Hoffelijk. Totaaloverzicht

Transcriptie

1 Hoffelijk Totaaloverzicht 2017

2 Beste vakgenoot, Dit jaar heeft Prinsjesdag een bijzonder karakter. Het huidige kabinet is immers al demissionair sinds afgelopen maart. Welke impact heeft dat op de plannen en de begroting? Net als andere jaren volgt Hoffelijk de ontwikkelingen weer op de voet. We maken van de nacht een dag om de voor jou relevante ontwikkelingen samen te vatten in het bekende Totaaloverzicht. In dit handige naslagwerk vind je een samenvatting van alle maatregelen die voor jou en je klanten van belang zijn. In de week na Prinsjesdag gaat Alex Erlings in de e-masterclass Prinsjesdag dieper in op wat deze maatregelen betekenen voor jouw dagelijkse praktijk. Permanent Actueel via Hoffelijk Wil je voortaan structureel op de hoogte worden gehouden van de actualiteiten, in plaats van alleen met Prinsjesdag? Kies dan voor Permanent Actueel. Met Permanent Actueel ondersteunt Hoffelijk financieel professionals: je bent altijd op de hoogte van de meest actuele ontwikkelingen in de financiële branche. Bekijk alle voordelen van Permanent Actueel. Wij wensen je veel plezier en gemak met het Hoffelijk Totaaloverzicht. Team Hoffelijk Copyright 2017 Hoffelijk Hoffelijk Financieel N.V. heeft dit Totaaloverzicht met de grootst mogelijke zorg samengesteld en gedistribueerd. Voor mogelijke onjuistheden en/of onvolledigheden aanvaardt Hoffelijk Financieel N.V. geen aansprakelijkheid, evenmin kan aan de inhoud en informatie enig recht worden ontleend. Tevens dient rekening te worden gehouden met het feit dat de inhoud van de Prinsjesdagspecial na verloop van tijd verouderd of achterhaald is. Het vermenigvuldigen, overdragen, bewerken of verspreiden van de informatie uit de Prinsjesdagspecial in welke vorm dan ook is niet toegestaan, tenzij daarvoor uitdrukkelijke voorafgaande toestemming is verleend door Hoffelijk Financieel N.V.

3 nieuwste Onze trainingsvorm: digital classrooms PE- en Wft-examentraining Wil je onder begeleiding van een ervaren docent vlak voor je PE- of Wft-examen nog even de puntjes op de i zetten? Zonder dat je daar een hele dag voor in je agenda moet vrijmaken? Dat kan met onze digital classroom! Ervaar de kracht van klassikaal onderwijs op een tijd- en kostenbesparende manier, vanaf jouw eigen locatie. We verzorgen een bijzonder effectieve examentraining, waarin je samen met je medecursisten actief kunt participeren. Uiteraard is er gelegenheid om je vragen te stellen aan de docent. De training is te volgen vanaf jouw eigen locatie, via je smartphone, tablet of laptop. Effectief onderwijs Ervaren topdocenten Interactie met medecursisten Geen reistijd Scherp tarief Meer weten? Kijk dan op

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Fiscaliteit Wijzigingen in box Wijzigingen in box Wijzigingen heffingskorting Uitbreiding toepasbaarheid alleenstaandeouderenkorting in de loonheffing Wijziging in de heffingskorting voor buitenlands belastingplichtigen per Afschaffing inkeerregeling Huwelijksvermogensrecht en schenkbelasting Navordering van schenk- en erfbelasting Aangiftetermijn schenkbelasting Wijziging partnerbegrip bij pleegzorg Vaststelling inkomen voor Awir Verlenging multiplier giftenaftrek met één jaar Wijziging definitie geneesmiddelen voor de omzetbelasting Verhoging tarief kansspelbelasting met 1,1 procentpunt Vervallen schorsende werking fiscaal verzet 18 Hoofdstuk 2 Sociale Zekerheid Basiszorgverzekering Zorgtoeslag Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Wet langdurige zorg (Wlz) Kindgebonden budget Inkomensondersteuning AOW (IOAOW) Temporisering afbouw dubbele algemene heffingskorting Verlening vrijstelling pleegzorgvergoedingen 24 Hoofdstuk 3 Woningmarkt Codificeren tijdklemmen BHW-polissen Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars Verduurzaming huurwoningen Nieuwe aansprakelijkheidsbepaling voor pand- en hypotheekhouders en executanten 30 4 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

5 Hoofdstuk 4 Ondernemers Verlaging percentage energie-investeringsaftrek met 0,5 procentpunt Verlichting administratieve lasten S&O-inhoudingsplichtigen Afschaffen fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde onderneming Aanpassing liquidatieverliesregeling Dubbele verliesneming bij vorderingen Dubbele zakelijkheidstoets bij uiteindelijke derdenfinanciering 37 Inhoudsopgave Hoofdstuk 5 Overige maatregelen Koopkrachtcijfers Overzicht koopkrachtcijfers Wijzigingen Registratiewet Meer aandacht voor cybercriminaliteit 43 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 5

6 Fiscaliteit 6 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

7 Hoofdstuk 1 Fiscaliteit 1.1 Wijzigingen in box 1 In box 1 zien we een kleine verhoging van de belasting in de tweede en derde schijf. Het belastingtarief in deze schijven stijgt van 40,80% naar 40,85%. De eerste schijf blijft ongewijzigd op 36,55%. Het belastingtarief in de vierde schijf is met 0,05 procentpunt gedaald naar 51,95%. In de eerste, tweede en derde schijf zien we een verhoging van de bovengrens. Zo is de bovengrens van de derde schijf voor 2018 vastgesteld op ,-. De tarieven zijn volgend jaar als volgt: Schijf Belastbaar inkomen Totaal tarief 1 0,- t/m ,- 36,55% ,- t/m ,- 40,85% ,- t/m ,- 40,85% ,- en hoger 51,95% 1.2 Wijzigingen in box 3 Met ingang van 1 januari 2017 is de vermogensrendementsheffing (VRH) in box 3 gewijzigd. De VRH is aangepast zodat deze beter aansluit bij de gemiddelde rendementen die door belastingbetalers in voorafgaande jaren zijn behaald. Deze wijziging ziet er als volgt uit: Een verhoging van het heffingsvrij vermogen naar ,- per belastingplichtige; Een verondersteld (forfaitair) rendement op spaargeld, gebaseerd op het vijfjaars voortschrijdend gemiddelde rendement op spaargeld; Een verondersteld (forfaitair) rendement op beleggingen, gebaseerd op het gemiddelde langetermijnrendement op beleggingen; en Het hanteren van een vermogensmix, afhankelijk van het aanwezige box 3-vermogen. De vermogensmix en de twee rendementsklassen worden als volgt ingezet: Belast vermogen Waarvan spaargeld Waarvan beleggingen 0, ,- 67% 33% , ,- 21% 79% ,- en meer - 100% Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 7 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

8 De forfaitaire rendementen van box 3 worden jaarlijks opnieuw beoordeeld en eventueel aangepast. Dit wordt gedaan over de periode t-6 tot en met t-2 (t staat voor het belastingjaar). Dat betekent dat er wordt teruggekeken naar een voorliggende periode van vier jaar, gemeten vanaf twee jaar geleden. Voor 2018 betekent dit dat er zo wordt gekeken naar de realisatiecijfers van de veronderstelde rendementen over 2012 tot en met Het belastingtarief van 30% blijft ongewijzigd. In de onderstaande tabel vind je het gemiddeld forfaitair rendement over 2018 en de daarop doorberekende vermogensrendementsheffing. Ten opzichte van 2017 is het forfaitair rendement en de daaropvolgende vermogensrendementsheffing iets gedaald. Schijf Forfaitair rendement Vermogensrendementsheffing 0, ,- 2,65% 0,795% , ,- 4,52% 1,356% ,- en meer 5,38% 1,614% Tip: De grondslag sparen en beleggen kan vrij worden toegerekend tussen fiscale partners. Door de introductie van de drie schijven kan er voordeel worden behaald bij een juiste verdeling tussen fiscale partners. 1.3 Wijzigingen heffingskorting Algemene heffingskorting In 2018 wordt de maximale algemene heffingskorting verhoogd naar 2.265,-. Het afbouwpercentage wordt verlaagd naar 4,683% (tegenover 4,787% in 2017). De maximale algemene heffingskorting voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt, wordt ook ietwat verhoogd naar 1.157,-. Arbeidskorting De maximale arbeidskorting zal in ,- bedragen. Net zoals in 2017 zal ook in 2018 de arbeidskorting afgebouwd worden vanaf een inkomen van ,- en tot ,-. Personen met een arbeidsinkomen van boven de ,- hebben dus geen recht op arbeidskorting. 8 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

9 Ouderenkorting De ouderenkorting wordt in 2018 verhoogd met 115,- waardoor deze 1.418,- zal bedragen. Om deze heffingskorting te ontvangen, moet de belastingplichtige op 31 december van het belastingjaar de AOW-leeftijd hebben bereikt en een verzamelinkomen hebben van niet meer dan ,-. Voor belastingplichtigen die niet voldoen aan deze laatste voorwaarde, bedraagt de ouderenkorting 72,-. Deze verhoging wordt doorgevoerd om de koopkracht van AOWgerechtigden te versterken. Fiscaliteit Tip: Voor klanten met een verzamelinkomen dat net boven de grens van ,- ligt, kan het verstandig zijn om het verzamelinkomen te verlagen. Bijvoorbeeld door het creëren van een aftrekpost door middel van uitgaven voor een aftrekbare gift of voor specifieke zorgkosten. 1.4 Uitbreiding toepasbaarheid alleenstaandeouderenkorting in de loonheffing Op dit moment kan de alleenstaandeouderenkorting bij de inhouding van loonbelasting alleen worden toegepast als de alleenstaande oudere een AOW-uitkering ontvangt en op deze uitkering van de SVB de standaardloonheffingskorting wordt toegepast. Het kabinet stelt voor dat het mogelijk wordt om deze korting ook toe te passen op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen. Op deze manier profiteren ook de circa 2000 alleenstaande ouderen zonder AOW-uitkering hiervan. Zij hoeven voortaan niet langer aangifte inkomstenbelasting te doen om recht te krijgen op de alleenstaandeouderenkorting. De alleenstaandeouderenkorting wordt door de SVB voortaan ook toegepast op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 9 Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

10 1.5 Wijziging in de heffingskorting voor buitenlands belastingplichtigen per 2019 Heffingskortingen vallen uiteen in een korting voor te betalen belasting en een korting voor te betalen premies volksverzekeringen. Inhoudingsplichtigen houden hier rekening mee bij de loonheffing. Een werknemer die werkt in Nederland maar niet in Nederland woont, is buitenlands belastingplichtige. De groep buitenlands belastingplichtigen valt uiteen in twee subgroepen: Kwalificerende buitenlands belastingplichtigen zijn werknemers die wonen in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, in Zwitserland of op de BES-eilanden (de landenkring) én van wie ten minste 90% van hun wereldinkomen in Nederland is onderworpen aan loonbelasting of inkomstenbelasting; en Niet-kwalificerende buitenlands belastingplichtigen zijn werknemers die niet voldoen aan de hiervoor genoemde eisen. Niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit de landenkring hebben in de inkomstenbelasting enkel recht op het belastingdeel van aan arbeid gekoppelde heffingskortingen. Niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen van buiten de landenkring hebben in de inkomstenbelasting voor geen van de heffingskortingen recht op het belastingdeel. Met dit alles wordt bij de loonheffing geen rekening gehouden. Inhoudingsplichtigen passen daardoor bij niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen voor de loonheffing altijd een hoger bedrag aan heffingskortingen toe dan waar recht op bestaat voor de inkomstenbelasting. Vanaf 2019 wordt in de loonbelasting voor alle buitenlandse belastingplichtigen kwalificerend of niet alléén nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen toegepast waar niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen in de inkomstenbelasting recht op hebben. Voor al dan niet kwalificerende belastingplichtigen uit de landenkring wordt van de arbeidskorting dan alleen het belastingdeel toegepast voor de loonbelasting. Voor buitenlands belastingplichtigen van buiten de landenkring wordt van geen enkele heffingskorting het belastingdeel toegepast. Inhoudingsplichtigen kunnen niet toetsen of hun werknemers kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen zijn. Om die reden wordt bij de voorgestelde wijziging op dit punt geen onderscheid gemaakt. Tip: De wijziging treedt per 2019 in werking. Voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen betekent de wijziging dat inhoudingsplichtigen nu juist te weinig rekening houden met de relevante heffingskortingen. Dit wordt rechtgetrokken in de 10 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

11 aangifte inkomstenbelasting. Maar daar hoeven zij niet op te wachten. Als gewenst kunnen deze kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen verzoeken om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting om zo het belastingdeel van deze heffingskortingen gedurende het belastingjaar te ontvangen, in plaats van na afloop van het betreffende jaar. Fiscaliteit 1.6 Afschaffing inkeerregeling Belastingontduikers kunnen momenteel een lagere boete krijgen als zij tot inkeer komen. Zij moeten zich daarvoor vrijwillig melden. Een belastingontduiker kan alleen met succes een beroep doen op de inkeerregeling als de Belastingdienst het niet aangegeven inkomen of vermogen nog niet heeft ontdekt. Als de belastingontduiker binnen twee jaar inkeert, is hij geen boete verschuldigd. Deze tweejaarstermijn begint nadat hij een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan of aangifte had moeten doen. Als deze tweejaarstermijn is overschreden, legt de Belastingdienst wel een boete op. De boete bedraagt bij inkeer dan 40% van het boetebedrag dat de belastingontduiker verschuldigd zou zijn zonder toepassing van de inkeerregeling. De inkeerregeling vervalt met ingang van 1 januari Daarbij is overgangsrecht geformuleerd. De huidige inkeerregeling blijft voor de belastingheffing van toepassing voor aangiften die voor 2018 zijn gedaan of hadden moeten zijn gedaan. Datzelfde geldt voor inlichtingen, gegevens of aanwijzingen die voor 2018 zijn verstrekt of verstrekt hadden moeten zijn. Tip: Bankgeheimen verdwijnen. Internationale gegevensuitwisseling wordt steeds beter. Hierdoor kan de Belastingdienst zwartspaarders steeds beter opsporen. Belastingontduikers die nog een beroep willen doen op de inkeerregeling, moeten zich haasten. De huidige inkeerregeling blijft voor de belastingheffing van toepassing voor aangiften die voor 2018 zijn gedaan of gedaan hadden moeten zijn. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 11 Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

12 1.7 Huwelijksvermogensrecht en schenkbelasting Als partners trouwen in een beperkte huwelijksgemeenschap met gelijke delen (50:50), is er geen schenkbelasting verschuldigd. Ook als echtgenoten voor een algehele huwelijksgemeenschap met gelijke aandelen kiezen, is er geen schenkbelasting verschuldigd. Dit is alleen anders als er sprake is van een nephuwelijk. Bij het aangaan van een huwelijk, hebben echtgenoten verschillende keuzes. Zij kunnen door het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden een ander aandeel dan een gelijk aandeel in de huwelijksgemeenschap afspreken. De Belastingdienst ziet dat vermogenden steeds vaker gebruik maken van deze mogelijkheden om schenk- en erfbelasting te besparen. De Successiewet wordt nu aangepast. De wijziging ziet op twee situaties. Ten eerste is er wél schenkbelasting verschuldigd voor zover door het aangaan of wijzigen van de huwelijkse voorwaarden het aandeel van de minst-vermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50%. Voorbeeld A en B zijn gehuwd in koude uitsluiting. A s vermogen bedraagt ,-. B s vermogen bedraagt ,-. Het totale vermogen bedraagt ,-. A en B maken nieuwe huwelijkse voorwaarden. Deze houden in dat er sprake is van een gemeenschap van goederen met ongelijke delen. A is voor 30% gerechtigd tot de huwelijksgemeenschap en B voor 70%. Na wijziging van de huwelijkse voorwaarden bedraagt de gerechtigdheid van A 30% x ,- = ,-. B s gerechtigdheid is 70% x ,- = ,-. B s gerechtigdheid neemt toe van ,- tot ,-. Daarmee wordt de grens van 50% x ,- = ,- overschreden. Er is daarmee sprake van een schenking voor de schenkbelasting. B is schenkbelasting verschuldigd over ,- -/ ,- = ,-. Ten tweede is er sprake van een schenking als het aandeel van de meestvermogende in het totale vermogen toeneemt door het aangaan of wijzigen van de huwelijkse voorwaarden. 12 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

13 Voorbeeld A en B zijn bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen dat er sprake is van een afwijkende gerechtigdheid tot de algehele gemeenschap van goederen. A is voor 70% gerechtigd en B voor 30%. Het totale vermogen bedraagt ,-. A en B maken nieuwe huwelijkse voorwaarden. Zij spreken af dat de gerechtigdheid van A 90% wordt en die van B 10%. Fiscaliteit De omvang van de schenking wordt in dat geval bepaald op het verschil tussen de oude en nieuwe gerechtigdheid. Dat is 20% van ,- = ,-. Over dit bedrag is schenkbelasting verschuldigd. Tip: Binnen het huwelijk kan geschoven worden met vermogensbestanddelen zonder dat dit tot heffing van schenkbelasting leidt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de eigen woning. Je moet de wettelijke kaders daarbij wel goed in de gaten houden. 1.8 Navordering van schenk- en erfbelasting De hoofdregel is dat navordering van schenk- en erfbelasting alleen mogelijk is als er sprake is van een nieuw feit. Bovendien mag de navorderingstermijn van vijf of twaalf jaar na het ontstaan van de belastingschuld nog niet zijn verstreken. Navordering is ook mogelijk als van een verkrijger een te laag bedrag aan schenk- of erfbelasting is geheven doordat een aan een andere verkrijger opgelegde aanslag wordt verminderd. Het kabinet wil de mogelijkheid om schenk- of erfbelasting na te vorderen uitbreiden. Navordering wordt ook mogelijk als in verband met een vermindering van een belastingaanslag een navorderingsaanslag aan dezelfde verkrijger moet worden opgelegd. Deze regeling gaat ook gelden als van een verkrijger te weinig schenk- of erfbelasting is geheven doordat bijvoorbeeld een aan een andere verkrijger opgelegde navorderingsaanslag is verminderd. De regeling treedt onmiddellijk in werking. Daarmee wordt de aanpassing van kracht voor alle situaties waarin een belastingaanslag is of wordt verminderd en waarbij die vermindering bij dezelfde verkrijger moet leiden tot het opleggen van een navorderingsaanslag (mits dan, uiteraard, de navorderingstermijn nog niet is verstreken). Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 13 Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

14 Het kabinet wil de mogelijkheid om schenk- of erfbelasting na te vorderen uitbreiden. 1.9 Aangiftetermijn schenkbelasting Is een aangifte niet-tijdig gedaan als de inspecteur geen termijn heeft gesteld voor het doen van de aangifte? Onlangs is hier discussie over ontstaan. Het antwoord op die vraag is van belang voor de termijn waarbinnen de inspecteur bevoegd is een (navorderings-)aanslag schenkbelasting op te leggen: Voor aangiften die niet-tijdig zijn gedaan gaan de aanslagtermijnen in na de dag waarop de aangifte is gedaan; Voor andere aangiften gaan de aanslagtermijnen in op het moment waarop de belastingschuld is of geacht wordt te zijn ontstaan. Als de inspecteur geen termijn heeft gesteld, zou een belastingplichtige de aangifte net zo lang kunnen uitstellen totdat de inspecteur geen aanslag meer kan opleggen. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Daarom wordt in de wet expliciet bepaald dat de aanslagtermijnen voor de schenkbelasting voortaan na de dag van het doen van aangifte ingaan, als meer dan vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden aangifte van die schenking wordt gedaan. De maatregel gaat onmiddellijk in. Tip: Met het uitstellen van de aangifte schenkbelasting kan niet langer een aanslag worden voorkomen als de inspecteur geen aangiftetermijn heeft gesteld. Door te wachten met het doen van de aangifte moet de belastingplichtige bovendien onnodig veel rente betalen. 14 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

15 1.10 Wijziging partnerbegrip bij pleegzorg In het stelsel dat geldt voor de inkomstenbelasting en toeslagen worden samenwonende kinderen en ouders niet aangemerkt als (fiscaal) partners, behalve wanneer het kind 27 jaar of ouder is. Dezelfde regeling geldt voor pleegkinderen, mits zij worden onderhouden en opgevoed als eigen kinderen. Maar als een gezin een pleegvergoeding ontvangt op grond van de Jeugdwet of de Wet op de jeugdzorg, voldoet de verzorgende ouder niet langer aan het onderhoudsvereiste. Het gevolg hiervan is dat kinderen en ouders mogelijk als (fiscaal) partners worden aangemerkt wanneer het kind de 18-jarige leeftijd bereikt. Dit is het geval als de ouder geen partner heeft en er ook een ander minderjarig eigen kind op hetzelfde woonadres is ingeschreven. Het gevolg van de bovenstaande situatie is dat de inkomsten van ouders en kinderen worden samengeteld en daardoor een eventueel recht op toeslagen vervalt. Ook kunnen er gevolgen zijn voor de inkomstenbelasting. Om deze ongewenste gevolgen te voorkomen, wordt voorgesteld dat ouders en hun pleegkinderen op verzoek niet langer als partners worden aangemerkt voor de inkomstenbelasting en toeslagen. Dezelfde regeling gaat gelden voor kinderen voor wie de verzorgende ouder kinderbijslag heeft ontvangen, maar die niet (meer) kwalificeren als pleegkind en ook geen eigen kind van de verzorgende ouder zijn. Tip: Het aangemerkt worden als fiscaal partners kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben. Weeg voor je klant dus altijd de voor- en nadelen tegen elkaar af. Ouders en hun pleegkinderen kunnen voortaan op verzoek niet langer worden aangemerkt als (fiscaal) partners. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 15 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

16 1.11 Vaststelling inkomen voor Awir Voor het vaststellen van de draagkracht van een belanghebbende wordt in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) aangesloten bij diens fiscale inkomen. Het fiscale inkomen wordt jaarlijks vastgesteld. Dit heeft tot gevolg dat wanneer een partner in de loop van het jaar vertrekt, het recht op een toeslag over de maanden waarin partnerschap heeft bestaan, wordt vastgesteld op basis van de jaarinkomens van zowel de belanghebbende als diens inmiddels vertrokken partner. Hierdoor kunnen inkomensstijgingen van de inmiddels vertrokken partner doorwerken in het recht op toeslag van de belanghebbende. Twee uitspraken van de Raad van State dwongen het kabinet ertoe om een eerder ingevoerde, maar later afgeschafte regeling, in oude glorie te herstellen. Deze regeling houdt in dat de belanghebbende bij Belastingdienst/Toeslagen een verzoek kan indienen om bij de berekening van het toetsinkomen de stijging van het inkomen van de voormalige partner deels buiten beschouwing te laten. In dat geval wordt het loon in de periode van partnerschap herleid tot een jaarinkomen. Het loon, de winst uit onderneming of het resultaat uit overige werkzaamheden dat eventueel na deze periode werd gegenereerd, wordt dan buiten beschouwing gelaten. De regeling kan overigens alleen worden toegepast als dit tot gevolg heeft dat het toetsingsinkomen hierdoor ten minste 10% lager wordt. Tip: De bovenstaande regeling geldt niet alleen voor voormalig partners, maar ook voor voormalig medebewoners. Dit is relevant voor de huurtoeslag, aangezien hier het criterium medebewoner wordt gehanteerd. De regeling geldt alleen op verzoek en wordt niet automatisch toegepast! 1.12 Verlenging multiplier giftenaftrek met één jaar Sinds 1 januari 2012 geldt in zowel de inkomsten- als de vennootschapsbelasting een verhoogde aftrek voor giften aan culturele instellingen (multiplier giftenaftrek). Het doel van deze multiplier is het stimuleren van giften aan dergelijke instellingen. De multiplier zou met ingang van 1 januari 2018 verdwijnen voor zowel de inkomsten- als de vennootschapsbelasting. In januari 2017 zijn de uitkomsten van een onderzoek naar onder andere deze multiplier naar de Tweede Kamer en Eerste Kamer gestuurd. Op basis van deze uitkomsten zou een besluit moeten worden genomen over het eventueel voortzetten van de multiplier giftenaftrek. Deze beslissing is echter doorgeschoven naar het nieuwe kabinet, met als gevolg dat de multiplier met één jaar wordt verlengd: tot 1 januari Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

17 Tip: De verlenging van de multiplier giftenaftrek is nog onder voorbehoud. In verband met staatssteunaspecten wordt dit voorstel eerst nog voorgelegd aan de Europese Commissie. Fiscaliteit De multiplier giftenaftrek wordt met één jaar verlengd Wijziging definitie geneesmiddelen voor de omzetbelasting Het kabinet stelt voor om de definitie van geneesmiddelen in de Wet op de omzetbelasting 1968 te wijzigen. Dit heeft gevolgen voor het toe te passen tarief (6% of 21%). Voortaan wordt voor het begrip geneesmiddel aansluiting gezocht bij de Genees-middelenwet, omdat deze wet de kaders geeft voor de toelating, kwaliteit, werkzaamheid en risico s van geneesmiddelen. Om in aanmerking te komen voor het lage btw-tarief, moet er voortaan een handelsvergunning zijn afgegeven voor het geneesmiddel in kwestie. Dit heeft tot gevolg dat voor niet als geneesmiddel erkende producten, zoals tandpasta, shampoo en zonnebrand-crème, het hoge btw-tarief van 21% moet worden betaald. Tip: Geneesmiddelen kunnen in de aangifte inkomstenbelasting worden opgenomen als aftrekpost voor specifieke zorgkosten. Zorg er dus voor dat je klant de gemaakte kosten goed bijhoudt. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 17 Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

18 1.14 Verhoging tarief kansspelbelasting met 1,1 procentpunt Op dit moment bedraagt het tarief voor de kansspelbelasting 29%. Dit tarief wordt toegepast op de waarde van de gewonnen prijs. In het Belastingplan 2018 wordt voorgesteld het tarief van de kansspelbelasting tijdelijk te verhogen naar 30,1%. Met deze verhoging wordt de derving opgevangen die wordt veroorzaakt als gevolg van het uitstel van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel inzake kansspelen op afstand. Het tarief zal weer naar 29% worden bijgesteld na verloop van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Naar verwachting treedt het wetsvoorstel met ingang van 1 juli 2018 in werking, waardoor het tarief in de kansspelbelasting per 1 januari 2019 weer wordt verlaagd naar 29%. Tip: Er is alleen kansspelbelasting verschuldigd als de waarde van de gewonnen prijs meer bedraagt dan 449,-. Er is geen kansspelbelasting verschuldigd als er voor een in het buitenland gewonnen prijs in dat land al een soortgelijke belasting is betaald over deze prijs. Het tarief in de kansspelbelasting zal tijdelijk worden verhoogd naar 30,1% Vervallen schorsende werking fiscaal verzet Als een belastingschuldige het niet eens is met de tenuitvoerlegging van een dwangbevel, kan hij daartegen in verzet komen bij de civiele rechter. Je kunt hier bijvoorbeeld denken aan de executoriale verkoop van in beslag genomen zaken. De belastingplichtige kan kiezen voor verzet op grond van de Invorderingswet 1990 ( fiscaal verzet ) of voor verzet op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ( civiel verzet ). Als gekozen is voor fiscaal verzet, wordt de tenuitvoerlegging van het dwangbevel automatisch opgeschort totdat de rechter op het verzet heeft beslist. De executieverkoop in het genoemde voorbeeld is daarmee (tijdelijk) van de baan. Bij civiel verzet wordt de tenuitvoerlegging van het dwangbevel niet automatisch opgeschort. Je kunt de rechter hier wel om verzoeken. 18 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

19 De Belastingdienst ziet dat de schorsende werking van fiscaal verzet wordt gebruikt als manier om de dwanginvordering te vertragen. De Belastingdienst ziet dat de schorsende werking van fiscaal verzet wordt gebruikt als manier om de dwanginvordering te vertragen. Dit heeft nadelige gevolgen voor de Belastingdienst. Om het oneigenlijke gebruik van fiscaal verzet als vertragingsmiddel te bestrijden en onnodig hoge kosten voor de Belastingdienst in de toekomst te voorkomen, vervalt de schorsende werking van het fiscaal verzet met ingang van Het fiscale recht wordt hiermee in lijn gebracht met het algemene bestuursrecht en het civiele recht. Tip: De schorsende werking van fiscaal verzet vervalt met ingang van Maar de belastingschuldige kan de rechter in de fiscale verzetsprocedure of in kort geding vragen om opschorting van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 19 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

20 Digitaal is bij Hoffelijk effectief en persoonlijk Goed voorbereid op PE-examen Je bereidt je natuurlijk zo effectief mogelijk voor op de PE-examens: in korte tijd wil je een maximale slaagkans bereiken tegen geringe kosten. Dat lukt gegarandeerd met behulp van Hoffelijk. 1. Online voorbereiden: Oefenexamens* inclusief e-learning met PE-actualiteiten Met representatieve oefenexamens toets je of je klaar bent voor het echte examen. Je weet snel waar je staat en gaat goed voorbereid en met vertrouwen op PE-examen. 2. Nieuw: PE-examentraining* in de digital classroom Behoefte aan extra begeleiding? Boek dan een examentraining bij een van onze topdocenten. Ervaar de voordelen van een digital classroom, gewoon vanaf jouw eigen locatie. 3. PE-examen: Reserveer waar en wanneer het jou het best uitkomt Hoffelijk heeft een ruim aanbod van meer dan 20 examenlocaties, verspreid door heel Nederland. Je kunt er ook s avonds en in het weekend terecht. *30% korting op studiemateriaal en examentraining i.c.m. Permanent Actueel! 20 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

21 Sociale zekerheid Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 21 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

22 Hoofdstuk 2 Sociale Zekerheid 2.1 Basiszorgverzekering Op Prinsjesdag werd bekend gemaakt dat het verplicht eigen risico zou stijgen van 385,- naar 400,-. Een dag later lieten de formerende partijen echter weten dat deze stijging niet doorgaat: het verplicht eigen risico blijft 385,- in De nominale premie die aan de zorgverzekeraars moet worden betaald, zal naar schatting stijgen met 6,83 per maand. Hiermee stijgt de gemiddelde nominale premie van 107,50 naar 114,33. Tip: De premieverschillen tussen zorgverzekeraars kunnen groot zijn. Tot uiterlijk 1 februari 2018 is het mogelijk om over te stappen van zorgverzekeraar. 2.2 Zorgtoeslag Als goedmakertje voor de stijging van het verplicht eigen risico en de nominale premie, zal de zorgtoeslag verhoogd worden. De zorgtoeslag stijgt als volgt: De maximale inkomensaanvulling voor eenpersoonshuishoudens zal met 131,- stijgen naar 1.197,- per jaar; De maximale inkomensaanvulling voor meerpersoonshuishoudens wordt met 194,- verhoogd naar 2.237,- per jaar. Het verplicht eigen risico voor de basiszorgverzekering blijft 385,- in Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

23 De inkomensafhankelijke bijdrage Zvw voor werknemers wordt van 6,65% verhoogd naar 6,90%. 2.3 Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Naast de nominale premie is ook een inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet van toepassing. De inkomensafhankelijke bijdragen stijgen als volgt: De werkgeversheffing voor personen in loondienst wordt van 6,65% verhoogd naar 6,90% (het hoge tarief); en De heffing voor gepensioneerden en zelfstandigen wordt van 5,4% verhoogd naar 5,65% (het lage tarief). 2.4 Wet langdurige zorg (Wlz) Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg zal verder geïmplementeerd worden. Dit kader bevat onder meer normen voor personeel en moet de kwaliteit van zorg verbeteren. Zo wordt bijvoorbeeld 275 miljoen uitgetrokken voor het aantrekken en opleiden van personeel voor verpleeghuizen. Naast het aantrekken en opleiden van personeel, zal ook gekeken worden naar ehealth, ICT en technologie binnen de langdurige zorg. Voor het implementeren van het kwaliteitskader zullen de kosten de aankomende jaren oplopen tot ruim 2 miljard. 2.5 Kindgebonden budget In 2018 wordt het kindgebonden budget voor een tweede kind met 71,- verhoogd naar 977,- per jaar. Tip: Het kindgebonden budget is afhankelijk van het inkomen, het vermogen, het aantal kinderen en hun leeftijd. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 23 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

24 Als gevolg van de stijgende levensverwachting en de vergrijzing wordt de IOAOW verlaagd in plaats van geïndexeerd. 2.6 Inkomensondersteuning AOW (IOAOW) De in 2015 geïntroduceerde IOAOW wordt als gevolg van de stijgende levensverwachting en de vergrijzing met 10,- verlaagd naar 299,- per jaar in plaats van dat deze geïndexeerd wordt. Ouderen kunnen de IOAOW naast hun AOW ontvangen (afhankelijk van de AOW-opbouwjaren). 2.7 Temporisering afbouw dubbele algemene heffingskorting De in 2012 gestarte afbouw van de dubbele heffingskorting in de sociale zekerheid (bijstand) wordt nog een jaar getemporiseerd. Dit houdt in dat de gehalveerde afbouw van 2,5 procentpunt (die van 2014 tot en met 2017 gold) ook in 2018 gaat gelden in plaats van de oorspronkelijke afbouw van 5 procentpunt per jaar. Tip: Met het afbouwen van de dubbele heffing wil het kabinet bewerkstelligen dat het voor de niet-werkende partner financieel aantrekkelijker is om aan de slag te gaan. 2.8 Verlenging vrijstelling pleegzorgvergoedingen In 2013 is een vrijstelling van pleegzorgvergoeding ingevoerd om een mogelijke inkomensbron (meer vergoeding dan kosten) bij het opvangen van meer dan drie kinderen tegen te gaan. Deze vrijstelling was een tijdelijke bepaling en zou per 1 januari 2018 vervallen. Deze termijn wordt echter verschoven naar 1 januari 2019, omdat het onderzoek naar de mogelijke inkomensbron uit pleegzorgvergoedingen nog niet is afgerond. 24 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

25 Samen werken aan advieskwaliteit Vraag jij jezelf ook weleens af of je het wel goed (genoeg) doet? Of je dossier voldoende reproduceerbaar is voor de AFM? En belangrijker: of je écht het beste advies hebt gegeven aan je klant? Hoffelijk geeft je het inzicht! De specialisten van Hoffelijk Kwaliteit kunnen je organisatie hierbij helpen. Samen met adviseurs en beleidsbepalers werken we aan nog betere hypotheekadviezen en zorgen we ervoor dat de bedrijfsvoering compliant is aan de geldende wet- en regelgeving. Wat kunnen we voor je doen? Beoordeling advieskwaliteit: veel meer dan alleen een beoordeling. Beoordeling bedrijfsvoering: een frisse blik op je bedrijfsvoering. Permanent Compliant: processen en beleidsregelingen opgesteld volgens best practices. Nóg betere hypotheekadviezen: daar zetten we ons voor in. Zeker van kwaliteit Vraag de brochure aan! naar of bel Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 25 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

26 Woningmarkt 26 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

27 Hoofdstuk 3 Woningmarkt 3.1 Codificeren tijdklemmen BHW-polissen Er is sinds de gewijzigde eigenwoningregeling in 2013 veel te doen geweest rondom (uitkeringen) uit kapitaal verzekeringen. Er kwam overgangsrecht en versoepelde regels ten aanzien van de afkoop en premiebetalingsduur van kapitaalverzekeringen. De versoepeling was aanvankelijk alleen van toepassing in specifieke (uitzonderings-)situaties. Dankzij een toezegging tijdens de behandeling van het Belastingplan 2017 zijn deze specifieke situaties voor een KEW, BEW of SEW met ingang van 1 april 2017 komen te vervallen, ook al wordt niet voldaan aan de minimale premieduur van vijftien of twintig jaar. Deze maatregel gold echter niet voor een Brede Herwaarderingskapitaalverzekering. Wel kwamen als gevolg van de maatregel de uitzonderingsituaties waarin de tijdklemmen niet van toepassing waren (wat ook gold voor een Brede Herwaarderingskapitaalverzekering) met ingang van 1 april 2017 te vervallen. Dit had tot gevolg dat vanaf die datum de tijdklem van minimaal vijftien en twintig jaar premiebetaling voor een Brede Herwaarderingsverzekering weer als vanouds van toepassing zou zijn. Niet veel later, op 15 mei 2017, kwam de staatssecretaris al met een besluit: de vrijlating van de tijdklemmen geldt ook voor Brede Herwaarderingsverzekeringen. Bij de KEW, SEW of BEW moet de uitkering nog altijd worden aangewend voor de aflossing van een eigenwoningschuld. Dat is voor de Brede Herwaarderingsverzekering niet nodig, ook niet als niet wordt voldaan aan de oorspronkelijke tijdklemmeneis. Volgens de Overige fiscale maatregelen 2018 zal dit besluit worden opgenomen in de wet door aanpassing van de Invoeringswet Wet IB Tip: Bekijk goed of het voortijdig afkopen van een kapitaalverzekering in het belang van je klant is. Tijdklemmen voor bredeherwaarderingsverzekeringen vervallen geheel. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 27 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

28 3.2 Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars Sinds 2008 is de Vereniging van Eigenaars (VvE) verplicht een reservefonds aan te leggen. Met dit reservefonds kunnen onderhoud- en herstelkosten worden gefinancierd. De hoogte van het reservefonds wordt vastgesteld met behulp van een meerjarenonderhoudsplan (MJOP). In een MJOP staat niet alleen welke onderhouds- en herstelwerkzaamheden en duurzaamheidsmaatregelen plaats moeten vinden, maar ook wanneer en wat de te verwachten kosten zijn. In de wet was geen verplichting opgenomen tot het opstellen van een MJOP, met als gevolg dat er niet altijd voldoende werd gereserveerd. Met de invoering van de Wet Verbetering functioneren Vereniging van Eigenaars hebben VvE s per 1 januari 2018 de verplichting om jaarlijks minimaal 0,5% van de herbouwwaarde te reserveren voor onderhoud en herstel. Voorbeeld De totale herbouwwaarde van een appartementsgebouw met twintig appartementen bedraagt 4 miljoen. Vanaf 1 januari 2018 moet er per jaar minimaal 0,5% van 4 miljoen worden gestort in het reservefonds. In totaal dus ,-. De bijdrage per eigenaar bedraagt dan 1.000,- per jaar ofwel 83,33 per maand. Tip: Als het reservefonds ontoereikend is voor het onderhoud of herstel, kan de VvE een lening aanvragen. Naast het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) en het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) zijn er ook banken die geldleningen verstrekken aan VvE s. Met de tijdelijke verhoging van de energiebelasting wordt de Stimuleringsregeling VvE s zijn vanaf 1 januari 2018 verplicht om jaarlijks minimaal 0,5% van de herbouwwaarde te reserveren voor onderhoud en energieprestatie huursector (STEP) bekostigd. herstel. 28 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

29 3.3 Verduurzaming huurwoningen De opbrengst van de energiebelasting wordt met ingang van 2018 tijdelijk verhoogd. De verhoging geldt voor twee jaar en moet in totaal 400 miljoen extra opbrengen. Met de extra opbrengst worden de kosten voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) bekostigd. Dit betekent overigens niet dat er sprake is van een lastenverzwaring. De tarieven in de Wet opslag duurzame energie worden namelijk verlaagd, waardoor per saldo geen sprake is van een lastenverhoging. STEP De STEP is een subsidieregeling die voortvloeit uit het Energieakkoord en heeft als doel de huursector te verduurzamen. Verhuurders worden in de gelegenheid gesteld om het energielabel van huurwoningen met subsidie te verbeteren. Deze regeling staat alleen open voor woningcorporaties en (particuliere) verhuurders van sociale huurwoningen. Verhuurders van woningen in de vrije sector komen dus niet in aanmerking voor de STEP. Om voor de STEP in aanmerking te komen, moet het energielabel minstens drie labelstappen verbeteren. Voor woningcorporaties geldt dat het energielabel na verbetering ten minste B moet zijn. Voor overige verhuurders geldt een minimum van energielabel C. De hoogte van de subsidie hangt af van de Energie-Index die per huurwoning wordt bereikt. Hoe lager de Energie-Index, des te hoger de subsidie. Voor particuliere verhuurders bedraagt de subsidie maximaal 10 miljoen per persoon. Voor woningcorporaties geldt geen maximum. Door de nieuwe aansprakelijkheidsbepaling kunnen de pand- en hypotheekhouders en executanten aansprakelijk worden gesteld voor de door de schuldeiser verschuldigde omzetbelasting. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 29 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

30 3.4 Nieuwe aansprakelijkheidsbepaling voor pand- en hypotheekhouders en executanten Een ondernemer die een belaste tegenprestatie verricht, kan ervoor kiezen om de omzetbelasting niet zelf te betalen, maar deze te verleggen naar zijn afnemer. Dit kan alleen als de afnemer een ondernemer is in de zin van de omzetbelasting. De afnemende ondernemer kan dan de (verlegde) omzetbelasting verrekenen met de terug te vragen omzetbelasting. Als bepaalde zaken zijn verpand of verhypothekeerd, kan de pandhouder, hypotheekhouder of executant bij niet-nakomen van verplichtingen besluiten om tot uitwinning over te gaan door de zaak te verkopen (op grond van een executoriale titel). De verkoopopbrengst bevat dan ook de verlegde omzetbelasting. De pand- of hypotheekhouder of executant ontvangt dan de verkoopopbrengst exclusief de nog verschuldigde omzetbelasting. Maar wat als de pand- of hypotheekhouder of executant geen ondernemer is in de zin van de omzetbelasting? Dan kan de omzetbelasting niet worden verlegd en is de ondernemer omzetbelasting verschuldigd. Om de inbaarheid van de omzetbelasting niet in gevaar te laten komen, wordt een nieuwe aansprakelijkheidsbepaling opgenomen in de Invorderingswet Als de ondernemer niet in staat is om de omzetbelasting te betalen, kan de Belastingdienst deze voortaan verhalen op de pandof hypotheekhouder of executant door hem aansprakelijk te stellen. 30 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

31 Plan nu je PE SEH 2017! Hoffelijk heeft drie praktijkgerichte programma s voor je ontwikkeld. Kies het programma dat het best aansluit bij jouw dagelijkse praktijk: Keuzeprogramma 1: Toekomstvoorzieningen en de betaalbaarheid van de eigen woning (2 dagen) Keuzeprogramma 2: Oversluiten of omzetten hypotheek (dag 1) en vermogensoverdracht (dag 2) Keuzeprogramma 3: Echtscheiding (2 dagen) Meer weten over onze PE-programma s? Kijk op Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 31 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

32 Ondernemers 32 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

33 Hoofdstuk 4 Ondernemers 4.1 Verlaging percentage energie-investeringsaftrek met 0,5 procentpunt Per 1 januari 2018 wordt de energie-investeringsaftrek met 0,5 procentpunt verlaagd. Deze aftrek heeft het stimuleren van investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen of in duurzame energie tot doel en is bedoeld voor ondernemers die in Nederland inkomsten- of vennootschapsbelasting betalen. De verlaging is het gevolg van een aangenomen amendement uit het Belastingplan Door dit amendement is het voor innovatieve start-ups makkelijker geworden om aandelenoptierechten uit te betalen aan werknemers. Hierdoor kunnen werknemers participeren in de start-up, waardoor ze profiteren van de doorgroei en waardeontwikkeling van de onderneming, zonder negatieve gevolgen voor de liquiditeit te ondervinden. Om deze maatregelen te bekostigen wordt de energie-investeringsaftrek verlaagd. Tip: Om gebruik te kunnen maken van energie-investeringsaftrek moet binnen drie maanden na de investering een melding worden gedaan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). De energie-investeringsaftrek heeft tot doel het stimuleren van investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 33 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

34 4.2 Verlichting administratieve lasten S&O-inhoudingsplichtigen Ondernemers die gebruik willen maken van de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) moeten hiervoor een S&Overklaring aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Daarnaast hebben zij de verplichting om voor het uitgevoerde speur- en ontwikkelingswerk een mededeling te doen aan het ministerie van Economische Zaken over het aantal bestede uren en gemaakte kosten en uitgaven per afgegeven S&O-verklaring. Ondernemers die gebruik willen maken van de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, moeten hiervoor een S&O-verklaring aanvragen. Sinds 2016 is er de mogelijkheid om uren, kosten en uitgaven waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven later in het kalenderjaar te maken dan in de periode waarop de verklaring betrekking heeft. Door deze versoepeling is het mededelen van de verplichtingen complexer geworden. Om de administratieve lasten te verlichten, wordt voorgesteld om het mogelijk te maken om de verplichtingen over alle in het kalenderjaar afgegeven S&O-verklaringen gezamenlijk in te dienen. Tip: Voor startende ondernemers die in de afgelopen vijf jaar niet meer dan twee keer de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk hebben toegepast, geldt een verhoogde aftrek. 34 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

35 4.3 Afschaffen fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde onderneming Voor het bestuur van beursgenoteerde ondernemingen geldt in Nederland van oudsher het two-tier-bestuursmodel. Dit model kent twee bestuurslagen: 1. Een uitvoerende laag (raad van bestuur); en 2. Een controlerende laag (raad van commissarissen). Door de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties is per 1 mei 2016 goedgekeurd dat de fictieve dienstbetrekking in de Wet op de loonbelasting 1964 niet van toepassing is op commissarissen. Sinds 1 januari 2013 is het voor vennootschappen echter ook mogelijk om het zogenaamde one-tier-bestuursmodel aan te houden. Binnen dit model is er slechts één bestuurslaag, waarin zowel uitvoerende als niet-uitvoerende bestuurders zitten. Dit bestuursmodel heeft dus geen raad van commissarissen. Deze rol wordt uitgevoerd door de niet-uitvoerende bestuurder(s). De fictieve dienstbetrekking voor bestuurders van een beursgenoteerde onderneming maakt op dit moment geen onderscheid tussen uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. Hierdoor worden commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders ongelijk behandeld. Er wordt nu voorgesteld om de fictieve dienstbetrekking ook voor niet-uitvoerende bestuurders te laten vervallen. Hierdoor ontstaat een gelijke behandeling tussen commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders. Tip: Fictieve dienstbetrekkingen zijn vaak afhankelijk van feiten en omstandigheden en niet altijd vooraf uit te sluiten. Om meer zekerheid te krijgen, kan een (model-)overeenkomst worden voorgelegd aan de Belastingdienst. Door het vervallen van de fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders ontstaat er nu een gelijke behandeling met commissarissen. Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 35 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

36 4.4 Aanpassing liquidatieverliesregeling Voordelen die worden behaald met een deelneming zijn vrijgesteld van belasting op grond van de deelnemingsvrijstelling. Dit betekent dat waardestijgingen en waardedalingen van de deelneming geen effect hebben op het resultaat van de moedermaatschappij. Voordelen die worden behaald met een deelneming zijn vrijgesteld van belasting op grond van de deelnemingsvrijstelling. Voor het ontbinden en liquideren van een deelneming geldt echter een uitzondering in de vorm van de liquidatieverlies regeling. Deze regeling zorgt ervoor dat het verlies dat ontstaat bij ontbinding en liquidatie van een deelneming toch tot een aftrekpost leidt. De hoogte van deze aftrekpost is gelijk aan het voor de deelneming opgeofferde bedrag verminderd met de liquidatieuitkeringen. Om misbruik van de regeling tegen te gaan, bevat de wet een bepaling die zogenoemde geconstrueerde liquidatieverliezen beoogt te voorkomen. Het Gerechtshof s-hertogenbosch heeft op 20 oktober 2016 een uitspraak gedaan met betrekking tot het ten laste brengen van een liquidatieverlies. Het hof heeft het liquidatieverlies in de betreffende zaak afgewezen, omdat er sprake was van een geconstrueerd verlies. Omdat het verlies volgens de letterlijke interpretatie van de wet wel genomen had kunnen worden, roept het hof de wetgever op om de regeling te verduidelijken. Door middel van een wetsvoorstel geeft de wetgever gehoor aan deze oproep en past de liquidatieverliesregeling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 aan. Tip: Om gebruik te kunnen maken van de regeling moet het recht op verliesverrekening definitief verloren zijn gegaan, moet de onderneming geheel worden gestaakt of geheel of gedeeltelijk worden voortgezet door een derde en moet de omvang van het liquidatieverlies bekend zijn. 36 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

37 4.5 Dubbele verliesneming bij vorderingen Op 27 september 2016 is de motie Van Vliet aangenomen. Deze motie verzoekt het kabinet om dubbele verliesneming bij de afwaardering van vorderingen buiten een fiscale eenheid, maar binnen een concern, onmogelijk te maken. Hierbij moet het uitgangspunt zijn dat afwaardering van vorderingen ten laste van de fiscale winst mogelijk blijft. Om uitvoering te geven aan deze motie, stelt het kabinet voor om de reikwijdte van een bestaande regeling uit te breiden. Het artikel dat dubbele verliesneming bij vorderingen via top- of tussenmaatschappijen voorkomt, wordt van toepassing op alle schuldvorderingen op maatschappijen die tot hetzelfde concern behoren als de moedermaatschappij van de fiscale eenheid. Hierbij is het niet van belang of deze maatschappijen binnen of buiten Nederland gevestigd zijn. Door deze wijziging kunnen verliezen op schuldvorderingen (of soortgelijke vermogensbestanddelen) van een tot de fiscale eenheid behorende maatschappij op een verbonden lichaam niet meer in aftrek worden gebracht, voor zover deze verband houden met verliezen die bij een andere maatschappij binnen die fiscale eenheid worden of zijn geleden. 4.6 Dubbele zakelijkheidstoets bij uiteindelijke derdenfinanciering Als een vennootschap een schuld aangaat bij een verbonden vennootschap die verband houdt met bepaalde besmette rechtshandelingen, is de rente over deze schuld niet aftrekbaar op grond van de antiwinstdrainageregeling. Wanneer de vennootschap kan aantonen dat de rechtshandeling én de schuld tot stand zijn gekomen op grond van zakelijke motieven, is de aftrekbeperking niet van toepassing. Om dit aan te tonen, moet voldaan worden aan de dubbelde zakelijkheidstoets. Deze toets houdt in dat zowel de rechtshandeling als de schuld op grond van zakelijke motieven moeten zijn aangegaan. De Hoge Raad heeft op 21 april 2017 geoordeeld dat wanneer aannemelijk wordt gemaakt dat een schuld die is aangegaan met een verbonden lichaam in feite is verschuldigd aan een derde, er wordt voldaan aan de dubbele zakelijkheidtoets. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als een externe financiering onder nagenoeg vergelijkbare voorwaarde(n) wordt doorgeleend. Het kabinet is van mening dat de uitleg van de Hoge Raad niet overeenstemt met de door het kabinet gegeven wetsuitleg. Ondanks dat sprake is van een (indirecte) externe financiering, zal op grond van de dubbele zakelijkheidstoets de zakelijkheid van de rechtshandeling nog afzonderlijk beoordeeld moeten worden. Het kabinet stelt voor om nog explicieter in de wettekst op te nemen dat als de belastingplichtige aannemelijk heeft gemaakt dat een schuld die rechtens is aangegaan met een verbonden lichaam in feite verschuldigd is aan een derde, ook nog aannemelijk moet worden gemaakt dat aan de rechtshandeling overwegend zakelijke motieven ten grondslag liggen Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 37 Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Ondernemers Overige maatregelen

38 Hoffelijk vakopleidingen In de opleiding Commercieel & Compliant Adviseren verbinden we de adviesvaardigheden om echt van betekenis voor je klant te kunnen zijn, aan adviesthema s die in jouw gesprekken aan bod komen. Het resultaat? Betere adviezen, hogere klanttevredenheid en een compliant dossier! Begeleid je klanten bij het aankopen van een woning. Onderscheid je met een gewilde expertise. Tijdens de opleiding Erkend Aankoopbemiddelaar (volledig digitaal!) leer je de fijne kneepjes van alle aspecten van het aankoopproces. Hoe bepaal je het bestendig inkomen in een adviestraject voor zelfstandig ondernemers? Een cruciale vraag. De opleiding Zakelijk Inkomen Bepalen helpt je deze vraag goed onderbouwd te beantwoorden. Een absolute meerwaarde bij deze doelgroep. Ben je werkzaam bij een bank, of ga je er binnenkort aan de slag? Dan wil je natuurlijk meer weten over de bancaire sector! De Algemene Opleiding Bankbedrijf introduceert je in het werkveld. Je krijgt een compleet beeld van het bankbedrijf in al zijn facetten. Met opleidingen van onze gespecialiseerde partners kunnen we je nog beter van dienst zijn op het niveau dat we bij Hoffelijk zelf altijd nastreven: een 7 is niet goed genoeg, een 9 is de ondergrens. Met collega-opleiders die het uitgangspunt van een 9 delen, werken we graag samen. Het complete aanbod vind je hier. 38 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

39 Overige maatregelen Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Woningmarkt Overige maatregelen Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 39

40 Hoofdstuk 5 Overige maatregelen 5.1 Koopkrachtcijfers De Nederlandse economie blijft groeien. Er is sprake van een dalende werkloosheid omdat het aantal banen sterker stijgt dan het arbeidsaanbod. Het begrotingssaldo verbetert en de gunstige economische ontwikkelingen zorgen ook voor een lagere staatsschuld. De koopkracht groeit langzamer dan de economie. Doordat de overheid steeds meer geld kwijt is aan bijvoorbeeld kosten voor zorg en onderwijs, wordt de koopkracht gematigd. In 2018 gaat 87% van de werkende mensen erop vooruit. Het kabinet trekt 425 miljoen uit voor uitkeringsgerechtigden, gepensioneerden en werkenden met lage inkomens. Hierdoor gaan zij er in koopkracht niet op achteruit. De zorgtoeslag en het kindgebonden budget gaan omhoog om gezinnen met lagere inkomens tegemoet te komen. Ouderen krijgen een hogere ouderenkorting. De koopkracht stijgt gemiddeld met 0,6%. Ondanks de positieve cijfers uit de Miljoenennota heeft het Nibud gewaarschuwd voor een te positieve stemming over de koopkrachtcijfers in Volgens de instantie blijft de koopkracht voor de meeste huishoudens nagenoeg gelijk. De koopkracht stijgt in 2018 gemiddeld met 0,6%. 40 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

41 5.2 Overzicht koopkrachtcijfers Koopkrachtcijfers werkenden Tweeverdieners 2018 Alleenverdiener met kinderen 2018 Modaal + 0,5 x modaal met kinderen 0,3% Modaal 0,1% 2 x modaal + 0,5 x modaal met kinderen 0,6% 2 x modaal 0,1% Modaal + modaal zonder kinderen 0,3% 2 x modaal + modaal zonder kinderen 0,5% Alleenstaande 2018 Alleenstaande ouder 2018 Minimumloon 0,5% Minimumloon 0,8% Modaal 0,3% Modaal 0,3% 2 x modaal 0,7% Koopkrachtcijfers niet-werkenden Sociale minima 2018 AOW alleenstaand 2018 Paar met kinderen 0,2% Alleen AOW 0,4% Alleenstaande 0,1% AOW ,- 0,1% Alleenstaande ouder 0,3% AOW paar 2018 Alleen AOW 0,2% AOW ,- 0,1% Bron: https: / Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Woningmarkt Overige maatregelen Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 41

42 5.3 Wijzigingen Registratiewet 1970 De Registratiewet 1970 regelt de opname van elektronische afschriften van akten van notarissen in een register dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). Het Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 bevat enkele wijzigingen op bepalingen in de Registratiewet Deze wijzigingen hangen samen met de lopende digitalisering van de processen rond de registratie van notariële akten. De voorgestelde wijzigingen maken het mogelijk om testamenten die al naar de algemene bewaarplaats voor notariële akten zijn overgebracht en de notariële akte gehechte stukken (annexen) elektronisch aan te leveren. De voorgestelde wijziging van de Registratiewet 1970 bestaat uit drie maatregelen: 1. Een digitale voorziening voor de Belastingdienst om toegang te krijgen tot testamenten of vergelijkbare akten in de gevallen waarin het overlijden van de erflater plaatsvindt nadat het testament of andere akte al is overgebracht naar de algemene bewaarplaats voor notariële akten; 2. In bovenstaande gevallen wordt een elektronische kopie van de akte geregistreerd in plaats van een elektronisch afschrift; en 3. De Belastingdienst ontvangt voortaan de annexen via de elektronische weg. De maatregelen worden pas uitgevoerd als de juiste technische maatregelen hiervoor getroffen zijn en worden naar verwachting in de loop van 2018 geïmplementeerd. Tip: Het raadplegen van een (oud) testament kan van groot belang zijn. Bijvoorbeeld wanneer eerst de ene ouder is overleden en later de langstlevende ouder ook overlijdt. De hoogte van de nalatenschap van de langstlevende ouder kan afhankelijk zijn van bepalingen in het testament van de eerst overleden ouder. Zo kan bijvoorbeeld zijn bepaald dat de rente op de niet-opeisbare geldvordering van het kind jaarlijks wordt bijgeschreven op de vordering. Hierdoor wordt de nalatenschap van de langstlevende ouder aanzienlijk lager en is er minder erfbelasting verschuldigd. 42 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

43 Het Digital Trust Center wordt opgezet om het midden- en kleinbedrijf beter te beveiligen tegen cyberaanvallen. 5.4 Meer aandacht voor cybercriminaliteit In 2018 maakt het kabinet in totaal 116 miljoen vrij om Nederland veiliger te maken. Er worden extra middelen beschikbaar gesteld aan de inlichtingendiensten AIVD, MIVD en de politie. Er wordt een Landelijk Expertisecentrum Terrorisme opgezet om terrorisme dreigingen beter aan te kunnen pakken. Daarnaast wordt de internationale samenwerking op het gebied van gegevensuitwisseling over luchtvaartpassagiers versterkt. Ten slotte wordt er steviger ingezet op het opsporen van crimineel vermogen. Het Openbaar Ministerie krijgt een bedrag van structureel 26 miljoen euro voor de bestrijding van cybercriminaliteit (cyberspionage en -sabotage). Verder wordt het Digital Trust Center (DTC) opgezet om het midden- en kleinbedrijf beter te beveiligen tegen cyberaanvallen. Ook wordt er structureel een bedrag van 43 miljoen vrijgemaakt voor de grensbewaking door de Koninklijke Marechaussee op bijvoorbeeld luchthavens. Tip: Momenteel is de Wbp nog van toepassing, maar op 25 mei 2018 wordt een nieuw regelgevend kader van kracht: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Deze privacywetgeving gaat gelden in de hele Europese Unie (EU) en vervangt de Nederlandse Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De AVG zorgt onder meer voor: Versterking en uitbreiding van privacyrechten; Meer verantwoordelijkheden voor dienstverleners; en Dezelfde, stevige bevoegdheden voor alle Europese privacytoezichthouders, zoals de bevoegdheid om boetes tot 20 miljoen op te leggen. Fiscaliteit Sociale zekerheid Woningmarkt Woningmarkt Overige maatregelen Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht 43

44 De wetgeving omtrent privacy en gegevensbescherming wordt flink aangescherpt. Vanaf 25 mei 2018 moeten organisaties die persoonsgegevens verwerken voldoen aan een nieuwe, Europese privacyrichtlijn: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Bedrijven die hun omgang met persoonsgegevens dan niet goed op orde hebben, riskeren hoge boetes. Onze praktische en doeltreffende online awarenessmodule helpt je op weg. Met de Awarenessmodule Privacy van Hoffelijk creëer je bewustzijn over het belang van deze ingrijpende wetswijziging. De belangrijkste aandachtspunten bij het treffen van de maatregelen die nodig zijn om aan de nieuwe richtlijnen te voldoen, komen uiteraard ook uitvoerig aan bod. Inhoud: Bewustwording belang privacy AVG & Privacywetgeving Datalekken: wat is het en hoe voorkom je het? Meldplicht datalekken Privacyverklaring aan je klanten Voorkom boetes en verzeker je klanten van een professionele en secure omgang met hun waardevolle persoonsgegevens awareness privacy 44 Hoffelijk 2017 Prinsjesdag Totaaloverzicht

45 Bereid je medewerkers voor op een mogelijke cyberaanval. De menselijke factor is de belangrijkste én de zwakste schakel bij pogingen tot cybercrime. Versterk de veiligheid organisatiebreed met de Cybercrime Awarenessmodule van Hoffelijk. We houden jou en je collega s op de hoogte met periodieke updates over de laatste ontwikkelingen op het gebied van cybercrime. Cybercrime Awareness: continu alert! awareness cybercrime

46 Hoffelijk Financieel N.V. Burgemeester Hazenberglaan HG Rotterdam T E info@hoffelijk.nl