JAARVERSLAG 2016 FLEXIBEL ÉN STABIEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARVERSLAG 2016 FLEXIBEL ÉN STABIEL"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 216 FLEXIBEL ÉN STABIEL

2 JAARVERSLAG 216 FLEXIBEL ÉN STABIEL

3 WONEN LIMBURG IN HET KORT WONINGBEZIT verhuureenheden 2.67 huizen wisselden van huurder 68 statushouders 258 huizen huizen (26.76) garages en overige verhuureenheden (3.55) We brachten onze beheerkosten per verhuureenheid verder terug van naar Dat gaven we dus gemiddeld per verhuureenheid uit aan bedrijfslasten (exclusief onderhoudskosten). VERKOCHT AANGEKOCHT 7, marktwaarde 132 verkocht 17 aangekocht 25 nieuwbouw 12 gesloopt rapportcijfer visitatie HUURPRIJZEN ONDERHOUD < 49, goedkoop 49,92 628,76 23, betaalbaar 628,76 71, dure sociale huur > 71,68 74 vrije sector 866 huizen energetisch aangepakt: nu gemiddeld label B 412 huizen kregen zonnepanelen via Zonnig-Limburg 8,2 miljoen miljoen reparatie- en mutatieonderhoud planmatig onderhoud en renovaties 2

4 12% van de huizen die in 216 vrijkwamen gingen naar statushouders KENGETALLEN Woningbezit Aantal woningen Aantal garages Aantal overige verhuureenheden In 216 zijn 866 huizen energetisch verbeterd en kregen 412 huizen zonnepanelen via Zonnig-Limburg De huur Aantal woningen (alleen zelfstandige wooneenheden): Goedkoop (< 49,92) Betaalbaar ( 49,92 628,76) Dure sociale huur ( 628,76 71,68) Vrije sector (> 71,68) Gemiddelde huurprijs van onze woningen in Totale huuropbrengst ( miljoen) , ,1 Stijgingspercentage huur per categorie huishoudinkomen: < % 1% > < % 1,25% > % 4,5% Huurderving in % van de jaarhuur 1,1% 1,79% Totale huurachterstand in % van huur december,87%,86% Verhuispercentage Aantal ontruimingen 8,55% 52 8,4% 61 We brachten onze beheerkosten verder terug Financieel Solvabiliteit eigen vermogen 1 59,97% 58,2% Current ratio 2 3,42 2,64 Jaarresultaat x Overig Gemiddeld onderhoudsbedrag per woning in Beheernorm gemiddeld bedrag per verhuureenheid in Personeelsformatie (fte) 218,8 217,2 Formatieplaatsen per 1 woningen 8,73 8,73 1. De solvabiliteit geeft aan welk deel van onze bezittingen is gefinancierd met eigen vermogen en welk deel met vreemd vermogen. 2. Current ratio is een kengetal dat onze liquiditeit meet. Het geeft de mate aan waarin we de kortlopende schulden kunnen betalen uit de vlottende activa (bezittingen waarin het vermogen voor een periode korter dan een jaar is vastgelegd). 3

5 4

6 INHOUDSOPGAVE 1. STABILITEIT VERSUS FLEXIBILITEIT: HET JAAR 216 IN BALANS 2. WONEN EN LEVEN 2.1 Wonen Onze dienstverlening Woonruimteverdeling Mutatiegraad en leegstand Ons huurbeleid Huurachterstand en ontruimingen 2.2 Leven Aandacht voor leefbaarheid Stimuleren van samenredzaamheid Huurdersparticipatie Een thuis voor statushouders Nieuwe zorgconcepten Duurzaamheid 3. ONTWIKKELING EN VASTGOED 3.1 Onze opgave in vastgoed 3.2 Ons woningbezit 3.3 Wat deden we aan nieuwbouw en renovatie? 3.4 Onderhoud en energieprojecten 3.5 Onze vastgoedsturing 4. ONZE ORGANISATIE 4.1 Organisatiestructuur 4.2 En dit zijn de familie- en nevenstructuren 4.3 Dochter- en zusterondernemingen 4.4 Medewerkers 4.5 Raad van Medezeggenschap 5. SAMENWERKING 5.1 Huurdersraad 5.2 Ketenpartners 5.3 Gemeenten 6. FINANCIEEL VERSLAG 6.1 Betrouwbaar financieel beleid 6.2 Investeren of uitgeven? 6.3 Het verhaal bij het vermogen 6.4 Geld lenen en huizen verkopen 6.5 Wat is de kwaliteit van het resultaat? 6.6 Financiële continuïteit gegarandeerd door het bewaken van de geldstroom het bewaken van de solvabiliteit het bewaken van de renterisico's Over onze rentabiliteitspositie 6.8 De Autoriteit woningcorporaties beoordeelt 6.9 Wat staat ons te wachten? 6.1 Kengetallenoverzicht 7. VERANTWOORD BESTUREN 7.1 Ambitie en strategische koers 7.2 Wetten en regels 7.3 Governance 7.4 Risicomanagement en prestatiemanagement 7.5 Visitatie 7.6 Raad van Commissarissen 8. JAARREKENING Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening over Kasstroomoverzicht 8.4 Toelichting 8.5 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 8.6 Grondslagen voor de bepaling van het resultaat 8.7 Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht 8.8 Toelichting op de balans 8.9 Toelichting op de winst-en-verliesrekening 8.1 Overige toelichting en ondertekening van de jaarrekening 9. OVERIGE GEGEVENS 9.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 9.2 Statutaire winstbestemming 9.3 Resultaatbestemming 215 Bijlage 1: Activiteiten vastgoed en niet-vastgoed per gemeente Bijlage 2: Persoonlijke gegevens bestuur en Raad van Commissarissen Bijlage 3: Hoofd- en nevenfuncties bestuur en Raad van Commissarissen

7 1. STABILITEIT VERSUS FLEXIBILITEIT: HET JAAR 216 IN BALANS Onze samenleving verandert. Voortgedreven door snel opeenvolgende technologische vernieuwingen, de onbegrensde mogelijkheden van het internet en het actieve gebruik van social media lijken allerlei maatschappelijke veranderingen zich in een steeds hoger tempo af te spelen. Gelijktijdig wordt onze wereld steeds kleiner. Veranderingen elders in de wereld hebben regelmatig directe impact op onze lokale samenleving thuis. En vice versa. Op veel terreinen vragen deze veranderingen om flexibiliteit. Kijk maar eens naar de ontwikkelingen met betrekking tot de arbeidsmarkt. Of de snelle veranderingen op de terreinen van de zorg en de energievoorziening. En nog dichterbij winnen zelfs de individuele relaties tussen mensen meer en meer aan flexibiliteit. Ook de wereld van Wonen Limburg verandert. Een wereld waarin huishoudens steeds vaker en sneller van samenstelling veranderen. Een wereld waarin we als Limburgse samenleving de omslag van bevolkingsaanwas naar bevolkingsafname doormaken. Een wereld waarin, juist ook op oudere leeftijd en bij zorggerelateerde vragen, steeds langer zelfstandig thuis gewoond wordt. Een wereld waar door dreiging en geweld vele mensen van elders ook in Limburg een nieuw thuis zoeken. Stuk voor stuk veranderingen die ook van Wonen Limburg de nodige flexibiliteit vragen. FLEXIBILITEIT IN ONZE WONINGVOORRAAD Zo introduceerden we in 216 in Weert, Panningen en Horst aan de Maas onze Kompaswoningen. Verplaatsbare, tijdelijke woningen waarmee we, speciaal toegespitst op 1 à 2 persoonshuishoudens, op zeer korte termijn aan een vraag naar woonruimte voor sociaal urgenten kunnen voldoen. En waarmee we tevens vanuit die huidige vraag van nu slim anticiperen op de krimpende bevolkingssamenstelling van de toekomst. Daarnaast leverden we in ons nieuwbouwprogramma veel levensloopbestendige woningen op, zoals bijvoorbeeld in Schinnen en Eygelshoven, waarmee verschillende generaties in hetzelfde woningtype prima uit de voeten kunnen. Daar waar haalbaar, transformeren we incourant (zorg)vastgoed tot zelfstandige appartementen zoals onder meer ons voormalig kantoor in Weert en het zorgcomplex Berkele Heem in Horst. Met cofinanciering vanuit de gemeentelijke Wmo-middelen passen we waar nodig voor zittende huurders de woning aan. Met Het Huis van Morgen in Panningen als mooi demonstratievoorbeeld van hoe met relatief eenvoudige ingrepen de levensloopbestendigheid van een reguliere naoorlogse woning verlengd kan worden. Waar nodig maken we ook rigoureuze keuzes. Zo sloopten we het gedateerde verzorgingshuis Van Berlo Heem in Weert en startten we in 216 op die plek met de bouw van eigentijds zorgvastgoed. Evenals voorgaande jaren maakten ook in 216 weer ruim 8 woningen een forse energielabelsprong. Goed voor het milieu én de portemonnee van onze huurder. En via de samenwerking met 1 collega's binnen Zonnig-Limburg zijn binnen 1,5 jaar al 15 woningen voorzien van zonnepanelen. FLEXIBILITEIT IN ONZE ROL ÉN ONZE ORGANISATIE Was de corporatie vroeger primair een bezitter en beheerder van woningen, zien we nu dat, mede door de veranderingen in de samenstelling van onze huurders en in de zorg, onze inzet op de 'zachte' kant van het wonen aan belang toeneemt. Inzet op het bieden van niet alleen een huis maar juist ook een thuis voor onze deels kwetsbare doelgroep. Signaleren van en vervolgens samen met onze netwerkpartners acteren op vraagstukken rond eenzaamheid, verwardheid en overlast vraagt een bredere inzet van onze wijk- en complexbeheerders. Uiteraard in afstemming met partners in zorg en veiligheid. Met een toenemende druk op de sociale huursector verkennen we in de krimpregio Parkstad de mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de leegstand in de particuliere sector door het omzetten van koop naar huur. In samenwerking met de stadsregio Parkstad organiseerden we een krachtige lobby richting de Tweede Kamer om aandacht en 6

8 steun te vragen voor deze voor Nederland unieke krimpvraagstukken in een stedelijke context. Mede ingegeven door de nieuwe Woningwet bereidden we in 216 een juridische splitsing van onze organisatie voor. Een splitsing in een groot sociaal deel (DAEB; diensten van algemeen economisch belang) en een in omvang bescheiden commercieel deel (niet-daeb). Om daarmee ook naar de toekomst toe voldoende flexibiliteit te kunnen bieden in de vraagstukken op de Limburgse woningmarkt. Om zodoende daadkrachtig te kunnen blijven bouwen aan gemengde wijken waarin verschillende inkomensgroepen elkaar op een natuurlijke basis blijven treffen. En waarmee we ook invulling kunnen blijven geven aan de huisvestingsvraagstukken van de middeninkomens. STABILITEIT VOOR WIE DAT NODIG HEEFT In al deze maatschappelijke bewegingen biedt Wonen Limburg een stabiel thuis voor een kwetsbare groep mensen. Een groep die vanwege financiële, zorggerelateerde of andere oorzaken (nog) niet zijn eigen weg op de woningmarkt vindt. Zo hebben we de huurverhoging voor onze primaire doelgroep tot 1% inclusief inflatie weten te beperken. Introduceerden we het tweehurenbeleid waarmee huurders met een laag inkomen een korting op de huur ontvangen. En behouden we actief 14% van onze woningen onder de huurgrens van 41,-. We introduceerden in Sittard en Roermond het concept van de Buurtkring. Dat is een ondersteuningsnetwerk voor zelfstandig wonende inwoners in een kwetsbare positie, waardoor hun kwaliteit van leven en de leefbaarheid in de wijk verbetert. We boden in 216 verspreid over de Limburgse wijken en dorpen daarnaast aan 68 statushouders, vaak na een lang en onzeker verblijf elders, een eigen thuis. Het woningaanbodmodel Thuis in Limburg groeit met de aansluiting van een aantal collega-corporaties uit tot het Funda van de sociale woningvoorraad in Limburg, waarmee de keuzevrijheid van onze (toekomstige) huurders verder wordt versterkt. STABILITEIT MET BEWONERS EN HUURDERSORGANISATIES Waar mogelijk pakken we onze opgaven op samen met bewoners en huurders. Zoals bij diverse vergroeningsprojecten waarbij we de directe leefomgeving van onze woongebouwen opwaarderen met de aanplant van planten in binnenruimten en tegen gevels. Of bij de pilotprojecten zelfbeheer waarbij bewoners het initiatief nemen om het beheer in eigen hand te nemen. Of op nog grotere schaal bij de ontwikkeling en inrichting van wijkparken onder andere in Weert en binnen het in 216 erkende IBA-project Vitaal Kerkrade. Onze huurdersorganisaties, verenigd in de Huurdersraad, spelen daarbij een voorname rol. Enerzijds in het adviseren van onze organisatie in uiteenlopende vraagstukken zoals de DAEB/niet-DAEB splitsing en de aan- en verkoop van verschillende complexen. Maar anderzijds ook steeds sterker in het mee-organiseren van de inbreng van grotere groepen huurders. Bijvoorbeeld via het in 216 opgestarte Wonen Limburg Lab; een denktank waarin samen met huurders thema s worden bediscussieerd. Een ander voorbeeld is het onderzoek naar de wenselijkheid van het behouden van het 55+ label op een deel van onze complexen dat samen met huurders gerealiseerd werd. Tevens traden de huurdersorganisaties in 216 als volwaardig partner op in het afsluiten van prestatieafspraken met de ruim 2 gemeenten waar dergelijke afspraken tot stand kwamen. Op 1 oktober deden we succesvol mee aan de landelijke Dag van het Huren, waarbij kennismaken en verbinden onze centrale thema's waren. Als dank voor alle inzet organiseerden we voor alle vrijwilligers en betrokken huurders onze Dank je Wel Dag dit jaar in het Continium in Kerkrade. STABILITEIT IN ONZE POSITIE In 216 werd Wonen Limburg gevisiteerd en behaalden we een prachtig resultaat met een gemiddeld rapportcijfer van een 7,5. Waardering was er onder meer voor de geslaagde combinatie tussen provinciale slagkracht en lokale aandacht. De Provincie Limburg werd door de rijksoverheid aangewezen als regionale woningmarkt, waarmee we ook naar de toekomst toe op provinciale schaal onze inzet kunnen blijven leveren. We kochten van een collega-corporatie verschillende complexen aan met in totaal 128 woningen en één activiteitenruimte. En verkochten vanuit doelmatigheid ons enige complex in Meerssen aan de woningstichting aldaar. Per saldo groeide onze voorraad met 231 woningen. We sloten ons in 216 aan bij Corporatie Energie Beheer, een samenwerkingsverband waarmee deskundigheid en expertise rond warmtevraagstukken door de deelnemende corporaties wordt gebundeld. Evenals voorgaande jaren wisten we onze beheernorm verder terug te brengen van naar We sluiten 216 af met een financieel resultaat van 146,4 miljoen. Al met al zijn we er in geslaagd om ondanks alle veranderingen in 216 de goede balans te behouden tussen het bieden van stabiliteit enerzijds en het organiseren van voldoende flexibiliteit anderzijds. Langs deze weg willen we eenieder die daar afgelopen jaar zijn of haar bijdrage aan heeft geleverd hartelijk bedanken voor de getoonde inzet. Wim Hazeu en Ger Peeters Bestuurders Wonen Limburg 1. STABILITEIT VERSUS FLEXIBILITEIT 7

9 2. WONEN EN LEVEN 2.1 WONEN ONZE DIENSTVERLENING Het jaar 216 stond vooral in het teken van het optimaliseren van onze dienstverlening en de processen. We spannen ons in om de wensen en behoeften van onze huurders te kennen. Uitsluitend contacten bij de standaardmomenten vinden we niet genoeg. We willen weten wat huurders bezighoudt. Dit doen we vooral door in gesprek te gaan. Maar ook vragen we hen via het bewonerspanel naar hun mening en ideeën over actuele thema s. De samenwerking met de Huurdersraad nam een professionelere vorm aan en we verbeterden ons op bijna elk resultaatgebied van de dienstverlening. De medewerkers groeien in bewustwording en eigenaarschap waardoor mooie resultaten tot stand kwamen. KWH In 216 zetten we specifiek in op verbetering van onze dienstverlening. We professionaliseerden de samenwerking met onze ketenpartners en samen verbeterden we het verhuurproces. Daarnaast is er een gezamenlijk opleidingsprogramma opgezet en uitgevoerd voor alle uitvoerende medewerkers waarbij de communicatie met onze huurder centraal staat. Medewerkers van de ketenpartner worden niet langer als leverancier gezien, maar als collega, om de huurder zo optimaal mogelijk te bedienen. We zagen de verbeteringsacties in onze dienstverlening terug in de groei van de KWH-resultaten. Onderstaande tabel toont de KWH-score in december 216. KWH-SCORE (DECEMBER 216) Contact Woning zoeken Nieuwe woning Huur opzeggen Reparaties Onderhoud 7,8 7,6 7,5 7,2 7,8 8,1 TOTAAL 7,7 De meeste KWH-onderdelen zijn gestegen ten opzichte van 215. Het gemiddelde rapportcijfer steeg van een 7,4 in 215 naar een 7,7 in

10 MELDINGEN De digitale weg wordt meer en meer gevonden. Huurders regelen hun zaken steeds vaker via Mijn Wonen Limburg, het digitale huurdersportaal. Dit gebruik wordt sterk gestimuleerd door onze medewerkers bij bezoekers in de buurtwinkel, tijdens huisbezoeken en bij nieuwe verhuringen. Ook wordt social media meer ingezet als kanaal om een melding te doen, al zien we hier nog geen snelgroeiende trend opkomen. Gemiddeld krijgen we per week ongeveer vijf vragen of klachten van huurders binnen via Facebook en Twitter. AANTAL INGEKOMEN MELDINGEN VIA MIJN WONEN LIMBURG IN 216 Reparatieverzoek Aanvraag vraaggestuurd binnenonderhoud Klacht Overlastmelding GESCHILLENCOMMISSIE Wonen Limburg is aangesloten bij de onafhankelijke regionale geschillencommissie Noord- en Midden-Limburg. Bij deze commissie kunnen huurders en woningzoekenden een klacht indienen die kan gaan over het (nalaten van) handelen van medewerkers van Wonen Limburg of andere personen die namens Wonen Limburg optreden. Bijvoorbeeld als er niet wordt gereageerd op een verzoek van een huurder of woningzoekende of als men vindt dat bepaalde afspraken niet zijn nagekomen. Over het beleid van Wonen Limburg kan men niet bij de geschillencommissie terecht. Daarvoor kan men zich wenden tot de directie van Wonen Limburg. Wel kan er een klacht ingediend worden als men van mening is dat Wonen Limburg haar beleid niet zorgvuldig uitvoert. Andere zaken waarvoor huurders niet bij de geschillencommissie terechtkunnen zijn zaken die al aan de rechter zijn voorgelegd en huurverhogingen. Voor dit laatste bestaat een huurcommissie (huurcommissie.nl). De meeste meldingen komen echter nog altijd via de telefoon: AANTAL INGEKOMEN TELEFOONTJES BIJ HET WOONADVIESTEAM Zo verloopt de procedure De klacht kan alleen schriftelijk bij de geschillencommissie ingediend worden, bij voorkeur door middel van een daartoe bestemd formulier. Exemplaren hiervan zijn verkrijgbaar bij Wonen Limburg maar zijn ook te vinden op onze website wonenlimburg.nl. Totaal aantal Percentage beantwoord Gemiddelde wachttijd beantwoord Gemiddelde wachttijd onbeantwoord (voortijdig opgehangen) In deze aantallen zijn niet de reparatieverzoeken opgenomen. Die worden rechtstreeks beantwoord door onze onderhoudpartners. In 216 ging het om reparatieverzoeken. De meeste telefoontjes die bij ons binnenkomen gaan over de huurbetaling en het zoeken naar een woning. In 216 lanceerden we bovendien de zogenaamde Bel Mij-knop. Dit is een button op de website waar huurders of woningzoekenden hun telefoonnummer kunnen achterlaten en alvast aan kunnen geven waarover hun vraag gaat. De klantadviseurs van het WoonAdviesTeam bellen dan uiterlijk binnen één uur terug. In 216 is ruim 6 keer gebruik gemaakt van deze dienst ,31% 1:52 minuut 1:33 minuut Uiterlijk binnen twee weken nadat de klacht is binnengekomen, ontvangt men hiervan een bevestiging van de geschillencommissie. Daarbij wordt ook aangegeven of de commissie de klacht zelf in behandeling heeft genomen of de klacht heeft doorverwezen naar Wonen Limburg. De geschillencommissie bericht de indiener over het moment waarop de klacht wordt behandeld. Hierbij wordt het principe van hoor en wederhoor toegepast. Dit houdt in dat de indiener wordt uitgenodigd de behandeling bij te wonen en de gelegenheid krijgt de klacht toe te lichten. De geschillencommissie streeft ernaar de klacht binnen twee maanden af te handelen. Vervolgens brengt zij uiterlijk binnen drie weken een bindend advies uit aan Wonen Limburg. Hiervan ontvangt de indiener tegelijkertijd een kopie. 2. WONEN EN LEVEN 9

11 De onafhankelijke geschillencommissie bestaat uit drie leden: een voorzitter, afkomstig uit de rechterlijke macht; een lid afkomstig uit kringen van woningcorporaties (niet werkzaam bij een van de aangesloten corporaties); een lid afkomstig uit kringen van de huurders. De werkwijze van de geschillencommissie ligt vast in een reglement. Hiervan kan de huurder of woningzoekende een exemplaar verkrijgen bij Wonen Limburg. We kregen dertien klachten In 216 werden dertien klachten over Wonen Limburg bij de geschillencommissie ingediend. Daarvan is er één deels gegrond verklaard en zijn er drie ongegrond verklaard. Bij vier klachten heeft de geschillencommissie zich niet ontvankelijk verklaard en de klacht doorverwezen naar de huurcommissie. Twee klachten heeft Wonen Limburg voor de zitting opgelost en de overige drie klachten waren eind 216 nog in behandeling WOONRUIMTEVERDELING Al sinds 211 bieden we onze woningen gezamenlijk met een aantal andere corporaties aan via de website thuisinlimburg.nl. Door een combinatie van verschillende aanbiedingsmodellen (aanbod-, bemiddelings-, direct te huur-, loting- en optiemodel) wordt ingespeeld op de behoeften van verschillende woningzoekenden: normale zoekers, spoedzoekers en kritische zoekers. In 216 is één corporatie nieuw aangesloten waardoor het aantal participerende corporaties uitkomt op negen. Begin 217 vindt integratie plaats met Woningburo Maastricht (samenwerking van drie corporaties) waardoor het woningaanbod van Thuis in Limburg flink verder uitbreidt. Daarnaast start Thuis in Limburg begin 217 met een geheel vernieuwde website. Met daarin een woonlastenmodule waarmee de woningzoekende een goed beeld krijgt van de totale kosten die het huren van een woning met zich meebrengt. In 216 verhuurden we 2.37 woningen via Thuis in Limburg verdeeld over de volgende modules: WOONRUIMTEVERDELING WONEN LIMBURG 216 MODELLEN AANTAL Aanbod Bemiddeling Direct te huur Loting Nieuwbouw Optie TOTAAL 2.37 Het directe bemiddelingsmodel is een model dat we inzetten voor bijvoorbeeld herhuisvestingskandidaten en statushouders. In 216 is een start gemaakt met het herhuisvesten van bewoners uit de Piushof in de gemeente Peel en Maas. In 216 zijn ruim 3 huurders geherhuisvest. Het streven is dat alle 71 huishoudens van de Piushof in februari 218 een nieuwe woning hebben gevonden. 1

12 MUTATIEGRAAD EN LEEGSTAND MUTATIEGRAAD De gemiddelde mutatiegraad bedroeg in 216 8,55% en is daarmee licht gestegen ten opzichte van 215 (8,4)%. LEEGSTAND We zien het aantal leegstaande objecten al sinds 215 (1,79%) afnemen. Deze trend is in 216 (1,1%) voortgezet door strakkere sturing op het mutatieproces en bewustwording bij medewerkers. Daarnaast hebben we de leegstand op verkoop uit het percentage gehaald. Deze leegstand wordt namelijk rechtstreeks ten laste gelegd van de verkoopopbrengsten ONS HUURBELEID PASSEND TOEWIJZEN Woningcorporaties moeten vanaf 1 januari 216 bij het toewijzen van sociale huurwoningen voldoen aan de nieuwe passendheidsnorm. De overheid wil hiermee de uitgaven aan de huurtoeslag beperken en betaalbaarheidsproblemen bij lagere inkomens verminderen. Deze nieuwe norm bepaalt dat corporaties aan minimaal 95% van de huishoudens die recht hebben op huurtoeslag een woning moeten toewijzen met een huur tot aan de aftoppingsgrens. Voor een- en tweepersoonshuishoudens was de aftoppingsgrens in ,68, voor grotere huishoudens was dit 628,76. Tweehurenbeleid Wonen Limburg heeft de keuze gemaakt om het tweehurenbeleid in te zetten om aan het passend toewijzen te voldoen. Het tweehurenbeleid houdt in dat voor woningen boven de aftoppingsgrenzen twee huurprijzen worden gehanteerd: de gewone huurprijs en een lagere huur voor mensen met recht op huurtoeslag. De toewijzing van woningen blijft grotendeels hetzelfde. Een woning krijg je toegewezen op basis van wachttijd en iedereen kan op alle woningen reageren. Reageert iemand met recht op huurtoeslag op een woning met een aanbiedhuur boven de aftoppingsgrens, dan legt Wonen Limburg het verschil bij en verlagen we de huurprijs tot net onder de aftoppingsgrens. De redenen van Wonen Limburg om het tweehurenbeleid in te zetten zijn: de keuzevrijheid van woningzoekenden blijft gehandhaafd; verschillende inkomensgroepen kunnen in één complex blijven wonen, wat de sociale integratie bevordert; betaalbaarheid voor de groep net boven de huurtoeslaggrens neemt niet af omdat deze groep nog steeds kan reageren op woningen onder de aftoppingsgrens. JAARLIJKSE HUURVERHOGING Het streven was om samen met de Huurdersraad in 216 een meerjarig voorstel te doen voor de huursombenadering. Met de huursombenadering krijgt niet iedere woning dezelfde huurverhoging. Woningen waarvan de huur relatief goedkoop is in vergelijking met de kwaliteit van de woning krijgen meer huurverhoging dan woningen die al een bij de woning passende huur hebben. Zo krijgen langzaam maar zeker alle woningen een huur die goed aansluit bij de kwaliteit van het huis. De overheid beoogde de huursombenadering in 216 in te laten gaan maar heeft hier geen tijdig besluit over kunnen nemen. De huursombenadering gaat daarom pas per 1 januari 217 in. Huurverhoging 216 Omdat de huursombenadering pas in 217 ingaat, hebben we voor 216 gekozen om voor de derde keer op rij een inkomensafhankelijke huurverhoging door te voeren. Hiermee doen we recht aan het principe sterkste schouders, zwaarste lasten. Daarbij is er gezien de hoogte van de aan ons opgelegde verhuurderheffing ook een noodzaak vanuit financieel perspectief om, naast het inflatievolgend huurbeleid, een extra huurverhoging toe te passen. In 216 hebben we, in samenspraak met de Huurdersraad, de lage en middeninkomens zoveel mogelijk ontzien. Zij kregen een huurverhoging van 1%. Alleen voor de hoogste inkomens hebben we een inkomensafhankelijke huurverhoging doorgevoerd (4%). 2. WONEN EN LEVEN 11

13 2.1.5 HUURACHTERSTAND EN ONTRUIMINGEN In 216 hebben we 52 woningen ontruimd. In 37 situaties was huurachterstand de reden, waarvan in 6 van deze situaties de huurders zijn vertrokken zonder dit aan ons te melden en waarvan onbekend is waar ze naartoe zijn gegaan. Wij gaan terughoudend om met het uitzetten van huurders als het gaat om huurachterstand. We proberen eerst betalingsregelingen te treffen met de huurders en onze medewerkers gaan op huisbezoek om te voorkomen dat de achterstand verder oploopt. Uiteraard zetten we ons netwerk optimaal in om een gang naar de deurwaarder te voorkomen. Naast huurachterstand zijn redenen om een woning te ontruimen bijvoorbeeld overlast of drugs en/of hennepplantage (15 keer). In 216 maakten we een start met de optimalisatie van het huurincasso proces. Daarnaast is een start gemaakt om gezamenlijke en universele afspraken te maken met de deurwaarders. Bij beide projecten is het uitgangspunt huurders te helpen bij betalingsproblemen en samen te voorkomen dat deze groter worden. 2.2 LEVEN Wonen Limburg zet zich, voor en met bewoners, in voor betere buurten. Naast onze huurders betrekken we hierbij ook gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties, onderwijsorganisaties en andere belanghebbenden. Leefbaarheid, samenredzaamheid en huurdersparticipatie zien wij dan ook als een belangrijke opgave voor onze organisatie. Daarnaast hebben we speciale aandacht voor het toenemende aantal statushouders en voor zorgvragers die steeds vaker, al dan niet met begeleiding, zelfstandig in de wijk wonen. Tot slot staat het onderwerp duurzaamheid nog altijd hoog op de agenda. Uiteraard op het gebied van vermindering van CO 2 -uitstoot, maar zeker ook op het gebied van betaalbaarheid, duurzame oplossingen en langetermijnrelaties met onze belanghebbenden AANDACHT VOOR LEEFBAARHEID Leefbaarheid gaat over je prettig voelen in je woning en woonomgeving, waarbij het samenspel tussen fysieke kwaliteit, sociale kenmerken en het ervaren van veiligheid van belang is. In totaal zijn er dagelijks 2 wijk- en complexbeheerders in de wijk actief. Zij zorgen er niet alleen voor dat de wijk schoon, heel en veilig is, maar gaan ook het gesprek met bewoners aan. Ze stimuleren bewonersinitiatieven en signaleren hulpvragen die ze vervolgens doorzetten naar de collega s leefbaarheid of de netwerkpartners. Daarnaast zijn er nog 15 leefbaarheidsmedewerkers actief. Zij zetten zich onder andere in om overlastsituaties op te lossen, samen met bewoners en netwerkpartners. Ook ondersteunen zij bewoners bij leefbaarheidsprojecten in de wijk. In 216 intensiveerden we de samenwerking met onze netwerkpartners en pakken we nu meer en meer problematieken integraal aan. Dat levert win-win situaties op voor bewoners, netwerkpartners en Wonen Limburg. ONS LEEFBAARHEIDSFONDS Het is voor ons belangrijk bewoners zoveel mogelijk te stimuleren om zelf initiatieven te ontplooien die hun wijk ten goede komen. Voorbeelden van laagdrempelige projecten die de leefbaarheid verbeteren zijn het gezamenlijk aanleggen van een tuin in de wijk en die vervolgens met buurtbewoners onderhouden. Of het creëren van een ontmoetingsplek om elkaar beter te leren kennen. Voor dergelijke initiatieven hebben we het Leefbaarheidsfonds. Daarnaast werken we ook met bewonersbudgetten om grotere, langlopende projecten van bewoners te kunnen ondersteunen. BEWONERS ONTMOETEN ELKAAR We faciliteren bewoners om elkaar te ontmoeten. Dit doen we door meet en greets in de complexen te organiseren en door ontmoetingsplekken in of rondom de complexen te creëren. Hierbij hebben bewoners altijd een initiërende en participerende rol en streven we naar een co-creatie tussen bewoners, Wonen Limburg en netwerkpartners. In 216 realiseerden we bijvoorbeeld de beweegtuin in Venray Noord-West en de pluktuin Laethof in Eygelshoven. Daarnaast zijn er verschillende ontmoetingsruimtes opnieuw ingericht. DE DONDERBERG IN DE LIFT In 212 tekenden vier partijen, te weten Provincie Limburg, gemeente Roermond, Wonen Zuid en Wonen Limburg, een samenwerkingsovereenkomst voor 12 jaar voor het wijkontwikkelingsplan (WOP) Donderberg. Eind 216 eindigde fase 1 van het uitvoeringsprogramma. Het WOP Donderberg is met veel energie en ambitie opgepakt. De WOP-partners hebben een proces in gang gezet dat een positieve impuls in de Donderberg teweegbracht. Deze impuls is voelbaar in de gesprekken met de bewoners en professionals die in het kader van de evaluatie gevoerd zijn en in de informatie die verstrekt is door het programma management. De resultaatmeting, die in het kader van deze evaluatie is uitgevoerd, laat zien dat er veel acties in gang zijn gezet die hun vruchten al hebben afgeworpen. Zo heeft Wonen Limburg haar bijdrage geleverd door de inzet van een kansmakelaar die onder andere gewerkt heeft aan de ontwikkeling van een gezamenlijke moestuin en speeddate-sessies 12

14 organiseerde tussen bewoners en het UWV. We zien dat er nog meer kansen liggen voor soortgelijke waardevolle projecten. Dus we zetten fase 2 van het WOP met hetzelfde enthousiasme door. GROENER ÉN SOCIALER Wonen Limburg investeert in een betere en duurzame samenleving. In 216 deden we dat onder andere door het vergroenen van een aantal complexen. Samen met de huurders hebben we plannen voor hun appartementengebouw gemaakt om groener en socialer te wonen. Zo maakten we in de woongebouwen Het Heem in Baarlo en Markt 117 in Panningen de binnenplaats groener. En hebben we in de complexen De Graspieper in Weert, Portbeemden in Eygelshoven en Aurora in Heerlen een muur voorzien van beplanting. Bewoners maken hierdoor meer gebruik van de gezamenlijke ruimten STIMULEREN VAN SAMENREDZAAMHEID Een tweede opgave op maatschappelijk vlak betreft het vergroten van de zelf- en samenredzaamheid van kwetsbare burgers. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door met gemeenten afspraken te maken over de samenwerking op het gebied van schuldhulpverlening en op het gebied van het vroegtijdig signaleren van problemen. Daarnaast willen we kwetsbare burgers activeren door op projectmatige basis met elkaar samen te werken. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van stage- en (leer)werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Sinds 214 hebben we Social Return on Investment, letterlijk vertaald maatschappelijk rendement, opgenomen in ons inkoopbeleid. In 216 heeft dit ertoe geleid dat onze ketenpartners zich actief hebben ingezet om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te bieden. Meer over onze Social Return activiteiten leest u in paragraaf 4.3. SOCIALE INNOVATIE In 216 zijn we een samenwerking gestart met het Cube Design Museum in Kerkrade. Zij passen de methode van Design thinking toe. Dit is een manier van denken en werken om op een praktische en creatieve manier problemen op te lossen of nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. In 217 start een eerste groep studenten met het leefbaarheidsvraagstuk: Hoe kun je onze huurders regie laten voeren over hun eigen woon- en leefomgeving? VITAAL KERKRADE Vitaal Kerkrade gaat ervan uit dat iedere Kerkradenaar, zelfredzaam of minder zelfredzaam, beschikt over kansen en krachten om bij te dragen aan een vitale en gezonde leefomgeving en stad. Vitaal Kerkrade is een overkoepelend project waarin, op verschillende plekken, door burgers een bijdrage wordt geleverd aan de productie van kwalitatief vers, gezond en biologisch voedsel. Met elkaar en voor elkaar. Bij de herinrichting van verschillende stukken grond worden bewoners geïnspireerd om op een innovatieve manier na te denken over hun eigen leefbaarheidsbehoeften. Daarnaast worden bewoners tijdens bijeenkomsten bewust gemaakt van de maatschappelijke problematieken op gebied van gezondheid, eenzaamheid en sociale cohesie. Vitaal Kerkrade is als zelfstandig project opgenomen in het uitvoeringsprogramma van IBA-Parkstad. Tevens is er een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het IBA-team 'ikgroenhet'. Binnen 'ikgroenhet' vormt de uitwerking van Vitaal Kerkrade in Kerkrade-Noord de noordflank van Park Gravenrode, waarmee we het groen van dit park laten doorgroeien in de omliggende wijken en buurten. Samen werken we aan een groenere omgeving die inwoners de ruimte biedt om sociale, culturele en economische activiteiten te organiseren. GO4IT! In oktober hebben Innovium en Wonen Limburg een handtekening gezet onder de samenwerkingsovereenkomst van het project GO4it!. Dit project biedt niet-uitkeringsgerechtigde jongeren met weinig perspectief op werk een kans op de arbeidsmarkt. Gemiddeld een half jaar lang werken ze onder begeleiding vier dagdelen per week aan een leefbaarheidsopgave, of aan een vraag van een huurder, in de wijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het schilderen van gemeenschappelijke ruimtes, opschoningsacties en groenwerkzaamheden. 6% van de deelnemers is doorgestroomd naar werk, een opleiding of in een enkel geval naar vrijwilligerswerk. GO4it! biedt een goed perspectief voor kansarme jongeren en levert daarnaast een belangrijke bijdrage aan een leefbare omgeving in de wijk. 2. WONEN EN LEVEN 13

15 ZELFBEHEER DOOR BEWONERS In 216 is de werkgroep Zelfbeheer gestart. Zelfbeheer betekent dat bewoners zelf een aantal zaken in eigen beheer uitvoeren. Zaken die voorheen door bedrijven en Wonen Limburg werden uitgevoerd. Hierbij kan gedacht worden aan schoonmaakwerkzaamheden van algemene ruimten en het onderhouden van het groen. Dit kan op verschillende manieren en niveaus worden vormgegeven: van toezicht en controleren tot het helemaal zelf doen. De werkgroep Zelfbeheer is in 216 gestart met een paar enthousiaste bewoners om te kijken of het haalbaar is om zelfbeheer toe te passen op hun woongebouw. Voorwaarde is dat bewoners het zelf initiëren en oppakken. Pas dan zal het een duurzaam karakter krijgen. Wonen Limburg heeft hierbij alleen een ondersteunende rol HUURDERSPARTICIPATIE NAUWE SAMENWERKING MET DE HUURDERSRAAD Wonen Limburg werkt nauw samen met de Huurdersraad. Hierin zijn vier regionale huurdersorganisaties vertegenwoordigd. Vanuit de Woningwet hebben de huurdersorganisaties een volwaardige positie in het proces om te komen tot lokale prestatieafspraken met gemeenten en corporaties. Een intensief traject waar in 216 veel aandacht naar uitging. Diverse Limburgse huurdersorganisaties hebben elkaar hierin gevonden en, met de nodige ondersteuning vanuit de Huurdersraad, gewerkt aan het vormgeven van deze nieuwe rol. Verder betrok Wonen Limburg de Huurdersraad in 216 intensief bij het voorgenomen scheidingsplan ten behoeve van de splitsing van DAEB (Diensten van Algemeen Economisch Belang) en niet-daeb activiteiten dat per 1 januari 218 zijn beslag moet krijgen. Eind 216 gaf de Huurdersraad haar zienswijze op het voorgenomen scheidingsplan. In het komende jaar zal Wonen Limburg de Huurdersraad nauw blijven betrekken bij het vervolgtraject en de implementatie van dit plan. Naast bovengenoemde thema s adviseerde de Huurdersraad in 216 onder andere over het asbestbeleid van Wonen Limburg. En stemde zij in met een aangepast raamwerk Sociaal Plan bij sloop, nieuwbouw en renovatie en de aanbesteding voor schoonmaak. Samen met een vertegenwoordiging van huurders formuleerden we de opdrachtbeschrijving voor de aanbesteding van de schoonmaak. Natuurlijk hadden we hierbij ook aandacht voor Social Return. In paragraaf 5.1 schrijft de Huurdersraad wat hij in 216 nog meer gedaan heeft. PARTICIPATIE IN ONS DNA Het meedenken en meedoen blijft niet beperkt tot de Huurdersraad en de huurdersorganisaties. We richten ons op het laten meedenken van alle huurders die dit willen op themaniveau. Zo worden huurders regelmatig in een vroeg stadium betrokken bij beleid en activiteiten. Niet alleen om te weten wat er speelt in een buurt, maar ook om verbindingen tussen bewoners te kunnen leggen, talenten te ontdekken en deze in te zetten in de wijken. De bewoner is onze sparringpartner en medebedenker van nieuwe concepten. Zo organiseerden we in 216 het eerste Wonen Limburg Lab, waarin we samen met huurders en professionals brainstormden over thema s als Huren zonder inkomen. Hoe doe je dat?. Ook de Dank je Wel Dag, de Dag van het Huren en andere evenementen zijn gerichte contactmomenten gebleken. Hierbij betrekken we meer en meer huurders aan de voorkant zodat zij mede onze agenda bepalen. Dat zetten we door in spontane ontmoetingen, dialogen en verbindingen waardoor ons participatie-dna groeit. Dat is onze insteek voor de komende jaren. Het betrekken van bewoners op grote en kleine schaal, op geplande en ongeplande momenten, formeel en informeel EEN THUIS VOOR STATUSHOUDERS De grote instroom van vluchtelingen in Europa, Nederland en dus ook in Limburg, heeft in 216 doorgezet tot een groeiende behoefte aan woningen voor statushouders. Statushouders zijn vluchtelingen die een verblijfsstatus hebben gekregen en dus recht hebben op een eigen woning. De gemeenten waarin Wonen Limburg werkzaam is, hebben allemaal een flinke opgave om deze doelgroep te huisvesten. Voor het overgrote deel lukt dat binnen het reguliere woningbezit. In 216 werd door Wonen Limburg aan 68 statushouders een huis aangeboden. Het aantal aan statushouders aangeboden woningen bedraagt 12% van alle opnieuw verhuurde woningen. Om de druk op de woningmarkt door deze extra opgave te verlichten, zijn enkele innovatieve oplossingen in gang gezet. Zoals het ontzorgingsarrangement (onderdeel van het actieplan Limburgs Maatwerk ). Hierin worden particuliere eigenaren opgeroepen leegstaande woningen tijdelijk te verhuren aan statushouders. Ook startten we met de mogelijkheid om enkele alleenstaande statushouders gezamenlijk één woning te laten delen. Wonen Limburg voegt daarnaast op diverse plekken tijdelijke woningen voor verschillende doelgroepen toe (Kompaswoningen). Dit met het oog op het verlichten van de druk op de woningmarkt voor alle woningzoekenden. 14

16 Naast de huisvestingsopgave willen we ook een bijdrage leveren aan de integratie van nieuwkomers in de wijk. In 217 werken we, samen met partners, verder aan een aantal projecten die zich hier op richten. Zoals het programma wennen aan de woning en taalervaringsplekken NIEUWE ZORGCONCEPTEN Mensen met steeds zwaardere zorgvragen huren zelfstandig een woning. Dat komt onder meer door de toenemende vergrijzing en de verandering van het Nederlandse zorgstelsel. Wonen Limburg anticipeert op deze ontwikkelingen door samen met onze partners op zoek te gaan naar vernieuwende woon- en dienstenconcepten. Om de opgave scherp in beeld te krijgen, werken we op gemeentelijk en regionaal niveau intensief samen met gemeenten, zorgorganisaties en andere woningcorporaties. In de regio Parkstad bijvoorbeeld is wonen en zorg onderdeel van de woonvisie en wordt er toegewerkt naar een regionaal uitvoeringsprogramma. Wonen Limburg streeft ernaar om nu en in de toekomst te voorzien in voldoende toegankelijke woningen. De laatste jaren zijn nagenoeg alle toegevoegde woningen levensloopbestendig, dus voor alle leeftijden geschikt. Ook in ons bestaand bezit wordt de toegankelijkheid verbeterd. Dit doen we zelf, bij groot onderhoud en renovaties, maar ook in co-creatie met de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Op deze manier werden in Venray bijvoorbeeld diverse woongebouwen voorzien van elektrische deurdrangers ter bevordering van de toegankelijkheid. HET HUIS VAN MORGEN Het Huis van Morgen is een laagdrempelig inloophuis waar technologische hulpmiddelen en eenvoudige aanpassingen in de woning zijn aangebracht. Het Huis van Morgen maakt inzichtelijk hoe je met relatief eenvoudige ingrepen langer, veilig en comfortabel kunt blijven wonen in je eigen woning. Rondleidingen worden verzorgd door vrijwilligers en veel regionale bedrijven realiseren de aanpassingen in de woning. Omdat we weten dat de verhuisgeneigdheid onder ouderen laag is én het langer thuis wonen nodig is, past het Huis precies in de behoefte van vandaag. Het Huis van Morgen staat in Panningen en het project is in 216 verlengd voor 3 jaar. Buurgemeente Horst aan de Maas gaat het project ook ondersteunen. VAN VERZORGINGSHUIZEN NAAR ZORGAPPARTEMENTEN Traditionele bejaardentehuizen bestaan niet meer. In Horst heeft dit geleid tot de ombouw van Berkele Heem (verzorgingshuis) naar Bakenshof. Hier worden appartementen in alle prijsklassen gerealiseerd. Ook wordt een deel van de woningen verhuurd aan cliënten van een zorgorganisatie. De verbouwing is gestart en er is al veel belangstelling voor de huur. De appartementen worden eind 217 opgeleverd. In Weert zijn we gestart met de bouw van 89 (zorg)appartementen op de plek waar eerst het verzorgingshuis Van Berlo Heem stond. Ook hier is veel belangstelling voor de huur. VROEGSIGNALERING De wijk- en complexbeheerders zijn steeds meer in de wijk en worden gefaciliteerd om het gesprek te voeren met de bewoners. Hierdoor signaleren ze sneller problematieken in de wijk en door hun nauwe contact met hulpverleningsinstanties kunnen ze de juiste verbindingen leggen waardoor bewoners geholpen worden. BUURTKRING In Roermond en Sittard is op initiatief van Wonen Limburg het project Buurtkring gerealiseerd. Een vrijwilliger vormt een ondersteuningsnetwerk met maximaal 1 wijkgenoten in een kwetsbare positie. Ze ondersteunen elkaar en zetten zich in voor de wijk wat weer een positief effect heeft op de kwaliteit van leven. Het project wordt gedragen door de gemeente, corporaties, zorg- en welzijnsorganisaties. In Venray wordt het concept ook gestart en verder doorontwikkeld DUURZAAMHEID Duurzaamheid is een breed begrip. Wij sluiten ons aan bij de People-Planet-Profit-benadering. Deze benadering gaat ervan uit dat het bij duurzaamheid gaat om het vinden van een evenwicht tussen aandacht voor mensen (people), natuur en milieu (planet) en de continuïteit van organisaties (profit). Onze aandacht voor duurzaamheid loopt als een groene draad door de diverse thema s. We werken bewust aan vermindering van woonlasten en CO 2 -uitstoot. En we gaan voor een duurzame en innovatieve manier van renoveren van ons bestaande bezit. Maar we passen duurzaamheid ook toe op mobiliteit, ons Wonen Limburg Huis, onze buurtwinkels en de relatie met onze huurders en belanghebbenden. 2. WONEN EN LEVEN 15

17 ONZE DOELSTELLINGEN We hebben doelstellingen geformuleerd voor energiebesparing en CO 2 -reductie. We gaan voor: een gemiddelde energie-index binnen de klasse 1,21 t/m 1,4 (energielabel B) in 22; 2% CO 2 -reductie (22 ten opzichte van 21); 2% aandeel duurzame energie in onze nieuwbouw. Wonen Limburg heeft verder in de wensportefeuille een doelstelling geformuleerd voor wat betreft de duurzaamheid van haar woningvoorraad. In 22 moet 5% van de woningvoorraad een energielabel A of B hebben en in 225 moet dat 75% zijn. Deze doelstellingen zijn vertaald naar beleid voor bestaande bouw en nieuwbouw. In onze bestaande woningen streven we naar een energielabelsprong van minimaal 3 labels tot energieklasse 1,21 t/m 1,4. Bij de nieuwbouw focussen we ons op concepten die optimaal energiezuinig, duurzaam en zonder aardgas zijn. LAGERE ENERGIEREKENING Door te werken aan bovenstaande doelstellingen, ontlasten we het milieu. Evenzo belangrijk is dat we hiermee ook de woonlasten voor huurders op peil houden. In dat kader participeren wij in projecten als de Stroomversnelling en Zonnig-Limburg. Maar we besteden ook aandacht aan voorlichting aan onze huurders als het om energiebesparing gaat. Zo doen we als Wonen Limburg mee aan een Energy Challenge, besteden we regelmatig aandacht aan energiebesparing in ons huurdersmagazine In de Buurt van en leiden wehuurders op tot energiecoach. 16

18 3. ONTWIKKELING EN VASTGOED 3.1 ONZE OPGAVE IN VASTGOED Wonen Limburg is als woningcorporatie actief binnen 27 gemeenten in de Provincie Limburg en een klein deel in Zuidoost-Brabant. In onze wensportefeuille is de strategie voor ons vastgoed opgenomen. Wonen Limburg zet zich in voor de huishoudens die niet zelfstandig in huisvesting kunnen voorzien. Dit zijn met name de huishoudens met een laag inkomen, maar ook de middeninkomens behoren tot onze doelgroep. Betaalbaarheid vanuit totale woonlasten is daarbij belangrijk. We realiseren dit door acceptabele huurprijzen te vragen en woningen met een hoge energetische kwaliteit te ontwikkelen. GEÏNTEGREERDE WIJKEN Wonen Limburg gelooft in het inzetten op geïntegreerde wijken. Wijken die zowel sociale huurwoningen als woningen boven de huurtoeslaggrens (> 71,68) kennen. Zo ontstaat een variatie aan woningen en aan de mensen die er wonen, een oprechte dwarsdoorsnede van onze samenleving. Daardoor blijven wijken leefbaar en kleurrijk. Bij het realiseren van de ambitie in de niet-daeb opgave voegt Wonen Limburg woningen aan de markt toe, bestemd voor de middeninkomens. Ook bij het realiseren van onze vastgoedprojecten zorgen we voor een variatie in producten bestemd voor de verschillende inkomensgroepen. In overleg met de huurdersorganisatie en bewoners in Oirsbeek is er bijvoorbeeld voor gekozen om binnen het project Stegelenhof zowel sociale als vrije sector huurwoningen te realiseren. Ook in het centrumplan Stein is een mix van sociale en vrije sector appartementen aangeboden. TIJDELIJKE WONINGEN De ontwikkeling van de bevolking staat niet stil. De komende jaren zal met name in Noord- en Midden-Limburg het aantal huishoudens nog stijgen, maar daarna neemt het aantal huishoudens af. In navolging van Zuid-Limburg zal ook hier de komende jaren de krimp zijn intrede doen. Hier moeten we op anticiperen. Als we in de huidige, en lokaal soms zelfs groeiende, vraag naar huisvesting willen voorzien, moeten we niet teveel traditionele woningen meer bouwen. Deze woningen gaan immers ruim 5 jaar mee. Daarmee zouden we een overschot aan woningen, en dus leegstand, in de nabije toekomst creëren. We kiezen er daarom voor om in te zetten op tijdelijke huisvestingsconcepten die we afhankelijk van de vraagpiek in kunnen zetten, daar waar de behoefte het sterkst is. We noemen deze tijdelijke woningen onze Kompaswoningen; woningen voor mensen die even geen vaste route volgen maar op hun persoonlijk kompas bewegen. Hierbij werken we nauw samen met marktpartijen. Een voorbeeld van een Kompaswoning is het tijdelijke woonconcept Heijmans One. Deze woning is geschikt voor starters; één- en tweepersoonshuishoudens. De eerste 3 huizen zijn in de gemeente Weert geplaatst en 1 huizen in Panningen. In 217 worden nog 12 woningen in Horst aan de Maas gerealiseerd (America). Ook andere gemeenten hebben interesse getoond. WONINGEN GESCHIKT VOOR JONG EN OUD De bevolking wordt gemiddeld ouder en ouderen blijven langer thuis wonen. Onze woningvoorraad moet daarbij faciliteren. De woningen die we toevoegen aan de woningvoorraad zijn zoveel mogelijk levensloopbestendig, of zijn op termijn levensloopbestendig te maken. Zo zijn we in 216 samen met zorgpartij Land van Horne het project Hornehoof in Weert gestart. We verwachten in 217 het gebouw in gebruik te kunnen nemen. 3. ONTWIKKELING EN VASTGOED 17

19 VERNIEUWING VAN ONS BEZIT We kijken niet alleen naar nieuwbouw, maar ook naar onze bestaande woningvoorraad. Ook deze moet aansluiten bij de wensen en eisen van deze tijd. Als woningen verouderd zijn, bekijken we samen met de bewoners wat de beste ingreep is. Zo hebben we samen met de bewonerscommissie van de torentjes in het Brukske een renovatie uitgevoerd. Via het project Stroomversnelling maakten we negen bestaande woningen in Melick nul-op-de-meter. Voor het verzorgingshuis Berkele Heem in Horst is een alternatieve invulling gezocht. De onzelfstandige eenheden worden omgebouwd tot zelfstandige moderne appartementen. In sommige gevallen is het bestaande vastgoed niet meer in te zetten voor alternatief gebruik en wordt het vastgoed gesloopt. In 216 is besloten om de woningen aan de Piushof in Panningen te slopen. In 217 wordt de alternatieve invulling bepaald. De drive-in woningen aan de Carolusstraat in Helden zijn ook afgelopen jaar gesloopt. Hier realiseren we acht nul-op-de-meter vrije sectorwoningen. 3.2 ONS WONINGBEZIT In 216 verkochten we een complex van 3 appartementen en 48 parkeerplaatsen in Geulle aan onze collega-corporatie Woningstichting Meersen. Ook verkochten we 12 individuele huizen en namen we 1 woningen, 1 standplaats en 1 woonwagen uit exploitatie (sloop). Verder kochten we 128 woningen en een activiteitenruimte aan van collega-corporatie De Woonplaats. Het betreft 96 woningen in Landgraaf en 32 woningen plus een activiteitenruimte in Eygelshoven. WONINGEN Appartement Begeleid wonen Chalet Eengezinswoning Logeerkamer Seniorenwoning Standplaats woonwagen Verzorgingscentrum (aantal onzelfstandige eenheden) Zorgwoning TOTAAL OVERIGE Bedrijfsruimte/winkel/kantoor Bergruimte Garage/overdekte parkeerplaats Parkeerplaats/overig Kinderdagverblijf/peuterspeelzaal Ontmoetingscentrum Praktijk Wijkgebouw TOTAAL

20 3.3 WAT DEDEN WE AAN NIEUWBOUW EN RENOVATIE? OPGELEVERDE PROJECTEN In 216 leverden we zestien projecten op met in totaal 328 eenheden. Bestaande uit 171 appartementen en 127 eengezinswoningen voor de verhuur en 3 koopwoningen. OPGELEVERD IN 216 APPAR- GROND- TEMENT GEBONDEN WONING Samenwerking DAEB/ Naam Locatie Soort Aantal Aantal Ketenpartner niet-daeb Kiosk Venray woningen 78 nee DAEB renovatie Het Hof Baarlo woningen 18 ja DAEB Schadijkerweg Meterik woningen 18 nee DAEB Notengaard Weert woningen 3 nee koop Stegelenhof Oirsbeek woningen 14 ja DAEB Vrouwehof fase 3 Weert woningen 8 nee DAEB Kloosterstraat Weert woningen 18 nee DAEB Weijerbeemd Weert woningen 1 nee DAEB Burg. Dohmenplein Eygelshoven woningen 26 ja DAEB CP Stein Stein woningen 35 ja, Turn Key DAEB/niet-DAEB Stroomversnelling Melick woningen 9 ja Stroomversnelling Haalakker Oirlo woningen 1 nee Aanpassing woning De Gouden Leeuw Venray woningen 1 nee, Turn Key DAEB Daelzicht fase 2 Venlo woningen 22 ja, Turn Key DAEB Kompaswoningen Weert woningen 3 nee DAEB Kompaswoningen Panningen woningen 1 nee DAEB TOTAAL ONTWIKKELING EN VASTGOED 19

21 PROJECTEN IN UITVOERING Aan het einde van het jaar 216 hadden we veertien projecten in uitvoering, met in totaal 381 eenheden. IN UITVOERING IN 216 APPAR- TEMENT GROND- GEBONDEN WONING ZORG Samenwerking DAEB/ Naam Locatie Soort Aantal Aantal Aantal Ketenpartner niet-daeb Hornehoof Weert woningen 89 6 ja DAEB/niet-DAEB Stox Panningen woningen 13 ja DAEB/niet-DAEB Stox fase 1 infra Panningen nee Berkele Heem Horst woningen 43 ja DAEB Kompaswoningen Horst woningen 12 nee DAEB RKONS Landgraaf woningen 32 ja DAEB Emmalaan Maasbracht woningen 32 ja DAEB CP Kerkrade Kerkrade woningen 47 ja DAEB/niet-DAEB van Meertenstraat Eygelshoven woningen 9 ja DAEB Holtskuilenstraat Eygelshoven woningen 1 ja DAEB Locatie 7 Eygelshoven woningen 4 ja DAEB Kattekop fase 2 Urmond woningen 2 ja DAEB/niet-DAEB Vervangen Horst woningen 2 nee DAEB woonwagens Carolusstraat Helden woningen 8 ja DAEB TOTAAL

22 PROJECTEN IN VOORBEREIDING Aan het einde van 216 waren onderstaande zestien projecten in voorbereiding. In totaal betreft het hier 322 woningen. IN VOORBEREIDING IN 216 APPAR- TEMENT GROND- GEBONDEN WONING ZORG Naam Locatie Soort Aantal Aantal Aantal Samenwerking DAEB/ Ketenpartner niet-daeb Beukenrode Venray woningen 44 ja DAEB Maria Wijngaard Weert woningen 4 ja DAEB SGL Weert Weert woningen 28 n.n.b. DAEB Kuyperplein Horst woningen 48 ja DAEB Antoniuspark 4x Horst woningen 4 nee DAEB (combi) Antoniuspark 1x Horst woningen 1 ja DAEB (combi) De Afhang Horst woningen 9 ja DAEB App. Brukske Venray woningen 2 nee DAEB Piushof (combi) Panningen woningen 1 ja DAEB Piushof (combi) Panningen woningen n.n.b. ja DAEB Annadaelstraat Sittard woningen 12 nee DAEB Donderberg Roermond woningen n.n.b. DAEB De Wiejerd Montfort woningen 9 n.n.b. Aan de Kreppel Heythuysen woningen 18 ja huur/koop Oude Trambaan Thorn woningen 24 ja DAEB/niet-DAEB Donatusstraat Nuth woningen 58 ja DAEB TOTAAL ONTWIKKELING EN VASTGOED 21

23 3.4 ONDERHOUD EN ENERGIEPROJECTEN We zien ons vastgoed als een middel om maatschappelijke doelen te bereiken. Onze woningen moeten aansluiten bij wat de huurder wenst. En prettig wonen begint bij een goede, betaalbare woning. We onderhouden daarom onze woningen en gebouwen goed. Elk jaar, zo ook in 216, wordt een derde van ons bezit geïnspecteerd waarbij we bekijken of de woning nog voldoet aan onze kwaliteitseisen. Naast het regulier onderhoud werden er 866 woningen in 216 energetisch aangepakt. De energiezuinigheid van deze huizen is gemiddeld gestegen met twee energielabels tot een gemiddelde van een B-label. Met het verduurzamen van onze woningvoorraad zorgen we voor verlaging van de CO 2 -uitstoot, maar zorgen we er ook voor dat onze huurder dit meteen in zijn portemonnee merkt. STROOMVERSNELLING Binnen het initiatief van de Stroomversnelling worden woningen verduurzaamd tot nul-op-de-meter-woningen. Dit betekent dat deze zeer goed geïsoleerde woningen over een heel jaar gezien geen fossiele brandstoffen gebruiken. In 216 zijn negen bestaande woningen in Melick aangepakt. Door deze maatregelen krijgen de woningen ook een geheel nieuwe eigentijdse uitstraling. In 217 gaat BAM starten met de uitvoering van een stroomversnellingsproject in Helden. LASTEN ONDERHOUD ( ) Planmatig onderhoud, lasten van renovaties en markttechnische ingrepen Kosten niet-planmatig onderhoud TOTAAL

24 ZONNIG-LIMBURG Ook in 216 heeft Wonen Limburg samen met tien andere Limburgse corporaties het samenwerkingsverband Zonnig-Limburg voortgezet. Met Zonnig-Limburg wordt het voor de huurder mogelijk gemaakt om zonnepanelen te plaatsen op zijn huurwoning. Zonnig-Limburg bereikte eind 216 een mooie mijlpaal. In december werd de 15e zonnepaneleninstallatie via Zonnig-Limburg aangesloten. Wonen Limburg had in 216 het doel om 5 huurders te enthousiasmeren voor het plaatsen van zonnepanelen. Dit is gelukt; 58 huurders kozen voor de zonnepanelen. De installatie van de panelen heeft al bij 412 woningen plaatsgevonden. Gemiddeld gaat het om negen panelen per woning die met elkaar circa 2. kwh per jaar aan stroom opleveren. OVERZICHT ENERGIE INDEXEN WONEN LIMBURG ENERGIE-INDEX < = > = 2.71 ENERGIE-LABEL A++ A+ A B C D E F G Heerlen Panningen Horst Roermond Sittard Urmond Venray Weert VVE TOTAAL * Toelichting tabel: in bovenstaande tabel is niet ons volledige bezit opgenomen. Zo ontbreken de nieuwbouwwoningen en het bezit dat niet labelplichtig is. 3. ONTWIKKELING EN VASTGOED 23

25 3.5 ONZE VASTGOEDSTURING De ruggengraat van een woningcorporatie wordt gevormd door het proces vastgoedsturing. Als basis voor dit proces werkt Wonen Limburg met de beleidsachtbaan van Rigo. Het proces bestaat uit een dubbele PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). Zo blijven we continu monitoren of de doelstellingen die we hebben geformuleerd haalbaar zijn, maar zorgen we er ook voor dat onze organisatie ambitieus te werk blijft gaan. De (proces)stappen en het eigenaarschap van deze stappen zijn uitgewerkt en belegd in de organisatie. STRATEGISCH Wonen Limburg heeft in 212 de strategische koers geformuleerd. Hierin zijn onze strategische doelstellingen opgenomen. De portefeuillemanager formuleert op basis van de kaders in de strategische koers onze wensportefeuille. De wensportefeuille is eind 215 geactualiseerd. In de wensportefeuille staan de vastgoeddoelstellingen van Wonen Limburg voor de periode Samen met bewoners, huurdersverenigingen en professionals uit het netwerk worden jaarlijks een aantal wijkvisies opgesteld. De bewoners en professionals geven aan welke sterke kanten de wijk heeft, maar natuurlijk ook de zwakke kanten, de bedreigingen en kansen. Daarna geven zij aan welke zaken zij het belangrijkste vinden. Vervolgens gaan de betrokkenen aan de slag om voorstellen te doen hoe bepaalde knelpunten in de wijk aangepakt kunnen worden en welke kansen opgepakt kunnen worden. De uitkomsten worden vervolgens vertaald in een wijkvisie met een uitvoeringsprogramma. Elk complex wordt minimaal eens per drie jaar onder de loep genomen en vanuit diverse disciplines beoordeeld. Dit doen we tijdens een complexensessie. De assetmanager, de medewerkers leefbaarheid, woonservice, planmatig onderhoud en de wijk- en complexbeheerder bekijken per wijk het woningbezit en bepalen gezamenlijk wat de beste strategie is voor het complex. Als de optelsom van alle complexen bij elkaar niet aansluit op de strategie van de wensportefeuille kan dit aanleiding zijn voor een aanpassing. Ons huidige vastgoedbezit en de wensportefeuille worden naast elkaar gelegd. Vervolgens bepalen we de route om te komen tot de wensportefeuille. Dit noemen we de transformatieopgave. De transformatieopgave is een overzicht met alle maatregelen die we jaarlijks binnen onze portefeuille nemen, bijvoorbeeld hoeveel woningen we jaarlijks verkopen, nieuw bouwen, energetisch aanpakken of transformeren. OPERATIONEEL Voor elk complex is een complexplan opgesteld. Dit complexplan is een operationeel plan dat gebaseerd is op de strategie van het complex. Zo weet de woonservicemedewerker voor welke huurprijs de woning aangeboden moet worden als de huur is opgezegd en weet de medewerker planmatig onderhoud welk onderhoud uitgevoerd moet worden. Door middel van maand- en tertiaalrapportages monitoren we of de doelstellingen worden behaald en of bijsturing nodig is. Aan de hand van de tertiaalrapportage informeren we tevens de Raad van Commissarissen over de realisatie van onze doelstellingen. TACTISCH De assetmanagers vertalen de strategische doelstellingen naar een tactisch niveau. Hiermee bedoelen we dat de assetmanager ervoor zorgt dat elk complex een eigen strategie kent en hierop actief wordt gestuurd. De optelsom van alle complexstrategieën geeft invulling aan de strategische doelstellingen zoals benoemd in de wensportefeuille. 24

26 4. ONZE ORGANISATIE 4.1 ORGANISATIESTRUCTUUR Sinds 215 ziet ons organisatiemodel er zo uit: RAAD VAN COMMISSARISSEN Raad van Medezeggenschap BESTUUR Compliance & Risk Communicatie P&O Financiën Bestuursbureau Wonen & Leven Ontwikkeling & Vastgoed 4.2 EN DIT ZIJN DE FAMILIE- EN NEVENSTRUCTUREN STICHTING WONEN LIMBURG WL BELEGGINGEN BV 1% WL HOLDING BV 1% WARMTELEVERING WL BV 1% WL BEHEER DEELNEMINGEN BV WL PROJECTONTWIKKELING BV WL PARTICIPATIES BV ROPRO III BV 1% 1% 1% 5% VOF CENTRUMPLAN LEENDE LEIGRAAF MIDDEN-LIMBURG BV LOVERBOSCH VOF 33% 25% 5% 4. ONZE ORGANISATIE 25

27 4.3 DOCHTER- EN ZUSTERONDERNEMINGEN De Stichting Wonen Limburg is verbonden met diverse dochter- en zusterondernemingen. Die staan in het schema hieronder: NAAM BELANG EIGEN VERMOGEN ( ) JAARRESULTAAT ( ) VERSTREKTE LENINGEN ( ) (direct of indirect) Wonen Limburg Holding BV 1% Wonen Limburg Participaties BV 1% Wonen Limburg Projectontwikkeling BV 1% Warmtelevering Wonen Limburg BV 1% Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV 1% Wonen Limburg Beleggingen BV 1% ROPRO III BV 5% VOF Loverbosch 5% Leigraaf Midden-Limburg BV 25% VOF Centrumplan Leende 33% Coöperatieve Vereniging Thuis in Limburg UA Woningstichting Weert en Stichting Kantex zijn per 1 januari 216 gefuseerd met Wonen Limburg en daarom niet meer opgenomen in bovenstaande tabel. Wonen Limburg heeft een bestuurlijke verbinding met Stichting Hof van Onthaasting en Corporatie Energie Beheer BV. Wonen Limburg heeft geen financieel belang in beide verbindingen. WONEN LIMBURG HOLDING BV Het doel van deze vennootschap is het: WONEN LIMBURG PROJECTONTWIKKELING BV Het doel van deze vennootschap is: verwerven, administreren en beheren van aandelen in rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen; uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden rechten; exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van registergoederen; beleggen in roerende en onroerende zaken; beleggen van vermogen in het belang van de volkshuisvesting binnen het werkgebied van Wonen Limburg. WONEN LIMBURG PARTICIPATIES BV Het doel van deze vennootschap is het oprichten en verwerven van, deelnemen in, samenwerken met en het besturen en financieren van andere ondernemingen. Deze andere ondernemingen zijn: commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en andere rechtspersonen die werken in het belang van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied. het ontwikkelen van bouwprojecten en bestemmingsplannen; het realiseren van deze bouwprojecten; de verwerving, exploitatie of vervreemding van registergoederen; het uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de feitelijke realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; het leveren van management. Dit alles in het belang van de volkshuisvesting binnen het werkgebied van Wonen Limburg. WARMTELEVERING WONEN LIMBURG BV Het doel van deze vennootschap is het verzorgen van de levering van warmte-energie, koeling en (warm) tapwater aan de gebruikers van onroerende zaken. Met daarin inbegrepen het verkrijgen en onderhouden van daartoe benodigde installaties. 26

28 WONEN LIMBURG BEHEER DEELNEMINGEN BV Het doel van deze vennootschap is het: VOF CENTRUMPLAN LEENDE (33% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is het: optreden als beherend vennoot; oprichten en verwerven van, deelnemen in, samenwerken met en besturen en financieren van andere ondernemingen die werken in het belang van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied. WONEN LIMBURG BELEGGINGEN BV Het doel van deze vennootschap is het: verwerven, administreren en beheren van aandelen in rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen; uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden rechten; exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van registergoederen; het beleggen in roerende en onroerende zaken en het beleggen van vermogen. Ook hier geldt dat alles in het belang gebeurt van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied. ROPRO III BV (5% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is het: ontwikkelen van bouwprojecten en bestemmingsplannen; realiseren van deze bouwprojecten; verwerven, exploiteren of vervreemden van registergoederen; uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; leveren van management. VOF LOVERBOSCH (5% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is het gezamenlijk en voor gemeenschappelijke rekening en risico ontwikkelen, realiseren, en verkopen van koopwoningen op twee percelen aan de Koestraat te Asten. LEIGRAAF MIDDEN-LIMBURG BV (25% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is het: ontwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen; realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten; uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; het leveren van projectmanagement; bemiddelen bij aan- en verkoop van registergoederen; verwerven van, het handelen in, het exploiteren van en het financieren en vervreemden van registergoederen. ontwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen; realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten; verkrijgen, opleveren, vervreemden, beheren, bezwaren, exploiteren, huren, verhuren, uitgeven in erfrecht/opstal en splitsen in appartementsrechten van onroerende zaken. De Autoriteit woningcorporaties heeft besloten dat een deel van de activiteiten in de VOF niet door de corporaties mag worden uitgevoerd. Deze activiteiten vallen niet onder het overgangsrecht in het kader van de nieuwe Woningwet die per 1 juli 215 van kracht is. De vennoten herbezinnen zich over de continuïteit van de VOF en de voortgang van het project. Het is momenteel nog onduidelijk wat hiervan de consequenties zijn. THUIS IN LIMBURG In 21 is de Thuis in Limburg CV opgericht. Dit betreft een entiteit waarin negen Limburgse woningcorporaties deelnemen met als doel het aanbieden van een overzichtelijke website waarop het woningaanbod in Limburg is opgenomen. Op de website worden huurwoningen, koopwoningen, parkeerplaatsen en garages aangeboden. WONINGSTICHTING WEERT Deze stichting had als oorspronkelijk doel het bouwen, beheren en exploiteren van een kantoorpand met magazijn en werkplaats in Weert ten behoeve van Bouwvereniging Weert. Deze vereniging is enkele jaren geleden opgeheven en opgegaan in Wonen Limburg. Het magazijn en de werkplaats zijn in 213 aan een derde verkocht. Het kantoorpand is nog steeds in eigendom van de Woningstichting Weert en inmiddels getransformeerd tot woningen. Woningstichting Weert is per 1 januari 216 gefuseerd met Wonen Limburg. STICHTING KANTEX Deze stichting heeft ten doel het in eigendom verwerven en exploiteren van kantoor- en dienstencentra en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Alles in de ruimste zin van het woord. Stichting Kantex is per 1 januari 216 gefuseerd met Wonen Limburg. 4. ONZE ORGANISATIE 27

29 4.4 MEDEWERKERS In onderstaand overzicht ziet u hoe onze medewerkersverdeling was in 216: MEDEWERKERSVERDELING PER 31 DECEMBER Fulltime equivalents (fte s) excl. oproepkrachten en gedetacheerden 218,8 217,2 Aantal medewerkers Percentage parttimers Percentage vrouwen Percentage mannen 4% 53% 47% 36% 53% 47% Aantal indiensttreders Aantal uitdiensttreders Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 2 35 jaar Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 35 5 jaar Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 5 65 jaar Gemiddelde leeftijd in jaren Verzuim 216 3,72% 3,9% Het aantal medewerkers bleef nagenoeg gelijk: 247 personen (215: 244 personen). De gemiddelde leeftijd is 45 jaar en daalde daarmee ten opzichte van vorig jaar. Dit als gevolg van de jonge instroom bij vacatures. In het totale aantal vacatures slaagden we er voor meer dan de helft van de vacatures in deze op basis van interne doorstroom in te vullen. Eind 216 hadden we 42% vrouwen in de top en 59% vrouwen in de subtop. In 216 zetten we Duurzaam Leren en Ontwikkelen voort. In talentontbijten stonden we stil bij persoonlijke ontwikkeling en vitaliteit van medewerkers. In diverse leer-werktrajecten werden lean werken, dienstverlening, communicatieve vaardigheden en specifieke kennis ontwikkeld. Samen met het personeel van onze ketenpartners werd getraind op klantgericht samenwerken. 28

30 MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN In ons personeelsbeleid is maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) vanzelfsprekend. Zo zijn wij een erkend leerbedrijf en zetten wij structureel gemiddeld 15 stagiaires op mbo-, hbo- en wo-niveau in onze bedrijfsvoering in. Daarnaast hebben we circa vier Wajongers aan het werk om werkervaring op te doen of structureel in te stromen. We stellen werkervaringsplaatsen beschikbaar voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook hebben wij een duurzaam mobiliteitsbeleid voor onze medewerkers waarbij gebruik wordt gemaakt van poolauto s en waarbij 'groen reizen' gestimuleerd wordt. 4.5 RAAD VAN MEDEZEGGENSCHAP Wonen Limburg kent een medezeggenschapsvorm die aansluit bij de veranderende belevingswereld van medewerkers en de organisatieopzet van Wonen Limburg. Bij deze vorm staat directe en participatieve medezeggenschap van en door medewerkers voorop. Medewerkers willen namelijk invloed kunnen uitoefenen. Ook op hun werk. De Raad van Medezeggenschap (RvM) heeft een heldere missie: Samen-werken aan ons 2e thuis. Met een duidelijke visie: het regisseren en stimuleren van medezeggenschap binnen Wonen Limburg. Al enkele jaren hanteren wij in ons aanbestedingsbeleid de eis dat onze leveranciers een bijdrage van minimaal 5% van de opdrachtsom investeren in Social Return on Investment (SROI). Wij geven hiermee mede een impuls aan de inzet van Social Return in Limburg. Zo krijgen mensen met een afstand tot de onderwijs- en arbeidsmarkt weer kansen om maatschappelijk te participeren en hun zelfredzaamheid te vergroten. Dit heeft bovendien een positief effect op de leefbaarheid in buurten en wijken omdat veel van onze leveranciers hier voor ons aan het werk zijn. Wij organiseerden in 216 een kennismiddag over Social Return om kennisdeling tussen alle relevante marktpartijen te laten plaatsvinden. Door contact te zoeken met andere marktpartijen die zich inzetten voor Social Return is een samenwerkingsverband met regiofunctionarissen bij Limburgse gemeenten ontstaan. Hierdoor verwachten wij synergie te creëren ten aanzien van de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. SAMENSTELLING RAAD VAN MEDEZEGGENSCHAP Het Dagelijks Bestuur van de RvM is de opvolger onder algemene titel van de vroegere ondernemingsraad. Het Dagelijks Bestuur is binnen Wonen Limburg de OR als bedoeld in de WOR. De coördinatoren zijn medewerkers die deelnemen aan de Raad van Medezeggenschap in de rol van: coördinator algemeen; coördinator commissie (project); coördinator buurtwinkel. Zij zijn geen OR-leden in de zin van de WOR en ze worden door het Dagelijks Bestuur benoemd. De RvM bestaat uit het Dagelijks Bestuur (drie leden) en eind 216 uit tien coördinatoren. Het maximum aantal coördinatoren is achttien. In de kern blijven de coördinatoren voor langere tijd aan, hoewel er natuurlijk wel wisselingen zijn. Vanuit deze samenwerking hebben we ons afgelopen jaar ook verbonden aan een convenant met zeven gemeenten, Provincie Limburg, Bouwend Nederland en Bouwmensen om het duurzaam opleiden en structureel tewerkstellen van mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt in de bouw te bevorderen. Door onze inzet op het gebied van MVO werden wij in het najaar benaderd door Konnekt os, hét MVO-platform van Midden-Limburg. Dit omdat wij genomineerd werden voor de MVO Midden Limburg Award. Wonen Limburg is uiteindelijk bij de beste drie geëindigd. Voor ons een mooi resultaat voor onze inzet op het gebied van Social Return in 216. Het Dagelijks Bestuur vervult vooral een procesrol en zet in samenspraak met het bestuur vraagstukken verder uit in de organisatie. De inhoud van de advisering is aan de coördinatoren en andere medewerkers. De coördinatoren verbinden zich dus aan de RvM door deel te nemen als procesbegeleider van een commissie. De commissies worden aangevuld met andere medewerkers uit de organisatie. Ook in 216 waren veel medewerkers betrokken bij organisatievraagstukken en beleid door deelname aan de verschillende project- en werkgroepen. 4. ONZE ORGANISATIE 29

31 VERKIEZINGEN De zittingsperiode van de drie bestuursleden is drie jaar. Op 1 juni trad het Dagelijks Bestuur af zoals vermeld in de reglementsbepalingen RvM. Het jaar 216 stond daarom in het teken van de verkiezingen die van 2 tot en met 16 mei plaatsvonden. Om de verkiezingen goed te laten verlopen werd eind 215 een verkiezingscommissie ingericht. Nieuw Dagelijks Bestuur Barbara Wetsels, Germa Cordewener en Lieke Weling gaven zich op als kandidaat. Omdat er niet méér kandidaten waren dan de drie beschikbare zetels binnen het Dagelijks Bestuur RvM, waren verkiezingen niet aan de orde. LEDEN RAAD VAN MEDEZEGGENSCHAP Dagelijks Bestuur Raad van Medezeggenschap (DB RvM): Barbara Wetsels voorzitter DB RvM en voorzitter RvM herkozen voor periode 1 juni juni 219 Germa Cordewener vicevoorzitter DB RvM en vicevoorzitter RvM herkozen voor periode 1 juni juni 219 Lieke Weling lid DB RvM vanaf 1 juni juni 219 Susanne Scheepers lid DB RvM tot 1 juni 216 COÖRDINATOREN RAAD VAN MEDEZEGGENSCHAP Sjuul van Pol algemeen coördinator, coördinator commissie verkiezingen, coördinator buurtwinkel Sittard/Urmond en lid project Communicatie tot 1 juni 217, 2e benoeming Jos Trienes algemeen coördinator, coördinator buurtwinkel Roermond en commissielid Arbo tot 1 juni 217, 2e benoeming Marcel Aspers algemeen coördinator, coördinator buurtwinkel Venray en commissielid Begroting tot 1 juni 217, 2e benoeming Sandra Offermans algemeen coördinator, coördinator buurtwinkel Heerlen en commissielid Wijzigingen functiehuis/functiebeschrijving(en) tot 1 juni 217, 2e benoeming Ger Verstegen coördinator RvM: project Mobiliteit tot 1 juni 216, 2e benoeming Tonny Gallardo coördinator RvM: project HR-beoordelingscyclus/schouderklopjes tot 1 april 217, 2e benoeming 3

32 Loes Nellen coördinator RvM voor de buurtwinkel Panningen en buurtwinkel Horst tot 1 juni 216, 1e benoeming (uit dienst gegaan) ONDERWERPEN WAARMEE DE RAAD VAN MEDEZEGGENSCHAP ZICH BEZIGHIELD DE RVM STEMDE IN MET: Heidi Vroemen coördinator RvM voor de buurtwinkel Venray tot 1 juni 216, 1e benoeming Inge Arets coördinator RvM voor de buurtwinkel Heerlen tot 1 juni 217, 2e benoeming Stephan Gross coördinator RvM voor de buurtwinkel Weert tot 1 juni 217, 2e benoeming de evaluatie van de uitbesteding van de helpdesk I&I; het voorstel om de uitvoeringsregeling schouderklopjes te continueren met een aantal verbeteringen en een herverdeling van het budget. De RvM gaf het bestuur enkele punten ter heroverweging mee. DE BELANGRIJKSTE ADVIEZEN OP EEN RIJ De RvM adviseerde in 216 bij diverse adviesaanvragen van het bestuur en op een genomen besluit door het bestuur. Het ging daarbij om onderstaande onderwerpen. Inge Nabbe coördinator RvM voor de buurtwinkel Horst en Panningen tot 1 juni 217, 2e benoeming Susanne Scheepers coördinator RvM voor de buurtwinkel Horst en Panningen, commissielid Wijzigingen functiehuis/functiebeschrijving(en) tot 1 juni 217, 1e benoeming René Roumans coördinator RvM voor buurtwinkel Sittard/Urmond tot 1 juni 217, 1e benoeming ONDERSTEUNING RAAD VAN MEDEZEGGENSCHAP Ine Rutten ambtelijk secretaris RvM vanaf 1 oktober 216 Peter Winteraeken ambtelijk secretaris RvM tot 1 juni 216 (uit dienst gegaan) 1. Functiehuis Veel van de functiebeschrijvingen dateren van 211 en 212. Daarnaast is per 1 januari 215 de organisatiestructuur teruggebracht van drie naar twee stuurlijnen: Wonen & Leven en Ontwikkeling & Vastgoed. Het is dus nodig om te toetsen of functiebeschrijvingen nog actueel zijn. Dit noemen we het onderhoud aan het functiehuis. Bij dit onderhoud aan het functiehuis worden geleidelijk nieuwe functiebeschrijvingen ingevoerd, bestaande aangepast en oude ongebruikte functiebeschrijvingen ingetrokken. De verwachting was dat alle functies voor eind 216 de revue zouden zijn gepasseerd. Dat is niet helemaal gelukt; een aantal functies wordt daarom in 217 opnieuw bekeken. Omdat gewijzigde functiebeschrijvingen stapsgewijs ter advisering worden voorgelegd, besloot de RvM in 215 tot inrichting van de RvM commissie Wijziging functiehuis/functiebeschrijving(en). In deze commissie hebben naast een bestuurslid vanuit het DB RvM ook een tweetal coördinatoren zitting. Zij pakken elke adviesaanvraag in dit kader binnen de medezeggenschap op. Dat doen ze met de betrokken functiehouders en met medewerkers uit de organisatie die hierover mee willen denken. 4. ONZE ORGANISATIE 31

