ellicker daler gereekent Prima Februarii heeft Jacob Schimmelpenninck aen Thomas Schimmelpenninck betaelt vanweegen Jan Bessum 20 daler ad 30 stuiver Brabants, noch heeft Jan Bessum betaelt aen Thomas Schimmelpenninck 10 daler ad 30 stuiver Brabants, facit t samen 30 daler, de mij Thomas vurschreven gebracht heeft Hessel Luykens heeft in pacht die Punge oft Slangengoet voer zeventien molder roggen, ses molder boeckweyten ende 23 daler ad 30 stuiver Brabants ende twee par hoenre ses jaer lanck jaerlicx op Sint Marten, daer sijn pacht van aengegaen is opt Sint Marten [15]72, des sal hie die twee stucke landts oick mede hebben die Johan Garritz placht t hebben Den achtentwintigsten Martii hebbe ick ontfangen van Hessel ende sijn huysfrou twintich daler, valet 21 gulden ende 12 stuiver Op huden achttienden Aprilis heeft Hessel gebracht die somme van 15 daler, noch een handtschryfft van de scholtis van Brummen, dat die scholtis ontfangen heeft tot schattonge 3 ½ gulden van 25 stuiver van den darden termijn, noch 3 ½ gulden van 28 stuiver uthgesat anno [15]76, facit 6 daler 5 ½ stuiver, nu blijfft Hessel noch schuldich naer dat ick best vinden kan uth zaliger Harman Barner ende mijn registeren die somme van 4 daler 11 ½ stuiver Brabants, hiermet sal dan het jaer van [15]76 met alle voergaende jaeren betae[l]t wesen Den tweeentwintigsten Aprilis heeft Hesselz vrou aen mij gebracht een schryfft van den scholtis van Brummen ende secht dat sie betaelt heeft den vierden termijn van schattonge, videlicet 3 ½ gulden ad 18 stuiver, noch 2 rijder van die Spaensche soldaten, facit t samen 3 gulden 27 stuiver pag. 7

8 Den zevenden Maii heefft Hessel mij noch gebracht 20 ½ stuiver Brabants, hiermet is t jaer van [15]76 heel betaelt van de geltpacht Den vierden Januarii heeft Hessel gebracht zes molder boeckweyts Den vijfden Octobris heeft Hessel gebracht tien molder rogg[e] Den 17 Decembris heeft Hessel gebracht zes molder rogge ende ses molder boeckwits Beernt Henricx heeft in pacht die hoffstede toe Halle met sijn tobehoirte voer acht daler van 30 stuiver Brabants ende een paer hoenre jaerlicx t betalen op Sint Marten, waeraff die eerste pacht verscheenen is op Sint Marten anno [15]75 ende is noch van oltz schuldich naer uthwijsen mijn voergaende buecken Den negenden Junii heeft Beernt Henricx van den schoele gelient een schepel boeckweyten Den zesden Octobris heeft Beernt verdient aen Machielz huys te Halle te repareren 1 ½ daler ende staet hier voer betalonge Noch heeft mij Thomas Schimmelpenninck gebracht van Bee[r]nt Henricx weegen vijff gulden ende 10 stuiver Dat Rot heeft in pacht Beernt te Goir voer tweelff daler ad 30 stuiver Brabants jaerlicx op Sint Marten Den vierden Maii heeft Beernt te Goir aen mij betaelt 10 daler ad 30 stuiver stuck Schaeps vonder met dat Brincxken heeft Gijsbert van Meekeren in pacht voer 15 stadgulden jaerlicx op Sint Marten Den achtsten Januarii ontfangen van Thomas Schimmelpenninck, dat hem Gijsbert van Meeckeren gedaen hadde, 14 daler, facit 15 gulden Die drie streppellen landts geheyten Blomenlandt hebben Harman Pouten kinder jaerlicx in pacht voer een molder garsten, dat die meechde hebben te volleste brousaet Op den negen dach Januarii heeft vrou Pouten op de schoele gebracht een molder garsten Een stucke landts gelegen op t Loe, omtrent twee oft twee en een halve molder geseys, heeft Roeloff Harmss in pacht voer twee en een halve molder roggen jaerlicx op Sint Marten Op den zevenden Januarii heeft Roeloff Harms op de schoele gebracht vijf schepel roggen Dat stucke landts geleegen in den Suytenck toe Wycken tusschen Johan ter Kolcke ende Harman te Honderde landt, omtrent een halve molder geseys, heeft Harman te Honderde in pacht voer ½ Karolus gulden jaerlicx Op Nyjaersavent heeft Harman ten Hondert betaelt 2 daler ende is de karcke niet meer schuldich Not: t is te wetten dat mijn maschap Aetzack ende ick tot nut ende prouffit der karcken verbutet hebben dit voirschreven stuxken landz, dat nauwe een schepel geseys was, tegen een stuck broeklants geleegent aen t karckenlandt aen Bernt Henricx hoffstede metten commandeur van Sint Jan van Aernhen naer inholt, siegel ende briefven in der karcke rustende ende wij hebben aen gelde toegegeven 40 daler, item een anker wijns, noch 1 ½ daler aen kock ende knechten, dit heeft mijn zwager Aetzack uthgerichtet pag. 8

