Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige"

Transcriptie

1 Essentie uitspraak: Gezien de risico's die kunnen ontstaan door een aanrijding, is een beveiliging terecht voorgeschreven. Noot van de commissie: geen. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van de redactiecommissie weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter / Raad van State. zaaknummer /1/M1 datum van uitspraak woensdag 26 augustus 2009 tegen het college van gedeputeerde staten van Gelderland proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige deze uitspraak /1/M1. Datum uitspraak: 26 augustus 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats], en het college van gedeputeerde staten van Gelderland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 15 juli 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: het college) aan [appellante] voor een periode van tien jaar een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor aanneming, sloop, containerverhuur, mechanisch scheiden van bouw- en sloopafval en breken van puin aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 31 juli 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 september 2008, beroep ingesteld.

2 Het college heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 juli 2009, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. P.J.G. Poels, advocaat te Nijmegen, en ing. L.R. Haas, en het college, vertegenwoordigd door S. Dsane, mr. T. van Esch en ing. E. Baukema, ambtenaren in dienst van de provincie, zijn verschenen. 2. Overwegingen Algemeen 2.1. De inrichting betreft een bestaande inrichting. Intrekking beroepsgronden 2.2. Ter zitting heeft [appellante] de beroepsgronden over de voorschriften en ingetrokken. Algemeen toetsingskader 2.3. Artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. Het tweede lid, aanhef en onder a, van dit artikel bepaalt dat de vergunning in ieder geval wordt geweigerd indien door verlening daarvan niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, van de Wet milieubeheer kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend. Ingevolge het derde lid van dit artikel worden in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Uit artikel 8.11, tweede en derde lid, volgt dat de vergunning moet worden geweigerd indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt. Bij de toepassing van de hiervoor genoemde bepalingen komt het college een zekere beoordelingsvrijheid toe. externe veiligheid 2.4. [appellante] betoogt dat voorschrift niet nodig is en bovendien in strijd met de

3 rechtszekerheid omdat geen nadere concretisering is gegeven van de risicorelevante onderdelen in de inrichting Ingevolge voorschrift moeten risicorelevante procesapparatuur, opslagtanks, leidingen en leidingondersteuningen die zich aan een terreingedeelte bevinden waar gemotoriseerd verkeer kan plaatsvinden, afdoende zijn beschermd door een vangrail of een gelijkwaardige constructie Het college stelt zich op het standpunt dat dit voorschrift nodig is om de veiligheid te waarborgen en nadelige gevolgen voor het milieu door aanrijdingen van verkeer op het terrein met de risicorelevante objecten te voorkomen. Volgens het college is voldoende duidelijk dat met de risicorelevante onderdelen van de inrichting de opslagplaats voor de gasflessen en de locatie waar de mobiele olietank normaliter staat opgesteld zijn bedoeld Ingevolge artikel 8.11, eerste lid, van de Wet milieubeheer wordt in een vergunning duidelijk aangegeven waarop zij betrekking heeft Met voorschrift is voldoende bepaald welke maatregel in verband met het voorkomen van een gevaarlijke situatie dient te worden getroffen. De risicorelevante onderdelen zijn in het voorschrift omschreven. De enkele omstandigheid dat zij niet met naam zijn aangeduid betekent niet dat niet kan worden vastgesteld waar [appellante] op grond van het voorschrift toe is gehouden. Van strijd met artikel 8:11, eerste lid, van de Wet milieubeheer is daarom geen sprake. De Afdeling is voorts van oordeel dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat dit voorschrift nodig is om de externe veiligheid te waarborgen, gelet op de mogelijkheid dat verkeer op het terrein van de inrichting deze risicorelevante onderdelen kan raken met mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu indien in dat verband geen maatregelen worden getroffen. De beroepsgrond faalt [appellante] betoogt dat voorschrift ten onrechte niet naar aanleiding van de door haar over het ontwerp van het besluit naar voren gebrachte zienswijzen is aangepast, nu haar zienswijzen in zoverre gegrond zijn verklaard Het college heeft ter zitting verklaard dat voorschrift niet nodig is in het belang van de bescherming van het milieu. Het bestreden besluit is in zoverre in strijd met het algemene rechtsbeginsel dat een besluit zorgvuldig dient te worden genomen. De beroepsgrond slaagt. Bodem 2.6. [appellante] betoogt dat voorschrift voor wat betreft het eisen van een beheersprogramma onredelijk bezwarend is, gelet op de geringe lengte van het riool en

