NOTA GRONDBELEID GEMEENTE ALS REGISSEUR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NOTA GRONDBELEID GEMEENTE ALS REGISSEUR"

Transcriptie

1 NOTA GRONDBELEID GEMEENTE ALS REGISSEUR

2 INHOUD: 1. INLEIDING Waarom een Nota grondbeleid? Aanleiding voor actualisering Doelstellingen grondbeleid BELEIDSKADERS GRONDBELEID Europese regelgeving Landelijke regelgeving Provinciaal en regionaal beleid VORMEN VAN GRONDBELEID Verschillende vormen van grondbeleid Actief grondbeleid Verwerving Regie en risico s Faciliterend grondbeleid Kostenverhaal op basis van Wro Exploitatieplan Anterieure overeenkomst Samenwerkingsmodellen GRONDPRIJSBELEID Methoden voor het bepalen van het grondprijzen Grondprijsbeleid naar functie FINANCIËLE BEHEERSING 5.1 Besluit Begroting en Verantwoording Grondexploitaties Bouwgrond in exploitatie Niet in exploitatie genomen gronden Risicobeheersing Winst- en verliesneming Vennootschapsbelasting Rente SAMENVATTING UITGANGSPUNTEN VOOR BELEID BIJLAGE - overzicht van gebruikte afkortingen

3 1. INLEIDING 1.1 Waarom een Nota grondbeleid? Grondbeleid is geen beleid dat op zichzelf staat. Het is een instrument dat wordt ingezet om beleidsdoelen te realiseren. Deze beleidsdoelen bestrijken een breed scala. Het gaat hierbij om doelstellingen en inrichting van onze ruimtelijke ordening. Er zijn raakvlakken met wonen, economie, maatschappelijke ontwikkeling, natuur, recreatie, verkeer en vervoer. Grondbeleid is ook een speelveld waar publiekrecht en privaatrecht samenkomen. Met grondbeleid willen we sturing geven, het gewenste stimuleren en het ongewenste tegengaan. Daarbij richt deze nota zich op: het formuleren van kaders en speerpunten en benoemen van uitgangspunten van het gemeentelijk grondbeleid; het beschrijven van de gemeentelijke ambitie en wat ons streven is; de positie en afbakening van grondbeleid en de rolverdeling binnen het speelveld zowel intern (binnen de gemeente) als extern; Terugkijkend naar de Nota Grondbeleid is een conclusie dat het speelveld van het grondbeleid de voorbije periode landelijk veel beweging heeft gekend. De woningmarkt is geconfronteerd met een stagnerende marktvraag. Deze beweging heeft landelijk geleid tot gewijzigde werkwijzen en gewijzigde rollen van partijen. De rol van de gemeente is meer en meer verschoven naar een rol van regisseur, waar voorheen nog vele gemeenten zelf actief waren in het ontwikkelen en bouwrijp maken van nieuwe (bouw)plannen. In deze context is het logisch om de Nota Grondbeleid opnieuw tegen het licht te houden. Deze nota beperkt zich tot de hoofdlijnen van het beleid. Het is niet de bedoeling om gedetailleerde regelingen of uitwerkingen hierin op te nemen. 1.2 Aanleiding voor actualisering In den lande zijn er verschillende ontwikkelingen die aanleiding geven tot een herijking van het grondbeleid: de economische crisis waarmee we in 2008 en de daaropvolgende jaren zijn geconfronteerd. heeft in (gemeente)land diepe sporen achtergelaten. Gemeenten met grote voorraden bouwgrond en daaraan gekoppeld een actieve grondpolitiek zijn met name daardoor in financiële problemen gekomen. De combinatie van een aantal conjuncturele en structurele factoren zoals: een dalende marktvraag, een overschot aan aanbod, een gewijzigde bevolkingsontwikkeling en samenstelling en een verschuiving van uitbreiding naar inbreiding en van nieuwbouw naar transformatie en herstructurering. In het licht van het voorgaande is de strategie van gemeenten opnieuw tegen het licht gehouden. De rol van gemeenten is gewijzigd van actief en sturend in de vorm van aankopen en bouwrijp maken naar een meer ondersteunende en faciliterende rol. Waar gemeenten vaak handelden als initiator is dit meer en meer verschoven naar een rol als regisseur. In de afgelopen jaren is uitvoering gegeven aan gewijzigde wet- en regelgeving. Een tendens is meer privaatrecht, minder publiekrecht. Voor grondbeleid zijn vooral relevant de Wet ruimtelijke ordening (Wro), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Crisis- en herstelwet 3

4 (Chw). Verder is ook de Wet Markt en Overheid in werking getreden. Overheidsondernemingen zijn per 1 januari 2016 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (= Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen). In voorbereiding is de Omgevingswet, waarin de genoemde wetten met een groot aantal andere wetten worden samengevoegd. De Nota Grondbeleid schetst tevens de kaders voor de financiële beheersing voor grondexploitaties. In dit kader is ook de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (= BBV) relevant. 1.3 Doelstellingen grondbeleid Onder grondbeleid wordt verstaan het op een zodanige wijze handhaven van het bestaande grondgebruik, dan wel het realiseren van gewenste veranderingen in dit grondgebruik, dat dit past in de door de gemeente geformuleerde doelstellingen in het kader van de ruimtelijke ordening. Grondbeleid is het direct en indirect, met inzet van financiële en juridische instrumenten, bijdragen aan een evenwichtige en duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Grondbeleid is een middel om bestuurlijke doelen te realiseren, meer bepaald het geheel van hulpmiddelen (instrumenten - voorkeursrecht gemeenten, onteigening, kostenverhaal Wro etc.) dat in onderlinge samenhang wordt ingezet om bestuurlijke doelen op het gebied van de ruimtelijke ordening te realiseren. De hoofddoelstellingen van het grondbeleid kunnen als volgt worden geformuleerd: met inzet van juridische en financiële instrumenten realiseren van het door de gemeenteraad geformuleerde ruimtelijke beleid (in visies en plannen); invloed uitoefenen op de soort en de kwaliteit van het ruimtegebruik; het bepalen van gemeentelijke strategieën voor locatieontwikkelingen; het genereren van financiële middelen en kostenverhaal bij particulieren/ ontwikkelaars ter dekking van de gemeentelijke investeringen in ruimtelijke ontwikkelingen; een rechtmatige verdeling van kosten en baten; transparantie aanbrengen in het gemeentelijk handelen bij grondexploitaties, zowel naar de interne organisatie als naar externen. In deze nota wordt beschreven op welke wijze en met welk instrumentarium op adequate en efficiënte wijze tot ontwikkelingen kan worden overgegaan. De nota geeft verder inzicht in de relatie tussen de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden van de gemeente op het gebied van grondbeleid. Zij vormt het kader voor het uitvoeren van grondexploitaties. Na vaststelling van de nota grondbeleid kan in de paragraaf grondbeleid in de begroting en de jaarrekening een goede koppeling gelegd worden met de wijze van uitvoering van het grondbeleid door de gemeente aan de hand van de gestelde beleidskaders. Een dergelijke paragraaf is verplicht conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). In de paragraaf grondbeleid van de programmabegroting geeft het college aan wat het te voeren grondbeleid in het komende jaar zal zijn. In de paragraaf grondbeleid van de (programma) jaarrekening wordt aangegeven wat er van dat beleid is gerealiseerd. Beleidsuitgangspunt(en) 1 Grondbeleid is geen doel op zich maar een middel om ruimtelijk beleid op een doeltreffende en doelmatige wijze te realiseren 4

5 2 BELEIDSKADERS GRONDBELEID Het is niet enkel de gemeente die de kaders voor het grondbeleid bepaalt. Integendeel, een veelvoud aan regels wordt van hogerhand ingevuld. Denk aan regelgeving vanuit Europa, Den Haag maar ook provinciaal en soms ook regionaal op Zeeuws-Vlaams niveau. 2.1 Europese regelgeving Met name de Europese regelgeving is in de voorbije periode steeds belangrijker geworden. Kernbegrippen die in deze regels een rol spelen zijn vooral: staatssteun, aanbesteding en transparantie. Het niet voldoen aan Europese aanbestedingsregels kan ingrijpende (financiële) gevolgen of sancties tot gevolg hebben. Soms zijn er ook nieuwe ontwikkelingen die op aansturing of na initiatief vanuit Europa op de gemeenten afkomen. Een voorbeeld is de recente invoering van de vennootschapsbelasting voor activiteiten waar de gemeente concurreert met marktpartijen. De Europese regelgeving treedt bij de uitvoering van het grondbeleid vooral op bij aankoop- en verkooptransacties met bedrijven en bij de aanbestedingen voor bouw - en woonrijp maken. Gebiedsontwikkeling is een beleidsterrein waar decentrale overheden met staatssteun te maken kunnen krijgen. De voorwaarden waaronder grondtransacties als marktconform worden gezien, worden uitgelegd in de Mededeling staatssteun en grondtransacties. De Mededeling is van toepassing op de verkoop van grond en gebouwen in eigendom van de overheid aan ondernemingen. In de praktijk wordt de Mededeling ook toegepast op de aankoop, uitgifte in erfpacht of verhuur van gronden en gebouwen. Verloopt de verkoop van de overheidsgrond via één van de volgende verkoopprocedures, dan gaat de Europese Commissie er vanuit dat er geen sprake is van staatssteun: de overheidsgrond wordt via een openbare en onvoorwaardelijke biedprocedure, verkocht aan de hoogste bieder. de marktwaarde van de overheidsgrond wordt vóór de verkoop door een onafhankelijke taxateur vastgesteld. Volgens deze marktwaarde wordt de overheidsgrond verkocht. Steunmaatregelen van decentrale overheden die in omvang onder de zogenaamde de minimis drempel blijven, hoeven niet aan de Commissie te worden gemeld. Er is dan geen rapportageverplichting. De hoogte van de de minimis steun is geregeld in de De minimisverordening die op 1 januari 2014 in werking is getreden. Het plafondbedrag voor de-minimissteun is vastgesteld op ,- per onderneming per drie belastingjaren. Steunmaatregelen door overheden aan ondernemingen die binnen de marges van deze regeling blijven, worden geacht het handelsverkeer niet ongunstig te beinvloeden en worden niet als staatssteun aangemerkt. Uitgangspunt van het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid (d.d. 1 juli 2013) is dat wanneer de Europese regels van toepassing zijn hieraan uitvoering wordt gegeven. Beleidsuitgangspunt(en) 2 Bij aan- en verkoop en/of aanbesteding van leveringen, diensten en werken zullen de regels met betrekking tot het (Europees) aanbestedingsrecht en gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid in acht worden genomen. 5

