STRATEGIENOTA LEEFMILIEU

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STRATEGIENOTA LEEFMILIEU"

Transcriptie

1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STRATEGIENOTA LEEFMILIEU DIRECTIE GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING i

2 INHOUDSTAFEL VOORWOORD I 1. ANALYSE VAN DE SITUATIE De context: duurzame ontwikkeling Milieu en armoede Milieu in de ontwikkelingslanden Internationale akkoorden over milieu Belgische context: het Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling Beleidsniveau Institutioneel niveau De procedures Capaciteitsopbouw De Belgische samenwerking STRATEGIE Doelstellingen Verwachte resultaten Prioritaire aandachtspunten Interventieniveaus Interventieprincipes Coherentie met het Belgische federaal beleid Coherentie van het beleid met andere donors ACTIEPLAN Integratie op de verschillende niveaus van de samenwerking Ontwikkelen van aangepaste instrumenten Opbouwen van kennis (knowledge) en kunde (capacities) binnen DGOS en zijn uitvoerende partners Middelen VERWACHTE IMPACT Een bijdrage tot ecologische duurzaamheid Procesindicatoren voor de strategie Opvolging van de impact op het leefmilieu op niveau van de interventies 60 ANNEX 1: CRITERIA VOOR RELEVANTIE VAN DE PRIORITAIRE AANDACHTSPUNTEN 61 ii

3 VOORWOORD NIEUWE PARTNERSCHAPPEN VOOR GLOBALE ARMOEDEBESTRIJDING EN DUURZAME ONTWIKKELING De Wet van 25 mei 1999 bepaalt dat om de doelstellingen van duurzame menselijke ontwikkeling te realiseren voor elk partnerland van de Belgische directe bilaterale samenwerking een strategienota wordt opgesteld. Zulke nota s worden eveneens opgesteld voor de vijf sectoren van de Belgische bilaterale samenwerking en drie sectoroverschrijdende thema s. De nota s worden met het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling overgemaakt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan de Senaat. De modaliteiten en procedures voor het uitwerken van deze strategienota s werden vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 21 september Deze strategienota s worden om de vier jaar geëvalueerd en geactualiseerd. Strategienota s en modernisering van de Belgische hulp De internationale hulpgemeenschap staat voor een enorme uitdaging in de strijd voor armoede bestrijding en duurzame ontwikkeling. Nooit eerder heeft de wereldgemeenschap zulke duidelijk meetbare doelstellingen inzake armoedebestrijding gedefinieerd zoals deze opgesomd in de VN Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (MOD) (zie bijlage), of gewezen op het belang van duurzame ontwikkeling zoals op de Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg. En nooit eerder werden de bestaande hulpsystemen zo open en kritisch bevraagd. Ook in België werden en worden vragen gesteld bij de doeltreffendheid van de officiële ontwikkelingshulp. Zo organiseerde een parlementaire opvolgingscommissie in 1996 en 1997 de meest grondige en publieke doorlichting van de Belgische hulp uit haar vier decennia oude geschiedenis. Onder meer voor het onderdeel van de bilaterale samenwerking de hulp tussen België en de partnerstaat stelde de opvolgingscommissie disfuncties vast. De combinatie van beperkte middelen, geografische en sectorale versnippering, onaangepaste hulpinstrumenten, en een te grote invloed van politieke en/of commerciële belangen verminderden de impact van de Belgische bilaterale hulp. Administratieve onbeheersbaarheid en gebrek aan transparantie waren enkele van de gehoorde klachten. Ook op het vlak van de multilaterale samenwerking stelde men versnippering en gebrek aan oriëntatie vast. De Parlementaire Opvolgingscommissie formuleerde aanbevelingen voor de hervorming van het federale hulpsysteem waarvan de belangrijkste verankerd zijn in een kaderwet (de Wet op de Internationale Samenwerking van 25 mei 1999). Deze wet bepaalt enerzijds de algemene doestellingen van de Belgische samenwerking, meer bepaald de duurzame menselijke ontwikkeling te realiseren door middel van armoedebestrijding. Anderzijds legt de wet eveneens vast dat geografische en sectorale concentratie, alsook de transparante programmering en strategische inzet van mensen en middelen, integraal deel uitmaken van de modernisering van de Belgische hulp. I

4 Bij het streven naar meer impact door concentratie, transparantie en open dialoog kunnen strategienota s een belangrijke rol spelen. Ze moeten bijdragen tot meer doorzichtigheid bij het bepalen van de prioriteiten, tot een grotere samenhang en een betere afstemming bij het programmering van de hulp op gedeelde doelstellingen. Zo wordt de geografische versnippering en de administratieve onbeheersbaarheid tegengegaan door een vermindering van het aantal partnerlanden (nu tot 25). Het aantal multilaterale partners werd teruggebracht tot 22, en een aparte strategienota werd opgesteld die de strategieën verduidelijkt van de Belgische samenwerking met deze organisaties. Ook concentreert de overheid de inspanningen in vijf mensgerichte sectoren: basisgezondheidszorg; onderwijs/vorming, landbouw/voedselzekerheid, basisinfrastructuur en maatschappijopbouw/conflictpreventie. De strategienota s komen tot stand in een ruimere dialoog en moeten op een geïntegreerde en samenhangende wijze antwoorden bieden op de meerdimensionale armoedeproblemen. De Wet op de Internationale Samenwerking maakt onderscheid tussen de Belgische strategieën voor haar partnerschap met partnerlanden de landenstrategienota s en de sectorstrategienota s. Verder zijn er eveneens drie transversale of horizontale thema s waarvoor eveneens strategienota s worden opgesteld: het streven naar meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen, de zorg om de draagkracht van het milieu, en de ontwikkelingsdimensie van de sociale economie. Kwaliteitsvolle partnerschappen In mijn beleidsnota Kwaliteit in de Solidariteit bevestigde ik het belang van deze hervormingen, en kaderde ze in het bredere streven naar verbeterde en verruimde partnerschappen voor duurzame ontwikkeling. Een verbeterd partnerschap veronderstelt een grotere toe-eigening door het partnerland van de processen en de programma s ter bestrijding van armoede; ook wel het principe van het lokaal meesterschap (ownership) genoemd. Het is in de eerste plaats aan de ontwikkelingslanden om de leiding te nemen in het ontwikkelingsproces. Donoren moeten hun strategieën zo opstellen en uitwerken dat de capaciteit van de partner maximaal wordt versterkt om eigen doeltreffende armoedestrategieën op te stellen en uit te voeren. Dit impliceert de verankering van acties binnen de instellingen van het partnerland: zowel staats- als niet-staatsactoren, op het centraal of op het lokaal niveau. Die toe-eigening is een wezenlijke factor voor duurzaamheid en is medebepalend voor de impact van de hulp. Er is ook nood aan een verruimd partnerschap, aan een grotere betrokkenheid in Noord en Zuid. Dat houdt enerzijds in dat een ruimere politieke en maatschappelijke dialoog moet gevoerd worden over de strategienota s in eigen land. Nietgouvernementele organisaties, gespecialiseerde instellingen en experts, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling en uiteindelijk ook het parlement worden betrokken bij dit overleg. Anderzijds is er in de partnerlanden zélf nood aan een bredere betrokkenheid van de actoren bij het beleid en bij het bepalen van de agenda voor armoedebestrijding. De aandacht voor de plaats en het belang van het maatschappelijk middenveld in de strijd tegen armoede in de ontwikkelingslanden is toegenomen. Dat komt onder meer tot uiting in het programma van schuldkwijtschelding (High Indebted Poverty Countries - HIPC) van de Internationale Financiële Instellingen. Landen die in aanmerking willen komen II

5 voor zulke schuldkwijtschelding moeten aangeven op welke wijze een ruimere maatschappelijke dialoog is georganiseerd bij het opstellen van de zgn. Poverty Reduction Strategy Papers PRSP. Té veel echter wordt enkel lippendienst bewezen aan deze aanpak. Ook leert de praktijk dat het verbreden van zulk maatschappelijk draagvlak bij het uitwerken van strategieën voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling een moeizaam en langzaam proces is. Enkele oriënterende vragen daarbij zijn: Is er ruimte voor het maatschappelijk middenveld, de privé-sector, het parlement, de lokale gemeenschappen, vakbonden, om zich uit te spreken over beleidsvragen? Hoe is het gesteld met de burgerlijke en politieke vrijheden, of met sociale en culturele rechten? Wat zijn de tendensen, in welke richting evolueert het land op al deze thema s? En hoe eigen zijn al die processen zijn het niet eerder opgelegde kopieën van Westerse modellen? Landenstrategienota s bevatten landenspecifieke informatie die een programmering van de hulp (volume, instrumenten en programma s) kunnen onderbouwen. Het heeft immers geen zin om universele modellen op te leggen. De aanpak van donoren moet de plaatselijke en nationale context respecteren. Dat wil niet zeggen dat er kritiekloos moet worden overgenomen wat partnerlanden voorstellen. Verschillende dimensies die een impact hebben op armoede en duurzame ontwikkeling moeten grondig worden gewogen: de oriëntaties van het beleid, de kwaliteit van de instellingen, de toegang van burgers tot basisdiensten, de betrokkenheid van maatschappelijke doelgroepen bij armoedebestrijding, de situatie van de individuele, politieke, sociale en culturele mensenrechten, van de positie en rol van de vrouw, de inbedding in de internationale economie, enzomeer. (Strategienota s moeten ook aangeven hoe donoren tewerk gaan, over welke troeven ze beschikken en moeten een langer termijnperspectief weerspiegelen.) Eén prioriteit is de betere integratie van het milieu en de principes van duurzame ontwikkeling in de armoedestrategieën en de andere nationale planningsprocessen. Het is immers één van de doelstellingen van de Internationale Gemeenschap om nationale strategieën voor duurzame ontwikkeling te bevorderen tegen het jaar Landenstrategieën houden rekening met deze factoren. Deze aanpak gaat evenwel de analysecapaciteit van individuele donoren ver te boven. Bovendien vereist een geïntegreerde en duurzame aanpak, coherentie, samenspraak en samenwerking tussen donoren en multilaterale organisaties, alsook gespecialiseerde nietgouvernementele organisaties. Dit moet bijdragen tot het bundelen van hulpmiddelen, het verdelen van taken, het collectief inschatten van risico s aan bepaalde hulpvormen, het harmoniseren van procedures en het reduceren van transactiekosten. Het voorbeeld van de begrotingshulp verduidelijkt het belang van deze collectieve inspanningen en analyse. Begrotingshulp is de financiële steun aan de begroting van partnerlanden ter ondersteuning van armoedebestrijding en het hervormen van instellingen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de financiële beheers- en verantwoordingssystemen (accountability) van de openbare instanties van het partnerland. Begrotingshulp biedt allerlei potentiële voordelen ten opzichte van projecthulp, maar veronderstelt wel een beter inzicht in zowel beleid (begrotingsopmaak en prioriteitszetting), het financieel en macro-economisch beheer van de overheid, en de risico s alsook de potentie voor het verbeteren van de overheidsinstellingen. III

