B4: Kwartaalrapportage beleidsstandpunten Participatie, tweede kwartaal 2015

Transcriptie

1 B4: Kwartaalrapportage beleidsstandpunten Participatie, tweede kwartaal 2015 Beleidsstandpunt uit Functioneel Ontwerp We doen minimaal wat nodig is en geregeld moet worden. We streven naar harmonisatie in dienstverlening richting werkgevers via het regionale werkbedrijf. We streven naar harmonisatie in dienstverlening, werkvormen en maatregelen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. We harmoniseren de doelen, inrichting en besturing van het regionale werkbedrijf met de bestaande structuren van AgriFood Capital (AFC). Binnen AgriFood Capital/werkbedrijf hebben we bijzondere aandacht - ook in bestuurlijke zin - voor de realisatie van arbeidsplaatsen en/of werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (lijn iedereen doet mee Noordoost Brabant Werkt!). Voor de korte termijn streven we naar behoud van de expertise van regionale SW-bedrijven; met het oog op een levensvatbaar perspectief bezien we voor de wat langere termijn rol en taken van SW-bedrijven in relatie tot het regionale werkbedrijf; niets doen zou immers kunnen leiden tot verlies van banen en kennis. Stand van zaken na tweede kwartaal De regio Noordoost Brabant heeft in het Functioneel Ontwerp alleen geregeld wat op regionaal niveau geregeld moet worden, met name de werkgeversbenadering. Meer wil de arbeidsmarktregio niet regelen om gemeenten de maximale vrijheid te geven om eigen beleid op lokaal niveau te ontwikkelen en vast te stellen. In de Meierij is besloten om nog enkele onderwerpen gezamenlijk te regelen hetgeen is beschreven in het beleidskader Participatiewet Meierij. Met de vaststelling van het Functioneel Ontwerp is dit onderwerp af. Dit is beschreven in het Functioneel Ontwerp. Doelgroepen en instrumenten zijn geharmoniseerd. Werkgeversbenadering wordt ook regiobreed ingevuld en zal worden uitgevoerd door de Werkgeversservicepunten. Het Werkgeversservicepunt (WSP) Meierij is officieel in juni gestart. In een werkgroep worden deelonderwerpen verder uitgewerkt en afgesproken. Werkgeversbenadering en klantbenadering hangen nauw samen. M.n. richting dienstverlening en maatregelen vraagt dit om harmonisatie. Werkvormen zijn al in het FO geregeld en via de re-integratieverordening (die regionaal tot stand is gekomen). Er is een werkgroep ingericht die overige onderwerpen regelt. Dit is al gebeurd in beleidsstukken en de overlegstructuur binnen AFC. De overlegstructuur binnen de regio zal nog worden aangepast. Dit is het kernpunt waar we naar streven omdat onze klanten hoofdzakelijk tot de genoemde doelgroep horen. Hierin ligt ook een taak voor de 5 werkgeversservicepunten binnen de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant. Voor Boxtel is dit al medio 2014 tot stand gekomen in overleg met WSD in het zogenaamde transitiearrangement Dit arrangement houdt het volgende in: 1. De doelgroepen instroom voormalige Wsw en instroom voormalige Wajong worden aangemeld bij WSD om de vrijkomende vacatures op te vullen die ontstaan door het natuurlijk verloop bij de Wsw. 2. WSD zal belast worden met de uitvoering van Beschut Werken. 3. Het transitiearrangement voor 2015 en 2016 wordt aangegaan onder voorbehoud dat de financiering door het Rijk voldoende is,

2 omdat nog niet alle budgetten of de samenstelling daarvan bekend zijn. 4. Het budget dat gemeenten ontvangen voor de zittende groep Wsw-ers zal één op één door betaald worden aan WSD. 5. WSD wordt voorzien van voldoende opdrachten vanuit de gemeente waardoor er voldoende werkgelegenheid blijft bestaan voor de onderkant van de arbeidsmarkt. 6. De huidige inkoop producten in het kader van de WWB wordt gecontinueerd voor 2015 en 2016 en in verband met het bestaansrecht van de WSD. Punt 4 heeft al plaatsgevonden. Punt 5 is gemeentebreed, niet bij afdeling MO. Qua aanmeldingen en inkoop van trajecten liggen we op koers vergeleken met de prognose. Beleidsstandpunt uit Beleidskader Participatie Meierij 1.a. Meierijgemeenten hanteren een eenduidige aanpak van definiëring doelgroepen. b. Meierijgemeenten hanteren dezelfde instrumenten voor werkgevers en klanten, met dezelfde regels. 2. We vragen de gemeenteraden, zowel qua werkgeversbenadering als klantbenadering zo veel mogelijk procesmatige verordeningen vast te stellen, zodat we flexibeler kunnen omgaan met eventuele knelpunten die we in de praktijk tegenkomen. 3.a. We conformeren ons aan de visie en ambitie van het functioneel ontwerp in Noordoost Brabant b. Ter ondersteuning van deze visie, leveren we de nodige data aan voor het Werkbedrijf en de werkgeversdienstverlening. 4.a. De doelgroep (kwetsbare) jongeren heeft prioriteit b. De doelgroep bepaling en doelstellingen: regulier georganiseerd en meedoen < 30 hanteren we als uitgangspunt. Stand van zaken eerste kwartaal Doelgroepen en instrumenten zijn geregeld in de Re-integratieverordening en deze is regionaal afgestemd, niet alleen binnen de Meierij maar ook in de hele regio Noordoost Brabant. Lokaal kunnen er verschillen zijn vanwege typische lokale onderwerpen. Dit is in de verordening gebeurd waarin de hoofdlijnen van beleid zijn geregeld of waar de wet een opdracht heeft gegeven om iets per verordening te regelen. De overige regelgeving staat in de beleidsregels. Deze zijn al vastgesteld en besloten. Het Functioneel Ontwerp (FO), dat de basis van beleid is in NO-Brabant, is door de raad vastgesteld in oktober Zowel het Beleidskader Participatiewet Meierij en de lokale oplegger borduren voort op het FO en zijn door de raad vastgesteld in december Voor zover het Werkbedrijf informatie van afzonderlijke gemeenten opvraagt, wordt deze verstrekt. Jongeren die hulp nodig hebben worden geholpen. Daarvoor werken we ook samen met RMC/leerplicht. RMC medewerker en een casemanager zijn aangewezen voor de doelgroep kwetsbare jongeren in de overgang van onderwijs naar werk. De beleidsmedewerker werkt samen binnen t WerktVerband, een onderdeel van het Werkbedrijf van Agrifood Capital specifiek gericht op kwetsbare jongeren en uitvoerder van de interventiesubsidie. Deze subsidie vergoedt trajecten als geen enkele partner de kosten voor zijn rekening wil nemen en brengt leemtes in beleid in beeld. Verder is één casemanager belast met de

3 5. De Meierij stelt de verordeningen en beleidsregels zoveel mogelijk samen op. 6.a. Meierijgemeenten hebben zoveel mogelijk de verordeningen waar het logisch is gezamenlijk vormgegeven; b. De regio heeft de verordeningen in de regio voorbereid. We vragen de gemeenteraden om de (sub)regionale verordeningen vast te stellen, met inachtneming van de lokale oplegger, waar de lokale keuzes worden toegelicht. 7.a. We werken intensief samen met onze ketenpartners, werkgevers, onderwijs en werknemers, WSD en UWV. b. We hanteren een indeling op regionaal, subregionaal en lokaal niveau qua samenwerking. 8.a. Geen inzet re-integratie instrumenten wanneer de maximale loonwaarde van de klant is bereikt en zijn ontwikkelpotentieel volledig is benut b. Geen inzet re-integratie instrumenten wanneer de inzet van instrumenten niet opwegen tegen het te behalen rendement in de persoonlijke ontwikkeling van betrokkene en van de loonwaarde. 9.a. Voldoen aan artikel 8 van de Wbp en de inwoner van tevoren toestemming vragen voor de benodigde gegevensuitwisseling. Dit betekent dat de toestemmingsvereiste uitgangspunt is, maar dat daarvan in bijzondere in de wet opgenomen gevallen van afgeweken kan worden. b. Tevens betekent dit dat wanneer de inwoner geen toestemming verleend, na een verzoek daartoe, dat er geen gegevensuitwisseling plaatsvindt en geen gemeentelijke hulp wordt verleend. Beleidsstandpunt uit Lokale Oplegger 1. De Adviesraad WIM kan de adviserende taak weer vervullen. 2. Voor 2015 kunnen bepaalde acties, bijvoorbeeld de startersbeurs, met gemeentelijke middelen gecontinueerd worden als er van trajecten voor jongeren. Zij neemt deel aan de uitstroomgesprekken op school omdat dat het moment is dat een vervolg moet worden bepaald. Als de jongere richting arbeidsmarkt gaat, wordt zo nodig een traject aangeboden. In feite is hier sprake van een warme overdracht. WSD heeft op verzoek van de gemeente 2 nieuwe producten ontwikkeld, specifiek voor jongeren, die als traject ingezet kunnen worden. De doelgroepverdeling van onderdeel b bepalen of en in welke mate er ondersteuning gegeven kan worden aan cliënten. Is al gebeurd in alle gemeenten van de Meierij. Is al gebeurd. Dit gebeurt op strategisch, tactisch en operationeel niveau. De overlegstructuur is hierop ingericht. De overlegstructuur wordt wel nog aangepast (moet efficiënter) Als dit zich voordoet zal gehandeld worden conform deze uitgangspunten. Privacy regels zijn steeds uitgangspunt bij uitwisseling van gegevens. Dit betreft een lopende activiteit. Stand van zaken eerste kwartaal De Adviesraad WIM heeft een wervingscampagne uitgevoerd en er zijn weer voldoende leden om de adviesrol te mogen vervullen. Ook in 2015 worden er weer regionaal startersbeurzen geregeld. Nieuw is nu dat er wel een gemeentelijke bijdrage wordt gevraagd van 1.500,- per startersbeurs omdat er minder

4 overheidswege geen extra middelen meer beschikbaar worden gesteld. 3. Ook willen we in 2015 e.v. acties organiseren om de 55-plussers aantrekkelijker te maken voor werkgevers. 4. In alle contacten met werkgevers zullen voor deze 2 specifieke doelgroepen aandacht gevraagd worden. 5. Uitvoering geven aan het transitiearrangement met WSD. 6. Een nieuw contract afsluiten met WSD over de inkoop van re-integratieproducten en nog te ontwikkelen producten, met name voor jongeren tot 27 jaar. Een nieuw contract afsluiten met UWV over de inkoop van keuringen en onderzoeken. 7. Onze accountmanager bij WSP Meierij is hét aanspreekpunt voor onze lokale werkgevers omtrent alle vragen op het gebied van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. 8. Diensten van lokale partners op het gebied van hulpverlening worden zonder aparte inkoop ingezet als onderdeel van een totaal re-integratietraject of als integraal reintegratieplan aan de uitkering gekoppeld. 9. Het PDC wordt ingezet voor belanghebbenden die met geringe ondersteuning van de gemeente weer werk moeten vinden. 10. PDC wordt ingezet als communicatiekanaal richting werkgevers.(boxtel). 11. In 2015 zal er, zoals voorafgaande jaren, sprake blijven van integraal casemanagement waarbij de regie over het middelen beschikbaar zijn gekomen voor de startersbeurzen. Van de 65 startersbeurzen regionaal waarvoor nu deels middelen zijn gevonden zouden er 3 voor Boxtelse jongeren beschikbaar zijn. Deze 3 startersbeurzen zijn inmiddels ingevuld door 3 jongeren uit Boxtel. Hier zijn we nog mee bezig. Er zijn gesprekken gaande met een trajectaanbieder die zich specifiek op deze doelgroep richt. Dit gebeurt in regioverband. Dit gebeurt ook door de accountmanager van Boxtel die voor de Boxtelse werkgevers de contactpersoon is en deelneemt in het WSP Meierij. Dit zal per kwartaal in beeld worden gebracht door WSD in de kwartaalcijfers. Boxtel ligt op koers. Nieuw contract (Participatiewet proof) is afgesloten en de producten sluiten aan op de regionale afspraken en onze re-integratieverordening. Producten die nieuw ontwikkeld zijn/worden in 2015 en die we meteen in willen zetten vallen ook onder het contract als WSD en gemeenten het eens zijn over productinhoud en prijs (deze mogelijkheid is opgenomen in het contract). Het contract met UWV van 2014 wordt stilzwijgend verlengd. UWV moest haar producten nog aanpassen op nieuwe wetgeving. Aangezien dat langer duurde is met UWV afgesproken om het contract van 2014 verder toe te passen in Voor 2016 is al een nieuw contract in de maak. Hij wordt bij iedere gelegenheid in het voetlicht geplaatst als zijnde de contactpersoon voor Boxtelse werkgevers. Op basis van afspraken met PDC kan een casemanager deze korte dienstverlening bij PDC inkopen. Als we informatie hebben over onderwerpen waarvan we inschatten dat die ook van belang is voor werkgevers wordt dit kortgesloten met PDC met het verzoek om die informatie op te nemen in hun nieuwsbrief ten behoeve van de PDCleden. Dit is een lopende activiteit.

5 re-integratietraject bij de casemanager ligt. 12. De deelname aan AgriFood Capital continueren en meewerken aan regionale projecten waar de onderkant van de arbeidsmarkt voordeel bij heeft. 13. Uitvoering geven aan de nieuwe Handhavingsverordening. 14. Beslissen welke organisatie het toezicht op de uitvoering van de tegenprestatie gaat verrichten. 15. In beeld brengen (monitoring) hoeveel cliënten daadwerkelijk een tegenprestatie moeten leveren. 16. Uitvoering geven aan de Verordening Tegenprestatie. 17. In beeld brengen (monitoring) om hoeveel studenten het gaat die een individuele studietoeslag ontvangen. 18. Uitvoering geven aan de Verordening Individuele studietoeslag. 19. In 2015 een nieuw Uitvoeringsplan Hoogwaardige Handhaving vaststellen. 20. Voor personen die, aansluitend op Kernpunt 8 in het Beleidskader Meierij, geen reintegratievoorziening meer aangeboden krijgen en geen werk hebben, zal gekeken worden of er behoefte is aan een vorm van ondersteuning richting sociale activering. 21. De Ombudsfunctie als mediator inzetten bij de uitvoering Participatiewet. Medewerkers van afdeling MO zitten in diverse overleggen waar regionale onderwerpen aan bod komen, ook projecten waarbij de onderkant van de arbeidsmarkt voordeel bij heeft. Dit moet nog bepaald worden. Moet nog in beeld gebracht worden. Opzet daarvoor in het systeem is wel al gemaakt, moet nog gevuld worden. Als vorige 2 punten zijn uitgevoerd kan er ook daadwerkelijk gestart worden met de tegenprestatie. Prioriteit in het eerste half jaar ligt nu bij de omzettingen van uitkeringen. Dit zal a.d.h.v. registraties van aanvragen blijken. Voor bestond deze toeslag niet zodat 2015 als nulmeting zal gelden. Zie vorig punt. Het huidige plan moet nog aangepast worden en dan worden ook de andere decentralisaties meegenomen. De persoon die vanuit Wmo en jeugd deze functie gaat vervullen is ook gevraagd om dit te doen voor de Participatiewet.