9 Een stuck landts in t Wyckensche velt aldernaest Schaep van Hellendoerns kinder landt, heeft in pacht Roeloff Harmss Den zestienden Martii hebbe ick ontfangen van Roeleff Harmss eenen jaer pachts, 1 gulden 12 stuiver Jaspar Cloeck van den oversten cloot van Onss Lieve Vrouwenweert is schuldich van oltz Den oversten cloot van Onss Lieve Vrouwenweert heeft Theuus Hertebroeck voer 63 daler, t stuck van 30 stuiver Brabants, waeraff t eerste jaer verscheenen is op Sint Marten anno 1576 Den negentienden Aprilis heeft Theuus Hertebroeck aen mij gesant 15 daler t stuck van 30 stuiver Den vijfentwintigsten Junii heeft Theius Hertebroeck mij gebracht 18 daler, t stuck van 30 stuiver, nu heeft hie betaelt t jaer van [15]76 Den middelsten cloot van Onser Lieve Vrouwenweert heeft in pacht Henrick van der Cappel burgmeester voer 51 daler van 30 stuiver Brabants Den 26 Martii hebbe ick ontfangen van Geerlich van der Kappellen vanweegen sijn swager Jacob Schimmelpenninck die somme van 25 stadtgulden, te wetten van achtentwintich stuiver Brabants Wanneer Schimmelpenninck vurschreven noch brengt 2 daler ende 5 stuiver, so is het jaer van [15]76 vanweegen deses kloot heel betaelt, so vanweegen Henrick van der Kapellen die betaelt heeft in anno [15]76 die helffte ende nu van Schimmelpenninck, want sie t gelicke gebrucken Penultima Decembris heeft Thomas mij gebracht vanweegen Henrick van der Kapelle burgmeester de somme van 15 ½ daler op de pacht van anno [15]77 Anno de somme van 15 ½ daler op de pacht van anno [15]77 Den lesten cloot van Onser Lieve Vrouwenweert heeft Geerlich van Boorlo voer 41 daler van 30 stuiver Brabants Den derden Januarii heeft Geerlich van Boorlo mij gebracht 20 ½ daler van 30 stuiver Brabants, item Geerlich van der Cappellen 20 ½ daler als vurschreven, hiermet is betaelt die pacht van den lesten cloot van Ons Lieve Vrouwenweert van anno [15]76 In de Graeffschap Dat goet Ter Horst heeft Bartel den bouman in pacht jaerlicx voer 25 molder rogge ende acht molder boeckweyten ende voer dat sijde landt sal hie jaerlicx geven 26 daler ad 30 stuiver Brabants, toe betalen op Sint Marten Den zevenden Maii heeft Thomas Schimmelpenninck ontfangen, dat hie mij den vijfentwintigsten Junii gebracht heeft, 17 daler van 30 stuiver stuck ende heeft dese hier inne gesteken quictantie gebracht, dat Bartel aen richter Willem gebracht heeft van der karcken weegen van schattonge 5 daler, die uthgesat weeren in anno [15]76 in Novembri Secunda Augusti heeft mijn zwager Aetzack op De Horst getelt die roggengarve ende sijn daer geweest 76 vimmen rogges Den darden Novembris heeft Bartelt op de Horst van Onss Lieve Vrouwen meechde gehaelt zeven scheepel boeckweyten, waerop Bartelt betaelt heeft 35 stuiver, die reste is hie noch schuldich, scheepel golt alsdo omtrent 11 ofte 12 stuiver pag. 9

10 Den twaalfden Septembris heeft Bartelt op de schoele gebracht twaalf mol[der] rogges ende een scheepel Noch op den vurschreven dach gebracht zeven scheepel boeckweyten, daer de drie scheepel mede betaelt, den de voerhen gelient hadde ende t ander molder mach men reeckenen op sijn pacht Op den vierden dach Novembris heeft Bartelt op de schoele gebracht vijf molder rogge en zeven molder boeckweyts Den zeventienden Decembris heeft Bartelt een quictantie gebracht, hier inne gesteecken, van vijff daler ad 30 stuiver Brabants van de schattonge die hie betaelt heeft, uthgesat anno 1577 Harman op Groote Geltinck ghyfft jaerlicx toe pacht vijftien molder rogges ende ses molder boeckweyts ende acht goeder daler per stuck van dartich stuiver Brabants, noch sal Harman jaerlicx geven voer dat landt dat hie van die Smuege in pacht heeft, 6 daler alz vurschreven, hieraff is die ierste pacht verscheenen op Sint Marten anno [15]75 Den tienden Aprilis heeft Harman op de schoele gebracht twee molder rogge Den vierden Julii heeft Harman van den schoele gelient een halve molder rogges Op den twaalfden Julii heeft Harman op Geltinck gebracht dese hier inne gelechte quictantie, dat hie betaelt heeft voer schattonge van t jaer [15]76 vijff gulden van 27 stuiver, facit 4 gulden 23 stuiver Op den voirschreven dach noch met Harmen gereeckent dat hie gefuert hadde vier foe[r] brantholtz voer die karcke, yde[r] foer voer 14 stuiver, facit 2 gulden Eodem die heeft Harman betaelt aen gelde 1 gulden 21 stuiver, noch betaelt 6 gulden ende 12 stuiver Den achttienden Decembris heeft Harman een quictantie gebracht, dat hie betaelt heeft 7 ½ daler, t stuck van 30 stuiver, van het jaer [15]77 naer uthwijsen dese hie[r] inne gelachte quictantie, facit 8 gulden 1 stuiver Den achtentwintigsten Novembris heeft Harman op de schoele gebracht drie en een halve molder roggen ende drie molder boeckweits, dat halff molder rogge staet hierbaven voer gelient, so betaelt hie op sijn pacht drie molder roggen Den negentienden Decembris heeft Harman gebracht zes molder rogge Jan op de Brandehorst seyet dat landt ter garven, sodat hie drie ende die karcke twee hebben sal ende ghyfft voer huys, hoff ende weydelandt jaerlicx een jarich varcken ende twee paar hoenre ses jaren lanck, noch die drie eerste jaren aen gelde 11 daler van 30 stuiver Brabants ende ses stuiver Brabants ende die drie leste jaren twelff daler alz vurschreven op Sint Marten Den zevenden Maii heeft Jan op de Brandehorst aen mij betaelt 4 daler, op deselve tit heeft Jan gelient vijff schepel rogges van den schoele Op den tienden Januarii heeft Jan op de Brandehorst gebracht een quictantie dat hie to schattong gegeven heeft 5 ½ gulden ad 27 stuiver naer uthwijsen dese hier inne gelac[h]te quictantie, facit 5 gulden 8 ½ stuiver Noch heeft Jan vurschreven gebracht een ander quictantie meldende van acht daler 1 oert, oick uthgesat anno [15]77, facit 8 gulden 23 ½ stuiver, de karcke wort volle tekort gedaen dese kleyne arven so hoge met schattonge te besweeren, Godt moet het betteren pag. 10