33 In 216 ontving de RvM een adviesaanvraag voor het updaten van onderstaande functies: Eind december heeft de RvM een positief advies uitgebracht over deze adviesaanvraag. (sr.) Coördinator Vastgoed Manager Communicatie, Marketing en Kwaliteit Compliance & Risk Officer Coördinator VvE beheer Adviseur Publieke Waarde Manager Publieke Waarde Sr. Assetmanager Manager Financiën Overige onderwerpen Verder is de actualisatie van het personeelshandboek in de RvM besproken. En is de RvM geïnformeerd over de volgende onderwerpen: groepsrapportage Werk-fit Check; arbo jaarverslag 215/216; privacy Quick Scans. 2. Adviesaanvraag splitsing DAEB/niet-DAEB plan De RvM heeft een positief advies uitgebracht over het voornemen tot een juridisch splitsingsplan DAEB/niet-DAEB. Het bestuur is gevraagd om voldoende aandacht te hebben voor de toenemende werklast tijdens de implementatie van de doorvoering van de juridische splitsing. 3. Eigen Risico Dragerschap uitbreiden voor de WGA Flex De RvM heeft een positief advies uitgebracht over het uitbreiden van het Eigen Risico Dragerschap voor de WGA Flex (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten). Het Eigen Risico Dragerschap hadden we al voor de WGA Vast. Dit betekent dat Wonen Limburg nu, in geval van langdurige ziekte, zowel voor medewerkers met een vast als met een tijdelijk dienstverband verantwoordelijk is voor de ondersteuning bij re-integratie en begeleiding naar werk. De RvM wil graag op de hoogte worden gehouden wanneer er aanleiding is voor een specifieke evaluatie van het Eigen Risico Dragerschap. Verder wil ze graag inzicht in hoe de individuele evaluatie vorm wordt gegeven en welke items hierbij aan de orde komen. 4. Adviesaanvraag aanpassing organisatie Eind 216 ontving de RvM een voorstel voor een aanpassing van de organisatie-inrichting. De RvM werd om advies gevraagd bij de volgende organisatieontwikkelingen: DE RAAD VAN MEDEZEGGENSCHAP VERGADERT Het Dagelijks Bestuur (DB) van de RvM komt wekelijks bij elkaar. De coördinatoren komen 1x per 6 weken bijeen. Elke maand vindt in principe een overlegvergadering plaats met leden van de RvM (DB RvM en coördinatoren met een bespreekonderwerp op de agenda) en het bestuur. Twee keer per jaar komt de RvM samen met het bestuur tijdens een zogenaamde algemene gang van zaken bespreking. Daarin vindt een terug- en vooruitblik plaats op belangrijke organisatieontwikkelingen. De RvM (DB RvM + twee coördinatoren) heeft jaarlijks een overleg met een delegatie van de Raad van Commissarissen. En de Raad maakte afgelopen jaar kennis met de netwerker Woondiensten van het FNV en haalde input op voor de nieuwe cao-onderhandelingen uit de organisatie. Het initiatief voor een overleg ligt bij de vakbonden. Daarnaast vindt regelmatig op informele basis overleg plaats tussen het bestuur en het DB RvM en met de manager P&O en het DB RvM. In 216 is het DB RvM tevens gestart met een regulier overleg met beide directeuren van de stuurlijnen. VERGADERMOMENTEN 216 Coördinatoren overleg (DB RvM + alle coördinatoren) DB RvM RvM + Raad van Commissarissen RvM + bestuur RvM + extern adviseur/coach integratie van de keten mutatie en verhuur tot één afdeling Wonen binnen de stuurlijn Ontwikkeling en Vastgoed; integratie van Publieke Waarde en afdeling Leven binnen de stuurlijn Wonen en Leven; het WAT en Huurincasso positioneren in de stuurlijnen Wonen en Leven. Tot slot volgt de RvM een coachingstraject met een externe adviseur/coach om te zien wat nodig is om de medezeggenschap nog beter neer te zetten zodat het nog meer een vanzelfsprekendheid wordt binnen Wonen Limburg. 32

34 5. SAMENWERKING 5.1 HUURDERSRAAD In deze paragraaf leest u de bijdrage van de Huurdersraad, geschreven door de Huurdersraad. In 216 heeft de overkoepelende Huurdersraad een stevig programma op succesvolle wijze afgerond. Door de nieuwe Woningwet 215 hebben huurders meer inspraak- en zeggenschapsrechten gekregen en daarmee ook meer dan voorheen een verantwoordelijkheid te nemen bij allerlei kwesties en beleidszaken. Dit, én de complexiteit van de onderwerpen, vereist naast veel inzet en vertrouwen ook meer kennis en professionaliteit. In het verslagjaar hebben we vaak inhoudelijk overleg gevoerd met medewerkers en het bestuur van Wonen Limburg, maar ook meermaals met de Huurderscommissarissen. In deze overleggen hebben we meningen uitgewisseld en adviezen verstrekt. Maar ook gezamenlijk gezocht naar oplossingen als het ging over hardnekkige en complexe problemen. Er was steeds sprake van een wederzijdse constructieve grondhouding en respect voor elkaars positie en verantwoordelijkheid. Wij constateren dat Wonen Limburg onze adviezen goed heeft afgewogen in haar besluitvorming. ZITTEND VAN LINKS NAAR RECHTS Wim van Kruchten, Johan Thomassen, Wilma Bakker, Jos Vloemans en Henk Kluskens. STAAND VAN LINKS NAAR RECHTS René Westerman, Cor Sonnemans, Marcel Jagt, Con Muller, Rob Gordon (onafhankelijk voorzitter) en Jèn Steijvers (ambtelijk secretaris). NIET OP DE FOTO Annelies Franssen en Ben Hendrix. ORGANISATIE EN SAMENSTELLING VAN DE HUURDERSRAAD In de Huurdersraad zijn vier regionale Huurdersorganisaties vertegenwoordigd. Elke Huurdersorganisatie vaardigt drie leden af naar de Huurdersraad, waarvan er één zitting neemt in het bestuur van de Huurdersraad. De Huurdersraad bestond per uit de volgende leden: 5. SAMENWERKING 33

35 SPECIALE EVENEMENTEN In 216 is een aantal speciale dagen georganiseerd voor huurders en de vele vrijwilligers. Zo kunnen onder meer vermeld worden: Dank je Wel Dag Op 24, 25 en 26 mei 216 organiseerde Wonen Limburg voor de derde keer op rij de Dank je Wel Dagen voor de huurders die als vrijwilliger een steentje bijdragen aan de leefbaarheid in hun woonomgeving. Een dagje naar het Continium in Kerkrade als mooie blijk van waardering voor leden van bewonerscommissies, wijkteams of projectgroepen, maar ook gemotiveerde bewoners die bijvoorbeeld het groen rondom een woongebouw netjes houden. Landelijke Huurdersdag Op 8 oktober 216 werd door de Woonbond een landelijke Huurdersdag gehouden. Deze dag stond in het teken van open deuren. In de ochtend gingen Tweede Kamerleden in een zaal met ruim vijfhonderd huurders in debat over de toekomst van huren in Nederland en probeerden zij openheid te geven over hun politieke plannen voor huurders tijdens en na de verkiezingen. De Huurdersraad en Huurdersorganisaties van Wonen Limburg waren met een flinke delegatie aanwezig. Wonen Limburg Lab over betrekken huurders Een belangrijk aandachtspunt voor de Huurdersraad is de huurdersparticipatie. Hoe kunnen we en blijven we huurders, en in het bijzonder ook jonge mensen, interesseren in het meedoen en meedenken in het huurderswerk? Om het gesprek met de huurders hierover aan te gaan is samen met Wonen Limburg op 29 november 216 een Wonen Limburg Lab georganiseerd. Het Wonen Limburg Lab is een rondetafelgesprek waarin één actueel thema wordt besproken. Behalve dat het heel waardevol is gebleken om dit thema vanuit verschillende invalshoeken te bekijken, is er ook een meer structurele samenwerking ontstaan tussen huurders van begin twintig en de Huurdersraad. Zij gaan mee kijken naar de communicatievorm en inhoud van de werving en hoe die wellicht meer kan aansluiten bij de interesse van jongeren. Dag van het Huren De Huurdersraad heeft een actieve bijdrage geleverd aan de Dag van het Huren op 1 oktober 216. Op deze dag, initiatief van brancheorganisatie Aedes, organiseren woningcorporaties activiteiten om hun werk te laten zien aan de samenleving en gaan ze in gesprek met huurders en relaties over verschillende thema s en onderwerpen die er voor huurders toe doen. De hoeveelheid aanwezigen voor deze dag viel op een aantal locaties tegen. Voor 217 gaan we nog bekijken hoe de we Dag van het Huren wellicht anders kunnen organiseren. ADVIESAANVRAGEN De Huurdersraad behandelde in het verslagjaar een tiental adviesaanvragen en een tweetal instemmingsaanvragen. Een van de belangrijkste aanvragen kwam voort uit de veranderende wetgeving en het daaruit volgende voornemen van Wonen Limburg tot het doorvoeren van een juridische splitsing van de sociale (DAEB) en de commerciële (niet-daeb) activiteiten. Bij het beoordelen van het splitsingsvoorstel heeft de Huurdersraad vooral gekeken naar de consequenties die het splitsingsvoorstel heeft voor de huurders. De Huurdersraad heeft ook gekeken naar de volkshuisvestelijke effecten en de zeggenschap en invloed van de huurders bij de splitsing. Wonen Limburg heeft de zienswijze van de Huurdersraad prima verwerkt in het splitsingsvoorstel en ter goedkeuring voorgelegd. Na akkoord van minister Blok gaan we in 217 aan de slag met de implementatie van deze splitsing. SOCIAAL PLAN PIUSHOF We ondertekenden het sociaal plan Piushof. Dit complex in Panningen wordt gesloopt en er komt vervangende nieuwbouw voor terug. WERKGROEPEN De Huurdersraad kent een tiental vaste werkgroepen. Bij veranderingen van beleid en specifieke onderwerpen worden soms nieuwe tijdelijke werkgroepen geformeerd. Al naar gelang hun interesses en kennis kunnen huurders deelnemen aan diverse werkgroepen en commissies. De input wordt centraal verzameld en verwerkt. Onderwerpen zijn onder meer: communicatie, financiën, klachten, servicekosten, zelfbeheer, huurdersabonnement, schoon en groen. De verslagen van diverse werkgroepen en de contactpersonen treft u aan op onze website. 34

36 OVERLEG MET BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN In het verslagjaar heeft het bestuur van de Huurdersraad vijfmaal een formele overlegvergadering gehad met het bestuur van Wonen Limburg. Wanneer nodig waren ook managers of beleidsmedewerkers aanwezig om een toelichting te geven op een beleidsonderwerp of om vragen te beantwoorden. De agenda en de onderwerpen worden opgesteld en aangedragen door de Huurdersraad. De agenda s en de verslagen van de besprekingen worden aan de regionale huurdersorganisaties en commissies beschikbaar gesteld. Ook vond er tweemaal een overleg plaats met een afvaardiging van de Raad van Commissarissen. FINANCIËN HUURDERSRAAD De vier Huurdersorganisaties hadden in 216 een eigen budget in beheer en stellen elk een eigen begroting op. Wonen Limburg stelt middelen ter beschikking aan de Huurdersraad. Voor 217 is een gezamenlijke begroting opgesteld. Door gezamenlijk te investeren in lidmaatschappen worden kortingen verkregen. Het bestuur heeft verantwoording aan Wonen Limburg afgelegd over de jaarrekeningen van de huurdersorganisaties in 216. Deze zijn door Wonen Limburg geaccordeerd. De bijdrage van Wonen Limburg aan de Huurdersraad en Huurdersorganisaties bedroeg in ,-. Voor het jaar 217 is de bijdrage begroot op ,-. TOT SLOT In ons uitgebreide jaarverslag leggen wij verantwoording af aan de huurders van Wonen Limburg. Meer informatie over de projecten, activiteiten en resultaten, als ook een vooruitblik naar 217 staat op onze website: huurdersraad-wl.nl. 5.2 KETENPARTNERS Voor zowel niet-planmatig onderhoud als nieuwbouw en transformatie werken we samen met ketenpartners. NIET-PLANMATIG ONDERHOUD In 213 zijn we gestart met een ketensamenwerkingstraject voor het niet-planmatig onderhoud in ons bezit. Dit betekent dat we een intensieve samenwerking zijn aangegaan met zeven vaste onderhoudspartners: GrausBouw BV Smeets Groep BV Bouwbedrijven Jongen BV Jac Ruyters Limburg BV Janssen de Jong Bouw Zuid BV Raedts Bouwbedrijf BV Maasveste Berben Bouw BV Deze onderhoudsbedrijven zorgen samen met onze medewerkers voor het dagelijks onderhoud in onze woningen. Reparatieverzoeken van onze huurders komen rechtstreeks bij onze partners terecht die vervolgens meteen een afspraak voor herstel met de huurders maken. Maar ook de werkzaamheden bij verhuizingen en het vraaggestuurd binnenonderhoud (vernieuwing keuken/badkamers) worden door deze partners uitgevoerd. Het doel van deze samenwerking is om de dienstverlening te verbeteren en de kosten te verlagen. Het afgelopen jaar is met de partners hard gewerkt om de gezamenlijke doelen te bereiken. Voor wat betreft de dienstverlening hebben we de lat hoog gelegd. We zijn tevreden als onze huurders de dienstverlening met een rapportcijfer 8 waarderen. Het afgelopen jaar beoordeelden de huurders, die hun mening via een continue enquêtering kenbaar maken, de dienstverlening met een 7,7. Door middel van een andere begeleiding van de partners, maar ook door samen met de partners te investeren in het stroomlijnen van processen en het organiseren van communicatietrainingen zien we een stijgende lijn in de beoordelingen van onze huurders. Ook in 217 ligt de focus op verbeteringen in de ketensamenwerking om onze ambitieuze doelen te bereiken. NIEUWBOUW EN TRANSFORMATIE Ook voor de realisatie van onze wensportefeuille hebben we een paar jaar geleden (214) gekozen voor een ketensamenwerking met twee vaste ontwikkelende bouwpartners: Van Wijnen Sittard BV en Bouwbedrijven Jongen Landgraaf BV. Deze samenwerking voeren we uit onder het motto: Samen Anders, Samen Beter. 5. SAMENWERKING 35

37 Het is een andere manier van ontwikkelen en bouwen van onze woningen. Dit leidt ertoe dat we de ontwikkeling en de bouw van de projecten sneller, slimmer en goedkoper kunnen uitvoeren. Door deze partners aan de voorzijde van een ontwikkeltraject al bij onze plannen te betrekken, levert dit tevens creativiteit en innovatie op. Nadat we in 215 de Supply Chain Award wonnen, zijn we in 216 doorgegaan met de ontwikkeling van onze samenwerking. In paragraaf 3.3 is een overzicht opgenomen van al onze transformatie- en nieuwbouwprojecten. Hier is tevens aangegeven welke projecten met onze ketenpartners worden ontwikkeld en gebouwd. 5.3 GEMEENTEN We hebben ons werkgebied verdeeld in drie regio s: Noord, Midden en Zuid. In elke regio werkt een manager Publieke Waarde en een adviseur Publieke Waarde. Het doel is om aanspreekpunt te zijn, Wonen Limburg te vertegenwoordigen, verbindingen te leggen, constructieve coalities te vormen en het contact goed te beheren. Hoe belangrijk deze investering is, bleek het afgelopen jaar onder andere uit het proces van het opstellen en presenteren van een lijst met voorgenomen activiteiten voor 217. In totaal hebben we dat voor 27 gemeenten gedaan. Na het voorleggen van de lijst met voorgenomen activiteiten op 1 juli 216 is er een periode van afstemming en onderhandeling geweest over de prestatieafspraken waarbij ook onze huurdersorganisaties gesprekspartners waren. Gezien de recente wijziging van de Woningwet hebben we dit vernieuwde proces dit jaar voor het eerst uitgevoerd. Tijdens de uitvoering hebben we veel ervaring opgedaan om dit proces voor volgend jaar effectiever te kunnen inrichten. Voor de gemeenten zijn 216 en 217 op het gebied van de volkshuisvesting belangrijke jaren omdat zij verantwoordelijk zijn voor het opstellen van een gemeentelijke woonvisie. Deze woonvisies zijn, daar waar ze al vastgesteld zijn, de bron voor het opstellen van onze lijst met voorgenomen activiteiten en prestatieafspraken van 217 en verder. Met de gemeenten werken we intensief samen aan diverse thema s zoals betaalbaarheid en beschikbaarheid, wonen (en zorg), leefbaarheid en duurzaamheid. Onze samenwerking is er op gericht goede afspraken voor onze huurders te maken op het gebied van wonen en leefbaarheid. Zo werkten we aan het actualiseren en afspreken van de Wmo-convenanten en maakten we afspraken over welke Wmo-voorzieningen er aangebracht kunnen worden. Verder hebben we ook gewerkt aan het opstellen van schuldhulpverleningsconvenanten zodat casussen van huurders sneller en beter afgehandeld kunnen worden. Dit jaar hebben we ook intensief contact gehad over bijzondere doelgroepen zoals woonurgenten. Voor deze doelgroep hebben we in diverse gemeenten de mogelijkheden besproken voor het realiseren van Kompaswoningen die ook in een aantal gemeenten gerealiseerd zijn. Binnen de doelgroep woonurgenten vormden de statushouders een belangrijke groep. Met de gemeenten gingen onze gesprekken vooral over de wettelijke taakstelling van de gemeenten in de huisvesting van statushouders. Ook op het gebied van leefbaarheid zoeken we het contact op met gemeenten. Dat kan variëren van het oplossen van een overlastmelding tot het bespreekbaar maken van de toename van huurders die langer zelfstandig moeten of willen wonen, dan wel de gang maken van een verzorgingshuis naar een zelfstandige woning of appartement. Naast het maken van plaatselijke prestatieafspraken zijn er ook regionale prestatieafspraken gemaakt. In de regio Midden-Limburg tekenden zeven gemeenten, zes huurdersorganisaties en zeven woningcorporaties in december van 216 afspraken over thema s op het gebied van betaalbaarheid, beschikbaarheid, huisvesting van bijzondere doelgroepen en zorg, welzijn en woonomgeving. In 217 worden deze afspraken vertaald in een werkagenda, zodat deze concreet kunnen worden uitgewerkt. 36

38 6. FINANCIEEL VERSLAG 6.1 BETROUWBAAR FINANCIEEL BELEID Om maatschappelijke prestaties te kunnen blijven waarmaken, is een betrouwbaar financieel beleid nodig. Drie vragen zijn belangrijk om dat beleid te kunnen beoordelen: 1. Hoe zetten we onze financiële middelen in? 2. Hoe zorgen we ervoor dat we financieel gezond blijven? 3. Kunnen we méér met ons vermogen doen zonder dat we te grote risico s nemen? Deze drie vragen beantwoorden we in dit hoofdstuk. 6.2 INVESTEREN OF UITGEVEN? In dit jaarverslag geven we een overzicht van onze activiteiten. Die activiteiten vinden we nodig om onze maatschappelijke doelen te bereiken. Daarvoor zetten we gericht geld in. Het is belangrijk daarbij een onderscheid te maken tussen onze investeringen en onze uitgaven. Het verschil is dat investeringen geld kosten, maar ook inkomsten opleveren. Bijvoorbeeld de bouw van een huurwoning kost geld, maar levert ook huur op. Bij uitgaven is dat niet het geval. Maar de overeenkomst is dat zowel investeringen als uitgaven maatschappelijk nuttig kunnen zijn. 6.3 HET VERHAAL BIJ HET VERMOGEN We beschikken over een groot vermogen. Dat vermogen staat niet op de bank, maar is geïnvesteerd, voornamelijk in huurwoningen. Vanaf 215 waardeert Wonen Limburg haar vastgoed op de marktwaarde in verhuurde staat (nu marktwaarde). De marktwaarde van ons bezit bedroeg eind 216 ongeveer 2,37 miljard. De marktwaarde biedt waardevolle extra informatie over de verdiencapaciteit van de corporatie. Door al ons vastgoed te verkopen, zouden we in theorie deze marktwaarde kunnen omzetten in geld. Na aflossing van onze leningen zou er dan 1,43 miljard aan geld overblijven. Dat is veel geld. Maar wij zijn niet van plan de marktwaarde te realiseren. En we willen zorgen voor leefbare buurten en wijken. We hebben een maatschappelijk beleid en dat heeft tot gevolg dat onze woningen veel minder opleveren dan de marktwaarde bedraagt. We noemen die lagere waarde de beleidswaarde (de bedrijfswaarde). De beleidswaarde van ons woningbezit bedroeg eind 216 ongeveer 1,43 miljard. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt dus,9 miljard. Wat betekent dit verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde? In deze paragraaf geven we hier een toelichting op. Daarbij besteden we ook aandacht aan de gevolgen van dit verschil voor de opbouw van ons eigen vermogen. 6. FINANCIEEL VERSLAG 37

39 In onderstaande figuur ziet u hoe het vermogen eind 216 per verhuureenheid is gespecificeerd. De bedragen geven de gemiddelden weer van de totale portefeuille. VERMOGEN EIND 216 (PER VERHUUREENHEID) Leegwaarde 18. CONTRACTUELE BESTEMMING (HUURAFSLAG BESTAAND CONTRACTEN) Marktwaarde VOLKSHUISVESTELIJKE BESTEMMING VERMOGENS BESTEMMING Ongerealiseerde herwaarderingsreserve VERMOGENS PRESENTATIE Portefeuillewaarde BEDRIJFSMATIGE BESTEMMING Bedrijfswaarde INVESTERINGSCAPACITEIT VERMOGENS Gerealiseerd eigen vermogen Historische kostprijs NOODZAKELIJKE VERMOGENSBUFFER VERWACHTING 17.2 Lening VREEMD VERMOGEN 38

40 Zoals in bovenstaande figuur is aangegeven, is het eigen vermogen opgebouwd uit vier componenten: 1. Volkshuisvestelijke bestemming 2. Bedrijfsmatige bestemming 3. Investeringscapaciteit 4. Noodzakelijke vermogensbuffer Hieronder lichten we de componenten toe. Volkshuisvestelijke bestemming We zetten de marktconforme exploitatie van ons vastgoed, die tot uitdrukking komt in de marktwaarde, af tegen ons interne beleid. Volgens ons beleid vragen wij een lagere huur aan onze huurders dan de markthuur. Onze doelgroep bestaat immers uit mensen die niet zelf een woning op de woningmarkt kunnen kopen of huren. Dit betekent dat de gemiddelde marktwaarde van per verhuureenheid zoals verantwoord in de figuur niet gerealiseerd wordt. De volkshuisvestelijke bestemming is het verschil tussen de marktwaarde van en de portefeuillewaarde van De portefeuillewaarde is gebaseerd op de marktwaarde ultimo 216 waarbij: alle waarderingen zijn doorgerekend als doorexploitatiescenario, in plaats van de hoogste waarde van het uitpondscenario of het doorexploitatiescenario; gerekend is met de streefhuur als markthuur. Onze streefhuur bedraagt gemiddeld 78% van de maximaal redelijke huur. Het uitgangspunt van doorexploiteren sluit aan bij de strategie van Wonen Limburg. Met het blijven aanbieden van huurwoningen op de lange termijn voldoen wij aan de volkshuisvestelijke opgave. In de wensportefeuille zijn deze uitgangspunten ook vastgelegd waarin de behoefte van de woningaantallen zijn gebaseerd op de woonvisies van de gemeenten waarin wij actief zijn. Samen met de gemeenten en huurdersorganisaties zijn in de prestatieafspraken ook afspraken gemaakt over de betaalbaarheid van onze huurwoningen. Door efficiënter vastgoedbeheer vanuit de afdeling assetmanagement, is het mogelijk om de volkshuisvestelijke vermogensbestemming te verminderen. Doordat Wonen Limburg echter een gemiddelde streefhuur van 78% van de maximaal redelijke huur hanteert, zijn de mogelijkheden hiervan relatief beperkt. Bedrijfsmatige bestemming Deze vermogensafslag heeft betrekking op het verschil tussen de portefeuillewaarde ( ) en de bedrijfswaarde ( 48.24). Dit verschil ontstaat enerzijds doordat corporaties te maken hebben met extra administratieve lasten als gevolg van de bijzondere eisen die aan corporaties worden gesteld op het terrein van verslaggeving en verantwoording. Anderzijds ziet Wonen Limburg het als haar maatschappelijke opgave om te investeren in veilige, schone en leefbare wijken. Investeringscapaciteit De investeringscapaciteit bestaat uit het verschil tussen de bedrijfswaarde ( 48.24) en de historische kostprijs ( ). Bij deze afslag gaat het zowel om de beleidsmatig ingevulde investeringscapaciteit, als de voorgenomen onrendabele investeringen als de additionele investeringscapaciteit. Bij iedere investeringsbeslissing weegt Wonen Limburg af of de hoogte van de voorgenomen investeringen in verhouding staan tot de volkshuisvestelijke prestaties die daarmee geleverd worden. Noodzakelijke vermogensbuffer De noodzakelijke vermogensbuffer is het verschil tussen de historische kostprijs ( ) en de hoogte van de lening ( ). Dit verschil is het gerealiseerde vermogen van Wonen Limburg. Dit bedrag houden wij minimaal aan om risico s die verband houden met de activiteiten van Wonen Limburg, te kunnen opvangen. Vanuit continuïteit en financiering is dit bedrag vereist. Een verdere toelichting op de financiële continuïteit leest u in paragraaf 6.6. Het ongerealiseerde deel van het vermogen is het verschil tussen de marktwaarde ( 8.112) en de historische kostprijs ( ). Tot slot is het verschil tussen de leegwaarde ( 18.) en de marktwaarde ( 8.112) de afslag vanwege de bestaande huurcontracten (de contractuele bestemming). Een verhuureenheid is immers meer waard als het leegstaat dan wanneer het verhuurd is. 6. FINANCIEEL VERSLAG 39

41 6.4 GELD LENEN EN HUIZEN VERKOPEN 6.5 WAT IS DE KWALITEIT VAN HET RESULTAAT? Omdat ons vermogen niet zomaar op een bankrekening staat, moeten we bij nieuwe investeringen zorgen dat we aan de financiële middelen komen. Er zijn ruwweg twee manieren. We kunnen geld lenen en we kunnen bestaande woningen verkopen. Financiële instellingen zijn bereid om geld aan ons te lenen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat voor een groot gedeelte van deze leningen garant. Hierdoor kunnen wij goedkopere leningen aantrekken. De waarde van ons bezit geldt voor het WSW als onderpand op de leningen en de gemeenten en het Rijk staan in de achtervang op deze leningen. De WOZ-waarde van het onderpand is leidend voor het maximale bedrag dat Wonen Limburg kan lenen. Het plafond is 5% van de WOZ-waarde. Voor Wonen Limburg bedraagt deze verhouding momenteel circa 32% (incl. variabele hoofdsomlening, conform WSW). Er is dus voldoende ruimte. Vanaf het boekjaar 215 waarderen wij ons volledige vastgoed in exploitatie op marktwaarde in verhuurde staat. In 216 wordt een resultaat van 146,4 miljoen positief gepresenteerd. In 215 was het resultaat 42,8 miljoen negatief. In deze paragraaf geven wij een verklaring voor de grote fluctuatie in het jaarresultaat. HOE HEEFT WONEN LIMBURG NU ECHT FINANCIEEL GEPRESTEERD IN 216? Het jaarresultaat na belastingen is hiervoor geen juiste indicator en geeft dit dus niet altijd goed weer. Een onderscheid kan worden gemaakt tussen resultaatposten waarop gestuurd kan worden en resultaatposten waarop niet tot weinig gestuurd kan worden. Posten waarop weinig tot niet gestuurd kan worden zijn belastingen, afschrijvingen, rente, afwaarderingen en marktwerking van het vastgoed in exploitatie (indirect rendement). Beursgenoteerde ondernemingen presenteren dan ook vaak het resultaat voor belasting, rente-afschrijving en afwaarderingen, de zogenoemde Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation (EBITDA). Voor Wonen Limburg kan een dergelijk genormaliseerd resultaat als volgt worden berekend: (x 1.,-) JAARRESULTAAT HERREKEND Jaarresultaat na belastingen (A) Correcties Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille (onderdeel van 16, 17 en 21) Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille (23) Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille (24, 25 en 26) Netto resultaat overige activiteiten (27 en 28) Resultaat financiële baten en lasten (31, 32, 33, 34)* Belastingen (35) Totaal correcties (B) Herrekend jaarresultaat (A-B) * De correcties in 215 zijn aangepast met 1,2 miljoen in verband met de rentebaten op de nieuwbouwprojecten. Deze hebben namelijk een structureel karakter. 4

42 De afname van de marktwaarde in het boekjaar 215 en de toename van de marktwaarde in het boekjaar 216 wordt in zijn geheel in het resultaat verwerkt. Dat heeft een behoorlijke impact in beide afzonderlijke boekjaren. Dit effect was in 215 negatief 63,2 miljoen en in 216 positief 116,1 miljoen. Dit betekent dat de waarde van het vastgoed in 215 met ongeveer 2,5% is gedaald (ten opzichte van 214) en in 216 met 7,8% is gestegen (ten opzichte van 215). Een toelichting op de in de tabel genoemde correcties leest u in hoofdstuk 8; onze jaarrekening. Door de herrekening ontstaat in beide verslagjaren een positief resultaat. De herrekening laat zien dat Wonen Limburg in 216 beter heeft gepresteerd dan in 215 en in beide jaren positief is, terwijl het ongecorrigeerde jaarresultaat dit feitelijk anders presenteert. Een andere manier om de financiële prestatie van Wonen Limburg beter weer te geven is de ontwikkeling van de operationele kasstroom. DE OPERATIONELE KASSTROOM De operationele kasstroom neemt toe van 39,2 miljoen in 215 naar 39,8 miljoen in 216. De toename van,6 miljoen is met name het gevolg van: hogere huuropbrengsten van 3,8 miljoen, voornamelijk het gevolg van meer vastgoed in exploitatie; hogere overige bedrijfsuitgaven van 3,4 miljoen; lagere rente-uitgaven van 1,8 miljoen; hogere verhuurderheffing van 1,2 miljoen. Voor een toelichting op de inkomende en uitgaande kasstromen verwijzen wij u naar het kasstroomoverzicht in hoofdstuk 8 dat op basis van de directe methode is opgesteld. 6.6 FINANCIËLE CONTINUÏTEIT GEGARANDEERD DOOR Dat we er om maatschappelijke redenen voor kiezen om niet het hoogste financiële rendement te realiseren, brengt extra risico met zich mee. Het vraagt om een solide financieel beleid. We moeten zorgen dat onze financiële continuïteit is gegarandeerd. De financiële continuïteit garanderen wij door voortdurend de volgende punten te bewaken: de ontwikkeling van de geldstroom (liquiditeit); de ontwikkeling van het jaarresultaat; de ontwikkeling van onze vermogenspositie (solvabiliteit); de ontwikkeling van de renterisico s HET BEWAKEN VAN DE GELDSTROOM Wij bewaken onze liquiditeit zorgvuldig. Dit doen we door de inkomende en uitgaande kasstromen te begroten en vervolgens voortdurend te bewaken of er bijstellingen nodig zijn. We onderscheiden daarbij: kasstromen uit operationele activiteiten; kasstromen uit investeringsactiviteiten; kasstromen uit financieringsactiviteiten. Het grootste deel van de afwijking ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door het niet realiseren van geplande investeringskasstromen. De fluctuaties in de kasstromen uit nieuwbouw en verkopen vangen we op door de kasstromen uit treasury-activiteiten, met name de aan te trekken financieringen, aan te passen en tijdelijke overtollige middelen bij banken uit te zetten. 6. FINANCIEEL VERSLAG 41

43 KASSTROOMOVERZICHT (x 1.,-) JAARREKENING BEGROTING Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten (inclusief kortgeldmutaties) TOENAME/AFNAME LIQUIDE MIDDELEN VERKOOP VAN HUURWONINGEN Een deel van de vernieuwing van onze voorraad betalen we uit de verkoop van huurwoningen. Voor het komend jaar verwachten we 327 woningen te verkopen en de jaren daarna 15 woningen per jaar. In 216 verkochten we 132 woningen. VERKOOP VAN HUURWONINGEN Werkelijk Begroot 42

44 ONRENDABELE INVESTERINGEN Omdat het de bedoeling is dat het verkopen van bestaande huurwoningen minimaal voldoende opbrengt om alle tekorten te dekken, moeten we deze ontwikkeling nauwgezet volgen. Dit doen we door maandelijks de opbrengsten af te zetten tegen de investeringsbudgetten. De opbrengsten worden ingezet bij: onze investeringen in het bestaand bezit (renovaties en herstructureringen); onze investeringen in nieuwbouwhuurwoningen; onze investeringen in eventuele aankopen van huurwoningen. Als het verkopen van huurwoningen méér opbrengt, is dat gunstig omdat we dan minder hoeven te lenen en daardoor in de toekomst minder rentelasten hoeven te dragen. WERKKAPITAAL Voor de ontwikkeling van de liquiditeit op de korte termijn letten we op het werkkapitaal en de verhouding tussen de vlottende activa en kortlopende schulden (de current ratio). Het werkkapitaal zijn de inkomsten die we binnen 1 jaar verwachten te ontvangen, verminderd met de uitgaven die we binnen 1 jaar moeten doen. Zo ontwikkelt ons werkkapitaal en de current ratio zich: (x 1.,-) JAARREKENING BEGROTING PER VAN JAAR Vlottende activa Kortlopende schulden WERKKAPITAAL Current ratio 2,64 3,42 2,33 2,29 2,28 2,28 2,27 De kortlopende schulden zijn gecorrigeerd voor de schulden aan kredietinstellingen. Het betreft hier namelijk een herfinanciering waardoor de liquiditeiten direct weer worden aangevuld. De prognose tot 22 laat zien dat op de middellange termijn aan de liquiditeitsbehoefte wordt voldaan. 6. FINANCIEEL VERSLAG 43

45 6.6.2 HET BEWAKEN VAN DE SOLVABILITEIT De solvabiliteit geeft aan welk deel van onze bezittingen is gefinancierd met eigen vermogen en welk deel met vreemd vermogen. Cruciaal bij de financiële beoordeling zijn de waarderingsgrondslagen van onze woningen en het andere vastgoed (de materiële vaste activa). Vanaf 215 zijn we overgestapt van een stelsel van waarderen op bedrijfswaarde naar een stelsel van waardering op marktwaarde (in verhuurde staat) van ons vastgoed. MARKTWAARDE Op basis van deze waarderingsgrondslag geeft de vermogenspositie van onze balans het volgende beeld: (x 1.,-) Eigen vermogen Voorzieningen Vreemd vermogen op lange termijn Vreemd vermogen op korte termijn TOTAAL VERMOGEN Op basis van onze verhoudingen per 31 december 216 bedraagt de solvabiliteit, de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen, 59,9%. (215: 58,2%). DE FINANCIËLE FACILITEIT Om daarnaast nieuwe woningen te kunnen bouwen of kopen moeten wij, net zoals de meeste particuliere huiseigenaren, leningen afsluiten. Deze financieringen trekken wij aan op de geld- en kapitaalmarkt. Hierbij is een goede solvabiliteit belangrijk om onze toegang tot de geld- en kapitaalmarkt te kunnen garanderen. Nieuw vreemd vermogen kunnen we tot op bepaalde hoogte aantrekken met garantie of borgstelling van het WSW. Wij staan sinds 1993 ingeschreven als deelnemer. Op basis van een risicobeoordelingsmodel stelt WSW jaarlijks het borgingsplafond vast voor een deelnemer. Dit is het maximale bedrag aan door WSW geborgde leningen dat een deelnemer op enig moment gedurende het jaar mag hebben. Het borgingsplafond voor 216 en 217 is vastgesteld op 1,18 miljard. Op basis van de begroting 217 wordt het borgingsplafond opnieuw vastgesteld. 44

46 6.6.3 HET BEWAKEN VAN DE RENTERISICO S DE LENINGENPORTEFEUILLE In 216 hebben we 64,6 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken. Hiertegenover staat dat we voor 48,8 miljoen hebben afgelost. De leningenportefeuille per 31 december specificeren we als volgt: Aantal leningen Bedrag aan leningen (x 1.) Gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille ,87% ,17% In 216 is er in totaal 33,3 miljoen aan rente betaald. De gemiddelde rente van de financieringen ultimo 216 bedraagt 2,87% (215: 3,17%). Op de totale leningenportefeuille (ultimo 216) van 917,5 miljoen bedraagt dit voordeel 2,8 miljoen. Dit voordeel werd met name gerealiseerd door: Renteherzieningen van bestaande leningen. Voor een bedrag van 22,2 miljoen werden nieuwe rentepercentages overeengekomen. Het gemiddelde percentage van deze leningen was 4,4%. De nieuw overeengekomen percentages bedragen gemiddeld,67%. Het gerealiseerde voordeel op de renteherziening 216 bedraagt daarmee,8 miljoen. Herfinanciering aflopende leningen. In 216 werd een bedrag van 36 miljoen geherfinancierd tegen een gemiddeld percentage van,81%, waar de oude percentages gemiddeld 4,28% bedroegen. Het gerealiseerd voordeel op herfinanciering bedraagt 1,3 miljoen. Aantrekken nieuwe financieringen. In 216 zijn voor een bedrag van 2 miljoen nieuwe leningen aangetrokken, tegen gemiddeld 1,5%. In vergelijking met het gemiddelde percentage van 215 (3,17%) bedraagt het voordeel:,5 miljoen. AFLOSSINGSFICTIE De exploitatiekasstroom uit de begroting is voldoende om de rente en de normatieve aflossing van 2% te voldoen. In ons financieel beleid streven we naar een operationele kasstroom (inclusief rente en aflossingsfictie van 2%) groter dan nihil over de totale prognoseperiode van 5 jaar. Voor de periode 217 tot en met 221 voldoen we hier ruimschoots aan en komen we uit op een gemiddeld overschot van 21,6 miljoen. 6. FINANCIEEL VERSLAG 45

47 6.7 OVER ONZE RENTABILITEITSPOSITIE 6.9 WAT STAAT ONS TE WACHTEN? De rentabiliteitspositie kan als volgt worden weergegeven: Eigen vermogen Jaarresultaat Rentelasten vreemd vermogen Totaal vermogen (x 1.,-) De rentelasten over het vreemd vermogen zijn gedaald doordat de gemiddelde rente als gevolg van de lage rentestand gedaald is naar 2,87% (215: 3,17%). De rentabiliteit van het eigen vermogen (het jaarresultaat uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen) bedraagt in 216 9,4% (215: -3,%). De rentabiliteit van het totale vermogen (het resultaat gecorrigeerd voor rentelasten gedeeld door het totale vermogen) bedraagt in 216 6,9% ( %). GEVOLGEN KABINETSMAATREGELEN In het in 213 gesloten woonakkoord zijn diverse maatregelen opgenomen die de sector in zijn algemeenheid treffen. Buiten de jaarlijkse bijdrage aan de Autoriteit woningcorporaties die in 216 ongeveer 13. bedroeg betreffen deze maatregelen onder meer: De Wet verhuurderheffing. Deze wet geldt voor alle verhuurders met meer dan 1 huurwoningen in de gereguleerde sector. De heffing loopt naar verwachting op naar 1,7 miljard voor de gehele sector in 217. Voor 216 bedroeg deze voor Wonen Limburg 14 miljoen. Een door de Autoriteit woningcorporaties (Aw) opgelegde heffing voor saneringssteun. Het Aw legt woningcorporaties in 216 geen saneringsheffing op. Het Aw heeft aangegeven voldoende geld in kas te hebben om eventuele nieuwe saneringsaanvragen in 216 te kunnen financieren. Voor de jaren 217 en 221 heeft Wonen Limburg geen saneringssteun in de begroting ingerekend. Voor de jaren 218, 219 en 22 is dit wel gebeurd. 6.8 DE AUTORITEIT WONINGCORPORATIES BEOORDEELT De verwachte financiële gevolgen voor Stichting Wonen Limburg bedragen: Sinds 1 juli 215 valt het financiële toezicht onder de verantwoordelijkheid van de Autoriteit woningcorporaties (Aw). De Aw doet risicogericht onderzoek op een zestal toezichtterreinen die van invloed zijn op de financiële continuïteit. De terreinen zijn: kwaliteit financiële verantwoording, behoud maatschappelijk gebonden vermogen, financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en draagkracht vermogen. JAAR VERHUURDERHEFFING ( ) (x 1.,-) SANERINGSSTEUN ( ) Het onderzoek en de beoordeling van Aw gaf ook in 216 geen aanleiding tot het doen van interventies. De gevolgen van het kabinetsbeleid zijn doorgerekend in onze kasstroomprognoses. De conclusie van Stichting Wonen Limburg naar aanleiding van deze berekeningen luidt dat wij aan de verwachte heffingen kunnen blijven voldoen. In het licht van de beheersing van de woonlasten van onze huurders zien wij een verdere verlaging van de beheerskosten echter als een belangrijke opgave. Wij merken op dat wij nog steeds tegenstander zijn van de opgelegde verhuurderheffing. 46

48 DERIVATEN Wonen Limburg gebruikt derivaten om toekomstig renterisico af te dekken. De marktwaarde van deze derivaten is afhankelijk van de rentestand en schommelt dus dagelijks. Omdat de rente nu lager is dan op het moment van afsluiten van de derivaten, hebben de derivaten een negatieve marktwaarde. Een onderdeel van derivaatcontracten houdt in dat Wonen Limburg, indien de marktwaarde een bepaalde threshold overschrijdt, geld moet storten bij de derivaatbanken als zekerheid. Dit geld blijft echter van Wonen Limburg. Een rentedaling kan dus een liquiditeitsrisico voor Wonen Limburg vormen. Om hieraan te voldoen heeft Wonen Limburg een extra faciliteit van het WSW in gebruik die alleen bestemd is voor margin calls. Hiermee heeft Wonen Limburg voldoende ruimte om aan een 2% rentedaling te voldoen. Dit is ook een vereiste vanuit de Aw. Per 31 december 216 heeft Wonen Limburg 44,4 miljoen aan onderpand gestort bij verschillende derivaatbanken. BELASTINGZAKEN Horizontaal Toezicht (samenwerken vanuit vertrouwen) Bij Horizontaal Toezicht gaat het om wederzijds vertrouwen tussen Wonen Limburg en de Belastingdienst. Het scherper naar elkaar aangeven wat ieders verantwoordelijkheden en mogelijkheden zijn om het recht te handhaven en het vastleggen en naleven van wederzijdse afspraken. Horizontaal Toezicht staat of valt met het gegeven dat Wonen Limburg nu of in ieder geval in de nabije toekomst de belastingprocessen in voldoende mate beheerst. Het convenant voor Horizontaal Toezicht is door het bestuur, de RvC en de Belastingdienst op 26 november 29 ondertekend. Kern van het convenant is dat de samenwerking gebaseerd is op wederzijds vertrouwen, begrip en transparantie. Dit gaat verder dan het voldoen aan fiscale wet- en regelgeving. Actieve belastinglatentie Een voorziening voor latente belastingvorderingen treffen we indien er tijdelijke verschillen bestaan tussen de commerciële en de fiscale waardering van balansposten. De berekeningen van de latente belastingvorderingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in de komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet is vastgesteld. Deze wordt vervolgens contant gemaakt (met uitzondering van de verplichting uit hoofde van extendible leningen) tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. Voor Wonen Limburg betekent dit dat er met een netto rente van 3,75% wordt gerekend. Wonen Limburg heeft ultimo 216 vijf actieve belastinglatenties gevormd. Eén actieve belastinglatentie heeft betrekking op de verkoopportefeuille over de jaren 216 tot en met 22. De tweede actieve belastinglatentie heeft betrekking op de leningenportefeuille welke een gevolg is van de afspraken uit de ondertekende VSO2. De derde actieve belastinglatentie heeft betrekking op de fiscale verliezen over de afgelopen jaren. De vierde actieve belastinglatentie heeft betrekking op het waarderingsverschil ten aanzien van de verplichting uit hoofde van extendible leningen. De vijfde actieve belastinglatentie heeft betrekking op het fiscale afschrijvingspotentieel. Op het vastgoed in exploitatie wordt commercieel niet meer afgeschreven maar fiscaal wel. Dit leidt tot een verrekenbaar verschil. De afname van de actieve belastinglatentie bedraagt in totaal 9,5 miljoen en is ten laste van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen geboekt. De actieve belastinglatentie voor de verkopen bedraagt voor het jaar 216 1,5 miljoen, voor de leningenportefeuille,9 miljoen, voor de verplichting uit hoofde van extendible leningen 6,8 miljoen, voor de verrekenbare verliezen 25,4 miljoen en voor het fiscale afschrijvingspotentieel 6,6 miljoen. De actieve belastinglatentie is in de jaarrekening opgenomen onder de post financiële vaste activa. De totale actieve belastinglatentie bedraagt 41,3 miljoen. Acute belastingdruk In de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 212 is in overleg met de fiscus de vastgoedportefeuille afgewaardeerd naar een lagere fiscale waardering op basis van de WOZ-waarde, als gevolg waarvan het belastbaar bedrag in deze periode negatief is. Elk jaar wordt op grond van de marktontwikkeling van de huizenprijzen beoordeeld of een verdere afwaardering noodzakelijk is danwel een terugname van deze afwaardering mogelijk is. In 213 was een verdere afwaardering noodzakelijk. In 214 heeft nog een kleine afwaardering plaatsgevonden. In 215 en 216 zijn terugname van de afwaarderingen berekend, echter over deze jaren is nog geen aangifte vennootschapsbelasting ingediend. Op grond van de huidige feiten en omstandigheden is de verwachting dat Wonen Limburg vanaf 219 acute vennootschapsbelasting gaat betalen. Wonen Limburg zal in haar beleid steeds weloverwogen keuzes maken, die gezien de wensen en uitgangspunten leiden tot een (fiscaal) optimum. 6. FINANCIEEL VERSLAG 47

49 6.1 KENGETALLENOVERZICHT OMSCHRIJVING (WERKELIJK) JAAR Vastgoed Totaal woningen Overig vastgoed Garages Overige verhuureenheden Financieel Solvabiliteit eigen vermogen 59,97% 58,2% 59,8% 52,78% 54,9% 23,9% 26,4% 26,5% Rentabiliteit eigen vermogen 9,38% -3,3% 1,19% 1,25%,14% -12,% 4,3% 6,4% Rentabiliteit totaal vermogen 6,87% -,36% 2,12% 2,24%,8% -,7% 3,5% 4,8% Current ratio 3,42 2,64 2,39 1,71 1,17 2,18 2,91 2,4 (Bedragen x 1.,-) Marktwaarde gemiddeld per woning Beleidswaarde gemiddeld per woning Onderhoud Gemiddeld bedrag per woning Onderhoud in % van huuropbrengsten 19,31% 2,15% 2,15% 21,27% 24,91% 29,1% 26,3% 28,1% Beheernorm Gemiddeld bedrag per VHE De beheernorm is gebaseerd op een interne berekening. Overig Totale huurachterstand in % van huur december,86%,86%,87%,82%,68%,6%,5%,6% Mutatiegraad (exclusief verkopen) 8,55% 8,4% 7,5% 8,68% 8,46% 8,2% 7,5% 7,5% Huurderving in % van de jaarhuur 1,1%* 1,79%* 1,91% 1,99% 2,17% 1,8% 2,1% 1,4% Formatieplaatsen per 1 woningen 8,5 8,73 9,11 1,1 11,12 1,63 1,73 1,65 * De huurderving voor de jaren 215 en 216 is berekend exclusief de dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren. 48

50 7. VERANTWOORD BESTUREN 7.1 AMBITIE EN STRATEGISCHE KOERS HET BESTUUR EN ZIJN VERANTWOORDELIJKHEDEN Het bestuur van Wonen Limburg, bestaande uit Ger Peeters en Wim Hazeu, is onder meer verantwoordelijk voor: de realisatie van de doelstellingen; de strategie; de financiering; het beleid; de resultatenontwikkeling; het beleid ten aanzien van deelnemingen van Wonen Limburg. HET BEHEERSEN VAN RISICO S Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen en actief managen van de strategische, financiële en operationele risico s die verbonden zijn aan de activiteiten van de corporatie. Het bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen. De strategische risico s die Wonen Limburg loopt, zijn in veel gevallen tamelijk abstract en moeilijk in omvang uit te drukken. De meest in het oog springende strategische risico s zijn: Het bestuur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. Bij de invulling van zijn taak handelt het bestuur in het belang van Wonen Limburg als woningcorporatie en de daarbij horende volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen. Waarbij steeds de in aanmerking komende belangen van de betrokken partijen worden afgewogen. Het bestuur verstrekt de Raad van Commissarissen tijdig de informatie die nodig is voor de uitoefening van de rol als toezichthouder. Het bestuur onderschrijft de in de Aedescode en de Governancecode Woningcorporaties vastgelegde beginselen. De Governancecode Woningcorporaties wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. In dit jaarverslag verantwoorden wij ons ook over de inrichting van de governancestructuur binnen Wonen Limburg (paragraaf 7.3). Meer gedetailleerde informatie is opgenomen op onze website wonenlimburg.nl. demografische ontwikkelingen (ontgroening, vergrijzing en krimp van de bevolking); veranderende behoeften van de huurder; veranderende wet- en regelgeving; het niet realiseren van de opgave in nieuwbouw en renovatie; het onvoldoende hebben van goed personeel. Het bestuur van Wonen Limburg is zich bewust van deze risico s en waar mogelijk zijn beheersinstrumenten geformuleerd. Bij de financiële en operationele risico s gaat het om de gevaren die samenhangen met de dagelijkse activiteiten bij Wonen Limburg. Om deze gevaren te managen en onderdeel te laten zijn van de sturing en beheersing van Wonen Limburg zijn Kritische Prestatie Indicatoren (KPI s) en processen beschreven. Hierover wordt periodiek aan de Raad van Commissarissen (RvC) gerapporteerd. In paragraaf 7.4 leest u meer over ons risicomanagement. 7. VERANTWOORD BESTUREN 49

51 HIER STAAN WE VOOR Kort en krachtig wordt de essentie van ons handelen als volgt samengevat: Mensen een thuis bieden. Ieder mens heeft recht op een thuis. Met onze bijdrage aan de leefomgeving kunnen we een verschil maken in een mensenleven. Door samenwerking vergroten we de zelfredzaamheid van mensen in onze maatschappij. Zo creëren we met elkaar, voor iedereen een thuis, waarbij we het begrip thuis op drie manieren invullen: thuis in mijn huis, thuis in mijn buurt en thuis bij Wonen Limburg. EN ZO GEVEN WE ER INVULLING AAN Om onze essentie te kunnen waarmaken hebben we in 213 vijf strategische thema s benoemd, die ook op dit moment nog steeds van toepassing zijn. Desondanks zijn wij dit jaar gestart met het herijken van onze strategische koers. Hierbij zullen de huidige thema s overeind blijven, maar de strategische doelstellingen en succesbepalende factoren (de zaken die we moeten organiseren/waarmaken om onze doelstellingen te behalen) worden op een aantal punten aangescherpt of geherdefinieerd. De nieuwe strategische koers zal medio 217 klaar zijn. De vijf thema s zijn allemaal verbonden aan de thuisgedachte. De vijf thema s vormen het uitgangspunt voor de verdere uitwerking in doelstellingen en activiteiten. Hieronder leest u wat onze vijf strategische thema s zijn en wat we op deze gebieden in 216 zoal bereikten. De thema s zijn direct verbonden aan onze opgaven in wonen, leven en vastgoed. Hierover schreven we in de hoofdstukken 2 en 3 wat uitgebreider. De strategische thema s zijn: 1. VAN BUITEN NAAR BINNEN Wonen Limburg pakt haar maatschappelijke opgave op. We kennen en begrijpen onze omgeving. We weten wat er speelt. Dat vereist een proactieve houding. Wij zoeken steeds de verbinding met externe partijen om ons netwerk te verbreden en te versterken. 2. VASTGOED ALS MIDDEL Prettig wonen begint bij een goede, betaalbare woning. Maar we zien ons vastgoed niet als een doel op zich. Ons vastgoed is een middel om maatschappelijke doelen te verwezenlijken. Het moet aansluiten bij wat de (toekomstige) huurder wenst. Wat we in 216 zoal bereikten: we leverden 25 nieuwe woningen op; we legden op 412 daken gemiddeld 9 zonnepanelen in het kader van Zonnig-Limburg; we pakten 866 woningen energetisch aan; we plaatsten 3 Kompaswoningen in Weert en 1 in Panningen om de tijdelijke druk op de woningmarkt te verlichten; we introduceerden het ontzorgingsarrangement waarbij wij particulieren helpen met de verhuur van hun woning aan statushouders. 3. DE SAMENLEVING BETER Dit thema richt zich op het vooruit helpen van huurders in het gebied waar ze wonen, niet op de individuele huurder. Samen met de belanghebbende partijen in het maatschappelijk speelveld investeren we in activiteiten die bijdragen aan belangrijke maatschappelijke effecten zoals elkaar ontmoeten, leren, werken en ontspannen. Wat we in 216 zoal bereikten: we rondden Fase 1 van het Wijkontwikkelingsplan Donderberg af en startten met Fase 2; door het vergroenen van een aantal complexen, creëerden we fijne ontmoetingsplaatsen voor bewoners; in Kerkrade-Noord droegen bewoners bij aan de productie van vers en gezond eten; via GO4it! stroomde 6% van de deelnemers door naar (vrijwilligers)werk of een opleiding. Wat we in 216 zoal bereikten: we hielden een visitatie met als gemiddeld eindcijfer een 7,5; we introduceerden ons Wonen Limburg Lab waar huurders met ons meedenken over een bepaald thema; we maakten met de gemeenten en huurdersorganisaties nieuwe prestatieafspraken; we namen deel aan de landelijke Dag van het Huren. 5

52 4. ONZE HUURDER TEVREDEN Wonen Limburg staat dicht bij haar huurders. We spannen ons in om hun wensen en behoeften te kennen. Uitsluitend contacten bij standaardmomenten vinden we niet genoeg. We doen dit vooral door in gesprek te gaan, mensen actief op te zoeken. We streven naar een vergaande vorm van huurdersparticipatie. Daarbij zoeken we naar zogenaamde huurderstalenten: mensen die graag met Wonen Limburg meedenken. Wat we in 216 zoal bereikten: we behaalden een gemiddelde score van een 7,7 bij de meting van het KWH-Huurlabel. Daarmee behouden we ook voor 217 weer ons KWH-label; we organiseerden voor onze medewerkers én die van onze ketenpartners communicatietrainingen omtrent klantgericht samenwerken; we bedankten onze vrijwilligers met een Dank je Wel Dag in het Continium in Kerkrade; we vroegen over diverse onderwerpen advies aan onze Huurdersraad, zoals over de splitsing DAEB/niet-DAEB en over het asbestbeleid. 5. ZAKELIJK EN PROFESSIONEEL Onze organisatie staat als een huis. Tegelijkertijd zijn we werkzaam in een dynamische sector en staat de wereld om ons heen niet stil. We hebben continu te maken met veranderingen, dus ook onze organisatie heeft periodiek onderhoud nodig. Wat we in 216 zoal bereikten: we brachten onze beheerkostennorm terug van naar 1.17 per verhuureenheid; we zetten het traject Duurzaam Leren en Ontwikkelen voort, met onder meer talentontbijten waarin we stil stonden bij persoonlijke ontwikkeling en vitaliteit van medewerkers; we gingen aan de slag met lean werken. HET BESTUUR ONTWIKKELT ZICH Het besturen van een woningcorporatie in een snel veranderende maatschappij vraagt om actuele kennis en vaardigheden. Daarom zijn corporatiebestuurders vanaf 1 januari 215 verplicht tot Permanente Educatie (PE). Onze bestuurders volgden de volgende opleidingen en workshops: Themabijeenkomst Aedes Kenniscentrum Zorgvastgoed met toekomst (1) (Ger Peeters 3 pe-punten) Themabijeenkomst Aedes Kenniscentrum Zorgvastgoed met toekomst (2) (Ger Peeters 2 pe-punten) Leergang NSOB Waarden van Wonen (Ger Peeters 72 pe-punten) Themabijeenkomsten Round Table Ketensamenwerking (Ger Peeters 1 pe-punten) Themabijeenkomst Vastgoedjournaal Dag van het Zorgvastgoed (Ger Peeters 4 pe-punten) Themabijeenkomst Management Follow-Up Groep C7 (Ger Peeters 16 pe-punten) Leergang Masterclass cyclus anders organiseren in nieuwe tijden (Wim Hazeu 42 pe-punten) Themabijeenkomst Intervisiegroep cultuur & gedrag (Wim Hazeu 12 pe-punten) Themabijeenkomst Kjenning waartoe zijn we op aarde (Wim Hazeu 2 pe-punten) Themabijeenkomst masterclass focus op duurzame kwaliteit van leven (Wim Hazeu 2 pe-punten) Themabijeenkomst Kjenning stakeholders en governance (Wim Hazeu 16 pe-punten) Themabijeenkomst NVBW Parkstad (Wim Hazeu 7 pe-punten) 7. VERANTWOORD BESTUREN 51

53 7.2 WETTEN EN REGELS Per 1 juli 215 is de herziene Woningwet ingegaan. Deze herziene Woningwet geeft nieuwe regels voor de sociale huursector. Met deze wet wil de overheid ervoor zorgen dat de sociale huursector zich richt op haar kerntaak. De kerntaak houdt in: zorgen voor betaalbare en goede huisvesting voor mensen die niet zelfstandig in staat zijn om in hun woonbehoefte te voorzien. In 215 startte Wonen Limburg het project Woningwet op, met als doel te borgen dat voldaan wordt aan de aangepaste wet- en regelgeving, waarbij de bestaande organisatie leidend is. JURIDISCHE SPLITSING Een belangrijk onderdeel van de herziene Woningwet is de verplichting om Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) en niet-daeb activiteiten uit elkaar te trekken. Deze scheiding van de DAEB en niet-daeb activiteiten kan op drie manieren worden gerealiseerd: door middel van een administratieve scheiding, een juridische splitsing of een combinatie hiervan (hybride scheiding). De basis voor de keuze van deze scheiding of splitsing is de strategische volkshuisvestelijke opgave van Wonen Limburg. Om te komen tot een weloverwogen keuze zijn vanuit het project een aantal sessies georganiseerd waarbij alle onderdelen van de organisatie zijn meegenomen in deze afweging. De uitkomst hiervan is dat Wonen Limburg kiest voor een juridische splitsing van haar DAEB en niet-daeb activiteiten. Het DAEB bezit blijft in de toegelaten instelling en het niet-daeb bezit wordt ondergebracht in een nieuw op te richten woningvennootschap die 1% eigendom is van de Stichting Wonen Limburg. De achtergrond van deze keuze is met name de ambitie die Wonen Limburg heeft in het niet-daeb segment. Meer specifiek vanwege onderstaande motieven. Geïntegreerde wijken Bij het realiseren van de groeiambitie in niet-daeb voegt Wonen Limburg woningen aan de markt toe, bestemd voor de middeninkomens. De ervaring is dat commerciële partijen binnen Limburg hier niet of nauwelijks werk van maken. Dit toevoegen kan sneller en efficiënter vanuit een woningvennootschap. Op deze manier kan Wonen Limburg proactief inzetten op geïntegreerde wijken. Wijken die zowel sociale huurwoningen als woningen boven de huurtoeslaggrens (> 71,68 huur) kennen. Zo ontstaat een variatie aan woningen en aan de mensen die er wonen, een oprechte dwarsdoorsnede van onze samenleving. Huishoudens met een middeninkomen Wonen Limburg ziet het als haar taak om, buiten de opgave die zij wil realiseren voor de lage inkomens, ook een opgave te realiseren die er in Limburg is voor de lagere middeninkomens. Wonen Limburg heeft in haar wensportefeuille benoemd dat zij in 225 groeit naar 7% bezit in het geliberaliseerde segment (> 71,68). In de wensportefeuille heeft zij ook duidelijk benoemd voor welke doelgroep zij deze opgave realiseert. Dit zijn de middeninkomens tot 5.367,-, waarvoor woningen in de huurprijscategorie tussen de 71,68 en 9,- worden aangeboden. Flexibiliteit en daadkracht Middels een juridische splitsing bestaat ten aanzien van met name de niet-daeb ambitie meer flexibiliteit en daadkracht wanneer deze vanuit een woningvennootschap wordt uitgevoerd. Hierdoor kan samen met onze partners op een snellere, efficiëntere wijze de volkshuisvestelijke ambitie worden gerealiseerd. Dit komt doordat er minder procedurevoorschriften en afhankelijkheden bestaan dan in de variant van een administratieve scheiding. Om de ambitie van 7% geliberaliseerde huur te realiseren moeten er niet-daeb woningen worden aangekocht of nieuwbouw worden gerealiseerd. Bij een administratieve scheiding voert de gemeente bij beide activiteiten een markttoets uit. Dit terwijl in de meeste regio s bekend is dat er geen tot weinig overige marktpartijen bestaan die deze opgave willen of kunnen invullen. Daarbij wil Wonen Limburg vanuit een maatschappelijke opgave deze rol invullen. De markttoets zorgt dan niet alleen voor een vertraging (de inschatting van de doorlooptijd van een markttoets is ca. 6 maanden), maar ook voor onzekerheid om vooraf proactief met gemeenten de plekken te kunnen benoemen waar Wonen Limburg deze projecten kan realiseren. De activiteiten die Wonen Limburg uitvoert blijven uiteraard binnen het afgebakend gebied van de volkshuisvesting. Transparante scheiding van investeringsstromen Voor Wonen Limburg geeft een juridische splitsing helder inzicht in de investeringsstromen van beide takken, omdat beide takken een afzonderlijke administratie voeren. Bij een juridische splitsing kunnen maatschappelijke gelden uit de DAEB tak op een transparante manier ingezet worden voor diezelfde DAEB tak en komen dan ook niet ten gunste van de niet-daeb activiteiten. Andersom kunnen bij een juridische splitsing op termijn de opbrengsten van de niet-daeb tak ten gunste komen van de DAEB activiteiten in de Stichting. Dat laatste is iets wat goed aansluit bij onze strategie; er primair zijn voor de laagste inkomens. 52

54 GEVOLGEN VOOR DE ORGANISATIE Het merendeel van de woningen (ca. 92,5%) blijft in de DAEB tak, ondergebracht in de Stichting Wonen Limburg. Een klein gedeelte van het woningbezit (ca. 7,5%) gaat over naar de niet-daeb tak (woningvennootschap). De over te hevelen woningen betreffen deels DAEB woningen die op dit moment een sociale huurprijs hebben en deze ook behouden in de niet-daeb tak. Het andere deel betreft niet-daeb woningen die worden overgeheveld ten behoeve van de opgave voor de middeninkomens. Deze woningen hebben nu al een geliberaliseerde huurprijs of worden bij mutatie geliberaliseerd. De restantopgave voor de middeninkomens wordt door nieuwbouw of aankoop gerealiseerd en worden toegevoegd aan de niet-daeb tak. In alle gevallen blijft de situatie voor de zittende huurder gelijk, zowel in de toegelaten instelling als in de woningvennootschap. Bestaande contracten veranderen niet. Het beleid van Wonen Limburg geldt voor zowel de DAEB als de niet-daeb tak. Ook blijft de niet-daeb tak onderdeel van de prestatieafspraken. Governance Ten aanzien van governance worden de volgende bepalingen vastgelegd: het bestuur van de nieuwe woningvennootschap is het bestuur van de Stichting; de bestaande RvC geldt ook voor de nieuwe woningvennootschap; de bestaande Huurdersraad geldt ook voor de nieuwe woningvennootschap; Wonen Limburg, Huurdersraad en gemeenten sluiten ook prestatieafspraken af over het bezit in de woningvennootschap; voor DAEB woningen in de woningvennootschap zijn de toewijzingsregels, zoals een inkomenstoets, een maximale huur en huurprijsstijging en de passendheidstoets gewoon van toepassing zoals in de toegelaten instelling; er is geen voornemen om een deel van de onderneming te vervreemden of over te dragen. Interne lening Na splitsing van de DAEB en niet-daeb tak kent Stichting Wonen Limburg een totaal van verhuureenheden (22.99 woningen en 2.91 overig vastgoed) en een woningvennootschap met in totaal 3.25 verhuureenheden (1.862 woningen overig vastgoed). Met de overdracht van het bezit vanuit de Stichting naar de woningvennootschap wordt ook een interne lening verstrekt. Deze lening zorgt voor een evenwichtige verhouding tussen de solvabiliteit en kasstromen van de Stichting Wonen Limburg en de woningvennootschap en kent een looptijd van 15 jaar. Al het bezit van Wonen Limburg is op dit moment in volmacht gegeven aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). WSW moet dus de verhuureenheden die overgeheveld worden vanuit de Stichting naar de woningvennootschap, vrijgeven uit deze volmacht. Hiertoe zal de Stichting een volmacht krijgen op het over te hevelen bezit als dekking voor de interne lening. SPLITSINGSPLAN De motivatie van de voorgenomen juridische splitsing en de invulling van deze splitsing zijn uitgewerkt in een splitsingsplan. Onderdeel van dit splitsingsplan zijn de door alle 27 gemeenten, door de Huurdersraad en door de Raad van Medezeggenschap afgegeven zienswijzen op de voorgenomen juridische splitsing. In november 216 is het splitsingsplan goedgekeurd door de RvC. In december 216 is het plan ter goedkeuring voorgelegd aan de minister en aan WSW. Het betreft een concept splitsingsplan. Pas na verwerking van de definitieve cijfers volgens de jaarrekening 216 in het concept splitsingsplan is het plan definitief en zal ook de goedkeuring vanuit de minister definitief zijn. IMPLEMENTATIE Het jaar 217 wordt gebruikt om de voorgenomen juridische splitsing te implementeren. Dit betekent aanpassing in de systemen en administraties, maar een en ander zal ook invloed hebben op de werkzaamheden van medewerkers bijvoorbeeld door aangepaste processen. De juridische splitsing moet uiteindelijk met ingang van 1 januari 218 geëffectueerd zijn. 7. VERANTWOORD BESTUREN 53

55 7.3 GOVERNANCE Woningcorporaties zijn private ondernemingen die met een maatschappelijke opdracht een volkshuisvestelijke taak uitvoeren. Woningcorporaties staan voor het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen en voor kwetsbare groepen. De zorg voor een leefbare omgeving hoort daarbij. In de nieuwe Woningwet heeft governance een belangrijke plaats gekregen. Per 1 mei 215 werd de Governancecode Woningcorporaties, hierna Governancecode, vernieuwd. De code is opgesteld vanuit het besef dat de kwaliteit en de transparantie van bestuur en toezicht aan hogere normen moeten voldoen. De Governancecode heeft, ten opzichte van de voorgaande code, meer aandacht voor cultuur en gedrag. Daarnaast heeft de wetgever een aantal belangrijke elementen uit de Governancecode in de wet opgenomen. Daardoor is de Governancecode niet meer iets vrijblijvends, maar een verplichting waarvan de naleving door de minister kan worden afgedwongen. Het bestuur volgt de Governancecode en past de beginselen die in de Governancecode zijn opgenomen toe. De Governancecode wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. In dit jaarverslag verantwoorden wij ons ook over de inrichting van de governancestructuur binnen Wonen Limburg. GOVERNANCESTRUCTUUR In het afgelopen jaar stemden wij onze statuten af op de nieuwe Governancecode. De reglementen worden in het kader van de implementatie van de Woningwet begin 217 geactualiseerd. De governancestructuur bij Wonen Limburg is opgebouwd uit een twaalftal statuten en reglementen: 1. Statuten van de stichting: hierin is het doel en taakveld van de woningcorporatie vastgelegd en zijn de taken en bevoegdheden benoemd en toegekend aan het bestuur en andere organen binnen Wonen Limburg. 2. Investeringsstatuut: dit statuut geldt als kader voor het nemen van beslissingen op het gebied van aangaan van investeringen in nieuwbouw, aankopen en bestaand vastgoed. Ons rendementsbeleid is verwerkt in het investeringsstatuut. 3. Verbindingenstatuut: het verbindingenstatuut heeft tot doel het beleid van Wonen Limburg over verbindingen te beschrijven. Het statuut geldt als het kader voor het nemen van beslissingen op het gebied van aangaan en onderhouden van relaties met andere rechtspersonen en vennootschappen. 4. Treasurystatuut: dit statuut beschrijft de hoofddoelstellingen en de organisatorische aspecten van de treasury binnen Wonen Limburg en vormt hiermee het formele kader waarbinnen gewerkt mag worden. 5. Fiscaal statuut: dit statuut is opgesteld om op het gebied van fiscale aangelegenheden zowel kaders als richtlijnen en procedures te hebben en vast te leggen, die een bijdrage leveren aan de verbetering van de interne fiscale beheersing. 6. Financieel statuut: dit statuut is erop gericht om de financiële continuïteit en realisatie van de ondernemingsdoelen van Wonen Limburg op zowel de korte als de lange termijn te borgen. 7. Audit statuut: dit statuut is erop gericht om duidelijkheid te geven over de manier waarop de auditfunctie binnen Wonen Limburg bijdraagt aan het in control of in beheersing blijven van Wonen Limburg. Dit audit statuut geeft weer hoe de opzet en werking van de interne auditfunctie is georganiseerd. 8. Financieel reglement: het reglement is opgesteld vanuit de Woningwet. Deze bepaalt dat iedere woningcorporatie een financieel reglement opstelt om ervoor te zorgen dat haar financiële continuïteit niet in gevaar wordt gebracht. Het financieel reglement bij Wonen Limburg is een overkoepelend document voor alle statuten die aanwezig zijn binnen Wonen Limburg. 9. Reglement Raad van Commissarissen: hierin zijn zowel regels met betrekking tot aangelegenheden van de RvC als voor de individuele leden van de RvC opgenomen. 1. Reglement Auditcommissie: dit reglement geeft, in aanvulling op de statuten en het reglement van de RvC, regels met betrekking tot taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Auditcommissie. 11. Reglement remuneratie- en selectiecommissie: dit reglement geeft in aanvulling op de statuten en het reglement van de RvC, regels met betrekking tot taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de remuneratie- en selectiecommissie. 12. Bestuursreglement: hierin zijn de taken en bevoegdheden van de bestuursleden op hoofdlijnen vastgelegd. In de taken-, bevoegdheden- en verantwoordelijkhedenmatrix, die ook is opgenomen op onze website, zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in detail opgenomen voor zowel bestuur als RvC. Daarnaast beschikt Wonen Limburg over regelingen die de Governancecode voorschrijft, zoals de integriteitscode, de klokkenluidersregeling (meldlijn) en een klachtenreglement. 54

56 DOORLOPENDE TAAK Goed werkgeverschap is een doorlopende taak. De RvC moet die zodanig uitvoeren dat de corporatie altijd over een goed bestuur beschikt, de bestuurder zijn of haar competenties volledig ten dienste van de corporatie kan inzetten en de RvC zelf zijn toezichtrol volledig kan vervullen. CULTUUR De vernieuwde Governancecode heeft meer aandacht voor cultuur en gedrag, passend bij transparante en integere organisaties. Transparantie staat bij Wonen Limburg hoog op de agenda. De RvM (Raad van Medezeggenschap), bijvoorbeeld, wordt door het bestuur betrokken bij besluiten die genomen worden. Afgelopen jaar hebben de bestuurders twee keer zogenaamde keukentafelgesprekken gevoerd, waarbij alle medewerkers (in kleinere groepen) wordt gevraagd naar verbeteringen en zaken waar medewerkers tegenaan lopen in de uitvoering van processen. En waarbij ook besluiten, genomen door het bestuur, toegelicht worden. Daarnaast kent Wonen Limburg diverse overlegstructuren met huurders(organisaties), gemeenten en overige belanghebbenden. Deze zijn gericht op samenwerking en kennisdeling, maar ook op het geven van transparantie, toelichten waar Wonen Limburg voor staat en het bekijken van mogelijkheden waar krachten gebundeld kunnen worden. TEGENSTRIJDIGE BELANGEN EN BELANGENVERSTRENGELING In het afgelopen jaar zijn door het bestuur geen meldingen gedaan aan de RvC over een mogelijk tegenstrijdig belang of over belangenverstrengelingen. Tevens zijn in het afgelopen jaar geen nieuwe benoemingen gedaan van bestuursleden of RvC-leden. WE KENNEN EEN HARDE EN EEN ZACHTE KANT Binnen Wonen Limburg onderscheiden we instrumenten die betrekking hebben op de harde kant én instrumenten voor de zachte kant. Met de harde kant bedoelen we de organisatiestructuur, methoden en technieken, taken/bevoegdheden/verantwoordelijkheden, processen, procedures, rapporten en systemen. Onder de zachte kant verstaan we het gedrag van de medewerkers, cultuur, voorbeeldgedrag van de top, competenties, loyaliteit, betrokkenheid en integriteit. Beiden zijn van belang om onze doelstellingen en prestaties te realiseren. ZO IS ONS RISICOMANAGEMENT VORMGEGEVEN Risicomanagement speelt een rol binnen onze hele organisatie. Wij zien echter een verschil in rollen ten aanzien van risicomanagement binnen onze organisatie. Wij onderscheiden namelijk drie niveaus van risicomanagement: strategisch, tactisch en operationeel. Het totale risicomanagementsysteem en de werking daarvan wordt bewaakt door de afdeling Compliance & Risk in opdracht van het bestuur. Strategische risico s Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen en actief managen van de strategische, financiële en operationele risico s die verbonden zijn aan de activiteiten van de corporatie. Hierbij is ons bestuur samen met het directieteam verantwoordelijk voor ons totale risicomanagementsysteem, inclusief de doorvertaling en verantwoording over dit totale systeem. Het bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de RvC. 7.4 RISICOMANAGEMENT EN PRESTATIEMANAGEMENT Woningcorporaties hebben steeds meer te maken met veranderingen in de omgeving die hun werkzaamheden beïnvloeden. Ook worden de veranderingen steeds complexer en meer divers. Om de hieruit voortvloeiende risico s die onze prestaties zouden kunnen beïnvloeden te managen en beheersen, heeft Wonen Limburg een intern risicobeheersings- en controlesysteem opgezet. Voor het jaar 216 zijn de strategische risico s herijkt op basis van onze lopende strategie Welkom Thuis. Bij deze herijking van de strategische risicovelden zien wij dat er sprake is van een verschuiving van intern-georiënteerde risico s op het gebied van de organisatie en de cultuur van Wonen Limburg naar vooral van buiten komende risico s zoals ontwikkelingen in de woningmarkt en wijzigingen in het overheidsbeleid (Herzieningswet en decentralisaties). Hierbij zijn per strategisch thema de strategische risico s in kaart gebracht. 7. VERANTWOORD BESTUREN 55

57 De belangrijkste strategische risico s: 1. Als gevolg van de decentralisatie van zorgtaken zijn bestaande zorg- en welzijnsinfrastructuren verdwenen. Door de decentralisaties bestaat het risico dat niet iedere bewoner in de wijk de zorg ontvangt die hij/zij nodig heeft. Dit kan als gevolg hebben dat de samenstelling van de doelgroep binnen de wijken verandert en dat de problematiek van huurders groter wordt met alle gevolgen van dien voor leefbaarheid en/of verhuurbaarheid. Een concreet risico dat we benoemd hebben in onze wensportefeuille heeft betrekking op mogelijke leegstand van ons huidige zorgvastgoed doordat zorgpartijen minder intramurale cliënten huisvesten. Wij hebben dit leegstandsrisico ingerekend op 1 mln. Om dit risico te verkleinen hebben we de volgende beheersmaatregelen getroffen: we bouwen een goed netwerk op met onze zorgpartijen; we zetten extra in (in mensen en middelen) op leefbaarheid in de wijk; wij zijn continu in gesprek met gemeenten waar problematieken zich (kunnen) voordoen; we zetten in op gedifferentieerde wijken door variatie in bezit en proberen samenwerkingen aan te gaan daar waar we dit niet alleen kunnen. 2. Rond het strategische thema vastgoed als middel zien we dat ontwikkelingen in de woningmarkt zoals nieuwe woonvormen, het effect van krimp op (de onderkant van) de koopmarkt of de instroom van statushouders, zich steeds sneller opvolgen. Een organisatie als Wonen Limburg moet in staat zijn om hierop snel en adequaat te acteren om relevant te blijven voor de wereld van morgen. Een risico hierbij vormt het vermogen van de organisatie externe ontwikkelingen en trends te vertalen in innovaties en nieuwe dienstverlening van Wonen Limburg. Om dit risico te verkleinen hebben we de volgende beheersmaatregelen getroffen: we ontwikkelen tijdelijke woonvormen zoals de Kompaswoning om aan de toenemende tijdelijke vraag in een krimpgebied te kunnen voldoen; we bereiden ons voor op nieuwe woonvormen door te experimenteren met het opstellen van een wooncoöperatie in Ell, met hofjeswoningen en door de introductie van het zelfbeheer van onze huurwoningen; we proberen statushouders in groepsverband te huisvesten om te kunnen voldoen aan de toenemende vraag voor huisvesting, door woningen op te splitsen in kamers. Waarbij we de afspraken met gemeenten over de aantal te huisvesten statushouders nakwamen. Tactische risico s Het directieteam is met het middenkader verantwoordelijk voor de tactische risico s. Hierbij gaat het om de doorvertaling van onze strategie naar inrichting van de organisatie, financiële sturing en tactische keuzes. Ons risicomanagementsysteem is een integraal systeem waarbij prestaties en risico s aan elkaar zijn gekoppeld. Onze KPI-rapportage (Kritische Prestatie Indicatoren) is daarbij leidend, we rapporteren over het behalen van onze doelstellingen volgend uit onze strategische koers. Risico s en beheersmaatregelen worden hierin benoemd indien zij van invloed zijn of kunnen worden op het resultaat en daarmee het realiseren van onze strategie. In onze rapportagemethodiek maken we onderscheid in een maandrapportage en een tertiaalrapportage. De hernieuwde strategische risico-inventarisatie voor 216 heeft niet geleid tot het aanpassen van onze set van KPI s. Uiteraard zijn de aandachtspunten vanuit de risico-inventarisatie met directie en management besproken en hebben aandacht gehad in de maandelijkse KPI-besprekingen. Het bestuur ontvangt de maandrapportage ter informatie en de tertiaalrapportage wordt uitvoerig besproken. Aan de hand van de tertiaalrapportage informeren we tevens de RvC over de realisatie van onze doelstellingen en de eventuele risico s die wij signaleren. 56

58 De belangrijkste tactische risico s: 1. In de vastgoedstrategie neemt ketensamenwerking een belangrijke plaats in. Een risico hierbij is dat de organisatie een verhoogde afhankelijkheid heeft van externe partijen en dat opdrachtgeverschap binnen de keten nieuwe kwaliteiten en expertises vraagt van de organisatie van Wonen Limburg. Om dit risico te verkleinen hebben we de volgende beheersmaatregelen getroffen: in 216 is een budgetoverschrijding ontstaan voor het onderdeel niet planmatig onderhoud buiten de afkoop. Door het tijdelijk niet meer aanbieden van het vraaggestuurd binnenonderhoud zijn we binnen het budget van 216 gebleven voor de totale onderhoudskosten. Begin 217 worden aanvullende afspraken vastgelegd in een aanvullende overeenkomst met de ketenpartners, waarbij we strakker sturen op prijs en de technische noodzaak van de te maken aanpassingen in de woningen. Daarnaast willen we een beweging inzetten om het afkoopbedrag te verhogen en om ons risico te verlagen, behoudens calamiteiten; er is een technisch handboek opgesteld om discussies te voorkomen tussen Wonen Limburg en de ketenpartners. 2. Vanuit wet- en regelgeving zijn processen aan verandering onderhevig. Om dit risico te verkleinen hebben we de volgende beheersmaatregel getroffen: Wonen Limburg is continu bezig met het optimaliseren van haar processen en het minimaliseren van de risico s in die processen. In 216 vonden bijvoorbeeld de volgende projecten/optimalisaties van processen plaats: verhuurderheffing; concreet hebben we voor de komende jaren, ondanks de onzekerheid van het voortbestaan van de verhuurderheffing, deze ingerekend in onze financiële meerjarenplanning. Dit betekent dat Wonen Limburg in 216 en de komende 4 jaren 83 mln. minder ter beschikking heeft om te investeren in woningen en de woonomgeving. grip op inkoop; verhuurproces; vastgoedsturing (leantraject transformatie en ontwikkeling); automatisering personeelsproces. Operationele risico s Iedere medewerker binnen Wonen Limburg is verantwoordelijk voor het signaleren en managen van operationele risico s. Bij de operationele risico s gaat het om de gevaren die samenhangen met de dagelijkse activiteiten bij Wonen Limburg. Om deze gevaren te managen en onderdeel te laten zijn van de sturing en beheersing van Wonen Limburg zijn Kritische Prestatie Indicatoren (KPI s) en processen beschreven. Hierover wordt periodiek aan de RvC gerapporteerd. Aan de inrichting, om in control te zijn op het gebied van operationele risico s, hebben geen wijzigingen ten opzichte van het voorgaande jaar plaatsgevonden, buiten optimalisaties van de processen. Wel hebben wij geconstateerd dat we onvoldoende gebruikmaken van de beheersmaatregelen die in ons primair ERP-systeem aanwezig zijn, de zogenoemde general en application controls. Tevens zien wij ons genoodzaakt om onze processen strakker te organiseren als het gaat om fiscaliteit, aangezien de wetgeving steeds uitgebreider en ingewikkelder wordt. Vanuit de frauderisico-analyse die we jaarlijks actualiseren hebben we geconstateerd dat zich geen fraude-risico s hebben gemanifesteerd in het afgelopen jaar. Het testen op beheersmaatregelen is grotendeels opgenomen in de reguliere audits die we uitvoeren. In 217 voeren we een audit uit op de rest-risico s die geen onderdeel uitmaken van de reguliere audits met betrekking tot frauderisico s. ONTWIKKELINGEN IN HET RISICOMANAGEMENTSYSTEEM Afgelopen jaar zijn wij niet verrast door risico s die zich gemanifesteerd hebben en die wij niet onderkend hadden. Tevens hebben we onze voorgenomen activiteiten binnen de kaders kunnen uitvoeren, desalniettemin wil Wonen Limburg zich continu blijven verbeteren en ontwikkelen en haar prestaties optimaliseren. Essentieel daarvoor is om zicht te hebben op mogelijke risico s die de prestatie kunnen beïnvloeden: in 217 wordt het risicomanagementbeleid geactualiseerd. Een van de belangrijkste punten is om naast de KPI s ook expliciet over de KRI s (Kritische Risico Indicatoren) te rapporteren. Dit gebeurt nu nog impliciet; we gaan onze risico s daar waar mogelijk financieel kwantificeren. Momenteel heeft Wonen Limburg dit inzicht nog niet, echter Wonen Limburg beschikt over een ruim weerstandsvermogen om risico s die zich manifesteren financieel op te vangen. 7. VERANTWOORD BESTUREN 57

59 DE INTERNE CONTROLEFUNCTIE De auditor onderzoekt of de opzet, het bestaan en de werking van processen op het gebied van risicomanagement, beheersing en besturing bijdragen aan de realisatie van de strategische koers en de daarbij behorende doelstellingen. De auditor voert de controles uit aan de hand van een auditplan dat jaarlijks wordt opgesteld en door het bestuur wordt vastgesteld. De bevindingen van de interne controle worden gedetailleerd vastgelegd en worden gebruikt als input ter verbetering van de administratieve organisatie en de interne controle. Tot slot worden de bevindingen besproken met de verantwoordelijke managers, teamleiders en directeuren. Om ervoor te zorgen dat de organisatie zelf meer in control komt, zijn de afgelopen jaren follow-up metingen samen met de organisatie uitgevoerd. Op deze manier ontstaat bij de medewerker, maar ook bij de manager, een groter besef hoe controles moeten worden uitgevoerd en wat hiervan de toegevoegde waarde is. Het uitvoeren van de follow-up metingen samen met de organisatie blijven we voorzetten. Gezien de aandachtspunten op het gebied van juistheid, volledigheid, controleerbaarheid en tijdigheid van de gegevensverwerking binnen het ERP-systeem SAP (beheersmaatregelen) is een start gemaakt met het zelf uitvoeren van de IT-audit. Begin 216 is door EDP-auditors in opleiding een IT-audit uitgevoerd, gericht op SAP en de aanwezige general controls en application controls. Hiermee is vormgegeven aan het IT-controlframework. Door de uitvoering van deze audit is opnieuw gekeken naar in SAP ingebouwde beheersmaatregelen, maar is ook een werkprogramma opgesteld voor de auditor. Met behulp van dit werkprogramma is Wonen Limburg zelf in staat om IT-audits uit te voeren. Hierdoor wordt meer zekerheid verkregen in de huidige en gewenste beheersmaatregelen in en rondom SAP, waarbij waarborging wordt gegeven over de betrouwbaarheid, volledigheid en controleerbaarheid van de informatieverwerking van de belangrijkste processen binnen Wonen Limburg. De uitvoering van IT-audits blijft de komende jaren een aandachtspunt in de uitvoering van het auditprogramma. 7.5 VISITATIE De Raad van Commissarissen en het bestuur gaven in 212 voor het eerst opdracht voor het uitvoeren van een maatschappelijke visitatie. De visitatie betreft een terugblik op de achterliggende vier jaren en is voor ons als organisatie een waardevolle meetlat waaraan wij kunnen toetsen hoe onze ambities en bijbehorende prestaties zich ontwikkeld hebben. In 216 hebben we, conform de Governancecode, wederom een visitatie uit laten voeren. Dit keer door het door de Stichting Visitatie Woningcorporaties (SVWN) geaccrediteerde bureau Cognitum. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de door de SVWN voorgeschreven 5. methodiek en betreft de periode De visitatie houdt in dat een onafhankelijke commissie een geobjectiveerd oordeel geeft over het maatschappelijk presteren van de corporatie. Hiertoe heeft Cognitum de prestaties en de ambities van de afgelopen vier jaar vergeleken met de opgaven in die periode, heeft het de prestaties laten beoordelen door de belanghebbenden en heeft het de prestaties vergeleken met de financiële mogelijkheden ofwel het vermogen van de corporatie. De voorgeschreven methodiek bevat tot slot ook een oordeel over de governance, aangezien de kwaliteit van de besturing en van het interne toezicht belangrijke voorwaarden zijn voor het leveren van duurzame, verankerde maatschappelijke prestaties in de toekomst. Na een gedegen onderzoeksproces, waar ook onze organisatie veel tijd en energie in gestoken heeft, ontvingen wij van Cognitum het visitatierapport. Dit rapport heeft heel inzichtelijk gemaakt waar onze verdere ontwikkelpunten liggen. Het visitatierapport is door het bestuur, de RvC en de Compliance & Risk Officer met Cognitum besproken. Ook de Huurdersraad heeft met belangstelling kennisgenomen van het visitatierapport. De concrete adviezen die Cognitum meegeeft zijn voor ons geen verrassingen, maar wel een welkome bevestiging. De prestaties van Wonen Limburg werden in de visitatie uit 212 beoordeeld op een gemiddelde van 6,9. Tot slot kent Wonen Limburg het Tax Control Framework. In het Tax Control Framework zijn governance en risk & control geïntegreerd, om ervoor te zorgen dat Wonen Limburg optimaal bestuurd en beheerst wordt. De uitvoering hierin is in handen van de fiscale commissie. Deze borgt dat de fiscale risico s geminimaliseerd worden door acties binnen de organisatie weg te zetten en te monitoren. De scores van de huidige visitatie zijn: presteren naar opgaven en ambities: 7,8 presteren volgens belanghebbenden: 7,1 presteren naar vermogen: 8, governance: 7,3 58