6 Niet in alle Belgische partnerlanden kunnen de landenstrategieën evenwel op dezelfde wijze worden toegespitst op armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Alhoewel er een dialectische verhouding is tussen armoede en vrede, impliceert het doorbreken van die cirkel een basis van vrede, een engagement van de overheid en een minimum aan institutionele onderbouw. Een zestal partnerlanden van België worden gerekend tot de zgn. fragiele staten. Ze verkeren in een gewelddadig intern conflict, of zijn betrokken in complexe regionale oorlogvoering zoals in de Regio van de Grote Meren. Andere partnerlanden hebben net een burgeroorlog achter de rug of worden geconfronteerd met politieke instabiliteit. Landenstrategienota's geven in zulke gevallen aan hoe de programmering van de hulp en de keuze van de partners aangepast dient te worden aan de dynamiek van de oplossing van het conflict. De strategienota over vredesopbouw en conflictpreventie gaat dieper in op de problematiek van aangepaste programmering van hulp en het opbouwen van partnerschappen in onstabiele partnerlanden. Nog andere sectorale strategienota's zoals deze over de sectoren onderwijs, landbouw / voedselzekerheid, basisinfrastructuur en gezondheidszorg zetten strategische krijtlijnen uit voor programmering in deze domeinen in de partnerlanden en voor andere samenwerkingsprogramma's van DGOS. Thematische strategienota's reiken andere aspecten aan voor duurzame armoedebestrijding: de gelijkheid tussen man en vrouw, de draagkracht van het milieu, de sociale economie. Deze strategienota s dienen gelezen te worden in hun samenhang. Armoede is een meerdimensionaal probleem dat niet kan aangepakt worden met eenduidige sectorale oplossingen. Duurzame ontwikkeling veronderstelt dat rekening gehouden wordt met het geheel van de sociale, culturele, politieke, economische, en ecologische dimensies. Lessen en perspectieven Voor het eerst in de geschiedenis van de Belgische ontwikkelingssamenwerking heeft de overheid op zo brede schaal strategieën opgesteld (33 in totaal 1 ). Voor het eerst ook werden deze intern én extern besproken met een veelheid van actoren. Strategienota s komen tot stand door overleg: tussen Brussel en het terrein binnen DGOS; tussen de verschillende directies-generaal van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, met het maatschappelijk middenveld, gespecialiseerde instellingen En ten slotte volgt eveneens de bespreking in het parlement. Hoewel in deze fase de bespreking in het parlement nog moet aanvangen zijn er al enkele lessen te trekken uit het schrijfproces. Zo zijn vragen gesteld over het gebrek aan kruisbestuiving tussen de sectoraal/thematische strategienota s en de landennota s. Dat heeft vooral te maken met de omvang van het schrijfwerk en het overlegproces (veelheid van nota s en van actoren) en de gestelde wettelijke termijn waarbinnen de nota's na advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en van de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling moeten ingediend worden in het parlement. Nuttige maar moeilijk te organiseren suggesties zijn al geformuleerd over de wisselwerking en synergieën tussen de nota s onderling, over hun omvang, over de coördinatie met andere donoren en over een verdere uitbreiding van de gedachtewisseling met Gewesten en Gemeenschappen indien de strategienota over de multilaterale organisaties wordt meegeteld IV

7 Ondertussen maakt ook de Europese Unie meer werk van zgn. Country Assistance Strategies, en verfijnen de belangrijkste donoren en multilaterale ontwikkelingsorganisaties zulke strategienota's. Niet onterecht waarschuwt het Ontwikkelingscomité van de OESO dan ook voor het gevaar van een proliferatie van schrijfprocessen: hoofddoel is het versterken van de capaciteit van de partnerlanden om nationaal gedragen - en internationaal gesteunde strategieën voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling te concipiëren en uit te voeren. Toekomstige strategienota s zullen er dus anders moeten uitzien. Bij het opstellen van de nieuwe Belgische landennota's moet immers rekening gehouden worden met deze trends om zo het partnerschap voor armoedebestrijding te versterken. Het bepalen van ontwikkelingsstrategieën is een proces. Strategieën moeten regelmatig geactualiseerd worden in functie van de evoluties op het terrein, maar ook van de evaluaties van de verwezenlijkingen. De modernisering van het hulpsysteem veronderstelt een systeem van resultaatopvolging en evaluatie. Dat laat toe om een institutioneel geheugen op te bouwen en om ervaringen terug te koppelen. Hoewel landennota s aanvankelijk enkel opgevat zijn als kader voor de bilaterale ontwikkelingssamenwerking, kunnen ze ook dienen voor het bevorderen van coherentie, complementariteit en samenwerking met andere kanalen en instrumenten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Het participatieve proces van de strategienota's is één onderdeel van de modernisering van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Over deze hervormingen stelde de Parlementaire Opvolgingscommissie al in 1997 dat deze veranderingen de nodige tijd moeten krijgen de commissie sprak van tien jaar om te slagen. Ondertussen voltrekt zich de integratie van DGOS in de nieuw opgerichte Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, wordt het resultaatgericht administratief beheerssysteem van Copernicus geïntroduceerd, én is een debat aangezwengeld rond de ontwikkelingssamenwerking van Gewesten en Gemeenschappen in hun relatie tot de federale ontwikkelingshulp. Ik pleit voor continuïteit in de modernisering waartoe het parlement de aanzet heeft gegeven en de federale ontwikkelingsadministratie reeds aanzienlijke inspanningen heeft geleverd, zoals deze strategienota s illustreren. Bijkomende institutionele schokken zullen minstens tijdens de overgangsperiode de noodzakelijke modernisering en de evolutie naar grotere voorspelbaarheid en continuïteit, concentratie, verhoging van het hulpvolume en kwaliteitsverbetering van het federale hulpsysteem ter ondersteuning van globale armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Tot slot nog dit: de ingediende strategienota s zijn niet volmaakt en ongetwijfeld ongelijk van kwaliteit. Ik heb al verwezen naar enkele oorzaken en naar een perspectief op verbetering. Ik pleit ervoor om de volgende wettelijk voorgeschreven strategienota s niet en bloc na vier jaar in te dienen, maar hun presentatie te spreiden: één deel binnen twee jaar, één deel na drie jaar en een deel na vier jaar. De volgende reeks strategienota s zal alleszins nog meer moeten aansluiten bij de beleidsprioriteiten inzake globale armoedebestrijding van de partners, en nog meer streven naar coördinatie met andere donorinstellingen. E. BOUTMANS V

8 Millenium-ontwikkelingsdoelen (MDG s) Doelen en doelstellingen Doel 1. Uitbannen van extreme armoede en honger Doelstelling 1. Tussen 1990 en 2015 halveren van het deel van de bevolking met een inkomen van minder dan één dollar per dag Doelstelling 2. Tussen 1990 en 2015 halveren van het deel van de bevolking dat honger lijdt Doel 2. Verwezenlijken van universeel basisonderwijs Doelstelling 3. Waarborgen dat, tegen 2015, kinderen overal ter wereld, ongeacht hun sekse, de basisschool kunnen afmaken Indicatoren voor de vooruitgangsopvolging 1. Het bevolkingsdeel met minder dan één dollar (PPA) per dag 2. Het cijfer dat de armoedekloof [incidentie x mate van armoede] 3. Het aandeel van de armste 20% in de nationale consumptie 4. De prevalentie van kinderen met ondergewicht (onder de vijf jaar) 5. Het bevolkingsdeel dat minder energetische waarde uit voeding krijgt dan minimaal noodzakelijk 6. Het netto-inschrijfcijfer in het basisonderwijs 7. Het leerlingenaandeel dat begint in klas 1 en klas 5 haalt 8. Het aantal 15- tot 24-jarigen dat kan lezen en schrijven Doel 3. Bevorderen van gelijke kansen voor mannen en vrouwen en empowerment van vrouwen Doelstelling 4. Wegnemen van de ongelijkheid tussen man en vrouw in het basisonderwijs en het secundair onderwijs, bij voorkeur tegen 2005 en uiterlijk in 2015 op alle onderwijsniveaus Doel 4. Verminderen van kindersterfte Doelstelling 5. Tussen 1990 en 2015 het sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar met twee derde terugbrengen Doel 5. Verbeteren van de gezondheid van jonge moeders Doelstelling 6. Tussen 1990 en 2015 het sterftecijfer onder jonge moeders met driekwart terugbrengen Doel 6. Bestrijding van VIH/aids, malaria en andere ziekten Doelstelling 7. Tegen 2015 een halt toeroepen aan en beginnen met de terugdringing van de verspreiding van HIV/aids 9. De verhouding tussen jongens en meisjes in het basis-, secundair en tertiair onderwijs 10. De verhouding tussen mannen en vrouwen in de leeftijd van jaar die kunnen lezen en schrijven 11. Het deel van de vrouwen dat niet in de agrarische sector in loondienst werkt 12. Het deel van de zetels in het nationaal parlement dat in handen is van vrouwen 13. Sterftecijfer bij kinderen onder de vijf jaar 14. Sterftecijfer bij zuigelingen 15. Het gedeelte van de tegen mazelen ingeënt eenjarigen 16. Sterftecijfer van jonge moeders 17. Deel van de geboorten die begeleid wordt door medisch deskundig personeel 18. De VIH-prevalentie bij zwangere vrouwen tussen jaar oud 19. De mate waarin voorbehoedsmiddelen worden gebruikt 20. Het aantal weeskinderen tengevolge van HIV/aids Doelstelling 8. Tegen 2015 een halt toeroepen aan en beginnen met de terugdringing van de incidentie van malaria en andere ernstige ziekten Doel 7. Waarborgen van de duurzaamheid van het milieu Doelstelling 9. Integreren van de beginselen van duurzame ontwikkeling in het beleid en programma s van landen en terugdringen van het verlies aan milieubronnen Doelstelling 10. Tegen 2015 halveren van het deel van de bevolking zonder duurzame toegang tot veilig drinkwater 21. De prevalentie van malaria en sterftecijfers in verband met malaria 22. Het bevolkingsdeel in malariagebieden dat aan effectieve malariapreventie doet en zich laat behandelen 23. De prevalentie van tuberculose en sterftecijfers in verband met tuberculose 24. Het deel van TBC-gevallen dat wordt opgespoord en genezen in het kader van DOTS (Directly Observed Treatment Short Course) 25. Het gedeelte van het landoppervlak dat bedekt is met bossen 26. Het landoppervlak dat beschermd wordt voor het behoud van de biodiversiteit 27. Het BNP per eenheid energiegebruik (als benadering voor energie-efficiëntie) 28. Emissies van kooldioxide (per hoofd van de bevolking) en gebruik van CFC s die ozonlaag afbreken (ODP ton] 29. Het bevolkingsdeel dat vaste brandstof gebruikt 30. Het bevolkingsdeel (stedelijk en ruraal) met duurzame toegang tot verbeterde waterbronnen VI

