Rechtspraak Transfers. Kort Ged. Luik 9 november 1990, Rev. dr. Étr. 1991, afl.64, 43; J.L.M.B. 1990, 1442

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rechtspraak Transfers. Kort Ged. Luik 9 november 1990, Rev. dr. Étr. 1991, afl.64, 43; J.L.M.B. 1990, 1442"

Transcriptie

1 Rechtspraak Transfers Kort Ged. Luik 9 november 1990, Rev. dr. Étr. 1991, afl.64, 43; J.L.M.B. 1990, 1442 Aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wordt een prejudiciële vraag gesteld aangaande de verenigbaarheid van de transferregeling van de Europese Voetbalbond UEFA met het beginsel van vrij verkeer van werknemers. De rechter in kortgeding is bevoegd om maatregelen te bevelen die noodzakelijk zijn ter bescherming tegen individuele, collectieve, contractuele of reglementaire maatregelen, die op onwettige wijze de individuele vrijheid van economische privé-actualiteit in het gedrang brengen en een feitelijkheid uitmaken. Er bestaat urgentie in de zin van artikel 584 Ger.W. zodra de vrees voor een ernstig nadeel, of ernstige ongemakken een onmiddellijke beslissing wenselijk maakt. Het verbod voor de rechter in kort geding om nadeel toe te brengen aan de zaak, impliceert hem niet toe te laten een declaratoire of constitutieve uitspraak te doen, of de bodemrechter door een oordeel te binden. De artikelen 584 en 1039 verbieden hem niet zijn beslissing te steunen op een recht van een partij of een juridische toestand, wanneer dit recht of deze toestand evident is of niet ernstig kan betwist worden. De rechter in kort geding kan een provisie toekennen aan een werknemer die aantoont ten gevolge van de fout van zijn werkgever verplicht geweest te zijn tot een werkloosheid zonder vergoeding. Hij kan eveneens, in afwachting van de beslissing ten gronde, aan de voetbalclub van de betrokkene of de federatie verbieden de nationale of internationale reglementen toe te passen om een onmiddellijke en definitieve transfer van een speler bij het einde van zijn contract, naar een vreemde club te verzekeren. Als een voetbalclub op onrechtmatige manier de transfer van één van zijn spelers verhindert en hem bovendien door een interne maatregel broodrooft, begaat deze club een fout en moet zij de speler een voorlopige schadevergoeding betalen van fr/maand bij wijze van inkomen tot de speler op redelijke wijze een andere bron van inkomsten heeft gevonden. Brussel 6 februari 1991, J.L.M.B. 1991, 461 Wanneer een betaald sportbeoefenaar zijn arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd zonder dringende reden verbreekt, is hij een vergoeding verschuldigd tot het einde van de overeenkomst. Elke andere sanctie is van rechtswege nietig. Hetzelfde is het geval voor wat elk concurrentiebeding betreft dat de duur van het lopende seizoen te buiten gaat. De hoven en rechtbanken kunnen een marginale controle uitoefenen op de regelmatigheid van beslissingen getroffen door de bestuursorganen van een V.Z.W. die hun discretionaire bevoegdheden uitoefenen en nagaan of een beslissing van een sportfederatie om de toetreding van een sportbeoefenaar te weigeren niet arbitrair is. De rechter inkort geding is bevoegd de Belgische Liga van Basketball op straffe van een dwangsom het bevel op te leggen een speler aan te sluiten die ten onrechte werd gesanctioneerd. Luik 28 mei 1991, J.L.M.B. 1991, 885 De rechter in kort geding is bevoegd om de rechten van een voetbalspeler te vrijwaren in afwachting van een beslissing van de rechter ten gronde door de club waaruit de speler wenst uit 1/7