6 2.2 Landelijke regelgeving Een aantal wetten staan in nauwe relatie tot het grondbeleid. De voornaamste wetten worden hierna benoemd. De relatie tot grondbeleid wordt kort toegelicht. Wet ruimtelijke ordening (Wro) De huidige Wro is in 2008 in werking getreden. Met deze wet zijn de mogelijkheden verbeterd voor kostenverhaal met betrekking tot ruimtelijke ontwikkelingen die door particulieren worden geinitieerd. De gemeente heeft hiermee een sterkere positie. Uitgangspunt van de Wro is dat de gemeente kostenverhaal verplicht moet toepassen. De Wro onderscheidt twee sporen die in verband met kostenverhaal kunnen worden gevolgd. Enerzijds is er het privaatrechtelijk spoor via het aangaan van een exploitatieovereenkomst (ook wel anterieure overeenkomst genoemd). Publiekrechtelijk is er de mogelijkheid tot vaststelling van een exploitatieplan. Deze bepalingen zijn vastgelegd in afdeling 6.4 van de Wro, ook wel bekend als de Grondexploitatiewet (= Grexwet). In hoofdstuk 3 worden de aspecten van het kostenverhaal nader toegelicht. De Grexwet is dus feitelijk onderdeel van de Wro en formeel geen zelfstandige wet. Naast de Wro zijn er nog een aantal wetten met directe raakvlakken tot het grondbeleid. Onteigeningswet: Bij grondverwerving staat voorop dat wordt getracht met eigenaren langs minnelijke weg tot overeenstemming te komen over aankoop van gronden. De Onteigeningswet is in dit geval een stok achter de deur in de situaties dat overleg niet tot overeenstemming leidt. Uitgangspunt is dat vanuit de gemeente terughoudendheid wordt betracht met het toepassen van deze wet. Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) Deze wet biedt de mogelijkheid om bij verkoop van onroerend goed een voorkeursrecht te vestigen, waarbij het onroerend goed als eerste aan de gemeente moet worden aangeboden. De intentie van deze wet is overheden een betere positie te geven op de grondmarkt. De vestiging van het voorkeursrecht is verder gebonden aan procedureregels en termijnen. De grondeigenaar heeft echter geen verplichting tot verkoop. Een aankoop kan via de Wvg door gemeenten dus niet worden afgedwongen. Bovendien volgt er bij een verkoop door de eigenaar een proces van onderhandeling dat niet persé tot overeenstemming hoeft te leiden. Wet begroting en verantwoording Deze wet bevat onder meer regels over de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties. Naar aanleiding van de forse afboekingen van gemeenten op grondposities de afgelopen jaren, de wens van meer transparantie en de aankomende Omgevingswet zijn de regels kritisch onder de loep genomen. Dit heeft geleid tot een aanscherping en wijziging van de regels in het BBV (= Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Verderop in hoofdstuk 5 bij grondexploitaties worden de (gewijzigde) regels van het BBV nog nader toegelicht. Aanbestedingswet De huidige Aanbestedingswet is op 1 april 2013 van kracht geworden. Deze wet past de Europese regels zo goed mogelijk toe op de Nederlandse situatie. Met deze nieuwe aanbestedings- 6

7 wet is beoogd de drempel voor ondernemers te verlagen, waardoor deze gemakkelijker aan een aanbesteding kunnen meedoen. Dit vertaalt zich in: Meer concurrentie, doordat meer ondernemers kunnen meedingen naar een overheidsopdracht; Minder administratieve lasten; Meer lijn in aanbestedingsprocedures; Betere naleving van de regels; Een eenvoudiger afhandeling van klachten. Wet Markt en Overheid (Wet M&O) Overheden verrichten over het algemeen publiekrechtelijke taken. Soms verrichten overheidsbedrijven economische activiteiten die concurreren met bedrijven. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie daar waar de overheden vanuit hun publieke functie concurrentievoordelen hebben. Om concurrentievervalsing te voorkomen, moeten overheden zich aan gedragsregels houden. Deze staan in de Wet M&O, die onderdeel is van de Mededingingswet. Wet modernisering vennootschapsbelasting (= Vpb) overheidsondernemingen Deze wet is per 1 januari 2016 ingevoerd. Met de invoering van de vennootschapsbelastingplicht (Vpb-plicht) voor overheidsondernemingen krijgen gemeenten, provincies en waterschappen (lokale overheden) te maken met het feit dat ze mogelijk voor een deel van hun activiteiten belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Deze wet is onder druk van de Europese Commissie door Nederland tot stand gekomen. Europese regels schrijven namelijk voor dat voor de heffing van vennootschapsbelasting overheidsondernemingen niet anders behandeld mogen worden dan private ondernemingen. De Europese Commissie kwalificeerde de vrijstelling voor de vennootschapsbelasting, zoals die gold tot en met 31 december 2015, als staatssteun die leidde tot verstoring van concurrentieverhoudingen. Omgevingswet Op het moment van schrijven van deze nota is het wetsvoorstel van de Omgevingswet zowel de Eerste en Tweede Kamer gepasseerd. Beide Kamers hebben de wet (met amendementen) aangenomen. De Omgevingswet, die naar verwachting begin 2019 in werking treedt, integreert zo n 26 wetten op het gebied van de fysieke leefomgeving. Hieronder vallen onderwerpen als: bouwen, milieu, waterbeheer, ruimtelijke ordening, monumentenzorg en natuur. De oude wetten zijn veelal sectoraal opgebouwd. In samenhang gezien en toegepast sluiten deze wetten niet meer aan bij de behoefte van deze tijd. Met de Omgevingswet wil de overheid het wettelijk systeem eenvoudig beter maken. Onder andere de Wro zal als gevolg van deze wet worden ingetrokken. 2.3 Provinciaal, regionaal en lokaal beleid Behalve de hiervoor genoemde landelijke regelgeving zijn er ook provinciale, regionale en gemeentelijke beleidskaders die richting geven aan het grondbeleid. Deze beleidskaders geven ook invulling en sturing aan het grondbeleid. Provinciaal Op Zeeuws niveau zijn er beleidsregels ruimte, milieu, natuur en water. Het Omgevingsplan Zeeland is van kracht. Deze beleidsregels zijn verder uitgewerkt in de Verordening 7

8 ruimte provincie Zeeland. Daarbij geeft de provincie kaders aan en de gemeente maakt afspraken over hoe die kaders in de regio of in de eigen gemeente worden ingevuld. Onderwerpen van bijzonder provinciaal belang zijn opgenomen in deze Verordening ruimte provincie Zeeland. Het gaat bijvoorbeeld om woningbouw, bedrijventerreinen, windmolens, natuurgebieden en intensieve veehouderijen. Gemeentelijke bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen mogen niet in strijd zijn met de regels in de verordening. Een voorbeeld van de uitwerking van het provinciaal beleid komen we tegen in het woonbeleid. Regionaal Regionale woonvisie Op Zeeuws-Vlaams niveau is door de gemeente uitwerking gegeven aan een regionale woonvisie. In deze visie wordt ervan uitgegaan dat de eerder geprognotiseerde bevolkingsdaling (krimp) zich op langere termijn zal doorzetten. Gelet op de instroom van vluchtelingen (en huisvesting van vergunninghouders) zal de krimp in de nabije toekomst echter minder voelbaar zijn. Dit betekent echter niet dat er onbeperkt woningen kunnen worden gebouwd. Terughoudendheid is nog steeds het devies. Behalve kwantiteit is ook kwaliteit iets om rekening mee te houden. Vastgesteld wordt dat de samenstelling van de bevolking wijzigt. We vergrijzen en ontgroenen. Dat betekent dat we gaan bouwen voor andere doelgroepen en dus andere woningen op de markt gaan zetten. Er zal minder behoefte zijn aan eengezinswoningen, maar meer aan seniorenwoningen of alleenstaandenhuishoudens. Er moeten dus kansrijke en kwalitatief passende initiatieven worden omarmd. Ongewenste initiatieven moeten worden voorkomen. Het bouwen in de wei en ontwikkelen van nieuwe uitleggebieden zal afnemen. Inbreiden binnen het stedelijk gebied is het uitgangspunt. Beleidsuitgangspunt(en) 3 Vanuit de (regionale) woonvisie ligt het accent voor bouwlocaties op inbreiding binnen kernen in plaats van uitleggebieden aan de randen van kernen Regionaal Bedrijventerreinprogramma Op provinciaal niveau komen we beleid gericht op bedrijventerreinen tegen in het provinciale Omgevingsplan en de Kadernota Economische Agenda 2.0. Gemeenten dienen in regionaal verband samen te werken en hun bedrijventerreinenbeleid af te stemmen in een bedrijventerreinenprogramma. In 2010 is het Regionale Bedrijventerreinenprogramma Zeeuws-Vlaanderen vastgesteld door de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen en de provincie Zeeland. In dit programma is vraag naar en aanbod van de Zeeuws-Vlaamse bedrijventerreinen zowel kwalitatief als kwantitatief aan elkaar gekoppeld en zijn in regionaal verband afspraken gemaakt op het gebied van bedrijventerreinenbeleid. De drie gemeenten hebben een nieuw programma opgesteld voor de periode tot In dit programma vindt opnieuw de vertaling plaats van de planningsopgave voor bedrijventerreinen voor de regio Zeeuws-Vlaanderen. De gemeenten zijn hierover nog in overleg met de provincie. Doelstelling in het Omgevingsplan van de Provincie Zeeland is het kunnen aanbieden van voldoende kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen. Voor een gezonde ontwikkeling van de Zeeuwse economie is voldoende ruimte voor economische functies een belangrijke voorwaar- 8

9 de. In 2018 moet er voldoende aanbod zijn van goed ontsloten bedrijventerrein om de economische dynamiek optimaal te dienen. De Zeeuws-Vlaamse gemeenten en de provincie Zeeland hechten in dat kader belang aan een gezonde bedrijventerreinenmarkt. Dit komt enerzijds neer op het vraaggericht ontwikkelen van voldoende ruimte (kwantitatief) voor nieuwvestiging, uit-/verplaatsing of uitbreiding van bedrijven. Anderzijds dient het aanbod aan terreinen niet te ruim te zijn. Verder dient deze ruimte voor bedrijvigheid in kwalitatief opzicht in orde te zijn. Dat wil zeggen dat het profiel en de locatie van deze terreinen moeten beantwoorden aan de eisen die het bedrijfsleven daaraan stelt. Bedrijvigheid wordt geconcentreerd en gebundeld ontwikkeld. Bedrijvigheid wordt daarom zoveel mogelijk geclusterd op bedrijventerreinen, met de nadruk op ontwikkeling van de grootschalige terreinen (80% van de toename van het areaal per regio vindt hier plaats). In Zeeuws-Vlaanderen zijn dat de Koegorspolder in Terneuzen en de Hogeweg bij Hulst. Kleinschalige terreinen krijgen eenmalig de mogelijkheid voor een beperkte afronding, indien de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse verbetert. Gemeentelijk (lokaal) Ook op gemeentelijk niveau zijn er beleidsnota s die de richting en inhoud van het gemeentelijk grondbeleid mede bepalen. Voorbeelden van gemeentelijke nota s of beleidsregels die raakvlakken hebben met deze Nota Grondbeleid zijn: Structuurvisie gemeente Terneuzen 2025 (vastgesteld op 16 december 2010). Hierin zijn de hoofdlijnen van het (toekomstig) ruimtelijk beleid neergelegd. Bestemmingsplannen. Structuurvisie Binnenstad Terneuzen (vastgesteld op 26 januari 2012). Deze heeft tot doel sturing te geven aan de gewenste ruimtelijke inrichting van het centrumgebied voor de komende 15 jaren, zodanig dat wonen, werken, uitgaan, winkelen en verkeer optimaal op elkaar zijn afgestemd en tot hun recht komen, waardoor een vitale binnenstad ontstaat en behouden blijft. Gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid. 9

10 3 VORMEN VAN GRONDBELEID Binnen het grondbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen actief en faciliterend grondbeleid. Er zijn verschillende factoren die van invloed zijn op de keuze tussen actief en faciliterend grondbeleid. 3.1 Verschillende vormen van grondbeleid De gemeente kan op verschillende manieren vorm geven aan het grondbeleid. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in actief en passief (tegenwoordig spreken we van faciliterend) grondbeleid. Het onderscheid tussen deze twee vormen van grondbeleid wordt in feite bepaald door wie eigenaar is en daaraan gekoppeld de mate van gemeentelijke bemoeienis bij grondtransacties en grondontwikkeling. In het overzicht hierna zijn de beide traditionele vormen van grondbeleid en de strategische overwegingen die aan het beleid ten grondslag liggen schematisch in beeld gebracht. Figuur A actief en passief/faciliterend grondbedrijf Traditionele vormen grondbeleid Actief grondbeleid Strategische overwegingen De sturing en (financiële) risico s zijn maximaal voor de gemeente. Voorwaarde is dat de gemeente eigenaar is van de te ontwikkelen gronden. De afweging die hieraan ten grondslag ligt is de keuze voor maximale sturing maar ook het maximale risico voor de gemeente. De gemeente heeft de volgende instrumenten tot haar beschikking: Verwerving (actief) Wet voorkeursrecht Gemeenten Onteigening Tijdelijk beheer Bouw- en woonrijp maken Gronduitgifte (bepalen prijs en voorwaarden) Faciliterend (passief) grondbeleid De ontwikkeling wordt in zijn geheel overgelaten aan de markt. De gemeente faciliteert en schept het (planologisch) kader om het plan te kunnen realiseren. De gemeente heeft minder grip op het eindresultaat. De anterieure overeenkomst is het kader waarin afspraken worden vastgelegd. Hier is sprake van een privaatrechtelijke overeenkomst, waarvoor tussen partijen wilsovereenstemming is vereist. Bij een adequaat kostenverhaal loopt de gemeente géén financieel risico. De gemeente heeft de volgende instrumenten tot haar beschikking: Ruimtelijk instrumentarium (bestemmingsplan/omgevingsvergunning) (Bouw)regelgeving Kostenverhaal en afspraken via anterieure overeenkomst (privaatrechtelijk); Kostenverhaal via Exploitatieplan (publiekrechtelijk) 10

11 3.2 Actief grondbeleid Bij een actief grondbeleid is de gemeente eigenaar en voert de werkzaamheden in eigen beheer uit. De gemeente maakt zelf een plan, verwerft de grond en maakt deze bouw- en woonrijp. De gemeentelijke invloed is in dit proces maximaal. De gemeente houdt de ontwikkeling geheel in eigen hand. Inkomsten komen volledig in de gemeentekas. Daartegenover staat dat alle risico s (tegenvallers, renteverliezen, tekorten, etc ) ook voor rekening van de gemeente komen. Een gemeente streeft er naar om bij ruimtelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk de regie te voeren, zodat zij haar ruimtelijke doelstellingen zo goed mogelijk kan realiseren. De gemeente kan de beste regie voeren bij een actief grondbeleid. De gemeente heeft dan immers zelf de gronden in eigendom. In het verleden was in veel gemeenten de grondpolitieke keuze dan ook om de regie en de productie op de grondmarkt te willen doen via een gemeentelijk grondbedrijf (zelf inkopen, bewerken en verkopen) en dus actief grondbeleid te voeren. Dat is de laatste jaren veranderd, in een stagnerende woningmarkt en bij gewijzigde wetgeving. De gemeente behoeft niet zelf meer over de grond te beschikken om de gewenste bestuurlijke doelen te bereiken. Die omslag is mede mogelijk geworden door de komst van de Wro in 2008 die de gemeente in staat stelt om de gewenste vorm van uitvoering vast te leggen, de gemaakte kosten te verhalen en zelfs bijdragen te vragen voor bovenplanse ontwikkelingen. Verwerving Bij een actief grondbeleid verwerft de gemeente zelf gronden. Instrumenten die de gemeente hierbij kan gebruiken zijn: minnelijke grondverwerving Uitgangspunt van beleid is verwerving dat gronden langs minnelijke weg. Hierbij zal de gemeente met de grondeigenaar in onderhandeling treden met het streven op vrijwillige basis tot een koopovereenkomst te komen. Ook grondruil kan worden gezien als een vorm van minnelijke verwerving. Afhankelijk van eigendomsituatie en indien langs minnelijke weg geen overeenstemming wordt bereikt kan het zijn dat andere instrumenten al dan niet aanvullend worden ingezet. gemeentelijk voorkeursrecht De Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) biedt gemeenten de mogelijkheid een voorrangspositie te verkrijgen bij verwerving van gronden of opstallen in een gebied waar ruimtelijke ontwikkelingen gaan plaatsvinden. Wanneer er door middel van een besluit bepaald is dat op een deel of het gehele perceel een voorkeursrecht is gelegd, dan dient de grondeigenaar de grond bij verkoop eerst aan te bieden bij de overheid. Dit betekent niet dat de grondeigenaar op dat moment verplicht is te verkopen. Van belang is dat er bij toepassing van de Wvg alsnog onderhandelingen moeten plaatsvinden. Het is niet bij voorbaat gezegd dat dit tot een akkoord en verwerving zal leiden. Onteigening (strekking van Onteigeningswet is eerder toegelicht op pagina 6) 11

12 Regie en risico s Eerder is al opgemerkt, dat de sturing (regie) bij actief grondbeleid voor de gemeente maximaal is. Regie heeft in dit geval alles te maken met de mate van betrokkenheid bij het eindresultaat en de mogelijkheden het proces daarin aan te sturen. Vrij vertaald dus de mogelijkheid van de gemeente om de spelregels zelf te bepalen. Vooraf zal de gemeente moeten bepalen of er behoefte is aan een sterke sturing om het eindresultaat te behalen. Bij deze overweging zal ook de positie en rol van andere stakeholders moeten worden betrokken. De recente crisis heeft het belang nog eens aangetoond van de afweging om vooraf veel aandacht te besteden aan risico s. Een risico-afweging hangt samen met de gehanteerde veronderstellingen rondom programma, kosten, opbrengsten en fasering. Een gemeente maakt hierin haar eigen keuzes. Basis is dat wordt uitgegaan van realistische en actuele ramingen. Wanneer het over risico s bij grondexploitaties gaat, kunnen we vier soorten risico s onderscheiden: Waarderingsrisico s: Is het risico dat dat aangekochte gronden niet voor de verwervingsprijs in de exploitatie kan worden ingebracht en het risico van rentelasten op deze gronden. Marktrisico s: betreft risico s met betrekking tot uitvoeringskosten, afzetrisico s en economische uitvoerbaarheid. Organisatierisico s: kunnen door de gemeente worden beïnvloed. Denk daarbij aan risico s gekoppeld aan (interne) organisatie en de kosten in kader van voorbereiding en toezicht. Contractrisico s: tijdens de looptijd van een contract kunnen altijd onvoorziene zaken optreden en kunnen er interpretatieverschillen optreden over bijvoorbeeld nakoming en gemaakte afspraken. Bij een grondexploitatie kunnen we verschillende fasen onderscheiden (initiatief fase ontwerpfase uitvoering beheer). Uitgangspunt is dat naarmate de uitvoering verder is gevorderd de risico s kleiner zullen zijn. 3.3 Faciliterend grondbeleid Faciliterend grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf geen grondexploitaties voert maar dit overlaat aan private ontwikkelaars. Veelal is voor het realiseren van deze plannen een wijziging van het bestemmingsplan nodig. De gemeente 'faciliteert' deze (private) grondexploitaties door mee te werken aan de planologische procedure. De gemeente maakt dan (on)kosten die verhaald moeten worden op de ontwikkelaar. Het gaat om kosten voor bijvoorbeeld het maken van een nieuw bestemmingsplan, het treffen van voorzieningen in de openbare ruimte, aanleg en inrichting van openbare ruimte en/of het aanleggen van nutsvoorzieningen. Deze kosten zullen vervolgens worden verhaald door de gemeente op de ontwikkelaar. Het verhalen van deze kosten kan gebeuren op basis van vrijwilligheid. De gemeente en een ontwikkelaar sluiten in die situatie voorafgaand aan de wijziging van het bestemmingsplan een (anterieure) overeenkomst af. Daarin wordt vastgelegd hoe de verrekening plaatsvindt en welke kosten door de ontwikkelaar aan de gemeente worden vergoed. In de situatie dat vooraf geen overeenstemming is bereikt tussen de ontwikkelaar en gemeente, wordt de kostenverrekening gebaseerd op een exploitatieplan. Afrekening van de gemeentelijke kosten vindt dan plaats via het sluiten van een (posterieure) overeenkomst. In sporadische gevallen bij gebreke van een posterieure overeenkomst - vindt pas op termijn een gedwongen verrekening plaats bij het verlenen van de omgevingsvergunning. De gemeente verbindt dan aan de omgevingsvergunning het voorschrift dat de vergunninghouder een exploitatiebijdrage aan de gemeente verschuldigd is. De 12

13 gemeente stelt daarbij ook een termijn waarbinnen de exploitatiebijdrage moet worden betaald. Dit kan via een betalingsregeling, maar de bijdrage kan ook in één keer worden geïnd. Een gemeente kan ook tot faciliterend grondbeleid worden gedwongen, bijvoorbeeld als een grondeigenaar zijn grond niet aan de gemeente wil overdragen, maar zelf de realisatie ter hand wil nemen of wanneer er voor een bestemmingsplan met ontwikkelpotentie nog geen ontwikkelaar beschikbaar is. Kostenverhaal op basis van Wro Faciliterend grondbeleid treedt bijvoorbeeld op in de situatie dat particuliere investeerders de grondpositie(s) hebben ingenomen. In die situatie is het voor een gemeente lastig om een actief grondbeleid te voeren. Onder kostenverhaal wordt verstaan het verrekenen van plan- en grondkosten (denk aan kosten voorbereiding en vaststelling van een bestemmingsplan, aanleg voorzieningen van openbaar nut en inrichting openbare ruimte zoals straten, groen, riolering etc.), maar ook mogelijke claims van planschade. Kostenverhaal in deze situatie kan niet plaatsvinden via gronduitgifte, immers de gemeente is geen eigenaar en is geen verkoper van bouwgronden. Zoals eerder gesteld voorziet de Grexwet in een verplichting tot kostenverhaal. De regel is dat kostenverhaal plaatsvindt via een exploitatieplan, tenzij de kosten anderszins zijn verzekerd. Kostenverhaal via een exploitatieplan is de publiekrechtelijke weg. Wanneer voorafgaand hieraan via een anterieure overeenkomst (= privaatrechtelijke weg) overeenstemming is en dus kostenverhaal anderszins is verzekerd kan de vaststelling van een exploitatieplan achterwege blijven. De beide sporen van kostenverhaal worden hierna kort toegelicht Exploitatieplan Een exploitatieplan bestaat uit een aantal verplichte onderdelen, te weten: kaart van het exploitatiegebied; omschrijving van de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte in het exploitatiegebied; een exploitatieopzet; toelichting. Daarnaast zijn er ook een aantal facultatieve onderdelen (bijv. regels over fasering). De Wro schrijft voor dat elk exploitatieplan opgebouwd wordt vanuit de fictie dat de gemeente alle gronden binnen het exploitatieplan verwerft, geschikt maakt voor de beoogde bestemming en vervolgens weer verkoopt. Maar dit houdt niet in dat de gemeente ook daadwerkelijk de gronden gaat verwerven. Van belang is ook dat een exploitatieplan jaarlijks dient te worden herzien (update). Dit heeft extra administratieve lasten tot gevolg. Op basis van het exploitatieplan wordt per eigenaar een bijdrage in de grondkosten opgelegd. De bijdrage kan op twee manieren worden geïnd. Via de omgevingsvergunning waaraan een betalingsvoorschrift wordt gekoppeld. Ofwel op basis van een (posterieure) overeenkomst. Bij het aangaan van deze overeenkomst is men gebonden aan de uitgangspunten en uitkomsten van het exploitatieplan. 13