9 Doelstelling 11. Tegen 2020 een aanzienlijke verbetering hebben bereikt in de levens van ten minste 100 miljoen mensen die in sloppenwijken wonen Doel 8. Ontwikkelen van een mondiaal partnerschap voor ontwikkeling Doelstelling 12. Verder ontwikkelen van een open, op regels gebaseerde, niet discriminerend handelsstelsel en financieel stelsel. Omvat een verplichting tot goed bestuur, ontwikkeling, en armoedebestrijding zowel op nationaal als internationaal niveau. Doelstelling 13. Tegemoetkomen aan de speciale behoeften van de minst ontwikkelde landen. Omvat : belasting- en quotavrij exporteren door de MOL s ; een uitgebreider schuldverlichtingprogramma voor arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) en kwijtschelding van de officiële bilaterale schuld, en een gullere verlening van ODA aan landen die zich verplichten tot armoedebestrijding Doelstelling 14. Tegemoetkomen aan de speciale behoeften van ontwikkelingslanden die omringd zijn door land en de kleine insulaire ontwikkelingslanden (door middel van het Barbados-programma en de bepalingen van de 22 Algemene Vergadering) Doelstelling 15. Alomvattende aanpak van de schuldenproblematiek van ontwikkelingslanden via nationale en internationale maatregelen om de schuld op de lange termijn duurzaam te maken Doelstelling 16 In samenwerking met ontwikkelingslanden, strategieën op punt stellen en uitvoeren die jongeren toelaten fatsoenlijke en nuttige arbeid te vinden Doelstelling 17. In samenwerking met farmaceutische bedrijven toegang verlenen tot betaalbare en essentiële geneesmiddelen in ontwikkelingslanden Doelstelling 18. In samenwerking met de particuliere sector beschikbaar stellen van de voordelen van nieuwe technologieën, met name informatie- en communicatietechnologie 31. Het deel van de bevolking met toegang tot verbeterde riolering 32. Het deel van de bevolking dat verzekerd is van een dak boven hun hoofd [het uitsplitsen van een aantal van bovenstaande indicatoren voor de stad en het platteland kan van belang zijn voor de monitoring van de verbetering in de levens van de bewoners van sloppenwijken] Op een aantal van de hieronder genoemde indicatoren zal afzonderlijk toezicht worden gehouden wat betreft de minst ontwikkelde landen (MOL s), Afrika, ingesloten landen en kleine insulaire ontwikkelingsstaten Officiële ontwikkelingshulp (Official Development Aid, ODA) 33. De netto-oda als percentage van het BNI van de DAC-donors [doelstellingen van 0,7% in totaal en 0,15% voor MOL s] 34. Het bilateraal ODA-aandeel sectoraal opgesplitst, bestemd voor fundamentele sociale voorzieningen (basisonderwijs, eerstelijnsgezondheidszorg, voeding, veilig water en riolering) 35. Het bilateraal ODA-deel van de DAC-donoren dat is losgekoppeld 36. Het ODA-deel (% van BNI) bestemd voor milieubescherming in kleine insulaire ontwikkelingsstaten 37. Het ODA-deel (% van BNI) bestemd voor de vervoersector in ingesloten landen Markttoegang 38. Het importaandeel van ontwikkelde landen (naar waarde en met uitzondering van wapens) afkomstig van ontwikkelingslanden 39. De gemiddelde niveaus van douanetarieven toegepast door ontwikkelde landen op de landbouw-, textielproducten en kleding afkomstig van ontwikkelingslanden 40. Schatting van de subsidies voor de agrarische sector in OESO-landen in % van BNI 41. Het ODA-deel voor het opbouwen van handelscapaciteit Duurzaamheid van de schuld 42. Aantal landen dat het beslissingspunt en het voltooiingspunt punt van het HIPC-initiatief heeft bereikt 43. Het ODA-deel in de vorm van schuldverlichting (HIPC) 44. De schuldendienst als percentage van de export van goederen en diensten 45. Het werkloosheidscijfer van personen tussen de jaar 46. Het bevolkingsdeel met duurzame toegang tot betaalbare en essentiële geneesmiddelen 47. Het aantal telefoonlijnen en draagbare telefoons per 100 mensen 48. Het aantal PC in gebruik en internet-gebruikers per 100 mensen VII

10 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STRATEGIENOTA LEEFMILIEU DIRECTIE GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 0

11 Strategienota milieu 1. ANALYSE VAN DE SITUATIE 1.1 De context: duurzame ontwikkeling Lange tijd werd de leefmilieuproblematiek beschouwd als een luxeprobleem eigen aan de ontwikkeling van de rijke wereld. Ook op de eerste milieuconferentie van de Verenigde Naties in Stockholm (1972) werden milieuproblemen beschouwd als onvermijdelijke neveneffecten van economische groei die met technologische innovaties kunnen worden weggewerkt. In 1987 publiceert de World Commission on Environment and Development het rapport Our common future. Daarin wordt voor het eerst duidelijk gesteld dat de optie om negatieve neveneffecten van ontwikkeling op het leefmilieu te bestrijden systematisch de feiten achterna holt en de facto leidt tot steeds verdere degradatie van het leefmilieu. Het is daarom noodzakelijk negatieve neveneffecten te vermijden door in elk ontwikkelingsproces rekening te houden met de ecologische duurzaamheid. Tegelijk wordt gewezen op de intrinsieke verbondenheid tussen de economische, sociale en milieu aspecten van ontwikkeling. Het rapport introduceert het begrip duurzame ontwikkeling : een ontwikkeling kan slechts duurzaam zijn indien ze aan de behoeften van de huidige generaties tegemoet komt zonder de mogelijkheden van de komende generaties in het gedrang te brengen, en indien de verwezenlijking ervan een veranderingsproces vergt waarin het gebruik van de hulpbronnen, de bestemming van de investeringen, de gerichtheid van de technologische ontwikkeling en de institutionele structuren worden afgestemd zowel op de toekomstige als de huidige behoeften. Op de top van Rio in 1992 kozen zowel de ontwikkelde als de ontwikkelingslanden, duurzame ontwikkeling als een algemeen aanvaarde ontwikkelingsstrategie. Duurzame ontwikkeling gaat verder dan rekening houden met milieuaspecten in het ontwikkelingsproces. De term duurzaamheid slaat zowel op de economische en sociale als op de milieudoelstellingen van ontwikkeling (figuur 1.1): - - ontwikkeling is economisch duurzaam indien ze de behoeften van de huidige generatie bevredigt zonder de mogelijkheden voor de behoeftevoorziening van komende generaties in het gedrang te brengen (duurzame economische groei) ontwikkeling is sociaal duurzaam indien iedereen in staat is duurzame middelen van bestaan te ontwikkelen. Een belangrijke aspect hiervan is de strijd tegen de armoede. ontwikkeling is ecologisch duurzaam indien ze de integriteit, de functionaliteit en de productiviteit van de ecosystemen in stand houdt en de gezondheidskwaliteit van het leefmilieu voor de mens respecteert. Figuur 1.1: De dimensies van duurzame ontwikkeling 1

12 (uit Strategies for Sustainable Development, DAC 2001) Een essentieel aspect van duurzame ontwikkeling is haar globale en langetermijnvisie. Hoewel economische, sociale en ecologische doelstellingen duidelijk samenlopen, kunnen ze op lokaal vlak of op korte termijn vaak tegenstrijdig lijken. Zo zijn economische voordelen van een niet duurzame ontwikkeling vaak onmiddellijk lokaal merkbaar terwijl negatieve ecologische en sociale gevolgen soms veel later of op andere plaatsen zichtbaar worden. Op lange termijn beschouwd zal een ontwikkeling die ecologisch of sociaal niet duurzaam is (bijvoorbeeld doordat ze de hulpbronnen nodig voor het in stand houden van de ontwikkeling vernietigt) ook op economisch vlak niet duurzaam zijn. Deze globale, langetermijnvisie op ontwikkeling gaf aanleiding tot een aantal belangrijke beginselen die geformuleerd werden in de verklaring van Rio over milieu en ontwikkeling (Rio Declaration on Environment and Development). Kader 1.1 Enkele beginselen uit de Verklaring van Rio die bijzonder relevant zijn voor het milieubeleid in de internationale samenwerking: - Beginsel van de intra- en intergenerationele billijkheid (beginsel 3) Het recht op ontwikkeling moet zodanig worden gerealiseerd dat op rechtvaardige wijze wordt voorzien in de behoeften op gebied van ontwikkeling en milieu van zowel de huidige als de toekomstige generaties. Dit beginsel wijst naast de intergenerationele dimensie o.a. op het feit dat de ongelijke verdeling tussen het Noorden en het Zuiden een hypotheek legt op de toekomstige realisatie van een duurzame ontwikkeling op wereldschaal. - Beginsel van de integratie van de componenten van duurzame ontwikkeling (beginsel 4) Ten einde duurzame ontwikkeling te bereiken dient milieubescherming een integrerend bestanddeel van het ontwikkelingsproces te vormen en niet afzonderlijk daarvan te worden beschouwd. - Beginsel van de prioriteit voor ontwikkelingslanden (beginsel 6) De bijzondere situatie en behoeften van ontwikkelingslanden, in het bijzondere de minst ontwikkelde en deze die op milieugebied uiterst kwetsbaar zijn, dienen bijzondere voorrang te krijgen. - Beginsel van de gedeelde maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid (beginsel 7) Staten dienen in een geest van mondiaal partnerschap samen te werken teneinde de gezondheid en de integriteit van het ecosysteem van de aarde te behouden, te beschermen en te herstellen. Gezien het verschillend aandeel dat zij leveren aan de mondiale achteruitgang van het milieu kennen staten gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden. De ontwikkelde landen erkennen de verantwoordelijkheid die zij dragen in het internationale streven naar duurzame ontwikkeling gezien de druk die hun samenlevingen leggen op het mondiale milieu en gezien de technologieën en financiële middelen waarover zij beschikken. Dit beginsel betreft de mondialisering van de verantwoordelijkheden. Er wordt tevens verwezen naar de noodzaak van financiële en technologische ondersteuning aan de ontwikkelingslanden. - Voorzorgsbeginsel (beginsel 15) Teneinde het milieu te beschermen zullen staten naar hun vermogen op grote schaal de voorzorgsbenadering toepassen. Daar waar ernstige of onomkeerbare schade dreigt, dienen kosteneffectieve maatregelen om de mogelijke milieuaantasting te voorkomen genomen te worden. Het ontbreken van volledige wetenschappelijke zekerheid mag niet als argument te worden gebruikt voor het uitstellen van deze maatregelen. 2

