Bodemrisicoanalyse Locatie Amsterdam

Transcriptie

1 Bodemrisicoanalyse Locatie Amsterdam Opgemaakt door afdeling SHEQ Versie 3, Mei

2 Inhoudsopgave Inleiding Werkwijze bodemrisicoanalyse Bedrijfsactiviteiten Bodembedreigende stoffen Bodemrisicoanalyse Op- en overslag van afvalstoffen... 8 Op- en overslag afvalstoffen bedrijfshal... 8 Op- en overslag bodembedreigende afvalstoffen terrein... 8 Op- en overslag zeefzand terrein... 8 Op- en overslag afvalstoffen in containers terrein... 9 Op- en overslag afvalstoffen in containers vloeistofdicht terrein... 9 Op- en overslag in vloeistofdichte containers... 9 Opslag van verpakte gevaarlijke afvalstoffen Sorteren van afvalstoffen in sorteerinstallatie Afvoer van afvalwater in bedrijfsriolering Hemelwaterriool dakwater Vuilwaterriool terrein Werkplaats voor onderhoud en constructiewerkzaamheden Activiteiten in de werkplaats Opslag van hulpstoffen in emballage werkplaats Aftappen van hulpstoffen werkplaats Bovengrondse opslagtank werkplaats Wasplaats Tankplaats Bovengrondse opslagtank tankplaats buiten Bovengrondse opslagtank tankplaats binnen Afleverinstallatie tankplaats Waterzuivering Opslag van hulpstoffen in emballage waterzuivering Conclusie

3 Inleiding Binnen inrichtingen kunnen activiteiten worden uitgevoerd die potentieel bodembedreigend zijn. In de Nederlandse richtlijn bodembescherming 2012 (hierna te noemen: NRB) is vastgelegd dat voor alle potentieel bodembedreigende activiteiten een verwaarloosbaar bodemrisico moet worden gerealiseerd. In de NRB wordt een verwaarloosbaar bodemrisico als volgt gedefinieerd: Een situatie waarbij door een combinatie van voorzieningen en maatregelen het ontstaan of de toename van verontreiniging van de bodem gemeten tussen nul- en eindsituatieonderzoek zo veel mogelijk wordt voorkomen en waarbij herstel van de bodem redelijkerwijs mogelijk is. Om een verwaarloosbaar bodemrisico te kunnen realiseren moet de drijver van een inrichting daarom per potentieel bodembedreigende activiteit een combinatie van voorzieningen en maatregelen (cvm) treffen om het bodemrisico te reduceren. Op locatie Amsterdam worden diverse (afval)stoffen op- en overgeslagen die potentieel bodembedreigend zijn. In het voorliggende rapport wordt een bodemrisicoanalyse voor locatie Amsterdam uitgevoerd die bestaat uit de volgende stappen: 1. Inventariseren bedrijfsactiviteiten en de daarbij horende (afval)stoffen. 2. Vaststellen bodembedreigendheid van de (afval)stoffen. 3. Inventariseren aanwezige voorzieningen en organisatorische maatregelen. 4. Beoordelen aanwezige voorzieningen en organisatorische maatregelen conform eisen NRB. De uitwerking van de bovengenoemde stappen wordt per bedrijfsactiviteit in een bodemrisicochecklist samengevat. Het doel van de bodemrisicoanalyse is om te beoordelen of de bedrijfsactiviteiten een verwaarloosbaar risico hebben. De bodemrisicoanalyse is conform de systematiek uit de NRB uitgevoerd. De vorige bodemrisicoanalyse dateert uit 2004 (Aanvraag om vergunning Wet milieubeheer, Bijlage 12A: Bodembedreigende activiteiten en/of stoffen en Bijlage 12B: Maatregelen ter voorkoming van bodemverontreiniging) en is als onderdeel van de revisievergunningaanvraag door Dienst Milieu en Bouwtoezicht beoordeeld en goedgekeurd. Deze nieuwe bodemrisicoanalyse betreft een actualisatie waarin de activiteiten opnieuw zijn beoordeeld tegen de nieuwe NRB (2012). Amsterdam, april 2016 Aldwin Krom SHEQ Officer van Gansewinkel 3

