CIRRO DRAAIBOEK CONTEXT LOGO S V2.0 (00)

Transcriptie

1 / draaiboek CIRRO DRAAIBOEK CONTEXT LOGO S V2.0 (00) voor Logo s en partnerorganisaties met een ondersteuningsaanbod voor Logo s /

2 Inhoudstafel 1 Inleiding 4 UITWISSELINGSPLATFORM CIRRO 4 CIRRO UITBREIDING 5 BEDOELING VAN DIT DOCUMENT 6 BASISELEMENTEN 6 ALGEMENE ONTWERPPRINCIPES VAN HET PLATFORM Gebruikte termen Gescheiden platform contexten 7 2 Definities 8 OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BASISELEMENTEN 8 DOELSTELLING (STRATEGISCHE DOELSTELLING) 9 BELEIDSTHEMA 9 PROBLEMATIEK 10 PREVENTIESTRATEGIE 10 OPERATIONELE DOELSTELLING (ACTIEFOCUS) 10 METHODIEKEN Ondersteuningsmiddel Actiestrategie Pakket en methodiek Vrijheidsgraden 12 ACTIE/PROJECT 13 RESULTAATGEBIED Aanbieden van informatie, documentatie en advies Ontwikkelen Dissemineren Ondersteunen van de implementatie Uitvoeren naar einddoelgroep 15 VERFIJNINGEN BIJ DE BASISELEMENTEN Status Actie/Projectstatus Type organisatie Vrijheidsgraden Opdracht Projectsubsidiëring 16 3 Relaties tussen entiteiten 16 DOELSTELLING - BELEIDSTHEMA - PREVENTIESTRATEGIE 16 DOELSTELLING - PROBLEMATIEK -OPERATIONELE DOELSTELLING 16 operationele doelstelling ACTIE/project - actiestrategie - ondersteuningsmiddelen 17 4 Rollen bij de basiselementen 17 DOELSTELLING Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie 18 BELEIDSTHEMA Zorg en Gezondheid Logo CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 2/31

3 4.2.3 Partnerorganisatie 18 Problematiek Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie 18 PREVENTIESTRATEGIE Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie 19 OPERATIONELE DOELSTELLING Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie 21 ACTIESTRATEGIE Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie 21 METHODIEK EN ONDERSTEUNINGSMIDDEL Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie Formulier voor invoegen van methodiek en ondersteuningsmiddel 22 ACTIE/PROJECT Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie Sjabloon voor invoegen actie/project door Logo Vraag en antwoord bij projecten 24 RESULTAATGEBIED Zorg en Gezondheid Logo Partnerorganisatie 25 5 Samenwerking 25 PROJECTSAMENWERKING 25 6 Netwerk, netwerkbereik en adoptie 25 THEORETISCH NETWERK 26 NETWERKBEREIK EN ADOPTIE 27 7 Gebruik van ondersteuningsmiddelen 28 VRAAG EN ANTWOORD BIJ ONDERSTEUNINGSMIDDELEN 28 feedback over welke ondersteuningsmiddelen gebruikt worden in ACTIES/projecten 28 feedback over gebruik van Ondersteuningsmiddelen en over actie/project 29 8 Verslaggeving 29 9 Rapporten Notificatie Toegang tot CIRRO Helpdesk CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 3/31

4 1 Inleiding UITWISSELINGSPLATFORM CIRRO In 2009 is het Agentschap Zorg en Gezondheid gestart met de ontwikkeling van een ICT-systeem, dat later de benaming uitwisselingsplatform heeft gekregen en recent de officiële benaming CIRRO (Communicatie Interactie Resultaatsgerichtheid Registratie Ondersteuning). De ontwikkeling van dit uitwisselingsplatform kadert binnen een ruimer ICT- programma van Zorg en Gezondheid waarin allerlei organisaties hun dossiers elektronisch kunnen indienen en opvolgen. De doelstelling van waaruit Zorg en Gezondheid initiatief heeft genomen om een uitwisselingsplatform te ontwikkelen, is de volgende: De werking (o.a. de activiteiten met betrekking tot projectmatige werking en netwerking) van organisaties zoals Logo's (en later ook voor partnerorganisaties, organisaties met terreinwerking, CGG, SEL s, individuele zorgaanbieders en ad hoc organisaties) ondersteunen, opvolgen, evalueren en aansturen. Dit via een actueel gehouden registratieen opvolgsysteem. Dit systeem moet een gebruiksinstrument worden die een win-win situatie creëert voor alle betrokken actoren: 1. In eerste instantie moet dit een hulpmiddel worden voor organisaties om met betrokken externe actoren (projectmatige) informatie uit te wisselen, samen te werken met andere actoren met het oog op planmatig en projectmatig werken binnen een vooraf bepaald kader (basismethodiek met vrijheidsgraden); 2. om zo in een beweging de nodige gegevens te verzamelen die nodig zijn voor het agentschap (administratieve gegevens, registratiegegevens voor het uitvoeren van controles op erkenningen en subsidies, beleidsrapportering). Naast informatie over acties door de Logo's is er op termijn ook info nodig over de acties door de uitvoerders in het Logo-netwerk (preventieorganisaties) en later ook over de acties van organisaties met terreinwerking of partnerorganisaties die ondersteuning bieden; 3. het agentschap moet via deze tool de prioriteiten kunnen invullen en wijzigen binnen de beleidsdoelstellingen. Daarop wordt gerapporteerd en opgevolgd of daar ook de juiste reactie uit voortkomt en de projecten gestart worden; Er wordt gestart met de Logo's. De keuze om te starten met de Logo s is ingegeven door de nieuwe regelgeving, meer bepaald het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Logo s van 30 januari De geografische hervormingen en de nieuwe invulling van de Logo-opdrachten sinds deze regelgeving vereisten een aangepaste wijze van rapportering en opvolging. Het vroegere registratiesysteem dat sinds 2003 bestond, is niet meer toereikend voor de hervormde sector vanaf Hoewel gestart wordt met de sector van de Logo s, is het uitwisselingsplatform zowel bij analyse als bij ontwikkeling zo veel mogelijk generiek opgevat, opdat later ook andere sectoren ermee zouden kunnen werken. Bij het ontwikkelen van het systeem is getracht rekening te houden met 5 vooropgestelde basisprincipes: CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 4/31

5 1. Van een registratie-instrument naar een werkinstrument - Zoveel mogelijk toegevoegde waarde halen uit de opgelegde registraties - Zo efficiënt mogelijk registreren - Spontaan gebruik vanzelfsprekend maken 2. Ondersteunen van de eigen werking van de organisatie en van de uitvoering van projecten - Het werk van de Logo s vergemakkelijken - De effecten van de projecten maximaliseren - De zichtbaarheid van de effecten maximaliseren (reguliere werking) - De transparantie op het verloop van de projecten voor de Logo s verhogen - Kennisdeling en informatieuitwisseling bevorderen - Erkennen dat elk project uniek is - Gestuurd vanuit methodieken, beste praktijken, etc. 3. Betere samenwerking - Met het netwerk - Met Zorg en Gezondheid - Tussen de Logo s 4. Vanuit de behoeften betrokken actoren 5. Die generiek kunnen vertaald worden naar andere door Zorg en Gezondheid aangestuurde organisaties - Vanuit een streven naar een efficiënte aanwending van de beschikbare middelen - Vanuit een streven naar een betere samenwerking en naar de uitwisseling van beste praktijken CIRRO UITBREIDING Op basis van de conclusies uit de business analyse en diverse werkgroepen is in 2015 door de CIRRO stuurgroep binnen Zorg en Gezondheid beslist om van start te gaan met de functionele analyse en de ontwikkeling van een CIRRO uitbreiding naar twee nieuwe contexten, nl. context PO/OT (partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking) en context CGG (Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg) en Vanaf CIRRO 5.0 (mei 2016) wordt de toegang geregeld naargelang de context (= organisatie voor bv. context Logo s, context partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking of context CGG), waar dit tot nu toe eenzelfde toegang is voor alle gebruikers tot de Logo-context. In deze versie is ook de koppeling met het gebruikersbeheer van ehealth voorzien. Elke organisatie beheert haar gebruikers zelf voor toegang tot CIRRO via het ehealth toegangsbeheer CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 5/31

6 BEDOELING VAN DIT DOCUMENT Dit document heeft als bedoeling het conceptueel model waarop het uitwisselingsplatform CIRRO is gebaseerd, aan de verschillende gebruikers uit te leggen op een niet-technische manier. Er zal verduidelijkt worden uit welke elementen het platform bestaat, wat de relaties tussen deze verschillende elementen zijn en op welke manier elke gebruiker toegang zal hebben tot het platform, m.a.w. hoe het systeem dagdagelijks gebruikt kan worden door de verschillende actoren. Het draaiboek is te beschouwen als een document in ontwikkeling aangezien het systeem in fasen ontwikkeld wordt en het zeer waarschijnlijk is dat ook na de ingebruikname nog verdere verduidelijkingen moeten neergeschreven worden. Elke nieuwe versie van het draaiboek zal genummerd worden, waarbij de meest relevante versie door Zorg en Gezondheid zal bezorgd worden aan de organisaties die het systeem zullen gebruiken. Voorliggende versie van het draaiboek is geschreven ter ondersteuning van CIRRO v5.0. Het draaiboek wordt regelmatig geactualiseerd. Het is belangrijk erop te wijzen dat CIRRO de regelgeving of andere taakafspraken niet vervangt. BASISELEMENTEN Een basiselement (ook wel entiteit) binnen het systeem is een betekenisvol element dat op de schermen zal verschijnen, en dat toelaat de werking van een organisatie in te geven in het systeem zodat het zichtbaar is in de eerste plaats voor de eigen organisatie, maar ook voor de overheid, partnerorganisaties of andere betrokken organisaties. Het doorlopen van de verschillende basiselementen maakt het dus voor een gebruiker mogelijk zijn actie/project zichtbaar te maken, te presenteren en dit op een gestructureerde wijze die iedere gebruiker kent en hanteert. Figuur 1: Ontwerp startpagina met zicht op de basiselementen van het systeem De verschillende basiselementen uit het systeem worden in hoofdstuk 2 gedefinieerd CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 6/31

7 Naast de definities van deze basiselementen moeten ook de relaties tussen verschillende basiselementen worden gedefinieerd, zodat verschillende organisaties op een zo eenduidig mogelijke manier van het systeem gebruik maken. De relaties tussen de verschillende basiselementen wordt verduidelijkt in hoofdstuk 3. Het systeem kent verschillende soorten van gebruikers (overheid, partnerorganisaties, Logo s, terreinorganisaties, enz.). Elk soort organisatie heeft bepaalde rechten en plichten binnen het systeem, bepaalde rollen zullen voorbehouden blijven voor bepaalde organisaties. Deze rollen worden verduidelijkt in hoofdstuk 4. Deze vastgelegde gebruikersrechten en -plichten en specifieke rollen zijn gebaseerd op de ideale complementaire samenwerking van de betrokken organisaties, met ieders eigen toegewezen opdrachten. Basiselementen Voorbeelden van basiselementen in de context van het uitwisselingsplatform zijn: Doelstelling (hoofd en sub) o.a. Gezondheidsdoelstelling, thema s Operationele doelstelling (afgekort AF Actiefocus) Actie of project Methodieken en ondersteuningsmiddelen ALGEMENE ONTWERPPRINCIPES VAN HET PLATFORM Gebruikte termen In dit document worden volgende termen gebruikt: Actor, algemene term voor organisaties of groepen van organisaties in een bepaalde rol Gebruiker, de gebruiker ingelogd in het systeem Eigenaar, de gebruiker die een bepaald object heeft aangemaakt Agentschap Zorg en Gezondheid of Zorg en Gezondheid, actueel voornamelijk afdelingen Preventie en Gespecialiseerde Zorg Partnerorganisatie, die beheersovereenkomst heeft met Zorg en Gezondheid, hierna afgekort als PO Organisatie met terreinwerking, die beheersovereenkomst heeft met Zorg en Gezondheid, hierna afgekort als OT Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, dat overeenkomst heeft met Zorg en Gezondheid, hierna afgekort als CGG Gescheiden platform contexten Het platform is ontworpen met een bepaalde toepassingscontext: de eerste toepassingscontext is deze van de Logo-werking, gevolgd door die van de werking van de partnerorganisaties (PO) en organisaties met terreinwerking (OT) en een derde van de CGG-werking. Alle uitvallijsten worden gedefinieerd binnen een context. Dit wil zeggen dat alle partnerorganisaties die een ondersteuningsaanbod hebben voor Logo s, reeds in de beginfase dit ondersteuningsaanbod konden visualiseren in het platform voor de Logo-context. CIRRO wordt als inventaris van kwaliteitsvolle preventiemethodieken en ondersteuningsmiddelen ook binnen de PO/OTcontext en binnen de CGG-context ingezet, nl. voor die methodieken en ondersteuningsmiddelen waarbij de Logo s al dan niet betrokken zijn CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 7/31

8 Context Uitwisseling met Logo s De actoren voor gebruik van platform binnen deze context zijn: Interne uitwisseling: Agentschap Zorg en Gezondheid: afdeling Preventie Lokale organisaties: Logo s Partnerorganisaties en eventueel andere organisaties met een kwalitatief ondersteuningsaanbod voor Logo s Consulteren van publiek gedeelte via rapporten: Preventieorganisaties 1 uit het Logo-netwerk Eventueel andere contexten zijn nog te bepalen in de toekomst. 2 Definities OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BASISELEMENTEN Onderstaande figuur geeft een overzicht van de belangrijkste basiselementen binnen het systeem. In dit hoofdstuk zullen de afzonderlijke basiselementen worden gedefinieerd, terwijl de relaties tussen deze basiselementen in hoofdstuk 3 behandeld worden. 1 Definitie uit BVR van 16 mei 2014 houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van uitvoeringsbesluiten: preventieorganisaties zijn de gemeente- en OCMW-besturen, verenigingen, organisaties, of plaatselijke of regionale afdelingen ervan, met een werking binnen het werkgebied van een Logo, die een meerwaarde kunnen bieden aan de locoregionale uitvoering van het preventieve gezondheidsbeleid in dat werkgebied;, vermeld in artikel 36, CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 8/31

9 DOELSTELLING (STRATEGISCHE DOELSTELLING) Binnen het platform kunnen twee niveaus van doelstelling worden onderscheiden. Een hoofddoelstelling is een gesteld objectief waarmee gezondheidswinst wordt beoogd. bv. Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft. Een subdoelstelling is een concretisering van een hoofddoelstelling. Een subdoelstelling is het laagst mogelijke niveau waarop binnen het platform een doelstelling kan geformuleerd worden. bv. Tegen 2015 blijft het percentage personen met een gezond gewicht minstens behouden. Opmerking: een hoofddoelstelling is niet noodzakelijkerwijs een Vlaamse gezondheidsdoelstelling en niet iedere hoofddoelstelling heeft noodzakelijkerwijze subdoelstellingen. BELEIDSTHEMA Een beleidsthema is een beleidsmatig naar voor geschoven prioriteit binnen het gebied van de preventieve gezondheid. In Art. 1 van het besluit betreffende de subsidiëring en erkenning van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking ter uitvoering van het preventiedecreet is beleidsthema als volgt gedefinieerd: een thematisch gebied binnen het preventieve gezondheidsbeleid waarrond de Vlaamse overheid initiatieven neemt.bv. Voeding, Tabak, Val- en fractuurpreventie, Gezondheid en milieu, gezonde gemeente, enz CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 9/31

10 PROBLEMATIEK Een problematiek omschrijft een bestaand probleem op vlak van gezondheid (een gezondheidsprobleem), waartegen preventieve acties mogelijk zijn. Een problematiek is steeds gekoppeld aan een operationele doelstelling (zie verder). bv. overgewicht bij jongeren, alcoholmisbruik PREVENTIESTRATEGIE Preventiestrategie verwijst naar de term zoals gehanteerd in het preventiedecreet van 2003, in het kader van het werken met Vlaamse gezondheidsdoelstellingen: Art De gezondheidsconferentie, bedoeld in artikel 13, 1, formuleert een voorstel van een nieuwe of te herziene Vlaamse gezondheidsdoelstelling. Dit voorstel bevat: a) de formulering van de Vlaamse gezondheidsdoelstelling zelf; b) de nodig geachte preventiestrategieën om de voorgestelde Vlaamse gezondheidsdoelstelling te kunnen realiseren binnen de gestelde termijn en op een zo doelmatig mogelijke wijze; c) een onderbouwde simulatie van de voor b) nodig geachte middelen, rekening houdend met de al ter beschikking gestelde middelen. Kortweg: een preventiestrategie is de manier waarop een Vlaamse gezondheidsdoelstelling zal worden gerealiseerd en situeert zich op een hoger niveau dan actiestrategie, een term die verder aan bod komt. Opmerking: daar waar mogelijk worden preventiestrategieën in het uitwisselingsplatform aan bepaalde hoofden/of subdoelstellingen gekoppeld. OPERATIONELE DOELSTELLING (ACTIEFOCUS) Een operationele doelstelling geeft aan op welke manier het bereiken van een bepaalde doelstelling zal worden nagestreefd, het is de focus waarop een actor zich zal richten. Aan een operationele doelstelling is doorgaans een bepaalde problematiek gekoppeld: de omschrijving van een probleem met betrekking tot gezondheid waarop de operationele doelstelling een antwoord biedt. Een operationele doelstelling wordt toegewezen aan één of meerdere organisaties. Een bepaalde operationele doelstelling wordt altijd in een bepaald resultaatgebied 2 of in een combinatie van verschillende resultaatgebieden aan een organisatie toegewezen. Door verschillende organisaties in verschillende resultaatgebieden aan een operationele doelstelling toe te wijzen, wordt samenwerking tussen deze organisaties binnen een bepaalde operationele doelstelling bevorderd. De term resultaatgebied wordt verder toegelicht in 2.9. METHODIEKEN Om operationele doelstellingen te realiseren is er nood aan methodieken. 2 Definitie uit BVR van 16 mei 2014 houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van uitvoeringsbesluiten: resultaatgebied is een gebied waarbinnen resultaten moeten worden behaald door acties uit te voeren, vermeld in Art. 51, CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 10/31

11 Een preventiemethodiek is een geheel van vaste, weldoordachte werkwijzen die in het preventieve gezondheidsbeleid gevolgd moeten worden om een bepaalde doelstelling te bereiken. Een methodiek wordt meestal geconcretiseerd via ondersteuningsmiddelen Ondersteuningsmiddel Ondersteuningsmiddelen kunnen materialen of diensten zijn. Een materiaal is een tastbaar, afgewerkt product dat aan doelgroep aangeboden wordt. bv. een affiche, folder, brochure, poster, draaiboek, stappenteller, een powerpointpresentatie. Een dienst wordt geleverd met het oog op de verwezenlijking van een project en is een niet tastbaar middel dat aan een doelgroep aangeboden wordt. bv. een website, een gecentraliseerde inschrijvingsmogelijkheid om deel te nemen aan een wedstrijd, een infosessie geven, coaching, persoonlijk advies aan de hand van een online test, vorming, workshop. Die kunnen losstaand toegepast worden of een geheel vormen. Als er sterk op wordt aangedrongen om ze als geheel toe te passen, spreken we van een pakket (zie verder) Actiestrategie Een actiestrategie duidt aan via welke weg de methodiek binnen een matrix werkzaam is. Tot nu toe is gebleken dat volgende 8 achtstrategieën voldoen voor het preventieve gezondheidsbeleid. Om een effectief preventiebeleid te realiseren is het nodig in te grijpen via verschillende actiestrategieën. Dit kan binnen één methodiek of een samengaan van verschillende methodieken. 1. Informeren en sensibiliseren van doelgroep 3 en/of naaste omgeving 2. Informeren en sensibiliseren van intermediairs 4 = kennis en bewustmaking, weten, motiveren 3. Vaardigheden versterken bij doelgroep en/of naaste omgeving 4. Deskundigheidsbevordering bij intermediairs = kunnen en doen, handelen, acties ondernemen die leiden tot interventie = doe-gericht 5. Omgevingsinterventies opzetten (bv. om gezonde keuzes te bevorderen) 6. Pleitbezorging voor en ondersteuning van structureel beleid 7. (Vroeg)detectie organiseren en uitvoeren 8. (Vroeg)interventie organiseren en uitvoeren 1-4 = educatie 5-6 = structurele maatregelen = zorg en begeleiding 3 De doelgroep is de einddoelgroep en/of naaste omgeving zoals peergroup. 4 De organisaties en zorgaanbieders die een meerwaarde kunnen bieden voor het preventief gezondheidsbeleid. 5 In de gezondheidsmatrix voor het onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen structurele maatregelen met betrekking tot gezondheidsbevordering en afspraken en regelgeving. In feite zijn afspraken en regelgeving ook structurele maatregelen CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 11/31

12 Per setting kan een matrix opgemaakt worden met in de lijnen deze actiestrategieën en in de kolommen de doelgroepen. Informeren en sensibiliseren (1 en 2) kunnen samen genomen worden in één lijn, idem voor Vaardigheden versterken en Deskundigheidsbevordering (3 en 4) Pakket en methodiek We spreken van een pakket van ondersteuningsmiddelen als de methodiekontwikkelaar aangeeft dat die samen dienen te worden aangeboden en uitgevoerd. Dit kan binnen één of binnen meerdere actiestrategieën. Voor methodieken wordt bij een pakket aangegeven dat het om een methodiek gaat en wordt bijkomende informatie ingevuld ( leidraad voor de ontwikkeling en beoordeling van preventiemethodieken) Vrijheidsgraden Vrijheidsgraden geven aan in hoeverre een ondersteuningsmiddel al dan niet verplicht te gebruiken is door de organisatie waar het ondersteuningsmiddel voor bedoeld is. Volgende gradaties zijn momenteel voorzien : verplicht, aanbevolen, optioneel en ter informatie. Wanneer Verplicht of Aanbevolen? Als een project gekozen wordt met een bepaalde actiestrategie waaraan een verplicht ondersteuningsmiddel is gekoppeld, moet dit ondersteuningsmiddel worden aangewend. Uiteraard zijn bijkomend ook andere ondersteuningsmiddelen toegelaten. Een ondersteuningsmiddel waarbij de vrijheidsgraad Verplicht is aangegeven, heeft voor de organisatie waarvoor het bedoeld is, voorrang op de ondersteuningsmiddelen met vrijheidsgraad Aanbevolen, Optioneel of Ter informatie. Als het een aanbevolen ondersteuningsmiddel betreft, zal de organisatie een grotere vrijheid hebben dit al dan niet mee te nemen in het project. Het kan hier een ondersteuningsmiddel betreffen dat niet zo relevant is als het verplichte ondersteuningsmiddel voor het werken aan de operationele doelstelling. Wanneer Optioneel? Dit geldt voor een ondersteuningsmiddel dat niet verplicht of aanbevolen is door de experten maar wel aanvullend kan meegenomen bovenop de verplichte of aanbevolen ondersteuningsmiddelen. Wanneer Ter informatie? Dit geldt voor een ondersteuningsmiddel dat deel uitmaakt van de inventaris van methodieken en geeft het gebruik ervan aan. Het is informatief voor de organisaties die disseminatie of ondersteuning doen. Een project zal hierop niet gebaseerd worden maar het ondersteuningsmiddel met deze vrijheidsgraad kan wel meegenomen worden in een project als informatie voor de preventieorganisaties. Het voordeel is dat de organisaties die aan disseminatie of ondersteuning doen een ruimer beeld krijgen van het aanbod. De vrijheidsgraden Optioneel en Ter informatie worden onder andere gebruikt bij methodieken/ ondersteuningsmiddelen waarvan nog niet gekend is of ze voldoende onderbouwd zijn of als er alternatieve methodieken/ondersteuningsmiddelen zijn die prioriteit krijgen vanuit Zorg en Gezondheid in overleg met de eigenaar van het ondersteuningsmiddel of de methodiek. Methodieken/ondersteuningsmiddelen kennen immers ook een ontwikkelingsproces en zouden daarna kunnen overgaan naar de vrijheidsgraden optioneel, aanbevolen en verplicht. Ook bij actiestrategieën zijn vrijheidsgraden aangegeven. Als verplicht aangegeven wordt, wijst dit erop dat dit een actiestrategie is die verplicht mee te nemen is bij een project als deze valt onder de gekozen operationele doelstelling. Het kan zijn dat een methodiek meerdere actiestrategieën omvat waarvan bepaalde verplicht zijn, bv. informeren en sensibiliseren van doelgroep en/of naaste omgeving en andere dan weer CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 12/31

13 optioneel kunnen meegenomen worden in een project, bv. vroeg-detectie organiseren en uitvoeren. Opmerking: de mate waarop een methodiek kan aangepast worden door de gebruiker wordt niet aangeduid met het veld Vrijheidsgraad. Dit moet blijken uit de beschrijving van de methodiekontwikkelaar. ACTIE/PROJECT In de beheersovereenkomsten van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking wordt de term Actie gebruikt (zie onder BVR van 5 juni 2009 betreffende de subsidiëring en erkenning van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking). Het gebruik van zowel de term acties als projecten dekt de hele lading van structurele, recurrente werking tot de projectmatige werking, o.a. ad hoc projecten. Het begrip Actie vindt ook binnen de Logo-context zijn plaats (zie onder Regelgeving Logo s: BVR betreffende de Logo s). Een project is een geplande actie of geheel van acties met het oog op het realiseren van een operationele doelstelling, waarbij gewerkt wordt met een of meer methodieken. Aan een actie/project wordt meestal één resultaatgebied toegekend. Slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen er dat meerdere zijn bij een project, bv. disseminatie en ondersteuning. In dit laatste geval gelden deze resultaatgebieden voor alles dat ondernomen wordt binnen die actie/project. RESULTAATGEBIED Het resultaatgebied is een gebied waarbinnen resultaten moeten worden gehaald door acties uit te voeren. In CIRRO is het mogelijk om binnen een actie of project verschillende resultaatgebieden te combineren. Binnen de eerste toepassingscontext voor de sector van de Logo s wordt geopteerd voor de een-op-een-relatie, dus ieder Logo-project bestaat uit één en slechts één resultaatgebied. Uitzonderlijk kunnen dit twee resultaatgebieden zijn. De tot nu toe voorziene resultaatgebieden zijn Aanbod van informatie, documentatie en advies, Ontwikkeling, Disseminatie, Ondersteuning en Uitvoering Aanbieden van informatie, documentatie en advies Het betreft hier het uitbouwen en onderhouden van expertise, van netwerken en via de meest geschikte dragers proactief en op vraag informatie aanbieden. Verder houdt dit resultaatgebied ook het aanbieden van advies en het bijstaan van derden bij methodiekontwikkeling in. Ook het evalueren van de eigen werking rond dit resultaatgebied valt hieronder Ontwikkelen Een project binnen het resultaatgebied ontwikkeling heeft als doel een actiestrategie(ën) te beschrijven, met inbegrip van de vrijheidsgraden en een geheel van materialen of diensten te ontwikkelen die gebaseerd zijn op die achterliggende actiestrategieën. Ook het deel onderzoek hoort thuis binnen dit resultaatgebied. Het heeft tot doel het uitvoeren van literatuurstudie en/of onderzoek naar een bepaalde problematiek of naar mogelijke, gewenste en effectieve CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 13/31

14 actiestrategieën om een bepaald objectief bij een bepaalde doelgroep te bereiken. Het resultaat van het onderzoek kan het startpunt zijn voor de ontwikkeling van methodieken. Ook de evaluatie van de ontwikkelde methodieken behoort tot dit resultaatgebied. Het doel hiervan ligt in het uitvoeren van een evaluatie van de effectiviteit van bepaalde actiestrategieën, materialen en diensten om gezondheidswinst te bewerkstelligen. In het Vlaamse preventielandschap is ontwikkeling hoofdzakelijk een taak die door de partnerorganisaties wordt opgenomen Dissemineren Een project binnen het resultaatgebied disseminatie heeft als doel de verspreiding van de methodiek (actiestrategieën en ondersteuningsmiddelen) onder organisaties of zorgaanbieders (intermediairs), die ze op hun beurt uitvoeren ten aanzien van de doelgroep (van die actiestrategieën en ondersteuningsmiddelen), of rechtstreeks onder de doelgroep. In het Vlaamse preventieve landschap is disseminatie een hoofdtaak die voor de Logo s, daar waar de methodiek een verspreiding vergt via een loco-regionaal netwerk. Het verspreiden van bijvoorbeeld een methodiek die enkel gericht is naar een bepaalde beroepsgroep, kan soms efficiënter rechtstreeks naar die doelgroep verlopen. Toelichting over Disseminatie, specifiek gericht op de Logo s: Dit omvat alle initiatieven die het Logo neemt totdat een intermediair of netwerkpartner (de zogenaamde preventieorganisaties uit het besluit betreffende de Logo s) een beslissing neemt om de aangereikte actiestrategieën en ondersteuningsmiddelen al dan niet op te nemen in zijn werking of beleid en dus beslist: ik doe het, ik ga aan de slag met die methodieken in een bepaalde setting, of ik doe het niet. Het gaat om het verkopen en overtuigen tot aankopen van de methodieken en materialen. Mogelijke acties hierbij zijn: zoeken naar de meest geschikte intermediairs, netwerking, informatie verstrekken, uitleggen en toelichten, het belang aantonen, motiveren, overleg organiseren, goede reeds bestaande voorbeelden uitleggen of toelichten, enz. Het begeleiden van de preventieorganisaties bij het opnemen van de preventieve gezondheid in hun beleid is disseminatie. Voor lokale besturen krijgt deze begeleiding vorm in hulp bij de invulling van het luik preventieve gezondheidsbeleid van het lokaal sociaal beleidsplan. Het gaat dus niet om het geven van vormingen en trainingen om bijvoorbeeld de methodiek aan de leren, wel om informatie geven zodat men beleidsbeslissingen kan nemen. Ook het coachen bij of ondersteunen van de uitvoering of de uitvoering ten aanzien van de doelgroep zelf, behoren niet tot disseminatie Ondersteunen van de implementatie Het resultaatgebied Ondersteuning van de implementatie past vooral binnen de taken beschreven in het preventiedecreet uit 2003 voor partnerorganisaties, maar kan ook opgenomen worden door organisaties met terreinwerking, voor zover het om het ondersteunen van de uitvoering gaat. Het betreft o.a. het bevorderen van de deskundigheid van intermediairs of het aanreiken van begeleiding en ondersteuning bij het uitvoeren van preventief gezondheidsbeleid. Ook het uitbouwen en operationeel houden van informatiesystemen kan hieronder vallen. Enkele voorbeelden van het ondersteunen van de uitvoering: Partnerorganisatie: aanbieden van ondersteuning aan intermediairs in het kader van gezonde gemeente en andere methodieken Logo s: het begeleiden en ondersteunen van gemeenten en OCMW-besturen bij het uitwerken en opvolgen van hun lokale preventieve gezondheidsbeleid op basis van de methodieken CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 14/31

15 Dit resultaatgebied zal ook toegewezen worden aan die Logo s die een preventiecoach in dienst hebben Uitvoeren naar einddoelgroep Een project binnen het resultaatgebied uitvoering naar doelgroep omvat alle acties die erop gericht zijn rechtstreeks bepaalde methodieken en ondersteuningsmiddelen aan een doelgroep aan te bieden. Meestal is dit, conform het preventiedecreet, een taak van de individuele zorgaanbieders of van organisaties met terreinwerking (terreinwerk rechtstreeks naar de doelgroep, in tegenstelling tot ondersteuning, beschreven bij ondersteuning van de implementatie ). VERFIJNINGEN BIJ DE BASISELEMENTEN Status Aan bepaalde basiselementen wordt door het systeem of door de eigenaar een status toegekend. Bij sommige basiselementen kan de eigenaar de status op een later tijdstip nog wijzigen. Voorbeelden van statussen zijn in opmaak, actief, non-actief. bv. Zorg en Gezondheid kan doelstellingen die door het beleid niet meer als prioritair worden beschouwd, op non-actief zetten, en eventueel later terug op actief. bv. ook operationele doelstellingen kunnen deze verschillende statussen toegewezen krijgen Er kan nooit teruggekeerd worden van een status actief of non-actief naar de status in opmaak. De status in opmaak wordt standaard toegekend door het systeem wanneer een actor een nieuw basiselement creëert. Opmerking: basiselementen die op non-actief staan, kunnen niet meer worden gebruikt bij het aanmaken van een nieuwe actie/project. Basiselementen die tijdens de uitvoering van een project op non-actief worden gezet en die gekoppeld zijn aan die actie of dat project, blijven wel nog zichtbaar in de actie/projectfiche Actie/Projectstatus De actie/projectstatus geeft aan in welke fase van realisatie een actie of project zich bevindt. De eigenaar van een actie of project past deze status aan op het ogenblik dat een actie/project een volgende fase ingaat. Mogelijke statussen zijn: 1. In opmaak, 2. Ingepland, 3. In uitvoering, 4. Uitgevoerd, 5. Afgebroken. Toegelaten statusveranderingen zijn: van 1 naar 2 van 2 naar 3, 5 van 3 naar 4, 5 Om de overgang van de status 2. Ingepland naar 3. In uitvoering te maken, is toestemming van Zorg en Gezondheid vereist als het om een eigen geformuleerde operationele doelstelling gaat. Om deze overgang te kunnen maken moet minstens 1 actiestrategie toegevoegd zijn. Aan de status afgebroken zal steeds een verantwoording gekoppeld moeten worden in de vorm van vrije tekst Type organisatie Organisaties die een rol hebben binnen het systeem (ook als ze geen actieve gebruiker zijn van het platform), kunnen gegroepeerd worden met organisaties die functioneel dezelfde rol binnen het preventieve CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 15/31

16 gezondheidslandschap vervullen. Type geeft de noemer aan van de groep waartoe een specifieke organisatie behoort. bv. Logo, Partnerorganisatie, Organisaties met terreinwerking, enz Vrijheidsgraden Aan bepaalde basiselementen zijn vrijheidsgraden verbonden die de gebruiker duidelijkheid geven over de mate waarin een basiselement vrij dan wel verplicht te gebruiken is. Aan de basiselementen actiestrategie en ondersteuningsmiddelen zal steeds een vrijheidsgraad worden toegekend (zie 2.7.4) bij koppeling met de operationele doelstellingen. Een vrijheidsgraad wordt toegekend door de eigenaar van dat basiselement. Een vrijheidsgraad kan na aanmaak gewijzigd worden door Zorg en Gezondheid Opdracht Bij het aanmaken van een operationele doelstelling zal de eigenaar moeten aangeven of de opdracht binnen een van volgende mogelijkheden gesitueerd is: Gereglementeerde subsidie, Ad Hoc subsidie of eigen werking Projectsubsidiëring Bij het definiëren van een project moet de eigenaar aangeven op welke wijze het project gefinancierd wordt. Mogelijke financieringsvormen zijn Vlaams gereglementeerd (subsidiëring door Zorg en Gezondheid), Vlaams ad hoc (ad hoc projectsubsidie), Eigen middelen (andere middelen buiten subsidiëring door Zorg en Gezondheid) of combinaties van de vorige opties. Vlaams ad hoc wordt enkel aangegeven in het project als projectsubsidiëring als dit project gelinkt is met een ad hoc operationele doelstelling (= AF thema AH). Eigen middelen kunnen ingezet worden buiten de Vlaams reguliere middelen en buiten de ad hoc financiering. 3 Relaties tussen entiteiten DOELSTELLING - BELEIDSTHEMA - PREVENTIESTRATEGIE Binnen deze basiselementen is Doelstelling het centrale element. De andere twee basiselementen - Beleidsthema en Preventiestrategie staan op een niet-hiërarchische manier in verband met het basiselement Doelstelling. Een hoofddoelstelling kan 0, 1 of meerdere subdoelstellingen bevatten. De basiselementen Beleidsthema en Preventiestrategie laten Zorg en Gezondheid toe te rapporteren op deze niveaus. Beleidsthema en Preventiestrategie zijn beschrijvingsvelden bij een doelstelling. De aanmaak van deze basiselementen is optioneel. De link naar de doelstellingen en/of de specifieke subdoelstellingen waarmee ze verbonden zijn, is wel verplicht. DOELSTELLING - PROBLEMATIEK -OPERATIONELE DOELSTELLING Een operationele doelstelling geeft aan op welke manier het bereiken van een bepaalde strategische doelstelling zal worden nagestreefd, het is de focus waarop men zich zal richten CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 16/31

17 Het basiselement Problematiek bestaat uit (een) tekstuele beschrijving(en) van de achterliggende problematiek die aanleiding heeft gegeven tot de formulering van doelstelling(en) en operationele doelstelling(en). Een problematiek die bij een operationele doelstelling omschreven wordt, kan gebaseerd zijn op de problematiek die aanleiding gaf tot de formulering van 1 of meerdere doelstellingen waar de operationele doelstelling op inspeelt. Bij het aanmaken van een nieuwe operationele doelstelling moet de eigenaar van die operationele doelstelling deze koppelen aan de (sub)doelstelling(en) die men wenst te verwezenlijken door zich op de operationele doelstelling te richten. Een operationele doelstelling moet steeds aan 1 of meerdere (sub)doelstellingen gekoppeld worden. Bijkomend moet per operationele doelstelling een problematiek omschreven worden indien van toepassing, een beschrijving van het probleem met betrekking tot gezondheid, waarop de operationele doelstelling een antwoord biedt. De koppeling aan de doelstelling(en) kan na aanmaak van de operationele doelstelling alleen nog door Zorg en Gezondheid gewijzigd worden. OPERATIONELE DOELSTELLING ACTIE/PROJECT - ACTIESTRATEGIE - ONDERSTEUNINGSMIDDELEN Een actie of project is een geplande actie met referentie naar één of uitzonderlijk twee operationele doelstellingen. Waar mogelijk wordt een actie/project slechts aan 1 operationele doelstelling gekoppeld. De koppeling aan meerdere operationele doelstellingen dient de uitzondering te zijn aangezien men zich de vraag kan stellen of een actie/project dat verschillende operationele doelstellingen heeft, eigenlijk niet verschillende acties/projecten zijn i.p.v. één. Door koppeling van een actie/project aan een operationele doelstelling komt de problematiek zoals omschreven bij de operationele doelstelling over naar de actie/projectfiche, waarna ze nog gewijzigd kan worden voor de specifieke actie. Bij de Verslaggeving Feedback actiestrategieën en ondersteuningsmiddelen zullen de zichtbare actiestrategieën, alsook de ondersteuningsmiddelen verbonden aan deze actiestrategieën verschillen naargelang het resultaatgebied dat geselecteerd is: de actiestrategie om een methodiek te dissemineren is immers verschillend van de actiestrategie om de einddoelgroep aan te zetten tot gedragsverandering. 4 Rollen bij de basiselementen Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de rollen die door het systeem bepaald worden, en de afspraken rond hoe met het systeem gewerkt moet worden. Om flexibiliteit in het gebruik van het systeem toe te laten, is ervoor gekozen de werking van het systeem zo veel als mogelijk agnostisch te maken. Dit wil zeggen dat elke actor veel theoretische vrijheid heeft binnen het systeem, maar dat de actor op basis van afspraken niet van al deze mogelijkheden mag gebruik maken. Het systeem is slechts beperkend in zoverre dat enkel de actor die een basiselement aanmaakt door het systeem als eigenaar wordt gedefinieerd, en dat het systeem toelaat dat de eigenaar het basiselement nog CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 17/31

18 wijzigt. De meeste onderstaande beschrijvingen duiden dus op werkafspraken tussen Zorg en Gezondheid en gebruiker die op dit ogenblik van kracht zijn. DOELSTELLING Zorg en Gezondheid Zorg en Gezondheid is de enige actor die doelstellingen kan aanmaken en beheren. Zorg en Gezondheid is eigenaar van alle doelstellingen Logo Een Logo kan geen doelstellingen aanmaken of beheren Partnerorganisatie Een partnerorganisatie kan geen doelstellingen aanmaken of beheren. BELEIDSTHEMA Zorg en Gezondheid Zorg en Gezondheid is de enige actor die de beleidsthema s kan aanmaken en koppelen aan bepaalde doelstellingen. Zorg en Gezondheid is eigenaar van alle beleidsthema s Logo Een Logo kan geen beleidsthema s aanmaken of beheren Partnerorganisatie Een partnerorganisatie kan geen beleidsthema s aanmaken of beheren. PROBLEMATIEK Zorg en Gezondheid Zorg en Gezondheid kan een beschrijving van een problematiek koppelen aan bepaalde operationele doelstellingen. Zorg en Gezondheid kan in elke problematiekbeschrijving wijzigingen aanbrengen, ook diegene waar het geen eigenaar van is Logo Een Logo kan een beschrijving van een problematiek, gekoppeld aan een operationele doelstelling, wijzigen van zodra het Logo een actie/project binnen de operationele doelstelling ingeeft. De wijziging wordt dan aangebracht in de actie/projectfiche, maar niet in de problematiekbeschrijving die aan de operationele doelstelling is gekoppeld Partnerorganisatie Een partnerorganisatie kan een voorstel van beschrijving van een problematiek voor een operationele doelstelling formuleren. Deze wordt dan door de eigenaar van de operationele doelstelling toegevoegd CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 18/31

19 PREVENTIESTRATEGIE Zorg en Gezondheid Zorg en Gezondheid is de enige actor die preventiestrategieën kan aanmaken en koppelen aan een doelstelling. Zorg en Gezondheid is eigenaar van alle preventiestrategieën Logo Een Logo kan geen preventiestrategieën aanmaken Partnerorganisatie Een partnerorganisatie kan geen preventiestrategieën aanmaken. OPERATIONELE DOELSTELLING Zorg en Gezondheid Zorg en Gezondheid kan operationele doelstellingen aanmaken. Operationele doelstellingen waar Zorg en Gezondheid eigenaar van is (code AF voor context Logo s), zijn prioritair voor organisaties om rond te werken t.o.v. door de organisatie zelf aangemaakte operationele doelstellingen (code AFL). De operationele doelstellingen kunnen onderverdeeld worden in thematische operationele doelstellingen en horizontale operationele doelstellingen. De code waarmee elke AF begint, verwijst naar het betreffende thema of accent dat binnen de AF geldt. Merk op dat onder de thema s het item Andere verwijst naar alle thema s die Logo s behandelen buiten deze die in de door de overheid worden bepaald, de code voor een dergelijk thema wordt voorgesteld door het aanvragende Logo (bv. ZON, GEHOOR). Merk ook op dat binnen elk thema een generieke (toevoeging GEN in code) AF werd geformuleerd die het opbouwen en onderhouden van een netwerk rond een of meerdere thema's omvat. Thematische operationele doelstellingen voor: Alcohol Andere Bevolkingsonderzoeken naar kanker baarmoederhalskanker borstkanker dikkedarmkanker Beweging Drugs Geestelijke gezondheidsbevordering Gezondheid en Milieu Infectieziekten en vaccinaties Suïcidepreventie Tabak Val- en fractuurpreventie Voeding Code TAD BVOKA VB TAD SP GM IV SP TAD V VB Horizontale operationele doelstellingen voor: Code Lokale besturen LB Ontwikkeling en evaluatie van methodieken OE CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 19/31

20 Opbouwen en onderhouden van netwerk Beleidsmodel gezondheid en onderwijs Beleidsmodel gezondheid en werk GEN OND WERK Logo Een Logo dat een eigen operationele doelstelling wil aanmaken, bezorgt hiervan een voorstel aan Zorg en Gezondheid en dit volgens de procedure hieronder beschreven. Zorg en Gezondheid kan daarop de operationele doelstelling toevoegen aan CIRRO en binnen een bepaald resultaatgebied toewijzen aan dat Logo of aan meerdere Logo s. Indien Zorg en Gezondheid niet akkoord gaat met de wijze van formulering of de noodzaak van het formuleren van de operationele doelstelling, wordt hierover in dialoog getreden met het Logo om een oplossing te zoeken. Procedure aanmaak eigen operationele doelstelling: Een eigen operationele doelstelling mag nooit worden aangemaakt zonder toestemming van Zorg en Gezondheid. Het verlenen van de toestemming gebeurt buiten CIRRO om, per mail via Het onderwerp van de mail is: aanvraag toestemming eigen operationele doelstelling. Welke informatie moet uw aanvraag tot toestemming bevatten? - Code: AFL + indien mogelijk de codes van Zorg en Gezondheid gebruiken die overeenstemmen met het thema (VB, SP, ) OF eigen code van max 6 karakters (bv. GEHOOR) - Periode: geldig van datum tot datum. - Opdracht binnen: gereglementeerde subsidie OF ad hoc subsidie OF eigen werking. - Omschrijving: dit is de titel van de operationele doelstelling. Een operationele doelstelling geeft aan op welke manier het bereiken van een bepaalde doelstelling zal worden nagestreefd, het is de focus waarop een actor zich zal richten. Indien mogelijk bevat deze omschrijving de benaming van een setting en doelpubliek waarop men zich zal richten (opgelet: dit kan breder zijn dan in een specifiek project, onder 1 operationele doelstelling kunnen verschillende soorten projecten geplaatst worden die zich naar specifiekere delen van het doelpubliek van de operationele doelstelling richten). - Problematiek: aan een operationele doelstelling is steeds een bepaalde problematiek gekoppeld: de omschrijving van een probleem met betrekking tot gezondheid waarop de operationele doelstelling een antwoord biedt. - Doelstelling(en) waar de operationele doelstelling op inspeelt: vermeldt alle (sub)doelstellingen die u met uw operationele doelstelling wenst te bereiken. Opmerking: u kan zelf geen doelstellingen aanmaken, de selectie dient dus uit de lijst in CIRRO te gebeuren. Opmerking: er is 1 doelstelling andere geformuleerd indien geen enkele doelstelling van de Vlaamse overheid van toepassing is. - Geef aan in welk resultaatgebied u deze operationele doelstelling wenst toegewezen te krijgen en motiveer sterk indien niet disseminatie. - Omschrijf het project dat u in gedachten had om zich op deze operatonele doelstelling te richten. o Omschrijving van het project o Contactpersoon voor het project o Doelstelling en/of beoogd resultaat o Doelgroep (welke specifieke noden - aantal) o Bijdrage tot positieverbetering van de doelgroep o Samenwerking met andere verenigingen o Project van bepaalde duur, korte of lange termijn, eenmalig of repetitief, continuïteit o Stappenplan voor de uitvoering van het project o Motiveer waarom dit project het louter lokale belang overstijgt Zorg en Gezondheid neemt zo snel mogelijk contact met u op om al dan niet een toestemming te verlenen. De verschillende mogelijkheden zijn onder andere: CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 20/31

21 - Geen toestemming. Het project dat u in gedachten had om onder de operationele doelstelling te plaatsen, is onder reeds bestaande operationele doelstelling(en) te plaatsen. - Geen toestemming. De operationele doelstelling is onverenigbaar met het Vlaamse beleid of met bepalingen uit de regelgeving (bv. is niet verenigbaar met een erkenning als Logo, ). - Toestemming, op voorwaarde dat alle projecten die u onder deze operationele doelstelling, volledig met eigen middelen worden uitgevoerd. - Toestemming, mits wijziging van één of meerdere aspecten (omschrijving van de AF, toegewezen resultaatgebied ) Partnerorganisatie Een partnerorganisatie kan geen operationele doelstellingen aanmaken of toewijzen. ACTIESTRATEGIE Zorg en Gezondheid Zoals in Actiestrategieën is aangegeven, kan momenteel een keuze gemaakt worden uit 1 of meer van de 8 actiestrategieën. Er is in CIRRO een keuzelijst beschikbaar waaraan ook een niet van toepassing is toegevoegd, mocht dit van toepassing zijn. De actiestrategieën zullen in overleg met de partnerorganisaties door Zorg en Gezondheid beheerd worden. Zorg en Gezondheid voegt bij de Operationele doelstellingen die actiestrategieën toe waarvoor methodieken en ondersteuningsmiddelen beschikbaar zijn. Het voorstellen van de vrijheidsgraad kan door partnerorganisatie gebeuren, maar Zorg en Gezondheid beslist over de uiteindelijke vrijheidsgraden of over wijzigingen van vrijheidsgraden en voert deze door in CIRRO. Zorg en Gezondheid kan een actiestrategie toevoegen in CIRRO aan haar methodiek en ondersteuningsmiddel Logo Een Logo kan een actiestrategie toevoegen in CIRRO aan haar methodiek en ondersteuningsmiddel Partnerorganisatie Een partnerorganisatie kan een actiestrategie toevoegen in CIRRO aan haar methodiek en ondersteuningsmiddel. METHODIEK EN ONDERSTEUNINGSMIDDEL Zorg en Gezondheid Zorg en Gezondheid kan methodieken en ondersteuningsmiddelen aanmaken, maar zal dit in praktijk grotendeels aan partnerorganisaties overlaten. Ook organisaties met terreinwerking, Logo s of andere organisaties hiertoe door Zorg en Gezondheid uitgenodigd kunnen ondersteuningsmiddelen aanmaken in CIRRO. Zorg en Gezondheid is de enige actor die de vrijheidsgraad en de mate van lokale aanpasbaarheid van een ondersteuningsmiddel kan wijzigen nadat dit is aangemaakt. De validatie voor inbreng in CIRRO van kwaliteitsvolle methodieken en ondersteuningsmiddelen berust naargelang het beleidsthema op de expertise van de partnerorganisatie of experten door Zorg en Gezondheid CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 21/31

22 aangezocht. De ontwikkeling gebeurt volgens de Leidraad bij de ontwikkeling en beoordeling van preventiemethodieken. De bedoeling is tot een kwaliteitsvolle inventaris van preventiemethodieken en ondersteuningsmiddelen te komen voor gebruik in heel Vlaanderen. Dit kan voor de context Logo s zijn waarbij de Logo s deze preventiemethodieken en ondersteuningsmiddelen kunnen dissemineren of gebruiken bij hun ondersteuning. Het is ook mogelijk dat dit voor de context PO/OT of context CGG gebeurt en niet voor de context van de Logo s Logo Een Logo dat een eigen methodiek en/of ondersteuningsmiddel wil toevoegen in het systeem, bezorgt hiervan een voorstel aan Zorg en Gezondheid via het formulier voor beoordeling van preventiemethodieken (zie ook 4.7.4). Zorg en Gezondheid kan daarop beslissen dit al dan niet toe te voegen aan CIRRO. Uit de naamgeving moet duidelijk blijken dat het om een door een Logo toegevoegd ondersteuningsmiddel gaat Partnerorganisatie Een partnerorganisatie kan ondersteuningsmiddelen aanmaken. Een partnerorganisatie kan ook na aanmaak nog wijzigingen doorvoeren aan de ondersteuningsmiddelen. Uit de naamgeving moet blijken dat het ondersteuningsmiddel aangepast is. Wanneer een partnerorganisatie een methodiek/ondersteuningsmiddel aanmaakt, verwittigt ze daarvan via cirro@zorg-en-gezondheid.be opdat de koppeling met actiestrategie en operationele doelstelling door Zorg en Gezondheid kan gebeuren Formulier voor invoegen van methodiek en ondersteuningsmiddel Dit formulier voor de ontwikkeling en de beoordeling van preventiemethodieken kan gebruikt worden door organisaties tijdens de methodiekontwikkeling en bij de beoordeling van de methodiek door andere organisaties. Met behulp hiervan worden bestaande en nieuwe ondersteuningsmiddelen in kaart gebracht vooraleer ze in het uitwisselingsplatform zullen worden toegevoegd. Het formulier is terug te vinden op de website van Zorg en Gezondheid. Het is sinds 2014 in gebruik. Op geregelde tijdstippen zal dit formulier afgetoetst worden met de partnerorganisaties. ACTIE/PROJECT Zorg en Gezondheid Zorg en Gezondheid kan geen acties of projecten aanmaken of beheren Logo Een Logo kan acties/projecten aanmaken. Acties of projecten waarvan het Logo eigenaar is, staan uniek onder het beheer van dat Logo. Aangemaakte acties of projecten moeten op continue basis geactualiseerd worden aan de huidige stand van zaken binnen het actie- of projectverloop actie/projectstatus aanpassen, feedback geven, ). Op die manier is de weergave van actie/project in het uitwisselingsplatform op ieder moment een realistische weergave van de lopende actie/project CIRRO DRAAIBOEK context Logo s V2.0 (00) 22/31