Inkoopdocument Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

Transcriptie

1 Inkoopdocument 2013 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden 1

2 Inhoud 1. Preambule Leeswijzer Uitgangspunten Algemeen Specifiek Inkoopprocedure Prijsbepaling Planning Indienen van de offerte Overzicht in te vullen en in te dienen formulieren Inkoop zorg zonder verblijf Algemeen Advies, Instructie en Voorlichting (VP-AIV) Ketenzorg en casemanagement dementie Casemanagement dementie Wijkverpleegkundige Palliatieve zorg Onrendabele lijnen Aanvullende specificaties voor extramurale prestaties Productmix Kortverblijf (logeren) overgangsjaar Zorginfrastructuur Extramuraal minimaal productieniveau Welke prestaties mogen geleverd worden Zorg zonder verblijf, sector VV&T Intensieve kindzorg Ziekenhuis verplaatste zorg Overheveling Geriatrische Revalidatie Zorg (voorheen Somatische Revalidatie Zorg) Inkoop zorg zonder verblijf, sector GZ Toetsingskader GZ Vervoer Inkoop zorg zonder verblijf, sector GGZ Knip in de financiering GGZ Pakketmaatregel inloop Dagactiviteit GGZ Inkoop zorg zonder verblijf, sector OGGZ Ontwikkelingen Pakketmaatregel inloop Inkoop zorg met verblijf Algemeen ZZP s Volledig Pakket Thuis (VPT) Basiszorg en aanvullende producten en diensten Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) Informatie aan cliënten

3 6.1.6 Contracteerplicht Wegvallen ondergrens bandbreedte ZZP-tarieven Inkoop zorg met verblijf, sector VV&T Regeling spoedzorg Geriatrische Revalidatie Zorg (voorheen Somatische Revalidatie Zorg) Verkeerde bed Inkoop zorg met verblijf, sector GZ Crisisregeling en doorstroming binnen de (J)LVG Toetsingskader GZ Extreme zorgzwaarte/meerzorg Inkoop zorg met verblijf, sector GGZ Ontwikkelen ZZP s voor kinderen en jeugd GGZ Crisisopvang Capaciteitsontwikkeling GGZ Niet strafrechtelijke forensische zorg Inkoop zorg met verblijf, sector OGGZ Budget Crisisopvang Inkoopmodel Startbudget zorg zonder verblijf Maximumbudget zorg met verblijf Uitzonderingen Contracteerruimte en algemene groeiruimte Prijs Bevoorschotting, clickmomenten, cliëntgericht declareren Vaststellen van het definitieve budget Nacalculatie Bovenregionale zorgaanbieders en onderaannemerschap Bovenregionale zorgaanbieders Definities Beleid Onderaannemerschap Nieuwe zorgaanbieders Definitie Selectie van nieuwe aanbieders Uitsluiting van deelname Selectie van nieuwe aanbieders op basis van doelgroep/zorgvorm Selectie van nieuwe aanbieders op basis van ondernemingsplan Beleid bij gunning Aan te leveren documenten nieuwe aanbieders Onderbouwing van geschiktheidseisen en algemene voorwaarden Ondernemingsplan Onderbouwing prijscriteria Overige formulieren Inkoop Zelfstandigen zonder Personeel Uitleen verpleegartikelen AWBZ Uitleen verpleegartikelen AWBZ Aanspraak op boven-budgettaire hulpmiddelen AWBZ

4 1. Preambule Het inkoopdocument 2013 is opgesteld er vanuit gaande dat er voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld. De definitieve kaderbrief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is ten tijde van het publiceren van de inkoopdocumenten nog niet bekend gemaakt. Het zorgkantoor heeft aangegeven meer op vertrouwen te willen sturen. Dit neemt echter niet weg dat het zorgkantoor om een goed verloop van de inkoopprocedure te garanderen kan besluiten om: - Referentiebezoeken te verrichten ter controle van de inschrijving; - Nader onderzoek in te stellen en de mogelijkheid om inschrijvers uit te sluiten in geval van gegronde twijfel over reële mogelijkheden van de inschrijver om de aanbieding na te komen; - Inschrijvers die onjuiste en/of valse gegevens verstrekken uit te sluiten van de procedure. In het kader van terugdringing van administratieve lastendruk zijn met instemming van VWS experimenten gestart bij 28 zorginstellingen. Daarbij zijn ook een aantal instellingen in het gebied van het zorgkantoor van het zorgkantoor betrokken. Per instelling wordt specifiek afgesproken welke regelgeving niet van toepassing is in de experimentele periode. De uitkomst van dit landelijke experiment, dat doorloopt in 2013, moet een antwoord geven op de vraag welke regelgeving als noodzakelijk moet worden beschouwd, en welke regels overbodig zijn. De betreffende instellingen nemen daarom een uitzonderingspositie in binnen het inkoopbeleid. Vrijwaringspassage Het zorgkantoor gaat er bij de start van de inkoopprocedure van uit dat de totale omvang van de naar jaarbasis geëxtrapoleerde initiële afspraken de contracteerruimte niet overschrijdt. Omdat de beschikbare contracteerruimte op dat moment nog niet bekend is, behoudt het zorgkantoor zich het uitdrukkelijke recht voor de afspraken in de loop van de inkoopprocedure alsnog aan te passen indien de omvang van de contracteerruimte daartoe aanleiding geeft. Het zorgkantoor is te allen tijde gerechtigd (de planning van) de inkoopprocedure aan te passen en/of de inkoopprocedure te stoppen dan wel de opdracht(en) niet te gunnen, bijvoorbeeld als er: - Onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn c.q. komen; - Door wijziging van regelgeving of overheidsbeleid de inhoud van de inkoopprocedure moet worden aangepast. Voor situaties die tijdens de publicatie van dit document niet bekend of voorzien waren, is het zorgkantoor gerechtigd de benodigde besluiten te nemen en/of maatregelen te treffen. Als het zorgkantoor besluit de inkoopprocedure te wijzigen en/of te stoppen is zij op geen enkele wijze gehouden tot (schade)vergoeding jegens zorgaanbieders. De documenten opgesteld door het zorgkantoor ten behoeve van de inkoop van langdurige zorg 2013 zijn onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Het zorgkantoor behoudt zich het recht voor om een correctie in de inkoopdocumenten, de procedure en wijziging of aanpassing van de voorschriften van de inkoopprocedure toe te passen indien na bekendmaking van deze documenten maatregelen door de overheid worden getroffen die van invloed zijn op de beschikbare contracteerruimte, de afspraken die 4

