Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK. Datum verzending: 27 mei 2019

Transcriptie

1 Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK Provincie Drenthe Postadres Postbus AC Assen Bezoekadres Westerbrink BJ Assen t e post@drenthe.nl Datum verzending: 27 mei 2019 Behandeld door: mevrouw A.M.T. ten Have-Weernink Telefoonnummer: Kenmerk RUD Drenthe: Z Bijlagen: 1 Onderwerp: Gedoogbeschikking activiteiten nieuw terrein Geachte heer Brinks, Op 26 maart 2018 hebben wij een gedoogbesluit genomen voor Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. (hierna Cubri), Kanaalweg 14 te Schoonebeek (kenmerk: 12/4.8/ ). Na het verstrijken van de gedoogtermijn hebben wij op 29 oktober 2018 opnieuw een gedoogbesluit genomen. In de tweede gedoogbeschikking is opgenomen dat de activiteiten behorend bij de inrichting van Cubri tot 1 maart 2019 op het aangrenzend terrein uitgevoerd mogen worden. Dit aangrenzende terrein betreft de locatie Kanaalweg 14 te Schoonebeek kadastraal bekend gemeente Schoonebeek, sectie C, nummers 4712, 5248 en Hierna te noemen: nieuwe perceel. Wij hebben voormelde gedoogbesluiten genomen omdat er sprake was van concreet zicht op legalisatie en een uitzonderlijke omstandigheid, namelijk dat de procedure om tot een revisievergunning te komen om diverse redenen vertraging had opgelopen. Inmiddels is op 22 mei 2018 het ontwerp besluit afgegeven waarin opgenomen is dat wij voornemens zijn om de aangevraagde activiteiten op het nieuwe perceel te vergunnen. Door diverse redenen is het afgeven van de definitieve revisievergunning vertraagd. Op 1 april 2019 is uw gedoogverzoek ontvangen met het verzoek om de volgende activiteiten te gedogen op het nieuwe perceel: Inzamelen en op- en overslaan van rubber, rubberen banden, bouw- en sloopafval, groenafval, metalen, grof huishoudelijk afval en bedrijfsafval dat qua aard en samenstelling vergelijkbaar is met grof huishoudelijk afval,; sorteren van bouw- en sloopafval, grof huishoudelijk afval en bedrijfsafval dat qua aard en samenstelling vergelijkbaar is met grof huishoudelijk afval; inzamelen, op- en overslaan en breken puin en asfalt (niet teerhoudend). Het gedoogverzoek is op 17 april 2019 per aangevuld met een overzichtstekening van het nieuwe terrein (de uitbreiding van Cubri en AGR) en een tabel met de maximale hoeveelheden opgeslagen afvalstoffen incl. opslaghoogte op het nieuwe terrein. Wij hebben besloten om de voornoemde activiteiten op het nieuwe perceel, vooruitlopend op de daadwerkelijke vergunningverlening te gedogen. Hieronder volgt een toelichting en de inhoud van ons besluit.

2 Belangenafweging Op grond van de beleidsnota voor vergunningverlening, toezicht en handhaving "Goed geregeld!" en hoofdstuk 8 (gedoogstrategie) van de "Handhavings- en gedoogstrategie 2012 fysieke leefomgeving Drenthe" moet er om te kunnen gedogen naast concreet zicht op legalisatie ook sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden. In dit geval is er sprake van concreet zicht op legalisatie. Een uitzonderlijke omstandigheid kan zijn dat er een zwaarder wegend belang is dat gedogen rechtvaardigt. Dat is het geval. De procedure om tot een revisievergunning te komen heeft echter om diverse redenen vertraging opgelopen. Wij zijn ermee bekend dat u belangen heeft om de activiteiten op het nieuwe terrein vooruitlopend op de revisievergunning om de activiteiten op het nieuwe terrein voort te zetten. Bovendien is ons uit de aanvraag gebleken dat er geen sprake is van voor de leefomgeving onaanvaardbare consequenties en kan door middel van het stellen van voorwaarden een niveau van bescherming worden gegarandeerd dat gelijk is aan het niveau dat op grond van een omgevingsvergunning zou kunnen worden bereikt. Ook zijn de rechtstreeks werkende voorschriften van het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing. Hierin zijn ook de emissievoorschriften voor lucht opgenomen. Eventuele stof of geurhinder is vanuit deze voorschriften gereguleerd. Ten aanzien van de aspecten rondom afval, bodem en geluid zijn voorschriften in deze gedoogbeschikking opgenomen. De activiteiten op het nieuwe terrein zijn op deze wijze afdoende gereguleerd en de eventuele gevolgen voor het milieu kunnen beperkt worden tot een acceptabel niveau. Beslissing Op grond van het voorgaande hebben wij, na een zorgvuldige afweging van belangen, het volgende besloten: I te gedogen dat: - het nieuwe perceel zal worden gebruikt voor: o het inzamelen en op- en overslaan van rubber, rubberen banden, bouw- en sloopafval, groenafval, metalen, grof huishoudelijk afval en bedrijfsafval dat qua aard en samenstelling vergelijkbaar is met grof huishoudelijk afval; o het sorteren van bouw- en sloopafval, grof huishoudelijk afval en bedrijfsafval dat qua aard en samenstelling vergelijkbaar is met grof huishoudelijk afval; o het inzamelen, op- en overslaan en breken puin en asfalt (niet teerhoudend). De maximaal toegestane hoeveelheden en opslaghoogtes staan hierna vermeld in de voorschriften en van het gedoogbesluit. - een mobiele puinbreker voor het verkleinen van puin naar granulaat wordt ingezet; - voornoemde activiteiten worden gedoogd tot 15 oktober 2019 of tot het moment waarop de omgevingsvergunning in werking treedt indien dit vóór 15 oktober 2019 het geval is. II De overzichtstekening behorende bij de aanvraag van 12 september 2017 met kenmerk maakt onderdeel uit van de gedoogbeschikking (bijlage 1). III IV Het acceptatie reglement van Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. maakt onderdeel uit van de gedoogbeschikking. Aan het gedogen van bovengenoemde activiteiten de volgende voorwaarden te verbinden: Pagina: 2/6

3 1. AFVAL 1.1 Opslag van afvalstoffen Op het nieuwe terrein (zie bijlage 1, uitbreiding Cubri en AGR) van de inrichting mag op enig moment niet meer afvalstoffen worden opgeslagen en hoger worden opgeslagen dan de maxima zoals deze zijn genoemd in de onderstaande tabel. Gebruikelijke benaming afvalstof Max. opslag in ton Max. opslag in kuub Max. opslaghoogte Rubber Puin, gebroken en ongebroken Bouw en sloopafval, grof huishoudelijk afval en bedrijfsafval dat qua aard en samenstellening vergelijkbaar is met grof huishoudelijk afval Groenafval Metalen De op- en overslag en het transport van afvalstoffen moeten zodanig plaatsvinden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden. Mocht onverhoopt toch verontreiniging buiten de inrichting plaatsvinden, dan moeten direct maatregelen worden getroffen om deze verontreiniging te verwijderen De termijn van opslag van afvalstoffen mag maximaal één jaar bedragen. In afwijking hiervan mag de termijn van opslag van afvalstoffen maximaal drie jaar bedragen indien de vergunninghouder aan het bevoegd gezag heeft aangetoond dat de opslag van afvalstoffen gevolgd wordt door nuttige toepassing van afvalstoffen. 2. BODEM 2.1 Pagina: 3/6 Doelvoorschriften Het bodemrisico van een bodembedreigende activiteit moet door het treffen van een combinatie van maatregelen en voorzieningen voldoen aan een verwaarloosbaar bodemrisico zoals gedefinieerd in de NRB Niet-inerte (afval)stoffen moeten worden opgeslagen boven een vloeistofdichte vloer In afwijking van voorschrift mogen niet-inerte (afval)stoffen die alleen uitlogen, worden opgeslagen op een vloeistofkerende vloer indien de stoffen niet in aanraking kunnen komen met hemelwater. 2.2 Vloeistofdichte vloeren Ontwerp en aanleg van een nieuw aan te leggen vloeistofdichte vloer of voorziening moet plaatsvinden overeenkomstig CUR/PBV-Aanbeveling 65 (Ontwerp, aanleg en herstel van vloeistofdichte verhardingen van beton) dan wel CUR rapport Een binnen de inrichting als bodembeschermende voorziening toegepaste vloeistofdichte vloer of voorziening moet overeenkomstig het daartoe krachtens het Besluit bodemkwaliteit aangewezen normdocument zijn beoordeeld en goedgekeurd door een instelling, die daartoe beschikt over een erkenning op grond van dat besluit Een vloeistofdichte vloer of voorziening moet ten minste eens per zes jaar zijn beoordeeld en te zijn goedgekeurd overeenkomstig voorschrift

4 2.2.4 In afwijking van voorschrift vindt de eerste beoordeling en goedkeuring van een vloeistofdichte vloer of voorziening plaats binnen zes jaar na aanleg. Voorwaarde hierbij is dat vloeistofdichte vloer of voorziening is aangelegd overeenkomstig het daartoe krachtens het Besluit bodemkwaliteit aangewezen normdocument door een deskundige die daartoe beschikt over een erkenning op grond van dat besluit Vergunninghouder draagt zorg voor reparatie en regelmatig onderhoud van de vloeistofdichte vloer of voorziening Vergunninghouder draagt zorg voor een jaarlijkse controle van de vloeistofdichte vloer overeenkomstig AS SIKB Een vloeistofdichte vloer of voorziening wordt opnieuw beoordeeld en goedgekeurd overeenkomstig voorschrift indien de reparatie, het regelmatig onderhoud of de controle, als bedoeld in de voorschrift en niet of niet overeenkomstig deze voorschriften is uitgevoerd of indien een tijdens een controle geconstateerd gebrek niet is gerepareerd. 3. GELUID 3.1 Algemeen Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave Representatieve bedrijfssituatie Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau L Ar,LT veroorzaakt door de op het nieuwe terrein van de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag op de onderstaande beoordelingspunten niet meer bedragen dan: Beoordelingspunt en omschrijving Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT in db(a) Dag Avond Nacht uur uur uur Woningen Kanaalweg Bedrijfswoningen Boekweitakker Het maximale geluidsniveau L Amax veroorzaakt door de op het nieuwe terrein van de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag op de onderstaande beoordelingspunten niet meer bedragen dan: Beoordelingspunt en omschrijving Maximale geluidsniveau L Amax in db(a) Dag Avond Nacht uur uur uur Woningen Kanaalweg en Bedrijfswoningen Boekweitakker Pagina: 4/6

5 Overige overwegingen Wij merken op dat de bij dit besluit gedoogde activiteiten geheel voor risico van uw bedrijf komen. Indien de aangevraagde omgevingsvergunning om wat voor reden dan ook niet verleent kan worden zult u alsnog de vergunde situatie moeten herstellen. Het gedoogbesluit geldt alleen voor zover het de handhavingsbevoegdheid van ons college betreft. Dit laat de handhavingsbevoegdheid van bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie onverlet. Indien niet aan de gedoogvoorwaarden wordt voldaan, ontvalt de grondslag voor het gedoogbesluit en zullen wij handhavend optreden. Bezwaar Op grond van het bepaalde in artikel 8: 1 jo. artikel 7: 1 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tot zes weken na de verzenddatum van dit besluit een bezwaarschrift bij ons college indienen. Het bezwaarschrift moet worden gezonden aan: Gedeputeerde Staten van Drenthe, Postbus 122, 9400 AC Assen. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste het volgende bevatten: - naam en adres van de indiener; - dagtekening; - een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; - de gronden van het bezwaar. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Hiervoor kunt u binnen zes weken na de verzenddatum van deze brief een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, Postbus 150, 9700 AD Groningen. Publicatie Wij zullen van deze gedoogbeschikking via een publicatie kennis geven. Afschrift Een afschrift van deze gedoogbeschikking hebben wij verstuurd aan het college van Burgemeester en Wethouders van Emmen en het Openbaar Ministerie. Tot slot Hebt u naar aanleiding van deze brief nog vragen of opmerkingen, dan kunt u contact opnemen met mevrouw A.M.T. ten Have-Weernink van de RUD Drenthe via telefoonnummer: Hoogachtend, Gedeputeerde Staten voornoemd, namens dezen, A. Ayal, teamleider Juridisch RUD Drenthe Pagina: 5/6

6 Bijlage 1 Pagina: 6/6