Instelling. Onderwerp. Datum

Transcriptie

1 Instelling SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse Onderwerp Bijzondere compenserende bijdrage voor het Sluitingsfonds: uitvoeringsbesluit gepubliceerd Datum 21 maart 2014 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2014 M&D SEMINARS Eikelstraat De Pinte T F info@mdseminars.be

2 t.e.m. 20 maart Inhoud Hof van Justitie legt het ontbrekende stukje in de puzzel van de ontslagbescherming bij ouderschapsverlof Bijzondere compenserende bijdrage voor het Sluitingsfonds: uitvoeringsbesluit gepubliceerd Hof van Justitie legt het ontbrekende stukje in de puzzel van de ontslagbescherming bij ouderschapsverlof H.v.J. nr. C-588/12 van 27 februari 2014 (Lyreco Belgium / S.R.) Op 27 februari jl. heeft het Hof van Justitie een belangrijk arrest uitgesproken in een Belgische zaak over ouderschapsverlof. Het was niet de eerste keer dat het Hof van Justitie zich over de Belgische regeling van het ouderschapsverlof boog. Het Hof van Justitie deed dat al in 2009 in het arrest Meerts. In dat arrest besliste het Hof van Justitie dat het onverenigbaar is met de Europese Ouderschapsrichtlijn de opzeggingsvergoeding van een werknemer in deeltijds ouderschapsverlof te berekenen op basis van het verminderde loon dat de werknemer ontvangt op het tijdstip van het ontslag (zie SoCompact nr ). Het arrest Meerts gaf aanleiding tot een aanpassing van de Wet Loopbaanonderbreking. Sindsdien is het duidelijk dat wanneer een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende een periode van deeltijds ouderschapsverlof, de werknemer recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op het voltijds loon waarop hij recht had vóór het ouderschapsverlof inging (zie SoCompact nr ). De regeling van het ouderschapsverlof bevat, zoals u ongetwijfeld weet, een ontslagbescherming. Die ontslagbescherming bestaat erin dat een werknemer met ouderschapsverlof enkel kan worden ontslagen om een dringende reden of een voldoende reden, zijnde een reden die vreemd is aan het ouderschapsverlof. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst van de werknemer eenzijdig beëindigt zonder een dringende reden of een voldoende reden, moet de werkgever een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan het loon voor zes maanden.

3 Onder juristen bestond discussie over de vraag of uit het arrest Meerts kan worden afgeleid dat niet alleen de opzeggingsvergoeding, maar ook de forfaitaire beschermingsvergoeding die is verschuldigd aan een voltijdse werknemer die deeltijds ouderschapsverlof heeft genomen, moet worden bepaald aan de hand van het loon dat de werknemer zou hebben verdiend indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd in het kader van ouderschapsverlof. Aan die nog bestaande onzekerheid over de berekeningsbasis van de beschermingsvergoeding bij ouderschapsverlof is nu een einde gekomen met het hierboven vermelde arrest van het Hof van Justitie van 27 februari In dat recente arrest oordeelt het Hof van Justitie dat wanneer een voor onbepaalde duur aangeworven voltijdse werknemer tijdens zijn deeltijds ouderschapsverlof onwettig is ontslagen, de forfaitaire beschermingsvergoeding - zoals die is vastgelegd in de Belgische regelgeving - om aan de vereisten van de Europese regelgeving te voldoen, moet worden bepaald op basis van het loon van deze werknemer voor voltijdse prestaties. De belangrijkste argumenten die het Hof van Justitie tot dit besluit hebben gebracht zijn: wanneer de forfaitaire beschermingsvergoeding wordt berekend op basis van het verminderde loon dat tijdens het deeltijds ouderschapsverlof is betaald, bestaat het gevaar dat de ontslagbescherming onvoldoende afschrikkende werking heeft om te kunnen verhinderen dat werknemers tijdens hun deeltijds ouderschapsverlof worden ontslagen; de berekening van de beschermingsvergoeding aan de hand van het verminderde loon zou bepaalde werknemers er bovendien kunnen van weerhouden ouderschapsverlof te nemen en is aldus in strijd met de doelstelling van de Europese ouderschapsrichtlijn de mogelijkheid te bieden werk en gezinsleven beter te combineren; ten slotte strookt de berekening van de beschermingsvergoeding aan de hand van het verminderde loon niet met de Europese regel die bepaalt dat de op datum van de ingang van het ouderschapsverlof door de werknemer verworven rechten of rechten in wording, ongewijzigd behouden blijven tot het einde van het ouderschapsverlof. Conclusie Een voltijdse werknemer die deeltijds ouderschapsverlof heeft genomen en wiens arbeidsovereenkomst wordt beëindigd zonder een opzeggingstermijn, heeft recht op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het voltijds loon dat hij verdiende vóór de vermindering van zijn arbeidsprestaties. Wanneer de rechter vaststelt dat de arbeidsovereenkomst werd beëindigd zonder dringende reden en zonder voldoende reden, kan hij de werkgever bovendien veroordelen tot de betaling van een forfaitaire beschermingsvergoeding gelijk aan zes maanden voltijds loon. Ann Taghon. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het Sociaal Compendium 12-13, hét standaardwerk van het Belgisch arbeids- en socialezekerheidsrecht (

4 Bijzondere compenserende bijdrage voor het Sluitingsfonds: uitvoeringsbesluit gepubliceerd KB 9 maart 2014 tot uitvoering van artikel 38, 3quindecies van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 20 maart 2014, 2de editie) RSZ-instructies 2014/01 ( Zoals u weet, heeft de wet op het eenheidsstatuut een nieuwe bijzondere compenserende bijdrage ingevoerd bestemd voor het Fonds voor sluiting van ondernemingen (afgekort als het Sluitingsfonds). Een bespreking van die nieuwe bijdrage gaven we u in onze SoCompact nr De bijdrage is verschuldigd op de ontslagvergoeding betaald aan een werknemer naar aanleiding van: de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, of, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord. De bijdrage wordt evenwel enkel berekend op het deel van de ontslagvergoeding dat is opgebouwd op basis van de geleverde prestaties vanaf 1 januari In zijn administratieve instructies verduidelijkt de RSZ dat ook bij een beëindiging in onderling akkoord, de bijdrage enkel verschuldigd is op het deel van de ontslagvergoeding dat betrekking heeft op de periode vanaf 1 januari De werkgever moet in dit geval het bedrag van de ontslagvergoeding proratiseren in functie van de prestaties. Het bijdragepercentage verschilt al naargelang de hoogte van het jaarloon van de werknemer: Voor de bepaling van het jaarloon werd een formule uitgewerkt die vertrekt van de loon- en prestatiegegevens van het laatste kwartaal waarin prestaties werden aangegeven. De factoren waaruit die formule is opgebouwd, moesten wel nog verder uitgewerkt worden door een koninklijk besluit. Het koninklijk besluit dat voor die uitwerking zorgt, werd gisteren in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Voor een omschrijving van deze formule en de erin gebruikte factoren, verwijzen we u naar de informatie op Ester Van Oostveldt. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het Sociaal Compendium 12-13, hét standaardwerk van het Belgisch arbeids- en socialezekerheidsrecht (

5 SoCompact is het e-zine van Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse. Driekoningenstraat 3, 9051 Gent/SDW T: 09/ info.ve@bellaw.be -