2 te treden, te bevelen hem tot het einde van de bodemprocedure ter beschikking te stellen van iedere club die van zijn diensten wil genieten, en hem een maandelijkse provisie toe te kennen. Kort Ged. Rb. Brussel 25 juni 1993, J.T. 1993, 668 Art. 1676, par. 2 Ger. W. bepaalt dat buiten de publiekrechtelijke rechtspersoon ieder die bekwaam of bevoegd is om een dading aan te gaan, een overeenkomst tot arbitrage kan sluiten. Een dading is in hoofde van de ouders van minderjarige kinderen, in hun hoedanigheid van de wettelijke beheerders van deze kinderen, slechts toegelaten met de toestemming van het gerecht. Het principe volgens hetwelk de geschillen die ontstaan onder de leden van een vereniging die ontspanning tot doel heeft, moeten worden opgelost binnen de vereniging zelf, belet niet dat de rechter in kort geding, recht sprekend in het kader van art. 584 Ger. W., zijn jurisdictionele bevoegdheid kan uitoefenen en kan oordelen over de reglementen die in de sportverenigingen van kracht zijn met betrekking tot de aansluiting en de transfer van spelers. Zijn tussenkomst is des te noodzakelijker wanneer de fundamentele rechten worden geschonden of wanneer het erop aankomt de jonge spelers te beschermen tegen het feitelijke monopolie dat de sportverenigingen genieten. Het retentierecht ten aanzien van jonge amateurspelers is strijdig met de eerbiediging van de individuele vrijheid en valt buiten het kader van de regeling van deze vrijheid ten einde het voortbestaan van een ploeg gedurende één seizoen te verzekeren. Aan kinderen aan wie een vrije transfer van een voetbalclub naar een andere wordt geweigerd, wordt een ernstig nadeel toegebracht doordat zij in de feitelijke onmogelijkheid verkeren hun opleiding voort te zetten en in de wedstrijden te worden opgesteld onder de door de sportvereniging vastgesteld voorwaarden. Rb. Luik 30 november 1993, J.dr. jeun. 1994, afl. 138, 26 Bepalingen van een corporatie die de wijziging van een club afhankelijk maken van de betaling van een vergoeding, zijn strijdig met de openbare orde. Rb. Verviers 4 januari 1994, J.T. 1994, 36, noot RIGAUX, F. Een sportreglement dat verre van de kostprijs te willen vergoeden van de werkelijke versterkte opleiding en onder voorwendsel dat het de kleine clubs wil beschermen tegen grote clubs die regelmatig hun beste elementen komen afromen om ze op min of meer korte termijn klaar te stomen voor de professionele sportcircuits aldus een dwingende regeling en tarifering wil opzetten voor wat een echte verwerving is, met volgrecht voor de cedent gedurende 5 jaar, van mensen alsof het ging om doodgewone goederen, voorwerp van speculaties, vergeet kennelijk dat slavernij in onze landen reeds een aantal eeuwen is afgeschaft. Al kan worden geacht dat de individuele vrijheid van vereniging kan worden aangepast, zoals door de invoering van termijnen gedurende dewelke de transfers moeten plaatsvinden, ten einde het voortbestaan van een samengestelde ploeg gedurende een heel seizoen te verzekeren, neemt dit daarom niet weg dat dergelijke aanpassingen niet mogen uitmonden in een echt retentierecht van een club ten aanzien van een jongere die een nieuw seizoen wil beginnen in een andere club, daar zijn persoonlijke vrijheid niet kan worden uitgewist ten voordele van een ploeg in wording. Gent 20 januari 1994, R.W. 1994(95), 332 Ingevolge het decreet van 25 februari 1975 (art. 8) is nietig het beding dat de vrije overgang van een voetballer, niet-betaalde sportbeoefenaar, naar een andere voetbalclub afhankelijk maakt van 2/7

3 de betaling door hem van een vergoeding van fr. aan de club die hij verlaat. Derhalve zijn de laatstbedoelde club en de K.B.V.B. verplicht om, ten behoeve van de betrokken speler op straffe van een dwangsom, al het nodige te doen om een vrije en geldige overgang naar een nieuwe club mogelijk te maken. Rb. Namen, 28 januari 1994, J. dr. Jeun. 1994, afl. 138, 31 De vrijheid van vereniging impliceert niet alleen dat iemand vrij kan toetreden tot een groep, maar ook dat hij het recht heeft zich uit deze vereniging terug te trekken. Wanneer de Belgische Basketbalbond de definitieve transfer van een speler beneden de 16 jaar bij reglement verbiedt en voor de transfer van een speler ouder dan 16 jaar een vergoeding vraagt van meer dan F, schendt hij het principe van de vrijheid van vereniging. Niettemin moet een vergoeding voor de investeringen van de club zowel in inspanningen als in installaties niet systematisch worden uitgesloten. Een vergoeding is meer bepaald verantwoord wanneer de transfer van een amateurspeler naar een categorie van beroeps- of nietberoepsspelers toelaat inkomsten te halen uit de beoefening van zijn sport. Kort Ged. Rb. Brussel 4 maart 1996, J.L.M.B. 1996, 686; J.T.T. 1997, 54 Het reglement van een sportfederatie dat het lidmaatschap van een sportbeoefenaar bij een nieuwe club verbiedt en de deelname aan de officiële sportcompetitie voor deze club voor de afloop van het lopende seizoen, zelfs wanneer de overeenkomst waardoor hij met zijn vroegere club was verbonden, door de sportbeoefenaar werd beëindigd om dringende reden, is strijdig met art. 8, par 2, Arbeidsovereenkomstwet Betaalde Sportbeoefenaars. Het kan bijgevolg niet worden toegepast. Een gerechtelijke procedure kan worden ingeleid met het oog op het voorkomen van de schending van een sterk bedreigd recht. Het is het geval wanneer een sportbeoefenaar vraagt dat de federatie zou worden gelast hem de documenten af te leveren die nodig zijn voor zijn reaffectatie naar een nieuwe club, niettegenstaande een artikel van het reglement dat zich hiertegen zou verzetten, zelfs indien de sportbeoefenaar niet in staat is aan te tonen dat een club daadwerkelijk bereid is hem als lid te aanvaarden. Geen enkele club zal immers de moeite en het risico op zich nemen met hem te onderhandelen zolang de federatie zich houdt aan de letter van haar reglement. Er kan geen kort geding plaats hebben wanneer de eiser te lang heeft gewacht om gerechtigheid te zoeken, behalve wanneer hij een ernstige reden kan doen gelden die zijn vordering rechtvaardigt. Een sportbeoefenaar kan niet worden verweten verschillende maanden te hebben gewacht vooraleer een geding in te leiden tegen de federatie daar er onderhandelingen met zijn club aan de gang waren en hij niet het risico kon lopen ontslag te nemen zonder absoluut zeker te zijn van het bestaan van een ernstige reden in hoofde van zijn werkgever. Gezien de korte duur van een sportcarrière is de onderbreking van de activiteiten, zelfs indien deze slechts drie maanden duurt, van aard schade te berokkenen en rechtvaardigt ze de dringendheid om te handelen. Kort Ged. Rb. Brussel, 9 mei 1996 Wanneer zowel de legaliteit van het transfer reglement van de basketbalspelers als de mogelijkheid voor een club om een solidariteitsvergoeding te verkrijgen, zoals voorzien in het 3/7