4 reeds uitgevoerde inspecties. Zij voert aan dat de eis niet is gesteld in voorschriften verbonden aan een vergunning die is verleend voor een andere, volgens [appellante] soortgelijke, inrichting. Het bestreden besluit is volgens [appellante] in zoverre in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het verbod op willekeur en ontbeert een deugdelijke motivering Het college stelt zich op het standpunt dat de afvoer van afvalwater in een bedrijfsriolering een bodembedreigende activiteit is. Volgens het college is verder sprake van een groot terrein, waar zich diverse putten, leidingen en zuiveringstechnische werken bevinden, zodat een beheersprogramma nodig is ter bescherming van de bodem Ingevolge voorschrift 4.2.2, voor zover hier van belang, dient vergunninghoudster binnen drie maanden na het van kracht worden van de beschikking aan gedeputeerde staten een beheersprogramma over te leggen waarin is beschreven op welke wijze de bedrijfsriolering wordt beheerd en geïnspecteerd. Hierbij dient het CUR-rapport "Beheer bedrijfsriolering bodembescherming" te worden gehanteerd. Er dient overeenkomstig dit programma te worden gehandeld Ingevolge artikel 5a.1, tweede lid, van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (hierna: het Ivb) in samenhang met artikel 1, derde lid, van de Regeling aanwijzing BBT-documenten houdt het bevoegd gezag bij de bepaling van de voor een inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken rekening met de documenten vermeld in tabel 2 van de bij deze regeling behorende bijlage. De Nederlandse richtlijn bodembescherming (hierna: NRB) is als document opgenomen in tabel 2 van de bijlage bij de regeling Het college heeft bij het stellen van voorschrift aangesloten bij paragraaf van de NRB. Uitgangspunt in de NRB is dat de bodemrisico's van bedrijfsmatige activiteiten door doelmatige maatregelen en voorzieningen zoveel mogelijk tot een verwaarloosbaar risico moeten worden beperkt. Hiertoe beschrijft de NRB het bodemrisico van die activiteiten en geeft aan welke bodembeschermende maatregelen en voorzieningen zijn te treffen om dat risico te beperken. In de NRB zijn drie bodemrisicocategorieën opgenomen: verwaarloosbaar bodemrisico (A) bij een eindemissiescore 1, verhoogd bodemrisico (B) bij een eindemissiescore 2 en hoog bodemrisico (C) bij een eindemissiescore 3-5. De eindemissiescore wordt met behulp van de Bodem-Risico CheckLists bepaald door de soort bedrijfsactiviteit en de aanwezige of geplande bodembeschermende maatregelen of voorzieningen. Als hoofdregel geldt dat in bestaande situaties in geval van bodemrisicocategorieën B en C met behulp van (aanvullende) voorzieningen en maatregelen het emissierisico moet worden gereduceerd tot eindemissiescore 1, derhalve tot een verwaarloosbaar bodemrisico (A) is bereikt. In paragraaf van de NRB is voor ondergrondse rioleringen als beheersmaatregel