4 1. Werkwijze bodemrisicoanalyse De bodemrisicoanalyse bestaat uit het doorlopen van een aantal stappen. In de NRB worden deze stappen stap voor stap toegelicht. In het kort komt het erop r dat de volgende stappen doorlopen moeten worden: 1. Inventariseren bedrijfsactiviteiten en de daarbij horende (afval)stoffen. 2. Vaststellen bodembedreigendheid van de (afval)stoffen. 3. Inventariseren aanwezige voorzieningen en organisatorische maatregelen. 4. Beoordelen aanwezige voorzieningen en organisatorische maatregelen conform eisen NRB. Ad 1. De risicoanalyse moet worden uitgevoerd voor zowel de primaire als secundaire bedrijfsactiviteiten. Een primaire bedrijfsactiviteit op locatie Amsterdam is de op- en overslag van afvalstoffen. Secundaire activiteiten zijn bijvoorbeeld het tanken en wassen van eigen materieel. In hoofdstuk 2 worden de activiteiten op hoofdlijnen beschreven. Ad 2. In de NRB is een Stoffenschema en een Stoffenlijst opgenomen waarmee de bodembedreigendheid van een (afval)stof kan worden bepaald. Als de (afval)stof op de Stoffenlijst voorkomt wordt de (afval)stof in principe als bodembedreigend beschouwd. Ad 3/4. De stappen 3 en 4 bestaan uit het vergelijken van de aanwezige of nog te realiseren bodembeschermende voorzieningen op locatie Amsterdam met de combinatie(s) van voorzieningen en maatregelen (cvm) uit de NRB. Voorzieningen zijn technische en materiaalkundige constructies die het doordringen van bodembedreigende stoffen naar de bodem tegengaan. Voorbeelden zijn o.a. vloeistofdichte vloeren, kerende vloeren, lekbakken en opvangbassins. Maatregelen zijn handelingen die nodig zijn om bodemverontreiniging te voorkomen of te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Hierbij moet men denken aan inspectie en onderhoud aan voorzieningen en installaties en instructies aan persol alsmede hulpmiddelen voor het persol. Maatregelen kunnen algemeen en specifiek zijn. Maatregelen zijn er op gericht een voorziening langdurig goed te laten functioneren. De NRB is een richtinggevend instrument op basis waarvan kan worden bepaald welke combinatie(s) van voorzieningen en maatregelen leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico bij een bodembedreigende activiteit binnen een inrichting. In de NRB worden combinatie(s) van voorzieningen en maatregelen per bodembedreigende activiteit weergegeven. De NRB onderscheid de volgende hoofdcategorieën: 1. Opslag bulkvloeistoffen. 2. Overslag en intern transport bulkvloeistoffen. 3. Opslag en verlading stortgoed en emballage. 4. Procesactiviteiten / procesbewerkingen. 5. Overige activiteiten. In hoofdstuk 4 wordt per bodembedreigende bedrijfsactiviteit aangegeven welke voorzieningen en maatregelen zijn/worden getroffen om een verwaarloosbaar bodemrisico te realiseren. 4

5 2. Bedrijfsactiviteiten Op de locatie Amsterdam vindt op- en overslag en sortering van afvalstoffen plaats. Afvalstoffen worden opgeslagen in containers, los gestort in stortvakken op het terrein en in stortvakken in de bedrijfshal. Afvalstoffen worden gesorteerd met behulp van kranen (grove sortering) en een sorteerinstallatie. Daarnaast bevinden zich op het terrein twee tankplaatsen, twee wasplaatsen, een werkplaats, een waterzuivering, kantoren, parkeerplaatsen voor vrachtwagens en parkeerplaatsen voor personenwagens. In tabel 3.1 is aangegeven welke afvalstoffen op de locatie worden op- en overgeslagen. Ter ondersteuning van de activiteiten is divers rijdend materieel op de locatie aanwezig, zoals heftrucks, shovels en kranen. Afbeelding 2.1: Ligging Locatie 5

