Auteur Dr. Leo van Vlimmeren, kinderfysiotherapeut, onderzoeker, docent kinderfysiotherapie
|
|
- Simona de Jong
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis (1 à 2 avonden) Auteur Dr. Leo van Vlimmeren, kinderfysiotherapeut, onderzoeker, docent kinderfysiotherapie Doelstelling Dit IOF-thema geeft de deelnemer inzicht in de Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis t.b.v. de diagnostiek en behandeling van kinderen met Congenitale Musculaire Torticollis (CMT) in Nederland. De IOF-deelnemer maakt kennis met de aanbevolen diagnostiek, meetinstrumenten, behandeling, beleidskeuzen en verwijsindicaties. Werkwijze Het onderwerp en de werkwijze zijn eventueel geschikt voor de invulling van twee, opeenvolgende IOF-bijeenkomsten, waardoor meer discussie, reflectie en diepgang mogelijk zijn. Wanneer gekozen wordt voor twee bijeenkomsten is het raadzaam om tijdens de eerste bijeenkomst alle aanbevelingen van de richtlijn, of zo veel als mogelijk, indringend met elkaar te bespreken en tijdens de tweede bijeenkomst de implicaties voor de praktijk te bespreken aan de hand van gevonden filmmateriaal en/ of eigen beeldmateriaal. Het is een IOF-programma met een ruime hoeveelheid noodzakelijke voorbereiding. Voorbereiding: 3 uur. Contacturen: 2 à 4 uur (afhankelijk van de keuze voor één of twee bijeenkomsten). Literatuur lezen & voorbereiding per groep Ter voorbereiding lezen alle IOF-deelnemers de literatuur volgens onderstaande lijst. Leo van Vlimmeren, ea. Hoofdstuk 11, Kinderorthopedische problematiek. In: Kinderfysiotherapie (red. van Empelen, ea.). Reed Business Education Amsterdam Pagina s Fysiotherapeutisch beleid bij Congenitale Musculaire Torticollis - Evidence-Based richtlijn voor de praktijk. Eindversie van de Nederlandse vertaling, december 2016; Ieder leest indringend de 16 aanbevelingen, pag. 3-5, en de beschrijving van Congenitale Musculaire Torticollis, pag Anamnese- en onderzoekformulier CMT. Overweeg alvast de praktische toepasbaarheid als geheel of delen daarvan. De toelichtingen van alle aanbevelingen zijn uitgebreid beschreven ná de opsomming van de aanbevelingen. Verdeel de toelichtingen van de aanbevelingen in de eindversie over 4 groepen en bereid per groep voor: 1. Identificatie & Verwijzing: Aanbevelingen Fysiotherapeutisch onderzoek: Aanbevelingen Fysiotherapeutische interventie: & Ontslag & Follow-up: M.b.t. 1, 2 en 3: Beantwoord per groep, de vragen die per aanbeveling worden gesteld en bediscussieer de antwoorden tijdens de IOF avond. Stel de consequenties voor de dagelijkse praktijk met elkaar vast. Spreek vooraf af dat één van de IOF-leden de enige is die de uitwerkingen beheert en deze pas, per aanbeveling, raadpleegt tijdens de IOF-avond zelf, nadat de IOF-leden eerst zelf de discussie hebben gevoerd. 4. De vierde groep zoekt YouTube filmpjes m.b.t. torticollis oefeningen ( torticollis exercises infant, stretching exercises, etc.) en beschouwt deze zéér kritisch. Beargumenteer waarom dergelijke oefeningen wel of juist niet in Nederland gebruikt worden. Deze filmpjes worden gezamenlijk bekeken tijdens of aan het einde van de IOF avond, waarbij de voor- en nadelen worden besproken. Geïnteresseerden kunnen de oorspronkelijke richtlijn raadplegen in de publicatie: IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis dr. Leo van Vlimmeren pag. 1
2 Kaplan, SL, Coulter C, Fetters, L. Physical Therapy Management of Congenital Muscular Torticollis: An Evidence-Based Clinical Practice Guideline. Pediatr Phys Ther, 2013;25: IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis dr. Leo van Vlimmeren pag. 2
3 Bijeenkomst(en) Beantwoord de vragen die per aanbeveling worden gesteld en bediscussieer de antwoorden tijdens de IOF avond. Wat zijn de consequenties voor de dagelijkse praktijk? Gebruik de gevonden filmpjes om de aanbevelingen aanschouwelijker te kunnen bespreken. Uiteraard is iedere IOF-groep vrij om de keuze te maken voor één of twee avonden, èn om deze naar eigen voorkeur in te delen. Identificatie & Verwijzing: Aanbevelingen CMT wordt in de oorspronkelijke publicatie ingedeeld in 3 typen. Welke zijn dit en hoe verhouden deze zich tot de in Nederland gangbare indeling van torticollis bij jonge kinderen? Wat zijn de eerste signalen die kunnen duiden op de aanwezigheid van torticollis bij pasgeborenen? Volgens de richtlijn wordt CMT ingedeeld in drie typen, namelijk 1. Posturale CMT ; 2. Musculaire CMT zonder fibrosering van de SCM ; en 3. CMT met fibrosering van de SCM. Ad 1. Posturale CMT presenteert zich door een posturale voorkeur van het kind zonder spier- of passieve ROM beperkingen en is de mildste vorm. Ad 2. Musculaire CMT presenteert zich met verkorting van de SCM en beperkingen in de passieve ROM. Ad 3. De meest zeldzame vorm presenteert zich met fibrosering van de SCM en beperkingen in de passieve ROM. De posturale CMT zoals de Amerikaanse praktijkrichtlijn die beschrijft wordt in Nederland niet als zodanig benoemd. In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen posturale torticollis (PT) en congenitale musculaire torticollis (CMT). (van Vlimmeren, ea. Diagnostic strategies for the evaluation of asymmetry in infancy a review. Eur J Pediatr 2004, 163: ) Naast de voorkeurshouding (rotatie) zijn de eerste signalen die kunnen duiden op een CMT type 2: Pseudotumor Of Infancy (POI) in de m. sternocleidmastoïdeus aan de contralaterale zijde van de voorkeursrotatie. Tevens kan ipsilaterale cervicale lateroflexie een aanwijzing zijn. Type 3 kan pas na een half jaar worden onderscheiden. 2. Bij persisterende torticollis (alle 3 typen) is kinderfysiotherapie de eerste keus voor verwijzing. Leg uit waarom. Welke literatuur levert daartoe bewijs? Kinderfysiotherapie is de enige conservatieve behandelvorm bij zuigelingenasymmetrie waarover evidentie bestaat: van Vlimmeren LA, van der Graaf Y, Boere-Boonekamp MM, L Hoir MP, Helders PJM, Engelbert RHH. Effect of Pediatric Physical Therapy on Deformational Plagiocephaly in Children With Positional Preference. A randomized controlled trial. Arch Pediatr Adolesc Med 2008;162: van Wijk RM, Pelsma M, Groothuis-Oudshoorn CG, IJzerman MJ, van Vlimmeren LA, Boere- Boonekamp MM. Response to pediatric physical therapy in infants with positional preference and skull deformation. Phys Ther Sep;94(9): Öhman AM, Nilsson S, Beckung ERE. Stretching treatment for infants with congenital muscular torticollis: physiotherapist or parents? A randomized pilot study. Phys Med Rehabil. 2010;2: De studentengroep die de Nederlandse vertaling heeft gemaakt, heeft tevens een Anamnese- en onderzoeksformulier voor CMT gemaakt, mèt aanpassingen voor de Nederlandse situatie. Iedereen heeft deze gelezen. Bespreek deze in grote lijnen en beoordeel of deze implementeerbaar is in je eigen praktijk. Wat is bruikbaar en wat niet? Bespreek dit aan de hand van de ideeën die eenieder hierover heeft gevormd bij het vooraf lezen en bestuderen van het Anamnese en onderzoeksformulier. Hierop is geen eenduidig antwoord mogelijk, doch is afhankelijk van individu, persoonlijke- en bedrijfsmatige verslaglegging. IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis dr. Leo van Vlimmeren pag. 3
4 4. Naar welke aspecten van het kind wordt in hoofdzaak gekeken tijdens het screenen van kinderen met CMT? State, spontane en uitgelokte houdingen/ bewegingen, met het accent op de cervicale regio en het hoofd. 5. Bij het onderzoek van kinderen met CMT is het noodzakelijk dat ieder zich vergewist van de mogelijk aanwezige rode vlaggen. De meeste zullen bekend zijn. Maar wat wordt bedoeld met dyspnoe, sunsetfenomeen, retropharyngeaal abces, syndroom van Sandifer, syndroom van Grisel en peroxismale torticollis? Wanneer je het niet zeker weet, zoek het op en beschrijf deze beelden. Deze beelden kunnen m.b.v. internet worden opgezocht. Overtuig je ervan dat de informatie komt van betrouwbare, valide website-bronnen. 6. In Nederland wordt bij CMT niet standaard beeldvorming uitgevoerd. In welke gevallen, bij welke symptomen zou je liefst wel beeldvorming laten uitvoeren, en welke argumenten heb je daarvoor om de arts daartoe te verzoeken? Wanneer je bewegingsbeperkingen en/of persisterende houdingen vaststelt, welke niet te relateren zijn aan myogene beperkingen. Mogelijk is er sprake van wervel-anomalieën of co-morbiditeit waarvan de etiologie niet klinisch is vast te stellen. Fysiotherapeutisch onderzoek: Aanbevelingen Welke onderdelen bevat het fysieke onderzoek bij kinderen met CMT? Noem ze allemaal en geef het belang ervan aan. Hoe leg je de onderzoeksbevindingen zo SMART mogelijk vast? Cervicale ROM actief en passief d.m.v. goniometrie (Arthrodial Protractor) Spierkracht cervicaal d.m.v. Muscle Function Scale Positie hoofd: foto s Bewegingsverloop cervicaal: film Hoofdvorm: plagiocephalometrie Gelaatsvorm: foto s 8. Bij de samenstelling van het onderzoeksformulier, analoog aan de Nederlandse bewerking, is niet gekozen voor de Amerikaanse indeling voor de ernst van CMT, bedoeld als de mate van voorkeurshouding (niet de schedelvervorming). Wat zou(den) de reden(en) kunnen zijn van het niet gebruiken van deze indeling? De Amerikaanse indeling is zeer gedetailleerd. De Nederlandse vertaalgroep/ experts twijfelen aan de werkbaarheid vanwege de kleine en wellicht onvoldoende differentieerbare verschillen tussen de graden van ernst. 9. De motorische ontwikkeling bij CMT kan met verschillende instrumenten worden vastgesteld. Welke zijn dit en wanneer kies je welk instrument en waarom? AIMS, BSID-III, TIMP. Afhankelijk van de leeftijd van het kind. IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis dr. Leo van Vlimmeren pag. 4
5 10. Waarom is het nodig om de zogenaamde participatiestatus vast te leggen? Op welke manier doe je dit? Wat doe je er vervolgens mee? Geef voorbeelden uit je eigen praktijk. Breng eventueel foto s en filmpjes mee en bespreek deze. Met participatiestatus wordt ADL van de zuigeling bedoeld, d.w.z. alle vormen van hantering, positionering, betrekken bij alle dagelijkse activiteiten. Deze hebben uiteraard zeer veel invloed op de posities en activiteiten, die de voorkeurshouding en het liggen op een centrale hoofd-spot (veel) kunnen bevorderen. 11. Het vaststellen van de prognose bij CMT vraagt veel kennis van het beloop van het ziektebeeld en veel ervaring. Op welke manieren kunnen veelal jonge kinderfysiotherapeuten aan deze kennis en ervaring komen? Zijn er mogelijkheden om elkaar te raadplegen? Zijn er netwerkcontacten m.b.t. CMT? Welke experts zou je kunnen vragen om te adviseren? Kinderfysiotherapie is een praktisch vak en vraagt veel praktische scholing. Zuigelingenasymmetrie is heel veel meer dan een baby met een scheef hoofd en vraagt grondige studie en toenemende ervaring. De EKWIP workshops zuigelingenasymmetrie 1, 2 en 3 zijn erop gericht de benodigde kennis op maat aan te leveren en voorzien in de behoefte om vooral praktisch onderwijs te krijgen, met inbreng van (eigen) casuïstiek. Informatie: info@ekwip.nl Na het volgen van deze workshops kunnen cursisten de docenten van de workshops consulteren bij vragen over eigen casuïstiek. Het benoemen van de prognose voor fysiotherapie management zorgt voor een heldere communicatie van verwachtingen voor de ouders/verzorgers en geeft objectieve gegevens voor terugverwijzing als de resultaten niet worden behaald. Fysiotherapeutische interventie: Kinderfysiotherapie bij CMT bevat 5 hoofdaspecten. Benoem ze en geef van elk aspect 2 voorbeelden welke je zelf bij voorkeur gebruikt bij het oefenen/ adviseren. Bespreek met elkaar de opbouw die de voorkeur heeft en beargumenteer deze. Mogelijk heb je hierbij ook foto s en filmpjes om je eigen werkwijze te illustreren. Een veel gebruikte, essentiële mobiliseringsvorm en adequaat bij CMT is het manueel rekken van de musculatuur. Bespreek met elkaar hoe je dit nu uitvoert: de handvattingen, de bewegingsrichtingen, de intensiteit, de frequenties, etc. Wat heeft invloed op je keuzen? Vijf hoofdaspecten: Cervicale passieve ROM Cervicale en thoracale actieve ROM Ontwikkeling van symmetrisch bewegingen Omgevingsaanpassingen Voorlichting ouder/verzorger Manueel rekken is de meest genoemde vorm van behandeling bij CMT. Er is geen consensus over de techniek en de intensiteit. Frequentie van het aantal reksessies per dag, het aantal herhalingen, de duur van de rek, de rustperiodes en het aantal personen die nodig zijn om de rek te geven varieert in de verschillende studies. Er is een trend: hoge frequentie van interventie gedurende de dag, elke dag, resulteert in een snellere reductie van de symptomen. Rekken als interventie mag geen pijn veroorzaken, als het kind weerstand geeft, meteen stoppen met rekken. Aanhoudende rek, met lage intensiteit en zonder pijn, wordt aanbevolen om microtrauma in de musculatuur te vermijden. De optimale tijd voor aanhoudende rek is niet onderzocht. IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis dr. Leo van Vlimmeren pag. 5
6 13. Wanneer kinderfysiotherapeuten hierin geschoold zijn, is het acceptabel om hulpmiddelen aan de kinderfysiotherapeutische interventie toe te voegen. Welke ken je? Waarop is de (vermeende) werking gebaseerd? Hoe zou je ze toepassen? Medical gentle tape, TOT Collar, halskraag, Mimos kussen. Voor alle hulpmiddelen geldt dat er geen evidentie bestaat en/ of dat de werking niet gegarandeerd kan worden. Kinderfysiotherapeuten mogen aanvullende interventies toevoegen na evaluatie van de toepasbaarheid voor het behandelen van CMT of posturale asymmetrieën, als toevoeging op de eerste keus interventie, wanneer deze geen adequate verbetering geeft in range of posturale alignement en/of wanneer het kind niet in staat is om de intensiteit van de eerste keus behandeling te verdragen en als de fysiotherapeut een toegevoegde training heeft gehad om de interventie uit te voeren. 14. Wanneer het effect van de kinderfysiotherapeutische interventie onvoldoende blijkt te zijn, wordt in sommige gevallen chirurgische interventie overwogen. Op basis van welke criteria zou je tot die overweging overgaan? Naar welke specialist zou je, na overleg met de huisarts, bij voorkeur verwijzen en waarom? In het Radboudumc werken in zuigelingenasymmetrie gespecialiseerde kinderfysiotherapeuten samen met de Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurg (afd. MKA). Zij stellen samen de operatie-indicatie en de kinderfysiotherapeut is bij de operatie aanwezig. Welke voordelen zou deze samenwerkingsvorm kunnen hebben? Wanneer er geen vooruitgang meer wordt geboekt en/of er progressieve bijkomende klachten zijn (schedel- en/of gelaatsasymmetrie, pijn) en/of de ROM / houdingsasymmetrie zodanig groot is, dat verwacht mag worden dat deze zeer prominent zal blijven en tot blijvende asymmetrie in vorm, houding en/of beweging zal leiden. Uiteraard is veel expertise nodig om dit adequaat en doeltreffend in te kunnen schatten. O.h.a. valt de chirurgische interventie in het domein van de kinderchirurgie, de kinderorthopedie, plastische chirurgie of MKA. In het Radboudumc is aan de MKA expertise (operateurs in het hoofd-, gelaat- en halsgebied), de gespecialiseerde kinderfysiotherapie toegevoegd. Het functioneel bewegingsonderzoek van de cervicale regio wordt niet alleen pre-operatief maar ook tijdens de operatie uitgevoerd. Ontslag & Follow-up: Wanneer de kinderfysiotherapeutische interventie afgesloten wordt, leg je uiteraard een aantal resultaten vast. Welke en hoe doe je dat? Dit zijn in principe dezelfde aspecten als bij aanbeveling 7 met dezelfde meetinstrumenten. 16. Wat is een ideale follow-up termijn voor kinderen die op de zuigelingenleeftijd een voorkeurshouding hadden? Is er differentiatie nodig per type CMT? Hoe zou je daarin kiezen? Follow up: Bij CMT elke 3 maanden na ontslag tot de leeftijd van 18 maanden controleren: veranderende hoofdhouding, hoofdvorm en gelaatsvorm, strengvorming SCM, passieve angulaire lateroflexie en rotatie (links-rechts) en ontwikkelingsmijlpalen. Daarna nog een controle na 6 maanden. Definitief stoppen wanneer bij de laatste controle een permanente normale hoofdhouding, volledig normale actieve- en passieve ROM en gelaatssymmetrie bestaan. Bij twijfel altijd een expert raadplegen. IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis dr. Leo van Vlimmeren pag. 6
7 Tenslotte: In het kader van een afstudeeropdracht van de Master Pediatric Physical Therapy (MPPT) Avans+ Breda hebben Hilde van Monnikhof, Anne School, Lisanne de Koning, Simone van Merkhoven, Evelien van Hulsel, Zippora Koppers en Marjanne van der Bas in opdracht van de NVFK de Amerikaanse praktijkrichtlijn vertaald en een voorstel gedaan voor aanpassing aan de Nederlandse situatie. De vertaling van de Amerikaanse praktijkrichtlijn werd uitgevoerd door de werkgroep. Discussiepunten werden op basis van ervaring van de werkgroepleden, dr. P.E.M. van Schie en dr. L.A. van Vlimmeren en literatuuronderzoek geselecteerd en in een Delphi methode voorgelegd aan experts. Hieruit kwamen voorstellen voor aanpassing aan de Nederlandse situatie en zijn verwerkt in deze eindvertaling. Deze eindversie december 2016 is een bewerking van de Nederlandse samenvatting (L. van Vlimmeren), bedoeld om de leesbaarheid en praktische toepasbaarheid te vergroten t.b.v. kinderfysiotherapeuten (i.o.) die enerzijds belangstelling hebben voor de alledaagse praktijk, en anderzijds de wetenschappelijke evidentie ervan willen kunnen lezen. Wanneer alle achtergrondinformatie gewenst is, is raadpleging van de oorspronkelijke publicatie noodzakelijk. Oorspronkelijke publicatie: Kaplan, SL, Coulter C, Fetters, L. Physical Therapy Management of Congenital Muscular Torticollis: An Evidence-Based Clinical Practice Guideline. Pediatr Phys Ther, 2013;25: Deelname aan het KNGF/NVFK IOF CMT programma is een ideale aanvulling als voorbereiding en / of als verdiepingsstof bij deelname aan de praktische EKWIP workshop zuigelingenasymmetrie 3 A Specialist Course o.l.v. dr. Leo van Vlimmeren. In deze workshop wordt ruim aandacht gegeven aan CMT casuïstiek en de gevolgen, wordt eigen casuïstiek besproken onder begeleiding van meerdere kinderfysiotherapie experts op het gebied van zuigelingenasymmetrie en worden nieuwe onderzoeks- en behandelvormen geïnstrueerd en geoefend (info@ekwip.nl). IOF-programma Richtlijn Congenitale Musculaire Torticollis dr. Leo van Vlimmeren pag. 7
Anamnese- en onderzoek formulier Congenitale Musculaire Torticollis
Anamnese- en onderzoek formulier Congenitale Musculaire Torticollis Administratieve gegevens Voornaam/voorletters : Onderzoeksdatum :. Achternaam : Geslacht : jongen / meisje Naam ouder/verzorger :.. Geboortedatum
Nadere informatieFysiotherapeutisch beleid bij Congenitale Musculaire Torticollis - Evidence-Based richtlijn voor de praktijk
Fysiotherapeutisch beleid bij Congenitale Musculaire Torticollis - Evidence-Based richtlijn voor de praktijk Nederlandse vertaling en aanpassing in opdracht van Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie,
Nadere informatieFysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma
Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie
Nadere informatieKinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Afgeplat hoofdje
Afgeplat hoofdje Wat is een afgeplat hoofdje? Een afgeplat hoofdje is een vorm van een kinderhoofd waarbij deze niet rond is maar aan een kant duidelijk afgeplat is ten opzichte van de rest van het kinderhoofdje.
Nadere informatieAnamnese en onderzoek formulier Congenitale Musculaire Torticollis
Handleiding Anamnese en onderzoek formulier Congenitale Musculaire Torticollis Masterthesis Pediatric Physical Therapy Avans Hogeschool Breda H.M.J. Monnikhof A.T.M. School Mei 2015 Thesisbegeleiding en
Nadere informatieFactsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)
1/4 Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) Auteurs F. Driehuis, MSc, FT Prof. dr. M.W.G. Nijhuis - van der Sanden, KFT E. R. I. C. Saedt, MT B. H. van der Woude, MT
Nadere informatieDe grof motorische ontwikkeling van het jonge kind Wanneer is het afwijkend?
De grof motorische ontwikkeling van het jonge kind Wanneer is het afwijkend? Kathalijne Schellekens Kinderfysiotherapeut k.schellekens@grootklimmendaal.nl De grofmotorische ontwikkeling van het jonge kind.
Nadere informatieFysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?
Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele
Nadere informatieInhoud. inleiding de schouder 1 9. Redactie 1 0. Auteurs 1 1. Voorwoord 1 6
Redactie 1 0 Auteurs 1 1 Voorwoord 1 6 inleiding de schouder 1 9 1 Patiënten met schoudersyndromen in de huisarts- en fysiotherapiepraktijk 2 1 Inleiding 2 2 Patiënten met schoudersyndromen in de huisartspraktijk
Nadere informatieLezing : Frozen Shoulder Voorstel Fysiotherapeutische behandelrichtlijn bij Capsulitis Adhaesiva
Lezing : Frozen Shoulder Voorstel Fysiotherapeutische behandelrichtlijn bij Capsulitis Adhaesiva H.M. Vermeulen, R. Schuitemaker, K.M.C. Hekman, D.H. van der Burg, F. Struyf. De SNN- Praktijkrichtlijn
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieHet afgeplatte babyhoofd: meten van de afplatting en volgen van het beloop
Vanuit de klacht Het afgeplatte babyhoofd: meten van de afplatting en volgen van het beloop Leo van Vlimmeren en Paul Helders Dr. L.A. van Vlimmeren, kinderfysiotherapeut/senior onderzoeker, Universitair
Nadere informatieConclusies Orthopedie
Conclusies Orthopedie Grote interdokter variatie, bij vrijwel gelijke incidentie GC Marne is bovengemiddeld duur voor Z&Z : 8% duurder Hoge kosten orthopedie wordt veroorzaakt door: 34% meer verwijzingen
Nadere informatieProgramma. Kwetsbaarheid Fried. 2001. (geriatrie)fysiotherapie. Geriatriefysiotherapie. Diagnosticeren van en interveniëren bij sarcopenie
Geriatriefysiotherapie Diagnosticeren van en interveniëren bij sarcopenie Marjan Doves MPT Geriatriefysiotherapeut 24 maart 2015 Programma Sarcopenie vanuit fysiotherapeutisch perspectief (Geriatrie)fysiotherapeutische
Nadere informatie- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?
- Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen
Nadere informatieCHAPTER. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts
Nadere informatieRichtlijn Voorkeurshouding en schedelvervorming (2012)
Richtlijn Voorkeurshouding en schedelvervorming (01) Onderbouwing Uitgangsvraag Wat zijn de (positieve en negatieve) effecten en de kosten van behandelingsmethodes voor voorkeurshouding en schedelvervorming
Nadere informatieSNN Praktijkrichtlijn Frozen Shoulder fysiotherapeuten 2017
Schouder Netwerk Nederland SNN Praktijkrichtlijn Frozen Shoulder fysiotherapeuten 2017 Aanleiding SNN congres 2013, studie R. Koorevaar, T. Kraal Vaak negatieve effecten van FT bij FS Praktijkrichtlijn:
Nadere informatieFysiotherapie voor kinderen. Afdeling Fysiotherapie
00 Fysiotherapie voor kinderen Afdeling Fysiotherapie 1 Spelenderwijs ontwikkelen kinderen hun zintuigen en motoriek. Meestal gaat dat goed en bijna ongemerkt. Maar bij sommige kinderen duurt het langer
Nadere informatieAanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL
SCHOLINGEN PEDI-NL De PEDI-NL is de Nederlandse vertaling en bewerking van Pediatric Evaluation of Disability Inventory. Met de PEDI kan de mate van zelfstandigheid in het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten
Nadere informatieLUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:
Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen
Nadere informatieEvidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog
Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies
Nadere informatieHet schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus
Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus Procedure De redactie van Oedeminus verheugt zich op uw bijdrage aan ons blad. Voor u uw kennis, inzichten en ideeën op papier zet, is het goed om
Nadere informatieRichtlijn Niet scrotale testis (NST) (2012, multidisciplinair)
Richtlijn Niet scrotale testis (NST) (2012, multidisciplinair) 3. Samenvatting en toelichting Beslissingsanalyse en expertbijeenkomst Samenvatting Beslissingsanalyse Project beslissingsanalyse en expertbijeenkomst.
Nadere informatieBeroepsprofiel FT, KNGF 2005 Competentieprofiel, SROF Wat doen we ermee? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp
Beroepsprofiel FT, KNGF 2005 Competentieprofiel, SROF 2005 Wat doen we ermee? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Beroepsprofiel FT 2005 Domein Fysiotherapie Waarom een beroepsprofiel? Een nieuw beroepsprofiel?
Nadere informatieSamenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken
Samenvatting Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Ergotherapie is een paramedisch beroep dat gericht is op het verbeteren van het zelfstandig functioneren door het individu in de voor die persoon
Nadere informatieBiopsychosociaal model
Biopsychosociaal model binnen de behandeling van whiplash-patiënten Wendy Peeters, MScMT Dr. Arianne Verhagen Prof. dr. Rob Oostendorp 1 23-03-2001 Doel presentatie State of the art wetenschappelijke evidentie
Nadere informatieVAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE
VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie
Nadere informatievoer eventueel de ULTT uit voor de plexus brachialis en n. medianus (uitsluittest)
Diagnostisch proces Anamnese/lichamelijk onderzoek screenen op rode vlaggen rode vlaggen: vermoeden van ernstige pathologie (nekpijn graad IV) geen rode vlaggen huisarts of verwijzend specialist Vaststellen
Nadere informatieOLD SCHOOL - NEW TREATMENTS
Hoofdpijn en de nek OLD SCHOOL - NEW TREATMENTS Vereniging Nederlandse Hoofdpijncentra Woerden Dr. René Castien FT,MT, onderzoeker VUmc/EMGO Old school versus new treatments Hoofdpijn en fysiotherapie:
Nadere informatieEen asymmetrisch gelaat door torticollis bij 2 jonge kinderen
casuïstische mededelingen Een asymmetrisch gelaat door torticollis bij 2 jonge kinderen M.Holla, E.de Visser en J.W.M.Gardeniers Bij 2 meisjes in de leeftijd van 4 jaar respectievelijk 8 maanden was enkele
Nadere informatieDomeinbeschrijving manuele therapie NVMT
Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT Voor u ligt de domeinbeschrijving manuele therapie. Deze beschrijving vormt de uitkomst van het project domeinbeschrijving manuele therapie dat door het bestuur
Nadere informatieOefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij
Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit Mariëtte de Rooij Inhoud Artrose en comorbiditeit Aangepaste oefentherapie bij comorbiditeit Resultaten pilot studie Voorbeeld Conclusie Randomized
Nadere informatieSamenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15
Inhoud Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11 1 Inleiding 15 1.1 Aanleiding voor de richtlijn 15 1.2 Werkwijze 15 1.3 Patiëntenpopulatie 16 1.4 Doelgroep 16 2 De ziekte van Parkinson 17 2.1
Nadere informatieEvidence Based Practice
Hoe lees je als verpleegkundige een artikel? Anne-Margreet van Dishoeck en Marjolein Snaterse Namens de Werkgroep Wetenschappelijk onderzoek; Mattie Lenzen Ingrid Schiks Henri van de Wetering Ellen van
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieEvidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015
Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van
Nadere informatieOverzicht IOF-jaarprogramma s 2019
Dit is het overzicht van IOF-jaarprogramma s die in 2019 aangeboden worden door het KNGF. Uit dit overzicht kunnen IOF-coaches namens hun IOF een keuze maken voor een jaarprogramma om in 2019 te gaan volgen.
Nadere informatieZuigelingenasymmetrie; voorkeurshouding en deformatieve plagiocefalie
L.A. van Vlimmeren, P.J.M. Helders, Y. van der Graaf, M.M. Boere-Boonekamp, M.P. L Hoir en R.H.H. Engelbert Zuigelingenasymmetrie; voorkeurshouding en deformatieve plagiocefalie Dit artikel geeft een evidence-based
Nadere informatieHet meten van motoriek bij kinderen: prognose en evaluatie
Het meten van motoriek bij kinderen: prognose en evaluatie Samenvatting Samenvatting Hoe een kind zich op lange termijn gaat ontwikkelen is altijd een boeiende zaak, maar met name als het kind geboren
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)
VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?
Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast
Nadere informatieBeoordelingskader voor de kwaliteit van verslaglegging door fysiotherapeuten
Beoordelingskader voor de kwaliteit van verslaglegging door fysiotherapeuten Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Drs. D. Pluimers Opdrachtgever: Zorgverzekeraar VGZ Uitvoering: Kwaliteit van Zorg UMC St Radboud
Nadere informatieZuigelingen met een scheef hoofd
Klinische les Zuigelingen met een scheef hoofd Michelle M.W. Feijen, Edith A.W.M. Habets Claessens, Anke J. Leenders Dovens, Johannes S. Vles en Rene R.W.J. van der Hulst Dames en Heren, Sinds ouders het
Nadere informatieFeico Zwerver, Ton Schellart, Han Anema, Allard van der Beek, Karin Groenewoud
Feico Zwerver, Ton Schellart, Han Anema, Allard van der Beek, Karin Groenewoud Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde: een samenwerkingsverband tussen AMC, UMCG, UWV en VUmc 1 Korte samenvatting van KCVG
Nadere informatieDe bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug
De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug folder voor verwijzers Bekkenfysiotherapie Als huisarts of specialist ziet
Nadere informatieDe behandeling van lymfoedeem, ervaringen uit het lymfoedeemcentrum Drachten
De behandeling van lymfoedeem, ervaringen uit het lymfoedeemcentrum Drachten Robert Damstra, dermatoloog Expertise Centrum Lymfologie Ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten Programma Inleiding lymfologie
Nadere informatieObservationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review
Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende
Nadere informatieWorkshop doelgestuurd behandelen Parnassia Groep Dag van de Inhoud 28 september 2017
Workshop doelgestuurd behandelen Parnassia Groep Dag van de Inhoud 28 september 2017 Kees Korrelboom klinisch psycholoog en psychotherapeut Marietta van Mastrigt klinisch psycholoog en psychotherapeut
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur
Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal
Nadere informatieProf. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn
Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,
Nadere informatiee-exercise bij knie en heup artrose
e-exercise bij knie en heup artrose Ontwikkeling, evaluatie en implementatie Corelien Kloek (TiU, NIVEL, UMCU, HU) Daniël Bossen (HvA), Joost Dekker (VUmc), Dinny de Bakker (TiU, NIVEL), Cindy Veenhof
Nadere informatieNeurorevalidatie bij Centraal Neurologische Aandoeningen
Cursusinformatie Neurorevalidatie bij Centraal Neurologische Aandoeningen Overeenkomsten in symptomen en paramedische interventies Ontwikkeling en coördinatie : Frans van der Brugge Maart 2015 1 Algemene
Nadere informatieWORKSHOP 21ste symposium voor verpleegkundigen en paramedici Donderdag 11 juni 2015
WORKSHOP 21 ste symposium voor verpleegkundigen en paramedici Donderdag 11 juni 2015 H.Tefsen, MANP verpleegkundig specialist hoofd-hals oncologie J. de Heij-van den Tweel, hoofd- hals/oncologieverpleegkundige
Nadere informatiePARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN. Brochure
2018 PARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN LAGE RUGPIJN PAIN AND MOTOR INTERACTIONS Brochure OPLEIDINGSINSTITUUT CIVA B.V. Organisatie cursus Organiserende instelling CIVA B.V. Adresgegevens Rumpenerstraat
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatieHuisarts of hometrainer?
Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten
Nadere informatieNaar de kinderfysiotherapeut. Dé specialist in bewegen van kinderen
Naar de kinderfysiotherapeut Dé specialist in bewegen van kinderen Spelenderwijs leren bewegen Spelenderwijs ontwikkelen kinderen hun zintuigen en motoriek. Meestal gaat dat goed en bijna ongemerkt. Maar
Nadere informatiePatient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153
Patient gegevens Patiënt gegevens Naam: Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Postcode: 2011CG Haarlem Geboortedatum: 5-6-1996 Leeftijd: 20 Geslacht: V Telefoon: 0616287075 Telefoon mobiel: Telefoon werk: Email:
Nadere informatieInhoudsopgave Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 Doel... 2 Toepassingsgebied... 2 Werkwijze/ Uitvoering... 2
Inhoudsopgave 1. Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 2. Doel... 2 3. Toepassingsgebied... 2 4. Werkwijze/ Uitvoering... 2 4.1. Behandeling... 2 4.2. Controle/ Nazorg... 5 1. Titel Schouder,
Nadere informatieDe bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug
De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug folder voor verwijzers Bekkenfysiotherapie Als huisarts of specialist ziet
Nadere informatieComparison: Kinderen zonder deze risicofactor.
Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieHet SNN Containermodel voor klinisch redeneren. Inhoud. Klinisch redeneren. Basis klinisch redeneren
Het SNN Containermodel voor klinisch redeneren Willem-Paul Wiertz, MSc Sportfysiotherapeut, Bewegingswetenschapper Inhoud Basis klinisch redeneren Hulpmiddelen/ modellen klinisch redeneren Opbouw + uitleg
Nadere informatieEven voorstellen. Eline Bruinenberg Ariën van der Lugt Martien Hess
Even voorstellen Eline Bruinenberg Ariën van der Lugt Martien Hess Vroegmobiliseren op de ICU Literatuur Bedrust Mensen die zwak zijn door ziekte kunnen niet veel anders doen, dan naar bed te gaan Allen
Nadere informatiePolikliniek kinderfysiotherapie
Polikliniek kinderfysiotherapie De behandelend arts van uw kind heeft met u gesproken over een motorisch onderzoek op de polikliniek kinderfysiotherapie in het Radboudumc. In deze folder vindt u informatie
Nadere informatieInleiding Gedragsprotocol Kinderfysiotherapie op het basisonderwijs
Inleiding Gedragsprotocol Kinderfysiotherapie op het basisonderwijs Het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie (NVFK) erkent dat er op verschillende manieren wordt gewerkt binnen
Nadere informatieErgotherapie richtlijn voor patiënten met ALS/PSMA/PLS; knelpuntenanalyse en wetenschappelijk bewijs
www.als-centrum.nl Ergotherapie richtlijn voor patiënten met ALS/PSMA/PLS; knelpuntenanalyse en wetenschappelijk bewijs ALS congres 29 september 2017 Anita Beelen Huub Creemers Doelstellingen workshop
Nadere informatiePeer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine
Peer review EBM Inleiding Doelstellingen? Attitude: bereid zijn om evidence based te handelen, om expertise te delen, om evidentie te bespreken Kennis: wat is EBM, wat is evidentie, wat is een richtlijn,
Nadere informatieRapportage Evaluator
Rapportage Evaluator Schrijftherapie voor getraumatiseerde kinderen en jeugdigen Docent: mevrouw drs. S.J.M. Lucassen Locatie: Regardz La Vie te Utrecht STK100309 Vertrouwelijk 20-05-2010 Dit rapport is
Nadere informatieSomatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold
Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn
Nadere informatieDEEL 1: VERSCHIJNSELEN VAN STOTTEREN BIJ VOLWASSENEN
4 Inhoud INLEIDING 10 DEEL 1: VERSCHIJNSELEN VAN STOTTEREN BIJ VOLWASSENEN 14 1. Inleiding 15 2. Probleemstelling en klacht 16 2.1. De groep van volwassenen 16 2.2.1. Aantal, leeftijd en geslacht 17 2.2.2.
Nadere informatieEvidence Based Practice
Evidence Based Practice V&VN VAR Netwerkdag 25 november 2016 'Leiderschap met lef' Dr. Getty Huisman de Waal, RN Basis voor alledaagse beslissingen Traditie Ervaring Intuïtie Anekdote Eén artikel Financieel
Nadere informatieSystematic Reviews Dr. Hester Vermeulen
Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Goede zorg Effectief Doelmatig Veilig Tijdig Toegankelijk
Nadere informatieAlgemeen: - Twee collega s worden aan elkaar gekoppeld en bezoeken éénmaal elkaars werkplek.
IKB Inleiding: In juli 2005 is de Nederlandse Vereniging van Fysiotherapeuten voor Verstandelijk Gehandicapten opgericht met als doel het verbeteren van de kwaliteit van de fysiotherapeutische ondersteuning
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 9. Samenstelling van de werkgroep 11
Inhoud Voorwoord 9 Samenstelling van de werkgroep 11 Samenvatting 13 Samenvatting van de aanbevelingen 13 Symptomen van het PD 13 Criteria voor PD 14 Risicofactoren 14 Meetinstrumenten 14 Patiëntenperspectief
Nadere informatieCritical Appraisal of a Topic De 7 stappen van de CAT Bachelor geneeskunde 3de jaar AWV
Critical Appraisal of a Topic De 7 stappen van de CAT Bachelor geneeskunde 3de jaar AWV Arno Roest en Saskia Le Cessie CAT-project@lumc.nl Evidence based medicine (EBM) (Patho)fysiologie: Klachten, ziekte,
Nadere informatieWat zit er voor en achter de tabbladen
Wat zit er voor en achter de tabbladen Voor Tabblad 1 Alles over de cursus, eindopdracht en een voorbeeld van uitwerking onderzoekformulier en RPS-model Tabblad 1 Inleiding Tabblad 2 Neuropsychologie en
Nadere informatieWelkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn
Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Samengesteld door: Marcel Heijmans, MSc Leo Hagenaars Dr. Erik Hendriks Prof.dr. Rob Oostendorp 2 Opzet van de cursus
Nadere informatiebut no statistically significant differences
but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt
Nadere informatieDe 7 stappen van een CAT
De 7 stappen van een CAT Patiënt (praktijk) Vertaalslag (expert) Wetenschap (literatuur) 1 klinisch scenario trefwoorden 2 klinische vraag 3 literatuur search 4 kritisch beoordelen artikel 7 bottom line
Nadere informatieBOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER
BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:
Nadere informatieWerkgroep 5: Fit for the Future
Procesevaluatie van de implementatie van een bewegingsstimuleringsprogramma in de kinderfysiotherapeutische praktijk Werkgroep 5: Fit for the Future Leontien van Wely, MSc Bewegingswetenschapper Fysiotherapeut
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPHEFFEN CAM/PINCERIMPINGEMENT D.M.V. HEUPARTHROSCOPIE
Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPHEFFEN CAM/PINCERIMPINGEMENT D.M.V. HEUPARTHROSCOPIE 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische
Nadere informatieToP opleiding oktober 2014-2015
-2015 Informatie voor belangstellenden uit het verzorgingsgebied van het Academisch Ziekenhuis Maastricht en het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven. Expertisecentrum Ontwikkelingsondersteuning Prematuren
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatiePRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR. Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017
PRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017 VROUW, 60 JAAR, PIJN BENEN EN MOE Pijn in de benen, vermoeidheid en niet kunnen staan - Al jaren last,
Nadere informatieDomeinbeschrijving manuele therapie NVMT
Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT Voor u ligt de domeinbeschrijving manuele therapie. Deze beschrijving vormt de uitkomst van het project domeinbeschrijving manuele therapie dat door het bestuur
Nadere informatieIncura. Tips & tricks
Incura Tips & tricks 2011 Incura Fysio-EPD Pagina 1 / 24 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Andere agenda s kiezen... 4 3 Werking behandeljournaal... 5 4 Standaardteksten... 7 4.1 Een standaardtekst maken.... 7
Nadere informatieop zoek naar good practices
Werken met psychische klachten op zoek naar good practices Presentatie Congres Mensenwerk 9 februari 2015 Philip de Jong en Femke Reijenga Agenda 1. Het onderzoek 2. De bevindingen 3. De betekenis 4. Discussie
Nadere informatieMeer GRIP op het vergaderproces! Welkom
Meer GRIP op het vergaderproces! Welkom Vergaderen is een middel, geen doel! Doel van deze workshop. Na afloop heb je: Meer inzicht in de fasen in het vergaderproces (BOB) en je eigen invloed daarop; Meer
Nadere informatieBack on Track: eerste ervaringen met geprotocolleerde pijnrevalidatie in de eerste lijn. Reni van Erp, MSc
Back on Track: eerste ervaringen met geprotocolleerde pijnrevalidatie in de eerste lijn. Reni van Erp, MSc Disclosure slide Companies No relations Research funding CZ Fonds Provincie Limburg Adelante epartment
Nadere informatieMethodologie & onderzoek
JAAR 2 Methodologie & onderzoek Klinische les en Critical Appraised Topic deeltaak 11.3a en KET 11 in de leerlijn wetenschap. Wat is Een klinische les Een CAT Wat is een klinische les In een klinische
Nadere informatieChapter 11. Nederlandse samenvatting
Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,
Nadere informatieCursus pijneducatie in de praktijk
Cursus pijneducatie in de praktijk Transcare & pain in motion organiseren in het voorjaar van 2016 in het Noorden van Nederland een driedaags cursus pijneducatie in de praktijk. Data: 18 februari, 25 februari,
Nadere informatieTitel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015
Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar
Nadere informatieRevalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht
Revalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht Locatie: Grootte: Belaste hoek*: *het traject waarin het geopereerde gebied belast wordt. Let op: dit schema
Nadere informatieHardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie
Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - hersteltrainer
Nadere informatie