Bodemrisicoanalyse AVR Brielselaan 175 Rotterdam

Transcriptie

1 Bodemrisicoanalyse AVR Brielselaan 175 Rotterdam AVR-Bedrijven 6 december 2011 Definitief rapport 9W

2

3 Barbarossastraat 35 Postbus AD Nijmegen +31 (0) Telefoon +31 (0) Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Bodemrisicoanalyse AVR Brielselaan 175 Rotterdam Verkorte documenttitel Status Definitief rapport Datum 6 december 2011 Projectnaam AVR MER- en vergunningaanvragen Projectnummer 9W Opdrachtgever AVR-Bedrijven Referentie Auteur(s) Collegiale toets ing. W.P.T. Hagenbeek S. Verhaar MSc. Datum/paraaf 7 juli Vrijgegeven door ir. R.H. Berends Datum/paraaf 7 juli 2011.

4

5 INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INLEIDING Doel van de bodemrisicoanalyse Aanpak en leeswijzer 1 2 GEVOLGDE WERKWIJZE BODEMRISICOANALYSE Scope en inventarisatie BRA Toepassing NRB op hoofdlijn 2 3 RESULTATEN BODEMRISICOANALYSE Verwaarloosbaar bodemrisico na realisatie nieuwe indeling (operationele fase) Inventarisatie stoffen en maatregelen Aanwezige en stoffen Beheermaatregelen AVR Indeling activiteiten in BRCL Vaartuigendienst LNG opslag, overslag en aftanken schip Weegbrug Overslag afval in vaartuig Riolering 4 4 CONCLUSIE 6 Definitief rapport - i - 6 december 2011

6

7 1 INLEIDING In opdracht van AVR Afvalverwerking B.V. (hierna AVR) heeft Royal Haskoning een bodemrisicoanalyse opgesteld voor de nieuwe geplande bedrijfsituatie aan de Brielselaan 175 te Rotterdam. AVR heeft het voornemen om de bestaande terreininrichting te wijzigen zodat afval dat per as wordt aangevoerd overgeslagen kan worden in vaartuigen. Hiertoe blijft de bestaande weegbrug gehandhaafd. AVR heeft het voornemen om een nieuwe overslaghal/schuitenloods te realiseren waar huishoudelijk afval per as wordt aangeleverd, overgeslagen en vervolgens per schip verder wordt getransporteerd. Daarnaast heeft AVR het voornemen om een LNG vulstation te realiseren, waar schepen LNG kunnen tanken, om vervolgens op aardgas te kunnen varen. 1.1 Doel van de bodemrisicoanalyse Met deze bodemrisicoanalyse wil AVR het bevoegd gezag kenbaar maken hoe AVR invulling geeft aan een verwaarloosbaar bodemrisico volgens de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). Met deze analyse toont AVR aan dat voor de voorgenomen wijzigingen een verwaarloosbaar bodemrisico wordt gewaarborgd. Deze analyse wordt als bijlage toegevoegd aan de aanvraag omgevingsvergunning. 1.2 Aanpak en leeswijzer Deze bodemrisicoanalyse (BRA) is opgesteld conform de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB), versie Waar mogelijk is rekening gehouden met het gepubliceerde concept van de herziene NRB De voorgenomen bedrijfsactiviteiten in de nieuwe terreininrichting zijn momenteel nog in ontwerpfase. De exacte specificaties van de toe te passen voorzieningen en maatregelen zijn daarom nog niet vast te stellen. Hoofdstuk 2 beschrijft de wijze waarop de analyse is uitgevoerd. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welke afwegingen zijn gemaakt en wat de resultaten zijn. Hoofdstuk 4 behandelt de conclusie en geeft enkele aanbevelingen. Definitief rapport december 2011

8 2 GEVOLGDE WERKWIJZE BODEMRISICOANALYSE 2.1 Scope en inventarisatie BRA De NRB is van toepassing op de bedrijfsactiviteiten die plaatsvinden tijdens normale bedrijfsvoering op begane grondvloeren. De inventarisatie van de bedrijfsactiviteiten is uitgevoerd op basis van ontwerpschetsen. 2.2 Toepassing NRB op hoofdlijn Op basis van toekomstige activiteiten en de daarbij aanwezige (vloei)stoffen moet vastgesteld worden of sprake is van een bodembedreigende activiteit. Een activiteit is bodembedreigend als de daarbij aanwezige (vloei)stoffen bodembedreigend zijn. Of een stof bodembedreigend is wordt vastgesteld op basis van de indicatieve stoffenlijst van de NRB. Ter plaatse van bodembedreigende activiteiten moet een combinatie van voorzieningen en maatregelen getroffen worden om het bodemrisico te reduceren tot verwaarloosbaar. In de bodemrisicochecklist (BRCL) van de NRB zijn afhankelijk van de soort activiteit combinaties voorzieningen en maatregelen beschreven waarmee een verwaarloosbaar bodemrisico behaald kan worden. Het bodemrisico wordt in de BRCL, afhankelijk van de soort activiteit, eerst uitgedrukt in een basisscore. Door het combineren van bodembeschermende voorzieningen en maatregelen wordt de basisscore gereduceerd en wordt een eindemissiescore vastgesteld. Als geen bodembeschermende voorzieningen en maatregelen zijn getroffen is de eindemissiescore gelijk aan de basisscore. De score kan variëren van één tot vijf. Afhankelijk van de eindemissiescore worden activiteiten ingedeeld in een bodemrisicocategorie conform onderstaande tabel. De bodemrisicocategorie volgt rechtstreeks uit de emissiescore. Tabel 1. Relatie eindemissiescore en bodemrisicocategorie Eindemissiescore Bodemrisicocategorie Bodemrisico 1 A Verwaarloosbaar 2 B Verhoogd 3-5 C Hoog 6 december Definitief rapport

9 3 RESULTATEN BODEMRISICOANALYSE 3.1 Verwaarloosbaar bodemrisico na realisatie nieuwe indeling (operationele fase) De exacte uitvoering van voorzieningen en maatregelen is op dit moment nog niet bekend. Bodembeschermende voorzieningen zijn locatie gebonden. De exacte opstelplaats van de installatieonderdelen is nog niet bekend en hierdoor ook niet welke voorzieningen daar aanwezig zijn. In 3.4 zijn de geplande bedrijfsactiviteiten met een bodembedreigende aard ingedeeld in een categorie van de BRCL en zijn de opties voor voorzieningen en maatregelen benoemd. AVR zal bij het ontwerp, de realisatie en tijdens de operationele fase zorgen dat voorzieningen en maatregelen zodanig worden gecombineerd, dat sprake zal zijn van een verwaarloosbaar bodemrisico. De beschreven mogelijkheden in 3.4 worden hierbij als uitgangspunt gehanteerd. 3.2 Inventarisatie stoffen en maatregelen Aanwezige en stoffen Binnen de nieuwe inrichting worden voornamelijk afvalstoffen overgeslagen. Ten behoeve van het LNG-station (Liquified Natural Gas ) wordt LNG opgeslagen. Omdat dit een gasproduct is dat bij contact met de buitenlucht zal vervliegen is deze stof aangemerkt als niet bodembedreigend Beheermaatregelen AVR Binnen deze bodemrisicoanalyse is als uitgangspunt gehanteerd dat AVR op doelmatige wijze invulling geeft aan de benodigde beheermaatregelen die in de NRB genoemd worden: onderhoud; inspectie; visueel toezicht; algemene zorg / Faciliteiten en personeel. Er is van uit gegaan dat AVR bovenstaande maatregelen tijdens de operationele fase in de bedrijfsvoering heeft opgenomen en vastgelegd. 3.3 Indeling activiteiten in BRCL AVR is voornemens om voor de activiteiten ten minste kerende voorzieningen aan te brengen. Op welke manier de kerende voorzieningen worden afgewerkt ( beton of asfalt verharding, keramische tegels, beschermlaag etc.) is nog niet bekend. Daarom wordt in de onderstaande paragrafen alleen gesproken over kerende voorziening. De exacte samenstelling wordt tijdens de engineering ingevuld. In onderstaande paragrafen zijn de bodembedreigende activiteiten ingedeeld in een categorie van de BRCL. Per activiteit is weergegeven met welke combinatie van Definitief rapport december 2011

10 voorziening en maatregelen AVR er voor wil zorgen dat tijdens de operationele fase sprake zal zijn van een verwaarloosbaar bodemrisico Vaartuigendienst AVR bedrijft een vaartuigendienst. Deze dienst zorgt voor het transport van duwbakken en perscontainers over het water. Omdat deze activiteit plaatsvindt op het water is de NRB niet van toepassing op deze activiteiten LNG opslag, overslag en aftanken schip Omdat de LNG-gerelateerde activiteiten een gas betreffen worden deze activiteiten niet aangemerkt als bodembedreigende activiteit. Als het LNG vrij komt zal dat vervliegen en kan daarom niet in de bodem dringen. Daarom is het niet nodig om voor deze activiteiten een combinatie van voorzieningen en maatregelen te selecteren conform de NRB Weegbrug Binnen de nieuwe inrichting worden afvalstoffen in vrachtwagens aangevoerd en gewogen op de bestaande weegbrug. Deze handeling is niet wezenlijk anders dan het transport van de vrachtwagen over de openbare weg. Daarom is de activiteit wegen in middel van transport niet aangemerkt als bodembedreigende activiteit. Het is niet nodig om voor de weegbrug een combinatie van voorziening en maatregelen te selecteren conform de NRB Overslag afval in vaartuig Riolering Binnen de nieuwe inrichting worden afvalstoffen per as aangevoerd en overgeslagen in een vaartuig. Na het wegen rijden de voertuigen de overslaghal/schuitenloods in waar het afval via trechters in een schip gelost worden. Deze activiteit vindt plaats onder een overkapping. Het afval wordt direct in het schip gestort. Er vindt geen tijdelijke opslag plaats. Hierdoor komen eventueel aanwezige stoffen dan ook direct in het vaartuig terecht. De overslag van afval is ingedeeld in categorie 3.2 Overslag stortgoed van de NRB. Met de volgende combinatie van voorzieningen en maatregelen wil AVR in de schuitenloods een verwaarloosbaar bodemrisico realiseren: 1. kerende voorziening; 2. aandacht voor hemelwater in de vorm van overkapping / inpandig; 3. visueel toezicht via losinstructie; 4. faciliteiten en personeel. Bedrijfsriolering dient om afvalwater af te voeren en is ingedeeld in de NRB categorie 5.1. Afvoer afvalwater in bedrijfsriolering. In de nieuwe inrichting van AVR wordt aanhangend hemelwater dat van vrachtwagens drupt in de schuitenloods via de 6 december Definitief rapport

11 kerende voorziening opgevangen en afgevoerd. De riolering wordt vloeistofdicht ontworpen (CUR/PBV aanbeveling 51) en vloeistofdicht aangelegd. Met een inspectieen onderhoudprogramma wordt de vloeistofdichtheid geborgd. Door het toepassen van een combinatie uit onderstaande voorzieningen en maatregelen wordt een verwaarloosbaar bodemrisico geborgd: 1. vloeistofdicht ontwerp (CUR/PBV aanbeveling 51); 2. vloeistofdichte aanleg; 3. expliciet aandacht voor putten, slibvangers, olieafscheiders, verbindingen, ontvangpunten i.v.m. de inspecteerbaarheid; 4. inspectie- en onderhoudprogramma; 5. algemene zorg. Definitief rapport december 2011

12 4 CONCLUSIE De activiteiten met betrekking tot LNG zijn aangemerkt als niet bodembedreigend. Ook de vaartuigendienst en het wegen van transportmiddelen op de bestaande weegbrug wordt aangemerkt als niet bodembedreigend. De activiteiten in de overslaghal/schuitenloods en de daar aanwezige riolering worden aangemerkt als bodembedreigend. Voor alle bodembedreigende activiteiten in de nieuwe inrichting zal door het combineren van bodembeschermende voorzieningen en maatregelen in de operationele fase sprake zijn van een verwaarloosbaar bodemrisico. Hiertoe wordt tijdens de engineering rekening gehouden met deze bodemrisicoanalyse en de NRB. De benodigde beheermaatregelen worden door AVR afgestemd op de activiteiten en de geplande voorzieningen. Tijdens de operationele fase zullen deze worden toegepast zodat voor alle activiteiten sprake is van een verwaarloosbaar bodemrisico. Royal Haskoning adviseert om nieuwe riolering te ontwerpen conform CUR/PBV aanbeveling 51 Milieutechnische ontwerpcriteria voor bedrijfsriolering. Het inspectie en onderhoudprogramma voor de riolering adviseren wij te baseren op CUR rapport Beheer bedrijfsriolering bodembescherming. 6 december Definitief rapport