6 3. Bodembedreigende stoffen Een belangrijk onderdeel van de bodemrisicoanalyse is het bepalen of er potentieel bodembedreigende afvalstoffen op de locatie worden op- en overgeslagen. In de NRB is een Stoffenschema en een Stoffenlijst opgenomen waarmee de bodembedreigendheid van een (afval)stof kan worden bepaald. Als de (afval)stof op de Stoffenlijst voorkomt wordt de (afval)stof in het algemeen als bodembedreigend beschouwd. Daarnaast worden in de Activiteitenregeling diverse goederen opgesomd van waaruit bodembedreigende stoffen kunnen lekken of uitlogen. In de onderstaande tabel wordt voor alle vergunde afvalstoffen aangegeven of deze bodembedreigend zijn. Deze lijst is opgesteld op basis van gegevens uit de NRB 2012, het Activiteitenbesluit en diverse documenten specifiek voor de afvalsector, waaronder het Branchedocument Gemeentewerven (Provincie Noord-Holland, 31 januari 2012). Tabel 3.1: Bodembedreigendheid afvalstoffen Afvalstof Bodembedreigendheid Opmerking ja/ Lekken Uitlogen Accu s en batterijen ja x Actief kool Ja x Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur dat geen vloeistof bevat, zoals radio's, TV's, wasmachine, klein elektr. apparatuur Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, oliehoudend zoals radiator, koelkast Asbest (in verpakking) Asfalt, niet teerhoudend Asfalt, teerhoudend ja x Banden en rubberafval Bedrijfsafval (gemengd) ja x Bleekaarde/absorbentia (gebruikt voor niet-bodembedreigende stoffen) Bleekaarde/absorbentia (gebruikt voor bodembedreigende stoffen) ja x Bouw- en sloopafval (gemengd) ja x Bouw- en sloopafval (verontreinigd) ja x Dakafval, teerhoudend of bitumineus ja x Gevaarlijke stof op eural-lijst Folie (niet verontreinigd) Folie (verontreinigd met bijv. bestrijdingsmiddel, meststoffen, organisch materiaal) GFT afval ja x ja ja x x Voorzieningen afhankelijk van verontreiniging (vloeibaar of vast) Gips ja x Risico op uitlogen sulfaat Glas, flessenglas ja x Glas, vlakglas Grof huishoudelijk afval Grond (schoon) Grond (verontreinigd of onbekende kwaliteit) ja x Hout, A-hout (geshredderd en ongeshredderd) Hout, B-hout (geshredderd) ja x Hout, B-hout (ongeshredderd) Hout, C-hout (geshredderd en ongeshredderd) ja x Huishoudelijk restafval ja x Incontinentiemateriaal ja x Kunststoffen, lege ongereinigde verpakkingen ja x Kunststoffen, anders dan lege ongereinigde verpakkingen Matrassen Metalen, aluminium, ijzer en roestvrij staal (niet-verontreinigd) Metalen, overig (niet-verontreinigd) ja x Bodembedreigend vanwege restvloeistof of misbruik van flessen voor andere vloeistof 6

7 Afvalstof Bodembedreigendheid Opmerking Metalen (verontreinigd) ja x Papier en karton Puin (schoon) ja/ Lekken Uitlogen Puin (verontreinigd) ja x Sorteerzeefzand ja x Slib (bijv. RKG of AWZI) Ja x Straalgrit ja x Textiel, kleding en tapijt Tuinafval, fijn (bijv. bladafval) ja x Tuinafval, grof (bijv. snoeihout) Veegafval, droog ja x Veegafval, nat ja x Onvrijwillig verkregen gevaarlijk afval 1 ja x 1 Dit betreft gevaarlijk afval dat niet door de ontdoener is gemeld en bij de visuele acceptatie niet zichtbaar was. Mits regelmatig afgevoerd (geen compostering) Voor de afvalstoffen die in de bovenstaande tabel als bodembedreigend worden gekarakteriseerd moeten op de locatie combinatie(s) van voorzieningen en maatregelen aanwezig zijn respectievelijk worden getroffen om een verwaarloosbaar bodemrisico te kunnen realiseren. In hoofdstuk 4 wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de afvalstoffen die in tabel 3.1 als bodembedreigend zijn gekarakteriseerd. Ook voor andere bodembedreigende activiteiten op de locatie wordt in hoofdstuk 4 een risicoanalyse uitgevoerd. 7