14 Anterieure overeenkomst Het vaststellen van een exploitatieplan kan achterwege blijven als voorafgaand hieraan tussen gemeente en grondeigenaren overeenstemming is over het kostenverhaal. We spreken dan van een anterieure overeenkomst. In termen van de wet is het kostenverhaal dan anderszins verzekerd. In deze fase is er sprake van contractsvrijheid en kan de gemeente in overleg met betrokken eigenaren afspraken maken over de bijdrage(n) die moet worden betaald. De gemeente krijgt daarmee in een vroeg stadium zekerheid over de te ontvangen bijdrage(n). De gemeente is daarbij wel gebonden aan de uitgangspunten van het Burgerlijk Wetboek en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Uitgangspunt is dat een gemeente geen misbruik mag maken van zijn positie en kostenverhaal niet mag uitmonden in betaalplanologie. In het algemeen worden in een anterieure overeenkomst (afhankelijk van aard en omvang van het bouwplan) de volgende onderwerpen geregeld: in geval van woningbouwontwikkeling: afspraken over te realiseren woningcategorieën en aantallen; locatie-eisen bij ontwikkeling van bedrijfsruimte of bedrijventerreinen; afspraken over bouw- en woonrijp maken, nutsvoorzieningen en inrichting openbare ruimte; benodigde grondtransacties (bijvoorbeeld overdracht openbaar gebied naar gemeente); kostenverhaal en voorwaarden tot verzekering van kostenverhaal (bijv. bankgarantie of vooruitbetaling); doorleggen van planschadeclaims. Beleidsuitgangspunt(en) 4 Vooraf aan initiatieven en ontwikkelingen zal in een vroeg stadium een keuze tussen actief of faciliterend grondbeleid moeten worden gemaakt. De keuze wordt met name bepaald door: een samenstel van ruimtelijke, financieel/economische, milieutechnisch en maatschappelijke motieven. Een beleidsnota of bestemmingsplan (raadsbesluit) ligt hieraan ten grondslag. of de gemeente het vastgoed of de gronden al/niet in eigendom heeft. de aard van te realiseren voorzieningen. een afweging van risico s in relatie tot de aanwezige geldmiddelen, kennis, kunde en capaciteit. De gemeente voert met name een faciliterend grondbeleid waarbij de gemeente streeft naar een regierol en het kostenverhaal en vereveningsbijdragen worden vastgelegd in een anterieure overeenkomst. 5 Uitgangspunt is verwerving van gronden langs minnelijke weg. Afhankelijk van de situatie wordt de afweging gemaakt of er gebruik wordt gemaakt van het gemeentelijk voorkeursrecht en onteigening. Deze keuze wordt in een vroeg stadium gemaakt zodat de (wettelijke) procedures parallel kunnen lopen aan de onderhandelingen omtrent minnelijke verwerving. 6 Uitgangspunt is dat het kostenverhaal overeenkomstig de huidige praktijk - zal plaatsvinden (vooral) via een anterieure overeenkomst ( = privaatrechtelijk) en enkel wanneer nodig via het opstellen van een exploitatieplan (= publiekrechtelijk). 14

15 3.4 Samenwerkingsmodellen Bij de eerdergenoemde vormen van grondbeleid (actief en faciliterend) is meestal één partij aan zet die vervolgens ook de risicodragende partij is. In de praktijk zijn er ook samenwerkingsmodellen. Deze modellen (de meest voorkomende) zijn hierna kort schematisch weergegeven. Figuur B samenwerkingsmodellen grondbeleid (samengevat) Samenwerkingsmodellen Bouwclaimmodel Joint venture model Concessiemodel Strategische overwegingen In dit model draagt de private partij haar grond over aan de gemeente voor een afgesproken prijs. Deze private partij krijgt in ruil recht op afname van een bepaald aantal bouwrijpe kavels. De risico s in dit model zijn meer gespreid dan in de traditionele modellen. Het risico hierin voor de gemeente is dat zij op lange termijn is gebonden zonder dat de gereserveerde gronden worden afgenomen. Daarom is het belangrijk dat in dit model concrete afspraken worden gemaakt over afname en looptijd van de overeenkomst. Gemeente en de private partij(en) richten een gezamenlijke grondexploitatiemaatschappij (hierna: Grexmij) op. Deze Grexmij is verantwoordelijk voor de (gezamenlijke) grondexploitatie. In dit model worden de risico s gedeeld en sturing gebeurt door de partijen in samenspraak. Van belang is dat risico s voor de gemeente worden ingeperkt, voor het geval de ontwikkeling anders verloopt dan is voorzien. De gehele grondexploitatie wordt overgelaten aan particulieren. De gemeente stelt randvoorwaarden aan de inrichting van het openbaar gebied. De kosten van voorzieningen en infrastructuur zijn voor rekening van de private partij(en). Het voordeel is dat de gemeente weinig risico loopt, waar wel voorwaarden kunnen worden gesteld aan de realisatie. De gemeente moet al haar ambities (wensen en eisen) neerleggen in de aanbesteding. Degene die de concessie wordt gegund betaald een vooraf bepaalde prijs voor de gronden. Het uitzetten van een concessie vindt plaats via een openbare (Europese) aanbesteding. 15

16 4 GRONDPRIJSBELEID Grondprijsbeleid gaat over de wijze waarop de gemeente de waarde van haar gronden voor verschillende functies bepaalt. Daarbij gaat het ook om het vaststellen van kaders en uitgangspunten die daaraan ten grondslag liggen. Doelstelling van het gemeentelijke grond(prijs)beleid is de door de gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te ondersteunen door het optimaliseren van de opbrengsten uit gronduitgiften. Het streven is daarbij dat met uitvoering van deze plannen een zo gering mogelijk beslag wordt gelegd op gemeentelijke financiële middelen. Uitgangspunt is dat uitgifte van gronden gebeurt tegen de marktwaarde. Als gemeente is men niet geheel vrij in het handelen hierin. Het uitgeven van gronden tegen een lagere prijs dan de marktwaarde zal strijd opleveren met het Europees recht. Verkoop beneden de marktwaarde kan worden geïnterpreteerd als (onrechtmatige) staatssteun. Zorgvuldigheid hierin is dus geboden. Een uitzondering op deze regel is de uitgifte van gronden ten behoeve van sociale woningbouw. Deze worden als een beleidsmatige afgesproken prijs uitgegeven. 4.1 Methoden voor het bepalen van grondprijzen De grondprijzen worden vastgesteld kort vooraf aan het moment dat met de uitgifte wordt gestart. Om de marktwaarde te bepalen zijn er een aantal mogelijkheden. Hieronder worden de meest gangbare methoden kort toegelicht. Kostprijsmethode Dit is van oudsher de meest oorspronkelijke methode van grondprijsbepaling. Het totaal van de kosten aan grondverwerving, planvorming, kosten voor bouw- en woonrijpmaken en overige kosten worden doorberekend in de m 2 -prijs van de gronden die kunnen worden uitgegeven. Bij de kostprijsmethode is een sluitend saldo (saldo = 0) voldoende. Met deze methode wordt geen uitgifte tegen marktwaarde nagestreefd. Daarmee voldoet deze methode niet aan de Europese regelgeving die stelt dat gemeenten bouwgrond dienen te verkopen tegen (minimaal) de marktwaarde. Comparatieve methode Deze methode wordt ook wel de vergelijkingswaardemethode genoemd. Deze methode gaat uit van het baseren van een grondprijs op een vergelijking met eerdere transacties binnen de gemeente en met name een vergelijking met grondprijzen in de omliggende gemeenten. Het is een inzichtelijke en eenvoudige methode die regelmatig wordt toegepast. Voordeel is dat goed is vast te stellen als er grote afwijkingen in de prijs plaatsvinden. Nadeel is dat lokale omstandigheden sterk kunnen verschillen en dat deze methode daarom niet altijd een nauwkeurige marktwaarde oplevert. Residuele grondwaardemethode Bij deze methode is de waarde van het vastgoed (grond en opstal) het vertrekpunt. Vanuit die waarde wordt in feite teruggerekend om de grondwaarde te bepalen. Per saldo worden op de VON-prijs van het vastgoed de investeringskosten (= bouw- en ontwikkelingskosten) in mindering gebracht. Deze benadering vereist inzicht en kennis in de bouw- en ontwikkelingskosten. 16

17 Grondquotemethode In deze benadering wordt de grondwaarde vastgesteld door een nader te bepalen percentage van de VON-prijs van een woning als uitgangspunt te nemen. De methode wordt vooral toegepast in situaties van grotere bouwprojecten. Om dit percentage te bepalen kan een vergelijking worden gemaakt met referentieprojecten (met toepassing van de residuele methode) of met projecten in omliggende gemeenten (met toepassing van de comparatieve methode). 4.2 Grondprijsbeleid naar functie De vraag welke grondwaardemethode wordt gekozen wordt vooral bepaald door de functies die gerealiseerd zullen worden. In de situatie dat de gemeente actief grondbeleid toepast zijn hieronder in figuur C de uitgangspunten (schematisch) weergegeven. Algemeen uitgangpunt hierin is de toepassing van de marktwaardebenadering. Figuur C uitgangspunten marktwaardebepaling gerelateerd naar functie Functie Methode prijsbepaling Eenheid Kanttekening Vrije sector woningen Comparatieve + residuele methode m 2 / kavel Differentiatie in relatie tot kern / ligging / kavelgrootte Projectmatig woningbouw Residuele methode m 2 / kavel Differentiatie in relatie tot kern / ligging / kavelgrootte Sociale woningbouw Kavelprijs Kavel Beleidsmatige afspraken (lager dan marktwaarde is mogelijk) Maatschappelijke voorzieningen Vaste grondprijs m 2 / kavel / Bvo Bvo = bruto vloeroppervlakte Grondprijs is minimaal kostprijs Specifieke projecten Residuele methode per project Parkeervoorzieningen Waarde inbegrepen in prijs hoofd- Per parkeer- Verrekening (huur) bij gebruik functie plaats openbare parkeervoorzieningen Groen- en reststroken Vaste prijs Per m 2 Categorie-indeling naar grootte en wel/niet bebouwing mogelijk Bedrijventerrein Comparatieve + residuele methode Per m 2 Differentiatie naar ligging / bestemming / grootte Kantoren, winkels, horeca residuele methode Per m2 bvo Differentiatie naar ligging Uitgangspunt is dat de grondprijzen jaarlijks worden heroverwogen (najaar) en dat per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar de gewijzigde grondprijzen in werking treden. 17

18 Uitgangspunten grondprijsbeleid Beleidsuitgangspunt(en) 7 De marktwaardebenadering zoals in figuur C is vastgelegd - wordt als uitgangspunt gehanteerd bij het bepalen van de grondwaarde. Daarbij is differentiatie mogelijk op basis van economische draagkracht, bestemming, gebruiksmogelijkheden, grootte en kern/locatie. 8 Jaarlijks worden (bij voorkeur per 1 januari van enig jaar) de grondprijzen voor de verschillende functies vastgelegd. De raad wordt via de (jaarlijkse) grondprijzenbrief geïnformeerd. 9 Om de afronding van een exploitatieplan te bevorderen heeft het college de bevoegdheid met betrekking tot de laatste kavels van de vastgestelde grondprijs af te wijken. 18