5 rioolinspectie vermeld, waarmee het risico kan worden teruggebracht tot een eindemissiescore 2. Verder wordt in paragraaf vermeld dat nieuwe ondergrondse rioleringen, ontwikkeld volgens CUR/PBV-Aanbeveling 51, met operationeel onderhoud in overeenstemming met CUR/PBV-Rapport visueel kunnen worden geïnspecteerd op basis van CUR/PBV-Aanbeveling 44. Een nieuwe ondergrondse riolering voorzien van een geldige PBV-Verklaring Vloeistofdichte Voorziening resulteert volgens paragraaf in een verwaarloosbaar bodemrisico, derhalve in een eindemissiescore 1. Bestaande (beton-)rioleringen zijn evenwel, zo is vermeld in paragraaf van de NRB, vaak niet volledig vloeistofdicht. Omdat voor bestaande ondergrondse leidingen, zelfs in combinatie met een doelmatig inspectieprogramma en bedrijfsnoodplan, geen eindemissiescore lager dan 2 kan worden gerealiseerd, zou voor het verwezenlijken van een aanvaardbaar bodemrisico rond de bedrijfsriolering een ingrijpend risicobeperkend bodemonderzoek moeten worden ingericht. Het hiervoor noodzakelijke monitorsysteem wordt in de NRB voor rioleringen vooralsnog niet redelijk geacht Voor bestaande rioleringen als hier aan de orde kan derhalve volgens de NRB met een lager beschermingsniveau worden volstaan. Niet aannemelijk is geworden dat desondanks in dit geval het risico dat verontreinigd water in de bodem terechtkomt dermate groot is dat, in afwijking van de NRB, in redelijkheid een beheersprogramma overeenkomstig het CUR/PBV-Rapport kan worden verlangd. De door het college gestelde omstandigheid dat het om een groot terrein gaat, waar zich diverse putten, leidingen en zuiveringstechnische werken bevinden, acht de Afdeling daarvoor niet voldoende. Niet is komen vast te staan dat deze putten, leidingen en zuiveringstechnische werken allemaal bedoeld zijn voor de verwijdering van afvalwater en aangesloten zijn op het bedrijfsriool. Gelet op het voorgaande is het bestreden besluit in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Awb niet deugdelijk gemotiveerd. De beroepsgrond slaagt reeds daarom [appellante] betoogt dat voorschrift niet nodig is in het belang van de bescherming van het milieu en daarmee voor haar onredelijk bezwarend is. Zij voert hiertoe aan dat zij, ook indien geen sprake is van opslag van stoffen die tot bodemverontreiniging kunnen leiden of indien de containers schoon en leeg zijn, gehouden is de containers af te sluiten dan wel af te dekken Het college heeft voorschrift aan de vergunning verbonden ter voorkoming van door hemelwater veroorzaakt verontreinigende waterstromen Ingevolge voorschrift dienen de containers op het buitenterrein aan het eind van iedere werkdag te worden geleegd of afgevoerd dan wel doelmatig te worden afgesloten of afgedekt zodanig dat het inregenen van hemelwater wordt voorkomen.

6 In voorschrift zijn voor aangewezen plaatsen vloeistofdichte vloeren en vloeistofdichte containers voorgeschreven ter voorkoming van verontreiniging van de bodem ten gevolge van bodembedreigende stoffen. Het college is er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat naast dit voorschrift voorschrift nodig is in het belang van de bescherming van het milieu. Het bestreden besluit is in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Awb niet deugdelijk gemotiveerd. De beroepsgrond slaagt [appellante] betoogt dat in voorschrift ten onrechte vloeistofdichte voorzieningen voor delen van de werkplaats zijn voorgeschreven. Volgens haar kan voor een verwaarloosbaar bodemrisico volgens paragraaf van de NRB worden volstaan met een vloeistofkerende voorziening. Verder is volgens [appellante] het voorschrift onvoldoende duidelijk voor zover het de zinsnede betreft "daar waar met bodembelastende stoffen wordt gewerkt, zoals onderhoudswerkzaamheden en reparatiewerkzaamheden" Ingevolge voorschrift 4.3.3, voor zover hier van belang, moet de inrichting op de werkplaatsgedeelten voor de olieopslag en daar waar met bodembelastende stoffen wordt gewerkt, zoals onderhoudswerkzaamheden en reparatiewerkzaamheden, zijn voorzien van vloeistofdichte voorzieningen (vloeistofdichte vloer of vloeistofdichte containers) die bestand moeten zijn tegen de voorkomende mechanische en chemische belasting, die zodanig zijn aangelegd en worden onderhouden dat een verwaarloosbaar bodemrisico als bedoeld in de NRB wordt bereikt (bodemrisicocategorie A) Het college heeft zich bij het stellen van het voorschrift gebaseerd op de paragrafen en van de NRB. Daarin is vermeld dat voor een verwaarloosbaar bodemrisico bij activiteiten in werkplaatsen met een kerende werkvloer kan worden volstaan, mits geregeld toezicht plaatsvindt en morsingen en lekkages doelmatig worden opgeruimd, indien apparatuur en eventuele opslag boven lekbakken is geplaatst Volgens het bestreden besluit is een vloeistofdichte vloer in een werkplaats niet nodig. Het verweerschrift bevestigt dit standpunt van het college. Het college heeft echter verzuimd voorschrift in zoverre aan te passen. Het bestreden besluit is daarom in zoverre in strijd met het algemene rechtsbeginsel dat een besluit zorgvuldig dient te worden genomen. De beroepsgrond slaagt reeds daarom [appellante] betoogt dat de NRB niet van toepassing is, omdat geen sprake is van bodembedreigende activiteiten, voor zover het betreft de: - opslag van ongebroken en schoon beton- en asfaltpuin op opslagterrein 2;

7 - opslag van schoon gebroken cement, steen, beton en schoon menggranulaat op opslagterrein 3; - opslag van ongebroken schoon puin op opslagterrein 4; - op- en overslag schone materialen. Gelet daarop zijn in zoverre ten onrechte in voorschrift vloeistofkerende voorzieningen voorgeschreven, aldus [appellante]. [appellante] voert aan dat het acceptatie- en verwerkingsbeleid, waaraan zij zich ingevolge voorschrift heeft te houden, voldoende waarborgen bevat om verontreiniging van de bodem ten gevolge van deze activiteiten te voorkomen. Zij verwijst in dit verband naar voorschriften verbonden aan een vergunning die is verleend voor een andere, volgens [appellante] soortgelijke, inrichting, waarin geen vloeistofkerende voorziening is voorgeschreven. Het bestreden besluit is volgens [appellante] in zoverre in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het verbod op willekeur. [appellante] voert subsidiair aan dat met de reeds aanwezige puinverharding sprake is van een vloeistofkerende voorziening Ingevolge voorschrift 4.3.4, voor zover hier van belang, moet de inrichting op de volgende plaatsen zijn voorzien van een vloeistofkerende voorziening: - opslag van puingranulaat; - opslag van ongebroken puin; - opslagen van grondstoffen; - sorteerhal; - opslag categorie-2-grond Het college stelt zich op het standpunt dat het voorschrift nodig is in verband met de bescherming van het milieu. Volgens het college is sprake van bodembedreigende activiteiten Bij het stellen van voorschrift heeft het college zich gebaseerd op de paragrafen en van de NRB In paragraaf van de NRB is een lijst met stoffen opgenomen die als indicatie dienen voor stoffen die bodembedreigend kunnen zijn. De NRB vermeldt daarbij dat ook stoffen die niet op de lijst voorkomen de bodem kunnen verontreinigen. In zijn algemeenheid geldt dat stoffen binnen een aangewezen bedrijfsmatige activiteit bodembedreigend zijn, tenzij het tegendeel overtuigend kan worden aangetoond, aldus de NRB. De enkele omstandigheid dat de in voorschrift opgenomen stoffen niet voorkomen

8 op de in paragraaf van de NRB vermelde lijst van stoffen, biedt derhalve geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat met de in voorschrift bedoelde activiteiten sprake is van de opslag van stortgoed in de zin van de NRB Volgens paragraaf van de NRB wordt bij de opslag van stortgoed een verwaarloosbaar bodemrisico bereikt bij een vloeistofdichte voorziening met een overkapping of afdekking of bij een vloeistofkerende voorziening met een overkapping of afdekking in combinatie met visueel toezicht. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat in dit geval volstaan kan worden met een vloeistofkerende voorziening, vanwege onder meer de getroffen beheersmaatregelen ten aanzien van de acceptatie en de controle van stoffen. Gelet daarop is er geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het acceptatie- en verwerkingsbeleid alleen onvoldoende is om verontreiniging van de bodem te voorkomen en niet in redelijkheid een vloeistofkerende voorziening heeft kunnen voorschrijven. Het college heeft zich voorts in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de puinverharding niet is aan te merken als een vloeistofkerende voorziening in de zin van de NRB. Daarbij is in aanmerking genomen dat bij de puinverharding anders dan bij een vloeistofkerende voorziening het water niet via het riool wordt weggeleid en dat de puinverharding anders dan een vloeistofkerende voorziening niet goed kan worden geveegd. [appellante] heeft niet aannemelijk gemaakt dat het door haar overgelegde voorschrift verbonden aan een vergunning voor een volgens haar vergelijkbare inrichting een vergelijkbare inrichting betreft. Strijd met het gelijkheidsbeginsel of met het verbod op willekeur is niet aannemelijk geworden. De beroepsgrond faalt. Stof [appellante] betoogt dat voorschrift niet duidelijk is omdat niet is aangegeven dat het het storten van stuifgevoelige afvalstoffen met een grijperinstallatie betreft Ingevolge voorschrift moet ter voorkoming van geluid- en stofhinder de valhoogte van waaraf stuifgevoelige afvalstoffen worden gestort in containers, in transportmiddelen en op voorraadhopen worden beperkt tot minder dan 1 meter Het college heeft ter zitting verklaard dat dit voorschrift beperkt kan worden tot het storten van stuifgevoelige afvalstoffen met een grijperinstallatie. Het bestreden besluit is gelet daarop in zoverre in strijd met het algemene rechtsbeginsel dat een besluit zorgvuldig dient te worden genomen.

9 De beroepsgrond slaagt. De Afdeling ziet aanleiding om voorschrift zelf voorziend aan te passen op na te melden wijze. Geur [appellante] betoogt dat groenafval geen geurhinder veroorzaakt, zodat de termijn van vijf dagen in voorschrift niet nodig is ter bescherming van het milieu. Zij voert aan dat in een voorschrift verbonden aan een vergunning die is verleend voor een andere, volgens [appellante] soortgelijke, inrichting, houtachtig groenafval zich twee maanden in de inrichting mag bevinden Ingevolge voorschrift moet het aangevoerde groenafval binnen vijf dagen uit de inrichting zijn verwijderd. Zeer langzaam composteerbare componenten, zijnde takken en stobben, zijn hiervan uitgezonderd Het college heeft bij het stellen van dit voorschrift aangesloten bij de Bijzondere Regeling G2 van de Nederlandse emissierichtlijn lucht (InfoMil; hierna: de NeR). De NeR is in tabel 2 van de bijlage van de Regeling aanwijzing BBT-documenten aangewezen als document waarmee het bevoegd gezag ingevolge artikel 5a.1, tweede lid, van het Ivb in samenhang met artikel 1, derde lid, van de Regeling aanwijzing BBTdocumenten bij de bepaling van de voor een inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken rekening dient te houden. In de Bijzondere regeling G2 van de NeR voor installaties voor de compostering van groenafval in de open lucht is vermeld dat ingenomen materiaal binnen ten hoogste drie maal 24 uur verwerkt moet worden tot basismateriaal en worden opgezet in een composthoop. Er mag zodoende geen langdurige opslag van ingenomen materiaal plaatsvinden. Structuurmateriaal (bijvoorbeeld takken en stobben) is hiervan uitgezonderd omdat een buffervoorraad nodig is om een goede procesvoering te waarborgen. Hoewel in de onderhavige inrichting geen sprake is van een installatie voor de compostering van groenafval als bedoeld in de NeR, heeft het college in redelijkheid voor wat betreft de duur van de opslag van groenafval aansluiting kunnen zoeken bij de bijzondere regeling G2 ter voorkoming dan wel voldoende beperking van geurhinder. Het door [appellante] genoemde voorschrift verbonden aan een vergunning voor een andere inrichting ziet op houtachtig groenafval. In het bestreden voorschrift is het houtachtig groenafval, zijnde takken en stobben, van de termijn van vijf dagen uitgezonderd. Voor zover al sprake is van een met de onderhavige situatie vergelijkbaar geval, is daarom niet in strijd gehandeld met het gelijkheidsbeginsel. De beroepsgrond faalt. Metaalbewerking [appellante] betoogt dat in voorschrift in strijd met de rechtszekerheid niet

10 uitdrukkelijk is aangegeven dat het voorschrift het mobiele brandstofreservoir betreft Ingevolge voorschrift moet bij machines met een lage bezettingsgraad gebruik worden gemaakt van een mobiel reservoir Het college heeft ter zitting verklaard dat het voorschrift niet duidelijk is. Het bestreden is besluit is in zoverre in strijd met het algemene rechtsbeginsel dat een besluit zorgvuldig dient te worden genomen. De beroepsgrond slaagt. Overige beroepsgronden [appellante] verwijst in het beroepschrift verder nog naar de door haar over het ontwerp van het besluit naar voren gebrachte zienswijzen, voor zover in het bestreden besluit daaraan niet is tegemoet gekomen. [appellante] heeft echter noch in het beroepschrift, noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de reactie van het college in het bestreden besluit op de desbetreffende zienswijzen in zoverre onjuist zou zijn. De beroepsgrond faalt. Conclusie Het beroep is gedeeltelijk gegrond. Het besluit komt voor vernietiging in aanmerking voor zover het de voorschriften 2.1.7, 4.2.2, 4.3.2, 4.3.3, en betreft. De Afdeling zal met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van voorschrift zelf in de zaak voorzien en bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit. Het beroep is voor het overige ongegrond. Proceskostenveroordeling Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. Ten aanzien van het verzoek van [appellante] om het college te veroordelen in de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en van het meebrengen van een deskundige ter zitting, overweegt de Afdeling het volgende. Van het meebrengen van een deskundige is niet overeenkomstig artikel 8:60, vierde lid, van de Awb mededeling gedaan. Het verzoek om een proceskostenveroordeling wordt daarom in zoverre afgewezen. Wel ziet de Afdeling aanleiding de deskundige aan te merken als gemachtigde, niet zijnde een beroepsmatige rechtsbijstandverlener, en in zoverre over te gaan tot een proceskostenveroordeling. Ook de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand komen voor vergoeding in aanmerking.

11 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond; II. vernietigt het besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland van 15 juli 2008, kenmerk MPM10190, voor zover het de voorschriften 2.1.7, 4.2.2, 4.3.2, 4.3.3, en betreft; III. bepaalt dat voorschrift als volgt komt te luiden: "De valhoogte van waaraf stuifgevoelige afvalstoffen met een grijperinstallatie worden gestort in containers, in transportmiddelen en op voorraadhopen, moet ter voorkoming van geluid- en stofhinder worden beperkt tot minder dan 1 meter."; IV. verklaart het beroep voor het overige ongegrond; V. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Gelderland tot vergoeding van bij [appellante] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 682,79 (zegge: zeshonderdtweeëntachtig euro en negenenzeventig cent), waarvan 644,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; VI. gelast dat het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van 288,00 (zegge: tweehonderdachtentachtig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, voorzitter, en mr. C.W. Mouton en drs. H. Borstlap, leden, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, ambtenaar van Staat. w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Sparreboom voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 26 augustus 2009

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] ** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AN8825

ECLI:NL:RVS:2003:AN8825 ECLI:NL:RVS:2003:AN8825 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-11-2003 Datum publicatie 26-11-2003 Zaaknummer 200302880/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant

Nadere informatie

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder. Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 12-04-2006 Zaaknummer 200503239/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie: deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Uitspraak in Hoofdzaak: Gezien het zwaarwegende belang van externe veiligheid, is het sluiten van het LPG-tankstation uit oogpunt van het plaatsgebonden

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Casus: Noot

Essentie uitspraak: Casus: Noot Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Essentie uitspraak: De jurisprudentie over het begrip "bijgebouw" in de zin van het Bro is niet bepalend voor de uitleg van het Bevi. Een berging valt op zichzelf niet onder de definitie van kwetsbaar

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter-Che-M B.V., gevestigd te Beuningen, appellante,

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter-Che-M B.V., gevestigd te Beuningen, appellante, Essentie uitspraak: In het bestreden besluit heeft het college niet nader geconcretiseerd welke nadelige effecten buiten de inrichting er niettemin ten gevolge van explosies, eventueel gevolgd door brand,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 201307838/3/R3 Raad van State Lees voor Lettergrootte Home Publicaties Veelgestelde vragen Contact Zoeken in Home Over de Raad van State Onze werkwijze Adviezen Uitspraken Agenda Pers Werken

Nadere informatie

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: Essentie uitspraak: Bij de ambthalve wijziging van de voorschriften van het LPG-tankstation heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat getoetst moest worden of er op grond van het groepsrisico

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

1 van 6 7-11-2011 15:05 i nt deze ui t spr aak Uitspraken Pr ZAAKNUMMER 201008546/1/M1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 2 november 2011 TEGEN het college van gedeputeerde staten van Gelderland PROCEDURESOORT

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BA7586

ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 20-06-2007 Zaaknummer 200606594/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Uitspraak 201109106/1/R3

Uitspraak 201109106/1/R3 pagina 1 van 6 Uitspraak 201109106/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 16 april 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED de raad van de gemeente Son en Breugel Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK 199902343/1. Datum uitspraak: 14 mei 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vereniging "Vereniging Milieudefensie", gevestigd te Amsterdam, appellante, burgemeester en

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats],

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats], Essentie uitspraak: Het college heeft voorschriften in de milieuvergunning opgenomen t.a.v. van het stallen van lege ongereinigde tankwagens terwijl zij niet heeft aangetoond met deze voorschriften het

Nadere informatie

Appellante heeft, daartoe door de Afdeling in de gelegenheid gesteld, nog een nader stuk ingediend. Dit is aan de andere partij toegezonden.

Appellante heeft, daartoe door de Afdeling in de gelegenheid gesteld, nog een nader stuk ingediend. Dit is aan de andere partij toegezonden. LJN-nummer: AO2377 Zaaknr: 200206928/1 Bron: Raad van State 's-gravenhage Datum uitspraak: 28-01-2004 Datum publicatie: 28-01-2004 Soort zaak: bestuursrecht - bestuursrecht overig Soort procedure: eerste

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx pagina 1 van 5 LJN: BO4229, Raad van State, 200910277/1/R2 Datum 17-11-2010 uitspraak: Datum 17-11-2010 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:Bij

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is.

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Noot van de commissie: geen. De informatie in dit tekstkader

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Uw kenmerk

Afdeling bestuursrechtspraak. Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Uw kenmerk Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Pagina 1 van 1 GEMEENTE ROERMOND Sect.: Afd Gezien dir.; NR.; Raad van de gemeente Roermond Postbus 900 6040 AX

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Deze planversie NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 is ambtelijk opgesteld om uitvoering te geven aan de uitspraak LJN 201400955/1/R4 en

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder. Essentie uitspraak: Aanvullende veiligheidsvoorschriften op AMvB tankstations zijn mogelijk. Casus en uitspraak: Er is een oprichtingsvergunning voor een tankstation gevraagd. Bij dit tankstation (type

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BE8863

ECLI:NL:RVS:2008:BE8863 ECLI:NL:RVS:2008:BE8863 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-08-2008 Datum publicatie 20-08-2008 Zaaknummer 200708052/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201307623/1/R2 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=... pagina 1 van 5 02-05-2014 Uitspraak 201307623/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN vfv) U u.^ 1 7 JUNI 2010 Datum 16 juni 2010 Ons nummer 200906837/1/R2 Uw kenmerk Onderwerp Woerden Bp

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State E03.98.0090. Datum uitspraak: 24 februari 2000 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. de stichting "Stichting Borssele 2004+" te Borssele, 2. de stichting "Stichting

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3651

ECLI:NL:CRVB:2016:3651 ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77973

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK E03.96.1257. Datum uitspraak: 27 maart 2001. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Champignon Reststoffen Verwerking B.V.",

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK E03.97.1224/1. Datum uitspraak: 10 april 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en appellanten, gedeputeerde staten van Limburg, verweerders. E03.97.1224/1 2 10 april 2001 1.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1722

ECLI:NL:RVS:2014:1722 1 van 5 16-9-2014 16:37 ECLI:NL:RVS:2014:1722 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-05-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201306176/1/R2 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU0769

ECLI:NL:RVS:2005:AU0769 ECLI:NL:RVS:2005:AU0769 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-08-2005 Datum publicatie 10-08-2005 Zaaknummer 200406846/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /5/R1

Uitspraak /5/R1 Uitspraak 201302029/5/R1 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=7... Page 1 of 3 3-12-2013 Uitspraak 201302029/5/R1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten,

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten, Essentie uitspraak: Gemeente heeft Ev-aspecten afdoende onderzocht. Noot van de commissie: In de praktijk is er vaak een discussie over de omvang van invloedsgebieden. De gemeente heeft dit probleem voorkomen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

J.R.S. de Groot Heupner Niet vaststellen ontwerp-bp. Tiel-Oost Grotebrugse Grintweg 59 Procedure Beroep

J.R.S. de Groot Heupner Niet vaststellen ontwerp-bp. Tiel-Oost Grotebrugse Grintweg 59 Procedure Beroep 'Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Pagina 1 van 1 i--------- 1---------- 1 Raad van de gemeente Tiel Postbus 6325 4000 HH TIEL gemeente Tiel 17 IIOV. 2016 116.009880 Datum Ons nummer Uw kenmerk

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288 Raad vanstate Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: INGEK. - 8 MEI ZOU DOC NR.: Raad van de gemeente Sint-Oedenrode Postbus 44 5490 AA SINT OEDENRODE Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 mei 2014 201 301 984/3/R3

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201800454/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2524

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007 Essentie uitspraak Bij de toetsing van een milieubeheervergunning (van een oliehandel) moet ook gekeken worden naar de bebouwingsmogelijkheden in de omgeving op basis van de bestemmingsplancapaciteit.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:RVS:2013:283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201469/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak FS 1037IFS/ /FS

Afdeling bestuursrechtspraak FS 1037IFS/ /FS ~ Raad vanstate Betreft: P. TEESINK E.A. Afdeling bestuursrechtspraak ONTVAN GEN 2C, 11 OB AANTEKENEN Mr. F.F. Scheffer Postbus 4035 7200 BA ZUTPHEN Datum Ons nummer Uw kenmerk 24 november 2008 200807287/2/M2

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BC7090

ECLI:NL:RVS:2008:BC7090 ECLI:NL:RVS:2008:BC7090 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2008 Datum publicatie 19-03-2008 Zaaknummer 200704474/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 201108372/1/R4

Uitspraak 201108372/1/R4 pagina 1 van 5 Uitspraak 201108372/1/R4 Datum van uitspraak: woensdag 23 januari 2013 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201108372/1/R4. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Afdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar

Afdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar 1 Raad vanstate Afdeling bestuursre c h tsp raak 6.000157 Gemeente HARLINGEN Ingekomen Raad van de gemeente Harlingen Postbus 10000 8860 HA HARLINGEN No. 2 1 JAN. 2016 Datum Ons nummer 20 januari 2016

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving

Nadere informatie

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus

Nadere informatie

Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening. Vastgesteld

Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening. Vastgesteld Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening Vastgesteld Vastgesteld, d.d. 28 juni 2018 bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening (vastgesteld) Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AT0508

ECLI:NL:RVS:2005:AT0508 ECLI:NL:RVS:2005:AT0508 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-03-2005 Datum publicatie 16-03-2005 Zaaknummer 200409156/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /2/R3

Uitspraak /2/R3 pagina 1 van 6 Uitspraak 201506107/2/R3 Datum van uitspraak: woensdag 16 augustus 2017 Tegen: de raad van de gemeente Dordrecht Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BR6297

ECLI:NL:RVS:2011:BR6297 ECLI:NL:RVS:2011:BR6297 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2011 Datum publicatie 31-08-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201104930/1/R1 en 201104930/2/R1

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.

Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Casus en uitspraak: Het betreft hier een situatie waarbij een revisievergunning is verleend

Nadere informatie

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland,

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland, Uitspraak 201205425/lIR4 gevonden via" Page 1 of5 Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED 201205425/1/R4 woensdag 13 februari 2013 de raad van de gemeente Eerste aanleg

Nadere informatie