60 Een nieuw gemiddelde van ruim een 7,5 en een stijgende lijn om trots op te zijn. De commissie is in het huidige rapport vooral heel positief over onze betrokkenheid bij de mensen die van de volkshuisvesting afhankelijk zijn; die het niet zelfstandig redden. Vanaf 211 is dat de strategische koers die we samen varen, welkom thuis, dus we zijn heel blij dat dat ook is wat de commissie zo overduidelijk in ons DNA terugvond. De commissie heeft de overtuiging dat alle veranderingen die vanaf 211 zijn ingezet van Wonen Limburg een sterkere organisatie hebben gemaakt die mede daardoor haar volkshuisvestelijke taak beter kan invullen. Uit de visitatie blijkt dat ook huurders positieve ontwikkelingen zien en voelen dat de eilandjes langzaamaan ruimte hebben gemaakt voor een eenduidige en transparante organisatie. Dat kan trouwens beter, en ook dat herkennen we. De communicatie met huurders kan zeker nog verbeterd worden. Het jaar 216 is dan ook het jaar waarin we verzwaard hebben ingezet op verbetering van de kwaliteit van communicatie met huurders, zowel vanuit Wonen Limburg als vanuit onze (keten)partners. We leggen sterke focus op meer mensgericht en minder taakgericht werken, optimale samenwerking en professionaliteit. In de vorige rapportage werd aangegeven dat onze belanghebbenden het belangrijk vonden echt betrokken te worden bij het opstellen en invulling geven aan de opgaven. Als gevolg van het opzetten van duidelijk accountmanagement geven belanghebbenden inmiddels aan dat zij beter betrokken worden bij de totstandkoming en realisatie van het beleid. Er is nu meer sprake van een eenduidig proces, inhoud en looptijd van de prestatieafspraken per gemeente. Met zelfkritiek en anticiperend vermogen gaan we de toekomst tegemoet. Het gehele visitatierapport, inclusief de reactie van RvC en bestuur, is gepubliceerd op de websites van zowel SVWN als Wonen Limburg. 7.6 RAAD VAN COMMISSARISSEN DE RAAD HEEFT DRIE FUNCTIES De Raad is toezichthouder, klankbord en werkgever tegelijk. Wie er in 216 in de Raad zaten, leest u in bijlage 2. Voor de Raad is het Strategisch Plan een belangrijk toetsingskader. Hierin staat op welke prioriteiten wij ons richten. En wat de opgaven en activiteiten zijn die wij willen ontplooien. Om zo onze huurders goed, betaalbaar en prettig te laten wonen. En dan hebben we het niet alleen over het huis zelf, maar ook over de woonomgeving. DE RAAD GEEFT AANWIJZINGEN De Raad kijkt of het bestuur zijn taken goed uitvoert. Hij geeft ook aanwijzingen als dat nodig is. De taken en bevoegdheden van het bestuur en de Raad hebben we vastgelegd in een reglement. Dit reglement sluit aan op de richtlijnen van de Governancecode. DE RAAD HOUDT DE FINANCIËN IN DE GATEN De Raad stelt de kaders vast voor investeringen in projecten. Hierbij gaat het om nieuwbouw, herstructurering en renovatie. In het kader van delegatie van bevoegdheden is het bestuur gemandateerd binnen gestelde grenzen. Investeringen hoger dan 1 miljoen die niet zijn opgenomen in de begroting en alle investeringen hoger dan 3 miljoen worden vooraf ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd. De investeringen worden gerapporteerd via de tertiaalrapportages. De Raad toetst of onze inzet maatschappelijk verantwoord is aan de hand van het: Tot slot zien we dat we in het rapport gewaardeerd worden voor onze betrokkenheid en zichtbaarheid voor gemeenten en regio. We hebben ons de laatste jaren gefocust op het vormen van een sterke provinciale organisatie. Tegelijkertijd hebben we ons stevig geprofileerd op lokaal niveau. Daar hebben we een gezonde balans in gevonden. De ontwikkeling die we hebben doorgemaakt in de afgelopen vier jaar gaf ons een nieuwe, krachtige impuls. Een impuls die ervoor zorgt dat we continu in goed doordachte beweging kunnen blijven, meebewegend met de veranderende samenleving, met de wensen en behoeften van onze huurders en met de agenda s van onze belanghebbenden. Hier zijn we trots op en het inspireert ons om samen op deze weg door te gaan. Strategisch Plan; portfolio- en voorraadbeleid; beleid voor beheer en dienstverlening. Een goed financieel beleid is van groot belang om ook in de toekomst het maatschappelijk doel - maatschappelijk rendement - te kunnen realiseren. We moeten voor een lange termijn garanderen dat we genoeg financiële middelen hebben. Daarom hanteert de Raad normen voor het rendement voor de onderscheiden segmenten. Daarbij maakt hij een onderscheid tussen doelgroep en niet-doelgroep (DAEB en niet-daeb) en tussen nieuwbouw en vervanging. 7. VERANTWOORD BESTUREN 59

61 DE RAAD VERGADERT In 216 kwam de Raad negen keer bij elkaar in een van tevoren geplande bijeenkomst. Leden van de Raad spraken twee keer met de Raad van Medezeggenschap. En voerden twee maal overleg met de overkoepelende huurdersorganisatie, de Stichting Huurdersraad Wonen Limburg. DE RAAD HEEFT TWEE COMMISSIES De Raad heeft twee commissies: de Remuneratie- en selectiecommissie en de Auditcommissie. De Remuneratie- en selectiecommissie komt met voorstellen aan de Raad over de (her)benoeming, vergoeding en arbeidsvoorwaarden van bestuurders en commissarissen en voert de functioneringsgesprekken. De ontwikkelingen rondom onder andere de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 214 (WNT-staffel) en de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (WNT2) zijn door de Remuneratie- en selectiecommissie nauwlettend gevolgd. De Remuneratie- en selectiecommissie kwam in 216 één keer bij elkaar. De Auditcommissie rapporteert aan de Raad over haar bevindingen op het gebied van onder meer financiën, treasury en het interne beheerssysteem. De Auditcommissie kwam vier keer bij elkaar in 216. Voor elke vergadering maakt de commissie een agenda en een verslag. De Raad bespreekt het verslag. Als dat nodig is adviseert de Auditcommissie. In 216 boog de Auditcommissie zich onder meer over deze onderwerpen: de tertiaalrapportages; de begroting 217; de jaarrekening, het jaarverslag en het accountantsverslag over 215; de managementletter voor 216 en de follow-up daarvan; het treasuryjaarplan; het Financieel, Investerings- en Treasurystatuut; de ontwikkeling van de derivatenportefeuille. Tot slot evalueerde de Auditcommissie in positieve zin het functioneren van de accountant, waarop door de Raad besloten werd de controlerelatie voor de jaarrekening 217 te continueren. Waarbij wel in het voorgaande jaar afgesproken is dat het controleteam een nieuwe samenstelling krijgt, hetgeen het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden. Beide commissies zijn niet bevoegd om besluiten te nemen. DE RAAD IS DESKUNDIG De omvang, samenstelling en activiteiten van de Raad zijn gekoppeld aan de deskundigheid en achtergrond van de leden. Een (her)benoeming van een lid van de Raad gebeurt op basis van een actuele profielschets. Dit zijn de aandachtsgebieden van elk Raadslid: externe verantwoording: de heer Dijk; huurdersorganisaties: mevrouw Houbiers en de heer Smeets; Raad van Medezeggenschap: mevrouw Doedel en de heer Dijk; financiële bedrijfsvoering: de heer Coppus en mevrouw Koopmans. DE RAAD BESLIST De Raad nam in 216 onder andere een besluit over: het jaarverslag en de jaarrekening 215 van Wonen Limburg inclusief haar deelnemingen; het concept splitsingsplan DAEB/niet-DAEB; het Financieel Reglement; de kadernota 217; de begroting 217; de nieuwbouw, transformatie en aankoop van bestaand bezit, voor zover dit niet is gemandateerd aan het bestuur; de herwaardering van projecten; het portfoliobeleid; het Verbindingenstatuut; het Treasurystatuut; het Investeringsstatuut; de statuten van Stichting Wonen Limburg. Daarnaast had de Raad aparte aandacht voor: het treasury-jaarplan, inclusief de daarin opgenomen derivatenportefeuille. De Raad stelde vast dat een en ander past in het daarvoor binnen Wonen Limburg geformuleerde financierings- en renterisicobeleid; het opstarten van de werving en selectie van een nieuwe voorzitter van de Raad en een nieuw regulier lid van de Raad. 6

62 DE RAAD KRIJGT INFORMATIE De Raad is afhankelijk van goede en betrouwbare informatie om te kunnen functioneren. De Raad krijgt veel informatie van het bestuur en de externe accountant. Daarnaast zijn ook de volgende organisaties en gremia belangrijke bronnen van informatie voor de Raad: de Autoriteit Woningcorporaties (AW); het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK); de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties (VTW); de Woonbond; gemeenten; huurdersorganisaties; de Raad van Medezeggenschap; de medewerkers en het management van Wonen Limburg; de pers. algemeen beeld functioneren Raad van Commissarissen en bestuur; samenstelling Raad van Commissarissen; rolvervulling Raad van Commissarissen; Raad van Commissarissenvergaderingen, inclusief voorbereiding, informatievoorziening en inhoud; Remuneratie- en selectiecommissie; samenwerking met het bestuur; relatie Raad van Commissarissen en andere betrokkenen (Huurdersraad, Raad van Medezeggenschap); aandacht voor relevante strategische vraagstukken en risico s; ontwikkeling Raad van Commissarissen: training en opleidingen; het intern functioneren van de Raad van Commissarissen; het functioneren van de voorzitter van de Raad van Commissarissen. De Raad heeft speciale aandacht voor informatie op het gebied van: financiën; de werkorganisatie en de inrichting van de ICT; de volkshuisvesting; de maatschappij. DE RAAD GEEFT OPDRACHT VOOR EEN PERIODIEKE VISITATIE De Raad en het bestuur gaven in 212 opdracht voor het uitvoeren van een maatschappelijke visitatie op basis van de in de Stichting Visitatie Woningcorporaties ondergebrachte 4. methodiek. De Governancecode schrijft voor dat een corporatie eens in de vier jaar een visitatie uitvoert. Het betreft een terugblik op de achterliggende vier jaren. Dit betekent dat Wonen Limburg in 216 weer een visitatie heeft laten uitvoeren. Voor de resultaten van de visitatie verwijzen we naar paragraaf 7.5. ONZE RAAD FUNCTIONEERT ZO De Raad beoordeelt zichzelf In december 216 vond de zelfevaluatie van de Raad plaats onder begeleiding van Strategic Management Centre. Ter voorbereiding van de zelfevaluatie zijn individuele gesprekken gevoerd met de voorzitter en de vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen en de leden van het bestuur. Op basis van deze gesprekken is een aantal thema s vastgesteld die in de zelfevaluatie zijn besproken: Naast deze zelfevaluatie is er nadrukkelijk aandacht voor bijvoorbeeld mogelijke samenloop van belangen ten aanzien van de individuele commissarissen en het bestuur. De Raad vindt dat de leden ten opzichte van elkaar en het bestuur onafhankelijk moeten zijn. En dat besluiten onafhankelijk tot stand moeten komen volgens de criteria van de Governancecode. De Raad is van mening dat er bij zijn leden, noch bij het bestuur, in 216 sprake was van samenlopende belangen. Tot slot geldt binnen de Raad de afspraak dat de leden het aan de hele Raad laten weten als ze een nieuwe nevenfunctie willen vervullen. De Raad bekijkt dan of de nevenfunctie niet leidt tot belangenverstrengeling. In 216 waren er zowel bij de Raad als bij het bestuur geen tegenstrijdige belangen. Een overzicht van de nevenfuncties is opgenomen in bijlage 3. De Raad ontwikkelt zich De leden van de Raad willen zich ontwikkelen voor een goede uitvoering van hun taak. Zij zien hun toezichthouderschap als een vak, waarvoor ze zich regelmatig bijscholen om effectief te zijn en te blijven. Zowel in de praktijk van good governance als in de ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting in het algemeen en de volkshuisvestelijke opgave van hun corporatie in het bijzonder. Hierbij gaat het om het geheel van vakkennis, beroepsvaardigheden en houding en gedrag die nodig zijn om de verantwoordelijkheden en taken als interne toezichthouder effectief te kunnen uitvoeren. 7. VERANTWOORD BESTUREN 61

63 Het permanente educatiesysteem, waarmee de Algemene Ledenvergadering van de VTW op 18 november 214 heeft ingestemd, kan in dat opzicht dan ook worden gezien als een formalisering van het feit dat VTW-leden hun eigen permanente educatie als corporatiecommissaris en die van hun Raad serieus nemen. De leden van de Raad dragen en nemen zelf de verantwoordelijkheid om op een goede manier invulling te geven aan hun eigen permanente educatie. Bij het bepalen van wenselijke permanente educatie-activiteiten kunnen de competenties en aandachtsgebieden die de VTW heeft benoemd mogelijk een richtsnoer zijn. Deze zijn ook opgenomen in de nieuwe Woningwet 215/Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting. DE RAAD IS WERKGEVER De Raad beoordeelde het functioneren van de bestuurders over 216. In de door de Remuneratie- en selectiecommissie gevoerde gesprekken zijn de resultaatgebieden van de individuele bestuurders uitvoerig besproken. Dit resulteerde in een positieve beoordeling van het functioneren van de bestuurders. Tevens is gesproken over de toekomstige verwachtingen. De Remuneratie- en selectiecommissie heeft de wet- en regelgeving omtrent het beloningsbeleid van topfunctionarissen in de corporatiesector op de voet gevolgd. De honorering van beide bestuurders past binnen de geldende wet- en regelgeving. Ook de komende jaren houden wij ons aan de geldende regels. Het permanente educatiesysteem is zelfgestuurd en kent een grote keuzevrijheid maar is niet vrijblijvend. Het is van belang dat alle aangesloten leden voldoen aan de uitgangspunten die door de Algemene Ledenvergadering van de VTW zijn geaccordeerd. OPBOUW VAN DE BELONING HUIDIGE BESTUURDERS COMPONENTEN 216 (G. Peeters) 216 (W. Hazeu) Bruto loon Pensioenafdracht (voorzieningen betaalbaar op termijn) In het jaar 216 werden onder andere de volgende educaties door de leden van de Raad gevolgd: Masterclass huurbeleid en betaalbaarheid en de rol van de RvC; Masterclass Woningwet; Corporatietoezicht en het nieuwe financiële besturen; Masterclass het nieuwe gezag van huurders en hun organisaties; Masterclass effectieve communicatie in de boardroom; Masterclass zorgvastgoed; Masterclass financiële sturing; Training Aedes benchmark voor woningcorporaties: het bestuurlijk perspectief; Masterclass Governance & Financiën, van reactiviteit naar pro-activiteit in de Raad. BEHAALDE PE-PUNTEN IN 216 G.C.P. Dijk H. Doedel J.T. Coppus T.J. Houbiers P.H.M. Smeets I.M. Koopmans TOTAAL DE RAAD KRIJGT EEN VERGOEDING Alle leden van de Raad kregen in 216 een vaste vergoeding volgens de geldende VTW-honoreringscode. In bijlage 2 leest u welke vergoeding voor iedere commissaris over het jaar 216 van toepassing was. DE RAAD HEEFT SPECIALE AANDACHT VOOR onze maatschappelijke verantwoordelijkheid; de huisvesting van statushouders; de gevolgen van de verhuurderheffing; de markt voor huurders net boven de inkomensgrens. ONZE WAARDERING De Raad stelt de inzet en de bijdrage die de medewerkers van Wonen Limburg hebben geleverd aan de behaalde resultaten zeer op prijs en namens alle commissarissen spreken wij daarvoor een woord van dank uit. De Raad van Commissarissen van Wonen Limburg

64 8. JAARREKENING BALANS PER 31 DECEMBER 216 (VOOR RESULTAATBESTEMMING) (x 1.,-) ACTIVA VASTE ACTIVA 1 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 1.1 Computersoftware MATERIËLE VASTE ACTIVA 2.1 Warmtemeters 2.2 DAEB vastgoed in exploitatie 2.3 niet-daeb vastgoed in exploitatie 2.4 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2.5 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.6 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie FINANCIËLE VASTE ACTIVA 3.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen 3.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen 3.3 Andere deelnemingen 3.4 Latente belastingvorderingen 3.5 Leningen u/g 3.6 Overige vorderingen SOM DER VASTE ACTIVA JAARREKENING

65 (x 1.,-) VLOTTENDE ACTIVA VOORRADEN 4.1 Vastgoed bestemd voor verkoop 4.2 Grondposities bestemd voor verkoop ONDERHANDEN PROJECTEN VORDERINGEN 6.1 Huurdebiteuren 6.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen 6.3 Overige vorderingen 6.4 Overlopende activa LIQUIDE MIDDELEN SOM DER VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA

66 (x 1.,-) PASSIVA EIGEN VERMOGEN Overige reserves Herwaarderingsreserve Resultaat boekjaar VOORZIENINGEN 9.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 9.2 Overige voorzieningen LANGLOPENDE SCHULDEN 1.1 Schulden/leningen kredietinstellingen en overheid 1.2 Verplichtingen uit hoofde van extendible leningen 1.3 Schulden aan groepsmaatschappijen 1.4 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden KORTLOPENDE SCHULDEN 11.1 Schulden aan kredietinstellingen 11.2 Schulden aan leveranciers 11.3 Schulden aan groepsmaatschappijen 11.4 Belastingen en premies sociale verzekering 11.5 Overige schulden 11.6 Overlopende passiva TOTAAL JAARREKENING

67 8.2 WINST-EN-VERLIESREKENING OVER 216 (x 1.,-) JAARREKENING 216 JAARREKENING 215 Exploitatie vastgoedportefeuille 12 Huuropbrengsten 13 Opbrengsten servicecontracten 14 Lasten servicecontracten 15 Overheidsbijdragen 16 Lasten verhuur- en beheeractiviteiten 17 Lasten onderhoudsactiviteiten 18 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit Omzet verkocht vastgoed in ontwikkeling Gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille 2 Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 21 Toegerekende organisatiekosten verkoop 22 Marktwaarde verkochte vastgoedportefeuille Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 23 Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille 24 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 25 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarde 26 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop Netto resultaat overige activiteiten 27 Opbrengsten overige activiteiten 28 Kosten overige activiteiten Overige organisatiekosten Leefbaarheid Financiële baten en lasten 31 Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van verplichtingen 32 Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 33 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 34 Rentelasten en soortgelijke kosten RESULTAAT VOOR BELASTINGEN Belastingen 36 Resultaat deelnemingen RESULTAAT NA BELASTINGEN

68 8.3 KASSTROOMOVERZICHT (DIRECTE METHODE) (x 1.,-) Ingaande kasstromen Huren Vergoedingen Overheidsontvangsten Overige bedrijfsontvangsten Renteontvangsten Uitgaande kasstromen Erfpacht Personeelsuitgaven Onderhoudsuitgaven Overige bedrijfsuitgaven Renteuitgaven Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat Verhuurderheffing Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden Vennootschapsbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Verkoopontvangsten bestaande huur, woon- en niet-woongelegenheden Verkoopontvangsten nieuwbouw, woon- en niet-woongelegenheden Verkoopontvangsten grond Tussentelling ingaande kasstroom materiële vaste activa Nieuwbouw huur, woon- en niet-woongelegenheden Woningverbetering, woon- en niet-woongelegenheden Aankoop, woon- en niet-woongelegenheden Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop Aankoop pand Investeringen overig Externe kosten bij verkoop Tussentelling materiële vaste activa uitgaande kasstroom SALDO IN- EN UITGAANDE KASSTROOM MATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING

69 (x 1.,-) Financiële vaste activa Ontvangsten verbindingen Ontvangsten overig Uitgaven verbindingen Uitgaven overig Saldo in- en uitgaande kasstroom financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroomoverzicht financieringsactiviteiten Ingaand: nieuwe leningen Uitgaand: aflossing leningen Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen 4.2 Wijziging kortgeldmutaties LIQUIDE MIDDELEN PER 1-1 LIQUIDE MIDDELEN PER

70 8.4 TOELICHTING FUNCTIONELE INDELING WINST-EN-VERLIESREKENING ALGEMEEN Wonen Limburg is een stichting met de status van 'toegelaten instelling volkshuisvesting'. De statutaire vestigingsplaats is Roermond. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen voor de sociale huursector. Zij heeft specifieke toelating in de regio. Het KvK-nummer van Wonen Limburg is GROEPSVERHOUDINGEN Stichting Wonen Limburg staat aan het hoofd van de groep die bestaat uit: Algemeen Met ingang van 1 juli 215 is de nieuwe Woningwet van kracht voor toegelaten instellingen. Hierin is opgenomen dat toegelaten instellingen met ingang van boekjaar 216 de winst-en-verliesrekening conform het functionele model moeten presenteren. Voorheen werd de winst-en-verliesrekening conform de categoriale indeling gepresenteerd. De wijziging van de grondslag is in de jaarrekening 216 verwerkt conform RJ 14 "Stelselwijzigingen" volgens de retrospectieve methode. Dit betekent dat de vergelijkende cijfers zijn gepresenteerd conform de nieuwe grondslag. Wonen Limburg Beleggingen BV; Wonen Limburg Holding BV; Warmtelevering Wonen Limburg BV; Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV; Wonen Limburg Projectontwikkeling BV; Wonen Limburg Participaties BV. De bestuurlijke verbinding met Woningstichting Weert en Stichting Kantex is per beëindigd als gevolg van fusie door beide verbindingen met Stichting Wonen Limburg. Op grond van art. 2:46, lid 1 BW rust op het groepshoofd, Stichting Wonen Limburg, een consolidatieplicht. Aangezien de gezamenlijke betekenis van de dochtermaatschappijen en de bestuurlijke verbindingen in financiële zin ultimo 216 slechts zeer beperkt van invloed is op het inzicht dat de jaarrekening dient te geven in het vermogen en resultaat, maakt Stichting Wonen Limburg gebruik van de consolidatievrijstelling op grond van art.2:47 lid 1 sub a BW. De dochtermaatschappijen hebben geen personeel in dienst, hebben slechts geringe activiteiten in het verslagjaar en het financieel belang van zowel het balanstotaal, het resultaat als de onderliggende individuele posten is in verhouding tot het geheel te verwaarlozen. Impact op vermogen en resultaat De presentatie van de winst-en-verliesrekening conform het functionele model heeft geen impact op het vermogen en resultaat. SCHATTINGSWIJZIGINGEN Indien sprake is van schattingswijzigingen wordt verwezen naar RJ 145 Schattingswijzigingen. In het boekjaar 216 hebben diverse schattingswijzigingen plaatsgevonden. Deze wijzigingen hebben onder andere plaatsgevonden in de bepaling van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa in exploitatie en de belastinglatenties. Het effect van deze schattingswijzigingen is verwerkt in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de schattingswijziging plaatsvindt, alsmede toekomstige perioden, indien de wijziging van invloed is op de huidige en toekomstige perioden. Het effect van de schattingswijzigingen is opgenomen in hetzelfde onderdeel van de winst-en-verliesrekening als waarin de oorspronkelijke schatting is verwerkt. Dit dient om de (volgtijdelijke) jaarrekeningen vergelijkbaar te houden. Marktwaarde Met ingang van 1 juli 215 is de nieuwe Woningwet van kracht voor toegelaten instellingen. Hierin is opgenomen dat toegelaten instellingen met ingang van het boekjaar 216 het vastgoed in exploitatie tegen de reële waarde, zijnde de marktwaarde in verhuurde staat, moeten waarderen conform het door de Minister voorgeschreven waarderingshandboek. Wonen Limburg past de full-versie van het waarderingshandboek toe. Voorheen werd het vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen actuele waarde conform RJ 213. Een verdere uiteenzetting van de nieuwe grondslag voor de waardering van het vastgoed in exploitatie wordt gegeven onder de grondslagen voor materiële vaste activa. De wijziging van de grondslag is in de jaarrekening 216 verwerkt conform 8. JAARREKENING

71 RJ 145 Schattingswijzigingen volgens de prospectieve methode. Dit betekent dat de impact van de schattingswijziging in 216 is verwerkt. De vergelijkende cijfers zijn niet aangepast. Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslaggevingsstandaarden. In het bijzonder is dit van toepassing op de bepaling van de marktwaarde van het vastgoed in exploitatie. De waardebepaling van het vastgoed is geen exacte wetenschap en tevens betreft dit de grootste schattingspost waar het bestuur een inschatting over moet maken voor de jaarrekening van Stichting Wonen Limburg. De marktwaarde is als volgt te definiëren: Marktwaarde is het geschatte bedrag waartegen vastgoed tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper na behoorlijke marketing in een zakelijke transactie zou worden overgedragen op de peildatum, waarbij partijen met kennis van zaken, prudent en zonder dwang zouden hebben gehandeld. Voor de waardering in de jaarrekening wordt de marktwaarde in verhuurde staat gehanteerd. Om een inschatting van de marktwaarde te maken wordt gebruikt gemaakt van taxaties. De vraag is wat de nauwkeurigheid van deze taxaties is of binnen welke bandbreedte de opdrachtgever het waardeoordeel mag verwachten. Uitgaande van de gegeven definitie van de marktwaarde en de aan de taxateur opgelegde norm op het gebied van kennis en uitvoering wordt in de markt de nauwkeurigheid van de waardering geacht te liggen binnen een bandbreedte van 1 procent plus en min de waarde. Uit marktonderzoek waarbij de verkoopprijs van verkochte objecten wordt vergeleken met de meest recente taxatie (onderzoek IPD en RICS) blijkt een gemiddeld verschil van 9 procent tussen de getaxeerde waarde en de opbrengstwaarde. 8.5 GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA REGELGEVING De jaarrekening van Wonen Limburg is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit Toegelaten instellingen Volkshuisvesting (BTiV). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. VERGELIJKING MET VORIG JAAR De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelselwijzigingen. 1 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 1.1 COMPUTERSOFTWARE Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten van Wonen Limburg worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma s en uitgaven voor onderzoek worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. 7

72 2 MATERIËLE VASTE ACTIVA 2.1 WARMTEMETERS Dit betreft warmtemeters waarvan de afschrijvingskosten worden doorbelast aan huurders. Deze warmtemeters worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. 2.2/2.3 DAEB- EN NIET-DAEB VASTGOED IN EXPLOITATIE DAEB vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Ultimo 216 bedraagt deze grens 71,68 (215: 71,68). Het niet-daeb vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens en commercieel vastgoed. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 29 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Grondslag waardering tegen actuele waarde gebaseerd op marktwaarde Het DAEB- en niet-daeb vastgoed in exploitatie wordt bij eerste verwerking gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten. Na eerste verwerking wordt het vastgoed in exploitatie gewaardeerd op basis van actuele waarde. Op grond van artikel 31 van het Besluit Toegelaten instellingen Volkshuisvesting 215 vindt de waardering plaats tegen de marktwaarde. Het Besluit actuele waarde is niet van toepassing. Op grond van artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 215 vindt de waardering tegen marktwaarde plaats overeenkomstig de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 215 ('Handboek modelmatig waarderen marktwaarde'). Bij het toepassen van het 'Handboek modelmatig waarderen marktwaarde' wordt de full-versie gehanteerd. Voor een verdere toelichting op de toepassing van het waarderingshandboek wordt verwezen naar de toelichting op de balans. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de marktwaarde van het vastgoed in exploitatie, worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten laste van de overige reserves, een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve wordt gevormd voor het verschil tussen de boekwaarde op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de marktwaarde van het vastgoed in exploitatie waar de reserve betrekking op heeft. 2.4 ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN Wonen Limburg heeft woningen verkocht onder voorwaarden waarbij de koper een contractueel bepaalde korting op de reële marktwaarde heeft verkregen. Wonen Limburg heeft de acties om woningen te verkopen onder voorwaarden beëindigd waarbij lopende contractuele afspraken worden gerespecteerd. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie worden gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op de marktwaarde. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die we als gerealiseerde verkoop kwalificeren, worden gewaardeerd op actuele waarde zijnde de marktwaarde. 2.5 VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR EIGEN EXPLOITATIE Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie zijnde een vastgoedbelegging. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsprijs bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering en toegerekende rente tijdens de bouw, onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. De bijzondere waardevermindering wordt bepaald door het verschil tussen de realiseerbare waarde (taxatiewaarde van het object of DCF van exploitatiekasstromen) en de stichtingskosten. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, worden de onroerende zaken op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs, bijkomende kosten en indien van toepassing verminderd met 8. JAARREKENING

73 bijzondere waardeverminderingen. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. 2.6 ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie (eigen gebruik) worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervangingsprijs inclusief direct toegerekende kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. 3.2 VORDERINGEN OP GROEPSMAATSCHAPPIJEN De vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Vervolgens vindt waardering plaats tegen de geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met eventuele bijzondere waardeverminderingen. 3.3 ANDERE DEELNEMINGEN Andere deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs en indien van toepassing onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen. Afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-en-verliesrekening. 3 FINANCIËLE VASTE ACTIVA 3.1 DEELNEMINGEN IN GROEPSMAATSCHAPPIJEN Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde). Wanneer 2% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt ervan uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer Stichting Wonen Limburg geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering. 3.4 LATENTE BELASTINGVORDERINGEN Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen geldende vennootschapsbelastingtarieven en wordt contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. De actieve latentie voor verkoop bestemd bezit heeft betrekking op de verschillen tussen de commerciële waarde van de vaste activa in exploitatie en de fiscale waarde per ultimo boekjaar. De actieve latentie is gebaseerd op het geldend vennootschapsbelastingtarief en wordt contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. 72

74 De actieve belastinglatentie voor leningen heeft betrekking op het verschil tussen de commerciële waardering van de leningenportefeuille (nominale waarde) en de fiscale waardering (marktwaarde). Als gevolg van de lagere fiscale waardering ontstaat er fiscaal een disagio dat naar rato van de looptijd van de leningen ten laste van de fiscale winst wordt gebracht. De actieve belastinglatentie is gebaseerd op het geldend vennootschapsbelastingtarief en wordt contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. De actieve belastinglatentie voor verplichtingen uit hoofde van extendible leningen heeft betrekking op het verschil tussen de commerciële en fiscale waardering. Deze verplichting wordt commercieel verantwoord, terwijl deze fiscaal niet wordt opgenomen. Hierdoor ontstaat een tijdelijk verrekenbaar verschil. De actieve belastinglatentie is gebaseerd op het geldend vennootschapsbelastingtarief en wordt nominaal opgenomen. Aangezien geen inschatting is te maken van de levensduur van deze verplichting, is er voor gekozen om deze latentie niet op contante waarde te waarderen. De actieve belastinglatentie voor het fiscaal afschrijvingspotentieel heeft betrekking op het verschil tussen de commerciële en fiscale waardering van het vastgoed in exploitatie. Op het vastgoed in exploitatie wordt commercieel niet meer afgeschreven maar fiscaal wel. Dit leidt tot een tijdelijk verrekenbaar verschil, waarvoor in het boekjaar 216 een latentie is gevormd. De actieve belastinglatentie is gebaseerd op het geldend vennootschapsbelastingtarief en wordt contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. Latente belastingvorderingen worden opgenomen onder de financiële vaste activa, latente belastingverplichtingen worden opgenomen onder de voorzieningen. 3.5 LENINGEN U/G De leningen u/g worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering. 3.6 OVERIGE VORDERINGEN De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. De waardeverandering van de kortingsregeling 'Kopen dichterbij' maakt onderdeel uit van de reële waarde. BIJZONDERE WAARDEVERANDERINGEN FINANCIËLE VASTE ACTIVA Ook voor financiële vaste activa, waaronder financiële instrumenten, beoordeelt Wonen Limburg op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Wonen Limburg de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de winst-en-verliesrekening. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt. 4 VOORRADEN 4.1 VASTGOED BESTEMD VOOR VERKOOP Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht) die niet meer in exploitatie zijn en zijn aangewezen voor verkoop. Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs dan wel vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. 8. JAARREKENING

75 De verkrijgingsprijs wordt bepaald op basis van de marktwaarde op het moment dat het vastgoed uit exploitatie wordt genomen. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. 4.2 GRONDPOSITIES BESTEMD VOOR VERKOOP De grondposities beschikbaar voor verkoop worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs danwel de lagere opbrengstwaarde indien de bestemming van deze grond dat rechtvaardigt. 5 ONDERHANDEN PROJECTEN De onderhanden projecten (nieuwbouw verkoop) waarderen we tegen de vervaardigingsprijs. Deze prijs verminderen we met verliezen op de balansdatum die we al kunnen voorzien. De vervaardigingsprijs omvat de betaalde bouwtermijnen en de overige kosten die we rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen toerekenen. De al gefactureerde termijnen brengen we in mindering op de onderhanden projecten. 6 VORDERINGEN De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. 7 LIQUIDE MIDDELEN De liquide middelen bestaan uit kasgeld, banktegoeden en direct opeisbare deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. 8 EIGEN VERMOGEN Herwaarderingsreserve Er wordt een herwaarderingsreserve gevormd voor waardevermeerderingen van activa waarvan waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen en waarvoor geen frequente marktnoteringen bestaan. Het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve wordt ten gunste van de overige reserves gebracht. 9 VOORZIENINGEN Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichting vergoedt en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Met verplichtingen van samenwerkingscombinaties in de vorm van een vennootschap onder firma wordt, als gevolg van de hoofdelijke aansprakelijkheid, slechts rekening gehouden indien en voor zover de financiële positie van één of meerdere partners daartoe aanleiding geeft. 9.1 VOORZIENING ONRENDABELE INVESTERINGEN EN HERSTRUCTURERINGEN Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeveranderingen in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen marktwaarde. 74

76 9.2 OVERIGE VOORZIENINGEN De overige voorzieningen worden opgenomen tegen de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Deze uitgaven zijn gewaardeerd tegen nominale waarde tenzij hieronder anders is aangegeven. Wonen Limburg onderkent de volgende overige voorzieningen: Loopbaanontwikkelingsbudget Op grond van de CAO-bepalingen heeft een werknemer die op 1 januari 21 in dienst is recht op een loopbaanontwikkelingsbudget van maximaal 4.5 afhankelijk van dienstverband en arbeidsduur, voor de periode 1 januari 21 tot en met 31 december 216. De hoogte van de voorziening is gesteld op 6% van het toegekende budget aan werknemers jonger dan 55 jaar minus de daadwerkelijk opgenomen bedragen. Voorziening uitgestelde beloningen Met ingang van 27 is het vormen van een voorziening van uitgestelde beloningen verplicht. In deze voorziening zijn de in de toekomst te verwachten uit te keren jubileumuitkeringen opgenomen. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op grond van CAO-bepalingen. De voorziening is contant gemaakt tegen,5%. Voorziening pensioenen Wonen Limburg heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. Wonen Limburg heeft voor al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling). De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 216 is de beleidsdekkingsgraad (gemiddelde over de laatste 12 maanden) van het pensioenfonds 14%. De vereiste dekkingsgraad lag in 215 op gemiddeld 125%. Het fonds had een reservetekort. Hiervoor heeft het SPW een herstelplan ingediend bij de toezichthouder waarmee werd aangetoond dat SPW binnen de geldende termijn uit het reservetekort kan komen. Wonen Limburg heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij SPW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door Wonen Limburg. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Overheidsheffingen De overheidsheffingen worden verantwoord in de periode waarop deze betrekking hebben. Er wordt geen voorziening getroffen. 1 LANGLOPENDE SCHULDEN 1.1 LENINGEN De aangetrokken leningen van overheid en kredietinstellingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met aflossingen op basis van het annuïteiten-, lineaire-, fixe- dan wel dynamische kostprijssysteem. Het kortlopende deel van de langlopende leningen, de aflossingsverplichting voor de komende 12 maanden, is opgenomen onder de kortlopende schulden. 1.2 VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN EXTENDIBLE LENINGEN De verplichtingen uit hoofde van de extendible leningen hebben betrekking op het derivaatdeel van deze leningen. De verplichting, waarvoor geen kostprijs hedge-accounting mag worden toegepast, wordt gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de marktwaarde, voor zover deze marktwaarde negatief is. Mutaties worden in de resultatenrekening verwerkt. 1.3 SCHULDEN AAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN De schulden aan groepsmaatschappijen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk kan zijn aan de nominale waarde. 8. JAARREKENING

77 1.4 VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN In het kader van de woningen verkocht onder voorwaarden heeft Wonen Limburg een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. 11 KORTLOPENDE SCHULDEN De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk kan zijn aan de nominale waarde. 8.6 GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT ALGEMEEN Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin deze zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa en afgeleide financiële instrumenten. Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico's met betrekking tot het eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. BEDRIJFSOPBRENGSTEN 12 HUUROPBRENGSTEN Hier worden de huuropbrengsten opgenomen die uit de exploitatie van het vastgoed worden gegenereerd. Dit zijn zowel de huuropbrengsten uit de exploitatie van het DAEB vastgoed als het niet-daeb vastgoed. De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. In 214 stelde de minister een inkomensafhankelijke huurverhoging voor. Wonen Limburg heeft hier in 216 gedeeltelijk gebruik van gemaakt en hanteerde voor het DAEB bezit een huurverhoging van 1% voor inkomens tot en 4,% voor inkomens boven de De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. Voor het niet-daeb bezit is een andere methodiek gehanteerd. Woningen met een huur van tot 5 onder de markthuur kregen 1% huurverhoging en woningen met een huur meer dan 5, onder de markthuur kregen een huurverhoging van 4,5% OPBRENGSTEN EN LASTEN SERVICECONTRACTEN Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. 15 OVERHEIDSBIJDRAGEN Onder deze post worden bijdragen of subsidies verantwoord van (lokale) overheden. 16 LASTEN VERHUUR EN BEHEERACTIVITEITEN Hier worden de directe en indirecte kosten verantwoord die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten. Hierbij kan worden gedacht aan: lonen en salarissen voor personeel dat primair bezig is met de exploitatie van het vastgoed, verhuurderheffing, huisvestingskosten. De systematiek van toerekening is toegelicht onder "37. Toerekening baten en lasten". 76

78 17 LASTEN ONDERHOUDSACTIVITEITEN Aan deze post worden de lasten toegerekend die betrekking hebben op de onderhoudslasten. Dit betreffen naast onderhoudslasten ook personeelslasten en overige bedrijfslasten. De systematiek van toerekening is toegelicht onder "37. Toerekening baten en lasten". Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 18 OVERIGE DIRECTE OPERATIONELE LASTEN EXPLOITATIE BEZIT Aan deze post worden de directe lasten met betrekking tot de exploitatie van het bezit toegerekend die geen betrekking hebben op de verhuur- en beheeractiviteiten of onderhoudsactiviteiten. Gedacht kan worden aan: belastingen en verzekeringen. De systematiek van toerekening is toegelicht onder "37. Toerekening baten en lasten". 19 NETTORESULTAAT VERKOCHT VASTGOED IN ONTWIKKELING De post nettoresultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de vervaardigingsprijs van projecten voor derden en de toegerekende organisatie- en financieringskosten. Opbrengsten worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. Mogelijke verliezen op nieuwbouwprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn NETTO GEREALISEERD RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE De post netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde van het bestaand bezit en de toegerekende organisatiekosten. Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE 23 OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. 24 NIET GEREALISEERDE WAARDE VERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille in het verslagjaar. 25 NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN In deze post worden de ongerealiseerde waardeveranderingen van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden verantwoord die zijn ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden in het verslagjaar. 26 NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE BESTEMD VOOR VERKOOP In deze post worden de ongerealiseerde waardeveranderingen verantwoord van de vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop die zijn ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop in het verslagjaar OPBRENGSTEN EN KOSTEN OVERIGE ACTIVITEITEN Hieronder worden onder andere de vergoedingen voor algemeen beheer en administratie, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord. 29 OVERIGE ORGANISATIEKOSTEN Dit betreffen de kosten die niet aan reguliere bedrijfsactiviteiten toegerekend kunnen worden middels de systematiek toegelicht in "37. Toerekening baten en lasten". 8. JAARREKENING

79 3 LEEFBAARHEID Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen en activiteiten die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 31 WAARDEVERANDERINGEN VAN FINANCIËLE VASTE ACTIVA EN VAN VERPLICHTINGEN Hieronder zijn de waardeveranderingen van de leningen u/g opgenomen, alsmede de mutaties in de verplichtingen uit hoofde van de extendible leningen. 32 OPBRENGSTEN VAN VORDERINGEN DIE TOT DE VASTE ACTIVA BEHOREN Hieronder worden verantwoord: de ontvangen rente van langlopend uitgezette gelden; de bijgeschreven rente op langlopend belegde geldmiddelen ANDERE RENTEBATEN EN LASTEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN EN KOSTEN Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aannemelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. 35 BELASTINGEN De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Vanaf 1 januari 28 is Wonen Limburg integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. Per 1 december 216 loopt de tussen woningcorporaties en de Belastingdienst gesloten vaststellingsovereenkomst (VSO2) af. Met dien verstande dat de overeenkomst stilzwijgend met 1 jaar wordt verlengd, indien deze niet vóór 1 december is opgezegd. Wonen Limburg heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 2 de fiscale positie ultimo 216 en het fiscale resultaat 216 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. 36 RESULTAAT DEELNEMINGEN Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt opgenomen het aan de woningcorporatie toekomende aandeel in het resultaat van deze deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij Stichting Wonen Limburg geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Bij deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, wordt het dividend als resultaat aangemerkt. Verwerking hiervan vindt plaats onder de financiële baten en lasten. 37 TOEREKENING BATEN EN LASTEN Om tot de functionele indeling van de winst-en-verliesrekening te komen wordt gebruik gemaakt van een kostenverdeelstaat. Hierbij worden de personeelslasten verdeeld op basis van de werkelijke activiteiten van werknemers. De overige bedrijfskosten worden verdeeld door een verdeelsleutel te hanteren op basis van het aantal fte's. 78

80 8.7 GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Het kasstroomoverzicht wordt ingedeeld in drie verschillende activiteitencategorieën: kasstromen uit operationele activiteiten; kasstromen uit investeringsactiviteiten en; kasstromen uit financieringsactiviteiten. Voor een goed inzicht worden de bruto kasstromen opgenomen. Dit houdt in dat de ontvangsten en uitgaven afzonderlijk worden vermeld en dus niet worden gesaldeerd. Deze worden per groep van transacties en gebeurtenissen afzonderlijk weergegeven. 8.8 TOELICHTING OP DE BALANS (x 1.,-) VASTE ACTIVA IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 1.1 Computersoftware Het verloop van deze post is als volgt: Boekwaarde per 1 januari Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Mutaties Investeringen Overboekingen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Afschrijvingspercentage 2% 2% 8. JAARREKENING

81 (x 1.,-) VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA 2.1 Warmtemeters DAEB vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen in exploitatie Onroerende goederen niet zijnde woningen niet-daeb vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen in exploitatie Onroerende goederen niet zijnde woningen Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Eigen huurwoningen* Stand per 1 januari Woningen teruggekocht onder voorwaarden Woningen verkocht onder voorwaarden Mutatie herwaardering Stand per 31 december Slimmer Kopen** Stand per 1 januari Woningen teruggekocht onder voorwaarden Woningen verkocht onder voorwaarden Mutatie herwaardering Stand per 31 december Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie * Ultimo boekjaar heeft Wonen Limburg 5 woningen verkocht onder voorwaarden (per ultimo woningen). Indien deze woningen aan Wonen Limburg te koop worden aangeboden, heeft zij hiertoe een terugkoopplicht tot maximaal de koopprijs die voor de betreffende woning is betaald. De terugkoopplicht met betrekking tot deze woningen staat op de balans verantwoord onder het lang vreemd vermogen 'verplichting onroerende zaken verkocht onder voorwaarden'. ** Ultimo boekjaar zijn in totaal 58 woningen verkocht onder het principe 'Slimmer Kopen' (per ultimo woningen). Hier geldt een terugkooprecht en zijn kortingen verleend met een bandbreedte tussen 1% en 3% van de marktwaarde. Wonen Limburg heeft het voornemen deze woningen terug te kopen. Het terugkooprecht met betrekking tot deze woningen staat op de balans verantwoord onder het lang vreemd vermogen 'verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden'. 8

82 (x 1.,-) Het verloop van de posten vastgoed is als volgt: DAEB VASTGOED NIET-DAEB VASTGOED IN IN EXPLOITATIE VASTGOED IN ONTWIKKELING EXPLOITATIE BESTEMD VOOR EIGEN EXPLOITATIE Boekwaarde per 1 januari Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen/bijzondere waardeverminderingen Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Boekwaarde Mutaties Investeringen Overboekingen Desinvesteringen verkrijgingsprijs Desinvesteringen herwaardering Waardevermeerderingen en -verminderingen Overboeking van/naar MVA ten dienste van -2 Overboeking naar vastgoed VOV 336 Overboeking naar vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Overboeking opgeleverde nieuwbouw huur Overboeking tussen commercieel- en sociaal vastgoed in exploitatie Overboeking naar voorraad woningen bestemd voor verkoop Overige waardeveranderingen en terugneming daarvan Onrendabele investeringen nieuwbouw Stand per 31 december Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen/bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Boekwaarde JAARREKENING

83 MARKTWAARDE WAARDERING Zowel het DAEB als het niet-daeb vastgoed in exploitatie is gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat die is bepaald op basis van het "Handboek modelmatig waarderen marktwaarde" die als bijlage is opgenomen bij de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RTIV). Hierbij wordt op basis van de toekomstige kasstromen de marktwaarde middels de Discounted Cash Flow (DCF) Methode bepaald. MARKTHUUR De markthuur is de huurprijs per jaar per vierkante meter VVO die, uitgaande van optimale marketing en verhuur, kan worden gerealiseerd op peildatum 31 december 216. Daarbij geldt dat de markthuur wordt gebruikt voor het bepalen van de nieuwe huur nadat een verhuurcontract is beëindigd. De markthuur wordt door de toegelaten instelling per jaar in m2 VVO van het contract als objectgegeven opgegeven gebaseerd op gegevens uit de markt van vergelijkbare objecten. Bij het bepalen van de marktwaarde is de full-versie van het waarderingshandboek gehanteerd. In de full versie is het mogelijk om op basis van een toetsing door de externe taxateur tot een aanpassing van de op basis van het waarderingshandboek vastgestelde waarde van het waarderingscomplex te komen. Een aanpassing van de waarde dient het resultaat te zijn van een aanpassing van de daaraan ten grondslag liggende normen en parameters. Daarbij dient de externe taxateur tevens de aannemelijkheid van de marktwaarde te beoordelen, die daarvan het resultaat is. De volgende zaken zijn in de full-versie aanpasbaar: schematische vrijheid; markthuur; markthuurstijging; Exit Yield; leegwaarde; leegwaardestijging; disconteringsvoet; mutatie- en verkoopkans; onderhoud; technische splitsingskosten; bijzondere omstandigheden; erfpacht. SCHEMATISCHE VRIJHEID Om specifieke afspraken en atypische inkomsten en uitgaven te kunnen modelleren mogen er extra kasstromen toegevoegd worden aan het standaardschema uit de basisversie. Voorwaarde is dat er een duidelijke en transparante uitsplitsing wordt gemaakt. Het verloop van deze kasstromen over de jaren hoeft niet persé inflatievolgend te zijn. Uitgangspunt is dat de kasstromen en hun verloop worden benoemd. Wonen Limburg heeft op basis van referentiemateriaal voor elke woonmarkt een tabel gemaakt waarin de verhouding leegwaarde/vierkante meter factor leidt tot een markthuur. Ook hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen eengezinswoningen en meergezinswoningen. MARKTHUURSTIJGING De markthuurstijging is in principe gekoppeld aan prijsinflatie. Als er gegronde redenen zijn om de markthuurstijging boven of onder inflatie te verwachten heeft de externe taxateur de mogelijkheid om dan af te wijken van de veronderstelde markthuurstijging. Wonen Limburg maakt alleen bij het Bedrijfsonroerend goed gebruik van deze vrijheidsgraad, in de woningmodule volgen we de inflatiereeks. EXIT YIELD Als alternatief voor de berekende eindwaarde uit de basisversie mag een Exit Yield gebruikt worden voor het bepalen van de eindwaarde ultimo jaar 15. De taxateur moet daarbij een goed navolgbare onderbouwing geven voor de hoogte van de Exit Yield en een duidelijke, logische relatie leggen tussen andere parameters en de Exit Yield (bijvoorbeeld: outputbar, verouderingseffect, verwachte huur- en waardegroei, stijgende of dalende risicoperceptie gedurende beschouwingsperiode). Daarnaast moet ook de vergelijking en verschilduiding met de berekende eindwaarde worden gemaakt. In overleg met de taxateur maakt Wonen Limburg geen gebruik van deze vrijheidsgraad, omdat deze in eerdere waarderingsronden ook niet is toegepast. Wonen Limburg maakt geen gebruik van deze vrijheidsgraad, omdat de EPV slechts bij een aantal eenheden van toepassing is en niet op clusterniveau. 82

84 LEEGWAARDE Wonen Limburg maakt bij het waarderen gebruik van leegwaarden in plaats van WOZ-waarden. Elk tertiaal wordt 1/9e deel van de woningen voorzien van een nieuwe leegwaarde. Dit wordt uitgevoerd door InterMakelaars en vervolgens in TMS gevalideerd door de taxateurs. InterMakelaars levert ter onderbouwing van de leegwaarde referenties aan van vergelijkbaar woningbezit. Een onderdeel van deze referenties zijn ook de verkoopwoningen van Wonen Limburg, die zonder kortingen op de markt worden aangeboden. LEEGWAARDESTIJGING Wonen Limburg maakt in het geval van de leegwaardestijging gebruik van de leegwaardestijging zoals voorgeschreven in het Waarderingshandboek, voor de ontwikkeling van de leegwaarde in 216 maken we gebruik van de mogelijkheid om een vrijheidsgraad toe te passen. De taxateurs voorzien Wonen Limburg in dit geval van gegevens op basis van recente transacties in het goedkope segment en prognoses uitgegeven door NVM. De leegwaardeontwikkeling varieert per woonmarkt. Wonen Limburg maakt voor de jaren 215 en 216 gebruik van de vrijheidsgraad en wijkt hiermee af van het handboek. Dit doen we op basis van onderstaande cijfers, hierbij maken we een uitsplitsing tussen eengezinswoningen en meergezinswoningen. LEEGWAARDEONTWIKKELING NAAR WOONMARKT Parkstad Landelijk Parkstad Stedelijk Westelijke Mijnstreek Maastricht & Heuvelland Midden Landelijk Roermond Stedelijk Weert Stedelijk Venlo Noord Landelijk Venray Stedelijk 216 EGW 1,% 3,% 1,% 2,5% 2,% 3,25% 3,% 2,% 3,% 3,% Bron: NVM - bewerking door taxateurs MGW,% 1,5% 1,% 1,5% 1,5% 2,% 1,5% 1,% 1,5% 1,% 215 EGW -1,% 1,%,% 1,% -1,% -1,% -2,% 1,% -1,% 1,% MGW -2,% -2,%,% -1,% -2,%,% -1,% 1,% -2,% 1,% LEEGWAARDEONTWIKKELING NAAR PROVINCIE DISCONTERINGSVOET 215 Limburg 2,1% Noord-Brabant 2,9% Bron: Waarderingshandboek ,8% 3,3% 217 2,9% 2,6% e.v. 2,4% 2,% 2,3% 2,% De hoogte van de disconteringsvoet is modelmatig bepaald. Daarmee wordt niet altijd recht gedaan aan de risico s die voor specifieke objecten en/of specifieke locaties van toepassing zijn. Deze specifieke omstandigheden kunnen een andere disconteringsvoet rechtvaardigen. Wonen Limburg wijkt in overeenstemming met de taxateurs af van de basisdisconteringsvoet. Op deze manier verwerken we marktontwikkelingen generiek en is het niet nodig om elk tertiaal alle complexen te doorlopen, maar is dit een eenmalige verwerking. De opbouw van de disconteringsvoet ziet er daarmee als volgt uit: DISCONTERINGSVOET (%) Risico-vrije rentevoet Sector specifieke opslag Risico opslagen maximum,46 5,7 5, Bron: Waarderingshandboek, plus bewerking Wonen Limburg 8. JAARREKENING

85 MUTATIE- EN VERKOOPKANS Het handboek schrijft voor dat de hoogte van de mutatiekans is gebaseerd op het gemiddelde aantal mutaties in de afgelopen vijf jaar. Omdat Wonen Limburg in 213 is overgestapt naar een ander primair systeem gaat de historie niet verder terug. Met behulp van een rapportage uit het primaire systeem wordt de gemiddelde mutatiegraad uitgerekend. Indien deze mutatiegraad heel hoog (boven 1%) of juist heel laag is (lager dan 5%) wordt deze in overeenstemming met de taxateur aangepast door de assetmanager. Dit is ook meteen de basis voor de verkoopkans. Wonen Limburg maakt geen gebruik van de mogelijkheid om fractioneel uit te ponden. ONDERHOUD In de basisvariant is voor de verschillende onderhoudscategorieën gewerkt met gemiddelde bedragen voor het onderhoud, die afhankelijk zijn van een beperkt aantal kenmerken van de verhuureenheid. In de praktijk kan de noodzaak voor onderhoud meer variëren dan in de basisvariant is uitgewerkt. Als dat zo is, kunnen de onderhoudsbedragen voor instandhoudingsonderhoud met tussenkomst van de externe taxateur worden aangepast. Wonen Limburg maakt bij het onderhoud gebruik van de VEX-normen. BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN Bijzondere uitgangspunten kunnen van toepassing zijn waarmee in de basisversie geen rekening wordt gehouden. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een langere of kortere leegstand als gevolg van mutatie dan voorgeschreven in de basisversie. Ook het effect van bijvoorbeeld beklemmingsafspraken met de gemeente ten aanzien van huurverhoging en/of verkoop, die ook van kracht zijn voor een potentiële koper kan de taxateur meenemen bij de waardering. Als vanuit een marktanalyse blijkt dat één van de scenario s (doorexploiteren of uitponden) niet realistisch is, dan kan de taxateur een uitzondering maken op regel dat de marktwaarde de hoogste van deze twee scenario s is en expliciet kiezen voor één van de scenario s. Bijvoorbeeld bij woningen in krimp- en aardbevingsgebieden, studentenwoningen en extramurale zorgwoningen. Wonen Limburg maakt gebruik van deze vrijheidsgraad indien er een beklemming van toepassing is. ERFPACHT Wonen Limburg heeft één erfpacht contract. De marktwaarde in verhuurde staat van dit contract is berekend door een oneindige canon te kapitaliseren. In de berekening zijn de inflatie en disconteringsvoet gebruikt zoals deze in de generieke parameterset van TMS zijn opgenomen. TECHNISCHE SPLITSINGSKOSTEN In de basisvariant zijn geen technische splitsingskosten opgenomen. Wel is toegelicht dat de technische splitsingskosten de uitgaven zijn die worden gemaakt ten behoeve van de nadere voorwaarden, die voortvloeien uit de afgegeven splitsingsvergunning door de gemeente. Het gaat hierbij niet om onderhoudskosten, maar om de aanvullende eisen die in het kader van de splitsing dienen te worden uitgevoerd. In de praktijk kunnen deze technische splitsingskosten van belang zijn bij de waardering. Als dit het geval is, kunnen de technische splitsingskosten met tussenkomst van de externe taxateur meegenomen worden. In Limburg is er geen splitsingsvergunning door de gemeente nodig, daarom is deze vrijheidsgraad voor Wonen Limburg niet van toepassing. 84

86 Complexindeling Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden, dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en dat als één geheel aan een derde partij in verhuurde staat verkocht kan worden. Er bestaat geen minimum of maximum voor het aantal verhuureenheden in een waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit zowel DAEB- als niet-daeb vastgoed. De waarderingscomplexen ten behoeve van de berekening van de marktwaarde zijn door middel van de volgende indeling bepaald: WONINGEN MET EEN VOLLEDIGE TAXATIE REGIO APPARTEMENT EENGEZINSWONING AANTAL EENHEDEN AANTAL EENHEDEN AANTAL EENHEDEN AANTAL EENHEDEN IN PORTEFEUILLE MET VOLLEDIGE IN PORTEFEUILLE MET VOLLEDIGE TAXATIE IN 216 TAXATIE IN 216 Maastricht en Mergelland 18 Midden Landelijk Noord Landelijk Parkstad Landelijk Parkstad Stedelijk Roermond Stedelijk Venlo 219 Venray Stedelijk Weert Stedelijk Westelijke Mijnstreek TOTAAL Bron: Waarderingshandboek, plus bewerking Wonen Limburg 8. JAARREKENING

87 BEDRIJFSONROEREND GOED MET EEN VOLLEDIGE TAXATIE REGIO BOG MOG INTRAMURAAL PARKEREN AANTAL AANTAL AANTAL AANTAL AANTAL AANTAL AANTAL AANTAL EENHEDEN EENHEDEN EENHEDEN EENHEDEN EENHEDEN EENHEDEN EENHEDEN EENHEDEN IN PORTE- MET IN PORTE- MET IN PORTE- MET IN PORTE- MET FEUILLE VOLLEDIGE FEUILLE VOLLEDIGE FEUILLE VOLLEDIGE FEUILLE VOLLEDIGE TAXATIE TAXATIE TAXATIE TAXATIE IN 216 IN 216 IN 216 IN 216 Maastricht en Mergelland 4 1 Midden Landelijk Noord Landelijk Parkstad Landelijk Parkstad Stedelijk Roermond Stedelijk Venlo Venray Stedelijk Weert Stedelijk Westelijke Mijnstreek TOTAAL Bron: TMS Wonen Limburg Bovenstaande tabel laat zien dat Wonen Limburg ruim (WON 48% en BOG 53%) het derde deel van de portefeuille in een volledige taxatie heeft gewaardeerd in 216. In het geval van de woningen is dit te verklaren door ook alle toevoegingen vanuit nieuwbouw en aankoop ook een volledige taxatie mee te geven. Bij het bedrijfsonroerendgoed geldt dat de richtlijnen rondom de taxatierapporten zijn aangescherpt, waardoor een groter deel door de taxateur is bekeken. 86

88 PARAMETERS Bij het bepalen van de toekomstige kasstromen voor de DCF-berekening wordt gebruik gemaakt van de volgende parameters: PARAMETERS WOONGELEGENHEDEN e.v. Prijsinflatie,2%,6% 1,7% 1,53% 2,% Looninflatie 1,6% 1,7% 1,57% 2,3% 2,5% Bouwkostenstijging 1,6% 1,7% 1,57% 2,3% 2,5% Leegwaardestijging (afhankelijk van ligging) 3,8% 2,9% 2,4% 2,% 2,% Mutatieonderhoud per VHE - EGW 823 Mutatieonderhoud per VHE - MGW 618 Mutatieonderhoud per VHE - Zorgeenheid (extramuraal) 618 Beheerkosten per VHE - EGW 42 Beheerkosten per VHE - MGW 413 Beheerkosten per VHE - Zorgeenheid (extramuraal) 381 Gemeentelijke OZB (% van de WOZ) per gemeente Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten,13% (% van de WOZ) Verhuurderheffing (% van de WOZ),543%,543%,543%,543%,543% Huurstijging boven prijsinflatie - zelfstandige eenheden % % % % % Huurderving (% van de huursom) 1,% Jurdische splitsingskosten per eenheid 5 Verkoopkosten bij uitponden (% van de leegwaarde) 1,7% Overdrachtskosten (% van de berekende waarde) 3,% PARAMETERS BEDRIJFSMATIG- EN 216 MAATSCHAPPELIJK ONROEREND GOED Instandhoudingsonderhoud per m 2 BVO 5 Mutatieonderhoud per m 2 BVO 1 Marketing (% van de marktjaarhuur) 14,% Beheerkosten - BOG (% van de markthuur) 3,% Beheerkosten - MOG (% van de markthuur) 2,% Gemeentelijke OZB (% van de WOZ) per gemeente Mutatieleegstand (in maanden) per segmentatie Overdrachtskosten (% van de berekende waarde) 7,% 8. JAARREKENING

89 PARAMETERS PARKEERGELEGENHEDEN 216 Instandhoudingsonderhoud parkeerplaats per jaar Instandhoudingsonderhoud garagebox per jaar Beheerkosten parkeerplaats per jaar Beheerkosten garagebox per jaar Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten (% van de WOZ) Verkoopkosten per eenheid Mutatieleegstand (in maanden) Overdrachtskosten (% van de berekende waarde),25% 5 6 7,% PARAMETERS INTRAMURAAL ZORGVASTGOED 216 Instandhoudingsonderhoud per m 2 BVO Mutatiekosten per m 2 BVO 8 1 Marketing (% van de marktjaarhuur) Beheerkosten (% van de markthuur) Gemeentelijke OZB (% van de WOZ) Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten (% van de WOZ) Mutatieleegstand (in maanden) Overdrachtskosten (% van de berekende waarde) 14,% 2,5% per gemeente,37% 6 7,% Jaarlijks wordt 1/3 deel van de onroerende zaken in exploitatie getaxeerd door de assetmanagers van Wonen Limburg en vervolgens gevalideerd door twee onafhankelijke en ter zake deskundige externe taxateurs (Dansen van der Vegt en Cushman & Wakefield), ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. Dit betekent dat elk derde deel van de onroerende zaken in exploitatie minimaal eens per drie jaar opnieuw wordt getaxeerd. Het 1/3 deel wordt zo samengesteld dat dit een representatief deel van het totale bezit is. In het jaar dat niet getaxeerd wordt, wordt een taxatie-update/aannemelijkheidsverklaring verstrekt door de taxateur. Het taxatierapport en het taxatiedossier waarin de waardering en de daarbij gehanteerde aanpassingen ten opzichte van de basisvariant zijn onderbouwd en vastgelegd zijn in het bezit van woningcorporatie Wonen Limburg en op aanvraag beschikbaar voor de Autoriteit woningcorporaties. DESINVESTERINGEN Het bedrag aan desinvesteringen, vermeld bij sociaal vastgoed in exploitatie, heeft in hoofdzaak betrekking op de verkoop van 132 woningen en de sloop van 12 woningen. Wonen Limburg heeft haar verkoopbeleid verankerd in de begroting 217 en de wensportefeuille. Per ultimo 216 zijn ruim 5.25 woningen behorende tot vastgoed in exploitatie geclassificeerd voor de verkoop. Hiervan worden naar verwachting 327 woningen op korte termijn (< 1 jaar) verkocht en 664 woningen tot en met 221. De marktwaarde van deze 327 woningen bedraagt circa 28,5 miljoen. De verwachte opbrengstwaarde bedraagt circa 39,5 miljoen. ZEKERHEDEN Voor de als zekerheid voor leningen verbonden materiële vaste activa wordt verwezen naar de toelichting op de langlopende schulden. 88

90 VERZEKERINGEN De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn verzekerd tegen het risico van brand- en stormschade. De verzekerde som bedraagt op de balansdatum circa 2,1 miljard. BEDRIJFSWAARDE De waarde van de onroerende zaken in exploitatie gebaseerd op bedrijfswaarde bedraagt per ultimo miljoen (215: miljoen). Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de netto-omzet oftewel het saldo tussen toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en afschrijving), zoals deze is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. Bij de bedrijfswaardeberekeningen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: UITGANGSPUNTEN BEDRIJFSWAARDEBEREKENINGEN Verwachte jaarlijkse huurstijging (eerste 5 jaar) Inrekenen huurharmonisatie Jaarlijkse stijging loonkosten, bedrijfskosten en onderhoudskosten tot en met 22 Jaarlijkse stijging loonkosten, bedrijfskosten en onderhoudskosten vanaf 221 Inrekenen verkoop- en sloopplannen Jaarlijkse stijging exploitatielasten Minimale levensduur Maximale levensduur inflatie +,5% 5 jaar conform AW 2,5% 5 jaar conform AW 15 jaar 5 jaar inflatie +,5% 5 jaar *3% 3% 5 jaar vanaf 216: 2% 15 jaar 5 jaar Disconteringsvoet 5,% 5,% Moment van discontering Medio numerando Medio numerando * Door ketensamenwerking verwachten we dat er tevens een besparing op de onderhoudskosten wordt gerealiseerd, waardoor de kostenontwikkeling neutraal is. 8. JAARREKENING

91 De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn in het kader van de onroerendezaakbelasting gewaardeerd op 3,267 miljard. De waardering is gebaseerd op WOZ 217 en heeft peildatum ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE Kantoorgebouwen Inventaris Vervoermiddelen (x 1.,-) Het verloop van deze posten is als volgt: ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE Boekwaarde per 1 januari Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde Mutaties Investeringen Overboekingen Desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde

92 AFSCHRIJVINGEN Op alle bestaande en nieuwe activa ten dienste van de exploitatie wordt afgeschreven op basis van een lineaire afschrijving. AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN De afschrijvingen zijn bepaald op basis van de levensduur: 2.6 ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE LINEAIR Kantoorgebouwen Inventaris Automatiseringsapparatuur Vervoermiddelen 3 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar VERZEKERINGEN De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn tegen de meest gebruikelijke voorwaarden en risico's verzekerd. Onderverzekering is op basis van de polisvoorwaarden en afspraken uitgesloten. 8. JAARREKENING

93 (x 1.,-) 3 FINANCIËLE VASTE ACTIVA Deelnemingen De post deelnemingen bestaat per 31 december uit de volgende posten: Deelnemingen in groepsmaatschappijen Vorderingen op groepsmaatschappijen Andere deelnemingen DEELNEMINGEN IN GROEPSMAATSCHAPPIJEN De post betreft de volgende deelnemingen: ZETEL AANDEEL IN HET NETTOVERMOGENS- VERKRIJGINGSPRIJS GEPLAATSTE WAARDE PER DEELNEMING KAPITAAL Wonen Limburg Holding BV Roermond 1% Wonen Limburg Beleggingen BV Roermond 1% 3 18 Warmtelevering Wonen Limburg BV Urmond 1% 36 Het verloop van deze post is als volgt: WARMTELEVERING WONEN LIMBURG WONEN LIMBURG TOTAAL WONEN LIMBURG BV BELEGGINGEN BV HOLDING BV Stand per 1 januari Fusieresultaat Aandeel resultaat deelneming Aanpassing tot netto vermogenswaarde STAND PER 31 DECEMBER Warmtelevering Wonen Limburg BV is per 1 januari 216 ontstaan uit de fusie tussen Warmtelevering Westelijke Mijnstreek BV en Wonen Limburg Energie BV. Doel van de deelneming is het produceren en leveren van warmte, koeling en warm tapwater. 92

94 (x 1.,-) 3.2 VORDERINGEN OP GROEPSMAATSCHAPPIJEN WONING- LENING LENING U/G STICHTING U/G STICHTING WONEN LIMBURG WEERT KANTEX HOLDING BV Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari Rente 7 Verstrekte leningen Aflossingen Voorziening negatieve nettovermogenswaarde deelneming STAND PER 31 DECEMBER 7.2 De bestuurlijke verbinding met Woningstichting Weert en Stichting Kantex is per beëindigd als gevolg van fusie door beide verbindingen met Stichting Wonen Limburg. WARMTELEVERING TOTAAL WONEN LIMBURG BV Stand per 1 januari Rente 7 Verstrekte leningen Aflossingen Voorziening negatieve nettovermogenswaarde deelneming STAND PER 31 DECEMBER NOMINAAL AFLOSSING AGIOSTORTING RESTANT AFLOSSING Lening u/g d.d Lening u/g d.d JAARREKENING

95 (x 1.,-) 3.3 ANDERE DEELNEMINGEN ZETEL % INGELEGD AANDEEL IN KAPITAAL KAPITAAL PER De post betreft de volgende deelnemingen: Coöperatieve Vereniging Thuis in Limburg UA Heerlen % Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari 199 Verworven deelneming Aandeel resultaat deelneming -199 STAND PER 31 DECEMBER De Coöperatieve Vereniging 'Thuis in Limburg' UA heeft ultimo 216 vanuit de bestaande kapitalen een investeringsfonds gevormd. Dit is omwille van het doen van nieuwe investeringen. Het bedrag ad is overgeboekt naar het investeringsfonds. (x 1.,-) 3.4 LATENTE BELASTINGVORDERINGEN Stand per 1 januari Mutatie boekjaar ACTIEVE BELASTINGLATENTIE 31 DECEMBER Specificatie actieve belastinglatentie voor verkoop bestemd bezit: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van het voor verkoop bestemd bezit. Fiscale waarde onroerend goed per 31 december Commerciële waarde onroerend goed per 31 december Verschil Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,75% gerekend met een verwacht gemiddeld verkoopmoment Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,%

96 (x 1.,-) Specificatie actieve belastinglatentie leningen: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van de leningportefeuille. Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,75% Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,% Specificatie actieve belastinglatentie bij voorwaartse verliescompensatie: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december De latentie is gebaseerd op de stand van de compensabele verliezen ultimo Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,75% Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,% Specificatie actieve belastinglatentie verplichting uit hoofde van extendible leningen: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december Vanaf het boekjaar 216 is de vorming van de verplichting uit hoofde van extendible leningen fiscaal niet meer toegestaan. Commercieel wordt deze verplichting wel nog steeds opgenomen. Nominale waarde van het verschil tussen de commerciële en fiscale waardering Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,% Specificatie actieve belastinglatentie fiscaal afschrijvingspotentieel: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december Op het vastgoed in exploitatie wordt commercieel niet meer afgeschreven maar fiscaal wel. Dit leidt tot een tijdelijk verrekenbaar verschil, waarvoor in het boekjaar 216 een latentie is gevormd. Constante waarde van het verschil tussen de commerciële en fiscale waardering, uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,75% Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,% JAARREKENING

97 (x 1.,-) 3.5 LENINGEN U/G Lening u/g Wooninvesteringsfonds Lening u/g Medisch Centrum Pantaleon Het verloop is als volgt: LENING U/G WOONINVESTERINGSFONDS LENING U/G MEDISCH CENTRUM PANTALEON Stand per 1 januari Mutaties Dotaties/vrijval Verstrekkingen/uitzettingen Aflossingen/onttrekkingen Bijschrijving rente/indexering STAND PER 31 DECEMBER 552 LENING U/G WOONINVESTERINGSFONDS De lening aan het Wooninvesteringsfonds betreft een achtergestelde lening ad 6,1 miljoen met een onbepaalde looptijd. Omdat het WIF niet voldoet aan alle bankconvenanten, moet op de bankfinanciering extra worden afgelost. Gelet op de onzekerheid omtrent het aflossen van de achtergestelde leningen is in 213 en 214 voor de totale vordering een voorziening gevormd. Door de verkoop van de gehele vastgoedportefeuille in 215 beschikt WIF over een saldo van in totaal 7 miljoen. Met Wonen Limburg is een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin een bedrag ad is opgenomen. In 215 is een bedrag van 2 miljoen als voorschot uitgekeerd. Het resterende bedrag ad is ultimo 215 vanuit onzekerheid nog voorzien. Ultimo 216 is de slottermijn uitgekeerd ad hierdoor kan het voorziene bedrag ad vrijvallen. LENING U/G MEDISCH CENTRUM PANTALEON De lening betreft de inrichtingskosten die over een periode van 2 jaar op de huurder worden verhaald via de huurprijs. Bij eerdere huuropzegging zal verrekening van de restwaarde van de inrichting plaatsvinden door middel van betaling ineens of verrekening in de huur. 96

98 (x 1.,-) 3.6 OVERIGE VORDERINGEN Kortingsregeling Kopen dichterbij Het verloop is als volgt: Stand per 1 januari Mutaties Verstrekkingen/uitzettingen Aflossingen/onttrekkingen Bijschrijving rente/indexering Ontrekking voorziening afwaardering STAND PER 31 DECEMBER KORTINGSREGELING KOPEN DICHTERBIJ In 27 heeft Wonen Limburg de koopvariant 'Kopen dichterbij' geïntroduceerd en eind 211 is deze regeling beëindigd. Hiermee werd de doelgroep tot een bepaald bruto jaarinkomen de gelegenheid geboden om een woning met korting te kopen. In verband met de zekerheid omtrent het terugbetalen van de korting werd een tweede hypotheek ten gunste van Wonen Limburg gevestigd. De verleende korting wordt terugbetaald bij verkoop van de woning of voorafgaand aan de doorverkoop. 8. JAARREKENING

99 (x 1.,-) VLOTTENDE ACTIVA VOORRADEN 4.1 Vastgoed bestemd voor verkoop Verkrijgingsprijs Grondposities bestemd voor verkoop Vervaardigingsprijs Af: voorziening voor verwachte verliezen ONDERHANDEN PROJECTEN Onderhanden werken op nieuwbouw koop incl. gefactureerde termijnen Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari Aanpassing classificatie Investeringen Gefactureerde termijnen Mutaties voorzieningen Winstneming koopproject Stand per 31 december In het saldo van de onderhanden projecten van 216 is voor een bedrag van 1 miljoen opgenomen waarbij de gefactureerde termijnen de investeringen overtreffen. 6 VORDERINGEN 6.1 Huurdebiteuren Te vorderen huren, herstel- en vervolgingskosten: Te vorderen huren zittende huurders Te vorderen huren vertrokken huurders Af: voorziening wegens mogelijke oninbaarheid De van 'zittende' huurders te vorderen huren zijn naar maand van ontstaan en aantal huurders als volgt te specificeren: AANTAL HUURDERS AANTAL HUURDERS BEDRAG ACHTERSTAND BEDRAG ACHTERSTAND (x 1.,-) (x 1.,-) Achterstand Tot en met 1 maand t/m 3 maanden maanden en meer

100 De van 'zittende' huurders te vorderen huren ultimo boekjaar bedragen,87% (ultimo vorig boekjaar:,86%) van de bruto jaarhuur, zijnde 12 maal de huur over december 216. De voorziening wegens mogelijke oninbaarheid geeft het volgende verloop te zien: (x 1.,-) Voorziening per 1 januari Af: vrijval wegens - ontvangen posten - afgeboekte posten Bij: dotatie voorziening dubieuze debiteuren Voorziening per 31 december Vorderingen op groepsmaatschappijen Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV Warmtelevering Wonen Limburg BV Wonen Limburg Projectontwikkeling BV Overige vorderingen Margin Calls Stichting Kantex Overige posten Bij de Margin Calls is een tweewekelijkse verrekening van toepassing op basis van de actuele rentestanden. Hierdoor is het mogelijk dat deze post niet binnen een jaar is afgerond Overlopende activa Vooruitbetaalde verzekeringspremie Nog te ontvangen verkoop woningen Nog te ontvangen rente SPW te ontvangen pensioenpremie Overige posten LIQUIDE MIDDELEN Direct opvraagbaar: Rekening courant banken Overige bank/spaartegoeden Kas De liquide middelen staan ter vrije beschikking van Wonen Limburg. 8. JAARREKENING

101 (x 1.,-) 8 EIGEN VERMOGEN In de statuten zijn geen passages ten aanzien van de bestemming van het eigen vermogen opgenomen. Het verloop van het eigen vermogen is als volgt weer te geven: Stand eigen vermogen 1 januari volgens jaarrekening Effect fusie Ws Weert Effect fusie St. Kantex Resultaat boekjaar Stand eigen vermogen 31 december volgens jaarrekening Het aandeel van de rechtspersoon in het eigen vermogen is onder te verdelen in gerealiseerd vermogen en niet-gerealiseerde herwaardering. Overige reserves Het verloop van de overige reserves is als volgt: Stand per 1 januari volgens jaarrekening Effect stelselwijzigingen Stand per 1 januari volgens jaarrekening Effect fusie Ws Weert Effect fusie St. Kantex Winstverdeling boekjaar Toename/afname ten laste van de herwaarderingsreserve Stand per 31 december volgens jaarrekening VOORSTEL RESULTAATBESTEMMING 216 De Raad van Bestuur stelt vast dat het resultaat van het lopend boekjaar wordt toegevoegd aan de overige reserves. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt. HERWAARDERINGSRESERVE De herwaarderingsreserve wordt bepaald op complexniveau op basis van het verschil in de boekwaarde van het vastgoed in exploitatie op basis van marktwaarde ten opzichte van de boekwaarde van het vastgoed in exploitatie op basis van historische kosten. Hierbij wordt bij de bepaling van de boekwaarde op basis van historische kosten geen rekening gehouden met afschrijvingen en waardeverminderingen. In 215 is het ongerealiseerde deel (herwaarderingsreserve) van het vermogen bepaald op basis van de boekwaarde inclusief afschrijvingen. Hierdoor ontstaat een stelselwijziging. De invloed van het cumulatieve effect van de stelselwijziging(en) op de herwaarderingsreserve is als volgt weer te geven: HERWAARDERINGSRESERVE 215 Per 1 januari vóór stelselwijziging Effect stelselwijziging Per 1 januari na stelselwijziging

102 (x 1.,-) HERWAARDER- HERWAARDERINGS- HERWAARDERINGS- TOTAAL INGS-RESERVE RESERVE NIET- RESERVE DAEB VASTGOED IN DAEB VASTGOED IN VERKOCHT ONDER EXPLOITATIE EXPLOITATIE VOORWAARDEN Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt: Boekwaarde per 1 januari Realisatie uit hoofde van verkoop Realisatie uit hoofde van sloop Toename uit hoofde van stijging van de marktwaarde Afname uit hoofde van daling van de marktwaarde Herclassificaties/herkwalificaties Overige mutaties BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER Boekwaarde per 1 januari Realisatie uit hoofde van verkoop Realisatie uit hoofde van sloop Toename uit hoofde van stijging van de marktwaarde Afname uit hoofde van daling van de marktwaarde Herclassificaties/herkwalificaties Overige mutaties BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER JAARREKENING

103 (x 1.,-) 9 VOORZIENINGEN Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Het verloop van deze post is als volgt: Saldo per 1 januari Bij: dotatie/vrijval in het boekjaar Af: vrijval in het boekjaar Af: onttrekking in het boekjaar SALDO PER 31 DECEMBER De overige voorzieningen hebben een overwegend langlopend karakter. 9.2 Overige voorzieningen Loopbaanontwikkelingsbudget Uitgestelde beloningen De overige voorzieningen hebben een overwegend langlopend karakter. LOOPBAAN- ONTWIKKELINGSBUDGET UITGESTELDE BELONINGEN Het verloop is als volgt: Stand per 1 januari Mutaties Dotaties/vrijval Onttrekkingen STAND PER 31 DECEMBER

104 (x 1.,-) 1 LANGLOPENDE SCHULDEN Schulden/leningen kredietinstellingen en overheid Het verloop van deze post is als volgt: Boekwaarde per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen Af: mutaties aflossingsverplichting Boekwaarde per 31 december WAARVAN LANGER DAN 5 JAAR RENTE- EN KASSTROOMRISICO Hierna is de leningportefeuille uitgesplitst naar rentepercentage en naar resterende looptijd. (x 1.,-) RENTEPERCENTAGE RESTERENDE LOOPTIJD Roll over < 1 jaar (kortlopend) % - 1% van 1 tot 5 jaar % - 2% van 5 tot 1 jaar % - 3% van 1 tot 15 jaar % - 4% van 15 tot 2 jaar % - 5% > 2 jaar % - 6% 1.51 >6% HERFINANCIERING De gemiddelde rente van de financieringen ultimo 216 bedroeg 2,87%. In 215 was dit nog 3,17%. Op de totale leningportefeuille (ultimo 216) ad 945 miljoen bedraagt dit voordeel 2,8 miljoen. Dit voordeel werd gerealiseerd in: renteherzieningen van bestaande leningen. Voor een bedrag van 22,2 miljoen werden nieuwe rentepercentages overeengekomen. Het gemiddeld percentage van deze leningen was 4,4%. De nieuw overeengekomen percentages bedragen gemiddeld,67%. Het gerealiseerde voordeel op renteherziening 216 bedraagt daarmee,8 miljoen; herzieningen van de renteopslag van bestaande leningen. Voor een bedrag van 78 miljoen werden nieuwe opslagpercentages overeengekomen. Het gemiddeld opslagpercentage van deze leningen was,4%. De nieuw overeengekomen percentages bedragen gemiddeld,19%. Het gerealiseerde voordeel op opslagherziening 216 bedraagt daarmee,2 miljoen. herfinanciering aflopende leningen. Een bedrag van 36 miljoen werd in 216 geherfinancierd tegen een gemiddeld percentage van,81%, waar de oude percentages gemiddeld 4,28% bedroegen. Het gerealiseerd voordeel op herfinanciering bedraagt 1,3 miljoen; aantrekken nieuwe financieringen. In 216 zijn voor een bedrag van 2 miljoen nieuwe leningen aangetrokken, tegen gemiddeld 1,5%. In vergelijking met het gemiddelde percentage van 215 (3,17%) bedraagt het voordeel:,5 miljoen. RENTEVOET EN AFLOSSINGSSYSTEEM De leningen worden ineens afgelost (fixe-leningen) of op basis van het lineaire-, annuïteiten- danwel het dynamische kostprijshuursysteem. Van het totaal van de langlopende schulden vervalt een bedrag van circa 27,5 miljoen in het volgend boekjaar. 8. JAARREKENING

105 BORGSTELLING Borgstelling van de leningen heeft tot een bedrag van 1.59 miljoen plaatsgevonden door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De leningen met een variabele hoofdsom zijn hierbij volledig, 179 miljoen, meegenomen terwijl 24,8 % van de maximale hoofdsom, 44,4 miljoen, daadwerkelijk is opgenomen. Voor het restant van de portefeuille is door de gemeenten garantie verstrekt. Wonen Limburg heeft zich jegens het WSW verbonden een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht tot lastgeving met precatieve werking aan te gaan, met betrekking tot alle bij het WSW in onderpand gegeven woongelegenheden. Conform de deelnemersvoorwaarden van het WSW mogen de onderliggende complexen niet hypothecair worden bezwaard. MARKTWAARDE De marktwaarde van de leningportefeuille ultimo 216, exclusief derivaten, is 1.35 miljoen (ultimo miljoen). SCHULDEN LENINGEN OVERHEID In het saldo ultimo 216 is een bedrag van 39,9 miljoen opgenomen aan leningen overheid. Ultimo 215 was dit 41,2 miljoen. (x 1.,-) 1.3 SCHULDEN AAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN Wonen Limburg Holding BV VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN EXTENDIBLE LENINGEN Omdat per balansdatum de reële waarde van de verplichtingen uit hoofde van extendible leningen negatief is, wordt de verplichting gewaardeerd tegen de lagere reële waarde. Het verloop van deze post is als volgt: (x 1.,-) 1.2 VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN EXTENDIBLE LENINGEN Stand 1-1 Bij: afwaardering in boekjaar Stand

106 RENTE-INSTRUMENTEN Wonen Limburg heeft derivaten (renteswaps) afgesloten met een nominaal bedrag van 12 miljoen ultimo 216. Dit is inclusief de swaps van Woningstichting Urmond, die met ingang van 214 in de portefeuille zijn verwerkt. Uit hoofde van het swapcontract betaalt Wonen Limburg een vaste rente en ontvangt een variabele rente. De swapcontracten zijn/worden gekoppeld aan roll-over leningen met eenzelfde bedrag. De swaps worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde en indien er sprake is van een effectieve hedge, wordt de negatieve waarde niet geboekt voor het effectieve deel. De swaps die reeds zijn gestart dekken exact de variabele rentekasstromen uit hoofde van een roll-over lening met gelijke hoofdsom. De totale hedge-relatie zorgt ervoor dat Wonen Limburg per saldo een vaste rente betaalt. Per heeft de renteswapportefeuille een negatieve marktwaarde van 91,4 miljoen. In 216 zijn voor 2 miljoen renteswaps gestart met een onderliggende lening. Ter afdekking van een toekomstig renterisico zal nog voor 5 miljoen een swap starten die al aangetrokken is. De swap heeft een startdatum in 22. Deze swap is bedoeld om in de toekomst een variabel rentende lening af te dekken. In het kader van de nieuwe Woningwet worden vanaf 1 juli 215 geen leningen meer verstrekt aan de aan Wonen Limburg gerelateerde verbindende partijen. In dit kader heeft op 3 juni 215 een kapitaalstorting plaatsgevonden van Wonen Limburg aan Wonen Limburg Holding BV groot 6 miljoen. Wonen Limburg Holding BV heeft genoemd bedrag geleend aan Wonen Limburg. Bij kapitaalvraag vanuit Wonen Limburg Holding BV vindt aflossing plaats vanuit Wonen Limburg aan Wonen Limburg Holding BV De lening is afgesloten voor een periode van 1 jaar tegen een rentepercentage van 2,14%. De rente wordt niet betaald maar aan het schuldrestant van de lening toegevoegd. In 216 is aan rente bijgeschreven. (x 1.,-) 1.4 VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN Eigen huurwoningen Slimmer Kopen Eigen huurwoningen Slimmer Kopen Saldo per 1 januari Mutatie aandeel woningen verkocht onder voorwaarden Woningen teruggekocht onder voorwaarden in het boekjaar Woningen verkocht onder voorwaarden in het boekjaar SALDO PER 31 DECEMBER JAARREKENING

107 (x 1.,-) 11 KORTLOPENDE SCHULDEN Schulden aan kredietinstellingen Kortlopend deel van de langlopende schulden Schulden aan leveranciers Schulden aan leveranciers Schulden aan groepsmaatschappijen Rekening courant Wonen Limburg Holding BV Rekening courant Warmtelevering Wonen Limburg BV Over de rekening-courant wordt een marktconforme rente vergoed Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffing en premies sociale verzekeringen Omzetbelasting Sociale lasten Overige schulden Stichting Kantex Te verrekenen leveringen en diensten Overige posten Overlopende passiva Niet-vervallen rente Disagio leningen Mooiland* Vooruitontvangen huur SPW te betalen pensioenpremie Nog te ontvangen facturen Overige * Van de post Disagio leningen Mooiland heeft een bedrag van 2,3 miljoen een looptijd van meer dan een jaar. 16

108 FINANCIËLE INSTRUMENTEN Wonen Limburg maakt gebruik van derivaten om het rente-en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Wonen Limburg met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe. Derivaten waarbij op het moment van afsluiten van het instrument niet exact te bepalen is welk mogelijk verlies geleden kan worden (open eind derivaten), zijn niet toegestaan. Ultimo 216 is voor de derivatenportefeuille sprake van onderstaande nominale waarde en marktwaarde: (x 1.,-) BOEKWAARDE NOMINAAL MARKTWAARDE Interest rate swaps De resterende looptijden van de derivaten zijn als volgt: (x 1.,-) TOT 1 JAAR 1-5 JAAR 5-1 JAAR 1-2 JAAR > 2 JAAR TOTAAL De derivaten starten nominaal als volgt in tijd: (x 1.,-) REEDS LOPEND BINNEN 1 JAAR 1-2 JAAR 2-5 JAAR TOTAAL Het derivaat dat in de toekomst start, ter hoogte van 5 miljoen, heeft betrekking op een nog aan te trekken lening voor de herfinanciering van een aflopende lening. De marktwaarde van de derivaten, gebaseerd op de opgave van de banken, is ultimo ,4 miljoen negatief. Ultimo 215 bedroeg de marktwaarde 71,8 miljoen negatief. Voor de gesloten derivaten bestaat een marginverplichting. Afhankelijk van de marktwaarde moet Wonen Limburg betalen (negatieve marktwaarde) of ontvangt Wonen Limburg liquide middelen (positieve marktwaarde). Per 31 december 216 heeft Wonen Limburg 44,4 miljoen aan onderpand gestort bij verschillende derivaatbanken. Conform de Woningwet dient een corporatie een liquiditeitsbuffer aan te houden zodat op elk moment de margin-call op CSA-contracten kan worden opgevangen bij een 2% rentedaling. Ultimo 216 zou de margin-verplichting van Wonen Limburg in dit stressscenario 141 miljoen bedragen. De liquiditeitsbuffer van Wonen Limburg bedraagt per ultimo miljoen en wordt aangehouden in de vorm van leningen met variabele hoofdsom (met 48-uurs clausule). De huidige liquiditeitsbuffer van Wonen Limburg is per ultimo 216 voldoende en daarmee voldoet Wonen Limburg aan de stresstest van de Autoriteit woningcorporaties (Aw). Wonen Limburg heeft per 31 december 216 totaal 23 derivatencontracten, waarvan 2 derivaten een mutual of mandatory breakclause hebben. In onderstaande tabel zijn de afzonderlijke derivaten inclusief eventuele breakclause opgenomen. 8. JAARREKENING

109 STARTDATUM EINDDATUM HOOFDSOM TYPE VASTE VARIABELE BREAK DATUM TYPE (x 1.,-) SWAP RENTE RENTE CLAUSE Payer 3,87% 3M Euribor nee Payer 3,46% 3M Euribor nee Payer 3,15% 3M Euribor ja mutual Payer 3,5% 3M Euribor nee Payer 3,57% 3M Euribor ja mutual Payer 3,7% 6M Euribor ja mandatory Payer 3,6% 6M Euribor ja mandatory Payer 3,66% 6M Euribor ja mutual Payer 3,77% 6M Euribor ja mutual Payer 3,64% 6M Euribor ja mandatory Payer 3,33% 6M Euribor ja mandatory Payer 3,8% 6M Euribor ja mutual Payer 3,5% 6M Euribor ja mutual Payer 2,81% 6M Euribor ja mandatory Payer 3,65% 6M Euribor ja mutual Payer 3,38% 6M Euribor ja mutual Payer 3,2% 3M Euribor ja mutual Payer 3,55% 6M Euribor ja mutual Payer 3,13% 3M Euribor ja mandatory Payer 3,44% 6M Euribor ja mutual Payer 3,34% 6M Euribor ja mandatory Payer 3,64% 6M Euribor ja mandatory Payer 3,52% 6M Euribor ja mutual TOTAAL 12. Bij breakclauses bestaat het risico dat op breakmoment de breakclause wordt uitgeoefend waarbij er een afwikkeling van het derivaat plaatsvindt tegen de dan geldende marktwaarde. Conform de Woningwet dient een corporatie een liquiditeitsbuffer aan te houden om een eventuele negatieve marktwaarde bij een fictieve rentedaling van 2% op te kunnen vangen van de contracten met een breakclause over 1 jaar. De breakclauses zijn geconcentreerd in de jaren 219 tot en met 223, als volgt nominaal onderverdeeld in mandatory en mutual: Nominale hoofdsom ( mln.) Mandatory Mutual 18

110 De margin-verplichting en de marktwaarden van de breaks (op t-1) vormen samen de noodzakelijke liquiditeitsbuffer voor het opvangen van een 2% rentedaling zoals gesteld in de Woningwet. In onderstaande figuur is het liquiditeitsrisico van de derivatenportefeuille inzichtelijk gemaakt. De groene staven geven de margin-verplichtingen weer bij een 2% rentedaling. De witte staven geven de marktwaarden weer bij een 2% rentedaling van de derivaten met een break op t-1. De rechte lijn geeft de huidige liquiditeitsbuffer ad 179 miljoen van Wonen Limburg weer. De gestippelde lijn geeft de liquiditeitsbuffer weer indien de breakclauses daadwerkelijk worden uitgeoefend op breakmoment en de derivaten worden afgewikkeld op marktwaarde. Liquiditeitsbuffer derivaten ( mln.) Margin call bij -/-2 bp (geschoond voor breaks) Liquiditeitsbuffer tbv breaks (t-1) Huidige liquiditeitsbuffer Liquiditeitsbuffer na afwikkeling breaks op t= marktwaarde De huidige liquiditeitsbuffer is voldoende om aan de liquiditeitsverplichtingen te voldoen met betrekking tot de breakclausules en de resterende margin-verplichting. 8. JAARREKENING

111 HEDGE DOCUMENTATIE DOELSTELLINGEN RISICOBEHEER In het financieel reglement en in het treasurystatuut van Wonen Limburg staan de kaders benoemd omtrent het beheersen van risico's. De financiële instrumenten voldoen aan de kaders genoemd in het financieel reglement en het treasurystatuut. In het vigerende statuut is het gebruik van de afschermende rente-instrumenten toegestaan ter beheersing van het renterisico op zekere kasstromen. Het aangaan van rente-instrumenten mag alleen worden overeengekomen met kredietwaardige partijen met een minimale rating die vastgesteld is in het treasurystatuut. Tevens voldoen de financiële instrumenten aan de richtlijnen van het WSW. Wonen Limburg sluit geen nieuwe derivatencontracten af. HEDGE STRATEGIE Wonen Limburg documenteert de wijze waarop de hedge-relaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedge-strategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge. TYPE HEDGE Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op het niveau van de individuele leningen. Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Toetsing van deze kritische kenmerken is per rente-instrument uitgevoerd, voor ieder instrument afzonderlijk is de hedge documentatie gevuld. ACCOUNTING Het hedging instrument en de hedged items onderliggend aan de af te dekken rentebetalingen worden tegen kostprijs op de balans opgenomen en gewaardeerd. Hedge ineffectiviteit wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt. In 216 is op basis van de hedge documentatie geen sprake van ineffectiviteit. MARKT- EN PRIJSRISICO Wonen Limburg heeft geen effecten en loopt uit dien hoofde geen risico's ten aanzien van de waardering hiervan. Wonen Limburg neemt met financiële derivaten geen speculatieve positie in. VALUTARISICO Wonen Limburg is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico. RENTERISICO Wonen Limburg loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de woningcorporatie risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Wonen Limburg risico's over de marktwaarde. Met betrekking tot vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico afgesloten. Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden heeft Wonen Limburg renteswaps afgesloten, zodat zij variabele rente ontvangt en vaste rente betaalt. AFGEDEKTE POSITIE Wonen Limburg dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige en toekomstige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten respectievelijk af te sluiten leningen per dag afgedekt. Deze kasstromen worden naar kalenderjaar gegroepeerd. HEDGE INSTRUMENTEN Wonen Limburg maakt gebruik van rentederivaten om de variabiliteit van toekomstige kasstromen gerelateerd aan rentebetalingen van huidige en toekomstige leningen af te dekken. Wonen Limburg maakt gebruik van Interest Rate Swaps (IRS). Hierbij ontvangt Wonen Limburg een variabele rente van de tegenpartij en betaalt Wonen Limburg een vaste rente. 11

112 Wonen Limburg wil een renterisico hebben van maximaal 15% van het vreemd vermogen gedurende het jaar. Door het maximum te handhaven kunnen risicovolle rentepieken voorkomen worden en daarmee wordt het renterisico begrensd. Hierbij gaat Wonen Limburg uit van de som van de rente- en opslagconversies en eindaflossingen die geherfinancierd worden, uitgedrukt als percentage van de totale leningportefeuille. In onderstaande tabel is het risico per jaar aangegeven. Wonen Limburg voldoet steeds aan de norm. RENTERISICO ,18% 7,66% 9,11% 9,73% 5,4% 4,57% 5,1% 3,49% 3,67%,25% KREDIETRISICO Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan enkele kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het Treasury Statuut. Besloten is te kiezen voor wederzijdse verrekening van marktwaarden om het tegenpartijrisico bij het gebruik van derivaten te beperken. Met drie derivaatbanken is een tweezijdige afspraak gemaakt om indien de marktwaarde van derivaten een bepaalde grenswaarde bereikt, tijdelijk een margin te storten of te ontvangen. Op 31 december 216 is er aan margin een bedrag van 44,4 miljoen gestort. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te betalen rente op de derivaten en de te storten margin door de financiële instellingen. 8. JAARREKENING

113 LIQUIDITEITSRISICO Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Wonen Limburg en haar tegenpartijen, ongeacht of dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Wonen Limburg heeft op verschillende manieren gewaarborgd dat zij altijd aan haar verplichtingen kan voldoen. Naast het aantrekken van langlopende leningen, zijn kasgeld faciliteiten beschikbaar. In een aantal derivaatcontracten worden breakclauses genoemd, die geconcentreerd zijn in de jaren 219 tot en met 223. Wonen Limburg beschikt over een buffer, opgebouwd vanuit de eigen middelen, om op het moment van breakclause te kunnen afrekenen (bij een negatieve marktwaarde). Conform de Woningwet houdt Wonen Limburg een liquiditeitsbuffer aan die groot genoeg is om aan de uit de derivatenportefeuille voortvloeiende liquiditeitsverplichtingen ten gevolge van een daling van de vaste rente in de markt met 2% te kunnen voldoen. In 215 zijn variabele hoofdsomleningen aangetrokken. Het totaal aan variabele hoofdsomleningen bedraagt 179 miljoen. Deze zijn bestemd als liquiditeitsbuffer voor de stresstest derivaten. Wonen Limburg voldoet hiermee aan de stresstest derivaten van het Aw. TOEZICHTBELEMMERENDE BEPALINGEN DERIVATEN Wonen Limburg beschikt per 31 december 216 bij BNP Paribas en Citibank over financiële derivaten met clausules die de uitoefening van het toezicht op Wonen Limburg kunnen belemmeren. Overeenkomstig de Woningwet is een plan van aanpak opgesteld om de derivatenportefeuille voor wat betreft deze financiële derivaten met voornoemde clausules binnen een redelijkerwijs haalbaar te achten termijn af te bouwen. Het plan van aanpak is gepresenteerd aan het Aw en er wordt inmiddels uitvoering aan gegeven. EMBEDDED DERIVATES Wonen Limburg beschikt over 1 basisrenteleningen met een totale waarde per van 98 miljoen. Daarnaast beschikt Wonen Limburg over 4 extendible leningen met een totale waarde per van 33 miljoen. Voor deze 4 extendible leningen is het derivaat van het contract gescheiden en de marktwaarde per ultimo 216 berekend. Deze bedraagt 27,4 miljoen negatief (215: 18,8 miljoen negatief). De verandering in marktwaarde over 216 bedraagt 8,6 miljoen negatief en is via het resultaat in de jaarrekening 216 verwerkt. TREASURYORGANISATIE Wonen Limburg heeft haar organisatie op een adequate wijze ingericht voor het beheer van haar derivatenportefeuille. Uitgangspunt bij de organisatorische inrichting van de treasuryfunctie is een formele functiescheiding die is vastgelegd in het treasurystatuut. De bestuurder is eindverantwoordelijk en daarmee verantwoordelijk voor de invulling van het treasurybeleid en de uitvoering hiervan. In operationele zin worden de treasuryactiviteiten uitgevoerd door de treasuryfunctionaris onder verantwoordelijkheid van de manager Financiën. De treasuryfunctionaris legt ieder kwartaal verantwoording af over de uitvoering van het treasurybeleid aan de treasurycommissie. De manager Financiën stuurt tevens de afdeling Financial Control en de afdeling Financiële administratie aan. In de afdeling Financiële administratie vindt de registratie plaats. In de afdeling Financial Control vindt de externe verslaglegging, rapportage en interne financiële controle plaats. Onder de verantwoordelijkheid van de Compliance & Risk officer worden de business controls uitgevoerd. De Raad van Commissarissen geeft goedkeuring aan het treasurystatuut en het treasuryjaarplan en eventuele wijzigingen daarop. De treasuryfunctionaris houdt marktinformatie bij en interpreteert deze en brengt kennis in van financiële markten en werking van financiële producten. Daarnaast beschikt Wonen Limburg over een externe adviseur die een advies- en klankbordfunctie vervult en lid is van de treasurycommissie. Op deze wijze borgt Wonen Limburg dat zij steeds op de hoogte is van de relevante ontwikkelingen en de effecten daarvan op de organisatie. Indien gewenst wordt een externe adviseur ingezet om het toezichthoudende orgaan te informeren. De Compliance & Risk officer vervult een controlerende rol richting de treasuryorganisatie en het treasuryproces (businesscontrol) en voert om deze reden jaarlijks, conform auditplanning, audits uit op het treasuryproces. Vervolgens voert de accountant de controle uit en toetst of de werkwijze en verslaglegging conform de wettelijke eisen heeft plaatsgevonden. De derivatenportefeuille wordt met behulp van rekenmodellen continu gemonitord en periodiek besproken in bijeenkomsten van de treasurycommissie. Hierbij is doorlopend aandacht voor de marktwaarde van de portefeuille en de liquiditeitsbuffer in relatie tot het liquiditeitsrisico. 112

114 BANKGARANTIES ( ) Ultimo 216 heeft Wonen Limburg de volgende bankgaranties afgegeven: Bankgarantie ten gunste van gemeente Peel en Maas Bankgarantie ten gunste van gemeente Peel en Maas Bankgarantie ten gunste van gemeente Venray NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN EN NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA A. VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN Obligo aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw uit hoofde van een door het fonds geborgde lening, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het aan het fonds betaalde disagio niet voldoende is om de aanspraken op het fonds te dekken. Ultimo van het jaar bedraagt het obligo 39,8 miljoen. Verplichtingen uit de Wet Ketenaansprakelijkheid, voor de betaling van premies op grond van werknemers- en volksverzekeringen en van loon- en omzetbelasting bij uitbesteding van werk respectievelijk inlenen van arbeidskrachten. Dit risico is nagenoeg niet te kwantificeren. (Zijn er aanwijzingen dat de corporatie wordt aangesproken dan moet voor dit risico een voorziening worden getroffen.) B. AANGEGANE VERPLICHTINGEN PROJECTEN D. FISCALITEIT Stichting Wonen Limburg staat met ingang van 1 januari 28 aan het hoofd van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (en met ingang van 1 april 215 voor de BTW) waarin verder zijn opgenomen Wonen Limburg Beleggingen BV, Wonen Limburg Holding BV, Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV, Wonen Limburg Projectontwikkeling BV, Wonen Limburg Participaties BV en Warmtelevering Wonen Limburg BV. Deze neemt de over het resultaat af te dragen vennootschapsbelasting en de af te dragen BTW van de gehele fiscale eenheid voor haar rekening. Er vindt geen verrekening plaats met de andere deelnemers van de fiscale eenheid. Op grond van het feit dat Stichting Wonen Limburg deel uit maakt van de fiscale eenheid is zij hoofdaansprakelijk voor de belastingschuld van de fiscale eenheid. E. AFGESLOTEN LENINGOVEREENKOMSTEN MET UITGESTELDE STORTING In het kader van projecten zijn er ultimo het boekjaar verplichtingen aangegaan tot een bedrag van 22,6 miljoen. C. VOF LOVERBOSCH In het kader van de overeenkomst met VOF 'Loverbosch' heeft Wonen Limburg de verplichting om de gronden die zij in haar bezit heeft, te leveren voor de gezamenlijke realisatie en ontwikkeling van dit project. De samenwerkende partner heeft zich middels een concerngarantie mede garant gesteld voor eventuele toekomstige waardeveranderingen. De waarde van de gronden bedraagt 1,7 miljoen. In 216 zijn geen leningen afgesloten met uitgestelde stortingsdata. F. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan met een mogelijke significante impact op het eigen vermogen per 31 december 216 en het resultaat over JAARREKENING

115 8.9 TOELICHTING OP DE WINST-EN-VERLIESREKENING (x 1.,-) NETTO RESULTAAT EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE HUUROPBRENGSTEN Huuropbrengsten vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen Onroerende zaken, niet zijnde woningen Af: huurderving: - wegens leegstand - wegens oninbaar De huurderving wegens leegstand bedraagt 1,1% (vorig boekjaar: 1,79%) van de netto-jaarhuur. 13 OPBRENGSTEN SERVICECONTRACTEN Leveringen en diensten Huurdersonderhoud e.d. Af: vergoedingsderving wegens leegstand Te verrekenen met huurders De vergoedingen zijn gebaseerd op de geraamde c.q. werkelijke kosten en worden jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast. De vergoedingsderving bedraagt 1,64% (vorig boekjaar 3,16%) van de vergoeding. 14 LASTEN SERVICECONTRACTEN Overige goederen, leveringen en diensten Huurdersonderhoud e.d OVERHEIDSBIJDRAGEN Bijdragen van de gemeente in de exploitatietekorten van woningaanpassing mindervaliden

116 (x 1.,-) LASTEN VERHUUR- EN BEHEERACTIVITEITEN Directe bedrijskosten Gas, water, elektra leegstand Verhuurderheffing Overige lasten Toegerekend via kostenverdeelstaat Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten Huisvestingskosten Algemene kosten Afschrijvingen immateriële vaste activa Afschrijvingen onroerende en roerende overige zaken ten dienste van de exploitatie Toegerekend aan (im)materiële vaste activa Vastgoedontwikkeling ERP Energieprojecten Geactiveerde rente onroerende zaken in ontwikkeling Overige bedrijfsopbrengsten Vergoedingen voor administratie Overige baten Vergoedingen niet afrekenbare servicekosten TOTAAL LASTEN VERHUUR- EN BEHEERACTIVITEITEN JAARREKENING

117 (x 1.,-) PERSONEELSKOSTEN De totale personeelskosten in 216 worden als volgt uitgesplitst: Lonen en salarissen Salarissen Ontvangen ziekengeld WERKNEMERS Ultimo 216 had Wonen Limburg 247 (vorig boekjaar 244) werknemers in dienst. Het aantal herleid op fulltime basis bedraagt ultimo boekjaar 218,8 (vorig boekjaar 217,2). Hiervan zijn 48,8 werknemers werkzaam bij de stuurlijn Ontwikkeling & Vastgoed, 1,2 bij de stuurlijn Wonen & Leven en 4,1 bij de stafafdelingen. Gemiddeld genomen had Wonen Limburg in ,9 (vorig boekjaar 253) werknemers in dienst. Het aantal herleid op fulltime basis bedraagt gemiddeld in het boekjaar 217,8 (vorig boekjaar 225,6). BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS De bezoldiging van de twee bestuurders over het boekjaar 216 bedroeg in totaal (x 1.,-) Sociale lasten (excl. pensioenlasten) Pensioenlasten Overige personeelskosten Kosten uitzendkrachten en inleenkrachten Reiskostenvergoeding Opleidingskosten Wervingskosten Personeelsvergoedingen Vrijval/dotatie voorziening verlofuren Overige personeelskosten TOTAAL PERSONEELSKOSTEN

118 (x 1.,-) 17 LASTEN ONDERHOUDSACTIVITEITEN Kosten niet-planmatig onderhoud Kosten planmatig onderhoud De onderhoudskosten voor het vastgoed in exploitatie zijn te verdelen in: Planmatig onderhoud Mutatieonderhoud Klachtenonderhoud Toegerekend via kostenverdeelstaat Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten Huisvestingskosten Algemene kosten Afschrijvingen immateriële vaste activa Afschrijvingen onroerende en roerende overige zaken ten dienste van de exploitatie TOTAAL LASTEN ONDERHOUDSACTIVITEITEN JAARREKENING

119 (x 1.,-) 18 OVERIGE DIRECTE OPERATIONELE LASTEN EXPLOITATIE BEZIT Belastingen Verzekeringen Bijdrage Aw (x 1.,-) 19 OMZET VERKOCHT VASTGOED IN ONTWIKKELING Resultaat verkoop MVA in ontwikkeling (x 1.,-) NETTO GEREALISEERD RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE VERKOOPOPBRENGST VASTGOEDPORTEFEUILLE Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: direct toegerekende verkoopkosten TOEGEREKENDE ORGANISATIEKOSTEN VERKOOP Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten Huisvestingskosten Algemene kosten Afschrijvingen immateriële vaste activa Afschrijvingen onroerende en roerende overige zaken ten dienste van de exploitatie MARKTWAARDE VERKOCHTE VASTGOEDPORTEFEUILLE Marktwaarde verkochte vastgoedportefeuille TOTAAL NETTO GEREALISEERD RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE

120 (x 1.,-) WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTFEUILLE Dotatie voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Vrijval afwaarderingen voorgaande jaren opgeleverde projecten Grondwaarden, projectkosten en haalbaarheidsonderzoeken Mutatie voorziening afwaardering MVA in ontwikkeling Mutatie voorziening afwaardering voorraden Mutatie voorziening afwaardering onderhanden projecten NIET GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE NIET GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN Waardevermeerdering 'Kopen dichterbij' Waardeverandering terugkoopverplichting Slimmer Kopen NIET GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE BESTEMD VOOR VERKOOP TOTAAL WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE (x 1.,-) NETTO RESULTAAT OVERIGE ACTIVITEITEN OPBRENGSTEN OVERIGE ACTIVITEITEN Vergoedingen voor algemeen beheer en administratie Opbrengsten van VoV-activiteiten Opbrengsten van overige dienstverlening Opbrengsten verkoop roerende zaken t.d.v. exploitatie KOSTEN OVERIGE ACTIVITEITEN Kosten van VoV-activiteiten TOTAAL NETTO RESULTAAT OVERIGE ACTIVITEITEN JAARREKENING

121 (x 1.,-) 29 OVERIGE ORGANISATIEKOSTEN Treasury Presentie- en vacatiegelden Raad van Commissarissen Overige bestuurskosten Kosten externe controle (x 1.,-) 3 LEEFBAARHEID Leefbaarheidskosten Personeelskosten toegerekend aan leefbaarheid (x 1.,-) FINANCIËLE BATEN EN LASTEN WAARDEVERANDERINGEN VAN FINANCIËLE VASTE ACTIVA EN VAN VERPLICHTINGEN Waardeveranderingen van financiële vaste activa Waardeveranderingen van extendible leningen Wonen Limburg beschikt over 4 extendible leningen met een totale waarde per van 33 miljoen. Voor deze 4 extendible leningen is het derivaat van het contract gescheiden en de marktwaarde per ultimo 216 berekend. Deze bedraagt 27,4 miljoen negatief (215: 18,8 miljoen negatief). De verandering in marktwaarde over 216 bedraagt 8,6 miljoen negatief. Door de verkoop van de gehele vastgoedportefeuille in 215 beschikt WIF over een saldo van in totaal 7 miljoen. Met Wonen Limburg is een vaststellingsovereenkomst gesloten en is in 215 een bedrag van 2 miljoen uitgekeerd. In 216 is de slottermijn uitgekeerd ad Vanwege aanhoudende tegenvallende financiële resultaten en het naderende aflopen van de bankfinanciering heeft WIF bij overeenkomsten d.d. 28 november 214 en 29 juni 215 zijn gehele vastgoedportefeuille verkocht en vervolgens geleverd aan de Britse investeringsmaatschappij Round Hill Capital en Stichting Woonbron. Gelet op de onzekerheid in 214 omtrent het aflossen van de achtergestelde leningen, was door Wonen Limburg voor de totale vordering ( 6,1 miljoen) uit voorzichtigheid een voorziening gevormd voor het volledige bedrag. 12

122 (x 1.,-) 32 OPBRENGSTEN VAN VORDERINGEN DIE TOT DE VASTE ACTIVA BEHOREN EN VAN EFFECTEN Renteopbrengsten leningen Rente Wonen Limburg Holding BV In 215 is een lening ad 7,4 miljoen vervroegd afgelost. Deze lening had een marktwaarde van 6,3 miljoen. Het verschil ad. 1,1 miljoen is onder de post renteopbrengsten leningen in 215 verantwoord. Voor 216 betreft het in hoofdzaak renteopbrengsten leningen Warmtelevering Wonen Limburg BV voor 5 duizend. (x 1.,-) 33 ANDERE RENTEBATEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN Rente spaar- en beleggingsrekeningen Vrijval disagio leningen Mooiland Overige rentebaten (x 1.,-) 34 RENTELASTEN EN SOORTGELIJKE KOSTEN Rente leningen overheid en kredietinstellingen Overige rentelasten (x 1.,-) 35 BELASTINGEN Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. woningverkopen Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. waarderingsverschil leningen Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v voorwaartse verliescompensatie Mutatie belastinglatentie a.g.v. waarderingsverschil verplicht uit hoofde van extendible leningen Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. waarderingsverschil afschrijvingspotentieel Door de tijdelijke verschillen tussen de fiscale en commerciële waardering ontstaan actieve belastinglatenties. Het toepasbare tarief voor de acute vennootschapsbelasting is 25%. 8. JAARREKENING

123 (x 1.,-) 36 RESULTAAT DEELNEMINGEN Resultaat deelneming Wonen Limburg Beleggingen BV Resultaat deelneming Wonen Limburg Holding BV Resultaat deelneming Kraneveld BV* Resultaat deelneming Warmtelevering Wonen Limburg BV Resultaat deelneming Coöperatieve Vereniging 'Thuis in Limburg' UA * Kraneveld BV is in 215 geliquideerd. (x 1.,-) HONORARIUM ACCOUNTANT (IN EURO S) Controle van de jaarrekening 2. Andere controle opdrachten 3. Fiscale adviesdiensten 4. Andere niet-controle diensten Totale honoraria accountant In 216 heeft Deloitte in opdracht van Wonen Limburg andere controle opdrachten verricht. Dit waren met name werkzaamheden in het kader van de controle waardering van de marktwaarde. De totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening is gebaseerd op de totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, ongeacht of de werkzaamheden door de externe accountant en de accountantsorganisatie reeds gedurende dat boekjaar zijn verricht. 122

124 8.1 OVERIGE TOELICHTING EN ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING WET NORMERING TOPINKOMENS (WNT) Per 1 januari 215 is de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (hierna WNT-2) in werking getreden. In 216 geldt voor Wonen Limburg de regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 214 (Blok-staffel). Dit betekent dat Wonen Limburg in 216 in klasse H valt met een maximale bezoldigingsnorm (op fulltime jaarbasis) van Beide bestuurders hebben een 1% dienstverband. Zowel de heer Peeters als de heer Hazeu overschrijden in 216 de toegestane WNT bezoldiging. Beide heren maken sinds 1 januari 216 gebruik van het overgangsrecht. Gedurende 1 januari 216 tot en met 31 december 219 is het toegestaan dat de bezoldiging van de heer Peeters en de heer Hazeu de huidige bezoldigingsnorm van de WNT (staffel op basis van WNT-2) overschrijdt. Een overschrijding is toegestaan mits de bezoldigingsnorm van de WNT, zoals deze gold in 215 niet wordt overschreden. Aangezien de bezoldiging voor beide heren de maximale bezoldigingsnorm van WNT zoals deze gold in 215 (van 185.2) niet overschrijdt, is er geen sprake van een onverschuldigde betaling. Vanaf 1 januari 22 dient het salaris in een periode van drie jaar te worden afgebouwd naar het dan van toepassing zijnde WNT maximum. Op grond van het voorgaande kwalificeren de volgende personen als topfunctionaris van Stichting Wonen Limburg: BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN EN GEWEZEN TOPFUNCTIONARISSEN (BEDRAGEN ZIJN EXCLUSIEF BTW) NAAM FUNCTIE DUUR BELONING ( ) BELASTBARE KOSTEN PENSIOENAFDRACHT ( ) DIENSTVERBAND VERGOEDINGEN ( ) (VOORZIENINGEN BETAALBAAR OP TERMIJN) G.G.M.P. Peeters Bestuurder tot W.N. Hazeu Bestuurder tot G.C.P. Dijk Voorzitter RvC tot H. Doedel Lid RvC / Vice-voorzitter tot J.T. Coppus Lid RvC tot T.J. Houbiers Lid RvC tot I.M. Koopmans Lid RvC tot P.H.M. Smeets Lid RvC tot In 216 hebben geen beëindigingsuitkeringen plaatsgevonden. 8. JAARREKENING

125 ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING De jaarrekening is opgemaakt d.d. 15 mei 217. De jaarrekening is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen van 15 mei 217. Raad van Bestuur Raad van Commissarissen G.G.M.P. Peeters G.C.P. Dijk W.N. Hazeu H. Doedel J.T. Coppus T.J. Houbiers I.M. Koopmans P.H.M. Smeets 124

126 9. OVERIGE GEGEVENS CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring. A. VERKLARING OVER DE IN HET JAARVERSLAG OPGENOMEN JAARREKENING 216 ONS OORDEEL Wij hebben de jaarrekening 216 van Stichting Wonen Limburg te Roermond gecontroleerd. Naar ons oordeel geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Wonen Limburg op 31 december 216 en van het resultaat over 216 in overeenstemming met artikel 35 van de Woningwet, artikel 3 en 31 van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting, artikel 14 en 15 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting, de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. DE BASIS VOOR ONS OORDEEL Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en rubriek A van het accountantsprotocol zoals opgenomen in bijlage 4 bij de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Wonen Limburg, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. B. VERKLARING OVER DE IN HET JAARVERSLAG OPGENOMEN ANDERE INFORMATIE Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: De jaarrekening bestaat uit: 1. de enkelvoudige balans per 31 december 216; 2. de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 216; 3. de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. het bestuursverslag; de overige gegevens. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; alle informatie bevat die op grond van artikel 35 en 36 van de Woningwet is vereist. 9. OVERIGE GEGEVENS

127 Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten uit rubriek A van het accountantsprotocol zoals opgenomen in bijlage 4 bij de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting en de Nederlandse Standaard 72. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met artikel 35 en 36 van de Woningwet. C. BESCHRIJVING VAN VERANTWOORDELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT DE JAARREKENING Verantwoordelijkheden van het bestuur en de Raad van commissarissen voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met artikel 35 lid 1 en 2 van de Woningwet, artikel 3 en 31 van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting, artikel 14 en 15 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting, de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de toegelaten instelling in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van artikel 35 van de Woningwet moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de toegelaten instelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de toegelaten instelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De Raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de toegelaten instelling. ONZE VERANTWOORDELIJKHEDEN VOOR DE CONTROLE VAN DE JAARREKENING Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, rubriek A van het accountantsprotocol zoals opgenomen in bijlage 4 bij de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: het identificeren en inschatten van de risico s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling; 126

128 het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de toegelaten instelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een toegelaten instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen STATUTAIRE WINSTBESTEMMING In de statuten van Wonen Limburg is geen regeling opgenomen omtrent de winstbestemming RESULTAATBESTEMMING 215 De jaarrekening 215 is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en vastgesteld door de Raad van Bestuur in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 12 mei 216. De vergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was. Wij communiceren met de Raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Eindhoven, 15 mei 217 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. C.H.L.J. Bergmans RA 9. OVERIGE GEGEVENS

129 BIJLAGE 1: ACTIVITEITEN VASTGOED EN NIET-VASTGOED PER GEMEENTE In hoofdstuk 2 en 3 van dit jaarverslag las u wat onze vastgoed en niet-vastgoedactiviteiten waren in 216. In onderstaande tabel ziet u per gemeente wat er in onze woningvoorraad veranderde en welke bedragen we besteedden aan leefbaarheidsprojecten. Het betreft hier enkel de uitgegeven euro s. Interne kosten (bijvoorbeeld werkuren) en leefbaarheidsprojecten die wel zijn uitgevoerd, maar uiteindelijk geen geld kostten, zijn hierin niet meegenomen. OMSCHRIJVING TOTAAL WEERT NEDER- WEERT HEEZE SOMEREN CRANENDONK Ontwikkeling woningvoorraad Aantal woningen per 31 december Nieuwbouw Aankoop Transformatie 4 Sloop 12 Verkochte woningen in Duurzaam bouwen Energieprojecten Stroomversnelling Uitgaven leefbaarheid (in ) Wijk en economie 25. Wijk en groen Wijk en ontmoeten Wijk en participatie Wijk en samenleven Wijk en zorg Leefbaarheid algemeen Fonds leefbaarheid Technische leefbaarheid TOTAAL LEEFBAARHEID

130 OMSCHRIJVING VENLO PEEL EN ROERDALEN HORST AAN LEUDAL ROERMOND MAAS DE MAAS Ontwikkeling woningvoorraad Aantal woningen per 31 december Nieuwbouw Aankoop 4 Transformatie 2 Sloop 1 2 Verkochte woningen in Duurzaam bouwen Energieprojecten Stroomversnelling Uitgaven leefbaarheid (in ) Wijk en economie 25. Wijk en groen Wijk en ontmoeten Wijk en participatie Wijk en samenleven Wijk en zorg Leefbaarheid algemeen Fonds leefbaarheid Technische leefbaarheid TOTAAL LEEFBAARHEID BIJLAGE 1 129

131 OMSCHRIJVING MAASGOUW STEIN BRUNSSUM SCHINNEN NUTH KERKRADE Ontwikkeling woningvoorraad Aantal woningen per 31 december Nieuwbouw Aankoop 6 32 Transformatie Sloop Verkochte woningen in Duurzaam bouwen Energieprojecten 41 Stroomversnelling 216 Uitgaven leefbaarheid (in ) Wijk en economie Wijk en groen Wijk en ontmoeten Wijk en participatie Wijk en samenleven Wijk en zorg Leefbaarheid algemeen Fonds leefbaarheid Technische leefbaarheid TOTAAL LEEFBAARHEID

132 OMSCHRIJVING LANDGRAAF VENRAY SITTARD HEERLEN ECHT- SUSTEREN BEEK Ontwikkeling woningvoorraad Aantal woningen per 31 december Nieuwbouw 1 Aankoop Transformatie 2 Sloop Verkochte woningen in Duurzaam bouwen Energieprojecten 47 5 Stroomversnelling 216 Uitgaven leefbaarheid (in ) Wijk en economie Wijk en groen Wijk en ontmoeten Wijk en participatie Wijk en samenleven Wijk en zorg Leefbaarheid algemeen Fonds leefbaarheid Technische leefbaarheid TOTAAL LEEFBAARHEID BIJLAGE 1 131

133 OMSCHRIJVING MAASTRICHT ONDERBANKEN SIMPELVELD VOERENDAAL MEERSSEN Ontwikkeling woningvoorraad Aantal woningen per 31 december Nieuwbouw Aankoop Transformatie Sloop Verkochte woningen in Duurzaam bouwen Energieprojecten Stroomversnelling 216 Uitgaven leefbaarheid (in ) Wijk en economie Wijk en groen Wijk en ontmoeten Wijk en participatie Wijk en samenleven Wijk en zorg Leefbaarheid algemeen Fonds leefbaarheid Technische leefbaarheid TOTAAL LEEFBAARHEID

134 BIJLAGE 2: PERSOONLIJKE GEGEVENS BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN NAAM M/V FUNCTIE GEB. BENOEMD HERBENOEMBAAR LID LID DATUM VAN TOT REMUNERATIE AUDIT- COMMISSIE COMMISSIE G.C.P. Dijk M Voorzitter Nee Voorzitter Nee (va ) H. Doedel V Vice-voorzitter Nee Ja Nee (va ) J.T. Coppus M Lid Nee Nee Voorzitter (va ) T.J. Houbiers V Lid Nee Nee Nee Huurderscommissaris P.H.M. Smeets M Lid Ja Nee Nee Huurderscommissaris I.M. Koopmans V Lid Ja Nee Ja BIJLAGE 2 133

135 LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN HONORERING ( ) BIJLAGE 3: HOOFD- EN NEVENFUNCTIES BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN G.C.P. Dijk H. Doedel T.J. Houbiers J.T. Coppus De heer G.G.M.P. Peeters Nevenfuncties: vicevoorzitter Raad van Toezicht MEE Zuidoost-Brabant in Waalre; lid Raad van Toezicht Summa College in Eindhoven; lid Raad van Toezicht Effenaar in Eindhoven. P.H.M. Smeets I.M. Koopmans TOTAAL BESTUUR Naam Peeters Voornaam Ger Voorletters G.G.M.P. Geslacht man Geboortedatum Benoeming 15 januari 211, herbenoeming 15 januari 215 Hoofdfunctie bestuurder Wonen Limburg Naam Hazeu Voornaam Wim Voorletters W.N. Geslacht man Geboortedatum Benoeming 15 januari 211, herbenoeming 15 januari 215 Hoofdfunctie bestuurder Wonen Limburg Organen waarin bovengenoemde bestuurder de corporatie vertegenwoordigt/deelnemingen Wonen Limburg: lid/voorzitter Deelnemersraad WSW; lid De Vernieuwde Stad (DVS); lid Dagelijks Bestuur Platform Ketensamenwerking Zuid; lid Raad van Bestuur Stichting Vastgoeddata StiVAD; lid Platform Limburgse Woningcorporaties (PLW); lid Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties (NVBW); lid regionaal overleg WoCo Noord-Limburg; lid regionaal overleg WoCo Midden-Limburg. De heer W.N. Hazeu Nevenfuncties: voorzitter bestuur Stichting Buitenplaats Vaeshartelt in Maastricht; voorzitter Stichting Werkplaats Kringloop Zuid in Maastricht; voorzitter Raad van Commissarissen Bodemzorg Limburg; lid Raad van Toezicht Stichting Envida. Organen waarin bovengenoemde bestuurder de corporatie vertegenwoordigt: lid Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur van Aedes; lid bestuur Thuis in Limburg (TIL); voorzitter Regionaal Overleg Woningcorporaties Parkstad Limburg (ROW); lid vereniging De Stroomversnelling; lid De Vernieuwde Stad (DVS); lid Platform Limburgse Woningcorporaties (PLW); lid Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties (NVBW); lid bestuur Corporatie Energie Beheer (CEB). 134

136 RAAD VAN COMMISSARISSEN De heer G.C.P. Dijk Directeur grootaandeelhouder Dijk Holding BV vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Zuid (Eindhoven); voorzitter Stichting Jumping Indoor Maastricht; bestuur Stichting Memorial Center Akkers van Margraten; voorzitter Stichting Ondersteuningsfonds Petrus & Paulus; lid Raad van Toezicht van Stichting Elisabeth Strouven Fonds te Maastricht; bestuur VvE Ooftmengerdreef. Mevrouw H. Doedel Directeur Waterleidingmaatschappij Limburg lid bestuur Vewin; voorzitter AvA Aqualab Zuid; lid bestuur RIWA Maas; lid bestuur werkgeversvereniging voor de drinkwatersector Wwb; lid Raad van Toezicht ROC Leeuwenborgh. De heer J.T. Coppus Directeur Teunesen Zand en Grint BV Mevrouw T.J. Houbiers (namens huurdersorganisaties) IBA parkstad, Practical/projectenbureau De heer P.H.M. Smeets (namens huurdersorganisaties) Directeur Bureau Bouwconflict BV oprichter en voorzitter Presolve, expertise centrum voor geschillenvrij bouwen arbiter Raad van Arbitrage voor de Bouw, de stichting Arbitrage Instituut Bouwkunst en het Nederlands Arbitrage Instituut; voorzitter Raad van Commissarissen Thermoflor BV in Heerlen; lid Raad van Commissarissen Woningborg NV in Gouda; lid Raad van Deskundigen parallelstructuur A12. Mevrouw I.M. Koopmans Officier van justitie Functioneel Parket in Den Bosch lid Wetenschappelijke Commissie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak; lid Raad van Toezicht van de Conrisq Groep in Zetten; lid Raad van Toezicht van de Stichting Lunet in Eindhoven; lid Raad van Toezicht van Ziekenhuis Bernhoven. adviseur Buiting Advies BV in Dieren. BIJLAGE 3 135

137 A Postbus KG Roermond T E post@wonenlimburg.nl W wonenlimburg.nl De bezoekadressen van onze buurtwinkels in Venray, Horst, Panningen, Weert, Roermond, Urmond, Sittard en Heerlen vindt u op onze website. Volg ons op:

2016 FLEXIBEL ÉN STABIEL

2016 FLEXIBEL ÉN STABIEL 2016 FLEXIBEL ÉN STABIEL Voor u ligt een verkorte versie van ons jaarverslag 2016. Hierin leest u welke thema s er speelden. En geven we de belangrijkste cijfers over het afgelopen jaar overzichtelijk

Nadere informatie

NIEUWE KADERS NIEUWE KANSEN

NIEUWE KADERS NIEUWE KANSEN 2015 NIEUWE KADERS NIEUWE KANSEN Voor u ligt een verkorte versie van ons jaarverslag 2015. We hebben in deze uitgave een aantal belangrijke thema s gekozen en deze op een inzichtelijke manier weergegeven.

Nadere informatie

WONEN LIMBURG KOERSVAST

WONEN LIMBURG KOERSVAST 2014 WONEN LIMBURG KOERSVAST Voor u ligt een verkorte versie van ons jaarverslag 2014. We hebben in deze uitgave een aantal belangrijke thema s gekozen en op een inzichtelijke manier weergegeven. Heeft

Nadere informatie

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018 ONDERWERP Prestatieafspraken 2019 SAMENVATTING Gemeente, de Heemsteedse woningcorporaties Elan Wonen en Pre Wonen en hun huurdersorganisaties Bewonersraad Elan Wonen en Bewonerskern Pre streven een gemeenschappelijk

Nadere informatie

Gemeente Nederweert College van Burgemeester en Wethoucers Postbus AA NEDERWEERT. Geachte College,

Gemeente Nederweert College van Burgemeester en Wethoucers Postbus AA NEDERWEERT. Geachte College, Kenmerk Jaarverslag en jaarrekening 2016 2017-066 Datum 2juni2017 Gemeente Nederweert College van Burgemeester en Wethoucers Postbus 2728 6030 AA NEDERWEERT b r Geachte College, Hierbij ontvangt u ons

Nadere informatie

Prestatieafspraken Gemeente Wormerland, WormerWonen, Huurders voor Huurders

Prestatieafspraken Gemeente Wormerland, WormerWonen, Huurders voor Huurders Prestatieafspraken -2020 Gemeente Wormerland, WormerWonen, Huurders voor Huurders Inleiding Per 1 juli 2015 is de nieuwe Woningwet van kracht geworden. Hoeksteen van deze hervorming is de lokale verankering

Nadere informatie

Activiteitenoverzicht Midden-Groningen 2019

Activiteitenoverzicht Midden-Groningen 2019 ACTIVITEITENOVERZICHT 2019 MIDDEN-GRONINGEN juni 2018 1. INLEIDING Voor u ligt het activiteitenoverzicht 2019 van Actium aan de gemeente Midden-Groningen, met daarin de voorgenomen activiteiten van Actium

Nadere informatie

Scherp aan de wind! ons ondernemingsplan

Scherp aan de wind! ons ondernemingsplan Scherp aan de wind! ons ondernemingsplan 2017-2020 Inhoudsopgave: 1. Voorwoord 2. Hier staan we voor 3. Woningbezit 4. Huurders 5. Vitale wijken en buurten 6. Financiën 7. Organisatie Voorwoord samen werken

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Voorwoord. Beleid. Maatschappelijke verantwoording. Het huisvesten van de doelgroep. Kwaliteit en duurzaamheid.

Inhoud. Voorwoord. Voorwoord. Beleid. Maatschappelijke verantwoording. Het huisvesten van de doelgroep. Kwaliteit en duurzaamheid. Jaarverslag 2018 Inhoud Voorwoord SAMENVATTING JAARVERSLAG 2018 WONEN MIDDEN-DELFLAND Voorwoord Beleid Maatschappelijke verantwoording 03 05 06 Wij zijn een lokaal verankerde corporatie met een scherpe

Nadere informatie

Bericht. Inhoud. Bericht van onze directeur-bestuurder. Bericht van de raad van commissarissen. Het huisvesten van onze doelgroep

Bericht. Inhoud. Bericht van onze directeur-bestuurder. Bericht van de raad van commissarissen. Het huisvesten van onze doelgroep Jaarverslag 2017 Inhoud Bericht VAN ONZE DIRECTEUR-BESTUURDER Bericht van onze directeur-bestuurder Bericht van de raad van commissarissen Het huisvesten van onze doelgroep De kwaliteit van onze woningen

Nadere informatie

Onze ambities MISSIE VISIE KERNWAARDEN. Onze droom is goed en betaalbaar wonen voor iedereen.

Onze ambities MISSIE VISIE KERNWAARDEN. Onze droom is goed en betaalbaar wonen voor iedereen. JAARVERSLAG 2016 Onze ambities VISIE MISSIE KERNWAARDEN Onze droom is goed en betaalbaar wonen voor iedereen. Wij richten ons op mensen uit de regio Apeldoorn met beperkte kansen op de woningmarkt. We

Nadere informatie

De hoofdlijn van 2016: betaalbaarheid, duurzaamheid en woonkwaliteit

De hoofdlijn van 2016: betaalbaarheid, duurzaamheid en woonkwaliteit 1 De hoofdlijn van 2016: betaalbaarheid, duurzaamheid en woonkwaliteit 2016 was het eerste jaar van ons Ondernemingsplan 2016-2020. Afgelopen jaar hebben we extra de aandacht gericht op de thema s betaalbaarheid,

Nadere informatie

Lefier in samenvatting jaarverslag. Samenvatting jaarverslag

Lefier in samenvatting jaarverslag. Samenvatting jaarverslag Lefier in 2014 samenvatting jaarverslag Samenvatting jaarverslag 2014 1 Lefier in 2014 samenvatting jaarverslag Wij zijn Lefier, een woningcorporatie in Noord-Nederland. Lefier staat midden in de samenleving

Nadere informatie

Omdat u het niet altijd eens bent met uw verhuurder. Informatie over de regionale geschillencommissie van

Omdat u het niet altijd eens bent met uw verhuurder. Informatie over de regionale geschillencommissie van 101210658 Wonen Limbug - Folder Geschillencommissie 15-12-2010 07:57 Pagina 1 Omdat u het niet altijd eens bent met uw verhuurder Informatie over de regionale geschillencommissie van woningcorporaties

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2017 NAAR HET BESTE VAN TWEE WERELDEN

JAARVERSLAG 2017 NAAR HET BESTE VAN TWEE WERELDEN JAARVERSLAG 2017 NAAR HET BESTE VAN TWEE WERELDEN JAARVERSLAG 2017 NAAR HET BESTE VAN TWEE WERELDEN WONEN LIMBURG IN HET KORT WONINGBEZIT 30.223 verhuureenheden 2.082 huizen wisselden van huurder 347 statushouders

Nadere informatie

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Ooststellingwerf. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Ooststellingwerf. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Ooststellingwerf Samen werken aan goed en betaalbaar wonen Goed en betaalbaar wonen in Ooststellingwerf Onze bijdrage 2018 aan uw woonvisie Gewoon

Nadere informatie

Rochdale geeft thuis. Terugblik Krachtige keuzes om mensen een thuis te geven

Rochdale geeft thuis. Terugblik Krachtige keuzes om mensen een thuis te geven Rochdale geeft thuis Terugblik 2016 Krachtige keuzes om mensen een thuis te geven Wij zijn een woningcorporatie voor mensen met een laag inkomen. Binnen deze inkomensgroep zijn we er voor iedereen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

ONDERNEMINGSPLAN volkshuisvesters

ONDERNEMINGSPLAN volkshuisvesters ONDERNEMINGSPLAN 2016 2020 volkshuisvesters ONDERNEMINGSPLAN 2016 2020 volkshuisvesters 1 inhoud ONZE VISIE 4 INHOUD ONZE MISSIE 4 ONZE DOELEN 5 1. KLANTGERICHT DIENSTVERLENEN 6 2. BETAALBARE WONINGEN

Nadere informatie

Rapportage woonruimteverdeling Wachttijd voor een huurwoning loopt verder op. Eerste helft 2016

Rapportage woonruimteverdeling Wachttijd voor een huurwoning loopt verder op. Eerste helft 2016 Rapportage woonruimteverdeling Wachttijd voor een huurwoning loopt verder op. Eerste helft 2016 Samenvatting In de eerste helft van 2016 leverden wij geen nieuwe woningen op. Dat zie je terug in de slaagkansen

Nadere informatie

Beleidsplan

Beleidsplan Beleidsplan 2018-2022 Missie: In ons nieuwe beleidsplan blijft de missie ongewijzigd. Het blijft de beste zin die precies uitdrukt wie wij willen zijn en hoe we willen werken. Rijnhart Wonen creëert kansen

Nadere informatie

ACTIVITEITEN AMERSFOORT

ACTIVITEITEN AMERSFOORT ACTIVITEITEN AMERSFOORT Woningbezit naar woningtype Eengezinswoning Galerijflat Portiekflat Beneden-/ bovenwoning Totaal 5.462 3.588 3.119 598 12.767 Bovenstaand woningbezit is exclusief 540 onzelfstandige

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT Uitvoeringsprogramma 2016-2025 gemeente Brummen Kenmerk INT16.2900 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Uitvoering per pijler 1 Pijler 1. Betaalbaarheid en beschikbaarheid 2 Pijler 2. Wonen, zorg en vergrijzing 5 Pijler

Nadere informatie

Prestatieafspraken Hellevoetsluis Woonstichting De Zes Kernen Gemeente Hellevoetsluis Huurdersvereniging Bernisse

Prestatieafspraken Hellevoetsluis Woonstichting De Zes Kernen Gemeente Hellevoetsluis Huurdersvereniging Bernisse Prestatieafspraken Hellevoetsluis 2019 Woonstichting De Zes Kernen Gemeente Hellevoetsluis Huurdersvereniging Bernisse Inleiding Voor u liggen de prestatieafspraken 2019 van de gemeente Hellevoetsluis,

Nadere informatie

Betaalbaar en passend

Betaalbaar en passend 3 Betaalbaar en passend 28 3.1 Huurbeleid Vanaf 2016 wordt er passend toegewezen. Ons huurbeleid is daarop ingericht. Bij nieuwe verhuringen is de nieuwe huurprijs afgestemd op de aftoppingsgrenzen. Hierdoor

Nadere informatie

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein Samenvatting In 2015 leverden wij 39 appartementen op aan het Schauwplein te Putten. De belangstelling voor de woningen was groot en leidde tot doorstroming. Wij sloten in 2015 inclusief deze nieuwbouw

Nadere informatie

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Tytsjerksteradiel. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Tytsjerksteradiel. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Tytsjerksteradiel Samen werken aan goed en betaalbaar wonen Goed en betaalbaar wonen in Tytsjerksteradiel Onze bijdrage 2018 aan uw woonvisie Gewoon

Nadere informatie

Woningcorporaties in Nuth. Presentatie gemeenteraad Nuth

Woningcorporaties in Nuth. Presentatie gemeenteraad Nuth Woningcorporaties in Nuth Presentatie gemeenteraad Nuth 27 november 2012 Inhoud presentatie Voorstellen: Wonen Zuid & Wonen Limburg Wat doen woningcorporaties? Ontwikkelingen in de woningmarkt Regeerakkoord

Nadere informatie

Investeren in groen en betaalbaar wonen

Investeren in groen en betaalbaar wonen Verkort Beleidsplan Het Gooi en Omstreken 2013-2018 Investeren in groen en betaalbaar wonen Ambities in 2017 In Baarn, Blaricum, Bunschoten, Gooise Meren, Hilversum en Wijdemeren Voorwoord Maarten van

Nadere informatie

Activiteiten Amsterdam

Activiteiten Amsterdam Activiteiten Woningbezit Zelfstandige huurwoningen naar woningtype = 1.570 2.328 15.018 236 19.152 Eengezinswoning Galerijflat Portiekflat Beneden-/ Totaal bovenwoning Bovenstaand woningbezit is exclusief

Nadere informatie

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015 THEMABIJEENKOMST WONEN 29 juni 2015 1. Opzet van de bijeenkomst Na een korte introductie van de voorzitter (wethouder Wolff) houdt woningcorporatie ZO Wonen een korte presentatie op hun visie en functie

Nadere informatie

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Smallingerland. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Smallingerland. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Smallingerland Samen werken aan goed en betaalbaar wonen Goed en betaalbaar wonen in Smallingerland Onze bijdrage 2018 aan uw woonvisie Gewoon dóen!

Nadere informatie

KOERS. 1. Inleiding: samen meer betekenen

KOERS. 1. Inleiding: samen meer betekenen KOERS 1. Inleiding: samen meer betekenen Samen kunnen we meer doen voor bewoners. Daarom fuseren Woonstichting Etten- Leur en AlleeWonen. Beide corporaties zetten zich afzonderlijk al met hart, ziel en

Nadere informatie

Activiteitenoverzicht gemeente Aa en Hunze 2019

Activiteitenoverzicht gemeente Aa en Hunze 2019 ACTIVITEITENOVERZICHT 2019 AA EN HUNZE juni 2018 1. INLEIDING Voor u ligt het activiteitenoverzicht 2019 van Actium aan de gemeente Aa en Hunze, met daarin de voorgenomen activiteiten van Actium in de

Nadere informatie

Welkom! Programma. 18 juni 2015. Welkom. Presentatie visitatierapport. Voor welke uitdagingen staan we? Kort filmpje. Borrel en informeel contact

Welkom! Programma. 18 juni 2015. Welkom. Presentatie visitatierapport. Voor welke uitdagingen staan we? Kort filmpje. Borrel en informeel contact Welkom! 1 Programma Welkom Presentatie visitatierapport Voor welke uitdagingen staan we? Kort filmpje Borrel en informeel contact 2 1 van bekend naar nieuw van naar 3 Waar gaat het naar toe? Verkleining

Nadere informatie

SAMEN BOUWEN VLAANDEREN

SAMEN BOUWEN VLAANDEREN aan ZEEUWS- VLAANDEREN Samen bouwen Dit is de gezamenlijke visie van Clavis, Woonstichting Hulst en Woongoed Zeeuws- Vlaanderen op de sociale volkshuisvesting in Zeeuws-Vlaanderen. Ons motto: samen bouwen.

Nadere informatie

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Leeuwarden

Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Leeuwarden Bijdrage 2018 WoonFriesland aan de woonvisie gemeente Leeuwarden Samen werken aan goed en betaalbaar albaar wonen Goed en betaalbaar wonen in Leeuwarden Onze bijdrage 2018 aan uw woonvisie Gewoon dóen!

Nadere informatie

Gewoon Dóen! WoonFriesland

Gewoon Dóen! WoonFriesland Gewoon Dóen! WoonFriesland in 2016 Gewoon dóen en Gewoon dóen! Betaalbare woningen voor mensen die dat nodig hebben; daar draait het om bij WoonFriesland. Om de focus te houden op de kwaliteit van sociale

Nadere informatie

ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE?

ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE? ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE? WWW.AEDES.NL MAART 2015 DE NIEUWE ONINGWET Vanaf 1 juli 2015 gelden nieuwe regels voor woningcorporaties. De invoering van de nieuwe Woningwet betekent dat ook

Nadere informatie

Prestatieafspraken Gemeente Losser, Woningcorporatie Domijn, Stichting Huurders Belangen Losser

Prestatieafspraken Gemeente Losser, Woningcorporatie Domijn, Stichting Huurders Belangen Losser Prestatieafspraken 2019 Gemeente Losser, Woningcorporatie Domijn, Stichting Huurders Belangen Losser Dhr. A.V.M Veekamp Voorzitter Stichting Huurders Belangen Losser Dhr. J.H.F. Laarhoven Secretaris Stichting

Nadere informatie

WSN: Thuis in Nijkerk. Een kennismaking met onze plannen tot en met 2014

WSN: Thuis in Nijkerk. Een kennismaking met onze plannen tot en met 2014 WSN: Thuis in Nijkerk Een kennismaking met onze plannen tot en met 2014 V O O R W O O R D Bertus Rakhorst over...geborgenheid Een goed en veilig thuis vormt een stevige basis van waaruit je je verder kunt

Nadere informatie

herijkte ondernemingsplan 2016 / 2017 WONINGSTICHTING SWZ

herijkte ondernemingsplan 2016 / 2017 WONINGSTICHTING SWZ herijkte ondernemingsplan 2016 / 2017 WONINGSTICHTING SWZ Voorwoord Voor u ligt het herijkte ondernemingsplan van SWZ. Dit is het antwoord op de vraag die we onszelf en onze belangrijkste stakeholder huurdersbelangenvereniging

Nadere informatie

Prestatieafspraken 2018 Bijlage 2. Uitvoeringsagenda WoonzorgNederland

Prestatieafspraken 2018 Bijlage 2. Uitvoeringsagenda WoonzorgNederland Prestatieafspraken 2018 Bijlage 2 Uitvoeringsagenda WoonzorgNederland 1 Overzicht bezit Woonzorg Nederland 2017 Bezit 's Hertogenbosch % Landelijk % Aantal huurwoningen (eenheden) - Huurprijs < 592,55

Nadere informatie

Midden in Rhenen! Jaarbericht Rhenense Woningstichting 2013

Midden in Rhenen! Jaarbericht Rhenense Woningstichting 2013 Midden in Rhenen! Terugblik Het jaar 2013 was voor de Rhenense Woningstichting (RWs) een bijzonder jaar. Ondanks de onzekere financiële- en marktomstandigheden zijn we erin geslaagd om de voorgenomen investeringen

Nadere informatie

Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties

Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties Bijlage 2 Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties 1 De thema s en de prestatieafspraken op hoofdlijnen 1.1 Thema Betaalbaarheid

Nadere informatie

Themabijeenkomst gemeente Valkenswaard 17 maart 2016

Themabijeenkomst gemeente Valkenswaard 17 maart 2016 Themabijeenkomst gemeente Valkenswaard 17 maart 2016 Programma 20.00 Welkom 20.05 Inleidingen Gevolgen Woningwet voor wonen in Valkenswaard Woningmarktontwikkelingen Valkenswaard Resultaten Woningbelang

Nadere informatie

1. Organisatie Profiel Thema s AlleeWonen in kengetallen Verkorte CV Raad van Bestuur 4

1. Organisatie Profiel Thema s AlleeWonen in kengetallen Verkorte CV Raad van Bestuur 4 Persmap AlleeWonen Inhoud 1. Organisatie 1 1.1 Profiel 1 1.2 Thema s 1 1.3 AlleeWonen in kengetallen 2 2. Verkorte CV Raad van Bestuur 4 3. Contactinformatie 5 3.1 Persberichten 5 3.2 AlleeMagazine 5 3.3

Nadere informatie

WONINGSTICHTING ST. JOSEPH STRAMPROY.

WONINGSTICHTING ST. JOSEPH STRAMPROY. Ondernemingsplan 2011-2014 van WONINGSTICHTING ST. JOSEPH STRAMPROY. Inleiding Woningstichting St. Joseph Stramproy ( Woningstichting) wil dat mensen goed, betaalbaar en prettig kunnen wonen. Om dat doel

Nadere informatie

Ondernemingsstrategie Het begint met wonen

Ondernemingsstrategie Het begint met wonen Ondernemingsstrategie 2019-2022 Het begint met wonen Het begint met wonen Persoonlijke aandacht voor onze huurders, oog voor elkaar, focus op samen. Het is waar Openbaar Belang voor staat en wat ons als

Nadere informatie

vitale buren maken vitale buurten DE STRATEGISCHE KOERS VAN DE VOORZORG

vitale buren maken vitale buurten DE STRATEGISCHE KOERS VAN DE VOORZORG vitale buren maken vitale buurten DE STRATEGISCHE KOERS VAN DE VOORZORG 2018-2028 oktober 2017 1 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ONZE VISIE ONZE MISSIE p. 3 p. 5 p. 7 ONZE KERNWAARDEN p. 7 EEN ECHTE HEERLENSE

Nadere informatie

Volkshuisvestelijk uitvoerings-/activiteitenprogramma. De Huismeesters. voor gemeente Haren

Volkshuisvestelijk uitvoerings-/activiteitenprogramma. De Huismeesters. voor gemeente Haren 1 Volkshuisvestelijk uitvoerings-/activiteitenprogramma De Huismeesters voor gemeente Haren 2017 Ons bod Groningen, 16 juni 2016 2 Aanbod 2017 Voor u ligt het voorgestelde, volkshuisvestelijke uitvoerings-/activiteitenprogramma

Nadere informatie

Woonvisie. Steenwijkerland een samenvatting. Goed wonen komt met elkaar voor elkaar

Woonvisie. Steenwijkerland een samenvatting. Goed wonen komt met elkaar voor elkaar m e i 2 016 Woonvisie Steenwijkerland 2017 2021 een samenvatting Goed wonen komt met elkaar voor elkaar In Steenwijkerland is het goed wonen. En dat willen we zo houden. Hoe doen we dat? En, wat is daarvoor

Nadere informatie

BELEIDS VISIE OKTOBER

BELEIDS VISIE OKTOBER BELEIDS VISIE OKTOBER 2017 ONS DOEL1.0 2ONZE OMGEVING ONZE TAAKOPVATTING Ons doel is om mensen met een laag inkomen een prettige woonsituatie te bieden. Woningstichting Tubbergen verhuurt betaalbare en

Nadere informatie

Koersplan Woningbouwvereniging Poortugaal. OP HOOF D L I JN EN OP WEG NAAR TOEKOMSTBESTENDIGE VERNIEUWING

Koersplan Woningbouwvereniging Poortugaal.  OP HOOF D L I JN EN OP WEG NAAR TOEKOMSTBESTENDIGE VERNIEUWING Koersplan 2017-2020 OP HOOF D L I JN EN Woningbouwvereniging Poortugaal www.wbvpoortugaal.nl OP WEG NAAR TOEKOMSTBESTENDIGE VERNIEUWING Wij bieden betaalbare huurwoningen met een passende kwaliteit. We

Nadere informatie

Domesta. Geme Sn ente ř oevord. 'ng. 30 : Aan. Class nr. Gemeente Coevorden Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 2 7740 AA COEVORDEN

Domesta. Geme Sn ente ř oevord. 'ng. 30 : Aan. Class nr. Gemeente Coevorden Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 2 7740 AA COEVORDEN Geme Sn ente ř oevord 'ng. 30 : 1 Gemeente Coevorden Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 2 7740 AA COEVORDEN Aan Class nr. Ons kenmerk Onderwerp Behandeld door Bijlage(n) Datum Geme000339

Nadere informatie

Domesta. Gemeente Emmen Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus RA EMMEN. Geacht College van Burgemeester en Wethouders,

Domesta. Gemeente Emmen Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus RA EMMEN. Geacht College van Burgemeester en Wethouders, Gemeente Emmen Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 30.001 7800 RA EMMEN Ons kenmerk Onderwerp Behandeld door Bijlage(n) Datum Geme000346 Bod Domesta 2016 Karin Koers 29 oktober 2015

Nadere informatie

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Woonvisie Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Aanleiding Verschuiving van de volkshuisvestelijke opgave Sociale huur: Woningwet 2015 redelijke bijdrage Langer zelfstandig wonen Lokaal beleid 2

Nadere informatie

Advies. Bewoners Advies Groep. Begroting 2014

Advies. Bewoners Advies Groep. Begroting 2014 Advies Bewoners Advies Groep Begroting 2014 November 2013 Het advies in hoofdlijn: 1. De ambitie van Nijestee moet vooral gericht zijn op de kerntaken, goede en betaalbare huisvesting voor de doelgroep

Nadere informatie

WOONLASTENAGENDA 2015. BrabantWonen

WOONLASTENAGENDA 2015. BrabantWonen WOONLASTENAGENDA 2015 BrabantWonen ALGEMENE INLEIDING BrabantWonen, Kleine Meierij, Zayaz, gemeente s-hertogenbosch en het Stedelijk Huurdersplatform (SHP) hebben in 2014 het Woonlastenakkoord gesloten.

Nadere informatie

Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei

Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei 2016 06-23169709 Inleiding Trends in de woningmarkt (m.n. voor senioren) Trends in de zorg Trends onder ouderen Levensloopbestendigheid??

Nadere informatie

KleurrijkWonen. Populair Jaarverslag 2014

KleurrijkWonen. Populair Jaarverslag 2014 KleurrijkWonen Populair Jaarverslag 2014 Fusie In november 2014 zijn SVT en KleurrijkWonen gefuseerd tot het nieuwe KleurrijkWonen. Eén nieuwe organisatie die regionaal groter wordt, maar lokaal sterk

Nadere informatie

Woondiensten Aarwoude geeft u de vijf!

Woondiensten Aarwoude geeft u de vijf! Ondernemingsplan 2016-2018 Woondiensten Aarwoude geeft u de vijf! Woondiensten Aarwoude is een bedrijf dat woonruimte verhuurt aan mensen die op basis van hun inkomen in aanmerking komen voor een sociale

Nadere informatie

Activiteiten Amsterdam

Activiteiten Amsterdam Activiteiten Amsterdam Woningbezit Zelfstandige huurwoningen naar woningtype 1.565 Eensgezinswoning 2.299 Galerijflat 14.856 Portiekflat 192 Beneden-/ bovenwoningen 18.911 Bovenstaand woningbezit in Amsterdam

Nadere informatie

voorwoord Jan de Vries, directeur-bestuurder

voorwoord Jan de Vries, directeur-bestuurder AMBITIE 2016 voorwoord Jan de Vries, directeur-bestuurder Aan het begin van 2016 blikken wij terug en kijken wij vooruit in dit DuoDoc. Voordat wij dat doen willen wij eerst iedereen bedanken. Het was

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven 17R7217 Raadsnummer Inboeknummer 17bst00364/2141884 B&W-beslisdatum 17 maart 2017 Dossiernummer 17.11.501 Raads informatiebrief Onderwerp: Eén jaar Actieplan Statushouders Stedelijk

Nadere informatie

Prestatieafspra ken. Gemeente Assen Woonconcept

Prestatieafspra ken. Gemeente Assen Woonconcept Prestatieafspra ken Gemeente Assen Woonconcept 2017 Prestatieafspraken Gemeente Assen Woonconcept 2017 Gemeente Assen n oncept Colofon Assen, december 2016 Status: definitief 07 12 2016 Prestatieafspraken

Nadere informatie

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma. Aan Gemeente Montfoort Kopie aan Van GroenWest Onderwerp Woningbouwprogramma Voorvliet Noord fase 2 Datum 27 november 2017 Pagina 1/5 Inleiding De gemeente Montfoort en GroenWest willen graag sociale woningbouw

Nadere informatie

prestatieafspraken 201 7

prestatieafspraken 201 7 prestatieafspraken 201 7 In deze overeenkomst zijn de prestatieafspraken tussen de gemeente Barendrecht, de Bewonersraad en Patrimonium Barendrecht vastgelegd voor de periode van 1 januari 2017 tot en

Nadere informatie

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Grondgebied/RO Wethouder Schoon Ter behandeling in de vergadering van: de commissie grondgebied d.d. 31 oktober 2017 de Raad d.d. 21 november 2017 Onderwerp: Woonvisie

Nadere informatie

Toekomstbestendig 2019

Toekomstbestendig 2019 Toekomstbestendig 2019 20 19 Missie TBV Wonen is een excellente woningcorporatie in Noord-Brabant, die zich richt op het huisvesten van mensen die daarbij een helpende hand kunnen gebruiken. Wij investeren

Nadere informatie

ZOwonen in Lekker wonen

ZOwonen in Lekker wonen ZOwonen in 2015 Lekker wonen 1 Inleiding Voor u ligt de verkorte versie van het jaarverslag 2015. We hebben het afgelopen jaar hard gewerkt aan uw woonplezier. Wat hebben we allemaal gedaan en wat hebben

Nadere informatie

Prestatieafspraken Gemeente IJsselstein / / Gemeente *7/ IJsselstein Providesv

Prestatieafspraken Gemeente IJsselstein / / Gemeente *7/ IJsselstein Providesv ^ Gemeente *7/ IJsselstein Providesv Gemeente IJsselstein / / Gemeente IJsselstein - Provides - HVIJ lad 1 van 1 Gemeente IJsselstein Provides Woningwet 2015 In de nieuwe Woningwet (per 1 juli 2015 ingegaan)

Nadere informatie

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis Oktober 2014 Thema 1 Goed wonen en een goede dienstverlening We vinden het in Nederland normaal dat iedereen goed kan wonen. Maar niet iedereen

Nadere informatie

VERSLAG BIJEENKOMST Hervormde Kerk Hollandscheveld

VERSLAG BIJEENKOMST Hervormde Kerk Hollandscheveld VERSLAG BIJEENKOMST Hervormde Kerk Hollandscheveld 12 november 2015 19.30 uur tot ca. 21.00 uur Aanwezig: Bestuur Huurdersvereniging Domesta Hoogeveen - Alya Assen - Karin Koers (Domesta) - Huurders: dhr.

Nadere informatie

Activiteitenplan 2015 Woonstede in Woudenberg Overzicht van voorgenomen activiteiten in het jaar 2015 in de gemeente Woudenberg

Activiteitenplan 2015 Woonstede in Woudenberg Overzicht van voorgenomen activiteiten in het jaar 2015 in de gemeente Woudenberg Activiteitenplan 2015 Woonstede in Woudenberg Overzicht van voorgenomen activiteiten in het jaar 2015 in de gemeente Woudenberg Woonstede presenteert hierbij op grond van artikel 25a van het Besluit Beheer

Nadere informatie

Boxmeer Herzieningswetproof. Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016

Boxmeer Herzieningswetproof. Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016 Boxmeer Herzieningswetproof Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016 Programma Deel 1: Informatie: Woningwet en ontwikkelingen in de volkshuisvesting Deel 2: Discussie: Verkennen

Nadere informatie

Woningstichting SWZ. Versie I, Pagina 0

Woningstichting SWZ. Versie I, Pagina 0 Woningstichting SWZ Versie I, 06-02-2018 Pagina 0 Inhoudsopgave 1. Uitkomsten Aedes-Benchmark 1.1 Huurdersoordeel 1.2 Bedrijfslasten 1.3 Duurzaamheid 1.4 Onderhoud & Verbetering 1.5 Beschikbaarheid & betaalbaarheid

Nadere informatie

Prestatieafspraken 2019 Gemeente Groningen - Woonzorg Nederland

Prestatieafspraken 2019 Gemeente Groningen - Woonzorg Nederland Prestatieafspraken 2019 Gemeente Groningen - Woonzorg Nederland Gemeente Groningen Woonzorg Nederland Oktober 2018 Inleiding Wettelijk kader Met de invoering van de nieuwe Woningwet 2015 moeten corporaties

Nadere informatie

Belanghoudersbijeenkomst

Belanghoudersbijeenkomst V e r s l a g Belanghoudersbijeenkomst Donderdag 17 november was u met ruim 30 andere genodigden aanwezig bij de belanghoudersbijeenkomst van Woningstichting Bergh. Een bijeenkomst waarbij wij graag twee

Nadere informatie

inform special Ruimte geven en samen leven

inform special Ruimte geven en samen leven inform special Ruimte geven en samen leven Ondernemingsplan WSP 2013-2017 Het ondernemingsplan 2013-2017 van Woningstichting Putten Ruimte geven en samen leven Ruimte geven en samen leven is de titel van

Nadere informatie

Wonen in het Land van Heusden en Altena. Gemeenteraden en woningcorporaties 10 maart 2015

Wonen in het Land van Heusden en Altena. Gemeenteraden en woningcorporaties 10 maart 2015 Wonen in het Land van Heusden en Altena Gemeenteraden en woningcorporaties 10 maart 2015 Agenda P. van den Heuvel: De nieuwe Woningwet hoofdpunten W. Bijl: Regionale verankering in het Land van Heusden

Nadere informatie

Activiteiten Amersfoort

Activiteiten Amersfoort Activiteiten Amersfoort Woningbezit Zelfstandige huurwoningen naar woningtype = 5.561 3.553 3.088 600 12.802 Eengezinswoning Galerijflat Portiekflat Beneden-/ Totaal bovenwoning Bovenstaand woningbezit

Nadere informatie

Prestatieafspraken. Gemeente Assen Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen

Prestatieafspraken. Gemeente Assen Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen Prestatieafspraken Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen 2017 Prestatieafspraken Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen 2017 Omni~ Wonen S1ichl1ng Huurdersorganisalie Omnia

Nadere informatie

Activiteitenplan 2015 Woonstede in Wageningen Overzicht van voorgenomen activiteiten in het jaar 2015 in de gemeente Wageningen

Activiteitenplan 2015 Woonstede in Wageningen Overzicht van voorgenomen activiteiten in het jaar 2015 in de gemeente Wageningen Activiteitenplan 2015 Woonstede in Wageningen Overzicht van voorgenomen activiteiten in het jaar 2015 in de gemeente Wageningen Woonstede presenteert hierbij op grond van artikel 25a van het Besluit Beheer

Nadere informatie

Stookjerijk2015 Apeldoorn. Kansen huurdersparticipatie vanuit de nieuwe Woningwet. Vooroverleg met raadsleden, do 16 april, 19.00u

Stookjerijk2015 Apeldoorn. Kansen huurdersparticipatie vanuit de nieuwe Woningwet. Vooroverleg met raadsleden, do 16 april, 19.00u Stookjerijk2015 Apeldoorn Kansen huurdersparticipatie vanuit de nieuwe Woningwet Vooroverleg met raadsleden, do 16 april, 19.00u Onderdelen presentatie Doel Stookjerijk Beleid SER akkoord 2013 Actuele

Nadere informatie

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling Voor bezit van Habeko wonen in de kernen: Koudekerk aan den Rijn/Hazerswoude-Rijndijk, Hazerswoude-Dorp en Benthuizen datum:10 november 2014 Vastgesteld door het college

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen Basisinspanning Een evenwichtige bevolkingsopbouw, die in 2025 gegroeid is naar minimaal 25.000 inwoners. Voor iedere (toekomstige) inwoner moet een woning beschikbaar zijn die past in zijn/haar leefsituatie.

Nadere informatie

Huurdersorganisatie bijeenkomst Huurders betrekken bij het beleid van Vecht en Omstreken Loenen, 16 oktober

Huurdersorganisatie bijeenkomst Huurders betrekken bij het beleid van Vecht en Omstreken Loenen, 16 oktober Huurdersorganisatie bijeenkomst Huurders betrekken bij het beleid van Vecht en Omstreken Loenen, 16 oktober Programma 1. Inleiding 2. Conclusies uit bewonersbijeenkomsten september 3. Trends huurdersparticipatie

Nadere informatie

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt platform woningcorporaties noord-holland noord Voorwoord Op 15 december 2011 is door ruim 20 corporaties uit de subregio s Noordkop, West-Friesland,

Nadere informatie

2016: prestaties. van formaat! 160 woningtoewijzingen. 150 welkomstpassen. +30 nieuwbouwwoningen

2016: prestaties. van formaat! 160 woningtoewijzingen. 150 welkomstpassen. +30 nieuwbouwwoningen 2016: prestaties van formaat! +30 nieuwbouwwoningen 160 woningtoewijzingen 150 welkomstpassen Voorwoord Aan het begin van het jaar stelde ik de vraag: kunnen wij vanuit onze visie aan het werk binnen de

Nadere informatie

PRESTATIECONTRACT WONEN

PRESTATIECONTRACT WONEN PRESTATIECONTRACT WONEN 2011-2015 GEMEENTE BORNE WOONBEHEER BORNE EVALUATIE Op 30 september 2011 hebben de gemeente Bome en Woonbeheer Borne het Prestatiecontract Wonen 2011-2015 ondertekend. Dit Prestatiecontract

Nadere informatie

Ontwikkelingen sector en Visie Thuisvester Presentatie Platform Wonen Regio West Brabant

Ontwikkelingen sector en Visie Thuisvester Presentatie Platform Wonen Regio West Brabant Platform Wonen Ontwikkelingen sector en Visie Thuisvester Presentatie Platform Wonen Regio West Brabant Donderdag 24 november 2016 Thuisvester Visie Tien keuzes strategische visie Woningwet: Belangrijkste

Nadere informatie

Goed wonen = samen doen!

Goed wonen = samen doen! Goed wonen = samen doen! Beleidsplan Tablis Wonen 2016 2019 Participatiemaatschappij In Nederland leven we steeds meer in een participatiemaatschappij. We maken steeds meer gebruik van elkaars sterke punten

Nadere informatie

Overleven doe je in je eentje, dingen verwezenlijken doe je samen!

Overleven doe je in je eentje, dingen verwezenlijken doe je samen! Overleven doe je in je eentje, dingen verwezenlijken doe je samen! Samenvatting ondernemingsplan Samenvatting ondernemingsplan Overleven doe je in je eentje, dingen verwezenlijken doe je samen! Dat is

Nadere informatie

J1,11!ILIKIJij.,131J1 G D Tf(V(Ce

J1,11!ILIKIJij.,131J1 G D Tf(V(Ce J1,11!ILIKIJij.,131J1 G D2 02.11.2015 0035 Tf(V(Ce Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dordrecht Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Behandeld door: mevrouw C. Geenen-ter Hoeven Kenmerk:

Nadere informatie

Woningbouwvereniging Bergopwaarts. Versie I, Pagina 0

Woningbouwvereniging Bergopwaarts. Versie I, Pagina 0 Woningbouwvereniging Bergopwaarts Versie I, 06-02-2018 Pagina 0 Inhoudsopgave 1. Uitkomsten Aedes-Benchmark 1.1 Huurdersoordeel 1.2 Bedrijfslasten 1.3 Duurzaamheid 1.4 Onderhoud & Verbetering 1.5 Beschikbaarheid

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Aanvullende uitgangspunten Woonvisie ; Haarlem, duurzame ongedeelde woonstad; BBV nr: 2015/387028

Raadsstuk. Onderwerp: Aanvullende uitgangspunten Woonvisie ; Haarlem, duurzame ongedeelde woonstad; BBV nr: 2015/387028 Raadsstuk Onderwerp: Aanvullende uitgangspunten Woonvisie 2012-2016; Haarlem, duurzame ongedeelde woonstad; BBV nr: 2015/387028 1. Inleiding Sinds de vaststelling van de Woonvisie 2012-2016 Haarlem, duurzame

Nadere informatie

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Woonvisie Regio Eindhoven Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Actieprogramma 2013 1 Inleiding Op 28 juni 2012 heeft de Regioraad de Regionale Woonvisie 2012-2015 vastgesteld.

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1548 Amstelveen CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1548 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

Groei is van belang. Ondernemingsplan

Groei is van belang. Ondernemingsplan Groei is van belang Ondernemingsplan 2017-2021 Waar staan we voor? Arcade: mensen en wonen Wij zijn een maatschappelijk betrokken, initiatiefrijke en sociale onderneming. Wij verhuren en beheren circa

Nadere informatie