13 1.2 Milieu en armoede Armoede is een multidimensioneel fenomeen dat naast het facet van het onvermogen om basisbehoeften zoals voedsel, drinkwater, gezondheid en onderwijs te bevredigen ook andere, niet materiële aspecten, zoals onveiligheid, onzekerheid, sociale uitsluiting, ongelijkheid (waaronder de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen), het gebrek aan controle over middelen en de kwetsbaarheid voor catastrofes omvat. Figuur 1.2: De dimensies van armoede en hun relatie met het leefmilieu. (Poverty and Environment, World Bank 2000). Hoewel de wisselwerking tussen armoede en milieuproblemen zeer complex kunnen zijn, kan gesteld worden dat de degradatie van het leefmilieu een directe invloed heeft op de verschillende dimensies van de armoede en op de factoren die het menselijk welzijn bepalen 2 (figuur 1.2). Milieudegradatie beïnvloedt in de eerste plaats de bestaansmiddelen van de armen. Armen, vooral in rurale gebieden, zijn voor hun inkomen meestal zeer sterk afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. Een belangrijk gedeelte van hun bestaansmiddelen van de armen op het platteland is afkomstig van gemeenschappelijk beheerde natuurlijke hulpbronnen zoals braakland, weidegronden, bossen, waterlopen, meren en moerassen of mangrovegebieden. De toegang tot deze natuurlijke hulpbronnen wordt meestal geregeld via traditionele beheerssystemen die bepalen wie en wanneer gebruik kan maken van deze bestaansmiddelen. Deze traditionele beheerssystemen waren en zijn in vele gevallen nog altijd effectief in het beschermen van de natuurlijke hulpbronnen en het gebruiksrecht van de lokale gemeenschappen. Door de toenemende bevolkingsdruk en de veranderingen in de maatschappij tengevolge externe (structurele aanpassingsprogramma s, internationale handel, buitenlandse investeringen) en interne factoren (economisch en financieel beleid, beleid inzake landinrichting, wetgeving, exportbeleid, mentaliteitsveranderingen zoals bv. een toenemende marktgerichtheid) hebben vele van de traditionele beheerssystemen ingeboet aan effectiviteit. Meer en meer van de gemeenschappelijke goederen worden formeel of de facto geprivatiseerd hetgeen kan leiden tot een verhoogde competitie 2 Cijfermateriaal uit Making Sustainable Commitments, An Environment Strategy for the World Bank, Worldbank 2001 en Achieving Sustainability, Poverty Elimination and the Environment, DFID Strategies for Achieving the International Development Targets, October

14 over het gebruik van de natuurlijke rijkdommen en tot het in gebruik nemen van marginale of ecologisch fragiele landbouwgronden door de economisch (armen) en/of sociologisch (etnische of religieuze minderheden, vrouwen) of politiek zwakste bevolkingsgroepen. Als onderdeel van een overlevingstrategie komt in dergelijke situaties de migratie tussen de stad en het platteland steeds frequenter voor. Leden van de familie, meestal de mannen, trekken voor kortere of langere periode van het platteland naar de stad om in het onderhoud van de familie te helpen voorzien. Anderzijds verlaten ook stadbewoners soms tijdelijk de stad als een onderdeel van hun overlevingsstrategie. In beide gevallen zijn de vrouwen tijdelijk de hoofdverantwoordelijke voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen. De toenemende competitie voor het gebruik van de steeds schaarsere bestaansmiddelen vormt een bedreiging voor de verschillende ecosystemen en verhoogt de kans op conflicten tussen de verschillende gebruikers. Erosie en verwoestijning bedreigen de existentie van miljoenen mensen. Door ontbossing verliest de lokale bevolking toegang tot brandhout, constructiemateriaal, voedsel, medicinale planten en andere niet-hout producten. Ontbossing kan bovendien aanleiding geven tot erosie en lokale veranderingen in regenval met ernstige gevolgen voor de landbouw. Overbevissing, de verontreiniging van waterlopen moerassen en meren en de toenemende waterschaarste, zowel voor drinkwater als water voor landbouwactiviteiten, hebben een belangrijk impact op het leven van de armen in zowel landelijke als in stedelijke gebieden. Vrouwen zijn vaak het sterkst door deze problemen getroffen aangezien zij meestal instaan voor de voedselproductie, de drinkwater- en brandhoutbevoorrading. Daarenboven vermindert de degradatie van het milieu de mogelijkheid tot extra inkomsten uit de verwerking van producten (bv. vis, artisanale producten). Ook wijzigingen in het klimaat als gevolg van luchtvervuiling zullen in de toekomst waarschijnlijk grote gevolgen voor de landbouw hebben. De degradatie van het leefmilieu heeft ook gevolgen voor de gezondheidstoestand van de armen. Naar schatting een vijfde van alle ziektes in ontwikkelingslanden kunnen direct aan milieuproblemen worden toegeschreven. In ontwikkelde landen is dit beperkt tot 10%. Verontreinigd drinkwater, ontoereikende publieke hygiëne 3 en gebrekkige afvalverwerking, zijn de oorzaak van 90% van alle ziektes gekenmerkt door diarree. Naar schatting sterven jaarlijks 3 miljoen doden, vooral kinderen, aan de gevolgen van door water overgedragen ziektes. Ook malaria, in Afrika verantwoordelijk voor de dood van mensen per jaar, en andere ziektes die door vectoren worden overgebracht zijn grotendeels terug te voeren op milieuproblemen. Luchtvervuiling binnenshuis als gevolg van het verbranden van vaste brandstoffen in inefficiënte fornuisjes zou de dood van 2 tot 4 miljoen kinderen per jaar tot gevolg hebben. Vooral de gezondheid van de armen in de illegale nederzettingen in en rond de steden wordt bedreigd. Vele van deze illegale woongebieden liggen naast industriële zones, marginale zones of afvalbergen. Zij worden meer dan de armen op het platteland geconfronteerd met de gevolgen van de degradatie van het milieu en de milieurisico s. Kinderen, in het bijzonder jonge meisjes, zijn het kwetsbaarst voor milieurisico s (hersenschade tengevolge loodvergiftiging, luchtwegenaandoeningen). Gezien de illegale status van deze woongebieden ontbreken de noodzakelijke basisvoorzieningen (wegen, water, rioleringen, energie, sociale voorzieningen, afvalbeheer) en is de bevoegde overheid veelal niet geneigd om de bestaande situatie snel te erkennen en tijdig de nodige saneringsmaatregelen te treffen. Milieuproblemen verhogen ook de kwetsbaarheid van de armen. Armen zijn uiterst kwetsbaar voor de gevolgen van natuurcatastrofes en conflictsituaties. Tussen de jaren 60 en de jaren 90 verdrievoudigde het aantal natuurcatastrofes. Extreme weerspatronen als gevolg van grootschalige ontbossing in berggebieden, wijzigingen in waterhuishouding door aanleg van stuwmeren, indijkingwerken, verwoestijning, klimaatswijzigingen en andere milieuproblemen zijn hiervan belangrijke oorzaken. Milieuproblemen en problemen rond de toegang tot natuurlijke hulpbronnen liggen tevens vaak mee aan de basis van het ontstaan of het voortduren van conflicten. Volgens het rapport State of the World 2002, zijn meer dan een kwart van de gewelddadige conflicten vandaag in de wereld veroorzaakt door geschillen rond waardevolle natuurlijke hulpbronnen of erdoor gefinancierd 4. In 1998 waren, volgens gegevens van de Wereldbank en het Rode Kruis, 25 miljoen 3 Met publieke hygiëne wordt de engelse term sanitation bedoeld: het geheel van publieke voorzieningen nodig voor een goede hygiene: zowel de infrastructuur voor de collecte en afvoeren van afvalwater (riolering) als voor de zuivering van het afvalwater 4 zie Worldwatch Institute: State of the World

15 mensen op de vlucht omwille van milieucatastrofes; een aantal dat voor het eerst vluchtelingstromen als gevolg van oorlogssituaties oversteeg. Het succes van een duurzaam ontwikkelingsproces is eveneens afhankelijk van de capaciteiten van het leefmilieu om een aantal goederen en diensten te leveren, zowel nu als in de toekomst. Ervoor zorgen dat de ontwikkeling ecologisch duurzaam verloopt, is dus een belangrijk element in een beleid gericht op armoedebestrijding. Armoedebestrijding en milieubehoud zijn dus samenlopende doelstellingen en beiden zijn essentiële componenten van een strategie voor duurzame ontwikkeling (beginsel 5 van de verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling 5.). Kader 1.2 Armoede en milieu: enkele veel voorkomende misverstanden 6 Armoede zou altijd leiden tot een degradatie van het milieu Dit misverstand suggereert dat de armen het milieu meer belasten dan de rijken. De praktijk wijst op het tegendeel. Een mogelijke indicator is de ecologische voetafdruk (ecological footprint) 7. Deze indicator is een maat voor de hoeveelheid van de biologische productiviteit van de wereld die door een land of regio wordt gebruikt. De impact van de rijke landen op het milieu ligt merkelijk hoger dan van de arme landen (figuur 1.4). De rijke landen hebben dus een ecologische schuld bij de arme landen. Arme landen zouden eerst moeten de armoede bestrijden alvorens aan de bescherming van het leefmilieu te denken Inspanningen om de toestand van het leefmilieu te verbeteren en de armoede te bestrijden moeten simultaan worden geleverd. Ervaringen wijzen uit dat armen bereid zijn om in leefmilieu te investeren met het oog op toekomstig voordeel als ze bij het beslissingsproces worden betrokken en als hun rechten om van deze investeringen te profiteren verzekerd zijn. Bovendien werd eerder reeds aangetoond dat de armen uiterst afhankelijk zijn van het leefmilieu voor hun overleving. Indien de leefmilieuproblemen niet samen met de armoede worden aangepakt loopt men het risico dat de belangrijkste vermogensbasis van de armen voor hun overleven en om uit de armoede uit te raken, namelijk de natuurlijke hulpbronnen, zelf wordt aangetast. Armen zouden te arm zijn om in het leefmilieu te investeren Vaak wordt gesteld dat de armen te arm zijn om middelen te mobiliseren voor de verbetering van hun leefmilieu. Hoewel dit in bepaalde gevallen zeker juist is, zijn er voldoende voorbeelden die aantonen dat armen bereid zijn in milieu te investeren, vooral onder de vorm van arbeid, als de voordelen herkenbaar zijn en als ze er op de juiste manier worden toe aangemoedigd. Armen zouden niet de knowhow hebben om hun leefmilieu duurzaam te beheren Het tegendeel is waar. Armen bezitten meestal een grote technische kennis rond het beheer en gebruik van natuurlijke hulpbronnen zoals het gebruik van medicinale planten, aangepaste teeltsystemen, beheer van wildpopulaties enz. Deze over generaties opgebouwde traditionele kennis wordt vaak onderschat of is zelfs in bepaalde gevallen volledig onbekend. Het is meestal door een verandering van de externe factoren, zoals een stijgende bevolkingsdruk of veranderingen in de maatschappelijke en ecologische realiteit d degradatie van het leefmilieu - dat deze traditionele beheersmethoden niet langer aangepast zijn en eventueel verdere milieuproblemen in de hand werken. 5 Alle staten en alle mensen dienen samen te werken bij de cruciale taak van het uitroeien van armoede als een essentiële voorwaarde voor duurzame ontwikkeling, ten einde de verschillen in levensstandaard te verminderen en beter te voorzien in de behoeften van het merendeel van de wereldbevolking. (beginsel 5 uit de verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling). 6 naar Attacking Poverty while improving the Environment, towards Win-Win policy options, Poverty & Environment Initiative, UNDP-EU, The living planet report 2000, WWF World Wide Fund for Nature, Gland, Switzerland.. 5

16 1.3 Milieu in de ontwikkelingslanden Milieu en milieudegradatie Leefmilieu kan gedefinieerd worden als het geheel van ecosystemen 8, die de basis vormen van de natuurlijke hulpbronnen (natural resource base) en die enerzijds milieugoederen verschaffen (zoals energie, water, grondstoffen, ) en anderzijds ook een absorbtiefunctie (sink) hebben (zoals het absorberen van vervuiling) 9. Dit omvat eveneens hulpbronnen die momenteel nog niet door de mensheid gebruikt worden maar in de toekomst aan belang zouden kunnen winnen door de toename van de wetenschappelijke kennis of door de technische vooruitgang. Een voorbeeld zijn de vele plantensoorten die mogelijks de componenten voor de geneesmiddelen van morgen bevatten. De verloedering (degradation) van het leefmilieu omvat zowel vervuiling (polution) als de verarming (depletion)van de natuurlijke hulpbronnen door het beschadigen van de ecosystemen. Kader 1.3: Specifieke aspecten van milieuproblemen 10 Leefmilieuproblemen vertonen een aantal specifieke kenmerken: Impact verschoven in de tijd Vaak is het effect van veranderingen in het leefmilieu slechts na geruime tijd voelbaar. Rekening houden met het leefmilieu vergt dus visie en planning op lange termijn. Impact verschoven in de ruimte De gevolgen van milieuproblemen manifesteren zich vaak op andere plaatsen als daar waar ze veroorzaakt zijn. Alle belanghebbenden (stakeholders) moeten bij hun aanpak worden betrokken. Impact cumulatief Bepaalde activiteiten op zich hebben een schijnbaar verwaarloosbaar impact maar het cumulatief effect van een aantal gelijkaardige activiteiten kan veel groter worden. Schade onherroepelijk Een belangrijk aantal milieueffecten zijn onherroepelijk en hun uiteindelijk impact is moeilijk in te schatten. Overheidsinterventies noodzakelijk Milieuproblemen zijn vaak een gevolg van het falen van het vrije markt systeem, dat gebaseerd is op een korte termijnvisie van winstmaximalisatie. De overheid heeft hier een regulerende functie Leefmilieuproblemen zijn multisectorieel Het oplossen van milieuproblemen vergt dus een coördinatie van het beleid en een gemeenschappelijke multidisciplinaire aanpak die alle belangrijke actoren integreert. Impact op regionaal en op wereldvlak De impact van milieuproblemen overstijgt vaak de landsgrenzen en manifesteert zich op regionaal en zelfs op wereldvlak. Internationale structuren en overeenkomsten zijn noodzakelijk om hiervoor oplossingen te vinden Is de huidige ontwikkeling op wereldschaal ecologisch duurzaam? Het is moeilijk deze vraag cijfermatig te beantwoorden aangezien elke benadering om zowel het fenomeen ontwikkeling als het aspect ecologische duurzaamheid ervan in cijfers uit de drukken neerkomt op een reductie van de werkelijkheid. Een verdienstelijke poging is het reeds eerder vermelde concept van de ecologische voetafdruk (ecological footprint) Een ecosysteem is een dynamisch complex van gemeenschappen van planten, dieren en micro-organismen en hun nietlevende omgeving die in een onderlinge wisselwerking een functionele eenheid vormen 9 Definitie uit Poverty and Evironment, Worldbank, April Naar Making sustainable commitments, an environment strategy for the World Bank,

17 Deze parameter probeert de menselijke druk op het globaal ecosysteem tot uitdrukking te brengen. De parameter is een maat voor de biologisch productieve oppervlakte die nodig is om het voedsel en het hout te produceren dat de mensheid verbruikt, het ruimteverbruik voor infrastructuur en de oppervlakte die nodig is om de CO 2 gassen als gevolg van het verbranden van fossiele brandstoffen op te nemen 12. De ecologische voetafdruk hangt dus af van de bevolkingsgrootte, de gemiddelde consumptie per persoon en de efficiëntie van de gebruikte technologiën bij het verwerken van de hulpbronnen. Figuur 1.3 geeft de gestadige groei van de ecologische voetafdruk weer sinds Een eerste conclusie is dat de technologische verbeteringen niet volstaan om de effecten van de stijgende bevolkingsdruk en de stijgende consumptie op te vangen. Tevens werd gepoogd de benodigde biologisch productieve landoppervlakte te vergelijken met de beschikbare oppervlakte op aarde. Naar schatting een kwart van het aardoppervlak (12,6 miljard ha) is biologisch productief 13. Per hoofd van de wereldbevolking zijn er dus 2,2 eenheden productief land beschikbaar, en dit terwijl de gemiddelde benodigde oppervlakte bij 2,85 eenheden ligt, land voor beschermde gebieden Figuur 1.3 (The Living Planet 2000, WWF.) niet meegerekend. De mensheid verbruikt dus 30% meer biologisch productieve oppervlakte dan beschikbaar is, wat zich vertaalt in een constante vermindering van het ecologisch kapitaal van de aarde. De huidige ontwikkeling is dus verre van duurzaam. Figuur 1.4 (The living Planet 2000, WWF). Uit figuur 1.4 is af te leiden dat de ecologische voetafdruk van de OECD landen duidelijk groter is dan deze van de niet OECD landen. In feite komt dit erop neer dat de ontwikkelde landen verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van het niet duurzame karakter van de ontwikkeling en dat deze ontwikkeling ten koste gaat van het ecologisch kapitaal van de ontwikkelingslanden. Men spreekt in deze context van de ecologische schuld van de rijke landen tegenover de arme landen. Ontwikkelingslanden hebben dit natuurlijk kapitaal nochtans nodig om de strijd tegen armoede te kunnen winnen. 11 Zie ook Redefining Progress: Programs: Sustainability: Ecological Footprint 12 De parameter wordt uitgedrukt in oppervlakte-eenheden, waarbij 1 oppervlakte-eenheid equivalent is met 1 ha land van gemiddelde productiviteit. Dit komt overeen met 0,3 ha landbouwareaal of 0,6 ha bos of 2,7 ha grasland of 16,3 ha productief zee-areaal, 13 1,3 miljard ha landbouwareaal, 3,3 miljard ha bossen, 4,6 miljard ha graasland, 3,2 miljard ha visgronden, en 0,2 miljard ha ingenomen door infrastructuur (cijfers 1996) 7

18 1.3.3 De belangrijkste milieuproblemen in de ontwikkelingslanden Het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) publiceerde regelmatig een rapport over de toestand van het milieu in de wereld 14. Het geeft o.a. een overzicht van de toestand van de ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen in de verschillende delen van de wereld. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste milieuproblemen waarmee de ontwikkelingslanden geconfronteerd worden Waterschaarste Een derde van de wereldbevolking leeft in landen met waterschaarste. Dit aantal zal tegen 2025 waarschijnlijk oplopen tot twee derde (figuur 1.5). Daarmee is waterschaarste één van de belangrijkste milieuproblemen. Overmatig waterverbruik leidde reeds in verschillende delen van de wereld tot enorme dalingen van de grondwatertafels, tot verziltingverschijnselen (door intrusie van zeewater of onoordeelkundige irrigatie), tot het compleet uitdrogen van fossiele wateraders en zelfs tot het opdrogen van belangrijke rivieren 15 in bepaalde jaargetijden. Bovendien wijzen wetenschappelijke modellen die de veranderingen in het klimaats als gevolg van het broeikaseffect proberen te voorspellen op een sterke verstoring van de regenvalpatronen en een dreigende vermindering van de regenval in de subtropische gebieden. Op wereldvlak neemt de landbouw 70% van het totale waterverbruik voor zijn rekening. Voor de productie van 1 ton graan is nl. gemiddeld 1000 ton water nodig. Om te voldoen aan de voedselbehoeften van de toenemende wereldbevolking zal het waterverbruik in de landbouw naar verwachting de komende decennia sterk toenemen. Ondanks de mogelijkheden die de biotechnologie biedt, zal de vereiste toename van de voedselproductie in belangrijke mate door een toename van de irrigatielandbouw gerealiseerd worden. Niet alle (bio)technologische vernieuwingen zijn voor iedereen vrij toegankelijk. Mede hierdoor blijft in de ontwikkelingslanden, de problematiek van de voedselschaarste sterk verbonden met de problematiek van de waterschaarste. Figuur 1.5: Evolutie van het watertekort in de wereld (GEO, 2000). Bovendien heeft een vijfde van de wereldbevolking geen toegang tot veilig drinkwater en heeft de helft geen toegang tot adequate publieke hygiëne (sanitation). Wereldwijd is de gezondheid van 1,2 miljard mensen aangetast als gevolg van watervervuiling. Jaarlijks sterven naar schatting 15 miljoen kinderen jonger dan 15 jaar als gevolg van het drinken van vervuild drinkwater. In de ontwikkelingslanden is 14 Global Environment Outlook, UNEP s Millenium Report on the Environment, UNEP Beschikbaar op GEO-2000 : Global Environment Outlook : United Nations Environment Programme 15 Voorbeelden zijn de Coloradorivierin the USA, the Gele Rivier in China maar ook het debiet van de Ganges en de Nijl zijn de laatste 10 jaar onheilspellend gedaald. (State of the world, a Worldwatch Institute report on progress towards a sustainable society, USA zie Worldwatch Institute: State of the World 2002) 8

19 water voornamelijk vervuild door rioolwater en sliberosie, maar ook vervuiling door stikstof, residu s van pesticiden en industriële verontreiniging spelen een steeds grotere rol. In Afrika is er een acuut watergebrek in noordelijk Afrika, maar ook in oost- en zuidelijk Afrika neemt het probleem steeds belangrijkere vormen aan. Momenteel hebben 14 landen onder waterschaarste te leiden, een aantal dat tegen 2025 naar alle verwachtingen zal oplopen tot 25. De landbouw is verantwoordelijk voor 88% van het waterverbruik. Naar schatting 300 miljoen mensen hebben geen toegang tot veilig drinkwater. Voor de toegang tot publieke hygiëne liggen deze aantallen nog hoger. De stijging van het waterverbruik in Azië is groter dan in eender welk ander continent, vooral als gevolg van de landbouw en de toenemende industrialisatie. Gebrek aan water is de belangrijkste limiterende factor om de voedselproductie verder te verhogen. Grootschalige afdammingen voor hydro-elektrische en irrigatieprojecten en de ontbossing van belangrijke stroomgebieden hebben de hydrologische cycli van de regio grondig verstoord. Rivieren zijn 3 maal zwaarder met bacteriën vervuild dan in andere continenten en 1 op drie mensen heeft geen toegang tot veilig drinkbaar water. Hoewel Latijns Amerika als continent belangrijke stroomgebieden heeft, die naar schatting 30% van het oppervlaktewater ter wereld vertegenwoordigen, bestaat 2/3 van het continent uit aride en semiaride gebieden. Watervervuiling is een groeiend probleem. Slechts 2 % van het afvalwater wordt gezuiverd. Naast organische vervuiling neemt de chemische vervuiling door industrie en mijnactiviteiten proportioneel toe Degradatie van de kustzones en het mariene milieu In 1994 leefde ongeveer 37 % van de totale wereldbevolking binnen een afstand van 60 km van de kust. Daarvan woont het merendeel in stedelijke gebieden. Deze grote concentratie van menselijke activiteiten vormt een bedreiging voor de verschillende specifiek ecosystemen, zoals mangroven, delta s, schorren en slikken, stranden, duinen en koraalriffen en het visbestand. Een van de belangrijkste bronnen van verontreiniging van het kustwater zijn de grote hoeveelheden afval- en rioleringswater, afkomstig van de huishoudens, de industrie en de landbouw die rechtstreeks in zee geloosd worden. Naast de microbiologische en chemische 16 verontreinig van het kustwater worden extra nutriënten, in het bijzonder stikstof, aangevoerd met dit afvalwater. De microbiologische verontreiniging betekent voornamelijk een gevaar voor de gezondheid van de kustbewoners, terwijl de eutrofiëring van het zeewater belangrijke gevolgen kan hebben voor het ecologische evenwicht in het mariene milieu. Ook de run-off van water uit de aangrenzende stroombekkens en de neerslag van stikstof uit vervuilde lucht dragen bij tot de eutrofiëring van de kustwaters. Een andere belangrijke oorzaak van de degradatie van de kusten zijn de directe fysische veranderingen door de groei van de steden, de industriële inplantingen en commerciële landbouwactiviteiten, de aanleg van wegen, de groei van de havens en het maritiem transport en de expansie van de toeristische sector. De bouw van stuwdammen in het binnenland verandert het normale afzettingspatroon van sedimenten en veroorzaakt, in bepaalde gebieden, een terugschrijden van de kustlijn. Anderzijds bedreigt de toegenomen erosie verschillende ecosystemen in de kustgebieden en de stranden. De degradatie van de kustecosystemen heeft directe gevolgen voor de kustbevolking. Vis vormt een belangrijke eiwitbron voor de armen. Overbevissing, samengaand met een toenemende eutrofiëring van het kustwater en het verlies aan natuurlijke absorptiecapaciteit van de kustgebieden door het verlies aan mangroves, drassige gebieden (schorren en slikken) en koraalriffen, verstoren het ecologisch evenwicht binnen de vispopulaties. De kustlijn van Afrika ( km) bevat een grote diversiteit aan ecosystemen, zoals mangroven, moerassen, delta s, rotskusten duinen en koraalriffen. In Noord-Afrika woont 40 à 50 % van de bevolking in de kuststreek terwijl in West-Afrika ongeveer 1/3 van de bevolking op een afstand van 60 km van de zee leeft. Het direct lozen van afvalwater en de fysische veranderingen zowel langs de kustlijn (de stedelijke ontwikkeling, industrialisatie, havenactiviteiten en de toenemende expansie van 16 o.a. de Persistent Organic Pesticides of POPs en zware metalen 9

20 de toeristische sector) als in het binnenland (bouw stuwdammen 17 en toenemende erosie) zijn de belangrijkste oorzaken van de degradatie van de kustgebieden en het mariene milieu. In Azië is een zeer belangrijk gedeelte van de bevolking afhankelijk van de visserij. De uitputting van de visbestanden, het vernietigen van mangroven en de beschadiging van de koraalriffen heeft ondertussen een kritisch niveau bereikt. Ter compensatie van de economische verliezen door de verminderde visvangsten, werd de laatste jaren zwaar geïnvesteerd in de aquacultuur. Daarvoor hebben ongeveer 60 % van de mangroven moeten plaats maken voor garnalen - en viskwekerijen. Deze kwekerijen vernietigen niet alleen belangrijke ecosystemen maar zijn tevens een bron van eutrofiëring en pathologische en chemische verontreiniging van het kustwater. De toenemende urbanisatie, industrialisatie en de groei van de toeristische sector verhogen de druk op het mariene milieu. Afvalwater, de off shore olie en gasproductie en de scheepvaart zijn de belangrijkste bronnen van vervuiling van het water in de delta s en de zee. In Zuid-Azië 18 verstoren de enorme hoeveelheden sedimenten, voornamelijk afkomstig van erosie door onoordeelkundig gebruik van het land en infrastructuurwerken, het ecologisch en hydrologisch evenwicht in de delta s met rampzalige overstromingen en uitbraken van epidemieën tot gevolg. In Latijns Amerika vormt de kustzone de basis van de economische ontwikkeling. Zestig van de 77 grootste steden liggen aan zee en 60 % van de bevolking woont binnen een afstand van 100 km van de kust. De ontwikkeling van deze steden gecombineerd met de uitbouw van belangrijke zeehavens en de aanleg van toeristische infrastructuur hebben in belangrijke mate de kustlijn veranderd. Ook de groei van de commerciële landbouw en de aquacultuur leidden tot een vernietiging van belangrijke delen van het natuurlijke kustgebied. Daarenboven is er niet voldoende capaciteit aanwezig om het huishoudelijk en industrieel afvalwater te zuiveren. De visserijsector is voor vele Latijns Amerikaanse landen een belangrijke bron van inkomsten. Tussen 1985 en 1995 verdubbelden tot verdrievoudigden de visvangsten van verschillende Latijns Amerikaanse landen en deze explosieve groei vormt een bedreiging voor enkele belangrijke visgronden en verschillende andere diersoorten, zoals o.a. schildpadden, zeezoogdieren, die als bycatch gevangen en terug weggegooid worden. Specifiek voor Latijns Amerika, zijn de hydrometeorologische gevolgen van het El Nino fenomeen. Niet alleen verstoort El Nino regelmatig het normale neerslagpatroon met overstromingen of grote droogtes als gevolg maar El Nino heeft ook belangrijke gevolgen voor de visserij. In 1983, veroorzaakten de verliezen in de landbouwsector en de visserij als gevolg van El Nino een daling van het BNP van Peru met 12.5 % en in 1998 verminderde het totaal volume gevangen vis in de regio met 15.9 % (ongeveer 11.3 miljoen ton). Sommige wetenschappelijke modellen voorspellen dat de frequentie en de intensiteit van El Nino zal toenemen bij een opwarming van de atmosfeer Landdegradatie en woestijnvorming Land is één van de belangrijkste natuurlijke hulpbronnen voor de mensheid aangezien het samen met water aan de basis ligt van de voedselvoorziening. Naar schatting 1,9 miljard ha land zijn wereldwijd aangetast door landdegradatie. Bijna de helft (40%) van de totale landoppervlakte bestaat uit aride gebieden (drylands), die bijzonder gevoelig zijn voor verwoestijning. De menselijke activiteiten, gecombineerd met klimaatfactoren, zijn nu al de oorzaak van ernstige degradatieverschijnselen in 20 % van de aride gebieden en het voortbestaan van meer dan 1 miljard mensen wordt hierdoor bedreigd. Het in cultuur brengen van marginale en ecologisch fragiele gebieden, overbegrazing, ontbossing en onoordeelkundige irrigatie zijn de belangrijkste oorzaken van landdegradatie. Ook buiten de droge gebieden is erosie een toenemend probleem. Landbouwtechnieken die niet langer aangepast zijn aan de huidige bevolkingsdruk zoals wissellandbouw (shifting cultivation) of het in elkaar storten van traditionele cultuursystemen (zoals het opgeven van braakligging met als gevolg bodemverarming) en de veranderingen in het socio-economisch weefsel van de maatschappij (zoals het introduceren van 17 De bouw van de Akosombo dam in Ghana in 1965 versnelde de erosie van de westkust van Accra waardoor de kustlijn jaarlijks 6 m achteruit gaat. 18 Jaarlijks wordt ongeveer 2.5 miljard ton sedimenten afgevoerd door het rivierensysteem in Bangladesh. 10

PROTOS onderschrijft volop de Millenniumdoelstellingen!

PROTOS onderschrijft volop de Millenniumdoelstellingen! PROTOS onderschrijft volop de Millenniumdoelstellingen! De doelstellingen van PROTOS zijn de armsten onder ons te voorzien van rechtvaardig, duurzaam en participatief drinkwater, water voor landbouw, en

Nadere informatie

1. GEEN ARMOEDE 2. GEEN HONGER. Armoede uitroeien, in al zijn vormen en overal. Honger beëindigen, betere voeding en duurzame landbouw promoten

1. GEEN ARMOEDE 2. GEEN HONGER. Armoede uitroeien, in al zijn vormen en overal. Honger beëindigen, betere voeding en duurzame landbouw promoten 1. GEEN ARMOEDE Armoede uitroeien, in al zijn vormen en overal Ondanks de halvering van de extreme armoede in de wereld tijdens de afgelopen decennia, leeft nog steeds 1,3 miljard mensen in extreme armoede.

Nadere informatie

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN STRUCTUUR VAN DE PRESENTATIE: 1. DIVERSITEIT EN DIFFERENTIATIE VAN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Actoren van

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. Watercircle 19/02/ 19

SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. Watercircle 19/02/ 19 SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS Watercircle 19/02/ 19 2 4 IN Organisatie OUT Maatschappij 2030 2019 AMS, Uantwerpen, Louvain School of Management, SDG Barometer (2018) Mensen (people) Fundamentele mensenrechten

Nadere informatie

De Bilt, 7 februari 2019

De Bilt, 7 februari 2019 De Bilt, 7 februari 2019 De Global Goals (1) Wereldwijde agenda met 17 doelen voor duurzame ontwikkeling: Sustainable Development Goals Duurzaamheid in de breedste zin In 2015 vastgesteld door VN Te realiseren

Nadere informatie

STRATEGIENOTA GELIJKE RECHTEN EN KANSEN VOOR VROUWEN EN MANNEN

STRATEGIENOTA GELIJKE RECHTEN EN KANSEN VOOR VROUWEN EN MANNEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STRATEGIENOTA GELIJKE RECHTEN EN KANSEN VOOR VROUWEN EN MANNEN DIRECTIE GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Nadere informatie

Openingstekst VN-Resolutie: 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling. Resolutie goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 25 september 2015

Openingstekst VN-Resolutie: 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling. Resolutie goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 25 september 2015 Openingstekst VN-Resolutie: 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling Verenigde Naties A/RES/70/1 Algemene Vergadering Distr.: Algemeen 21 oktober 2015 Zeventigste zitting Agendapunten 15 en 116 Resolutie

Nadere informatie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie sociale zaken en milieu 19 september 2003 APP 3590/1-16 AMENDEMENTEN 1-16 Ontwerpverslag (APP 3590) Joaquim Miranda en Gado Boureïma (Niger) over duurzaam

Nadere informatie

1. 25 MEI Wet betreffende de Belgische internationale samenwerking (1)

1. 25 MEI Wet betreffende de Belgische internationale samenwerking (1) 1. 25 MEI 1999 - Wet betreffende de Belgische internationale samenwerking (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij

Nadere informatie

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking Brussel, 5 juli 2006 050706_Advies_kaderdecreet_Vlaamse_ontwikkelingssamenwerking Advies over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking 1. Inleiding Op 24 mei 2006 heeft Vlaams minister

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de minister-president

Nadere informatie

Sustainable development goals

Sustainable development goals Sustainable development goals The road to dignity by 2030 Ending Poverty, Transforming all Lives and Protecting the Planet = De weg naar waardigheid, Armoede beëindigen, alle levens veranderen en de aarde

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ACP-UE/101.868/B 19.3.2015 ONTWERPVERSLAG over de financiering van de investeringen en de handel, met

Nadere informatie

Subsidiereglement Ontwikkelingssamenwerking

Subsidiereglement Ontwikkelingssamenwerking Subsidiereglement Ontwikkelingssamenwerking Artikel 1: Binnen de perken van de kredieten voor ontwikkelingssamenwerking, elk jaar voorzien in de begroting van de stad, worden toelagen uitgekeerd aan initiatieven,

Nadere informatie

Hendrik Segers Nationaal Knooppunt Biodiversiteit Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

Hendrik Segers Nationaal Knooppunt Biodiversiteit Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Hendrik Segers Nationaal Knooppunt Biodiversiteit Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Verband met andere Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen Internationale context: 7 biodiversiteit-gerelateerde

Nadere informatie

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking ingediend op 439 (2014-2015) Nr. 1 16 juli 2015 (2014-2015) Voorstel van resolutie van Ingeborg De Meulemeester, Sabine de Bethune, Herman De Croo, Tine Soens en Wouter Vanbesien betreffende onderwijs

Nadere informatie

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2008 (12.10) (OR. fr) 15293/08 DEVGEN 210 ACP 219 RELEX 868 CDR 115 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 11 november 2008 nr. vorig doc.:

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. 7 mei 2001 PE /1-11 AMENDEMENTEN 1-11

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. 7 mei 2001 PE /1-11 AMENDEMENTEN 1-11 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 7 mei 2001 PE 298.117/1-11 AMENDEMENTEN 1-11 ONTWERPADVIES - Evans (PE 298.117) Versnelde actie ter bestrijding van de belangrijkste

Nadere informatie

Eerste krachtlijnen. Het Post-2015 doelstellingenkader. Coördinatie Ontwerp Standpuntbepaling. voor de Vlaamse Regering

Eerste krachtlijnen. Het Post-2015 doelstellingenkader. Coördinatie Ontwerp Standpuntbepaling. voor de Vlaamse Regering Het Post-2015 doelstellingenkader Coördinatie Ontwerp Standpuntbepaling voor de Vlaamse Regering Eerste krachtlijnen VI E Staten-generaal van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking I. INLEIDING: HET WAAROM

Nadere informatie

Millennium Development Goal 8: Developing a Global Partnership for Development

Millennium Development Goal 8: Developing a Global Partnership for Development Millennium Development Goal 8: Developing a Global Partnership for Development Samenvatting In september 2000 namen 147 staatshoofden en regeringsleiders en in totaal 189 landen de Millennium Verklaring

Nadere informatie

Toespraak nieuwjaar event VLIR UOS 2014

Toespraak nieuwjaar event VLIR UOS 2014 Toespraak nieuwjaar event VLIR UOS 2014 Dames en heren, Sta me eerst en vooral toe me te verheugen dat ik het begin van 2014 met u mag doorbrengen. Wij laten twee turbulente jaren achter ons die gekenmerkt

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 31 oktober 2015

1 keer beoordeeld 31 oktober 2015 1 Samenvatting door F. 1840 woorden 1 keer beoordeeld 31 oktober 2015 Vak Maatschappijwetenschappen H1 Ontwikkelingssamenwerking is het duurzaam bestrijden van armoede. Popsterren, burgers en particuliere

Nadere informatie

MDG. Eerst en tweede graad. Te lezen zinnen (in willekeurige volgorde!)

MDG. Eerst en tweede graad. Te lezen zinnen (in willekeurige volgorde!) MDG Eerst en tweede graad De leerkracht leest één van de volgende stellingen en de groep bekijkt de acht millenniumdoelstellingen om te achterhalen met welke doelstelling de zin overeenkomt. Ze leggen

Nadere informatie

Manifest voor de Rechten van het kind

Manifest voor de Rechten van het kind Manifest voor de Rechten van het kind Kinderen vormen de helft van de bevolking in ontwikkelde landen. Ongeveer 100 miljoen kinderen leven in de Europese Unie Het leven van kinderen in de hele wereld wordt

Nadere informatie

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016 Armoede en ongelijkheid in de wereld Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016 Wat gaan we bestuderen? Wanneer en hoe zijn armoede en ongelijkheid op de agenda van

Nadere informatie

SDG 13 Klimaat Adaptatie Griet Verstraeten Department Omgeving

SDG 13 Klimaat Adaptatie Griet Verstraeten Department Omgeving SDG 13 Klimaat Adaptatie Griet Verstraeten Department Omgeving Leiegardens 2014, Your Estate Solution 13.1 De veerkracht en het aanpassingsvermogen versterken van met klimaat in verband te brengen gevaren

Nadere informatie

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009 Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel ChanceArt 10 december 2009 Inhoud 1. De naakte cijfers 2. Decenniumdoelstellingen 3. Armoedebarometers 4. Armoede en cultuurparticipatie 5. Pleidooi

Nadere informatie

Aanvraagformulier voor stedelijke subsidiëring van activiteiten van Turnhoutse scholen met betrekking tot mondiale vorming

Aanvraagformulier voor stedelijke subsidiëring van activiteiten van Turnhoutse scholen met betrekking tot mondiale vorming Turnhout, de././.. Aanvraagformulier voor stedelijke subsidiëring van activiteiten van Turnhoutse scholen met betrekking tot mondiale vorming De aanvrager verklaart dat er binnen de 2 maanden na het afsluiten

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 21.4.2017 JOIN(2017) 14 final 2017/0084 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa DEFINITIE, DOELSTELLINGEN EN VOORDELEN VAN EIR De Evaluatie uitvoering milieubeleid (EIR)

Nadere informatie

Zittingsdocument 17.12.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument 17.12.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 17.12.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

POLITIEKE NOTA - NOVEMBER Belgische overheidssteun voor landbouw en voedselzekerheid

POLITIEKE NOTA - NOVEMBER Belgische overheidssteun voor landbouw en voedselzekerheid Belgische overheidssteun voor landbouw en voedselzekerheid Belgische overheidssteun voor landbouw en voedselzekerheid // 3 Belgische overheidssteun voor landbouw en voedselzekerheid Na de crisis van de

Nadere informatie

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 mei 2009 (26.05) (OR. en) 9909/09 DEVGE 147 E ER 187 E V 371 COAFR 172 OTA van: het secretariaat-generaal d.d.: 18 mei 2009 nr. vorig doc.: 9100/09 Betreft: Conclusies

Nadere informatie

TNAV 21 februari 2017

TNAV 21 februari 2017 www.protos.ngo TNAV 2 februari 207 2 januari 207 . Protos? 2. Recht op water MDG s SDG s 3. Mondiale wateruitdagingen 4. SDG 6: specifiek over water TNAV 2 februari 207 . Protos, wie zijn wij? Protos Voorstelling

Nadere informatie

STRATEGIENOTA BASISGEZONDHEIDSZORG

STRATEGIENOTA BASISGEZONDHEIDSZORG FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STRATEGIENOTA BASISGEZONDHEIDSZORG DIRECTIE GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Augustus 2002 INHOUDSTAFEL LIJST

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het

Nadere informatie

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima donderdag 1 mei 2008 Lima (Peru) DV\721105.doc

Nadere informatie

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron: www.un.org

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron: www.un.org of fout 1. In Afrika bezuiden de Sahara is het aantal personen in extreme armoede gestegen tussen 1990 en 2010. 290 miljoen in 1990, 414 miljoen in 2010. 2. Tussen 2000 en 2011 is het aantal niet-schoolgaande

Nadere informatie

Draagvlak en ambitieniveau voor het Vlaams Partnerschap water voor Ontwikkeling in SDG-context door Kristof Debrabandere (Sustenuto)

Draagvlak en ambitieniveau voor het Vlaams Partnerschap water voor Ontwikkeling in SDG-context door Kristof Debrabandere (Sustenuto) Draagvlak en ambitieniveau voor het Vlaams Partnerschap water voor Ontwikkeling in SDG-context door Kristof Debrabandere (Sustenuto) Flemish Partnership Water for Development in SDG context: creating support

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Ecosysteemdiensten t in kaart brengen en waarderen

Ecosysteemdiensten t in kaart brengen en waarderen Ecosysteemdiensten t in kaart brengen en waarderen Els Martens, Agentschap voor Natuur en Bos «Stakeholders dialoog biodiversiteit», 13 juni 2013, KBIN Ecosysteemdiensten in kaart brengen en waarderen

Nadere informatie

8361/17 asd/jel/sl 1 DG B 2B

8361/17 asd/jel/sl 1 DG B 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8361/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7783/17 + ADD

Nadere informatie

inspireren en innoveren in MVO

inspireren en innoveren in MVO inspireren en innoveren in MVO Inleiding Gert Van Eeckhout Beleidsondersteuner MVO - Departement WSE Wat is MVO? Waarom MVO? Beleidslijnen Vlaamse overheid MVO? een proces waarbij ondernemingen vrijwillig

Nadere informatie

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken REKENHOF Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken STRATEGISCH PLAN 2010-2014 2 Inleiding Dit document stelt de resultaten voor van de strategische planning van het Rekenhof voor de periode 2010-2014.

Nadere informatie

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? INLEIDING Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting werd in 1999

Nadere informatie

WAAR WIJ VOOR STAAN. Socialisten & Democraten in het Europees Parlement. Fractie van de Progressieve Alliantie van

WAAR WIJ VOOR STAAN. Socialisten & Democraten in het Europees Parlement. Fractie van de Progressieve Alliantie van WAAR WIJ VOOR STAAN. Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten & Democraten in het Europees Parlement Strijden voor sociale rechtvaardigheid, het stimuleren van werkgelegenheid en groei, hervorming

Nadere informatie

2 jaar SDGs: waar liggen de grootste uitdagingen voor België?

2 jaar SDGs: waar liggen de grootste uitdagingen voor België? 2 jaar SDGs: waar liggen de grootste uitdagingen voor België? Auteur: Jules De Winter, stafmedewerker VVSG Internationaal Inhoud 1 Inleiding... 1 2 De mondiale duurzame ontwikkelingsdoelstellingen concretiseren.

Nadere informatie

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8461/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7875/17 + ADD

Nadere informatie

Strategienota ZUID-AFRIKA

Strategienota ZUID-AFRIKA SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL AFFAIRES ÉTRANGÈRES, COMMERCE EXTÉRIEUR ET COOPÉRATION AU DÉVELOPPEMENT DGCD DIRECTION GÉNÉRALE DE LA COOPÉRATION AU DÉVELOPPEMENT FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE

Nadere informatie

Advies over de strategienota s van DGOS

Advies over de strategienota s van DGOS Commission Femmes et Développement Commissie Vrouwen en Ontwikkeling Advies over de strategienota s van DGOS gevraagd door de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, de heer Eddy Boutmans, voorbereid

Nadere informatie

Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen

Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen BIJLAGE 4 TARGETS MET UITSLUITEND EEN EXTERNE DIMENSIE Beëindig armoede overal en in al haar vormen 1.a Zorgen voor een aanzienlijke mobilisatie van middelen afkomstig uit verschillende bronnen, ook via

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Anne Poorta T +31-70-3485428

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Antwoord van de politieke partijen op het manifest van UNICEF België: verkiezingen 2014

Antwoord van de politieke partijen op het manifest van UNICEF België: verkiezingen 2014 Antwoord van de politieke partijen op het manifest van UNICEF België: verkiezingen 2014 Vraag 2: Geef kinderen een centrale plaats in de Belgische en in de post-2015 ontwikkelingsagenda: Hoe ziet u de

Nadere informatie

Strategienota VIETNAM

Strategienota VIETNAM SERVICE PUBLIC FEDERAL AFFAIRES ÉTRANGERES, COMMERCE EXTERIEUR ET COOPERATION AU DEVELOPPEMENT DGCD DIRECTION GENERALE DE LA COOPERATION AU DEVELOPPEMENT FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE

Nadere informatie

BUDGETSTEUN BASISELEMENTEN VOOR EEN PRINCIPESBESLISSING

BUDGETSTEUN BASISELEMENTEN VOOR EEN PRINCIPESBESLISSING Versie van 07/09/01 1/6 DOCUMENT A. BUDGETSTEUN BASISELEMENTEN VOOR EEN PRINCIPESBESLISSING 1. Achtergrond Het regeerakkoord van 7 juli 1999 stelde onder meer dat aandacht gegeven zou worden aan macro-economische

Nadere informatie

STRATEGIENOTA VREDESOPBOUW

STRATEGIENOTA VREDESOPBOUW FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STRATEGIENOTA VREDESOPBOUW DIRECTIE GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Juli 2002 i INHOUDSTAFEL Lijst van kaders

Nadere informatie

Naam : Klas : Datum :

Naam : Klas : Datum : Duurzame ontwikkeling Over duurzame ontwikkeling circuleren inmiddels honderden definities. Vaak wordt de internationaal aanvaarde definitie uit het rapport "Our Common Future" (Brundtland-rapport, 1987)

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Page 1 of 8 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef Erratum Parlementaire werkzaamheden Einde Inhoudstafel 18 uitvoeringbesluiten 3 gearchiveerde versies

Nadere informatie

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010 Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010 «Ik wil mensen in armoede een transparant model aanreiken waarmee zij kunnen toetsen of een beleidsmaatregel

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

The DAC Journal: Development Co-operation - 2004 Report - Efforts and Policies of the Members of the Development Assistance Committee Volume 6 Issue 1

The DAC Journal: Development Co-operation - 2004 Report - Efforts and Policies of the Members of the Development Assistance Committee Volume 6 Issue 1 The DAC Journal: Development Co-operation - 2004 Report - Efforts and Policies of the Members of the Development Assistance Committee Volume 6 Issue 1 Summary in Dutch Het DAC-journaal: Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia

Nadere informatie

STRATEGIENOTA LANDBOUW EN VOEDSELZEKERHEID

STRATEGIENOTA LANDBOUW EN VOEDSELZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STRATEGIENOTA LANDBOUW EN VOEDSELZEKERHEID DIRECTIE GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Mei 2002 i INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

Introductie. Figuur 1 De actie van Coca Cola

Introductie. Figuur 1 De actie van Coca Cola Inhoud Introductie... 2 Maatschappelijk verantwoord ondernemen... 3 Duurzaamheid... 4 Maatschappelijk betrokken ondernemen... 5 Het verschil tussen MVO en MBO... 6 Bronnelijst... 7 MBO... 7 MVO... 7 Introductie

Nadere informatie

Kinderrechten in ontwikkelingssamenwerking

Kinderrechten in ontwikkelingssamenwerking Kinderrechten in ontwikkelingssamenwerking KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING BTC INFOCYCLUS PLATFORM KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Oprichting: 2007 naar aanleiding van wetswijziging

Nadere informatie

'Klimaatverandering is meer dan alleen een milieuprobleem' - België

'Klimaatverandering is meer dan alleen een milieuprobleem' - België 1 van 5 31-07-17 08:54 knack.be 'Klimaatverandering is meer dan alleen een milieuprobleem' - België 7-10 minuten Klimaatverandering is in veel opzichten meer een rechtvaardigheidsprobleem dan een milieuprobleem.

Nadere informatie

Bijlagen: - MVO referentiekader - Fairtrade Gemeente handleiding. Afhandeling. 1. Inleiding

Bijlagen: - MVO referentiekader - Fairtrade Gemeente handleiding. Afhandeling. 1. Inleiding RG nr. Datum: Indiener(s): Onderwerp: Initiatiefvoorstel: ChristenUnie PAS SP PvdA Millenniumdoelstellingen De indieners stellen voor: - dat de gemeente Steenwijkerland zich actiever inzet om bij te dragen

Nadere informatie

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen Inhoud Mijn overtuigingen 2 Mijn prioriteiten 3 Bakens voor morgen 8 Laten we samen aan Europa bouwen 1 Mijn overtuigingen Mijn overtuigingen Een Europa,

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie Feike Sijbesma, CEO Royal DSM In de loop der tijd is het effect van bedrijven op de maatschappij enorm veranderd. Vijftig tot honderd

Nadere informatie

UNITING THE ORGANIC WORLD

UNITING THE ORGANIC WORLD International Federation of Organic Agriculture Movements Principles of Organic Agriculture 1 Beginselen van de Biologische Landbouw De Beginselen vormen de wortels, waaruit de biologische landbouw groeit

Nadere informatie

Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit. Prof. dr. Maarten Hajer

Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit. Prof. dr. Maarten Hajer Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit Prof. dr. Maarten Hajer Waarom deze studie? 2 Convention on Biological Diversity (CBD) Rio de Janeiro 1992 193 landen, 3 doelen 18-29 oktober 2010: COP10

Nadere informatie

15573/17 van/gra/fb 1 DG C 1

15573/17 van/gra/fb 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 11 december 2017 (OR. en) 15573/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 11 december 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 15498/17

Nadere informatie

KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Argumenten en aanbevelingen voor een kinderrechtenbenadering

KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Argumenten en aanbevelingen voor een kinderrechtenbenadering KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Argumenten en aanbevelingen voor een kinderrechtenbenadering Gezien de evoluties die de ontwikkelingssamenwerking doormaakt, moet het Belgische beleid inzake

Nadere informatie

Samenvatting door Nienke 934 woorden 19 maart keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen 1.1. Redenen voor ontwikkelingssamenwerking:

Samenvatting door Nienke 934 woorden 19 maart keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen 1.1. Redenen voor ontwikkelingssamenwerking: Samenvatting door Nienke 934 woorden 19 maart 2015 10 1 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen 1.1 Redenen voor ontwikkelingssamenwerking: Solidariteit Milieuproblemen Immigratie (en integratie)

Nadere informatie

Handilab. 6 december Henk Van Hootegem,

Handilab. 6 december Henk Van Hootegem, Handilab 6 december 2012 Henk Van Hootegem, henk.vanhootegem@cntr.be Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Service de lutte contre la pauvreté, la précarité

Nadere informatie

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B Raad van de Europese Unie Luxemburg, 3 april 2017 (OR. en) 7775/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 3 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties COHOM 44 CFSP/PESC 300 DEVGEN

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00)

AMENDEMENTEN 1-7. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2075(DEC) Ontwerpadvies Linda McAvan (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie ontwikkelingssamenwerking 16.12.2014 2014/2075(DEC) AMENDEMENTEN 1-7 Linda McAvan (PE541.411v01-00) inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene

Nadere informatie

Edegem en San Jerónimo (Peru) : ondersteuning bij het gemeentelijke marktbeheer. Marc Konings, milieuambtenaar Edegem

Edegem en San Jerónimo (Peru) : ondersteuning bij het gemeentelijke marktbeheer. Marc Konings, milieuambtenaar Edegem Edegem en San Jerónimo (Peru) : ondersteuning bij het gemeentelijke marktbeheer Marc Konings, milieuambtenaar Edegem Basisgegevens San Jeronimo Oppervlakte 10,53 km 2 Bevolking 28.856 (2007) Hoogte Ligging

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

STRATEGIENOTA BASISINFRASTRUCTUUR

STRATEGIENOTA BASISINFRASTRUCTUUR FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STRATEGIENOTA BASISINFRASTRUCTUUR DIRECTIE GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING September 2002 INHOUDSTAFEL VOORWOORD

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw

De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw Rudi Delarue Directeur Internationaal Arbeidsbureau voor de EU en de Benelux landen Presentatie voor de Alumnidag vande KU Leuven 09-03-2012

Nadere informatie

UITDAGINGEN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. Arnout Justaert Directeur ngo-federatie

UITDAGINGEN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. Arnout Justaert Directeur ngo-federatie UITDAGINGEN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Arnout Justaert Directeur ngo-federatie INHOUD 1. Een internationale agenda: aangepast aan de uitdagingen van vandaag? 2. Een hedendaagse Belgische ontwikkelingssamenwerking?

Nadere informatie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel 14.2.2008 APP100.205/AM1-37 AMENDEMENTEN 1-37 Ontwerpverslag (APP100.205/A) Alain Hutchinson en Mohamed

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van maandag 5 oktober

A D V I E S Nr Zitting van maandag 5 oktober A D V I E S Nr. 1.959 ------------------------------- Zitting van maandag 5 oktober 2015 --------------------------------------------------- Vragenlijst voor een evaluatie van de Verklaring van de IAO

Nadere informatie

Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling

Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling Consultatieproces Dit document bevat de ontwerpvisie die resulteerde uit de conferentie Winning through twinning, die van 17

Nadere informatie

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN NL NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN AGE- STANDPUNT IN HET KADER VAN HET 2007 - EUROPEES JAAR VAN GELIJKE KANSEN VOOR IEDEREEN The European Older People s Platform La Plate-forme européenne des Personnes

Nadere informatie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 2 oktober 2003 WERKDOCUMENT over aan armoede gerelateerde ziekten en reproductieve gezondheid in ACSlanden, in het

Nadere informatie

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten UNICEF De situatie in de wereld Jaarlijks 1 sterven naar schatting 290.000 vrouwen tijdens hun zwangerschap,

Nadere informatie

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land: Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari 2003 6,2 191 keer beoordeeld Vak Economie 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land: 1. BNP uitgedrukt in US Dollars per inwoners. 2. Geboortecijfer

Nadere informatie

1. Samenvatting. ux.html. 1 DGCD :http://www.dgcd.be/fr/acteurs/programmes_speciaux/programmes_syndica

1. Samenvatting. ux.html. 1 DGCD :http://www.dgcd.be/fr/acteurs/programmes_speciaux/programmes_syndica 1. Samenvatting Sinds 2002 hebben de niet-gouvernementele samenwerkingsprogramma s - die medegefinancierd worden door de DGOS - er een nieuwe, indirecte partner bij: de Belgische vakbondsorganisaties.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 168 final 2018/0078 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie