Beoogd effect en/of resultaat We willen Senzer duidelijke kaders meegeven voor haar uitvoeringstaken in opdracht van de gemeente(n).

Transcriptie

1 Vergadering 27 juni 2017 Gemeenteraad Onderwerp : raad op het Ondernemingsplan en Begroting Senzer 2018 B&W vergadering : 30 mei 2017 Zaaknummer : Dienst / afdeling : PSD.OSD - Ontwikkeling Sociaal Domein Aan de gemeenteraad, Door middel van dit voorstel wordt u uitgenodigd om gebruik te maken van de mogelijkheid om uw zienswijze kenbaar te maken op het Ondernemingsplan en de Begroting Senzer De begroting en het ondernemingsplan zijn het sturingsinstrument voor de gewenste richting en beleidsmatige kaders bij de uitvoering van de opgedragen taken door Senzer (o.a. Participatiewet) en de inzet van de bijbehorende financiële middelen. De financiële middelen voor uitvoering maken deel uit van de integratieuitkering Sociaal Domein, waar ook de middelen WMO en Jeugd deel van uitmaken. De integratie-uitkering Sociaal Domein maakt deel uit van het Gemeentefonds. De middelen voor de uitvoering van de BUIG (Inkomensdeel P-wet, IOAW / IOAZ en Bbz) worden als afzonderlijke specifieke uitkering beschikbaar gesteld voor de uitkeringsverstrekking. In artikel 35 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr) is geregeld dat de GR de gemeenten zes weken de tijd geeft om hun zienswijze kenbaar te maken voordat de conceptbegroting aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden. Deze conceptbegroting 2018 van Senzer dient uiterlijk 15 juli 2017 bij de Provincie aangeboden te worden. Door het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 19 april 2017 besloten de conceptbegroting 2017 vast te stellen. Er wordt naar gestreefd dat de deelnemende gemeenten komen tot een gezamenlijke zienswijze en dat deze wordt verwerkt in de concept begroting voordat deze aan de Provincie wordt aangeboden. Beleidsmatige context De Participatiewet beoogt zoveel mogelijk mensen zo hoog mogelijk maatschappelijk te laten participeren en het liefst via werk. De strategische agenda Sociale Stad en sluitende aanpak van School naar Werk sluiten hierop aan. We willen dat mensen zo lang mogelijk mee kunnen doen in de samenleving, dat ze rondkomen en vooruitkomen. Wie het nodig heeft krijgt passende ondersteuning. Beoogd wordt sociale stijging, van onze individuele inwoners, van wijken en van onze stad. Een sociaal sterke stad als de motor van ontwikkeling en voor een veilige en prettige leefomgeving, maar ook een uitdagende en kansen biedende werkomgeving. Beoogd effect en/of resultaat We willen Senzer duidelijke kaders meegeven voor haar uitvoeringstaken in opdracht van de gemeente(n). Er zijn diverse positieve elementen in de concept begroting en het ondernemingsplan opgenomen met mogelijkheden voor de toekomst. Dat komt o.a. tot uitdrukking waar Senzer wil inzetten op minder regelgeving en deregulering en meer aandacht wil geven aan wat mensen wel kunnen door benutten van talenten en uitgaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen. In de begroting en het ondernemingsplan komen ook een aantal onderwerpen aan de orde die in het kader van uw zienswijze nadere aandacht en keuzes vragen: 1. Voorwoord (blz. 4) Senzer wil verder invulling geven aan de planning en controlcyclus met daarin de rol van de raden van de deelnemende gemeenten in relatie tot allocatie van middelen, kader stellend en controlerend. Middels de concept begroting en meerjarenbegroting wil zij invulling geven aan de eerste twee rollen. blz. 1

2 Als zienswijze het besluit nemen: Dat Senzer periodieke gegevens verstrekt t.b.v. monitor Sociaal Domein, monitor Lage inkomens en statistische overzichten gemeente Helmond (conform bijlage); Om invulling te kunnen geven aan de rol van de raden, zoals aangegeven, is het van belang dat de raden door het jaar heen over de nodige management- en beleidsinformatie kunnen beschikken. Ook de jaarrekening vraagt als controlerend instrument door het jaar heen om management- en beleidsinformatie. De levering van deze gewenste informatie is diverse keren eerder aangekaart, maar heeft tot nu toe nog niet tot het gewenste resultaat geleid. Inmiddels is wel een werkgroep ingericht die medio juni voor het eerst bij elkaar komt. Middels uw zienswijze wordt het belang van verstrekking van de gevraagde management- en beleidsinformatie door Senzer, zoals in de bijlage opgenomen, benadrukt. De behoefte aan meer en betere management- en beleidsinformatie wordt door de deelnemende gemeenten breed gedeeld. 2. Werkzoekenden in relatie tot vrijwilligerswerk (blz. 7/9) Senzer wil inzetten op die mensen die een arbeidsvermogen van minimaal 30% hebben en de mensen die minder hebben qua regie voor een zinvolle dagbesteding overdragen aan de netwerkpartners die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de WMO (maatschappelijke deelname / o.a. Stadsleerbedrijf). Mensen met een arbeidsvermogen van minder dan 30% hebben alleen een rechtmatigheidsverplichting. Senzer ziet de maatschappelijke deelname binnen Senzer op termijn geheel verdwijnen. Senzer wil 3600 uitkeringsgerechtigden in een periode van drie jaar herscreenen (1200 per jaar) binnen de doelgroep maatschappelijke deelname. De verwachting is dat een aanzienlijk deel alsnog beschikbaar is voor werk en dat voor de overige ook geen inspanningen vanuit Senzer meer plaatsvinden. In het ondernemingsplan wordt door Senzer gesteld dat deze herscreening een wezenlijke bijdrage levert aan het vergroten van de uitstroom. Tevens staat aangegeven dat de herscreening een vertragend effect kan hebben op de uitstroom. Ook staat in het ondernemingsplan dat mensen in een uitkeringspositie die vrijwilligerswerk verrichten extra aandacht krijgen in relatie tot hun arbeidsvermogen. Het adagium daarbij is vrijwilligerswerk verrichten betekent de aanwezigheid van arbeidsvermogen. Als zienswijze het besluit nemen: Uitvoering maatschappelijke deelname / mensen met een loonwaarde van minder dan 30% de regie wordt overgedragen aan de gemeente (uitvoeringsteam PSD, uitvoeringspartner WMO); Uitvoering uitkeringsregelingen blijft een verantwoordelijkheid van Senzer; Met het overdragen van de regie aan de gemeente vindt ook overdracht van 3,8 fte participatiecoaches maatschappelijke deelname plaats danwel de financiële middelen voor 3,8 fte participatiecoaches maatschappelijke deelname. Dat Senzer een kosten / baten analyse opstelt ten aanzien van de herscreening en monitort op: Het aantal uitkeringsgerechtigden (jongeren t/m. 27 jaar en 27 jaar en ouder) dat is doorgestroomd naar de doelgroep werk (30%-100% loonwaarde) waarbij wordt aangegeven wat de gemiddelde loonwaarde is van de uitkeringsgerechtigden; Het aantal uitkeringsgerechtigden dat vervolgens is uitgestroomd van de doelgroep werk naar: voltijd betaald werk; deeltijd betaald werk. Welke rol spelen arbeidsmatige / medische belemmerende factoren op het al dan niet doorstromen naar de doelgroep werk of uitstroom naar voltijd en deeltijd werk? Voorzien in eigen levensonderhoud via werk gaat voor op het verrichten van vrijwilligerswerk. blz. 2

3 Bovenstaande zienswijze is besproken met de wethouders onderwijs, zorg en participatiewet en is unaniem mee ingestemd. De mening van de overige gemeenten t.a.v. de zienswijze met betrekking tot maatschappelijke deelname is verschillend. Er zijn ook regiogemeenten die ambtelijk stellen dat Senzer integraal verantwoordelijk is voor alle inwoners en dus ook voor maatschappelijke deelname en of arbeidsvermogen van minder dan 30%. Maatschappelijke deelname arbeidsvermogen minder dan 30% Senzer is niet ingericht op mensen met een arbeidsvermogen van minder dan 30%. In het kader van taakverdeling kan de gemeente de keuze maken dit zelf uit te voeren, zeker nu Senzer aangeeft eenduidige afspraken over een wederzijdse regie met de netwerkpartners (WMO) te willen maken. De doelgroep met een arbeidsvermogen van minder dan 30% betreft ook de doelgroep maatschappelijke deelname. Maatschappelijke deelname wordt steeds meer (via WMO en het Stadsleerbedrijf) o.a. ondergebracht bij de LEV-groep. Voor Helmond kan dat betekenen dat het uitvoeringsteam PSD nader invulling geeft aan de dienstverlening die geleverd wordt aan mensen met minder dan 30% arbeidsvermogen. Over invulling, werkwijze, warme overdracht e.d. moeten dan nadere afspraken gemaakt worden met Senzer. Dit geldt eveneens voor de bijzondere doelgroepen (verslaafden, daklozen) die deels aangewezen zijn op maatschappelijke deelname. Als de uitvoering maatschappelijke deelname niet meer bij Senzer ligt, betekent dit dat er personele consequenties aan deze keuze verbonden moeten worden. Immers nu zijn 3,8 fte participatiecoach werkzaam ten behoeve van Helmond in de begeleiding en coaching van de doelgroep maatschappelijke deelname. Verder is er een beperkt budget voor inzet instrumenten t.b.v. de doelgroep. Er zijn nadere afspraken nodig waar de (noodzakelijke) coaching en begeleiding van de doelgroep maatschappelijke deelname en bijzondere doelgroepen vervolgens gepositioneerd wordt en wat de eventuele financiële consequenties zijn voor Senzer nu zij die activiteit niet meer tot hun uitvoeringstaak vinden behoren. Nu Senzer de mening toegedaan is dat de participatiecoaches maatschappelijke deelname zouden moeten groeien naar de functie participatiecoach werk, zou dat een uitbreiding van het aantal participatiecoaches werk betekenen. Senzer moet dan aannemelijk maken dat de noodzaak daartoe bestaat en daar afzonderlijke financiële afspraken met de gemeente over maken. Screening 3600 uitkeringsgerechtigden: Het resultaat voor de screening staat algemeen beschreven en wordt verder niet onderbouwd. Het is ongewenst als de screening leidt tot een achterblijvende uitstroom. Dit betekent dat moet worden onderbouwd of en hoe de herscreening het gewenste effect zal bewerkstelligen en aangeven hoe een eventueel vertragend effect op de uitstroom teniet wordt gedaan. Verder wordt het als essentieel ervaren om de herscreening periodiek te monitoren middels de rapportages van Senzer. De screening wordt door de gezamenlijke Peelgemeenten als zinvol en wenselijk ervaren. De gezamenlijke mening is wel dat dit niet mag leiden tot een achterblijvende uitstroom en dat Senzer moet aangeven hoe zij dit denkt te voorkomen. Vrijwilligerswerk en beschikbaar voor werk: De hoofdtaak van Senzer is gericht op het aan het werk helpen van zoveel mogelijk mensen. Uitkeringsgerechtigden die veel vrijwilligerswerk verrichten kan van verondersteld worden dat zij beschikken over meer dan 30% arbeidsvermogen en dus aan het werk kunnen. Dat biedt voor hen ook een stap naar meer meedoen en vooruitkomen zoals bedoeld in het Programma Sociale Stad. Bijkomend effect is dat er minder druk op de uitkeringsmiddelen ontstaat. Hoewel door het aan het werk gaan, het vrijwilligerswerk voor de organisatie onder druk kan komen te staan en hinder voor de organisatie tot gevolg kan hebben. blz. 3

4 3. We gaan voor werk (blz. 9/11) Senzer onderkent de problematiek van de armoedeval, dat mensen die aan het werk gaan er financieel op achteruit (kunnen) gaan als gevolg van het geen recht meer hebben op (bepaalde) financiële tegemoetkomingen (bijv. Inkomenstoeslag). Senzer wil (in aansluiting op Deurne) een werktoeslag gaan verstrekken waarbij rekening wordt gehouden met een overgangsperiode waarin kosten vaak stijgen en bij een geringe inkomensstijging deze moeilijk gedragen kunnen worden. Voorgesteld wordt een werktoeslag tot maximaal 130% Wettelijk Minimum Loon gedurende twee jaar en opvolgend één afbouwjaar, wanneer mensen gaan werken vanuit een uitkeringssituatie en er minimaal een jaar aanspraak op een uitkering is gemaakt. Doel is gewenning aan de nieuwe situatie en opbouw van een eigen financieel buffer. Door Senzer wordt geschat dat het op jaarbasis om ongeveer 300 kandidaten gaat en heeft een bedrag ad begroot. In de uitvoeringspraktijk blijkt dat ruim de helft van de (uitvoerings)kosten van activiteiten en inspanningen voor rekening van de gemeente Helmond komt. Opgemerkt wordt dat de gemeente Helmond een minimabeleid kent afgestemd op 120% en niet zoals Deurne op 130%. Opgemerkt wordt dat het een open eind regeling betreft. Als zienswijze het besluit nemen: Dat over twee jaar aan de hand van ervaringsgegevens vanuit Deurne nadere keuze plaats vindt of het instrument werktoeslag wordt ingevoerd; Dat van die afweging de financiering van het instrument werktoeslag deel uitmaakt; Dat Senzer in het ondernemingsplan een uiteenzetting van acties toevoegt waaruit het adagium we gaan voor werk blijkt. Door de deelnemende gemeenten is door het merendeel ambtelijk aangegeven bovenstaande zienswijze in te brengen in de eigen gemeente. De werktoeslag lijkt een uitgestelde armoedeval. Immers in het derde jaar doet die armoedeval zich alsnog voor. De inkomsten nemen per saldo af, als de werktoeslag is afgebouwd en het overeengekomen loon overblijft. Niet duidelijk is of gemiddeld genomen in drie jaar tijd de inkomenstoename uit werk zodanig is dat dit de beëindigde werktoeslag compenseert of overschrijdt en zal in ieder geval sterk persoonlijk bepaald worden. De gewenning kan mogelijk betrekkelijk zijn, omdat het bestedingspatroon in beginsel niet veranderd t.o.v. de uitkeringspositie en als er voorheen geen ruimte was voor reservering, waarom zou dat dan nu wel zo zijn. De gemeente Deurne heeft het concept ontwikkeld en besloten het instrument in te zetten. Er zijn nog geen ervaringsgegevens van deze werkwijze bekend. Momenteel wordt gewerkt aan de implementatie. Door de gemeente Deurne vindt financiering vanuit het minimabeleid plaats. Er zijn nog geen ervaringsgegevens beschikbaar. Inzet van het instrument betekent een financieringsvraag vanuit Senzer aan de gemeenten. Op voorhand wordt erop geattendeerd dat het moeilijk is onderscheid te maken in autonome uitstroom en uitstroom als gevolg van een dergelijk instrument. Het instrument kan zich waarschijnlijk alleen bewijzen indien de uitstroom in Deurne aanzienlijk hoger is dan verhoudingsgewijs in de overige regiogemeenten. Opgemerkt wordt dat er geen acties staan opgenomen die Senzer zal uitvoeren ten aanzien van het adagium we gaan voor werk. Vooraf moet duidelijk zijn welke verwachtingen en resultaten Senzer hierbij heeft. 4. Werkgelegenheid VSO/PRO schoolverlaters en niet uitkeringsgerechtigden (blz. 11/13) Niet uitkeringsgerechtigden Niet uitkeringsgerechtigden behoren tot de doelgroep van de Participatiewet. Senzer wil aan nuggers, in het kader van de arbeidstoeleiding alleen de basisdienstverlening (intake-gesprekken, diagnose, vacatures en werkgevers) inzetten. Uit financiële overwegingen vindt door Senzer in het kader van toeleiding naar arbeid geen inzet van re-integratietrajecten en-of LKS plaats voor deze jongeren tot 23 jaar. blz. 4

5 Aan jongeren tot en met 23 jaar en die niet uitkeringsgerechtigde zijn, wordt dezelfde dienstverlening en instrumenten beschikbaar gesteld als aan VSO-PRO schoolverlaters en Vsv-ers. Er is een groep jongeren tot 23 jaar die niet tot de doelgroep PRO/VSO behoren, geen Vsv-er meer zijn en geen recht op een uitkering hebben. Het risico is dat een groep langdurige uitkeringsgerechtigden gaat ontstaan omdat deze jongeren tussen de wal en het schip dreigen te geraken. VSO PRO schoolverlaters en Vsv/ers Senzer onderschrijft dat voor de doelgroep VSO/PRO schoolverlaters en voortijdige schoolverlaters een sluitende aanpak van school naar werk wenselijk is. Dit komt overeen met het Programma Sociale Stad en sluitende aanpak van School naar Werk. Deze doelgroep betreft feitelijk niet uitkeringsgerechtigden en hebben onvoldoende verdiencapaciteit om het wettelijk minimumloon te kunnen verdienen. De werkgever komt in aanmerking voor loonkostensubsidie (LKS) omdat die werkgever wel het WML moet betalen. De Wet Werk en Zekerheid stelt dat een tijdelijke arbeidsovereenkomst vast wordt als na 23 maanden hetzelfde werk verricht wordt. Voor deze doelgroep is dat (meestal) aan de orde. De regeling beschermd de werknemers tegen draaideurconstructies. Senzer moet als uitvoerder de keuze maken hen een vaste arbeidsovereenkomst aan te bieden of te ontslaan en na 6 maanden en 1 dag weer in dienst nemen (Wwz). Een vast dienstverband aanbieden betekent dat aansluitend (mogelijk tot aan pensioengerechtigde leeftijd) LKS beschikbaar moet worden gesteld. Het streven is er wel op gericht dat op termijn de verdiencapaciteit zodanig is dat geen aanvullende LKS meer noodzakelijk is. Financiering kan via een afzonderlijke middelenstroom die dan vrijgemaakt moet worden en uit de BUIG middelen. Landelijk wordt veel druk uitgeoefend op de staatssecretaris om i.v.m. die kosten het budget op te hogen. In die kosten is in de BUIG middelen nu niet voorzien. Door het Algemeen Bestuur van Senzer zijn eerder incidentele middelen vrijgemaakt uit het positief bedrijfsresultaat, maar deze zijn inmiddels nagenoeg verbruikt. Er zijn nog beperkt middelen tot medio In eerder ambtelijk overleg is met Senzer besproken hoe met deze doelgroep om te gaan. Ontslag en na bepaalde periode weer aannemen of aansluitend een vast dienstverband. De voorkeur is ambtelijk door de Peelgemeenten uitgesproken voor een vast dienstverband. In de concept begroting is dit door Senzer overgenomen. Als zienswijze het besluit nemen: VSO/PRO schoolverlaters en voortijdig schoolverlaters (Vsv-ers) een vast dienstverband aanbieden na 23 maanden; Financiering vanuit de BUIG middelen Bovenstaande zienswijze is besproken met de wethouders onderwijs, zorg en participatiewet en is unaniem mee ingestemd. De overige deelnemende gemeenten hebben zich ambtelijk unaniem uitgesproken voor bovenstaande zienswijze. Het niet aanbieden van een vast dienstverband leidt bij deze zwakke doelgroep tot risico van terugval, blijvende uitval en uiteindelijk langdurig verblijf in een uitkeringssituatie. Een vast dienstverband is ook juist de doelstelling die beoogd wordt in het Programma Sociale Stad. Het wel of niet aanbieden van een vast dienstverband vraagt in beide situaties aanvullende financiering van de gemeenten nu er medio 2018 geen middelen uit positief bedrijfsresultaat meer beschikbaar zijn en er onvoldoende in de BUIG middelen zitten. Het aanbieden van een vast dienstverband heeft echter wel grotere financiële risico s voor de gemeente tot gevolg. Bij contracten van maximaal 23 maanden kan telkens de afweging worden gemaakt voor verlenging. blz. 5

6 Het heeft de voorkeur de financiering te realiseren uit de BUIG middelen. Deze middelen zijn mede voor LKS bedoeld. Als er extra middelen door het ministerie van Szw worden toegevoegd zal dat (naar verwachting) in dat budget zijn. Door deze werkwijze zal mogelijk wel eerder een tekort op de BUIG middelen gerealiseerd worden, maar is in overeenstemming met de huidige werkwijze. De eventuele tekorten op de BUIG middelen komen in eerste instantie ten laste van Senzer (solidariteitsbeginsel). Uiteindelijk zijn de gemeenten aansprakelijk voor eventuele tekorten (GR), onafhankelijk van de gekozen financieringsstroom. Indien nodig kan een aanvraag ingediend worden bij het ministerie op grond van de vangnetregeling. De vangnetregeling compenseert tekorten op de BUIG middelen als die groter zijn dan 5 procent (eigen risico). Tussen de 5 en 10 procent is de compensatie de helft. Boven de 10 procent is de compensatie volledig. Door de directeur Concern van Senzer is in het ambtelijk overleg gezegd dat de directie van Senzer de financieringswijze via de BUIG mogelijk / naar verwachting niet wenst te volgen en een aparte financieringsstroom wil. Dit kan betekenen dat aan het Dagelijks Bestuur door directie Senzer en de gemeenten verschillende zienswijzen worden ingebracht. Het apart beschikbaar stellen van middelen voor deze doelgroep VSO/PRO schoolverlaters en Vsv-ers vertroebeld de financiering van Senzer. De doelgroep valt onder de Participatiewet en qua financiering valt de LKS voor deze doelgroep onder de BUIG middelen. Er is geen / onvoldoende aanleiding om daarvoor een aparte financieringsstroom in te richten. Juist door de financiering via de BUIG middelen wordt duidelijk dat de middelen in dat budget niet voldoende zijn. Via afzonderlijke financiering wordt de druk op de BUIG middelen onvoldoende zichtbaar en dat zou een ongewenste ontwikkeling zijn. Met het zichtbaar maken van die kosten kan richting de staatssecretaris duidelijk gemaakt worden dat hier een wezenlijk knelpunt aanwezig is. Dat wordt door de directie ook uitgedragen, nu zij aan het Dagelijks Bestuur het voorstel hebben voorgelegd om tijdens het VNG Congres een motie in te inbrengen voor extra middelen van het Rijk t.b.v. de doelgroep VSO waarbij ondersteuning wordt gevraagd van de overige Nederlandse gemeenten. Daarbij gaat het qua begroting om in 2018 bij 38 plaatsingen tot in 2021 bij 70 plaatsingen (blz. 24). Ervaringscijfers leren dat ruim de helft van het aantal leerlingen uit Helmond komt en dus ten laste komen van onze gemeente komen. 5. Professionalisering en Vakmanschap (blz. 14/15) Senzer wil investeren op de kwaliteit van de uitvoering van re-integratie. Professionalisering en vakmanschap zijn hierbij het uitgangspunt. Vanuit het management hoort daarbij ook het serieus nemen van de randvoorwaarden. Senzer wil daarvoor 36 medewerkers in 2017 en 36 in 2018 laten deelnemen aan een post-bacheloropleiding. Onderkend wordt dat kwaliteitsgroei tijd vraagt en gerekend wordt met een periode van twee a drie jaar. Door Senzer wordt als gevolg daarvan de ambitie getemporiseerd op het terugbrengen van personeel in de begeleidingsorganisatie. Als zienswijze besluiten dat Senzer in de begroting: Inzichtelijk maakt wat de financiële consequenties zijn en hoe die kosten geminimaliseerd worden; Inzichtelijk maakt wat de verwachtte caseload gaat zijn van de coaches en welke bijdrage dit gaat leveren in het beter kennen van het klantenbestand ; Inzichtelijk maakt hoe de randvoorwaarden (formatie; caseloads) en de afname van het aantal fte met elkaar in verhouding staan: op welke wijze worden beide zaken gewaarborgd; Waarborgt dat de beoogde personeelsreductie niet in het gedrang komt. Door de gemeenten zijn afspraken gemaakt met Senzer over het terugdringen van het aantal medewerkers. Het Werkbedrijf wilde volgens het ondernemingsplan 2017 een efficiencyslag realiseren op de omvang van de begeleidingsorganisatie van 10% in de periode Dat betekent een afname van 36 fte in 4 jaar tijd tot Niet duidelijk is wat de professionalisering en bevordering vakmanschap betekent voor de afbouw van het personeel. Professionalisering en verbetering vakmanschap moet een vast onderdeel in de personeelsontwikkeling zijn. Dat mag er echter niet toe leiden dat beoogde personele afbouw in het gedrang komt. blz. 6

7 Deze zienswijze wordt ambtelijk door het merendeel van de gemeenten ondersteund. 6. Lokale projecten (blz. 16/19) Naast de reguliere dienstverlening die Senzer verricht, hebben verschillende gemeenten lokale initiatieven ontwikkeld, gericht op toeleiding naar de arbeidsmarkt. Om haar rol in de lokale arbeidsmarkt te kunnen nemen, vindt Senzer het noodzakelijk dat zij de regie neemt in alle lokale projecten die gericht zijn op arbeidstoeleiding. Senzer wil dat de gemeenten de reeds beschikbare (lokale) middelen overdragen zodat deze dienstverlening onderdeel kan worden van de basisdienstverlening. De financiering van die projecten kan dan vertaald worden naar de begroting van Senzer. Deze arbeidsmarktgerichte projecten worden door die gemeenten gefinancierd uit de 44% participatiebudget voor lokale invulling. Als zienswijze het besluit nemen dat: de opstelling van de begroting van Senzer bij invoering van bovenstaande werkwijze wordt gewijzigd; onderscheid wordt gemaakt in aanvullende dienstverlening per gemeente en gezamenlijke dienstverlening (model Omgevingsdienst Zuidoost Brabant). Voor de gemeente moet duidelijk zijn welke middelen worden ingebracht en waar die worden ingezet. Om vermenging van financieringsstromen te voorkomen is het van belang een duidelijk opstelling in de begroting te realiseren. Onze gemeente heeft geen arbeidsmarktgerichte projecten gefinancierd vanuit het Participatiebudget. Door u is bij de inrichting van het Werkbedrijf Atlant de Peel (Senzer) besloten deze middelen (44%) in te zetten voor personeelskosten van de werknemers van Werk en Inkomen. 7. Statushouders (blz. 20) Statushouders nemen in het kader van maatschappelijke participatie ook deel aan activiteiten van het Stadsleerbedrijf. De bedoeling is dat zij doorstromen naar een werktraject. De toeleiding geschiedt via de participatiecoaches voor maatschappelijke deelname voor statushouders. Als zienswijze het besluit nemen dat: Senzer inwoners (o.a. statushouders) die in aanmerking komen voor de maatschappelijke deelname prioritair toelevert aan lokale projecten (Stadsleerbedrijf) Bij de bemiddeling van inwoners naar maatschappelijke deelname wordt vanuit Senzer vooral geplaatst naar wens van de inwoner. Meewegen van de wens van de inwoner is onderdeel in het realiseren van voldoende bezetting in de overige activiteiten zoals Zorg en Gemak diensten. Om dit te bereiken wordt het als essentieel ervaren dat prioritair wordt toegewezen aan (in ieder geval tijdelijke) inzet bij Zorg en Gemak diensten. 8. Ophoging budget Algemene middelen (blz. 27) Op grond van artikel 33 lid 5 sub b van de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Senzer wordt aan Senzer een bijdrage beschikbaar gesteld ter dekking van de uitvoeringskosten zoals deze zijn opgenomen in de begroting. Hierbij is aansluiting gezocht bij de bestaande koppeling met het aantal uitkeringsdossiers per gemeente. De subsidieverlening aan het Werkbedrijf Senzer is ten aanzien van de bijdrage in de uitvoeringskosten Algemene middelen nu gebaseerd op het aantal uitkeringsdossiers op peildatum 1 januari 2016 van uitkeringsgerechtigden. De hoogte van de middelen is gebaseerd op de kostenbeheerstaat. Zodra het percentage uitkeringsgerechtigden ten opzichte van de peildatum meer c.q. minder bedraagt dan 5% kan het Dagelijks Bestuur van Senzer op grond van de GR in overleg met het college treden voor aanpassing van de bijdrage Algemene middelen. Na aanpassing van de bijdrage wordt een nieuwe peildatum vastgesteld. blz. 7

8 Naar verwachting zal het aantal uitkeringsdossiers per 1 januari 2018 meer dan 5% zijn gestegen. Door Senzer wordt voorgesteld de bijdrage in de Algemene middelen door onze gemeente op te hogen van in 2017 naar in / advies Een toename van het aantal uitkeringsdossiers met meer dan 5% leidt tot een ophoging van de gemeentelijke bijdragen met Ongeveer daarvan komt ten laste van onze gemeente. De kostenbeheerstaat maakt onderdeel uit van de berekeningsmethodiek voor de uitvoeringskosten. Om de ontwikkeling in de uitvoeringskosten te kunnen volgen is het noodzakelijk dat via het kwartaalverslag door Senzer inzicht wordt gegeven in die kostenbeheerstaat. Dat het openbaar lichaam Senzer per kwartaal (conform zienswijze van de raad op de begroting van het Werkbedrijf 2016) expliciet rapporteert ten aanzien van de beheersing van de realiseerbaarheid van het geprognosticeerde operationeel resultaat; Dat het openbaar lichaam Senzer inzicht verstrekt in de ontwikkeling van de formatie op basis van de kostenbeheerstaat; a. verloop van de inhuur aan personele capaciteit; b. de gelijkblijvende bijdragen van de deelnemende gemeenten in relatie tot de ingecalculeerde efficiencyvoordelen; 9. Gebiedsgericht werken Gebiedsgericht werken wordt weliswaar niet expliciet genoemd als onderwerp in het ondernemingsplan, maar komt wel voor in samenhang met andere inspanningen aan de orde. Als zienswijze het besluit nemen dat: Dat Senzer bij concrete uitwerking (organisatie, aansturing, locatie etc.) van gebiedsgericht werken in gesprek gaat met en aansluiting zoekt bij wijkgericht werken van de (individuele) gemeente Wijk- en gebiedsgericht werken is een manier van werken waarbij in de beleids- en uitvoeringsfase nadrukkelijk van buiten (de samenleving, het gebied, de wijk) naar binnen (de ambtelijke organisatie), vanuit kansen en problemen wordt gekeken en gehandeld. Er is sprake van een samenhangende aanpak tussen sociale, economische en fysieke opgaven, veel ruimte voor bewoners (agendavorming, inspraak, uitvoering en verantwoordelijkheid). Om wijk- / gebiedsgericht werken tot een succes te maken is het essentieel dat bij concrete uitwerking aansluiting gezocht wordt bij de individuele gemeente. Middelen Prognose ontwikkeling resultaat De (meer)jarenbegroting van Senzer laat t.o.v. de (meerjaren)begroting voor 2018 een negatiever resultaat zien (voor verrekening reserves). Het reeds geraamde exploitatietekort in 2018 loopt verder op van ca. 1,5 mln (BG2017) naar ca. 3,3 mln (BG2018). De jaren daarna echter zien we een positiever beeld dan eerder geschetst in de MJB De geraamde tekorten in de MJB2017 voor 2019 en 2020 van ca. 1,1 mln resp. ca. 1,3 mln. worden omgezet in geraamde overschotten van ,- resp ,- (voor verrekening reserves). Het negatieve resultaat van ca. 3,3 mln in 2018 kent o.a. de volgende oorzaken: overschrijding uitkeringsverstrekking van ,-; kosten van gesubsidieerde plaatsingen nuggers en VSO/PRO van (dekking uit reserves); Ontwikkeling bijdrage in de uitvoeringskosten In 2017 wordt een stijging geconstateerd van het aantal uitkeringsgerechtigden (5.067 op ). Deze stijging bedraagt, afgezet tegen het aantal gemeten op peildatum (4.810), meer dan 5%. Conform de besluitvorming GR betekent dit dat deze stijging doorvertaald wordt in de bijdrage die de deelnemende gemeenten betalen in de uitvoeringskosten van Senzer. Dit betekent voor onze gemeente een stijging van de blz. 8

9 bijdrage van ,- (van ,- in 2017 naar ,- in ; in 2021 wordt vervolgens weer een daling verwacht). Inmiddels ligt er vanuit een Senzer ook een voorstel om de verhoging door te voeren in het begrotingsjaar Het regulier budget dat als dekking dient voor deze bijdrage bedraagt ca. 9,2 mln. Deze biedt daarmee onvoldoende ruimte om deze verhoging af te dekken. We kennen daarnaast nog een reserve als achtervang voor enerzijds het eigen risico op het budget voor de uitkeringsverstrekking (BUIG) en anderzijds voor het afdekken van extra uitvoeringskosten a.g.v. een stijgend aantal uitkeringsgerechtigden. Deze bedraagt op Het aanwenden van deze reserve voor het afdekken van de verhoging van de uitvoeringskosten zou betekenen dat de omvang van de reserve ontoereikend is wanneer we te maken krijgen met de volledige kosten van het eigen risico (het eigen risico van onze gemeente bedraagt o.b.v. het voorlopig budget BUIG ca. 2,8 mln.). In het belang van het komen tot een weloverwogen oplossing voor deze vraagstukken stellen we voor om deze afweging te betrekken bij de voorbereiding van de begroting 2018 en een dekkingsvoorstel op te nemen in de begroting Wij stellen u voor om de zienswijze op de concept begroting 2018 van de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant-De Peel vast te stellen zoals weergegeven in dit voorstel Het advies van de commissie Bestuur en economie zal, na ontvangst, voor u ter inzage worden gelegd. Burgemeester en wethouders van Helmond de burgemeester mevr. P.J.M.G. Blanksma - van den Heuvel de secretaris mr. drs. A.P.M. ter Voert Bijlagen: Concept Ondernemingsplan en begroting Senzer 2018; Begeleidende brief bestuur Senzer; Concept brief aan Algemeen Bestuur Senzer m.b.t. zienswijze; Bijlage bij concept brief m.b.t. managements- en beleidsinformatie. blz. 9

10 Raadsbesluit 51 Vergadering 27 juni 2017 Gemeenteraad De raad van de gemeente Helmond; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017 gelet op de bepalingen van de Gemeentewet; besluit: de zienswijze op de concept begroting 2018 van de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant- De Peel vast te stellen zoals weergegeven in dit voorstel. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 27 juni De raad voornoemd, de voorzitter de griffier Raadsbesluit 51 blz. 10