5 het zorgkantoor met zorgaanbieders op grond van deze maatregelen dient te maken, dan wel een wijziging betreffen van de AWBZ- regelgeving. 2. Leeswijzer Het inkoopdocument 2013 vloeit voort uit de volgende documenten: - De marktanalyse; - Beleidsdocument Voor een goed begrip waarom bepaalde keuzes in het inkoopdocument zijn gemaakt is het aan te raden bovenstaande documenten voorafgaand aan dit document door te nemen. In hoofdstuk 3 worden de uitgangspunten weergegeven op basis waarvan het inkoopbeleid is opgesteld. In hoofdstuk 4 is de inkoopprocedure beschreven. In hoofdstuk 5 wordt de inkoop van zorg zonder verblijf beschreven. Hierin komen zowel sectorbrede als sectorspecifieke onderwerpen aan bod. De inkoop van zorg met verblijf komt aan de orde in hoofdstuk 6. Ook in dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt tussen de AWBZ brede en sectorspecifieke onderwerpen. Het inkoopmodel wordt beschreven in hoofdstuk 7. Bovenregionale zorgaanbieders en onderaannemerschap wordt besproken in hoofdstuk 8. Nieuwe zorgaanbieders kunnen de benodigde informatie vinden in hoofdstuk 9. Ten slotte wordt in hoofdstuk 10 de gewijzigde voorwaarden van uitleen van verpleegartikelen beschreven. Naar aanleiding van de informatiebijeenkomst en het vraag-antwoordocument zal uiterlijk 5 juli 2012 de definitieve versie van het inkoopdocument en de bijlagen op de website van het zorgkantoor gepubliceerd worden. De gewijzigde teksten worden opgenomen in een erratum. De oude versies van de documenten worden verwijderd van de website. N.B. Gebruik voor het indienen van de offerte de laatste, definitieve versie van het inkoopbeleid, inclusief formulieren en de overeenkomst. 5

6 3. Uitgangspunten 3.1 Algemeen De uitgangspunten zijn een samenvatting van normen, waarden, standpunten en spelregels die het zorgkantoor belangrijk vindt en waarnaar zij tracht te handelen. Deze waarden en standpunten zijn een vertaling van de meerjarige zorgvisie die in 2010 door de zorgkantoren Zuid-Holland Noord (ZHN) en Amstelland en de Meerlanden (A&M) ontwikkeld is. De uitgangspunten zijn geformuleerd op basis van de evaluatie van voorgaand inkoopbeleid, de marktconsultatie en de wens in te spelen op komende ontwikkelingen in de AWBZ. Steekwoorden waarmee het zorgkantoor deze boodschap wil overbrengen zijn: - Handelen op basis van vertrouwen; - Geld volgt klant principe; - Een bedrag oormerken voor nieuwe zorgaanbieders; - Belonen van excellente zorg; - Beperken van administratieve lasten; - Doelmatigheid Specifiek Bij de inkoop van zorg met -en zorg zonder verblijf wordt uitgegaan van onder andere de beleidsregels en circulaires van de NZa, het Besluit Zorgaanspraken, de protocollen van het CIZ en het handboek met betrekking tot zorgtoewijzing en zorgregistratie (AZR). Bovengenoemde informatie wordt door het zorgkantoor als bekend verondersteld. Zowel het zorgkantoor als de zorgaanbieders zijn verplicht om aan deze regels te voldoen. De prestaties dienen minimaal aan de gestelde voorwaarden te voldoen, alvorens de zorgaanbieder voor een productieafspraak voor deze prestaties in aanmerking komt. 6

7 4. Inkoopprocedure Het zorgkantoor garandeert een gelijke en non-discriminatoire behandeling van inschrijvers, een transparante werkwijze en een objectieve vaststelling van de inkoop- en beoordelingssystematiek. De zorgaanbieders worden per op de hoogte gesteld van de publicatie van het Beleidsdocument en Inkoopdocument 2013 op de website van het zorgkantoor. Op deze website vindt u alle documenten voor de zorginkoop Ten tijde van publicatie van de inkoopdocumenten is de definitieve kaderbrief van het ministerie van VWS nog niet bekend gemaakt. Zoals u heeft kunnen lezen in de preambule zullen naar aanleiding van de kaderbrief eventueel aanpassingen worden aangebracht. Het zorgkantoor adviseert u te wachten met het indienen van de offerte tot na de publicatie van de aanpassingen naar aanleiding van de kaderbrief en eventuele aanpassingen naar aanleiding van het vraag- en antwoorddocument. 7

8 Hieronder is een schematische weergave gegeven van de inkoopprocedure: Voldoet aan de geschiktheidseisen? Nee Ja Geen overeenkomst Voldoet aan de algemene voorwaarden? Nee ja Nieuwe zorgaanbieder? Ja Gunning op basis van ranking? Nee Geen overeenkomst Nee Overeenkomst Ja Toekennen van het startbudget Prijsbepaling Opstellen en indienen van het budgetformulier De overeenkomst Een zorgaanbieder komt in aanmerking voor een overeenkomst indien er voldaan wordt aan de geschiktheidseisen en de algemene voorwaarden. De geschiktheidseisen en de algemene voorwaarden worden met een bestuursverklaring ondertekend. In alle gevallen wordt nagegaan of de persoon die de bestuursverklaring heeft ondertekend ook degene is die als bestuurder bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven. De zorgaanbieder hoeft 8

9 niet statutair gevestigd te zijn in de regio om in aanmerking te komen voor een overeenkomst. Voor zorg zonder verblijf wordt een onderscheid gemaakt tussen zorgaanbieders die in 2012 reeds een overeenkomst hebben met het zorgkantoor en nieuwe zorgaanbieders. Voor bestaande aanbieders van zorg zonder verblijf geldt in het kader van het loslaten van de contracteerplicht aanvullend dat een productiedrempel is ingesteld voor Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf Voor nieuwe zorgaanbieders gelden aanvullende eisen. Hiervoor wordt verwezen naar hoofdstuk Prijsbepaling Voor elke zorgaanbieder die in aanmerking komt voor een overeenkomst, wordt op basis van prijscriteria, een maximum prijs vastgesteld die de zorgaanbieder krijgt en van toepassing is op alle te leveren prestaties. De hoogte van de prijs wordt bepaald door het al dan niet voldoen aan een criterium wat wordt weergegeven in een op- of afslag op het starttarief. Tevens bestaat de mogelijkheid dat in het inkoopoverleg met de individuele aanbieder wordt onderhandeld over onder meer zorginhoudelijke onderwerpen of ZZP-mix. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 7.3. Het starttarief is een percentage van het maximale NZa-tarief. De zorgaanbieder vult zelf het formulier van de prijscriteria voor de betreffende sector in (GZ, GGZ, OGGZ en VV&T) en voegt waar nodig het bewijsmateriaal toe (formulier toetsingskader prijscriteria 2013). Het formulier is tevens te vinden op de website. Het zorgkantoor controleert in alle gevallen het bewijsmateriaal. Als de zorgaanbieder zelf aangeeft niet in aanmerking te komen voor een bepaald criterium, dan neemt het zorgkantoor dit standpunt automatisch over. Het criterium kwaliteit wordt beoordeeld met behulp van het kwaliteitsformat. Als op alle prijscriteria maximaal wordt gescoord kan een extra startbudget ZZV van 0,5% voor extramurale zorg worden afgesproken. De zorgaanbieder wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomst. Meer informatie hierover is te vinden in hoofdstuk 7 Inkoopmodel. 4.3 Planning In de planning wordt het tijdspad van de activiteiten weergegeven die worden ondernomen tijdens het inkoopproces. In de kolom wanneer is terug te vinden welke documenten wanneer beschikbaar zijn of ingeleverd dienen te worden. De inkoopdocumenten worden niet per post verstuurd. De zorgaanbieders worden per op de hoogte gesteld van de publicatie op de website. Middels voorlichtingsbijeenkomsten is er gelegenheid voor de zorgaanbieders om aanvullende vragen te stellen. Vragen kunnen ook schriftelijk via de e- mail gesteld worden. De antwoorden worden gepubliceerd op de website in het Vraag en antwoorddocument. De offerte dient alleen via de ingediend te worden. Bij de offerte geeft de instelling ook aan welke ZZP s en extramurale prestaties te willen leveren in 2013 volgens het formulier Formulier voorstel portfolio en volume Tijdens de inkoopgesprekken is er onder meer onderhandelingsruimte op het niveau van zorginhoudelijke onderwerpen en ZZP-mix. Het resultaat van deze gesprekken wordt meegenomen in het budgetformulier Dit formulier (te downloaden via de website van de NZa) moet uiterlijk op 12 oktober 2012 door de zorgaanbieder bij het zorgkantoor ingeleverd zijn. Het zorgkantoor kan dan de budgetformulieren vóór 1 november 2012 aan de NZa doen toekomen. De data zijn in 9