4 reglement van de Koninklijke Basketbalbond voorwerp maakt van een geschil tussen twee clubs, lijkt het logisch dat, alvorens zich op dit punt uit te spreken moet vaststaan of de speler al dan niet zich schuldig gemaakt heeft aan contractbreuk ten aanzien van de club waarvan hij in oorsprong lid van is. Zolang partijen dit punt niet hebben laten regelen door de bevoegde rechtsinstanties, vermits de interne rechtsinstanties zich onbevoegd verklaard hebben om er kennis van te nemen, kan de kortgeding rechter slechts strikt voorlopige maatregelen nemen zoals bijvoorbeeld de opschorting van betaling van geëiste schadevergoeding. Deze schadevergoeding moet geblokkeerd worden op een rekening van de bond tot aan de uitspraak ten gronde. Kort Ged. Rb. Brussel, 4 december 1996 Men kan niet als motief inroepen dat het transferreglement van de Belgische Voetbalbond duidelijk zichtbare onwettigheden bevat om de transfer van een speler van de ene club naar een andere niet te onderwerpen aan een minimum van regels. Zo is het bijvoorbeeld dat het feit dat het systeem van ontslagvergoedingen, zoals toegepast door de bond, in vraag kan gesteld worden, niet verhindert dat voor de goede orde van de competities, een periode van het jaar voorzien wordt voor transfers en hun registratie. Kort Ged. Rb. Brussel 6 maart 1997 De rechter en bijgevolg de kortgeding rechter wanneer de voorwaarden voor zijn tussenkomst voldaan zijn, zijn bevoegd de legaliteit van het reglement van een sportbond te controleren. De inspanningen van de Belgische bond van atletiek om de vorming van jongeren te stimuleren of minstens aan te moedigen blijken op het eerste zicht in overeenstemming te zijn met de legaliteit. Er kan geen twijfel bestaan omtrent het feit dat belangrijke of professionele basketbal clubs baat hebben bij een goede algemene vorming van jonge spelers. Deze goede algemene vorming verhoogt niet alleen hun recruteringsveld maar verbetert ook indirect de kwaliteit van het spel. Prima facie, verzet niks zich tegen het feit dat de rijkste clubs, die zich in de hoogste divisies bevinden en die opgeleide spelers gebruiken, die meestal buiten hun club opgeleid zijn, op een meer consequente wijze bijdragen aan het spijzen van een Fonds, bestemd voor de opleiding van jongeren met als bedoeling de bijeengebrachte gelden te verdelen op de meest evenwichtige en correcte manier. Het is helemaal niet onredelijk de bijdrage van elke club aan het Fonds te koppelen aan het aantal in dienst zijnde spelers die niet afkomstig zijn van hun eigen jeugdploegen. De vraag om te weten of het reglement van de basketbalbond, tot vaststelling van de regels betreffende het lidmaatschap van spelers, de opleiding en de financiering van deze opleiding, als ook het algemeen functioneren van de bond in strijd is met het beginsel van de vrijheid van de sportbeoefenaar, zoals bepaald in artikel 3, alinea 1 en 2 van het Vlaams Decreet van 24 juli 1996 zou een grondig onderzoek van alle in casu toepasselijke rechtsregels nodig hebben. In dit reglement is er geen blijk van een manifeste onwettelijkheid die de tussenkomst van de kortgeding rechter zou rechtvaardigen. Het idee dat een club of een speler moeten beschikken over een ongebreidelde vrijheid om eender wie aan te trekken en lid te maken of om zich aan eender welke club te binden lijkt niet aan de basis te liggen van het hierboven genoemde decreet. Kort Ged. Rb. Brussel 23 december 1997 De bepalingen gesteld in artikel 3 van het decreet van 24 juli 1996 van de Vlaamse Gemeenschap tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar en artikel 4/7

5 IV, 4, 6 van het reglement van de koninklijke voetbalbond, betreffende de opzegging van contracten, de inschrijving en het lidmaatschap van spelers, vinden toepassing op de sportbeoefenaar die op het moment van de inwerkingtreding van het contract dat hij getekend heeft en voor zijn opzegging geen professionele sportbeoefenaar was. Het algemeen secretariaat van de bond lijkt niet bevoegd te zijn om beslissingen te nemen inzake annulatie of validatie van een inschrijving of lidmaatschap bij een club. Voor zover beslist is bij een arbitrale beslissing waar geen annulatieberoep is tegen ingesteld, dat de speler een betaalde sportman was en dat hij niet meer met een contract aan de club verbonden was op het einde van het seizoen, laat artikel 8 van de wet van 24 februari toe een akkoord te sluiten met een andere club et daar te spelen gedurende heel het nieuwe seizoen zonder dat er rekening moet gehouden worden met formaliteiten, termijnen en andere bepalingen door de bond opgeroepen om zich hier tegen te verzetten. Kort Ged. Rb. Brussel 20 februari 1998 Wanneer een sportvereniging (in casu de Koninklijke basketballiga) een orgaan belast met het disciplinaire contentieux opgericht, moet zij zowel haar eigen organiek reglement als de beslissingen van dit orgaan respecteren Wanneer dit orgaan zelf heeft toegelaten dat de uitvoering van een dading betreffende het transferbedrag van een speler gesloten tussen 2 clubs, niet mag verder gezet worden binnen de bond, dan moet deze beslissing gerespecteerd worden en dan mag er van de club die dit bedrag verschuldigd is niet geëist worden dat deze som gekantonneerd wordt in afwachting van een rechterlijke beslissing. De kortgeding rechter mag daarentegen aan de bond eender welke sanctie van administratieve, financiële of sportieve aard, voorzien in haar reglement ingeval van niet betaling van een regelmatig uitgegeven factuur, verbieden aan deze club op te leggen. Kort Ged. Rb. Brussel 12 februari 1999, Sport & Recht 2000 (weergave), 494 Het recht van vereniging houdt weliswaar in dat de eisers de vereniging mogen verlaten maar dit betekent niet dat zij dat op een willekeurige manier mogen doen. Prima facie lijkt de reglementering van de Koninklijke Belgische Voetbalbond m.b.t. de beperkte transferperiode niet strijdig met het recht van vereniging of met andere wettelijke bepalingen. De beperkte transferperiode heeft een verantwoord sportief doel, nl. de behoorlijke organisatie van de competitie. Kort Ged. Rb. Brussel, 11 maart 1999 Het feit dat een sporter vrij gekozen heeft om een welbepaalde sport professioneel of amateuristisch te beoefenen en zich hiervoor heeft lidgemaakt bij een sportvereniging impliceert dat hij de reglementen van deze vereniging heeft aanvaard, in zoverre deze echter niet tegenstrijdig zijn aan hogere rechtsnormen. Door de beperking in de tijd van de transfers worden de vrijheid van vereniging en het recht van arbeid niet geschonden. Vred. Halle 26 april 1999, T. Vred. 2000, 326 De praktijk om een transfersom te betalen bij de overgang van een voetballer van de ene naar de andere sportclub, is een aanslag op de individuele vrijheid en de vrijheid van vereniging. Nochtans is het toegestaan dat de overdragende club een bedrag ontvangt als vergoeding voor de 5/7

6 vorming, de promotie en de vervanging van de speler en die bedoeld is om de investeringen van de club in infrastructuur, trainers en materiaal te vergoeden. De transferovereenkomst is een wederkerige overeenkomst, zodanig dat de exceptio non adimpleti contractus van toepassing is. Arbitragehof nr. 53/99, 26 mei 1999, A.A. 1999, 603; B.S. 8 september 1999, en T.B.P (verkort), 314, noot De vrijheid van vereniging, zoals die is gewaarborgd door art. 27 G.W. en door art. 11 E.V.R.M., staat eraan in de weg dat aan de sportbeoefenaar, hetzij onder arbeidsovereenkomst dan wel als zelfstandige, onevenredige verplichtingen worden opgelegd als hij zijn lidmaatschapsovereenkomst met een sportvereniging wenst te beëindigen. Het enkele feit dat, door het invoeren van een vrijheidsregeling, dat recht vooralsnog enkel voor een bepaalde categorie van sportbeoefenaars is geregeld, is niet voldoende om het discriminerend karakter ervan aan te tonen. Wanneer de decreetgever voor bepaalde categorieën van sportbeoefenaars maatregelen neemt tot versterking van de vrijheid van vereniging, dan zou het discriminerend achten van een dergelijk handelen erop neerkomen dat het gelijkheidsbeginsel wordt aangewend als een middel van verzet tegen elke verandering, zij het een vooruitgang die slechts in fasen zou gebeuren. De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van Decr. Ned. Cult. R. 25 februari 1975 tot vaststelling van het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar en het Decr. Vl. Parl. 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar met de art. 10 en 11 G.W., in zoverre die decreten de sportbeoefenaars verschillend behandelen naargelang zij meer of minder dan een bepaald jaarloon ontvangen en naargelang zij al dan niet zelfstandige zijn. Het Decr. Ned. Cult. R. 25 februari 1975 en het Decr. Vl. Parl. 24 juli 1996 hebben als doel aan de niet-betaalde, respectievelijk de niet-professionele sportbeoefenaars een statuut te geven met waarborgen inzake de vrijheid en de rechtszekerheid van de sportbeoefenaars, beperkt tot de fundamentele rechten en plichten. Daartoe regelen de decreten het recht van de sportbeoefenaar om de lidmaatschapsovereenkomst met een sportvereniging te beëindigen. Enerzijds, beperken zij de uitoefening van dat recht tot bepaalde periodes om het normale verloop van de sportcompetities niet te storen. Anderzijds, creëren zij waarborgen voor de behoorlijke uitoefening van dat recht door het opleggen van zwaardere verplichtingen of de betaling van elke vorm van vergoeding bij het beëindigen van het lidmaatschap te verbieden. Uit de vaststelling van het toepassingsgebied van de decreten volgt een verschil in behandeling van sportbeoefenaars. Het Decr. Ned. Cult. R. 25 februari 1975 is niet van toepassing op de sportbeoefenaars die een loon ontvangen; het Decr. Vl. Parl. 24 juli 1996 is niet van toepassing op de sportbeoefenaars die een jaarloon van meer dan frank (in 1997) ontvangen. Prejudiciële vragen betreffende het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar en het decreet van de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 25 februari 1975 tot vaststelling van het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het Hof zegt voor recht : - Het decreet van de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 25 februari 1975 tot vaststelling van het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar en het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar schenden noch de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die decreten de sportbeoefenaars verschillend behandelen naargelang zij meer of minder dan een bepaald 6/7

7 jaarloon ontvangen en naargelang zij al dan niet zelfstandige zijn, noch het bevoegdheidsvoorbehoud omtrent de economische unie en de monetaire eenheid, vervat in artikel 6, 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre die decreten de deelnemers aan een nationale sportactiviteit verschillend behandelen. - Voor het overige behoeven de prejudiciële vragen geen antwoord. Kh. Luik (5 e kamer), 15 september 1999, J.L.M.B. 1999, 1063 De overeenkomst met als grond de toewijzing of de onderhandeling van het arbeidspotentieel van een ander - in casu een voetbalspeler middels een bezoldiging ten gunste van de agent de manager - dient nietig te worden verklaard bij toepassing van artikel 1131 B.W. en artikel 2 K.B. 28 november 1995 betreffende de exploitatie van bureaus voor arbeidsbemiddeling tegen betaling. Arbrb. Doornik 18 februari 2000, J.L.M.B. 2000, 1394; J.T.T (verkort), 238 De reglementering van de Belgische Voetbalbond betreffende de transfers c is onwettig, want de professionele overplaatsing van een werknemer wiens beroep de sport is en die aan het einde van zijn overeenkomst is, kan niet worden onderworpen aan de betaling van een som geld, zelfs niet indien het te betalen bedrag redelijk schijnt te zijn. De arbeidsmarkt moet open blijven, in die zin dat een wilsovereenstemming tussen twee partijen moet volstaan om een arbeidsovereenkomst te sluiten met eerbiediging van d regels eigen aan de sociale wetgeving die niet voorzien dat de nieuwe werkgever de verplichting heeft om een som geld te betalen aan de oude werkgever opdat de overeenkomst in werking zou treden en dat de speler effectief zou kunnen presteren voor de nieuwe club. Dit type van transfer is eveneens en vooral onwettig omwille van het feit dat zijn geldigheid beperkt is tot één jaar. Een loutere private reglementering, zoals degene van de Belgische Bond, kan de contractuele wil van de partijen niet beheersen. Een arbeidsovereenkomst die betrekking heeft op een dwingende materie en die zelfs gedeeltelijk van openbare orde is, heeft de bovenhand over een reglementering die uitgaat van een privé instelling. De contractuele duur heeft de bovenhand op een reglementaire duur. De speler c die een overeenkomst sluit voor drie of vijf jaren is dus niet aan het einde van zijn overeenkomst na afloop van het eerste jaar. Het verschil in behandeling tussen hogere bedienden en betaalde sportbeoefenaars met betrekking tot het bedrag van de vergoeding betaalbaar in het geval van onrechtmatige beëindiging van de overeenkomst is ingegeven door de bekommernis voor stabiele contractuele relaties en de uitvoering te goeder trouw van de overeenkomsten en door de zorg om de strijd vaan te gaan tegen de praktijk van het systematisch wegkopen van sportbeoefenaars op een hoog niveau ten voordele van de meer bemiddelde clubs en ten nadele van de minder welgestelde clubs dit alles door niettemin een zekere professionele mobiliteit van de genoemde sportbeoefenaars toe te laten. Johan Vanden Eynde Advocaat 7/7

I. De professionele sport

I. De professionele sport I. De professionele sport 1 De federale regelgeving m.b.t. de arbeidsovereenkomst van de sportbeoefenaar 3 A. De arbeidsovereenkomst van de betaalde sportbeoefenaars 4 1. De arbeidsovereenkomst van de

Nadere informatie

sportbeoefenaar.(b.s. 12 september 1996). 1 Deels vernietigd bij Arbitragehof nr. 11/98, 11 februari 1998 (B.S. 21.II.1998)

sportbeoefenaar.(b.s. 12 september 1996). 1 Deels vernietigd bij Arbitragehof nr. 11/98, 11 februari 1998 (B.S. 21.II.1998) Decreet van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de nietprofessionele sportbeoefenaar.(b.s. 12 september 1996). 1 Deels vernietigd bij Arbitragehof nr. 11/98, 11 februari 1998 (B.S. 21.II.1998)

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Rechten en plichten van onze spelers. Philip Somers, Advocaat Markgravenstraat 49, 2200 Herentals Tel.014/21 30 53 Email : info@philipsomers.

Rechten en plichten van onze spelers. Philip Somers, Advocaat Markgravenstraat 49, 2200 Herentals Tel.014/21 30 53 Email : info@philipsomers. Rechten en plichten van onze spelers Philip Somers, Advocaat Markgravenstraat 49, 2200 Herentals Tel.014/21 30 53 LIERSE Aansluitingsdocument = lidmaatschap van K.Lierse.S.K. = de club van toewijzing Gevolg

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

RECHT OP DE AFBEELDING EN DE SPORTBEOEFENAAR. Het recht dat eenieder heeft op zijn afbeelding is een fundamenteel recht.

RECHT OP DE AFBEELDING EN DE SPORTBEOEFENAAR. Het recht dat eenieder heeft op zijn afbeelding is een fundamenteel recht. (recht op afbeelding rtf_00114631) 22/08686 RECHT OP DE AFBEELDING EN DE SPORTBEOEFENAAR Het recht dat eenieder heeft op zijn afbeelding is een fundamenteel recht. Nochtans beschermt geen enkele bijzondere

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Rolnummer 5087. Arrest nr. 156/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T

Rolnummer 5087. Arrest nr. 156/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T Rolnummer 5087 Arrest nr. 156/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 67, 81 en 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

Zaak C-415/93. VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond e. a. tegen J.-M. Bosman e. a.

Zaak C-415/93. VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond e. a. tegen J.-M. Bosman e. a. Zaak C-415/93 VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond e. a. tegen J.-M. Bosman e. a. (verzoek van het Hof van beroep te Luik om een prejudiciële beslissing) Vrij verkeer van werknemers Mededingingsregels

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENWERKING MET TUSSENPERSONEN

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENWERKING MET TUSSENPERSONEN REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENWERKING MET TUSSENPERSONEN Interpretatie Deze reglementering werd opgesteld om te voldoen aan de FIFA Regulations on Working with Intermediaries FIFA Reglementering ) en geldt

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport!

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! Het debat: Recent werd de hervorming van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, hierna afgekort KBVB, doorgevoerd waarbij

Nadere informatie

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007) Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007) Gewijzigd bij: Wet van 15 mei 2007 tot verbetering van het sociaal

Nadere informatie

KONINKLIJKE BELGISCHE IJSHOCKEY FEDERATIE VZW FEDERATION ROYALE BELGE DE HOCKEY SUR GLACE ASBL TRANSFER-REGLEMENT

KONINKLIJKE BELGISCHE IJSHOCKEY FEDERATIE VZW FEDERATION ROYALE BELGE DE HOCKEY SUR GLACE ASBL TRANSFER-REGLEMENT KONINKLIJKE BELGISCHE IJSHOCKEY FEDERATIE VZW FEDERATION ROYALE BELGE DE HOCKEY SUR GLACE ASBL TRANSFER-REGLEMENT TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Een Transferreglement (hierna NTR genoemd) wordt

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.891 ------------------------------ Zitting van woensdag 12 februari 2014 --------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.891 ------------------------------ Zitting van woensdag 12 februari 2014 -------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.891 ------------------------------ Zitting van woensdag 12 februari 2014 -------------------------------------------------- Harmonisering van het statuut arbeider/bediende Motivering

Nadere informatie

BIJLAGE 5. REGLEMENT VOETBALBOND

BIJLAGE 5. REGLEMENT VOETBALBOND BIJLAGE 5. REGLEMENT VOETBALBOND ARTIKEL III/17 BESLECHTING VAN GESCHILLEN 1. Principe De clubs gaan de verbintenis aan elk geschil betreffende hun rechten die voor arbitrage vatbaar zijn overeenkomstig

Nadere informatie

Het statuut van de sportbeoefenaar, een round-up

Het statuut van de sportbeoefenaar, een round-up Het statuut van de sportbeoefenaar, een round-up Sport is een vaste waarde geworden in onze maatschappij. Steeds meer mensen nemen deel aan het sportgebeuren, hetzij als hoofdactiviteit, hetzij als hobby.

Nadere informatie

Date de réception : 27/12/2011

Date de réception : 27/12/2011 Date de réception : 27/12/2011 Resumé C-577/11-1 Zaak C-577/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. B. N. O. WALRAVE, L. J. N. KOCH TEGEN ASSOCIATION UNION CYCLISTE INTERNATIONALE, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE WIELREN UNIE EN FEDERATION ESPANOLA CICLISMO. (VERZOEK

Nadere informatie

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2011 C.10.0279.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0279.F STAD CHARLEROI, Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het hof van cassatie, tegen T. N., Mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof ALGEMENE INHOUD 1 Algemene inhoud Register Deel I. GRONDWET Titel III. De machten Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten 141 143 Hoofdstuk VI. De rechterlijke

Nadere informatie

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas 1. Magistraten, Revisoren en Advocaten: drie beroepen met zware vereisten van morele orde die hun oorsprong vinden In de deontologische regels sensu stricto In de beroepsregels In de disciplinaire bepalingen

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Vrijheidsregeling - Transfer - Data

Vrijheidsregeling - Transfer - Data Vrijheidsregeling - Transfer - Data Dit document is een samenvatting van: De belangrijke in het oog te houden data Uittreksel uit de reglementaire voorschriften voor de vrijheidsaanvraag met heraansluiting

Nadere informatie

Hockeyclub La Gantoise, afdeling van de vzw ARA La Gantoise, met zetel te 9050 Gentbrugge, KBOnr. 0949.181.871 (hockey@gantoise.

Hockeyclub La Gantoise, afdeling van de vzw ARA La Gantoise, met zetel te 9050 Gentbrugge, KBOnr. 0949.181.871 (hockey@gantoise. Arbitrale Beslissing van 12 januari 2015 In zake: Hockeyclub La Gantoise, afdeling van de vzw ARA La Gantoise, met zetel te 9050 Gentbrugge, KBOnr. 0949.181.871 (hockey@gantoise.be), bijgestaan door meester

Nadere informatie

Decreet van 24 JULI 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar (B.S. 12.1X.1996) (gecoördineerde versie)

Decreet van 24 JULI 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar (B.S. 12.1X.1996) (gecoördineerde versie) Decreet van 24 JULI 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar (B.S. 12.1X.1996) (gecoördineerde versie) Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 5-2018 AFSTAND (RECHTSPLEGING) ALGEMEEN Algemeen - Afstand van geding - Afstand doende partij - Veroordeling in de kosten - Rechtsplegingsvergoeding - Toepassing Algemeen - Afstand

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

De hervorming van de Raad van State 2014: een eerste analyse van de voornaamste nieuwigheden

De hervorming van de Raad van State 2014: een eerste analyse van de voornaamste nieuwigheden De hervorming van de Raad van State 2014: een eerste analyse van de voornaamste nieuwigheden FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2016 C.16.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0142.F W. D., Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. I. H., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht (Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht mr. Ludo Vermeulen Inleiding Wettelijk pensioen werknemers zelfstandigen ambtenaren en huwelijksvermogensrecht Aanvullend pensioen Arbitragehof 26 mei 1999

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Cao nr. 109: het kennelijk onredelijk ontslag

Cao nr. 109: het kennelijk onredelijk ontslag FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Inleiding Cao nr. 109: algemeen Toepassingsgebied, recht op mededeling

Nadere informatie

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4790 Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006, gesteld door de Vrederechter van het

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden Inhoudstafel Einde 46 uitvoeringbesluiten 4 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad

Nadere informatie

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T Rolnummer 4255 Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T Rolnummer 2881 Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, eerste lid, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 NOVEMBER 2013 C.12.0405.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0405.F C. B., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. X. D. en, 2. V. B, Mr. Michèle Gregoire, advocaat

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Beslissing n 2018-03-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 APRIL 2019 S.15.0096.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0096.N VRIJE BASISSCHOLEN ZEDELGEM vzw, met zetel te 8210 Zedelgem, Groenestraat 29, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/03/2014

Datum van inontvangstneming : 13/03/2014 Datum van inontvangstneming : 13/03/2014 Vertaling C-65/14-1 Zaak C-65/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2014 Verwijzende rechter: Arbeidsrechtbank te Nijvel (België)

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de

Nadere informatie

Art. 16 Schorsing en/of beëindiging van toegekende toegangsrechten of van het Contract

Art. 16 Schorsing en/of beëindiging van toegekende toegangsrechten of van het Contract Art 1 Definities en interpretatie Een definitie wordt toegevoegd: Flexibele Toegang : Het regime dat van toepassing is op een Productie-eenheid waarvan de aansluiting, die conform de standaard vigerende

Nadere informatie

Rolnummer 4978. Arrest nr. 84/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4978. Arrest nr. 84/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4978 Arrest nr. 84/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 4, vierde lid, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde

Nadere informatie

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Vlaamse Regering ~~~ = ~= n-

Vlaamse Regering ~~~ = ~= n- Vlaamse Regering ~~~ = ~= n- Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse www.bellaw.be Onderwerp Bijzondere compenserende bijdrage voor het Sluitingsfonds: uitvoeringsbesluit gepubliceerd Datum 21 maart 2014 Copyright and

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 april 2003 S.01.0184.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.01.0184.F.- CORA, Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M.C. I. Bestreden beslissing Het cassatieberoep is gericht

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de

Nadere informatie

CONTRACT De tweede genoemde verbindt zich ertoe om de opdrachten met alle vereiste zorg en ijver uit te voeren

CONTRACT De tweede genoemde verbindt zich ertoe om de opdrachten met alle vereiste zorg en ijver uit te voeren CONTRACT TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN : 1 hierna genoemd «EERSTGENOEMDE» EN 2... hierna genoemd «TWEEDE GENOEMDE» ARTIKEL 1 : VOORWERP 1.1. De eerstgenoemde vertrouwt aan de tweede genoemde transport opdrachten

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE SOCIALE GEVOLGEN VAN DE INVOERING VAN NIEUWE TECHNOLOGIEEN ------------------ Gelet op de

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

FORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak

FORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak BTW FORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak De feiten Artikel 60 van de wet van 30 juli 2013 heeft, met ingang van 1 januari 2014, de vroegere btw-vrijstelling

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse www.bellaw.be Onderwerp Wet op het eenheidsstatuut schaft het proefbeding af Datum 18 december 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Concurrentie en afwerving in de relatie werkgever en werknemer

Concurrentie en afwerving in de relatie werkgever en werknemer Concurrentie en afwerving in de relatie werkgever en werknemer In het huidige economische klimaat worden de onderlinge verhoudingen tussen ondernemingen meer nog dan anders op de proef gesteld. Ook tussen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2008 C.05.0223.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0223.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. B. P., 2. AXA BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

BIJLAGE. Nieuwe regeling opzeggingstermijnen voor werknemers vanaf 2014

BIJLAGE. Nieuwe regeling opzeggingstermijnen voor werknemers vanaf 2014 BIJLAGE. Nieuwe regeling opzeggingstermijnen voor werknemers vanaf 2014 Algemeen Er is een nieuwe regeling ter bepaling van de opzeggingstermijnen uitgewerkt die in werking treedt op 1 januari 2014. De

Nadere informatie

3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden

3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden BIJLAGE ARBEIDSREGLEMENT BEEINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST Art. 23 : Opzegging De opzegging gebeurt op straf van nietigheid op één van de hiernavolgende wijzen : Indien de opzegging uitgaat van de

Nadere informatie

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt CONTRAST SEMINARS 20 FEBRUARI 2013 KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT I. DE GEWIJZIGDE WETGEVING INZAKE SCHIJNZELFSTANDIGHEID SCHIJNZELFSTANDIGHEID Schijnzelfstandigheid: partijen kwalificeren hun arbeidsrelatie

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement ZBSD

Huishoudelijk Reglement ZBSD Huishoudelijk Reglement ZBSD Artikel 1: naam zetel duur -oprichting De vereniging heeft de naam Zeeuws- Brabantse Sportvereniging voor Doven (ZBSD) en is gevestigd te Bergen op Zoom Zij is opgericht op

Nadere informatie

3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden

3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden BIJLAGE ARBEIDSREGLEMENT BEEINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST Art. 23 : Opzegging De opzegging gebeurt op straf van nietigheid op één van de hiernavolgende wijzen : Indien de opzegging uitgaat van de

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld - Bedienden - Veranderlijk loon - Enkel en dubbel vakantiegeld - Berekening - Art. 39, K.B. 30 maart 1967 Datum 15 januari 1996 Copyright

Nadere informatie

Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities Aanbieder Afspraak: Algemene Voorwaarden: Beloning: Contract: Gedragscode Linkd: Promotiemateriaal

Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities Aanbieder Afspraak: Algemene Voorwaarden: Beloning: Contract: Gedragscode Linkd: Promotiemateriaal Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Aanbieder: aanbieder(s) van Producten met wie Linkd op enig moment samenwerkt, zoals omschreven in de Overeenkomst.

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND TUSSEN: GEMEENTE MERKSPLAS, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen,

Nadere informatie

Arbeidsovereenkomst betaalde volleybalspeler voor bepaalde duur

Arbeidsovereenkomst betaalde volleybalspeler voor bepaalde duur Arbeidsovereenkomst betaalde volleybalspeler voor bepaalde duur TUSSEN: - VZW, met zetel te.,..., rechtspersoon die de Volleybal Club. vertegenwoordigt, volgens haar statuten rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. 30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 HOOFDSTUK VI : WEDERZIJDSE

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.391 ---------------------------------- Raadszitting van woensdag 20 februari 2002 -------------------------------------------------------------- Behoud van het recht van sommige oudere

Nadere informatie

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel

Nadere informatie

Recente en toekomstige evoluties inzake geschillen over overheidsopdrachten. Dirk De Keuster Bert Kelchtermans Advocaten

Recente en toekomstige evoluties inzake geschillen over overheidsopdrachten. Dirk De Keuster Bert Kelchtermans Advocaten Recente en toekomstige evoluties inzake geschillen over overheidsopdrachten Dirk De Keuster Bert Kelchtermans Advocaten : I. GUNNING II. UITVOERING B. Nieuwigheden: I. INFORMATIEVERPLICHTING II. WACHTTERMIJN

Nadere informatie

NIEUWE OPZEGTERMIJNEN VANAF 2012. 1. Toepassing in de tijd van de nieuwe reglementering

NIEUWE OPZEGTERMIJNEN VANAF 2012. 1. Toepassing in de tijd van de nieuwe reglementering 1 NIEUWE OPZEGTERMIJNEN VANAF 2012 1. Toepassing in de tijd van de nieuwe reglementering De nieuwe reglementering is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering is ingegaan vanaf 1

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie