Rapportage woonruimteverhuur 2015

Transcriptie

1 Rapportage woonruimteverhuur 2015 Jaarlijks leggen de Eindhovense corporaties verantwoording af over de verhuringen en de sociale verkopen conform de afspraken die hierover met de gemeente Eindhoven zijn gemaakt. Deze afspraken zijn gebaseerd op de in 2011 geactualiseerde versie van Kiezen voor de klant dat als kader dient voor de woonruimteverhuur in Eindhoven. De rapportage Woonruimteverhuur 2015 bestaat uit een verantwoording over zowel de geregelde als vrije verhuur. In een totaaloverzicht worden alle verhuurprestaties gepresenteerd van de Eindhovense corporaties in de gemeenten waarin zijn werkzaam zijn (regionaal werkgebied), naast een specificatie van de prestaties in de gemeente Eindhoven. De resultaten worden daarmee meer in een context geplaatst en kan de rapportage ook voor verantwoording in andere gemeenten worden gebruikt. In 2015 hebben gemeenten en corporaties in het Stedelijk Gebied Eindhoven in het kader van de Huisvestingswet afspraken gemaakt over het huisvesten van urgenten, waaronder de bijzondere doelgroepen, en het gezamenlijk presenteren van het huurwoningaanbod in Wooniezie. Als gevolg van deze wijzigingen zal de verantwoording over de verhuringen in 2016 op een andere wijze worden georganiseerd. Dit betekent dat de Rapportage woonruimteverhuur 2015 voor het laatste in deze vorm verschijnt. 1. Resultaten woonruimteverhuur 2015 regionaal werkgebied Met het oog op het huisvesten van de lagere inkomensgroepen wordt zowel het aantal verhuringen als het aantal verkopen in de sociale sector verantwoord. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar mutaties in de bestaande woningvoorraad en eerste verhuringen en verkopen in de sociale nieuwbouw. De resultaten zijn exclusief de verhuringen van Vestide, het onderdeel van Woonbedrijf dat louter huisvesting biedt aan mensen die verbonden zijn aan de onderwijsinstellingen in Eindhoven Aantal verhuringen en verkopen De Eindhovense corporaties hebben in het regionale werkgebied in totaal 4343 woningen verhuurd en 629 sociale koopwoningen verkocht (zie tabel p.2). Van de 4343 verhuringen betrof ongeveer 4,8% nieuwbouw waarvan de helft in Eindhoven (105 huurwoningen). Van de mutaties in de bestaande woningvoorraad betreft het in 13% (611) van de 4744 vrijgekomen woningen een woningverkoop. De meeste huurwoningen worden met korting verkocht onder label Slimmer Kopen of Koopgarant om de koopwoning voor de lagere inkomensgroepen bereikbaar te maken. De verkopen betreffen zowel de eerste verkopen (omzetting van huur naar koop) als wederverkopen van teruggekochte Slimmer Kopen of koopgarantwoningen. Er zijn 18 betaalbare nieuwbouwwoningen in de regio verkocht. In 2015 is het totaal aantal transacties van 4972 met 0,8% (41) afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Hiervan heeft 70% betrekking op een verhuring of verkoop in de gemeente Eindhoven. In vergelijking met 2014 is het aantal transacties in de nieuwbouw gehalveerd van 7% naar 3,5%. Het totaal aantal transacties is vergelijkbaar met vorig jaar. Daarbij is in Eindhoven het aantal transacties in de bestaande voorraad afgenomen (-289) en in de regio toegenomen (+248). Deels kan dit worden verklaard door uitbreiding van het regioanel werkgebied (door overname van het bezit van de Kempen door Wooninc.). Geconstateerd kan worden dat van het aantrekken van de markt, waar sprake van zou zijn, nog niet in deze cijfers tot uitdrukking komt. De lage nieuwbouwproductie is daar zeker mede debet aan. 1

2 1.2. Geregelde en vrije verhuur Binnen de woonruimtebemiddeling wordt onderscheid gemaakt naar geregelde en vrije verhuur. Binnen de geregelde verhuur krijgen doelgroepen rechtstreeks een woning aangeboden omdat zij vanwege urgentie, zorg- of begeleidingsbehoefte voorrang op andere woningzoekenden behoeven. Van de 4972 verhuringen en verkopen heeft 21% plaatsgevonden in het geregelde segment (2014: 20%). Dat is binnen de 25% die op dit punt in het bestuursconvenant van de regiogemeenten opgenomen is. Bij alle 1065 directe toewijzingen ging het om een sociale huurwoning, waarvan 10 in de nieuwbouw, voornamelijk toegewezen aan bijzondere klanten, statushouders en stedelijk urgenten. In de volgende paragraaf worden de resultaten huisvesting bijzondere doelgroepen verder toegelicht. Het aanbieden van huisvesting aan bepaalde aandachtsgroepen gaat naar rato van het woningbezit van de corporaties en geldt voor de gemeenten Eindhoven, Best, Son en Breugel, Nuenen, Veldhoven en Waalre. De verdeelsleutel is van toepassing op de huisvesting van urgenten, statushouders en DOOR!- kandidaten. Deze laatste groep wordt verantwoord onder bijzondere klanten. Voor 70% zijn woningen in het vrije segment te huur of te koop aangeboden waarbij woningzoekenden op een advertentie hebben kunnen reageren. Selectie van kandidaten vindt plaats via loting of op basis van inschrijftijd. Binnen de vrije verhuur geldt soms een andere selectie met het oog op leefbaarheid van de buurt of groep. Zo is sprake van een afwijkende verhuur door Trudo in Woensel-West. Om toename van achterstanden een halt toe te roepen is het normale toewijzingssysteem in Woensel-West losgelaten en worden woningen op basis van selectie en inplaatsing verhuurd. Inplaatsers ontvangen een huurkorting in ruil voor een verplichte maatschappelijke bijdrage in de wijk. Het resultaat is in alle opzichten positief. Hiermee zijn 31 van de 34 afwijkende gevallen verklaard. Bij de drie andere situaties is sprake van een tijdelijke maatregel in een deel van een straat/complex met meer dan normale leefbaarheidsproblemen. In de categorie overig (8%) vallen de huurcontracten die zijn gesloten in verband met een tijdelijke situatie of die te maken hebben met verhuizingen die zich aan de markt onttrekken, zoals woningruil waarbij de kandidaten elkaar zelf vinden en interne regelingen ter oplossing van een individueel probleem. Het aantal tijdelijke verhuur ligt in 2015 relatief hoog, onder meer als gevolg van 105 tijdelijke overeenkomsten in verband met flexwonen Genderhof. Ook zien we een toename van het aantal interne regelingen. Dit belemmert de doorstroming op de woningmarkt echter niet, want er komen niet minder 2

3 woningen beschikbaar. Doorschuiven wordt toegepast om maatwerk voor individuele bestaande klanten (lichamelijke beperkingen, woning te groot/klein) mogelijk te maken. 1.3 Toewijzing naar inkomen Corporaties mogen maximaal 10% van hun beschikbare huurwoningen verhuren aan huishoudens met een inkomen boven Eerder is gebleken dat in wijkvernieuwingsgebieden relatief veel huishoudens die geherhuisvest moeten worden een hoog inkomen hebben. Dit betekent dat er voor corporaties weinig tot geen ruimte overblijft om huishoudens met een hoger inkomen te huisvesten. Niet in de vrije woonruimteverhuur, maar ook niet of nauwelijks in de overige urgentie- en voorrangsregelingen. Dat heeft ertoe geleidt dat meerdere corporaties in wisselende mate binnen de woonruimteverhuur sturen op inkomen om de norm te kunnen behalen. Sociale huur <= 710,68 Vrije sectorhuur > 710,68 Sociale koop Inkomen < ,5% 87 33,3% ,2% Inkomen ,0% 55 21,1% 54 11,5% Inkomen > ,5% ,6% 53 11,3% Totaal % % % N.B.1: bij 1 verhuringen is het juiste inkomen niet bekend. N.B.2: niet alle corporaties monitoren inkomensgegevens van kopers. In totaal is net geen 95% van de sociale huurwoningen conform de Brussel-regels toegewezen aan huishoudens met een inkomen lager dan Omdat de verhuringen van Vestide (Woonbedrijf) buiten beschouwing gelaten zijn, wordt de 95% net niet gehaald (inclusief Vestide is 96% aan huishoudens met een inkomen onder Eu-norm toegewezen). Op individueel niveau over alle verhuringen voldoen de corporaties aan de norm Sanctie- en kansenbeleid De Eindhovense corporaties hebben afspraken gemaakt over de manier waarop ze omgaan met huurders die een huurachterstand hebben of ernstige overlast of schade veroorzaken. De gegevens van deze exhuurders worden op de zogenaamde Sancties & Kansenlijst geplaatst, zodat voor bepaalde tijd geen woning via een Eindhovense corporatie kan worden gehuurd, of alleen onder bijzondere voorwaarden. In 2015 zijn in totaal 197 ex-huurders op de S&K-lijst geplaatst; 40 personen ofwel 17% minder dan in Van de 197 zijn 7 personen geplaatst als gevolg van ontruiming op basis van ernstige overlast, 2 personen (22%) minder dan vorig jaar. 128 personen zijn als gevolg van ontruiming op basis van huurachterstand en/of mutatieschade op de lijst geplaatst. In vergelijking met 2014 een daling van 25%. In tegenstelling tot een daling in de categorieën overlast en huurachterstand, is het aantal geplaatste personen gestegen als gevolg van een ontruiming op basis van onder andere hennep en woonfraude. Voor 2015 zijn dit 51 ex-huurders geweest, 5 ex-huurders (11%) meer dan in Tenslotte zijn nog 11 personen geplaatst op basis van een combinatie van eerdergenoemde categorieën. Het aantal aanmeldingen door ontruiming op basis van huurachterstand en/of mutatieschade is al jaren de grootste categorie. Dit betekent overigens niet dat dit als indicatie kan worden aangemerkt voor betalingsproblemen in de sociale huur. Huurachterstand is uit juridisch oogpunt de meest gebruikte grond voor ontruiming. In 2015 zijn in totaal 186 vermeldingen en de bijbehorende persoonlijke gegevens van de lijst gehaald. Een verdubbeling van het aantal in 2014 (91). Ex-huurders worden van de lijst gehaald door het verstrijken van de maximale periode van vijf jaar, het voldoen aan betalingsregelingen bij schulden, positieve behandeling door de Kansen- en Geschillencommissie of een succesvolle omklap via een DOOR!-traject. Van de 105 verwijderde personen in het eerste halfjaar (vanwege een systeemwijziging zijn niet alle gegevens over 2015 beschikbaar) is 70% afkomstig uit categorie 2 (materiële schade in de vorm van huurachterstanden en/of mutatieschade) en 24% uit categorie 3 (woonfraude/hennep). Voor 6 personen was bij verwijdering de categorie 1 (ernstige overlast) of een combinatie van categorieën van toepassing. 3

4 Eind 2015 stonden in totaal 949 personen op de Sancties & Kansenlijst (2014: 960). 2. Huisvesting bijzondere doelgroepen Binnen PEC-verband functioneren verschillende commissies en werkgroepen die een rol vervullen in het afstemmen van urgentieaanvragen, bezwaarprocedure, taakstelling statushouders Eindhoven, sanctie- en kansenlijst, geschillenregeling en taakstelling woonwagenzaken. In deze rapportage zijn enkel de resultaten en toelichting opgenomen voor zover relevant voor de woonruimteverhuur Urgenten Personen of huishoudens die vanwege persoonlijke omstandigheden acuut om woonruimte verlegen zitten, kunnen een urgentie aanvragen bij de Urgentiecommissie. Na beoordeling worden de toegekende urgenties in de gemeenten Eindhoven, Best, Son en Breugel, Nuenen, Veldhoven en Waalre over de corporaties verdeeld. De urgenten dienen binnen 6 maanden een passend woonaanbod te ontvangen. In 2015 zijn 236 huishoudens met urgentie door de Eindhovense corporaties in de regio gehuisvest. Aanvragen In 2015 zijn 485 urgentieaanvragen ingediend; een lichte stijging van 7% in vergelijking met 2014 (452). Het aantal aanvragen in de gemeenten fluctueert. Zo is in 2015 sprake van een afname van het aantal aanvragen in de gemeenten Nuenen en Waalre en een toename van aanvragen in gemeenten Best en Son en Breugel. Het aantal aanvragen in Veldhoven is gelijk gebleven. De afgelopen jaren heeft circa 75% van de aanvragen betrekking op Eindhoven. Toekenningen In 2015 zijn 282 urgentieaanvragen toegekend; een toename van 8 ofwel 3% Eindhoven Son en Breugel Best Nuenen Veldhoven Waalre Aantal toekenningen Aantal aanvragen % toegekend 50% 65% 68% 140%** 82% 150% Als wordt gekeken naar de verhouding tussen het aantal toekenningen en het aantal aanvragen over 2015, dan is 58% van de urgentieaanvragen toegekend, een afname van 2% ten opzichte van De meest voorkomende reden voor urgentie is al jarenlang echtscheiding met zorg voor minderjarige kinderen waarbij vertrek uit huur- of koopwoning noodzakelijk is ** Als gevolg van een systeemwijziging kan het aantal toekenningen groter zijn dan het aantal aanvragen. Niet de gemeente waar de urgentie wordt aangevraagd, maar de voorkeursgemeente waar men gehuisvest wil worden is voortaan bepalend waar de aanvraag wordt geregistreerd. Dit is niet altijd gecorrigeerd. Afwijzingen De Urgentiecommissie heeft in 2015 in totaal 151 urgentieverzoeken niet gehonoreerd, een toename van 12% ten opzichte van Het aantal afwijzingen is nagenoeg gelijk aan 2013 (156). Kijkend naar de laatste vier jaren is het gemiddelde 142 afwijzingen per jaar. De Urgentiecommissie heeft 34 casussen aangehouden, 40 minder (54%) ten opzichte van Dit heeft te maken van een andere manier van registreren en een betere bewaking van de voortgang en afwikkeling van aanvragen. Na ontvangst van de noodzakelijke informatie dan wel een extern advies wordt de aanvraag (opnieuw) voorgelegd aan de Urgentiecommissie. Weigeringen 4

5 In 2015 is 12 keer een passende aangeboden woning door een urgente woningzoekende geweigerd. In 2014 ging het nog om 8 weigeringen. De weigeringen hadden vooral betrekking op de gewenste dan wel noodzakelijke woonomgeving, te hoge huurprijs of was al elders woonruimte gevonden. Bij Wooninc. en Trudo zijn ieder drie woningen geweigerd, Woonbedrijf telde vier weigeringen en bij thuis was sprake van één weigering. Na het weigeren van een aangeboden passende woning vervalt de urgentie. In 2015 zijn 10 urgenties door de aanvrager dan wel door de corporatie ingetrokken. Net zoals in 2014 had het overgrote deel zelf andere woonruimte gevonden op de particuliere huur- of koopmarkt Bijzondere klanten De grootste groep binnen de geregelde verhuur is die van bijzondere klanten. Doorgaans betreft het de huisvestingsvraag van mensen uit instellingen voor geestelijke en/of lichamelijke gezondheidszorg, opvang of huis van bewaring. Veel bijzondere klanten worden geholpen via DOOR!, het regionaal samenwerkingsverband van tien zorgpartijen en zes corporaties, die cliënten van opvang- en zorgpartijen de mogelijkheid biedt om met permanente of tijdelijke begeleiding de vaardigheden te ontwikkelen om zelfstandig te kunnen wonen. Bij begeleid wonen gelden twee afspraken. De eerste betreft de al dan niet tijdelijke begeleiding of verzorging. De tweede afspraak hangt samen met de voorrang op andere woningzoekenden. Het verkrijgen van de woning hangt af van het stadium van behandeling van de individuele klant en de doorstroming in de instelling CIZ-indicatie Een toenemend aantal personen zal op basis van een CIZ-indicatie een gelijkvloerse woning wensen of de woning aangepast zien. Niet iedereen met een CIZ-indicatie heeft echter een verhuiswens. Op basis van persoonlijke omstandigheden kunnen de verhuurders een passend aanbod doen. Daarnaast kan via WMO een maatwerkverzoek worden gedaan om iemand van een passende woning te voorzien. Het aantal CIZ-indicaties (145) is vergeleken met vorig jaar (68) behoorlijk toegenomen, met name in de regio. Een groot deel van de toename is te verklaren met de huisvesting van zorggeïndiceerden in de Kempen door Wooninc. Voorheen was Wooninc. niet actief in deze gemeenten en telden deze toewijzingen niet mee in de verantwoording Vergunninghouders Het huisvesten van vergunninghouders is een taak die vanuit de overheid is opgelegd en alle corporaties zijn verplicht om hieraan mee te werken en tijdig passende woonruimte beschikbaar te stellen. Door een grotere toestroom van vluchtelingen en asielzoekers is de taakstelling in 2015 weer verhoogd ten opzichte van Ook 2015 kende een toename van alleenstaanden en gezinsherenigingen. Vooral het betaalbaar huisvesten van jongeren onder de 23 jaar blijft een probleem. Bij gezinsherenigingen kan het voorkomen dat een vergunninghouder tweemaal moet verhuizen. Dit heeft te maken met de huisvestingstermijn van 10 weken en het later opnieuw moeten verhuizen als de gezinshereniging aan de orde is en de eerste woning niet passend is voor de na-reizigers. Dit zal steeds vaker voorkomen, omdat de procedure voor gezinshereniging door de vele aanvragen in instroom steeds langer wordt. In 2015 zijn door de Eindhovense corporaties in totaal 232 woningen/woonruimten ingezet voor het huisvesten van vergunninghouders; 154 in Eindhoven en 78 in de randgemeenten. In tegenstelling tot enkele jaren geleden worden nu de mogelijkheden onderzocht en gebruikt voor het huisvesten van vergunninghouders op kamers of in grote leegstaande gebouwen. Dit omdat de samenstelling van de groep vergunninghouders is gewijzigd en de beschikbaarheid van passende woningen is veranderd. Als wordt gekeken naar het aantal ingezette woningen en het land van herkomst van de vergunninghouders die zijn gehuisvest in Eindhoven, dan zijn er in 2015 meer landen van herkomst dan in De grootste groep is afkomstig uit Syrië, gevolgd door Eritrea, Guinee, Somalië en Ethiopië Wijkvernieuwing 5

6 Indien huishoudens als gevolg van een beleidsbeslissing zoals sloop gedwongen zijn te verhuizen, zal in het kader van de huurbescherming voor vervangende huisvesting aangeboden worden. Er is sprake van voorrang vanwege het belang van medewerking van de huurders en voortgang van de projecten. In 2015 zijn 94 woningen verhuurd in het kader van wijkvernieuwing, waarvan 81 in Eindhoven, voornamelijk in de buurten Vredesplein e.o. (12), Cariolanuspad Woensel Zuid (41), Floraplein e.o. (19), Woensel West (9) en 13 in de regio (Best) MOE-landers Sinds 2013 is sprake van aandacht voor huisvesting van buitenlands werknemers uit Midden- en Oosteuropa (MOE-landers). Het realiseren van specifieke tijdelijke woonvoorzieningen voor deze groep is achterhaald door onderkenning dat er meerdere groepen spoedzoekers zijn die passende huisvesting zoeken op korte termijn. De opgave is geherformuleerd naar productie van kleine eenheden voor meerdere doelgroepen, het zogenaamde flexwonen. Ook in 2015 hebben daarom geen toewijzingen aan deze groep in specifieke woonvoorzieningen plaatsgevonden. Zeker is dat er woningen worden toegewezen aan deze groep in het kader van de verhuur van huurwoningen in het vrije segment. Over de mate waarin kan niet worden gerapporteerd omdat er geen registratie plaatsvindt van nationaliteit bij de verhuur (en verkoop) van woningen. 6

7 3. Resultaten woonruimteverhuur Eindhoven Verhuur en verkoop In 2015 hebben de Eindhovense corporaties 3027 woningen verhuurd (2014: 3249) en 485 sociale koopwoningen verkocht (2014: 552). Van alle verhuringen en sociale verkopen vond 21% plaats in het geregelde segment (20% in 2014), 69% in het vrije segment (73% in 2014) en 10% betrof overige verhuringen/verkopen (8% in 2014). Zie voor de overzichten op pagina 10 en 11. Als de resultaten van 2015 worden vergeleken met die van 2014 dan valt op dat het totaal aantal transacties in Eindhoven met 289 is afgenomen. Het aantal verhuringen in de bestaande woningvoorraad is met 77 gedaald. Daarnaast hebben er 145 minder verhuringen plaatsgevonden in de nieuwbouw en zijn er 60 sociale koopwoningen minder verkocht dan vorig jaar. De afname van het aantal verhuringen lijkt daarmee vooral een uiting van een lagere mutatiegraad op de sociale huurwoningmarkt en afname van nieuwbouw Toewijzing sociale huurwoningen Corporaties mogen maximaal 10% van hun beschikbare huurwoningen verhuren aan huishoudens met een inkomen boven Gebleken is dat in wijkvernieuwingsgebieden relatief veel huishoudens die geherhuisvest moeten worden een hoog inkomen hebben. Dat betekent dat er voor corporaties met een grote wijkvernieuwing- en herhuisvestingsopgave geen ruimte overblijft om huishoudens met een hoger inkomen te huisvesten. Niet in de vrije woonruimteverhuur, maar ook niet of nauwelijks in de overige urgentie- en voorrangsregelingen. Dat heeft ertoe geleidt dat er binnen de woonruimteverhuur gestuurd wordt op inkomen om de norm te kunnen behalen. Woonruimteverhuur 2015: inkomens vs. segment Sociale huur <= 710,68 Vrije huur > 710,68 Sociale koop < % 71 43% % % 34 21% 40 10% > % 59 36% 32 8% Totaal % % % N.B.1: niet alle corporaties monitoren inkomensgegevens van kopers. In totaal is 94% van de sociale huurwoningen conform de Brussel-regels toegewezen aan huishoudens met een inkomen lager dan Omdat de verhuringen van Vestide (Woonbedrijf) buiten beschouwing gelaten zijn, wordt de 95% net niet gehaald (inclusief Vestide is 96% aan huishoudens met een inkomen onder Eu-norm toegewezen). Op individueel niveau over alle verhuringen voldoen de corporaties aan de norm. Maar liefst 82% van de verkochte woningen wordt gekocht door een huishouden met een inkomen lager dan ,-. Verkoop van sociale huurwoningen betekent niet dat deze verloren zijn voor de doelgroep van beleid. Vergunninghouders De taakstelling huisvesting vergunninghouders over 2015 bedroeg voor Eindhoven 376 personen. Met nog 17 personen te huisvesten is de taakstelling bijna gehaald. Voor de huisvesting van 359 personen zijn 154 woningen door de corporaties ingezet. Dat er wederom sprake is van een verhoogde taakstelling blijkt uit het feit dat, na een verdubbeling van het aantal woningen vorig jaar, het aantal benodigde woningen in 2015 met 25% is toegenomen. Het gemiddeld aantal gehuisveste personen per woning is in 2015 toegenomen van 2 naar 2,3. Waarschijnlijk hangt dit samen met toegenomen gezinshereniging van vergunninghouders. Voor 2016 bedraagt de taakstelling 263 personen voor de eerste helft van het jaar en zal naar verwachting tot een hogere taakstelling leiden dan in

8 4. Conclusies De Eindhovense corporaties hebben in 2015 regionaal in totaal 4972 trasacties afgehandeld: 4343 in de verhuur en 629 in de verkoop. Vergeleken met 2014 een afname van 41 transacties. Van alle transacties vond 70% (3512) plaats in Eindhoven. In Eindhoven zijn 3027 woningen verhuurd en 485 sociale woningen verkocht. In de nieuwbouw is het aantal verhuringen sterk teruggelopen door de lagere productie. In de bestaande voorraad daarentegen is het aantal verhuringen eveneens afgenomen, wat duidt op een lagere mutatiegraad in Eindhoven dan in Regionaal gezien kent de sociale woningmarkt in Eindhoven iets meer dynamiek dan de omliggende gemeenten waar de Eindhovense corporaties werkzaam zijn. Naar verhouding van hun woningbezit in de gemeenten hebben meer transacties betrekking op een verhuring of verkoop in de Eindhoven dan in de omliggende gemeenten. De mate waarin urgenten en bijzondere doelgroepen in Eindhoven worden gehuisvest (21%) wijkt in 2015 verhoudingsgewijs nauwelijks af van het gemiddelde aandeel van alle regiogemeenten (22%). Eindhoven heeft daarmee een evenredig aandeel in de huisvesting van bijzondere doelgroepen gehad. Opvallend is de toename van het aantal CIZ-geïndiceerden van 68 naar 145 in de stadsregio. Deze toename komt bijna geheel voor rekening van de gemeenten rondom Eindhoven. De spreiding van doelgroepen binnen de stadsregio blijft een punt van aandacht. De woningcorporaties zien echter geen directe aanleiding voor aanpassingen, mede in het licht van de evenredige verdeling als resultaat van de vernieuwde afspraken over samenwerking op dit punt tussen gemeenten. De huidige wijze van werken laat voldoende ruimte om rekening te houden met de (beperkte) mogelijkheden binnen het bestaande aanbod en de behoefte van de verschillende doelgroepen. Het aandeel verhuringen in het vrije segment voor de grote groep, anonieme, woningzoekenden is niet onder druk komen te staan van de aandacht voor de huisvesting van specifieke groepen. De uitkomsten in 2015 passen bij de uitspraken die daarover gedaan zijn door de bestuurders van de gemeenten in de regio in het kader van het afgesloten convenant. Naar verwachting zal als gevolg van de verhoogde taakstelling vergunninghouders de inspanning in 2016 voor de bijzondere doelgroepen toenemen. De ontwikkeling van de gereguleerde verhuur zal meer dan anders worden gemonitord. In het kader van de 10% norm is in meer of mindere mate gestuurd op inkomen bij toewijzing. De focus is daarbij gericht op het beperken van de instroom van hogere inkomens in de sociale huur. Uit de overzichten blijkt dat zo n 3% van de huishoudens een inkomen > heeft die in de sociale huur terecht komen. Regionaal gaat het daarbij om 100 huishoudens, waarvan 76 in Eindhoven. Uit het overzicht blijkt ook dat een beperkt aantal huishoudens met een inkomen < in de vrije sector terecht zijn gekomen. Regionaal gaat het daarbij om 87 huishoudens waarvan 71 in de stad Eindhoven. Dit aantal past in het beeld van voorgaande jaren waarin niet werd gestuurd. Alhoewel er verder geen inzicht in de motieven bestaat en onbekend is of er sprake is van keuze of verdringing, blijkt er altijd wel een beperkt aantal huishoudens met een lager inkomen een duurdere woning te huren. Jaarlijkse monitoring, bijvoorbeeld in deze rapportage, moet uitwijzen of het tot een beperkte dure scheefheid blijft. 8

9 Woonruimteverhuur Eindhoven 2015 Bestaand Nieuwbouw Sociale koop Sociale koop Huur Huur Geregeld segment Stedelijke urgentie Voorrangsregelingen Bijzondere Klanten CIZ-indicatie (waaronder WMO) Vergunninghouders Wijkvernieuwing Bestuurlijk Totaal % Vrije segment Vrije verhuur/verkoop Afwijkende verhuur bij leefbaarheidsproblemen Verhuur van kamerpanden/leefgroepen Totaal % Overig Tijdelijke verhuur ivm sloop (obv leegstandswet) Bruikleenovereenkomst / anti-kraak Interne regeling (doorschuiven binnen bezit) Woningruil Overig Totaal % Totaal % 9

10 Woonruimteverhuur Eindhoven 2014 Bestaand Nieuwbouw Sociale koop Sociale koop Huur Huur Geregeld segment Stedelijke urgentie Voorrangsregelingen Bijzondere Klanten CIZ-indicatie (waaronder WMO) Vergunninghouders Wijkvernieuwing Bestuurlijk Totaal % Vrije segment Vrije verhuur/verkoop Afwijkende verhuur bij leefbaarheidsproblemen Verhuur van kamerpanden/leefgroepen Totaal % Overig Tijdelijke verhuur ivm sloop (obv leegstandswet) Bruikleenovereenkomst / anti-kraak Interne regeling (doorschuiven binnen bezit) Woningruil Overig Totaal % Totaal % 10