11 Van pensien welck die karcke uth sommige landen ander lude toebehoirende, jaerlicx incommende heeft ende derselver achterstedicht, als nementlick uth den watertol toe Zutphen ende Wichmontse tende ende anderen in den Scholtampt 52 Carolus gulden 1 stuiver Brabants 1 oert, die maeken 37 gulden 5 stuiver Brabants 1 oert, dese behoert Garbrant jaerlicx op Cathedra Petri t betalen ende 36 gulden, welck die landtrentmeester op Velouwen uth sijn ontfanck betalen sal, maeck beyde t samen 73 gulden 5 stuiver Brabants 1 oert Den veertienden Februarii ontfangen van Thomas Schimmelpenninck dat hem die landtrentmeester Johan Garbrant gedaen hadde die somme van 37 gulden 4 stuiver, hier was bij een penninck van 15 stuiver, te wetten een dobbellen reyal die vallsch was, die ick Thomas vurschreven weer gedaen hebbe om den rentmeester te handtreecken, wanneer den penninck vurschreven verandert is ende noch 1 stuiver 1 oert betaelt is, so heeft die rentmeester vurschreven betaelt t jaer van [15]76 op Cathedra Petri Op Allerkinderendach heeft Thomas Schimmelpenninck ontfangen, dat hie mij gebracht heeft van den rentmeester van Velouwen Willem Bentinck de somme van sess en dartich gulden, hiermet is betaelt t jaer van [15]76 Willem van Ruerlo, nu Stienbargen, hebben in erffpacht die halve mate in Baeckerweert voer 4 heerenpont jaerlicx op Middewinter Uth dat goet Noortwick to Willep twee olde schilde die men betaelt voer een vet varcken, maecken 3 goltgulden Den vierden Julii heeft Thomas Schimmelpenninck mij gedaen, dat hem den rentmeester van Sinderen betaelt hadde, 3 stadtgulden Uth den Toege over IJssel etcetera, die hooftsomme is geloost 1576 ende joffer Van Boorlo is van den pensie noch schuldich 12 daler van 30 stuiver Brabants Den vierden Februarii ontfangen van Geerlich van Boorlo vanweegen sijn suster 12 daler, nu is die rente doot Evert van der Cappellen is noch schuldich van achterstedicheyt, die met hem gereeckent is Den zevenden Januarii ontfangen van Thomas Schimmelpenninck, dat hem Evert van der Kapellen gedaen hadde, twelff daler min 1 stuiver, den daler van 30 stuiver, hier sijn twee pistoletten bij geweest die 4 stuiver te licht waren Anno 1577 den zesden Martii hebbe ick gereeckent met Evert van der Cappellen uth zaliger Harmen Barners buecker ende de mijne ende bevonden dat Capel noch schuldich is (affgekort van nu aff die voergaende betalonge op die handtschryfft die intits aen zalige Harman Barner van Capel vurschreven gegeven was ende verlecht ofte verlaren is) die somme van 54 gulden ende 19 stuiver, den gul[den] ad 28 stuiver, so Capel selffs bekent vermuege sijn nieuwe handtschryfft, die men vinden sal in t kantoirken in de karckmeester kamer Den eersten cloot van de Westeroy heeft die karcke in pantschap voer 300 gulden ende is de burgmeester Gaert Barner verpacht voir 14 ½ gulden jaerlicx op Cathedra Petri Die karcke heeft eenen stadtbrieff gedateert anno etcetera [15]36 spreeckende van tweehondert stadtgulden, item heeft noch zalige meester Conraedt Slindewater aen die stadt op dit stuck landts gedaen hondert derselviger gulden anno [15]49 op den Sondach naer Blasii vanweegen der karcke, naer uthwijsonge zalige Slindewaters boeck ende tygenhandt, also dat die karcke nu driehondert stadtgulden aen dit vurschreven stuck landts heeft liggende, woe wal den stadtbrieff man van 200 stadtpag. 11

12 gul[den] is meldende, voert holden oick also die boecken ofte registeren van zalige Harman Barner te wetten in pandtschap voer 300 gulden (in marge: not) Den vijftienden Martii ontfangen van de burgmeester Gaert Barner 14 ½ gulden, hiermet is betaelt t jaer [15]76, t is te wetten dat mijn medehulper ende ick vergunt hebben Barner vurschreven dit stuck landts dit jaer alleen te schoren, dewijle had doch daer noch etlicke jaeren aen heeft te weyden ende sal die karcke daeraff baven sijn pacht geven twelff stadtgulden Extraordinarie Den tenden toe Brummen omtrent drie molder saetz landts ende is eertits Aelbert ten Have geweest ende is die karcke verdonckert Uth Henrick Smeynck guet toe Horsteloe 14 schillunge ende is bij mijnre tit niet in t gebruck gewest Van Stuermans kempe is Willem Bentinck jaerlix schuldich 2 ½ gulden op Meiidach Ontfangen van tinse Ontfangen van Henricxken Koninck op Sint Martensdach 3 ½ plack van t guet Nijenhuys in t goet Ter Horst Johan van Presickhave Van groeven (Jan Kreinck een groeve gekoft voer sijn zalige suster, dit is noch onbetaelt nu) Dit is dit jaer gelost oft sus anders verkoft ende ontfangen Den dertienden Junii in presentie van mijn medehulper Aetsack ende Thomas Schimmelpenninck ontfangen van Lambert Janss, brueder van zalige Jenneken ten Have, die somme van acht daler, t stuck van 30 stuiver, heerkommende noch van de koop van het karcken husken ad vitam zalige Jennekes vurschreven ende want Lambert vurschreven uth beweechelick oersaeck hiermede quitscheldinge begheerde, hebben wij hen uth reden ons daertoe beweegende, quicteert Van Onser Lieve Vrouwen meechde ontfangen van verkofften sade ende anders Den 24 Augusti heeft meester Wolter mij gebracht op een molder boeckweyts hie van den scholen gehalt, eersten voer drie schepel 30 stuiver, nu blijfft hie noch schuldich een schepel Prima Septembris heeft meester Wolter aen mij betaelt voer het vurschreven schepel ende noch voer twee schepel 35 ½ [stuiver] Noch heeft meester Wolter een halff molder verdient met arbeyden in de schoele ende ander karckenwa[rk] Dit naevolgende is van verkoften holte ende stien ontfangen pag. 12

13 Van testamenten Van olde restanden Extraordinarie ontfangen Den dertigsten Novembris ontfangen van joffer Ten Walle tot Sion van een taefelken met bloemen ende hilchdom versiert, dat zalige Harman Barner gekoft hadde anno [15]72 voe[r] 2 ½ stadtgulden omme in Onss Lieve Vrouwen husken te staen ende dewijle t selve joffer Ten Walle vurschreven sachte, dat het huer toebehoerde, hebben wij huer dat wedder laten volgen voer de vurschreven 2 ½ gul[den] ende van het maelen, dat wij daerop hadden laeten doen, heeft sie betaelt omtrent 19 stuiver Brabants Van verkoften sade Den 3 Novembris heeft Henrick Onser Lieve Vrouwen maecht mij gebracht van verkofte boeckweyte 16 gulden 10 stuiver Ontfanck van zaliger meester Wilhelmus Honorius almissen Uthgeven van zaliger meester Wilhelmus Honorius almissen Den zesentwintigsten Aprilis hebben die moeder in t Spittael ende mijn masschap ende ick eendrechtelicken gegeven die plaetze, die suslange Thomas Garritz gehadt heeft, aen Derrick Honnars alias Frenneborch, van nu voertaen aen te gaende ende te genieten naer inholt der fondatien omme Latijn toe leeren ende so naer nu ter tit niemant van den bloede is, die in universitate studeert ende dat dorch gebreecke van gelde, t welcke onder die schulderen staet ende daer nu omme gependt ende gerecht wort, totdat men in de booringe ende voerraet wedder kompt, is voer goet van den moeder ende ons luden vurschreven aengesien, dat in de plaetze universalis study eener van der naesten gestalt is hier toe Zutphen omme Dusch te leeren twee jaeren lanck ende daertoe te volleste hebben 12 daler ende wort genuempt Henrick Honnartz alias Beeckman ende want men wedder in voerraet is, sullen die vurschreven testamenteuren het testament ofte fondatien eygentlick achtervolgen Is oick den beghyfftigen aengesecht, so veer sie luden niet stedich bij der schoelen blijven, so sal men hun luden voer yder maent een daler aff trecken Prima Augusti hebbe ick aen Fie Thomas vanweegen huer sonne Garrit Thomas gedaen een Barchsen daler ende noch een Nimmechsen daler, die ick miene sie wal begheven sul voer twee daler 4 stuiver Den 26 Septembris hebbe ick aen Fie Thomas noch gedaen 30 stuiver, hiermet heeft sie geboert voer hueren zalige soen soovele huer tobehoirt van twee jaeren Den 17 Novembris hebbe ick aen Fie Thomas betaelt opt het darde jaer, dat sie noch boren sal vanweegen hoers zalige soen, 4 daler Dat uthgeven van der karcken Dit naerbeschreven is uthgegeven voer allerley rietschap totten timmer, welck in dit jaer gedaen is ende in t eerste voer holt, balcken, plancken, latten, ribben ende allerhande ander holt ende touwen, negelen, kalck, dack pag. 13

14 Den negenden Januarii gekoft voer 1 stuiver lootnegel Den twaalfden Januarii van den tousleger betaelt van die touwen, die hie der karcke gemaeckt ende vermaeckt hadde, 3 daler 7 stuiver Brabants Den dertienden Januarii aen Evert Valken gesant met meester Henrick Leydecker voer leynegel 12 ½ stuiver Den vierden Martii aen Derrick Haemaecker betaelt voer het leer daer den klepel van de groote klocke aen hanckt, 26 stuiver 1 oert Den vijftienden Martii voer ses tonnen kalcx betaelt 2 gulden ende 10 stuiver Den vierentwintigsten betaelt aen de die holtsagers op de Brandehorst voer dardehalff hondert plancken te snijden, 20 stuiver Noch van holt te behouwen drie dachueren aen twee mans, facit 42 stuiver Den vierden Aprilis geloont die twee holtsagers op de Brandehorst van anderhalven dach dachuer, item van 20 honder peppelen latten te snijden ende 20 voet plancken, facit t samen 3 gulden 6 stuiver Den tweeden Julii aen meester Aernt Kistemaker gedaen voer drie stucken wagenschot 2 gulden 1 stuiver Item den genoten ende meester Aernt, van Deventer die stucken hier toe brengen omme die te laten snijden omme te biesongen aen t oxael, betaelt 8 ½ stuiver Brabants Op Karmsavent aen meester Wolter gedaen voer een mengelen alys op de klocken te smeeren 4 stuiver 4 plack Item op Karsavent voer een mengelen alys, daer meyster Wolter de klocken mede smeerden, 4 stuiver Steen, kallick, leyen ende allerhande steenwarck Den negenentwintigsten Januarii betaelt aen meester Garrit Ticheler sijn huysfrou voer drieduysent stiens ende van anderhalf duysent te vueren 18 stuiver, dat ander anderhalf duysent haelden het Nieuwe Gasthuser wagen, facit 4 daler van 30 stuiver ende 24 stuiver Brabants Ultima Maii betaelt voer zes tonnen kalcx 2 gulden 4 stuiver Op Karsavent betaelt aen Johan Tousleeger voer twee spitsinge, item voer twee lijnen toe die gruefen, item noch voer een spitsonge, noch aen de klockrepen gespitz verdient 7 stuiver, facit t samen 24 ½ [stuiver] Alderhande ijserwarck, kaper ende loot dat gekoft is ende men heeft laeten maken Den tweeentwintigsten Januarii hebbe ick met Willem van Egmont gereekent en hem aen verdient loon gegeven naer uthwijsen sijn zedele 12 gulden 19 stuiver, hiermet is hem t jaer van [15]76 met alle voergaende jaeren betaelt Den tienden Januarii aen meester Henrick Leydecker gedaen, dat hie voer vijfftich dobbele lootnegel betaelden 2 ½ stuiver pag. 14

15 Den vijfentwintigsten Martii gekoft van een vrou van Nimmegen in presentie van mijn masschap, meester Wolter ende meester Henrick Leydecker aen tegnagel, leynagel, latnegel, scharpelinck 4 gulden 4 stuiver Den zevenden Novembris gereeckent met Willem Kremers vrou van de negegelen die daer gehaelt weeren ende gekommen tot Machielz huys te repareren aen de wantstaeven ende opsettelz ende oick voer een half duysent leynegel op de karcke verbiesiget, t samen 20 stuiver Dit is uthgegeven voer schattonge ende derhalven aen der karcken rente gekortet Den vijfden Februarii gesant aen de scholtis van Brummen de somme van 24 stadtgulden voer die schattonge van der karcken guederen in t Ampt van Brummen geleegen ende is geweest die leste uthsettinge naer uthwijsen deser hier inne gelachte quictantie Allerhande looninge dachures, baden ende anderen die in de kercken dienst geweest sint Den zeventienden Februarii geloont aen meester Thomas Stie[n]metzeler, dat hie in de karcken huyse in de Laerpoorte twee en een halve dach gearbeyt hadde, 12 ½ stuiver Den zeventienden Februari geloont meester Wolter van dat hie aen t heck aen Onss Lieve Vrouwenweert ende in den karcke tot een dach toe gearbeyt hadde, 5 stuiver Den zevenden Martii betaelt aen de dootgrever van ses tonnen kalcx te beslane, vijff stuiver min 1 oert, noch van de anderhalffen dach in t karcken warck ende met eyken bomen op de Vismarck te paten, 7 ½ stuiver Den zeventienden Martii aen meester Wolter betaelt een dachuer van dat hie toe Hengele geweest hadde, facit 5 stuiver Ultima Martii van dat meester Wolter met ons op die Brandehorst was, 5 stuiver ende van dat hie die kaste helpten verhangen in de karcke, 2 ½ stuiver Secunda Aprilis den dootgrever geloont van ses daghen, dat hie met den langen bessem de karcke schoon gekeert heeft, facit 1 gulden 2 stuiver Op Paeschavent aen meester Wolter betaelt anderhalve dachuer van dat hie toe Hengele op de Brandehorst geweest hadde ende dat hie die klocken gesmeert etcetera, 7 ½ stuiver Brabants, noch hem gedaen tot een mengelen alys te koopen, 5 stuiver 5 plack Den twintigsten Maii aen de dootgrever betaelt anderhalve dach die Liberie schoen gemaeckt heeft ende in de lodtze stien verwegen 7 ½ stuiver Op Pinxterdach betaelt aen meester Wolter met twee sijner knechtz van ses daghen, dat sij op de Brandehorst getimmert hadden, 3 gulden ende 24 stuiver Den vijfden Junii den dootgrever van ses tonnen kalcx te beslaene 4 stuiver 3 oert Den tienden Junii hebbe ick met Koop den kaerman ende Warner gereekent van alles hie dit verleeden jaer der karcke aff verdient heeft met varen ende heeft sich bevonden, dat het beloopt tot die somme van drie gulden ende 18 stuiver Brabants pag. 15

16 Den twaalfden Junii den maeler betaelt van dat hie die tafel van heer Pin zaliger vernisset hadde, 17 stuiver Den vijftienden Junii aen meester Aernt Kistemaker gedaen omme busebalcken negelkes te koopen aen een tafereel te slaen, 3 oert 1 ½ plak Den vierden Junii hebbe ick Jan op de Brandehorst gedaen tot deckstro te koopen, gedaen 3 daler, noch tot die deckers te loonen 3 daler, facit 6 gulden 12 stuiver Den negentienden Maii heb ick dorch Thomas Schimmelpenninck laeten loonen Lambert Holtsnider van Hengel, van dat hij op de Brandehorst drie daghen lanck peppelen latten gesneden hadde, daeghes 6 ½ stuiver Brabants, facit 19 ½ stuiver Brabants Noch geloont Lamberts hulper genant Wessel, vier daegen arbeyts, daghes 6 ½ stuiver Brabants, facit 26 stuiver Noch geloont twie mennen van Wenters[w]ick ende heyten den eenen Garrit Hinckamp ende den anderen Henrick ten Klooster, van twie daghen peppelen latten te snijden, facit 26 stuiver Aen meester Wolter van dat hie op de Brandehorst gearbeyt hadde ses daghen, daeges 6 stuiver, facit 36 stuiver Aen meester Wolters knecht Harman vijf daeghen, facit 1 gulden 2 stuiver Aen sijn knecht Jan vijf daghen, facit 1 gulden 2 stuiver Den tweeentwintigsten Meii alz mijn masschap ende Thomas Schimmelpenninck te Hengele weeren, gekoft voer 6 butkes roggen en weggen ende alsdoe eenen spanen mitter gegeven van drie mitten spaenen toe setten, ellick mitte 2 ½ stuiver, facit 7 ½ stuiver, item voer een halff hondert lasnegel voer 4 ½ stuiver, facit t samen 13 stuiver 9 plack Op Pinxteravent noch geloont aen Garrit Hunckamp ses daghen snijdens, facit 1 gulden 11 stuiver Item aen Henrick ten Klooster van ses daeghen snijdens 1 gulden 11 stuiver Noch aen Lambert Holtsnider vijff daghen, facit 1 gulden 4 ½ stuiver, aen Wessel vijff daghen 1 gulden 4 ½ stuiver Item aen Jan op de Brandehorst gedaen dorch Thomas Schimmelpenninck, dair hie dack omme koopen sul, 6 gulden Item meester Wolter hadde aen bier laeten haelen voer 12 stuiver ende 7 plack Noch den luden die dat wantholt toe Wichmont averfuerden, dat op de Brandehorst sul weesen, 6 stuiver Den negenentwintigsten Junii betaelt aen meester Wolter van dat hie die bijsleye aen vrou Van Lintz huys gemaeck hadde ende noch wat op de karcke twee daghen, facit 10 stuiver ende van eenen henxel ter versmieden hadde meester Wolter verlecht 1 stuiver Den dertigsten Junii gegeven aen den timmerman daer aen bestaet was Michielz huys toe Halle op te weeghen, een vane biers, 4 stuiver pag. 16

17 Den eenentwintigsten Julii aen meester Thomas Stienmetzeler betaelt selff andert een dach, dat hie gearbeyt aen Tryne van Lintz huys, 10 stuiver Den eenentwintigsten Julii betaelt aen meester Aernt Kistemaker van dat hie die taferelen van wagenschot bereyt ende in t oxal gepast, met den lijm 1 gulden 22 stuiver ende van het wagenschot te snijden 7 ½ stuiver Den 24 Augusti betaelt aen Aernt Kistemaker van drie schoeff hie aen t oxael gearbeyt ende voer 1 ½ stuiver negelen, facit t samen 6 stuiver Brabants Den tweeentwintigsten Septembris aen meester Aernt betaelt een dachuer van dat hie in het hillich sacramentshuy[s]ken een keersen kistken maeckten, 6 stuiver Brabants, noch aen hem gedaen voer een half hondert der kleyner negelen hie daertoe biesichden, 1 stuiver 1 plack Den 26 Septembris betaelt aen meester Aernt Kistemaker van drie dagen ende een schoeff, dat hie in de raetskapelle aen t gestuelte ende in de Barlheze aen vrou Richters huys gearbeyt hadde, 19 ½ stuiver Item daer toe gehaelt hondert doernagele ende hondert latnegele, facit 5 stuiver 5 plack Den negenentwintigsten Septembris betaelt aen meester Thomas Stienmetzeler, voer hem ende sijn knecht ende opperknecht van anderhalve dach dat sie op den karcken ende in der karcke gearbeyt hadde, 24 stuiver Item noch van een schoeff, dat meester Thomas knecht aeen een dorpel in de Hacforder huyker (bedoeld: huyser? en dus dubbel?) huskes gearbeyt hadde, facit 1 ½ stuiver Op Simonis ende Judendach geloont aen meester Thomas Stienmetzeler een dach, dat hie aen den kelder onder die schoele gearbeyt hadde, 6 stuiver Den lesten Novembris gedaen aen meester Wolter tot een mengelen olys om de klocken te smeeren, 4 stuiver Ultima Novembris aenen den dootgrever betaelt van dat sijn vrou ende soen de kieselinge in den kelder droegen, vijff stuiver Den achtsten Decembris aen meester Henrick Leyendecker van dat hie aen den toorn ende op Thonis ter Poorten huys twee daghen gedeckt hadde self anderde, facit 20 stuiver Op Karsavent geloont aen meester Aernt Kistemaker van een dach, dat hie in Jenneken van Tielz huys ende in vrou Richters huys gearbeyt hadde, 6 stuiver Item aen hem gedaen, dat hie betalen sul tot Willem Kremers huys voer drie vierdel soldernegel 2 stuiver 6 plack Dit naerbeschreven is betaelt ind verloont die lude, die in der karcken warck sijn geweest als leydecke[r]s ende pannendeckers van decken ende stoppen Den tweeden Februarii aen meester Henrick Leydecker betaelt van anderhalve dach, dat hie het rectoirs hus ende de schoele bereeden heeft selff anderde, 15 stuiver Brabants Den dertienden Januarii aen meester Henrick Leydecker betaelt van dat hie dat kappe op die Liberije wedder vestichden, 5 stuiver pag. 17

18 Den tweeentwintigsten Januarii betaelt voer veertien pannen, die daer worden gelecht in de Spittaelzpoorte op des karcken hus, 3 stuiver Den tienden Januarii aen meester Henrick Leydecker ende sijn soen betaelt van een schoeff dages, dat hie op de Liberije arbeyden, 2 ½ stuiver Penultima Aprilis betaelt aen Wessel Schipmaker voer 1500 deckpannen, die hie van Kampen heer brachte, 10 gulden 20 stuiver, item voer die vracht 2 gulden 5 stuiver, noch 1 stuiver ses placker die sie uth het schip laden, dese pannen sijn gekommen op die olde schoele Den vijfden Maii aen meester Henrick Leydecker betaelt, dat hie self darde drie en een halve dach gearbeyt heeft op te olde schole, voer hem dages 5 stuiver, voer sijn knecht ses stuiver, voer sijn jonge oft opperknecht 4 stuiver, facit in al als 1 ½ daler 1 oert, noch foer stro daer die focken aff gemae[k]t sijn, 4 stuiver Brabants Item noch aen die old schole een dach 15 stuiver Item geloont aen meester Henrick sijn knecht ende opperknecht den twaalfden Maii van ses dagen dat hie die karcken huser in de Laerpoorte gedeckt ende versien, facit 3 gulden 6 stuiver, noch voer decstien ende olde pannen 10 stuiver Prima Octobris betaelt aen meester Henrick Leyendecker met sijn knecht ende opperknecht van twee en een halve dach, voer hem daghes 5 stuiver, voer sijn knecht 6 stuiver, voer sijn opperknecht 4 stuiver, facit t samen 1 ½ daler Den sesten Octobris betaelt aen den timmerman van Eertbeeck, daeraen bestaet was Machielz huys te Halle te maecken, 1 ½ gulden 3 stuiver Den darden Novembris aen meester Henrick betaelt, dat hie verdient hadde aen t huys te bestricken ende gaete te repareren, daer die kistemaker in woent in de Spittaelspoorte, 18 stuiver, eodem die aen hem betae[l]t, dat hie op de karcke eenen dach met sijn soen gearbeyt hadde, 11 stuiver Den tienden Novembris heb ick meester Henrick ende sijn soen betaelt van vier en een halve dach, dat sie op de karcke gearbeyt hadde ende den opperknecht twee daghen, t samen 2 gulden 1 ½ stuiver Den dertienden Decembris aen den pannebeckers vrou betaelt twee stuiver voer die pannen meester Henrick op Thonis ter Poorten huis gedeckt hadde, 2 stuiver Den glasemaker van nije glase te maken ende van olde te stoppen ende toe vernijen Den twintigsten Martii meester Johan Glasemaeker betaelt van den jaere [15]76, t welck hie aenen de die karckenglaser verdient heeft, noch 6 daler ende 2 stuiver, die parter staen in dese sijn cedele hier inne gesteecken Op onser karmisse hebbe ick meester Wolter naer older gewoente een karmisse gegeven, te wetten een kanne wijns, dit is van het offer genamen Item den koster naer older gewoonten van het beyeren een licht pont, te wetten vijff witten, dit is van het offer genamen Van lakenen die tot behoeff den armen gekoft sinnen pag. 18

19 Den negenden Januarii hebbe ick Jacob Gulicker betaelt noch 32 ½ daler van 30 stuiver, hiermet sijn die thien laeken van anno [15]76 gekoft, heel betaelt Anno 1577 hebben mijn masschap ende ick gekoft van Jacob Gulicker twelff volbezegelde Zutphensche lakenen, yder laken voer elff gulden min 1 oert laken gulden, dus te wetten van 22 stuiver Hierop hebbe ick betaelt den 23 Octobris 36 daler, den 23 Decembris hebbe ick Jacob Gulicker gedaen 16 daler Den 25 Novembris noch gedaen aen Jacob Gulicker 11 daler Jacob is betaelt van de twaalf lakenen, die hie gelevert heeft anno [15]77 Dit is dit jaer geloist, angekoft ende angeworven Den elfden Maii hebbe ick gedaen aen de weduwe zaliger Jan Busques rentmeester in den Nieuwen Gasthuys geweest, de somme van vijfftich daler, t stuck gereeckent ad 30 stuiver, want het Gasthuys vurschreven huer zaliger man noch schuldich was ende het Gasthuys denmael gheen gelt ende hadde omme de vurschreven vrou te contenteren, so hebbe ick aen huer dese vurschreven somme gedaen van het karcken gelt ende de rentmeester Jan ter Breyde sal de vurschreven pennongen vanweegen den Gasthuyse vurschreven de karcke wedder ontrichten ofte vesten Dit is op sommige reysen vertert, verfaren ind uthgegeven Den vijfentwintigsten Januarii den secretarisen van een volmacht betaelt 10 stuiver Brabants Den goltsmit in de Hoffstrate van dat hie die karcke etlick golt woech, gegeven 1 stuiver 1 oert Den vijftienden Martii tot Thomas Schimmelpenninck huys gegolden tot den wijncoop van de Westeroy om dit jaer te seyen, twee kannen, facit 14 stuiver Den 27 Martii alz mijn masschap ende ick met meester Wolter op die Brandehorst weeren, verteert aen bier ende kost 7 ½ stuiver ende voer het ontbitten in t kosters toe Wichmontz huys 7 stuiver Brabants Den tienden Junii als mijn masschap ende ick ende den rentmeester toe Halle weeren, veerteert voer wijn, een vierdel van een lam, botte[r], kese, broot etcetera, t samen 1 gulden 2 stuiver 1 ½ plack Alz Thomas Schimmelpenninck sijn rekenonge dede van anno [15]77, heeft hie mij avergelevert een zedele dese naestvolgende partes in t langen verhalende, die hie de karcke verschaten ende ick hem vanweegen der karcke betaelt hebbe, de ick hier in t kort gesommeert hebbe ende de principale zedele hier in dit boeck gesteecken Item op Sint Jansdach, als wij de burgmeesteren Henrick van der Kappelle ende Gaert Barner, oick Elderinck gebeeden hadden omme ons Schaeps fonder ende het Brinxen helpen te besichtogen om de querellen, die wij met den amptman Meeckeren en hadden, toe sclichten, is verteert aen hamelfleys, lamfleys, hoener, botter, brant, item ander onkoste van wijn ende onkost van fueren, allet naer utwijsen des rentmeesters zedele, de somme van 2 gulden 23 stuiver 3 plack Den dertigsten Augusti doe wij toe Halle weeren, verteert in alles 25 stuiver 4 ½ plack pag. 19

20 Den tweeden Octobris heeft Thomas betaelt aen Rotbeeck van twee brieven te schrijven van het landt, dat wij verbutten met den commandeur, voe[r] t schrijven 10 stuiver, voer was 5 stuiver, voer doernegelen een half hondert 2 stuiver, van Harman Hondert te besetten 2 stuiver Aen Theuus Hertebroeck gelient 6 gulden 12 stuiver Noch van Meeckerens gelt dat mij Thomas averbetaelt hadde, 1 stuiver 1 ½ oert Den achtsten Januarii, doe Gijsbert van Meeckeren Schaeps fonder ende het Brinxken wolde pachten ende noch niet eens en worden, verteert aen wijn ende kost 1 gulden ende 27 stuiver Op den vierden Februarii als Thomas vurschreven sijn rekenonge dede, 24 ½ stuiver Den achtsten Martii alz heer Garrit Aetzack dat karcken huys op den Karckhoff kofte, sij[n] leven lanck, verteert 21 stuiver Op den lesten dach Septembris doe wij van den commandeur dat landt koften, neemen wij mede een ancker wijns ende hielt aver anderhalf quart, 5 gulden 4 stuiver Item anno [15]78 den derden Januarii (want also des rentmeesters vurschreven zedele inholt), doe Gijsbert van Meeckeren pachten ende volle van de Raede daerbij weesen, is verteert aen wijn en kost de somme van 5 gulden ende 23 stuiver Item op den vijftienden Februarii als de rentmeesters sijn reeckenschap dede, verteert 1 gulden 4 stuiver Op den dertienden Martii doe wij dat huys op den Nijstadt kofften van Evert van der Kapellen tegenaver de karcke geleegen, doe is in t Thomas Schimmelpenninck vurschreven sijn kamer verteert drie quarte wijns, de quaerte 8 stuiver, facit 24 stuiver Alles naer breeder uthwijsen des rentmeesters zedele hier inne gesteecken, woe baven verhaelt, geteecken met de litter A Dit is voer ornamenten, siraet, klenodie ende ander dergelicke dingen, die getuycht sijn ofte hebbe laten maken oft gekoifte oft gebonden boecken Den vierden Martii gekoft een boeck geintituleert Cincq livres de l imposture et tromperie des diables des nichantemens et sorcelleries voer 12 stuiver Den zeventienden Martii gekofft hier in t schepenhuys van een boeckenverkooper van Cleve dese naestvolgende buecker omme in de Liberije to leggen In den eerster een Dusch kruderboeck, kost 1 gulden 12 stuiver Item Aureoli Theophrasi Paracelsi medici in Dusch voer 1 gulden 6 stuiver Item Consilia sive responsa, item Paraphrases feudales, Sigismundi Loffredi, item noch Consilia sive responsa, Claudii Cantiunculen, t samen voer 2 ½ gulden 5 stuiver Noch gekoft Postillam Feri in Dusch ende noch Catechismus Michaelis bischoff zu Mersseburch, beyde voer 2 gulden pag. 20

21 Den negentienden Aprilis aen meester Aernt Goyker betaelt voer een kistken, daer ick die karcken dingen ende gelt dat ick ontfang, in legge, voer iserwaerck ende holt t samen 1 gulden 7 stuiver Den zesentwintigsten Aprilis gekofft een schrijfflade in de karckmeesteren kamer voer 6 ½ stuiver Item tertia Maii betaelt aenen den saelmaecker voer t gereede ende thoom van Sint Joriens peert in t heeren koer 2 gulden 4 stuiver Den vijfden Maii den bueckenprenter van Deventer betaelt van Postillam Feri ende Herbarium te binden ende planieren 2 gulden min 1 stuiver Ultima Maii aen Harman Gedden betaelt van dat twee partes Jasonis van den bueckenbinder van Deventer harwerts brochte, 1 stuiver 1 oert Den zestienden Junii betaelt aenen den bueckenbinder van Deventer van die vurnoemde beyde partes met nieuwe leer aver te betrecken, 24 stuiver Noch eodem gegeven aen de vurschreven bueckenbinder van het binden van Sigismundum Loffredum 24 stuiver Brabants Den vierden Julii gedaen op hant aen den maeler, daer hie mede beghinnen sul varwe te koopen omme het oxal bestaen te schilderen, 1 gulden 6 stuiver Den vijfentwintigsten Julii noch gedaen aen den maeler op hant, daer hie varwe voer koopen sal tot het oxael, 2 ½ gulden 5 stuiver Secunda Augusti noch aen den maele[r] gedaen omme varwe te koopen 2 daler Den dertienden Augusti hebbe ick den maeler tot het geene hie ontfangen heeft, sovele getelt, dat het t samen beloopt 16 rijder, t stuck van 24 stuiver, waervoer hie gemaelt heeft die acht parcken in t oxael Den vierentwintigsten Novembris op het kinder karsten den vurschreven maeler gegeven 23 stuiver Van allerhande lyefflicheyt Op Hilloch Cruys Erfindengendach den luden die het groote cruys op ende aff wonden, 20 stuiver Brabants Den achtsten Junii van dat Drogenap op Hillich Sacramentzdach op den toorn spolde, 7 ½ stuiver Brabants Den vijfentwintigsten Junii alz Theuus Hertebroeck zijn pacht betaeld[e], sijn huysfrou geschenckt 7 ½ stuiver, want heur een kanne wijns gelaeff was Gegeven den luden die Onss Lieve Vrouwen belt wedder insetten op onser karmisse, 20 stuiver Op Karsavent aen gecke Sarris, gecke Jenneken, gecke Thomas, gecke Reynt voer offe[r]gelt gegeven t samen 2 ½ stuiver 1 oert Des rentmeesters precium pag. 21

22 Den vijftienden Februarii anno 1578 hebbe ick met Thomas Schimmelpenninck gereeckent van den ontfanck van den jaere 1577 ende bevint sich, dat sijn precium beloopt van desen jaere tot de somme van 21 gulden 24 stuiver, betaelt Dit is op verscheyden tijden den armen om Gades wille gegeven Den zesden Januarii heb ick den maeler, want hie niet te doen hadde, omme Gades wille gelient 10 stuiver Den vierden Februarii gesant aen een arme kraemvrou, daer die capelaen op den stoel voer bat, 2 ½ stuiver Brabants Den twaalfden Februarii gesant in den Polsbroeck tegen den monnicken hoff aver, daer de pest was, omme Gades wille 2 ½ stuiver Den zeventienden Martii voer een halff mengelen wijns tot medecijn te gebrucken, gesant aen een arme vrou die de kolde hadde, 2 klaesken Den vijfentwintigsten Martii Jan Garritz vrou toe Halle omme Gades wille gegeven 3 stuiver 3 oert Eodem die aen die olde vrouwe bij Peterken Beyers wonende 1 stuiver 1 oert Den zevenentwintigsten Martii als mijn masschap ende ick toe Hengele weeren, omme Gades onderweegen gegeven 1 stuiver 1 oert Ultima Martii gegheven een arm student van Loeven pro Deo, 1 stuiver 1 oert Penultima Aprilis aen Geertken in de Bierlhese tot volleste, dat hoer kinderen een ampt leerden, 5 stuiver Den twaalfden Maii gesant aen een arm kraemvrou in den Beckerstraet, daer op den stoel voer gebeden worden, 2 ½ stuiver Den twintigsten Maii aen Aelken de wysemoers dochter omme Gades wille gegeven 1 stuiver 1 oert Ultima Maii gegeven aen Yde op de Maspoorte omme Gades wil 2 ½ stuiver Tertia Junii aen een arm schoelepper gegeven 1 stuiver 1 oert Den dertienden een arm man die sijn bien te braken hadde, tot meisterloon 1 stuiver 1 oert Den vijfden Julii gedaen aen Harman Elderinck, want hie bat voer een arm kint dat men snijden sul op den Nijstat, 8 ½ stuiver Brabants Den vierentwintigsten Julii aen Frederick de blinde gegieven omme Gades wille 2 stuiver Brabants Den zevenentwintigsten Julii gesant een pont schaepsfleys aen Geertken die melckster in de Barlhese, alz sie die pest hadde, 2 stuiver Den achtentwintigsten Julii omme Gades wille gegeven aen een arm vrou, die met satan beseten was, 1 stuiver 1 oert pag. 22

23 Den twaalfden Augusti gesant aen den beldesnijders huys in de Barlehese, daer die pest was ende groote armoet, 3 stuiver 3 oert Den dertienden Augusti aen Thomas van Luchteren gedaen voer een arm vrou te twee flusen van oer oge hadde laten nemmen, tot volleste van haer meysterloon, 7 ½ stuiver Brabants Den vierentwintigsten Augusti aen een glasemakers vrou op de Nijstadt, daer de pest ende armoet was, gesant omme Gades wille 2 ½ stuiver Brabants Den 22 Septembris aen die wysemoeders dochter omme Gades wille gegeven 3 butkes Den tienden Octobris gesant aen een arm vrou in de Kalenstrate, daer groote armoet was, 2 ½ stuiver Den twaalfden Novembris gesant in de Beckerstrate aen een arm vrou, die aen het water lach ende daervoer gebeden was op den stoel, 1 stuiver 3 ½ oert Prima Decembris aen de doefen schoelepper gegeven 3 butkes Den achttienden Decembris aen een watersuchtige vrou in de Beckerstraete gesant 2 stuiver 2 plack Aen Frederick de blinde op Karsavent gegeven 1 stuiver pag. 23