19 5 FINANCIËLE BEHEERSING Grondbeleid heeft financiële consequenties en heeft daarmee impact op de gemeentelijke begroting en het weerstandsvermogen. Aan grondbeleid zijn risico s verbonden die in een vroeg stadium van de planontwikkeling en besluitvorming zo volledig mogelijk onderdeel hiervan moeten zijn. De financiële uitgangspunten die nodig zijn voor transparantie en beheersbaarheid worden in dit hoofdstuk nader toegelicht. 5.1 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) De Gemeentewet schrijft voor dat gemeenten een begroting, meerjarenraming, jaarrekening en jaarverslag maken en noemt de eisen waaraan deze documenten dienen te voldoen. Artikel 186 Gemeentewet bepaalt dat de begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, het jaarverslag en de jaarrekening van gemeenten moeten voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels. Deze nadere regels zijn uitgewerkt in het BBV. Bij de invoering van het BBV in 2004 lag de nadruk op het vergroten van de transparantie van het proces van begroting- en verantwoording en het versterken van de positie van raad en provinciale staten. De aanpassingen die met dit besluit werden ingevoerd hebben geleid tot een grotere betrokkenheid van provinciale staten en raad. Er zijn ruim 10 jaar na invoering van het BBV diverse ontwikkelingen die vragen om aanpassing van dit besluit. Een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties was aanleiding om kritisch te kijken naar de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties. Deze regels zijn ook van belang in het kader van de Vpb-plicht voor gemeenten. Deze regels bieden een handreiking in de (fiscale) discussie over de afbakening van ondernemersactiviteiten en toe te rekenen kosten en opbrengsten (zie ook par. 5.5). In januari 2008 heeft de Commissie BBV de Notitie Grondexploitatie gepubliceerd. Aanleiding voor deze notitie waren de vele vragen bij gemeenten over de toepassing van het BBV. Vervolgens is de notitie bijgesteld (februari 2012) in verband met de financiële gevolgen van de economische crisis. In 2016 zijn door de commissie opnieuw twee notities gepubliceerd de notitie Faciliterend Grondbeleid en de notitie Grondexploitaties. De laatst genoemde notitie is een herziening van de notitie van In deze laatste notitie wordt ingegaan op de wijziging van de verslagleggingsregels voor grondexploitaties met betrekking tot de jaarrekening. Verder wordt er ingehaakt op de wijzigingen die verband houden met de invoering van de Vpb-plicht voor gemeenten en de verdere gevolgen hiervan. In de notitie Faciliterend Grondbeleid wordt voornamelijk ingegaan op de kostenverhaalsmogelijkheden. De hoofdlijnen van de Notitie Grondexploitaties zal hierna nader worden toegelicht. 5.2 Grondexploitaties De gemeente is bijna altijd betrokken bij de ontwikkeling van een bepaalde locatie. Enerzijds wanneer de gemeente zelf grond verwerft, de gronden bouw- en woonrijp maakt en vervolgens bouwgrond uitgeeft (actief grondbeleid). Anderzijds middels het sluiten van een overeenkomst met een ontwikkelende partij. De gemeente heeft dan een faciliterende rol. 19

20 De financiële en economische haalbaarheid van een plan/project kan worden berekend en aangetoond via een grondexploitatie of een kosten-baten berekening. Binnen deze context heeft een grondexploitatie verschillende functies. Indien de gemeente partij is bij een planontwikkeling - omdat zij zelf gronden verwerft worden met een grondexploitatie de inkomsten en opbrengsten van een dergelijke planontwikkeling inzichtelijk gemaakt. Bij faciliterend grondbeleid wordt meestal een exploitatieovereenkomst gesloten met een ontwikkelende partij. De totstandkoming van een exploitatieovereenkomst is een onderhandelingsproces tussen gemeente en de ontwikkelaar/grondeigenaren. Binnen dat onderhandelingsproces is de inzet voor de gemeente om de (gemeentelijke) kosten vergoed te krijgen. Criteria voor toepassing van het kostenverhaal zijn profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit. 5.3 Bouwgrond In Exploitatie (BIE) De definitie van een BIE is met ingang van 1 januari 2016 door de Commissie BBV aangescherpt. Onder een BIE wordt verstaan gronden in eigendom van de gemeente, waarvoor de raad door middel van een raadsbesluit een grondexploitatiecomplex en een grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Het raadsbesluit vormt het startpunt van de BIE. De gemeenteraad heeft dan het ruimtelijke plan alsmede de grondexploitatiebegroting vastgesteld die wordt uitgevoerd. De wijzigingen voor BIE s zijn: een maximale duur van 10 jaar van grondexploitaties; bij kostentoerekening is verplicht aan te sluiten bij de kostenverhaalsmogelijkheden zoals benoemd in de Wro en Bro (zie bijlage 1, Kostensoortenlijst); de toegerekende rente moet worden gebaseerd op de werkelijke rente over vreemd vermogen. Niet In Exploitatie Genomen Grond (NIEGG) / Strategische gronden Een belangrijke wijziging is dat met ingang van 2016 de categorie NIEGG wordt afgeschaft in het BBV. De grondlocatie past wel in de gedachten (verwachtingen) over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Voor deze grond moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit. In dit besluit heeft de raad inhoud gegeven aan ambitie en planperiode. NIEGG-gronden worden conform het BBV gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De gronden die nu als NIEGG te boek staan kunnen op de balans worden opgenomen als BIEgronden. Als deze gronden niet te kwalificeren zijn als BIE-gronden moeten deze op de balans worden opgenomen onder de materiële vaste activa (MVA) als strategische gronden. Voor deze strategische gronden geldt: dat toerekenen van rente en kosten niet is toegestaan en de waardebepaling van deze gronden vindt plaats op basis van de huidige bestemming en per de datum van de waardebepaling. Huidige NIEGG s die per 1 januari 2016 uit exploitatie worden genomen - worden zonder afwaardering omgezet tegen de boekwaarde per 1 januari 2016 (= ingangsdatum Wijzigingsbesluit). Deze overgangsbepaling heeft een looptijd van vier jaar. Uiterlijk 31 december 2019 moet een toets plaatsvin- 20

21 den op de marktwaarde van deze gronden tegen de geldende bestemming op het moment van de marktwaardetoets. Wordt daarbij een duurzame waardevermindering vastgesteld, dan moet dat uiterlijk 31 december 2019 leiden tot een afwaardering van deze gronden. 5.3 Risicobeheersing Uitgangspunt is dat een grondexploitatie economisch uitvoerbaar dient te zijn. De economische uitvoerbaarheid moet worden aangetoond aan de hand van een becijfering van kosten en baten van het plan, waarin het ruimtelijke beleid is vastgelegd. De becijfering moet voldoen aan een aantal elementaire voorwaarden, namelijk: alle kosten- en opbrengstelementen moeten in de becijfering zijn opgenomen; als er kostenelementen zijn, die niet of niet geheel op een plan horen te drukken, moeten deze afzonderlijk zijn aangegeven, alsmede de middelen tot dekking daarvan; indien geen evenwicht van kosten en opbrengsten wordt bereikt, dienen dekkingsmiddelen te worden aangegeven voor dit tekort. In dit verband is het ook relevant te weten welke risico s er kunnen optreden en welke financiële buffers voorhanden zijn. Door het uitvoeren van een risicoanalyse kan de gemeente inzicht krijgen in de risico s en kansen van een plan. Indien de grondexploitatieberekening deel uitmaakt van een vastgesteld exploitatieplan, wordt de grondexploitatie jaarlijks herzien en geactualiseerd. Het verdient echter aanbeveling om dit ook te doen in gevallen dat een grondexploitatie is opgesteld voor het sluiten van een anterieure overeenkomst. De financiële bewaking van het grondexploitatieproces is namelijk van groot belang voor het uiteindelijke financiële resultaat van een project. Met behulp van de eindwaardeberekening is het mogelijk om te beoordelen of alle voorziene opbrengsten de kosten wel in voldoende mate dekken. Door het jaarlijks berekenen en vermelden van de eindwaarde en contante waarde van de grondexploitatie, wordt verantwoording afgelegd over de verschillen tussen de eindwaarde/contante waarde per grondexploitatie in de tijd. Met behulp van deze verantwoordingsinformatie kan dus eenvoudig worden vastgesteld of de einduitkomsten nog conform de planning zijn, óf dat bijsturing noodzakelijk is. Ook voorzieningen die in de jaarrekening zijn opgenomen ter afdekking van verliesgevende grondexploitaties zijn gebaseerd op de eindwaardeberekening per grondexploitatie. Voor de economische crisis was eigenlijk een vast uitgangspunt dat een grondexploitatie eindigde met een positief resultaat. Sinds de crisis en de negatieve financiële effecten hiervan, is een positieve uitkomst niet meer vanzelfsprekend. 5.4 Winst- en verliesneming Winstneming vindt plaats als er voldoende zekerheid is over de realisatie van deze winsten. Dit betekent echter niet dat pas winst moet worden genomen bij het afsluiten van de grondexploitatie. In een aantal situaties is er voldoende zekerheid om winst te nemen en is er volgens het realisatiebeginsel ook alle aanleiding om dat te doen. Winstneming kan dus tussentijds en bij afsluiting/opheffen van een grondexploitatie plaatsvinden. Bij afsluiting en opheffen Afsluiting van een exploitatie vindt plaats wanneer alle opbrengsten in het betreffende gebied zijn gerealiseerd en/of zeker gesteld (contracten). Vervolgens vindt er een tweetal handelingen plaats: 21

Nota Grondbeleid. Presentatie forum Ruimte 13 januari 2015

Nota Grondbeleid. Presentatie forum Ruimte 13 januari 2015 Nota Grondbeleid. Presentatie forum Ruimte 13 januari 2015 Nota Grondbeleid Opbouw presentatie 1 Inleiding 2 Waar gaat het om bij grondbeleid 3 Visie 4 Beheersen instrumenten en risico s 1 Inleiding Wat

Nadere informatie

Paragraaf 7: Grondbeleid

Paragraaf 7: Grondbeleid Paragraaf 7: Grondbeleid Beleid Uitgangspunt vormt de in 2015 vastgestelde Nota Grondbeleid. Het uitgangspunt is hierbij dat de gemeente, uitgezonderd de ontwikkeling van eigen gronden, een faciliterende

Nadere informatie

FACILITEREND GRONDBELEID

FACILITEREND GRONDBELEID FACILITEREND GRONDBELEID Maart 2016 Inhoud 1. Doelstelling notitie... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Richtlijnen... 3 2. Waarom faciliterend grondbeleid?... 5 3. Verslaggevingsaspecten... 6 3.1. Kortlopende

Nadere informatie

Nota Kostenverhaal Gemeente Drimmelen. Conceptt

Nota Kostenverhaal Gemeente Drimmelen. Conceptt Nota Kostenverhaal 2016-2020 Gemeente Drimmelen 1. Inleiding Aanleiding Met de komst van de Wro (1 juli 2008) hebben gemeenten meer mogelijkheden gekregen om te sturen op de ontwikkeling van ruimtelijke

Nadere informatie

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt 6 Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt 31 januari 2017 RV/16/00717 Z12-18101 Voorstel ingebracht door H. Achterberg Portefeuillehouder Begrotingsprogramma H.N. de Ronde 02 Beheerproduct

Nadere informatie

Beleidsnotitie grondbeleid en vastgoedbeleid

Beleidsnotitie grondbeleid en vastgoedbeleid Behoort bij raadsbesluit d.d. 22 februari 2018 tot vaststelling van aanvullend grondbeleid en vastgoedbeleid. Beleidsnotitie grondbeleid en vastgoedbeleid GEMEENTE DE BILT, BILTHOVEN, JANUARI 2018 Inhoud

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 januari 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit: tl G FEB

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 januari 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit: tl G FEB De raad van de gemeente Etten-Leur; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 januari 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op De financiële verordening artikel 212

Nadere informatie

OUD vs NIEUW beleid. Toelichting op de Kadernota Grond: deel I Grondbeleid

OUD vs NIEUW beleid. Toelichting op de Kadernota Grond: deel I Grondbeleid OUD vs NIEUW beleid Toelichting op de Kadernota Grond: deel I Grondbeleid Beleidsregel was wordt Grondpolitiek Besluit start project Besluit openen Waar toereikend passief grondbeleid, daar waar nodig

Nadere informatie

BIJLAGEN: Nota Grondbeleid

BIJLAGEN: Nota Grondbeleid Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. 16 juli 2018 Agendapunt 14 Opiniërend besproken d.d. 28 mei 2018 Portefeuillehouder wethouder M. Blind Zaaknummer 3763-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum collegevergadering: 12 mei 2015 Onderwerp: Nota grondbeleid 2015-2018

Raadsvoorstel. Datum collegevergadering: 12 mei 2015 Onderwerp: Nota grondbeleid 2015-2018 Raadsvoorstel Agendanr: CR2 Kenmerk: 15-0114128 Datum collegevergadering: 12 mei 2015 Onderwerp: Nota grondbeleid 2015-2018 0.Samenvatting: Conform vastgesteld beleid dient het grondbeleid elke raadsperiode

Nadere informatie

Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen

Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen 2017 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Aanleiding voor de actualisatie van het globaal exploitatieplan 2. Plangebied en ruimtegebruik 3. Kosten exploitatiegebied

Nadere informatie

Grondbedrijf. Introductie voor nieuwe raadsleden

Grondbedrijf. Introductie voor nieuwe raadsleden Grondbedrijf Introductie voor nieuwe raadsleden Grondbedrijf Yvonne Verkleij Paul van Die Rik Tuitert Planning & control Juridica (privaatrecht) Planeconomie Agenda Taken Beleid Financiële instrumenten

Nadere informatie

PARAGRAAF 7 : GRONDBELEID

PARAGRAAF 7 : GRONDBELEID PARAGRAAF 7 : GRONDBELEID Beleid Uitgangspunt vormt de in 2015 vastgestelde Nota Grondbeleid. Het uitgangspunt is hierbij dat de gemeente actief sturing wenst te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen. Hierbij

Nadere informatie

Nota Grondbeleid Gemeente Brummen Februari 2016

Nota Grondbeleid Gemeente Brummen Februari 2016 Nota Grondbeleid 2016-2020 Gemeente Brummen Februari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Samenvatting...3 Inleiding...4 1 Grondbeleid...5 1.1 Vormen van grondbeleid...5 1.1.1 Passief grondbeleid...5 1.1.2

Nadere informatie

Nieuw grondbeleid en nieuwe woningnood (in diverse smaken)

Nieuw grondbeleid en nieuwe woningnood (in diverse smaken) Nieuw grondbeleid en nieuwe woningnood (in diverse smaken) Wooncongres 11 oktober 2016 Herman de Wolff (TU Delft) en Rogier Titulaer (gemeente Amersfoort) Delft University of Technology Challenge the future

Nadere informatie

VOORBEELD STANDAARD OPZET EXPLOITATIEPLAN

VOORBEELD STANDAARD OPZET EXPLOITATIEPLAN VOORBEELD STANDAARD OPZET EXPLOITATIEPLAN 1 INLEIDING 1.1 Algemeen Aangeven met welk doel het exploitatieplan wordt gemaakt: om onderhandelingen met één of meerdere grondeigenaren te starten, met als doel

Nadere informatie

AGENDAPUNT NO.12. Voorstel tot vaststelling Nota Grondbeleid AAN DE RAAD

AGENDAPUNT NO.12. Voorstel tot vaststelling Nota Grondbeleid AAN DE RAAD Voorstel tot vaststelling Nota Grondbeleid AGENDAPUNT NO.12 AAN DE RAAD Samenvatting/Advies Het gemeentelijk grondbeleid is een beleidsterrein waar omvangrijke uitgaven worden gedaan en waarbij de risico

Nadere informatie

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven.

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven. Nummer : 12-10.2010 Onderwerp : Herziening exploitatieopzetten Korte inhoud : Herziening exploitatieopzetten Uithuizen, 27 mei 2010 AAN DE RAAD. Inleiding Jaarlijks dienen de exploitatieopzetten van de

Nadere informatie

exploitatieplan LOCATIE CASTOR

exploitatieplan LOCATIE CASTOR LOCATIE CASTOR Locatie Castor (vastgesteld) Locatie Castor Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 3 Inleiding 3 Hoofdstuk 2 Deel A Omschrijving Exploitatiegebied 2.1 Planbeschrijving 2.2 Ligging van het

Nadere informatie

Grondexploitatie via het publiekrechtelijk spoor: het exploitatieplan

Grondexploitatie via het publiekrechtelijk spoor: het exploitatieplan Grondexploitatie via het publiekrechtelijk spoor: het exploitatieplan Rob de Boer Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) 9 maart, Den Haag Hoe was het ook al weer? De gemeenteraad stelt een exploitatieplan

Nadere informatie

Nota grondprijsbeleid gemeente Dirksland

Nota grondprijsbeleid gemeente Dirksland Nota grondprijsbeleid gemeente Dirksland Concept Opdrachtgever: Gemeente Dirksland NEXT Vastgoed BV Nico Harkes / Erik Lamfers Rotterdam, 31 augustus 2009 NEXT Vastgoed BV WTC Rotterdam, Beursplein 37

Nadere informatie

Grond voor betaalbaar wonen

Grond voor betaalbaar wonen Grond voor betaalbaar wonen De positie van de gemeente Naam, Afdeling Willem Korthals Altes 07/01/2009 Gemeentelijke positie De basics: positie, vormen grondbeleid De crisis: enkele cijfers Nota s grondbeleid

Nadere informatie

Grondexploitatiewet. Hendrik van Sandick. projectcoördinator Grondexploitatiewet Ministerie van VROM

Grondexploitatiewet. Hendrik van Sandick. projectcoördinator Grondexploitatiewet Ministerie van VROM Grondexploitatiewet Hendrik van Sandick projectcoördinator Grondexploitatiewet Ministerie van VROM Waarover gaat het bij grondexploitatie? Onderwerpen die de gemeente wil regelen bij grondexploitatie van

Nadere informatie

Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden

Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1 2 Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden Deze Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden is bedoeld als

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID

NOTA GRONDBELEID NOTA GRONDBELEID 2014-2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Doel 3 1.2 Aanleiding actualisatie Nota Grondbeleid 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Relevante beleidskaders en wetgeving 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Aanbesteding

Nadere informatie

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Invoering nieuwe voorschriften Besluit Begroting & Verantwoording (BBV). Datum 25 mei 2016 Naam en telefoon Coen van den Hout (9300) Afdeling F&C Portefeuillehouder Frank den Brok Waarover wil

Nadere informatie

Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie

Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie Actualiteiten Grondexploitatiewet 2011 VNG Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie mr. Jan Frans de Groot & mr. Arjen de Snoo 1 Indeling Aanleiding Verordening m.b.t. de grondexploitatie

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID 2013 (Gewijzigd)

NOTA GRONDBELEID 2013 (Gewijzigd) NOTA GRONDBELEID 2013 (Gewijzigd) Vastgesteld door de gemeenteraad van Stichtse Vecht op: 29 januari 2013 1 Inleiding De nota Grondbeleid geeft de beleidsuitgangspunten weer die het grondbeleid van de

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84 Voor raadsvergadering d.d.: 08-12-2015 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

1.2.2 Materiële wet- en regelgeving 1.2.3 Historie kaders grondbeleid gemeente Coevorden. 9 9 9 10 2.2 Grondbeleid in de gemeente Coevorden

1.2.2 Materiële wet- en regelgeving 1.2.3 Historie kaders grondbeleid gemeente Coevorden. 9 9 9 10 2.2 Grondbeleid in de gemeente Coevorden Nota Grondbeleid 1 2 Inhoud 1 Visie en kaders 5 1.1 1.2 Visie en doelstellingen Kaders en criteria 6 6 1.2.1 Formele wetgeving 6 1.2.2 Materiële wet- en regelgeving 6 1.2.3 Historie kaders grondbeleid

Nadere informatie

Handleiding exploitatieplan. Regiobijeenkomsten maart 2011 T.J.E.A. van der Heijden, directeur VD2 Advies b.v.

Handleiding exploitatieplan. Regiobijeenkomsten maart 2011 T.J.E.A. van der Heijden, directeur VD2 Advies b.v. Handleiding exploitatieplan Regiobijeenkomsten maart 2011 T.J.E.A. van der Heijden, directeur b.v. Inhoud Exploitatieplan diverse thema s Ervaringen Jurisprudentie th/2008702/110096 2 Exploitatieplan (1):

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR423471_1

CVDR. Nr. CVDR423471_1 CVDR Officiële uitgave van Brummen. Nr. CVDR423471_1 17 oktober 2017 Nota Grondbeleid 2016-2020 De raad van de gemeente Brummen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Kadernota Ontwikkeling

Kadernota Ontwikkeling GRONDBELEID Kadernota Ontwikkeling Gemeente Velsen Beheer & Ontwikkeling Afdeling Gebiedsontwikkeling Vastgesteld door de gemeenteraad op xx (versie 14-05-2012) Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist

Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist Presentatie Marleen Sanders 2009 Adviesgroep Planeconomie & Grondstrategie inhoud presentatie Doelen van de veranderingen Wat is er veranderd?

Nadere informatie

Beoogd effect: Het voldoende bouwrijpe grond beschikbaar hebben voor het vestigen van bedrijven en daarmee genereren van arbeidsplaatsen.

Beoogd effect: Het voldoende bouwrijpe grond beschikbaar hebben voor het vestigen van bedrijven en daarmee genereren van arbeidsplaatsen. Voorstel aan de raad Nummer: B11-15396 Portefeuille: Economie, Wonen, Cultuur & Dienstverlening Programma: 2.4 Sterke stad Programmaonderdeel: 2.4.1 Werken aan de basis Steller: M.R. Roeffel Afdeling:

Nadere informatie

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening De nieuwe Wro Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening Inhoud van deze presentatie WRO Wro: de uitgangspunten De grootste veranderingen eruit gelicht WRO vs. Wro: een overzicht Wat betekent

Nadere informatie

BEGROTING 2019 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEDRIJVENPARK RENGERS

BEGROTING 2019 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEDRIJVENPARK RENGERS BEGROTING 2019 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEDRIJVENPARK RENGERS April 2018 1 I N H O U D 1. Voorwoord 2. Beleidsbegroting a. Beleidsbegroting b. Paragrafen 1. Grondbeleid 2. Financiering 3. Weerstandsvermogen

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 16 08/486

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 16 08/486 o~~çëîççêëíéä= låçéêïéêéw= beleidsnotitie: mogelijkheden Grondexploitatiewet Portefeuillehouder: G. Evenhuis Dienst Beleid Sociaal Economische Ontwikkeling Margreet Harmsma, telefoon ((0591)68 54 57) =

Nadere informatie

AANVULLING NOTITIE GRONDEXPLOITATIE: TUSSENTIJDS WINST NEMEN (POC - METHODE)

AANVULLING NOTITIE GRONDEXPLOITATIE: TUSSENTIJDS WINST NEMEN (POC - METHODE) In de Notitie Grondexploitatie 2016 is aangegeven op welke wijze rekening gehouden moet worden met tussentijds winst nemen bij positieve grondexploitatiecomplexen. De commissie heeft de afgelopen periode

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan

Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan maart 2011 Deel B Uitvoeringsprogramma Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan deel B 1 2 deel B Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan Inleiding 1. Ambitie

Nadere informatie

Grondprijzenbrief 2015

Grondprijzenbrief 2015 Grondprijzenbrief 2015 Inleiding De grondprijzenbrief 2015 geeft de door de gemeente Ede te hanteren prijzen weer voor gronden die in Ede door de gemeente worden uitgegeven met verschillende bestemmingen.

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELS GROND

UITVOERINGSREGELS GROND UITVOERINGSREGELS GROND Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Bevoegdheden 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Rechtmatigheid 4 2.3 Uitvoering 4 3 Uitvoeringsregels 5 3.1 Grondstrategie 5 3.2 Marktconform 5 3.3 Onteigening

Nadere informatie

Richtlijnen van de commissie BBV

Richtlijnen van de commissie BBV Richtlijnen van de commissie BBV Stellige uitspraken gelden met ingang van begrotingsjaar T+1, het jaar nadat de uitspraak is gepubliceerd. 1. Notitie Software, mei 2007 1.1 Software (als afzonderlijk

Nadere informatie

Nota Grondbeleid Regie en kwaliteit

Nota Grondbeleid Regie en kwaliteit Nota Grondbeleid Regie en kwaliteit Nota Grondbeleid Regie en kwaliteit Gemeente Leerdam INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 HOOFDSTUK 2 SAMENVATTING VOORSTELLEN 5 HOOFDSTUK 3 CONTEXT 8 3.1 Grondslag 8 3.2

Nadere informatie

Oplegnotitie gemeenteraad Gouda

Oplegnotitie gemeenteraad Gouda Oplegnotitie gemeenteraad Gouda Onderwerp: nota Grondbeleid 2011 en grondprijzenbrief Raadsvoorstel nr: Programma: Status: Vertrouwelijkheid: 706117 Bereikbaarheid, parkeren en RO b Openbaar Collegelid:

Nadere informatie

Nota vereveningsfonds sociale woningbouw

Nota vereveningsfonds sociale woningbouw Nota vereveningsfonds sociale woningbouw 1. Samenvatting Op basis van de Structuurvisie Ruimte voor wensen Leidschendam-Voorburg 2040 (herijking 2012) kan de gemeente een vereveningsfonds voor sociale

Nadere informatie

Ontwikkelingen rond het grondbeleid

Ontwikkelingen rond het grondbeleid Ontwikkelingen rond het grondbeleid Inleiding voor wooncongres 3 november 2015 Herman de Wolff (H.W.deWolff@tudelft.nl) Delft University of Technology Challenge the future Opzet Grondbeleid: waarom ook

Nadere informatie

Paragraaf Grondbeleid

Paragraaf Grondbeleid Paragraaf Grondbeleid Nota Grondbeleid 213-217 Eind 212 is de Nota grondbeleid 213-217 vastgesteld. In het licht van de economische crisis, die de rol van de gemeente in gebiedsontwikkelingen in een nieuw

Nadere informatie

De mogelijkheid van incourante bedrijfspercelen op te nemen in de Nota Grondbeleid met de prijsstellingen zoals genoemd in het voorstel.

De mogelijkheid van incourante bedrijfspercelen op te nemen in de Nota Grondbeleid met de prijsstellingen zoals genoemd in het voorstel. Raadsvoorstel Agenda nr.8 Onderwerp: Aanpassen Nota grondbeleid ten aanzien van incourante bedrijfspercelen Soort: Besluitvormend Opsteller: P. Engelvaart Portefeuillehouder: W. Hanssen Zaaknummer: SOM/2014/013597

Nadere informatie

Raadsstuk. Nummer 2018/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 4.3 Grondexploitaties Afdeling

Raadsstuk. Nummer 2018/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 4.3 Grondexploitaties Afdeling Raadsstuk Onderwerp Nota Grondbeleid 2018 e.v. Nummer 2018/753507 Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 4.3 Grondexploitaties Afdeling BE Auteur S. Metselaar Telefoonnummer 023-5113992

Nadere informatie

In hoofdstuk 12 van deze nota zijn de financiële kaders opgenomen voor de grondexploitaties.

In hoofdstuk 12 van deze nota zijn de financiële kaders opgenomen voor de grondexploitaties. Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van Onderwerp Programma : wethouder mw. W.J.F. van der Rijt-van der Kruis : financiële kaders grondexploitaties : Wonen Voorstelnummer : 16.30 Info bij afdelingshoofd

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Raadsvoorstel: Nummer: Onderwerp: Nota Grondbeleid Gorinchem

Raadsvoorstel: Nummer: Onderwerp: Nota Grondbeleid Gorinchem Raadsvoorstel: Nummer: 2011-655 Onderwerp: Nota Grondbeleid Gorinchem 2011-2014 Datum: 2 mei 2011 Portefeuillehouder: B.J.P. van der Torren Raadsbijeenkomst: 31 mei 2011 Raadsvergadering: 16 juni 2011

Nadere informatie

Notitie Grondexploitaties 2016 Commissie BBV

Notitie Grondexploitaties 2016 Commissie BBV 1 Notitie Grondexploitaties 2016 Commissie BBV In de volgorde zoals deze ook in gehanteerd in de notitie staan hieronder de stellige uitspreken en aanbevelingen. Omdat sommige aanbevelingen samenhangen

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID

NOTA GRONDBELEID Nota Grondbeleid 2018-2021 NOTA GRONDBELEID 2018-2021 Pagina 1 van 21 Nota Grondbeleid 2018-2021 VOORWOORD Grond is op veel plekken in Nederland schaars. De overheid streeft bij ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

VERORDENING GRONDBANK GEMEENTE GRONINGEN 2018

VERORDENING GRONDBANK GEMEENTE GRONINGEN 2018 VERORDENING GRONDBANK GEMEENTE GRONINGEN 2018 Begripsomschrijving Artikel 1 1. Onder Grondbank I en II wordt verstaan een financieringsbron, waarmee aankopen in onroerende zaken en roerende opstallen worden

Nadere informatie

Grondprijzennota 2013

Grondprijzennota 2013 Grondprijzennota 2013 1 Grondprijzennota 2013 2 Hoofdstuk Blz. 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Methode van grondprijsbepaling 4 1.3 Uitzonderingen 4 1.4 Uitgangspunten 4 1.5 Aansprakelijkheid 4 2.

Nadere informatie

Nota Grondbeleid 2012 Gemeente Voorst

Nota Grondbeleid 2012 Gemeente Voorst Nota Grondbeleid 2012 Gemeente Voorst Nota Grondbeleid 2012 Opgesteld door: Arjan Klein, vakgroep Economie en grondzaken Vastgesteld: Raadsvergadering dd. 17 september 2012 Corsa nummer: 2012-16182; versie

Nadere informatie

Nota Kostenverhaal gemeente Dalfsen Deel 1

Nota Kostenverhaal gemeente Dalfsen Deel 1 Nota Kostenverhaal gemeente Dalfsen Deel 1 Maart 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel van de nota 3 1.3 Grondbeleid gemeente Dalfsen 3 1.4 Opbouw van de nota 4 1.5

Nadere informatie

Nota Grondbeleid 2016 Gemeente Voorst

Nota Grondbeleid 2016 Gemeente Voorst Nota Grondbeleid 2016 Gemeente Voorst Datum gewijzigd: 30-05-2016 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding 1 Grondbeleid 1.1 Vormen van grondbeleid 9 1.2 Keuze grondbeleid 10 2 Relatie met de beleidsvelden

Nadere informatie

Nota Kostenverhaal. Gemeente Hardinxveld-Giessendam

Nota Kostenverhaal. Gemeente Hardinxveld-Giessendam gemeente Hardinxveld-Giessendam Nota Kostenverhaal Gemeente Hardinxveld-Giessendam November 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel van de nota 1.3 Leeswijzer 2 Theoretisch

Nadere informatie

Grondexploitatie BBV en Vpb. Henk van der Heijden, vz commissie BBV

Grondexploitatie BBV en Vpb. Henk van der Heijden, vz commissie BBV Grondexploitatie BBV en Vpb Henk van der Heijden, vz commissie BBV Wijziging verslaggeving Grondexploitaties Waarom? 2 3 4 5 Wijziging BBV Concepttekst wijzigingsbesluit Consultatiefase Ministerraad Advies

Nadere informatie

nieuwe regels voor de ontwikkeling van bouwlocaties

nieuwe regels voor de ontwikkeling van bouwlocaties De Grondexploitatiewet: nieuwe regels voor de ontwikkeling van bouwlocaties April 2007 VROM geeft overheden en private partijen de ruimte om hun eigen verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Decentraal wat

Nadere informatie

Wijziging op de Nota Grondbeleid Lisse Aanleiding/Inleiding

Wijziging op de Nota Grondbeleid Lisse Aanleiding/Inleiding Lisse Aanv ulling nota gro ndbeleid Lisse 2016-2020 26 novembe r 2018 Wijziging op de Nota Grondbeleid Lisse 2016-2020 Aanleiding/Inleiding Gemeente Lisse Heereweg 254 Postbus 200 2160 AE Lisse T 14 0252

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit herziening BBV. De vernieuwing van het BBV met betrekking tot gemeentelijke grondexploitaties nader toegelicht

Wijzigingsbesluit herziening BBV. De vernieuwing van het BBV met betrekking tot gemeentelijke grondexploitaties nader toegelicht De vernieuwing van het BBV met betrekking tot gemeentelijke grondexploitaties nader toegelicht Indeling presentatie De theorie De Drontense praktijk Vragen? 10 november 2016 Jenneke Schuurkamp-Spijkerboer

Nadere informatie

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Datum: 18 mei 2012 Afdeling: Bestuur, team ontwikkeling Afdelingshoofd:

Nadere informatie

Bijlagen behorend bij de nota integraal grondbeleid Sint Anthonis

Bijlagen behorend bij de nota integraal grondbeleid Sint Anthonis Bijlagen behorend bij de nota integraal grondbeleid Sint Anthonis 2015-2019 BIJLAGE 1 RELEVANTE WETGEVING GRONDBELEID 1. Europese regelgeving Europa wordt steeds belangrijker. Dit geldt ook voor het lokale

Nadere informatie

Het exploitatieplan: heb jij het al? Najaarscongres VvG 16 november 2011 J.A.M. van den Brand, directeur VD2 Advies b.v.

Het exploitatieplan: heb jij het al? Najaarscongres VvG 16 november 2011 J.A.M. van den Brand, directeur VD2 Advies b.v. Het exploitatieplan: heb jij het al? Najaarscongres VvG 16 november 2011 J.A.M. van den Brand, directeur b.v. Thema s Toepassing Grondexploitatiewet: de gewenningsperiode is voorbij Exploitatieplan: verbindende

Nadere informatie

Paragraaf 7 Grondbeleid

Paragraaf 7 Grondbeleid Paragraaf 7 Grondbeleid Grondbeleid algemeen Binnen de grondexploitatie wordt een onderscheid gemaakt tussen actief- en passief grondbeleid. Bij actief grondbeleid verwerft de gemeente de grond, maakt

Nadere informatie

Actualisering Nota Grondbeleid Gemeente Hof van Twente 2011-2015

Actualisering Nota Grondbeleid Gemeente Hof van Twente 2011-2015 Actualisering 2011-2015 1 INHOUD Conclusies en samenvatting... 4 1... 8 1.1 Aanleiding... 8 1.2 Doel... 9 1.3 Leeswijzer... 10 2 Vormen van grondbeleid... 11 2.1 Inleiding... 11 2.2 Actief grondbeleid...

Nadere informatie

exploitatieplan 4E HERZIENING EXPLOITATIEPLAN '1E MELMSEWEG'

exploitatieplan 4E HERZIENING EXPLOITATIEPLAN '1E MELMSEWEG' 4E HERZIENING EXPLOITATIEPLAN '1E MELMSEWEG' 4e herziening '1e Melmseweg' (ontwerp) Inhoudsopgave Exploitatieplan 1e Melmseweg 3 Hoofdstuk 1 3 Inleiding Hoofdstuk 2 Deel A Omschrijving exploitatiegebied

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: I / 3 S~ iy^o Datum: Behandeld door: A. Bergstra Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling/Projecten Onderwerp: Meerjaren programma grondexploitaties

Nadere informatie

Projecten (MJP) en grondbeleid

Projecten (MJP) en grondbeleid Projecten (MJP) en grondbeleid Ralph van Erp Suzanne den Dulk (teamleider Grondzaken) (wethouder Financiºn en Grondzaken) Agenda presentatie Meerjarenperspectief grondexploitaties : Grondexploitaties Den

Nadere informatie

Exploitatieplan De Afhang

Exploitatieplan De Afhang Exploitatieplan De Afhang Herziening 2016-2 Op structurele onderdelen Toelichting en Regels 1 Datum: 20 juni 2016 Eerste vaststelling exploitatieplan: 14 december 2010 Datum onherroepelijk: 19 oktober

Nadere informatie

Opinieronde / peiling

Opinieronde / peiling Aan de Raad OPINIE Made, 30 oktober 2015 Regnr.: 15int04492 Aan de commissie: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Datum vergadering: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Agendapunt :

Nadere informatie

Nota Grondbeleid gemeente Buren

Nota Grondbeleid gemeente Buren Nota Grondbeleid gemeente Buren 2017-2020 Raad 31 januari 2017 1 Begripsbepalingen Anterieure overeenkomst Compensatieobjecten en ruilobjecten Exploitatieovereenkomst Exploitatieplan Grondbeleid Grondbedrijf

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID GEMEENTE SLUIS

NOTA GRONDBELEID GEMEENTE SLUIS NOTA GRONDBELEID 2010-2014 GEMEENTE SLUIS 1 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Doelstellingen Grondbeleid 3. Rolverdeling binnen de gemeente: 3.1. Rol raad-college 3.1.1. De gemeenteraad 3.1.2. College van

Nadere informatie

Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf

Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf Raadsvoorstel Registratiekenmerk: Datum raadsvergadering: 274321 27 oktober 2016 Portefeuillehouder: Onderwerp: A. Dragt Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf

Nadere informatie

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar Adviesnota voor het college Primaat team: Vastgoed Steller: Franca Diels Portefeuillehouder: G. van Leeuwen Mede-adviseur: Ingekomen d.d. Nr. poststuk Nr. BBV 402632 Conf. Bespr. Aantekeningen Burg Weth

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID 2015-2018 GEMEENTE HATTEM

NOTA GRONDBELEID 2015-2018 GEMEENTE HATTEM NOTA GRONDBELEID 2015-2018 GEMEENTE HATTEM NOVEMBER 2014 Nota Grondbeleid 2015-2018 Gemeente Hattem 1 Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Leeswijzer... 3 2 Grondbeleid... 4 2.1

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE Gedeputeerde Staten Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Contact J. van Kranenburg T 070-441 80 85 j.van.kranenburg@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

Datum Agendapunt Documentnummer. 2 april 2013 R04S007

Datum Agendapunt Documentnummer. 2 april 2013 R04S007 Datum Agendapunt Documentnummer R04S007 Onderwerp Grondtransactie Raadsvoorstel Zeewolde Beoogd effect De realisatie van het nieuwbouwplan van Wolter Koops Transport (WKT) op Trekkersveld III door verkoop

Nadere informatie

In dit advies wordt uw raad gevraagd om een aantal kaders vast te stellen ten aanzien van het grondbeleid.

In dit advies wordt uw raad gevraagd om een aantal kaders vast te stellen ten aanzien van het grondbeleid. Agendapunt : 6 Voorstelnummer : 01-02 Raadsvergadering : 26 januari 2010 Naam opsteller : V. Pirovano Informatie op te vragen bij : V. Pirovano Portefeuillehouders : J. Stam Onderwerp: Uitwerking nota

Nadere informatie

Grondexploitatiewet in de gemeentelijke praktijk

Grondexploitatiewet in de gemeentelijke praktijk Grondexploitatiewet in de gemeentelijke praktijk Steven Adriaansen wethouder Roosendaal Marlies Pietermaat juriste RBOI Bart van Well planeconoom RBOI 9 maart 2011 Opbouw - presentatie 1. Inleiding Proces

Nadere informatie

Nummer : 07-4.2011. : Herziening exploitatie opzetten. Korte inhoud : Herziening exploitatie opzetten. Uithuizen, 14 april 2011. AAN DE RAAD.

Nummer : 07-4.2011. : Herziening exploitatie opzetten. Korte inhoud : Herziening exploitatie opzetten. Uithuizen, 14 april 2011. AAN DE RAAD. Nummer : 07-4.2011 Onderwerp : Herziening exploitatie opzetten Korte inhoud : Herziening exploitatie opzetten Uithuizen, 14 april 2011. AAN DE RAAD. Inleiding Jaarlijks dienen de exploitatieopzetten van

Nadere informatie

Workshop Grondexploitatie / Faciliterend grondbeleid. Commissie BBV: Sytzo v.d. Schaaf Reinier v.d. Pol

Workshop Grondexploitatie / Faciliterend grondbeleid. Commissie BBV: Sytzo v.d. Schaaf Reinier v.d. Pol Workshop Grondexploitatie / Faciliterend grondbeleid Commissie BBV: Sytzo v.d. Schaaf Reinier v.d. Pol Agenda Stand van zaken Grondexploitatie en NIEGG Faciliterend grondbeleid Rente en disconteringsvoet

Nadere informatie

Grondbeleid Kadernota Ontwikkeling

Grondbeleid Kadernota Ontwikkeling Grondbeleid Kadernota Ontwikkeling Grondbeleid Kadernota Ontwikkeling Beheer & Ontwikkeling Afdeling Gebiedsontwikkeling Vastgesteld door de gemeenteraad op 20 september 2012 inclusief amendement. Inhoudsopgave

Nadere informatie

MEMO. Van : Lamfers / Van der Meulen Datum : 15 november 2011 Afdeling : FIN / BP-vrom Onderwerp : Kostenverhaal particuliere initiatieven en leges

MEMO. Van : Lamfers / Van der Meulen Datum : 15 november 2011 Afdeling : FIN / BP-vrom Onderwerp : Kostenverhaal particuliere initiatieven en leges Aan : College van B&W Afdeling : Van : Lamfers / Van der Meulen Datum : 15 november 2011 Afdeling : FIN / BP-vrom Onderwerp : Kostenverhaal particuliere initiatieven en leges Inleiding Binnen de gemeente

Nadere informatie

Exploitatieplan De Afhang

Exploitatieplan De Afhang Exploitatieplan De Afhang Herziening 2015 Op structurele onderdelen Toelichting en Regels 17 Datum: 2 april 2015 Eerste vaststelling exploitatieplan: 14 december 2010 Datum onherroepelijk: 19 oktober 2011

Nadere informatie

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Jaarrekening 2013 Gemeente Bunnik Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Agenda Controle van de jaarrekening De voorschriften voor de jaarrekening Jaarrekeningcontrole 2013 Controle van de jaarrekening

Nadere informatie

Nota Grondbeleid 2014 / Grondprijsbrief 2015. Nota Grondbeleid 2014 en grondprijsbrief 2015

Nota Grondbeleid 2014 / Grondprijsbrief 2015. Nota Grondbeleid 2014 en grondprijsbrief 2015 Nota Grondbeleid 2014 / Nota Grondbeleid 2014 en grondprijsbrief 2015 Inhoud presentatie Grondbeleid 2014 Aanleiding - Doel Grondbeleidskeuze Financiële kaders Marktonderzoek Grondprijzen Verkoop bevorderende

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Nota Grondprijzen 2016/2017 BBV nr: 2016/234131

Raadsstuk. Onderwerp: Nota Grondprijzen 2016/2017 BBV nr: 2016/234131 Raadsstuk Onderwerp: Nota Grondprijzen 2016/2017 BBV nr: 2016/234131 1. Inleiding De vigerende Nota Grondbeleid (2013/74991) is in 2013 vastgesteld in de gemeenteraad van Haarlem. In de Nota Grondbeleid

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

IB â fa. Oranjewijk, fase I. Grondexploitatie, bestuurlijke samenvatting

IB â fa. Oranjewijk, fase I. Grondexploitatie, bestuurlijke samenvatting IB 2016 00398 â fa Oranjewijk, fase I Grondexploitatie, bestuurlijke samenvatting u Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 2 1. INLEIDING 3 1.1 VAN HISTORIE NAAR DE HUIDIGE SITUATIE 3 2. UITGEEFBAAR GEBIED EN PROGNOSE

Nadere informatie

Schuytgraaf Made in [Arnhem]

Schuytgraaf Made in [Arnhem] Schuytgraaf Made in [Arnhem] Een nieuwe BASISGREX voor Schuytgraaf 02-04-2012 DIENST STADSONTWIKKELING 1 1. Inleiding In het onderhandelingstraject over de toekomst van de constructie rond de GEM Schuytgraaf,

Nadere informatie

Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen

Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen 1 november 2009 M. Roobol / P. Bakker Openbare Werken en Ruimtelijke Zaken 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Inleidend 3 1.2 Aanleiding 3 1.2 Leeswijzer 4 2 Huidige

Nadere informatie

Nota Grondbeleid Losser 2018

Nota Grondbeleid Losser 2018 Nota Grondbeleid Losser 2018 31 oktober 2018 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Inleiding en doel... 5 1.1 Aanleiding, waarom een nieuwe nota grondbeleid?... 5 1.2 Doel van grondbeleid... 6 1.3 Opzet van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Stedenbouwkundig ontwerp. Kwaliteitsplan IBOR Maasdriel en IVOR Maasdriel. Nota Aanbestedingsbeleid 2006 Maasdriel

Inhoudsopgave. Stedenbouwkundig ontwerp. Kwaliteitsplan IBOR Maasdriel en IVOR Maasdriel. Nota Aanbestedingsbeleid 2006 Maasdriel Bijlagen 99051231 Inhoudsopgave Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Stedenbouwkundig ontwerp Kwaliteitsplan IBOR Maasdriel en IVOR Maasdriel Nota Aanbestedingsbeleid 2006 Maasdriel Overzicht

Nadere informatie

Het schrappen van bouwmogelijkheden zonder (plan)schaderisico

Het schrappen van bouwmogelijkheden zonder (plan)schaderisico Het schrappen van bouwmogelijkheden zonder (plan)schaderisico Arjan Bregman Expeditie Ruimte, Thema voorzienbaarheid Orangerie Roermond, 28 september 2016. Plan van behandeling De veranderende gebiedsontwikkeling

Nadere informatie

Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen

Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen Het ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen heeft in overeenstemming met de voorgeschreven wettelijke procedure volgens de Wet

Nadere informatie