10 samenwerking met Zorgverzekeraars Nederland vastgesteld en weergegeven in de Gezamenlijke technische handreiking van 2013 voor zorgkantoren Wat Wie Wanneer Verzending publicatie beleidsdocument en inkoopdocument Zorgkantoor Vrijdag, 8 juni 2012 Publicatie beleidsdocument, inkoopdocument 2013 op de website Zorgkantoor Vrijdag 8 juni Voorlichtingsbijeenkomst inkoop 2012 Zorgkantoor Donderdag 14 juni 2012 Indienen schriftelijke vragen inkoop 2013 zorgaanbieders Uiterlijk vrijdag 22 juni 2012 vóór uur Publicatie vraag/antwoorddocument op de website Zorgkantoor Uiterlijk donderdag 5 juli 2012 Eventuele publicatie aangevuld inkoopdocument 2013 Zorgkantoor Uiterlijk donderdag 5 juli 2012 Indiening offerte digitaal zorgaanbieders Uiterlijk vrijdag 3 augustus 2012 vóór uur per aan Zorgkantoor@zorgenzekerheid.nl Verzenden brief prijsbepaling /startbudget en overeenkomst Zorgkantoor Uiterlijk vrijdag 31 augustus 2012 Indienen definitieve budgetformulieren zorgaanbieders Binnen 2 weken na onderhandelingsgesprek doch uiterlijk vrijdag, 12 oktober 2012 vóór uur bij het Zorgkantoor Indienen definitieve budgetformulieren bij NZa Zorgkantoor Uiterlijk woensdag 31 oktober 2012 vóór uur Indien nodig, verzending zorgaanbieder gebonden deel / addenda Zorgkantoor Uiterlijk vrijdag 30 november

11 4.4 Indienen van de offerte De zorgaanbieder kan een offerte indienen. De spelregels voor het indienen van de offerte voor zorg met en zonder verblijf zijn hieronder beschreven. Op vrijdag 3 augustus 2012, uiterlijk om uur, dient de offerte digitaal te zijn aangeleverd. De offerte (zorg met en zonder verblijf) bestaat uit alle documenten zoals vermeld in de tabel onder paragraaf 4.5. De genoemde verklaringen en formulieren zijn digitaal beschikbaar via: - Bij de ingeleverde offerte moet een uittreksel van de Kamer van Koophandel worden gevoegd om te staven of de ondertekening daadwerkelijk door de (gemachtigde) bestuurder is gedaan. Voor nieuwe aanbieders is het uittreksel niet ouder dan 2 maanden; - De digitale versie van de offerte dient uiterlijk op vrijdag 3 augustus 2012 om ingeleverd te zijn via zorgkantoor@zorgenzekerheid.nl. De zorgaanbieder ontvangt een automatische reply bij ontvangst. Alle informatie en toelichtingen met betrekking tot de beoordeling van de offerte dienen bij de offerte te worden aangeleverd. Elk formulier moet apart in een PDF aangeleverd worden. De verantwoording per criterium wordt gebundeld per criterium. De verzonden kan niet groter zijn dan 10 Mb. Als de e- mail de maximale grootte overschrijdt, kan de mail door technische redenen niet ontvangen worden door het zorgkantoor. Dit betekent dat de documenten mogelijk in meerdere mails naar het zorgkantoor verstuurd dienen te worden. Graag de naam van het document als volgt samenstellen: naam criterium_op te leveren bewijs (bijv. criterium1 GGZ_overzicht formatie); - Zorgaanbieders moeten op de uiterste offertedatum, 3 augustus 2012, kunnen aantonen dat er aan alle gestelde eisen wordt voldaan. Nieuwe zorgaanbieders leveren alle documenten aan als bewijslast voor bestuursverklaringen en uiteraard de andere documenten benodigd voor de offerte-indiening; - De informatie in de offerte, aangeleverd voor sluitingsdatum en tijdstip, neemt het zorgkantoor mee in de beoordeling. Zorgaanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor de complete aanlevering van alle stukken. Zijn offertes niet volledig, dan gaat het zorgkantoor er vanuit dat de betreffende stukken er niet zijn; - Nieuwe zorgaanbieders die in de loop van 2012 (na het verstrijken van de offertedatum) een overeenkomst met het zorgkantoor willen afsluiten, worden niet geaccepteerd. Per jaar is er slechts één moment om een overeenkomst te sluiten; - Het zorgkantoor streeft naar administratieve lastenverlichting. Formulieren hoeven enkel opnieuw aangeleverd te worden indien er zich wijzigingen ten opzichte van vorig jaar hebben voorgedaan. De overeenkomst, de bestuursverklaring geschiktheidseisen en Algemene voorwaarden moet wel opnieuw ondertekend worden, omdat zij afwijken ten opzichte van vorig jaar. 4.5 Overzicht in te vullen en in te dienen formulieren In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de onderdelen van de offerte en de in te dienen formulieren. De documenten zijn terug te vinden op de website van het zorgkantoor: Het zorgkantoor vraagt nadrukkelijk aandacht voor het feit dat alle documenten ten behoeve van de offerte in aparte PDF bestanden aangeleverd dienen te worden via 11

12 N.B. De formulieren prijscriteria (Excel bestanden) dient u ook als Excel bestand aan te leveren. Overzicht onderdelen offerte: - Overzicht in te vullen en in te dienen formulieren - WMG overeenkomst; - Verklaring Onderaanneming (indien van toepassing); - Verklaring Volmacht (indien van toepassing); - Bestuursverklaring Geschiktheidseisen; - Bestuursverklaring Algemene Voorwaarden; - Formulier Voorstel portfolio en volume 2013; - Formulier Prijscriteria AWBZ 2013 (per sector); - Bewijsstukken prijscriteria (inclusief kwaliteitsformat). - Verklaring AGB-codes 12

13 5. Inkoop zorg zonder verblijf In hoofdstuk 3 zijn de uitgangspunten voor dit hoofdstuk beschreven. 5.1 Algemeen Het zorginkoopbeleid 2013 is gericht op een zo doelmatig mogelijke aanwending van schaarse middelen. Het zorgkantoor kiest in dat kader voor een versterking van de extramurale zorgverlening. Dit geldt voor alle sectoren. Het zorgkantoor geeft daarom prioriteit aan besteding van middelen aan de directe zorgverlening boven uitbreiding van zorg waarbij in bouw geïnvesteerd moet worden. Voor zo ver groeimiddelen voorhanden zijn zullen deze in 2013 dan ook worden aangewend voor zorg zonder verblijf. Deze gewenste verschuiving krijgt een extra duw in de rug door de inhoud van het Lente akkoord. De zorg voor de lichte ZZP s voor nieuwe cliënten zal vanaf 1 januari 2013 in de eigen omgeving moet worden gerealiseerd. Gesproken wordt over een ingroeitraject over meerdere jaren. Het inkoopvolume van de lichte ZZP s zal daardoor in de komende jaren sterk verminderen. Hiermee wordt het inkoopbeleid van de afgelopen jaren voortgezet, waarin de verschuiving ten gunste van zorg zonder verblijf steeds meer accent heeft gekregen. Het zorgkantoor heeft met het oog hierop voor 2013 nieuwe beleidscriteria geformuleerd dan wel aangescherpt. Deze criteria hebben betrekking op alle sectoren. Eerst worden de meer inhoudelijke criteria besproken. Vervolgens wordt ingegaan op de meer technische criteria waarbij nog een aantal aanvullende voorwaarden zijn geformuleerd. In paragraaf 5.2 tot en met 5.5 wordt verder ingegaan op de sectorspecifieke punten voor zorg zonder verblijf. De zorginkoop 2013 zal te maken krijgen met een aantal maatregelen die ingrijpen op de contracteerruimte Bij de afzonderlijke sectorspecifieke punten zal worden ingegaan op eventuele maatregelen die voor de betreffende sector van toepassing zijn Advies, Instructie en Voorlichting (VP-AIV) AIV is een vorm van kortdurende zorg, onder meer op het raakvlak van Cure en Care, met als doel het verbeteren van kennis, attitude, vaardigheden en gedrag van de cliënt die daardoor de nadelige gevolgen van een ziekte beter kan hanteren en/of de algemene gezondheid kan verbeteren. AIV, zoals omschreven in de bijbehorende beleidsregel, biedt de mogelijkheid om zorg flexibel en integraal in te zetten omdat AIV ook voor cliënten die nog geen indicatie hebben ingezet kan worden. AIV kan hierbij coördinerend, preventief en signalerend van aard zijn. Uitgangspunten voor de inzet van AIV zijn als volgt: - Het zorgkantoor sluit aan bij de voorwaarden van AIV zoals genoemd in de beleidsregel; - Wegens het ontbreken van specifieke zorgprestaties voor casemanagement en de wijkverpleegkundige wil het zorgkantoor alleen in deze twee gevallen ruimte bieden om AIV flexibel in te zetten. De cliënt zal op deze manier een samenhangend pakket van zorg ontvangen dat aansluit bij zijn situatie en behoeften en waarmee opname binnen de intramurale zorg voorkomen of uitgesteld kan worden; 13

14 - Cliënten die wachten op indicatiestelling en behoren tot de doelgroep voor casemanagement via de onafhankelijk casemanager (zie 5.1.2) kunnen tot aan de indicatiestelling casemanagement ontvangen via AIV. Hierbij gelden de voorwaarden vanuit de beleidsregel AIV, o.a. voor wat betreft het maximaal aantal consulten; - Ten aanzien van de wijkverpleegkundige geldt dat AIV ingezet kan worden voor cliënten die wachten op indicatiestelling. Ook hier gelden de voorwaarden van de beleidsregel AIV; - Indien de indicatie van cliënten niet toereikend is voor de inzet van de onafhankelijk casemanager kan AIV ingezet worden, met in achtneming van de voorwaarden van de beleidsregel (aantal uren e.d.). Dit geldt niet voor het casemanagement dementie vanwege de beleidsregel ketenzorg dementie (zie 5.1.3) Ketenzorg en casemanagement dementie Ketenzorg Het zorgkantoor hecht veel belang aan het bieden van samenhangende zorg die aansluit bij de behoeften van mensen met dementie en hun naasten. Ketenzorg kan hieraan bijdragen doordat door verschillende partners uit verschillende domeinen afspraken worden gemaakt over het zorgpad dat een cliënt doorloopt. Bovendien wordt de zorg beter op elkaar afgestemd en kan binnen de keten kennis en informatie worden uitgewisseld die de integraliteit van de zorg kunnen stimuleren. Er zijn in de beide zorgkantoorregio s diverse ketens werkzaam. Te denken valt aan de ketens dementie, palliatieve zorg en de samenwerking op het gebied van jongeren met een licht verstandelijke beperking. Ook de samenwerking tussen professionals uit de AWBZ en Zorgverzekeringswet is volop in ontwikkeling, waarbij ook raakvlak wordt gezocht met gemeenten. Zo werkt het zorgkantoor met zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid samen aan het verbeteren van de zorg aan cliënten die een beroerte (CVA) hebben gehad. Het zorgkantoor wil in 2013 stimuleren dat de ketens nog meer toenadering zoeken tot partners buiten het AWBZ domein. Te denken valt aan gemeenten en WMO partners zoals het maatschappelijke werk en ouderenadviseurs. Hierdoor kan nog meer integraliteit in het zorgpad van de cliënt georganiseerd worden zodat de zorg nog beter op elkaar afgestemd kan worden. In de zorginkoop 2013 wordt ketensamenwerking gestimuleerd door de inhoud van bijvoorbeeld de prijscriteria Zorgpaden en Regieondersteuner (zie prijscriteria algemeen). Casemanagement Casemanagement draagt bij aan het zo lang mogelijk en in een zo goed mogelijke gezondheid thuis blijven wonen van de cliënt: de cliënt en zijn naasten worden ondersteund bij de coördinatie, monitoring en evaluatie van zorg met als doel het eigen potentieel, waar mogelijk, te vergroten, te versterken of te stabiliseren. Door casemanagement sluit de zorg beter aan en worden mantelzorgers langer in staat gesteld om te kunnen blijven zorgen voor hun naaste. Door de inzet van casemanagement kan bovendien onnodige en overbodige zorg voorkomen worden omdat er meer afstemming tussen verschillende disciplines plaats kan vinden. Het zorgkantoor is dan ook voorstander van de inzet van casemanagement. De wijze waarop dit casemanagement uitgevoerd wordt, is afhankelijk van de inhoudelijke en organisatorische zorgvraag en regelcapaciteit van de cliënt en zijn omgeving. Omdat er in 2012 nog geen landelijke definitie, omschrijving en prestatie voor casemanagement is ontwikkeld en deze ook niet voor 2013 wordt verwacht, kiest het zorgkantoor ervoor om in 2013 zoveel mogelijk te werken volgens de verwachte prestatie in 2014, waarbij er aandacht is voor continuïteit van zorg. Hierbij sluit het zorgkantoor aan bij landelijke ontwikkelingen. 14

15 Casemanagement kan op twee wijzen vorm gegeven worden: 1. Casemanagement zoals geboden binnen de reguliere taken van professionals zoals de huisarts, POH er en wijkverpleegkundige; 2. Casemanagement zoals geboden door een onafhankelijk casemanager. De meeste cliënten ontvangen casemanagement binnen de reguliere taken van professionals binnen het passende domein (AWBZ, ZVW en/of WMO). Hun zorgvraag is eenvoudig, of zij kunnen samen met hun naasten zelf goed de coördinatie van zorg organiseren. Er zijn echter ook cliënten die deze regie niet langer zelfstandig kunnen voeren. Zij kennen een combinatie van een inhoudelijke en organisatorische complexe zorgvraag en verminderde of geen eigen regelcapaciteit. Zij hebben intensief casemanagement door een onafhankelijk casemanager nodig, omdat hun zorgvraag de taken van reguliere professionals overschrijdt. Cliënten die casemanagement wensen te ontvangen van een onafhankelijk casemanager moeten een AWBZ indicatie hebben en voldoen aan de volgende voorwaarden: - Hoge mate van complexiteit van zorg en ondersteuning: meerdere domeinen, co- en multi-morbiditeit, voorspelbaarheid, instabiliteit, mate van gezondheidsrisico s en een grillig ziekteverloop; - Hoge mate van complexiteit van organisatie: meerdere organisaties en/domeinen betrokken, er is geen sprake van natuurlijke samenwerking of er is sprake van versplintering; - Sterk verminderde mate van regelcapaciteit (cliënt/systeem): intrapersoonlijk, interpersoonlijk, sociale omgeving en het verminderd of niet meer kunnen voeren van eigen regie. Het casemanagement via de onafhankelijk casemanager wordt gefinancierd vanuit de AWBZ indicatie. De aanbieder van het casemanagement toetst of de cliënt tot de bovenstaande doelgroep behoort. Het zorgkantoor kan hier steekproefsgewijs een controle op uitvoeren. Indien de indicatie niet voldoende uren casemanagement via de casemanager kan bieden bestaat de mogelijkheid om AIV in te zetten. Hierbij gelden de voorwaarden van de beleidsregel AIV (o.a. maximaal aantal consulten). De zorgaanbieder maakt hierover afspraken met het zorgkantoor. Voor ketenzorg en casemanagement dementie gelden andere voorwaarden wegens de beleidsregel ketenzorg dementie. Deze voorwaarden worden onder beschreven. De AWBZ zorgaanbieder die casemanagement via de onafhankelijk casemanager levert dient te zijn aangesloten bij het bijbehorende netwerk, zich te committeren aan de in het netwerk afgesproken verplichtingen en actief deel te nemen aan het netwerk Casemanagement dementie In beide zorgkantoorregio s is de afgelopen jaren casemanagement dementie via de onafhankelijk casemanager geïntroduceerd. Financiering van deze casemanager vindt plaats via de indicatie van cliënten, AIV en de beleidsregel ketenzorg dementie. Voor 2013 zal opnieuw de beleidsregel ketenzorg dementie beschikbaar komen. Voor nieuwe cliënten met dementie die casemanagement willen ontvangen geldt vanaf 2013 het onder genoemde kader van een AWBZ indicatie in combinatie met een complexe zorgvraag/organisatie en lage regelcapaciteit. Indien zij tot de doelgroep behoren zal het 15

16 casemanagement gefinancierd worden via de indicatie, eventueel aangevuld met middelen uit de beleidsregel ketenzorg dementie. Het zorgkantoor wil recht doen aan de ontwikkelingen die er de afgelopen jaren in het veld hebben plaatsgevonden en continuïteit bieden aan cliënten die voorafgaand aan 2013 al casemanagement ontvingen via een aparte casemanager. Ook als zij hier volgens het toetsingskader in 2013 niet meer voor in aanmerking zouden komen. Deze cliënten kunnen vanuit hun indicatie in 2013 casemanagement via de casemanager blijven ontvangen. Ook hier geldt dat de uren casemanagement eventueel aangevuld kunnen worden met middelen uit de beleidsregel ketenzorg dementie. De keten dient een voorstel in voor de besteding van de middelen uit de beleidsregel ketenzorg dementie en welk (substantieel) deel van deze middelen gebruikt zullen worden voor de aanvulling van de indicatie van de cliënt. Wanneer gedurende het jaar de middelen van de beleidsregel benut zijn, zullen de aanbieders in overleg treden met het zorgkantoor over eventuele additionele inzet van AIV middelen Wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige speelt een belangrijke rol bij de integrale zorgverlening. De afgelopen jaren zijn er in Nederland en onze regio s verschillende initiatieven geweest rond het inzetten van wijkverpleegkundigen en het organiseren van de zorg op wijkniveau dichtbij de cliënt (zoals Zichtbare schakel en Versterken ven verpleging thuis ). Uit deze initiatieven is onder meer gebleken dat het organiseren van zorg op wijkniveau en de inzet van de wijkverpleegkundige een bijdrage levert als het gaat om betere afstemming van zorg, arbeidssatisfactie en afstemming met andere professionals in de wijk. Het zorgkantoor stimuleert daarom de inzet van wijkverpleegkundigen en wijkgerichte teams. Momenteel is er geen aparte prestatie voor de financiering van de wijkverpleegkundige. Uit de initiatieven rond de inzet van wijkverpleegkundigen is gebleken dat de wijkverpleegkundige zorg geleverd kan worden binnen de indicatie van de cliënt, met aanvulling daar waar nodig de inzet van de functie AIV. De inzet van AIV geldt daar waar nog geen indicatie heeft plaats gevonden voor de cliënt. De wijkverpleegkundige levert ten eerste reguliere verpleegkundige zorg zoals die ook is beschreven in de AWBZfunctieomschrijving. De wijkverpleegkundige voert de zorg integraal uit (dus ook laagcomplexe taken). Daarnaast hebben wijkverpleegkundigen een signalerende, coördinerende en preventieve functie. Ook betrekt de wijkverpleegkundige het netwerk van de cliënt bij de zorg. Het uitgangspunt hierbij is wel dat er afspraken worden gemaakt over taakafbakening met andere professionals in de regio met coördinerende taken, zoals de huisarts, casemanager of PoH Palliatieve zorg Hospices en bijna-thuishuizen worden evenals voorgaande jaren extramuraal bekostigd. Uitgangspunt voor declaratie van zorg is de indicatie van de cliënt. Cliënten in de extramurale palliatieve zorg hebben vaak een combinatie van zorg en ondersteuning nodig. Zo wordt het toezicht (zowel gedurende 24 uur en de nacht) geleverd vanuit de indicatie begeleiding individueel, en worden de nodige zorgmomenten geboden vanuit de indicatie persoonlijke verzorging en verpleging. De zorgaanbieder die de palliatieve zorg levert dient te zijn aangesloten bij een netwerk palliatieve zorg, het bij het netwerk behorende convenant te hebben ondertekend en actief deel te nemen aan het netwerk. Het zorgkantoor zal erop toezien dat zorgaanbieders aan bovenstaande voldoen. Voldoet de zorgaanbieder niet, dan kan het zorgkantoor besluiten deze vorm van zorg niet meer in te kopen. 16

17 5.1.6 Onrendabele lijnen Onrendabele lijnen zijn relatief duur, maar essentieel voor een goede dekkingsgraad voor het bieden van zorg zonder verblijf. Het zorgkantoor wil zorgaanbieders stimuleren om ook zorg zonder verblijf te bieden die niet alleen in de nabijheid van de zorglocatie plaats heeft. Onrendabel houdt verband met: - Afstand, vanwege het niet gedeclareerd krijgen van de reistijd; - Specialistische zorg, vaak niet kostendekkend vanwege reistijd en daar cliënten met deze zorgbehoefte vaak niet in de nabijheid van elkaar wonen. Hierbij speelt tevens de beschikbaarheid van personeel gedurende de dag een rol. Het zorgkantoor zal in de prijscriteria zorgaanbieders belonen die dit met eigen personeel doen en personeel uitlenen aan andere zorgaanbieders Aanvullende specificaties voor extramurale prestaties Het zorgkantoor heeft voor een aantal prestaties nadere specificaties opgesteld. Deze specificaties kunnen zowel aanscherpingen zijn van de prestatiebeschrijvingen NZa als aanvullingen hierop. De zorg dient dus bij contractering zowel te voldoen aan de vereisten in de prestatiebeschrijvingen als aan de hieronder aangegeven specificaties: Specificaties onplanbaarheid (component extra) met betrekking tot de prestaties VP, PV, BG AWBZ breed: - De zorgaanbieder moet de zorg zo organiseren dat de zorg zoveel mogelijk planbaar kan worden geleverd; - De noodzaak van onplanbare zorg moet aantoonbaar in het zorgplan tot uiting komen; - De onplanbare zorg moet daadwerkelijk worden geleverd; - Een indicatie met leveringsvoorwaarde onplanbare zorg of verblijf leidt niet automatisch tot declaratie van de toeslag beschikbaarheid, alleen de daadwerkelijk ongepland geleverde uren komen voor declaratie in aanmerking. Specificaties met betrekking tot de module cliëntkenmerk (component speciaal) bij de prestaties PV, VP, BG AWBZ breed: - De specifieke zorgverlening moet rechtstreeks voortvloeien uit de grondslag van de geïndiceerde zorg en de daaruit volgende beperkingen; - De specifieke zorgverlening moet aantoonbaar in het zorgplan tot uiting komen en daadwerkelijk worden geleverd. - De aanwezigheid van een cliëntkenmerk leidt niet automatisch tot declaratie van de toeslag op het tarief. Voor de prestatie verpleging speciaal (module cliëntkenmerk) gelden de volgende aanvullende specificaties: - Verpleging speciaal wordt uitsluitend uitgevoerd door bevoegd en bekwame verpleegkundigen met deskundigheidsniveau 4 of 5; - De zorgaanbieder is in staat verpleegkundigen te leveren die minimaal de volgende medisch-technische handelingen kunnen verrichten: epidurale/spinale pijnbestrijding, intraveneuze vocht- en voedingstoediening, drainage maag/ thorax, bloedtransfusie, sonde aanbrengen (maag, PEG) uitzuigen trachea en beademing; - Binnen de AWBZ indicatie betreft de gespecialiseerde verpleging voorbehouden handelingen die uitgevoerd worden op verzoek van de behandelende arts op basis van een uitvoeringsverzoek; - De huisarts wordt vooraf geïnformeerd over het starten van de zorg. 17

18 Op prestaties met de component speciaal zijn tevens de volgende bepalingen van belang: - Binnen 30 minuten na oproep wordt relevante hulp geboden, tenzij de cliënt instemt met een andere oplossing; - De organisatie is in staat om deze zorg het gehele jaar, 7 dagen per week, gedurende 24 uur per dag te leveren op geplande en ongeplande tijden Productmix De productmix geeft de verhouding weer tussen goedkopere en duurdere producten binnen elk van de functies Verpleging (VP), Persoonlijke Verzorging (PV) en Begeleiding (BG). De cliënt met een indicatie kan aanspraak maken op zorg en de zorgaanbieder verstrekt de zorg. Van de zorgaanbieder wordt verwacht dat er geen selectief beleid wordt gevoerd, bijvoorbeeld het voorrang geven aan een cliënt met een lucratieve zorgvraag. Om die reden wordt een zogenaamde productmix met de zorgaanbieder afgesproken. De zorgaanbieder dient bij de offerte de noodzaak van een afwijkende productmix te onderbouwen. Afwijkende afspraken worden in het addendum vastgelegd. Het zorgkantoor zal om een onderbouwing vragen in geval de productiemonitor een afwijkend beeld laat zien van de gemaakte afspraak. Vanuit het cliëntenbestand zal de behoefte aantoonbaar moeten worden gemaakt. Indien onvoldoende onderbouwing plaatsvindt houdt het zorgkantoor zich het recht voor om bij de herschikking 2013 een correctie door te voeren. Hieronder is aangegeven in welke verhouding de prestaties mogen voorkomen. - PV-extra ten opzichte van PV-totaal maximaal 10% - PV-speciaal ten opzichte van PV-totaal maximaal 5% - VP-extra ten opzichte van VP-totaal maximaal 15% - VP-speciaal ten opzichte van VP-totaal maximaal 4% - BG-extra ten opzichte van BG-totaal maximaal 20% - BG-speciaal ten opzichte van BG-totaal maximaal 20% In dit verband wordt er op gewezen dat zorgaanbieders zijn gehouden aan de productmix in de nacalculatie 2013, hierop zal het zorgkantoor een controle uitvoeren Kortverblijf (logeren) overgangsjaar 2013 De uitgangspunten die in het inkoopbeleid 2012 (paragraaf ) zijn aangegeven met betrekking tot het kortverblijf (bekostiging, productieafspraken en declaratie) blijven gehandhaafd. De voorgenomen overheveling van kortverblijf en begeleiding vindt namelijk geen doorgang. In 2013 zal daardoor de zorg en ondersteuning behorend bij kortverblijf (logeren) bekostigd blijven worden op basis van de geïndiceerde extramurale prestaties. De voortzetting van de bestaande situatie is mede ingegeven door het feit dat ook voor 2013 geen sprake zal zijn van een integraal tarief voor logeren. Onder kortdurend verblijf valt niet de dagzorg of de dag- en nachtopvang. Indien het gaat om logeren louter als nachtopvang dan valt deze onder begeleiding. De nachtopvang wordt middels de prestaties nachtverzorging of nachtverpleging bekostigd. 18

19 Zorginfrastructuur De beleidsregel Zorginfrastructuur is van toepassing op zorgaanbieders die zijn toegelaten voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en behandeling. De beleidsregel is bedoeld om de extramurale zorgverlening te versterken. De projecten hebben niet alleen betrekking op bouw van fysieke ruimte. De investeringen hebben in toenemende mate betrekking op technologische voorzieningen. Ook deze technische infrastructuur maakt deel uit van het landelijke protocol voor de beoordeling van aanvragen ten behoeve van zorginfrastructuur. Zorgaanbieders kunnen gezamenlijk met het zorgkantoor een aanvraag indienen bij de NZa. Het zorgkantoor zal de beoordeling van zorginfrastructuur-aanvragen op dezelfde wijze voortzetten, waarbij gelet wordt op één zorginfrastructuur per wijk zodat de zorg voor de cliënt overzichtelijk en toegankelijk blijft. Dit impliceert dat: - De marktanalyse betrokken wordt in de beoordeling; - Andere zorgorganisaties in de regio een beroep kunnen doen op de bouwkundige zorginfrastructuur van een zorgaanbieder, mits hier ruimte voor beschikbaar is; - Zorgaanbieders letten op het inrichten van overbodige wijkposten; - Het zorgkantoor er naar streeft om de wijksteunpunten ook beschikbaar te maken voor zorgorganisaties en maatschappelijke organisaties uit de verschillende domeinen (GGZ, Jeugdzorg, Maatschappelijk werk en GZ). Dit om een zo breed mogelijk palet van zorg in de wijk aan te kunnen bieden; - Technologische voorzieningen moeten samenhangen met directe zorgverlening. Deze voorzieningen hebben in principe betrekking op ondersteuning van AWBZ-zorg, waarbij in geval van medegebruik -door bijvoorbeeld de WMO -sprake moet zijn van cofinanciering; - Het zorgkantoor bij beoordeling de samenwerking en cofinanciering met gemeenten en woningcorporaties zal betrekken. De landelijke kosten van de beleidsregel zorginfrastructuur lijken fors toe te nemen. De NZa geeft in een notitie aan, dat het wellicht logischer is dat hooguit een deel van de kosten voor rekening van de AWBZ komen. Bij de nacalculatie zal erop worden toegezien dat de door het zorgkantoor goedgekeurde en met de zorgaanbieder overeengekomen investeringsbedragen overeenkomstig worden verwerkt. In het kader van de invoering van de NHC(normatieve huisvestingscomponent) is overigens duidelijk gemaakt dat de kosten in het kader van de zorginfrastructuur vooralsnog nacalculeerbaar blijven Extramuraal minimaal productieniveau Van zorgaanbieders die reeds een overeenkomst hebben voor de levering van alleen extramurale zorg verwachten wij een toegevoegde waarde in markt. Deze toegevoegde waarde vertalen wij als een substantiële bijdrage aan de zorg aan AWBZ clienten. Bestaande zorgaanbieders dienen net zoals aan nieuwe zorgaanbieders aan een minimale omzet eis te voldoen zoals die ook aan nieuwe zorgaanbieders gesteld worden. Dit betekent, dat wij van zorgaanbieders die in 2012 gecontracteerd zijn, een minimale AWBZ gerelateerde omzet van in 2012 verwachten die betrekking heeft op zorg in natura. De hoogte van deze omzet eis is gerelateerd aan wat wij minimaal noodzakelijk achten voor een gezonde AWBZ bedrijfsvoering. Indien de zorgaanbieder een omzet minder dan levert, wordt dan ook geen overeenkomst aangegaan voor

20 Zorgaanbieders die zorg leveren aan een zeer specifieke extramurale doelgroep (bijv. een zorgboerderij) en/ of exclusief een zeer specifiek product leveren kunnen hiervan worden uitgezonderd Welke prestaties mogen geleverd worden De procedure die bepaalt welke prestaties de zorgaanbieder mag leveren -c.q. die kunnen worden ingekocht- is als volgt. Zorgaanbieders die nieuwe extramurale prestaties willen leveren ten opzichte van de afspraak 2012, geven dit bij de offerte aan. Het zorgkantoor zal aan de hand van de geformuleerde prestatie eisen in de beleidsregels NZa toetsen of aan de vereisten kan worden voldaan. Let op: de ingevulde range aan prestaties geldt voor het gehele jaar 2013 en bepaalt welke prestaties de zorgaanbieder in 2013 kan leveren en mag declareren (de zogenoemde zorgportfolio 2013 van de zorgaanbieder)! Aanvullingen op de zorgportfolio lopende het jaar 2013 zijn niet meer mogelijk. Uiteraard toetst het zorgkantoor of de ingevulde prestaties daadwerkelijk geleverd kunnen worden en gedeclareerd mogen worden. Correcties met betrekking tot eventuele wijzigingen in (landelijke) regelgeving (bijvoorbeeld indicatiestelling) lopende het jaar 2013 zullen uiteraard door het zorgkantoor worden opgevolgd. 5.2 Zorg zonder verblijf, sector VV&T In deze paragraaf worden een aantal onderwerpen uitgewerkt die specifiek te maken hebben met zorg zonder verblijf voor de sector VV&T Intensieve kindzorg In 2012 is de intensieve kindzorg deels bij de AWBZ ondergebracht. In de AWBZ betreft het de kinderen die onder de definitie van de Commissie Bekostiging Intensieve Kindzorg vallen. Het ziekenhuis bepaalt bij ontslag van een kind of het kind binnen deze definitie valt. Is dit het geval, dan wordt een indicatieaanvraag gedaan en krijgt het kind een AWBZ-indicatie. Deze standaardindicatie is gelijk aan de oude stickerregeling. Oude indicaties lopen door. Als het kind niet onder deze definitie valt, gelden de reguliere afspraken zoals ook voor MSVT gelden; indien de zorg onder de verantwoordelijkheid van de medisch specialist valt, betreft het Zvw-zorg. Als het zorg is die onder de verantwoordelijkheid van de huisarts wordt uitgevoerd, betreft het AWBZ-zorg. Bovenstaande afspraken gelden ook voor VWS is verder voornemens om met betrokken partijen goede afspraken te maken over de wijze waarop ziekenhuisverplaatste zorg aan ernstig zieke kinderen per 2014 geheel kan worden ondergebracht bij de Zvw Ziekenhuis verplaatste zorg De geriatrische revalidatiezorg (GRZ) wordt per 2013 overgeheveld van de AWBZ naar de Zvw. Voor zorg zonder verblijf zal de prestatie Dagactiviteit som. revalidatie (H801) naast de ZZP 9a bij zorg met verblijf (zie ook paragraaf Inkoop zorg met verblijf, sector VV&T)- per 2013 overgeheveld worden naar de Zvw. 20

21 Bovenstaande betekent dat het zorgkantoor bij de bepaling van het budget 2013 voor die zorgaanbieders die ZZP 9a en/of prestatie Dagactiviteit som. revalidatie (H801) leveren een bijstelling naar beneden zal doen conform geëxtrapoleerde productie ZZP 9a en/of prestatie Dagactiviteit som. revalidatie (H801) 2012 (zie hoofdstuk 7). Deze zorgaanbieders zullen de GRZ vanaf 2013 dienen in te kopen via de lijn van de Zvw Overheveling Geriatrische Revalidatie Zorg (voorheen Somatische Revalidatie Zorg) De geriatrische revalidatiezorg (GRZ) wordt per 2013 overgeheveld van de AWBZ naar de Zvw. De over te hevelen zorg betreft de ZZP 9a en de prestatie Dagactiviteit som. revalidatie (H801). Een cliënt die al mét behandeling in een AWBZ-instelling zit en vervolgens ZZP 9 krijgt geïndiceerd, wordt ingedeeld in 9b (blijft AWBZ). De overige cliënten in 9a (wordt per 2013 Zvw). Bovenstaande betekent dat het zorgkantoor bij de bepaling van het budget 2013 voor die zorgaanbieders die ZZP 9a en/of prestatie Dagactiviteit som. revalidatie (H801) leveren een bijstelling naar beneden zal doen conform geëxtrapoleerde productie ZZP 9a en/of prestatie Dagactiviteit som. revalidatie (H801) 2012 (zie hoofdstuk 7). Deze zorgaanbieders zullen de GRZ vanaf 2013 dienen in te kopen via de lijn van de Zvw. 5.3 Inkoop zorg zonder verblijf, sector GZ In deze paragraaf worden een aantal onderwerpen uitgewerkt die specifiek te maken hebben met zorg zonder verblijf voor de sector GZ Toetsingskader GZ Het kwaliteitskader GZ is volop in ontwikkeling. In het kwaliteitsformat 2013, ontwikkeld door het Zorgkantoor, is gebruik gemaakt van het nieuwe kwaliteitskader dat voor de sector GZ is ontwikkeld met daarin de zogeheten 3 pijlers die betrekking hebben op de organisatie, zorginhoud en cliënttevredenheid. Aangezien de pijlers nog ontwikkeling zijn zal in 2013 een informatie hebben verzameld. Meer informatie hierover vind u in het kwaliteitsformat Vervoer De tarieven voor vervoer van en naar instellingen voor dagbesteding en behandeling in groepsverband worden geharmoniseerd. Aangekondigd is dat gelijktijdig de huidige mogelijkheid van nacalculatie op basis van feitelijke kosten zal verdwijnen. Een deel van de bezuiniging zal ten laste van de contracteerruimte worden gebracht. Het startbudget van de zorgaanbieders die te maken hebben met afspraken voor vervoer, zal naar rato worden verminderd. 5.4 Inkoop zorg zonder verblijf, sector GGZ In deze paragraaf worden een aantal onderwerpen uitgewerkt die specifiek te maken hebben met zorg zonder verblijf voor de sector GGZ Knip in de financiering GGZ 21

22 Sinds 2008 wordt de extramurale zorg en het eerste jaar klinische zorg (de geneeskundige GGZ) bekostigd vanuit de Zvw. Doordat de knip eenmalig is vastgesteld, zit er geen flexibiliteit tussen de twee bekostigingssystemen. Een verlaging in intramurale zorg (AWBZ) wordt vaak veroorzaakt door een kortere opnameduur (intensivering van zorg) en snellere inzet van extramurale behandeling. De middelen volgen hier echter niet de zorg doordat de verlaging van de vraag in de AWBZ zit en de verhoging van de vraag naar extramurale zorg juist in de Zvw. De NZa heeft de mogelijkheid gecreëerd om te substitueren tussen AWBZ en Zvw. Het zorgkantoor ziet hierin voor 2013 zeer beperkte mogelijkheden gezien de omvang van de contracteerruimte en de aangekondigde bezuinigingen in de AWBZ. Het zorgkantoor ziet alleen mogelijkheden voor zover in de sector middelen overblijven door onderproductie, of daadwerkelijk een permanente overheveling van capaciteit naar de GGZ cure plaatsvindt, waarbij een aantoonbare vermindering van de wachtlijsten te zien is. De overheveling van GGZ AWBZ middelen dient dus een positief effect te realiseren voor de care sector Pakketmaatregel inloop De voorgenomen overheveling van de begeleiding naar de WMO is teruggedraaid. De inloopfunctie (F129) blijft onderdeel uitmaken van de zorginkoop Dagactiviteit GGZ Begeleiding en Dagbesteding blijven in 2013 in de AWBZ. Er bestaat behoefte aan ontwikkelingsgerichte dagbesteding (in samenhang met verblijf) die op verschillende manieren ondersteuning biedt bij het vinden van, of het voorbereiden op werk. Het zorgkantoor zal bij het maken van de productieafspraken sturen op de inzet van deze vorm van dagbesteding. 5.5 Inkoop zorg zonder verblijf, sector OGGZ In deze paragraaf worden een aantal onderwerpen uitgewerkt die specifiek te maken hebben met zorg zonder verblijf voor de sector OGGZ Ontwikkelingen Begeleiding en Dagbesteding blijven in 2013 in de AWBZ. De voorgenomen overheveling naar de WMO is teruggedraaid Pakketmaatregel inloop De voorgenomen overheveling van de begeleiding naar de WMO is teruggedraaid. De inloopfunctie blijft onderdeel uitmaken van de zorginkoop