8 4. Bodemrisicoanalyse 4.1 Op- en overslag van afvalstoffen Op- en overslag afvalstoffen bedrijfshal In de bedrijfshal wordt bouw- en sloopafval en (grof) huishoudelijk- en bedrijfsafval op- en overgeslagen. Acceptatie van afvalstoffen vindt plaats conform de acceptatieprocedure. Tijdens het storten wordt de vracht visueel gecontroleerd. Na een grove uitsortering van eventuele verontreinigingen (bv. matrassen, pallets, elektronica, onvrijwillig verkregen gevaarlijk afval) vindt sortering in de sorteerinstallatie plaats (zie paragraaf 4.2). Tevens kunnen in de bedrijfshal afvalstoffen (monostromen, droog stortgoed) worden opgeslagen die bodembedreigend zijn omdat ze kunnen uitlogen. (zie tabel 3.1). Activiteit: Op- en overslag afvalstoffen bedrijfshal BRCL-categorie: Op- en overslag stortgoed (3.1) Opslag droog stortgoed I - kerende - aandacht voor hemelwater in de vorm van een overkapping of afdekking. - Vloeistofkerende vloer; - Overkapping bedrijfshal; - Acceptatieprocedure en visuele controle (visueel toezicht); Op- en overslag bodembedreigende afvalstoffen terrein Op het terrein worden diverse bodembedreigende afvalstoffen (monostromen) los gestort in stortvakken opgeslagen. Het betreft onder andere enkele afvalstoffen die bodembedreigend zijn omdat ze kunnen uitlogen (droog stortgoed) of kunnen lekken (nat stortgoed). Omdat op het terrein geen overkapping aanwezig is, wordt voor de bodemrisicoanalyse gekozen voor de BRCL-categorie Overslag en opslag nat stortgoed. Activiteit: Op- en overslag bodembedreigende afvalstoffen terrein BRCL-categorie: Op- en overslag stortgoed (3.1) Overslag en opslag van nat stortgoed I - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater in de vorm van een overkapping of afdekking. II - vloeistofdichte - aandacht voor gecontroleerde afvoer. - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (vloer); - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool) (zie paragraaf 4.3); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; - Acceptatieprocedure en visuele controle (visueel toezicht); I Op- en overslag zeefzand terrein Op het terrein wordt zeefzand, afkomstig uit de sorteerinstallatie, opgeslagen. Het zeefzand wordt vanaf de sorteerinstallatie met een lopende band naar buiten de sorteerhal gevoerd, alwaar het wordt opgeslagen onder een overkapping. Daarnaast vindt opslag van zeefzand op het terrein plaats in een stortvak zonder overkapping. Deze opslag wordt beoordeeld onder Op- en overslag 8

9 bodembedreigende afvalstoffen terrein. De opslag onder een overkapping wordt hieronder beoordeeld. Activiteit: Op- en overslag zeefzand, overkapping BRCL-categorie: Op- en overslag stortgoed (3.1) Opslag droog stortgoed I - kerende - aandacht voor hemelwater in de vorm van een overkapping of afdekking. - Vloeistofkerende vloer; - Overkapping naast bedrijfshal; - Aanwezigheid medewerkers recycling (visueel toezicht); Op- en overslag afvalstoffen in containers terrein Op het terrein vindt, naast de opslag van niet-bodembedreigende afvalstoffen in containers, ook opslag van afvalstoffen in containers plaats die bodembedreigend zijn omdat ze kunnen uitlogen (zie tabel 3.1). Activiteit: Op- en overslag afvalstoffen in containers terrein BRCL-categorie: Op- en overslag stortgoed (3.1) Opslag droog stortgoed I - kerende - aandacht voor hemelwater in de vorm van een overkapping of afdekking. - Vloeistofkerende vloer; - Afgezeilde container; - Acceptatieprocedure en visuele controle (visueel toezicht); Op- en overslag afvalstoffen in containers vloeistofdicht terrein Op het vloeistofdichte deel van het terrein vindt opslag van afvalstoffen in containers plaats die bodembedreigend zijn omdat ze kunnen uitlogen of lekken (zie tabel 3.1). Omdat deze containers niet (altijd) zijn afgezeild, betreft het in beide gevallen opslag van nat stortgoed. Activiteit: Op- en overslag afvalstoffen in containers vloeistofdicht terrein BRCL-categorie: Op- en overslag stortgoed (3.1) Overslag en opslag van nat stortgoed I - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater in de vorm van een overkapping of afdekking. II - vloeistofdichte - aandacht voor gecontroleerde afvoer. - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (vloer); - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool) (zie paragraaf 4.3); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; - Acceptatieprocedure en visuele controle (visueel toezicht); I Op- en overslag afvalstoffen in vloeistofdichte containers Op het terrein vindt opslag van afvalstoffen in vloeistofdichte containers plaats die bodembedreigend zijn omdat ze kunnen uitlogen of lekken (zie tabel 3.1). Omdat deze containers niet (altijd) zijn afgezeild, betreft het in beide gevallen opslag van nat stortgoed. 9

10 Activiteit: Op- en overslag afvalstoffen in vloeistofdichte containers BRCL-categorie: Op- en overslag stortgoed (3.1) Overslag en opslag van nat stortgoed I - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater in de vorm van een overkapping of afdekking. II - vloeistofdichte - aandacht voor gecontroleerde afvoer. - Vloeistofdichte container; - Periodieke controle vloeistofdichte container; - Acceptatieprocedure en visuele controle (visueel toezicht); I Opslag van verpakte gevaarlijke afvalstoffen Opslag van onvrijwillig verkregen gevaarlijke afvalstoffen, welke tussen het afval worden aangetroffen, vindt plaats in een speciale container op het terrein. De opslag voldoet aan PGS 15. De gevaarlijke afvalstoffen worden periodiek afgevoerd naar een erkende verwerker. Activiteit: Opslag van verpakte gevaarlijke afvalstoffen BRCL-categorie: Op- en overslag stoffen in emballage (3.3) Viskeuze stoffen en vloeistoffen I - kerende - aandacht voor geschikte emballage. - faciliteiten en persol. II - lekbak en; - controle op vol raken lekbak en; - aandacht voor geschikte emballage. III - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Container met geïntegreerde lekbak; - Opslag in chemie vaten, meestal in originele verpakking; - Periodieke controle en leging lekbak; - Acceptatieprocedure en visuele controle (visueel toezicht). I - visueel toezicht. 4.2 Sorteren van afvalstoffen in sorteerinstallatie In de sorteerinstallatie in de bedrijfshal wordt bouw- en sloopafval en (grof) huishoudelijk- en bedrijfsafval uitgesorteerd. De sorteerinstallatie bestaat onder andere uit fysisch-mechanische scheidingstechnieken. Activiteit: Sorteren van afvalstoffen in sorteerinstallatie BRCL-categorie: Transport van stortgoed met open systeem (3.2) I - kerende voorziening. - faciliteiten en persol. - Vloeistofkerende vloer; - Overkapping bedrijfshal; - Acceptatieprocedure en visuele controle (visueel toezicht); - Absorptiekorrels en spill kits aanwezig (faciliteiten en persol). I 10

11 4.3 Afvoer van afvalwater in bedrijfsriolering Op de locatie zijn meerdere rioleringsstelsels te onderscheiden. Voor elk van deze rioleringsstelsels wordt in deze paragraaf een bodemrisicoanalyse uitgevoerd. Hemelwaterriool dakwater Het hemelwaterriool van de sorteerhal, het kantoor en het weegkantoor voert het hemelwater van de daken via een ondergrondse riolering af naar het oppervlaktewater. Omdat het niet-verontreinigd hemelwater betreft, is dit geen bodembedreigende activiteit. Vuilwaterriool sanitair Het sanitaire afvalwater van het kantoor, het weegkantoor en de sorteerhal wordt via een ondergrondse riolering en via een IBA (Individuele Behandeling van Afvalwater) naar het oppervlaktewater gevoerd. De afvoer van het sanitair afvalwater is geen bodembedreigende activiteit. Vuilwaterriool terrein Op het terrein worden diverse bodembedreigende afvalstoffen opgeslagen, zowel los gestort als in containers. De ondergrondse riolering voert het hemelwater van het terrein, het waswater van de wasplaatsen, het schrobwater van de werkplaats en het hemelwater van de tankplaatsen via diverse olie-afscheiders en bezinkputten naar de pompput van de waterzuivering. De terreinriolering is grotendeels bestaande riolering. Alleen aan de achterzijde van het terrein zal een nieuwe riolering worden aangelegd. De bestaande en de nieuwe riolering worden hieronder separaat beoordeeld. Op een gedeelte van het terrein vinden geen bodembedreigende activiteiten plaats. De afvoer van het hemelwater van deze terreindelen is dan ook geen bodembedreigende activiteit. Activiteit: Vuilwaterriool - terrein BRCL-categorie: Afvoer van afvalwater in bedrijfsriolering (5.1) Bestaande ondergrondse riolering I - aandacht voor putten, slibvangers, olieafscheiders, verbindingen, ontvangpunten. II - aandacht voor putten, slibvangers, olieafscheiders, verbindingen, ontvangpunten. - Periodieke inspectie olieafscheider cf NEN 858; - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; - waar mogelijk inspectie als vloeistofdichte - onderhouds- en inspectieprogramma en; Activiteit: Vuilwaterriool - terrein BRCL-categorie: Afvoer van afvalwater in bedrijfsriolering (5.1) Nieuw aan te leggen ondergrondse riolering I - vloeistofdichte - aandacht voor putten, slibvangers, olieafscheiders, verbindingen, ontvangpunten. - Ontwerp riolering conform CUR/PBV aanbeveling 51; - Periodieke inspectie olieafscheider cf NEN PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; 11

12 4.3 Werkplaats voor onderhoud en constructiewerkzaamheden Binnen de inrichting is een werkplaats aanwezig voor onderhoud aan materieel en materiaal. Het betreft kleine onderhoudswerkzaamheden, zoals doorsmeren en olie verversen, las- en slijpwerkzaamheden en verfwerkzaamheden (geen spuiterij). Tevens vindt opslag van diverse hulpstoffen (oliën en chemicaliën) in emballage plaats, het bodemrisico hiervan wordt separaat beoordeeld. In de werkplaats bevindt zich ook een bovengrondse opslagtank voor brandstof ten behoeve van verwarming van het kantoor. Activiteiten in de werkplaats Hieronder worden de algemene werkzaamheden in de werkplaats, zoals aan hefbruggen, werkbanken en materiaalbewerkingsmachines beoordeeld. Activiteit: Activiteiten in de werkplaats BRCL-categorie: Activiteiten in werkplaatsen (5.3) I - kerende - aandacht voor gecontroleerde afvoer. II - kerende - lekbak onder de apparatuur / machines en; - aandacht voor apparatuur / machines, verspanende delen en spattende delen. III - vloeistofdichte - aandacht voor gecontroleerde afvoer. - Vloeistofkerende vloer; - Periodieke inspectie olieafscheider cf NEN 858 (zie paragraaf 4.3); - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool); - Aanwezigheid medewerkers werkplaats (visueel toezicht); - Procedure morsing en lekkage (algemene zorg); - Absorptiekorrels en spill kits aanwezig (faciliteiten en persol). - visueel toezicht tijdens de werkzaamheden en; - algemene zorg en; - faciliteiten en persol. - controle op vol raken lekbak en; Opslag van hulpstoffen in emballage werkplaats In de werkplaats worden diverse hulpstoffen (oliën en chemicaliën) opgeslagen in emballage. Hiervoor is een inpandige opslagvoorziening aanwezig. Activiteit: Opslag van hulpstoffen in emballage werkplaats BRCL-categorie: Op- en overslag stoffen in emballage (3.3) Viskeuze stoffen en vloeistoffen I - kerende - aandacht voor geschikte emballage. - faciliteiten en persol. II - lekbak en; - controle op vol raken lekbak en; - aandacht voor geschikte emballage. III - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Opslagvoorziening met geïntegreerde lekbak; - Periodieke controle en leging lekbak; - Opslag in geschikte originele verpakking; - Aanwezigheid medewerkers werkplaats (visueel toezicht). I - visueel toezicht. 12

13 Aftappen van hulpstoffen werkplaats Van het aftappen van hulpstoffen wordt hieronder separaat het bodemrisico beoordeeld. Activiteit: Aftappen van hulpstoffen werkplaats BRCL-categorie: Overgieten, aftanken of afvullen (3.4) I - kerende - aandacht voor hemelwater. II - lekbak en; - aandacht voor hemelwater. III - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Lekbak onder aftappunten; - Overkapte (inpandige) werkplaats; - Periodieke controle en leging lekbak; - Aanwezigheid medewerkers werkplaats (visueel toezicht); I - faciliteiten en persol. - controle op vol raken lekbak en; Bovengrondse opslagtank werkplaats In de werkplaats bevindt zich een bovengrondse opslagtank voor brandstof ten behoeve van verwarming van het kantoor. Activiteit: Bovengrondse opslagtank werkplaats BRCL-categorie: Bovengrondse tank vrij van de ondergrond opgesteld (1.3) I - enkelwandige tank en; - visuele controle uitwendig op lekkage en; - kerende voorziening. II - enkelwandige tank en; - lekbak. III - dubbelwandige tank en; - lekdetectie. IV - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Dubbelwandige opslagtank, voorzien van installatiecertificaat; - Jaarlijkse externe visuele inspectie; - Periodieke interne visuele inspectie; II - faciliteiten en persol. - controle op vol raken lekbak en; - visuele controle uitwendig op lekkage en; - faciliteiten en persol. - inspectie tank en; 13

14 4.4 Wasplaats Op beide wasplaatsen wordt eigen materieel gereinigd. Activiteit: Wasplaats BRCL-categorie: Open proces of bewerking (4.3) I - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer en; - aandacht voor opvang van vrijkomende stoffen. - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (vloer); - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; - Periodieke inspectie olieafscheider cf NEN 858 (zie paragraaf 4.3); - Aanwezigheid medewerkers wasplaats (visueel toezicht); 14

15 4.5 Tankplaats Op beide tankplaatsen wordt eigen materieel afgetankt. Allebei de tankplaatsen bestaan uit een bovengrondse opslagtank en een afleverinstallatie, waarvan het bodemrisico separaat wordt beoordeeld. Bovengrondse opslagtank tankplaats buiten Activiteit: Bovengrondse opslagtank tankplaats buiten BRCL-categorie: Bovengrondse tank vrij van de ondergrond opgesteld (1.3) I - enkelwandige tank en; - visuele controle uitwendig op lekkage en; - kerende voorziening. II - enkelwandige tank en; - lekbak. III - dubbelwandige tank en; - lekdetectie. IV - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Enkelwandige opslagtank, voorzien van installatiecertificaat; - Lekbak; - Periodieke controle en leging lekbak; - Jaarlijkse externe visuele inspectie; - Periodieke interne visuele inspectie; - Absorptiekorrels en spill kits aanwezig (faciliteiten en persol). I - faciliteiten en persol. - controle op vol raken lekbak en; - visuele controle uitwendig op lekkage en; - faciliteiten en persol. - inspectie tank en; Bovengrondse opslagtank tankplaats binnen Activiteit: Bovengrondse opslagtank tankplaats binnen BRCL-categorie: Bovengrondse tank vrij van de ondergrond opgesteld (1.3) I - enkelwandige tank en; - visuele controle uitwendig op lekkage en; - kerende voorziening. II - enkelwandige tank en; - lekbak. III - dubbelwandige tank en; - lekdetectie. IV - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Dubbelwandige opslagtank, voorzien van installatiecertificaat; - Jaarlijkse externe visuele inspectie; - Periodieke interne visuele inspectie; II - faciliteiten en persol. - controle op vol raken lekbak en; - visuele controle uitwendig op lekkage en; - faciliteiten en persol. - inspectie tank en; 15

16 Afleverinstallatie tankplaats Activiteit: Afleverinstallatie tankplaats BRCL-categorie: Overgieten, aftanken of afvullen (3.4) I - kerende - aandacht voor hemelwater. II - lekbak en; - aandacht voor hemelwater. III - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (vloer); - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; - Periodieke inspectie olieafscheider cf NEN 858 (zie paragraaf 4.3); - Aanwezigheid medewerkers tankplaats (visueel toezicht); II - faciliteiten en persol. - controle op vol raken lekbak en; 16

17 4.6 Waterzuivering In de waterzuivering wordt het afvalwater van het terrein gezuiverd en hergebruikt voor het sproeien van het terrein. De waterzuivering bestaat uit een pompput, een vuilwaterbuffertank, een schoonwaterbuffertank, bovengronds en ondergronds leidingwerk en diverse zuiveringsinstallaties (flocculator, zandfilter, aktief koolfilter, slibbuffer). Deze onderdelen worden hieronder separaat beoordeeld. Pompput en vuilwaterbuffertank In de ondergrondse pompput worden de verschillende afvalwaterstromen verzameld. Vanuit hier wordt het afvalwater naar de bovengrondse vuilwaterbuffertank gepompt. Vanuit de vuilwaterbuffertank wordt het afvalwater gezuiverd. Omdat zowel de pompput als de vuilwaterbuffer bestaan uit een betonnen put/buffertank, wordt voor de bodemrisicoanalyse gekozen voor de BRCL-categorie Opslag in putten en bassins. Activiteit: Waterzuivering - pompput en vuilwaterbuffertank BRCL-categorie: Opslag in putten en bassins (1.4) I - put of bassin uitgevoerd als kerende voorziening en; - lekdetectie. II - put of bassin uitgevoerd als vloeistofdichte voorziening. - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (zie paragraaf 4.3); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; - Aanwezigheid medewerkers waterzuivering (visueel toezicht); I - periodiek controle functioneren lekdetectie en; - faciliteiten en persol. Schoonwaterbuffer In de bovengrondse schoonwaterbuffertank wordt gezuiverd afvalwater opgeslagen. Omdat het gezuiverd water betreft, is dit geen bodembedreigende activiteit. Zuiveringsinstallaties De zuiveringsinstallaties, bestaande uit onder andere een flocculator, een zandfilter, een aktief koolfilter en een slibbuffer, kunnen worden beschouwd als half open proces. Activiteit: Waterzuivering - zuiveringsinstallaties BRCL-categorie: Half open proces of bewerking (4.2) I - kerende - aandacht voor hemelwater. II - lekbak en; - aandacht voor hemelwater. III - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Vloeistofkerende vloer; - Overkapping waterzuivering; - Aanwezigheid medewerkers waterzuivering (visueel toezicht); - Absorptiekorrels en spill kits aanwezig (faciliteiten en persol). - faciliteiten en persol. - controle op vol raken lekbak en; 17

18 Leidingwerk Het leidingwerk van de waterzuivering bestaat uit zowel ondergrondse als bovengrondse leidingen. Het ondergrondse leidingwerk betreft uitsluitend leidingwerk voor afvalwater, ofwel riolering. Het bovengrondse leidingwerk bestaat zowel uit leidingwerk voor afvalwater als uit leidingwerk voor hulpstoffen van de waterzuivering. Deze verschillende typen leidingwerk worden hieronder separaat beoordeeld. Activiteit: Waterzuivering ondergronds leidingwerk afvalwater BRCL-categorie: Afvoer van afvalwater in bedrijfsriolering (5.1) Bestaande ondergrondse riolering I - aandacht voor putten, slibvangers, olieafscheiders, verbindingen, ontvangpunten. II - aandacht voor putten, slibvangers, olieafscheiders, verbindingen, ontvangpunten. - PBV Verklaring vloeistofdichte voorziening (riool); - Zesjaarlijkse externe inspectie conform AS 6700; - Jaarlijkse bedrijfsinterne controle; - waar mogelijk inspectie als vloeistofdichte - onderhouds- en inspectieprogramma en; Activiteit: Waterzuivering bovengronds leidingwerk afvalwater BRCL-categorie: Afvoer van afvalwater in bedrijfsriolering (5.1) Bovengrondse riolering I - vloeistofdicht ontwerp en; - aandacht voor putten, slibvangers, olieafscheiders, verbindingen, ontvangpunten. - Periodieke visuele leidinginspectie; Activiteit: Waterzuivering bovengronds leidingwerk hulpstoffen BRCL-categorie: Leidingtransport (2.2) Bovengrondse leiding I - enkelwandige leiding en; - aandacht voor appendages. - Periodieke visuele leidinginspectie; - Onderhoud leidingen; - Aanwezigheid medewerkers waterzuivering (visueel toezicht); - Absorptiekorrels en spill kits aanwezig (faciliteiten en persol). - visuele leidinginspectie en; - leidinginspectie en; - onderhoudprogramma afgestemd op resultaten leidinginspectie en; - faciliteiten en persol. 18

19 Opslag van hulpstoffen in emballage waterzuivering In de waterzuivering worden diverse hulpstoffen (chemicaliën) opgeslagen in emballage. Activiteit: Opslag van hulpstoffen in emballage waterzuivering BRCL-categorie: Op- en overslag stoffen in emballage (3.3) Viskeuze stoffen en vloeistoffen I - kerende - aandacht voor geschikte emballage. - faciliteiten en persol. II - lekbak en; - controle op vol raken lekbak en; - aandacht voor geschikte emballage. III - vloeistofdichte - aandacht voor hemelwater of gecontroleerde afvoer. - Vloeistofkerende voorziening; - Opslag in geschikte originele verpakking; - Aanwezigheid medewerkers werkplaats (visueel toezicht); - Absorptiekorrels en spill kits aanwezig (faciliteiten en persol). - visueel toezicht. 19

20 5. Conclusie Voor het bepalen van de beste beschikbare technieken voor het voorkomen van emissies naar de bodem is de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming 2012 (NRB) relevant. In de voorliggende bodemrisicoanalyse zijn de aanwezige voorzieningen en getroffen maatregelen met betrekking tot het voorkomen van bodemverontreiniging getoetst aan de uitgangspunten van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming Uit de bodemrisicoanalyse is gebleken dat alle aanwezige voorzieningen en getroffen maatregelen voldoen aan de beste beschikbare technieken als omschreven in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming