no. 279, d.d. 23 november 2005 INHOUD

Transcriptie

1 INHOUD no. 279, d.d. 23 november 2005 ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Presentaties ESC Douanetarieven hout en plaatmateriaal per 1 januari SOCIAAL 2 Prepensioen: uittredingsmogelijkheden 2 Wesp-subsidie cursus preventiemedewerker 2 Voorlopig voorbeeld loonberekening Nogmaals Basisverzekering Zorg 3 Correctie prognose loonkostenstijging 3 Periodieke verhogingen 3 Inzetbaarheid van werknemers van 45 jaar en ouder meenemen bij beoordelingsgesprek 3 Vorstverlet 4 Kerstpakket 5 Sluiting secretariaat bij feestdagen 5 Op 2 december a.s. is het secretariaat gesloten in verband met een personeelsuitje. Wij willen u erop attent maken dat in verband met het vervangen van de bekabeling en telefoonlijnen het mogelijk is dat het secretariaat niet altijd even goed bereikbaar is de komende weken. Wij hopen op uw begrip hiervoor. Ref.: FdB/WvK Nr. :

2 ALGEMEEN Komende vergaderingen Woensdag 23 November 2005 Bestuur VVNH s middags in Almere Donderdag 24 November 2005 Bestuur Technische Zaken s middags in Almere Donderdag 1 December 2005 Commissie Arbo-overleg s middags in Amsterdam Donderdag 1 December 2005 Bestuur SIVAG s middags in Amsterdam Donderdag 1 December 2005 Bestuur Naaldhout s middags in Almere Woensdag 7 December 2005 BedrijfsCommissie s morgens in Woerden Woensdag 7 December 2005 Bestuur Plaatmateriaal s middags in Almere Presentaties ESC 2005 De presentaties die tijdens de in oktober gehouden Europese Naaldhout Conferentie (ESC) zijn gehouden staan inmiddels voor geïnteresseerden op de website van onze Italiaanse collega-organisatie. Het ESC-verslag is d.d. 7 november aan de leden van de VVNH verstuurd. Alhoewel de website in het Italiaans is opgesteld zijn de presentaties in het Engels. Het website adres luidt: fedecomlegno/esc05/default.asp. Voor vragen en/of opmerkingen kunt met ondergetekenden. (Van den Heuvel / A. de Boer) Douanetarieven hout en plaatmateriaal per 1 januari 2006 Het genoemde overzicht is inmiddels gereed en beschikbaar. Het document dat werd opgesteld door de heer Guy Daelmans van onze Belgische collega organisatie de Belgische Federatie van de Houtinvoerhandel, bestaat uit de volgende onderdelen: - Een circulaire over de invoertarieven per 1 januari Aanvullende aantekeningen betreffende tropisch hout en derivaten. - Een lijst met invoertarieven per goederensoort (GNcode). VVNH-leden kunnen de stukken downloaden van het besloten ledendeel van de VVNH-website, te weten Voor de buitengewone leden van de VVNH, te weten de AVIH, NATA en VIGH, zijn de stukken gratis op aanvraag verkrijgbaar. Mocht u deze per post of per - willen ontvangen dan kunt u contact opnemen met het VVNH-secretariaat op telefoonnummer of een sturen aan mw. Anuska Olthof, a.olthof@vvnh.nl, o.v.v. Douanetarieven. Voor vragen en/of opmerkingen kunt met ondergetekenden. (Van den Heuvel / A. de Boer) 1

3 SOCIAAL Prepensioen: uittredingsmogelijkheden Tot en met 2006 zijn er 2 regelingen op basis waarvan oudere werknemers nog met (pre)pensioen kunnen. Degenen die in 2005 voldoen aan de uittredingsvoorwaarden van de huidige prepensioenregeling kunnen nog t/m 2006 met prepensioen mits de prepensionering is aangevraagd voor 1 januari Op 60-jarige leeftijd bedraagt de uitkering 70%. Bij eerder uittreden is de uitkering lager, bij later uittreden hoger. Door verlaging van de uitkering bij vervroeging is dit voor degenn jonger dan 60 jaar geen reële uittredingsmogelijkheid, tenzij er sprake is van eigen vermogen of een verdienende partner. Om voor de regeling in aanmerking te komen moet men aan de uittredingsvoorwaarden van de huidige regeling voldoen. Belangrijkste eis is dat men op 1 juli 1998 in dienst moet zijn geweest van een Houthandelsbedrijf en tot aan prepensionering in de houthandelsbranche werkzaam moet zijn gebleven. Hierop zijn wel weer uitzonderingen zoals bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. De uitkeringsgrondslag is het inkomen over de 12 maanden die liggen 3 jaar voor de uittredingsdatum verhoogd met de CAO-loonsverhogingen. De andere (pre)pensioneringsmogelijkheid biedt de nieuwe regeling die op 1 januari 2006 ingaat. Uitgangspunt voor deze regeling is de leeftijd op 31 december Vertaalt naar 31 december 2005 komt dat neer op het volgende: 58 jaar op 31 december 2005 kan uittreden op 62 jaar 59 jaar op 31 december 2005 kan uittreden op 61 jaar 60 jaar op 31 december 2005 kan uittreden op 60 jaar Het uittredingspercentage bedraagt ook 70%. Uiteraard zullen aan deze uittredingsmogelijkheid ook voorwaarden worden verbonden. Die zullen ongeveer gelijk zijn aan de huidige prepensioenregeling. Een werkgroep is momenteel bezig die uit te werken. Als uitkeringsgrondslag zal waarschijnlijk hetzelfde gelden als in de huidige regeling (zie boven). Wesp-subsidie cursus preventiemedewerker (F.A. de Boer) De cursus preventiemedewerker waarover wij in het vorige Mededelingenblad publiceerden komt in aanmerking voor de gebruikelijke Wesp-subsidie. Dat wil zeggen 45,= per dagdeel. Voor de ééndaagse cursus is de subsidie dus 90,= en voor de tweedaagse 180,=. Dit bedrag wordt mogelijk nog verhoogd met ESF-subsidie. Informatie kunt u krijgen bij de heer Leon Koopman van Wesp (telefoonnummer ). Voorlopig voorbeeld loonberekening Veel leden hebben gevraagd om een voorbeeld van de loonberekening voor Met name i.v.m. de inhouding en vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet, de nieuwe pensioenregeling en Walvis. Een dergelijk voorbeeld treft u onderstaand aan. Het dient slechts als voorbeeld. Een definitieve loonberekening publiceren wij zoals gebruikelijk in het eerste Mededelingenblad van Wij zijn uitgegaan van een salaris van 1.929,- per maand. Per jaar komt dat neer op ,- (incl. vakantietoeslag). Salaris per maand 1.929,-- - overwerktoeslag PM - ploegentoeslag PM - BHV-toeslag PM ,-- Premie BPF: Basis 1) 96,43 - Optrek 60-1) 9,43 - Garantieregeling 2) : 30, SVW-loon 1.792,93 Inhoudingen WW 5,20 van ( 1.792,93 27, ,50) 3) ,30 Vergoeding werkgever zorgverz (6,5% van 1.765,30) - 114, Loon voor loonbelasting/ premie volksverzekeringen 1.880,04 Loonbelasting/premie volksverzekering - 415,75 - Inhouding inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering (6,5% van 1.765,30) - 114, Netto 1.349,55 Toelichting 1) De basispremie en de premie Optrek 60 - worden berekend over het jaarinkomen minus de franchise. In dit geval is dat = Voor de basispremie komt dit neer op: 13,3% van 8.700,- en voor de premie Optrek 60- komt dit neer op: 1,3% van 8.700,-. 2) De premie voor de garantieregeling wordt over het inkomen berekend. (1,45% van ,--). 12 2

4 3) Franchise WW 58,- x 21,75 dagen = 1.261,50 Vanaf 1 januari 2006 zal er worden uitgegaan van 21,75 dagen per maand en niet meer van het werkelijk aantal gewerkte dagen. 4) De loonbelasting en premieheffing van 415,75 is inclusief loonheffingskorting en arbeidskorting. Dit bedrag is ontleend aan de witte tabel Het bedrag aan loonbelasting kan dus in 2006 afwijken van hetgeen wij in dit voorbeeld hebben gehanteerd. De nieuwe tabel is nog niet beschikbaar. Nogmaals Basisverzekering Zorg Wij willen u er nogmaals op attenderen dat de VVNH bezig is met een collectief contract voor de Basisverzekering zorg. De laagste premie die wij tot nog toe opgekregen hebben is 950,= per jaar. Wij publiceren dit om u een idee te geven wat als branche mogelijk is. Als u zelf ook bezig bent met een collectief voor uw werknemers dan is het raadzaam even te wachten op het branchecontract. Hebt u een offerte lager dan 950,= dan horen wij het graag. Correctie prognose loonkostenstijging In de vorige Mededelingen hebben wij een prognose gemaakt voor de loonkostenstijging Bij een loonsom van ,= schreven wij dat een eenmalige uitkering van 100,= een kostenpost betekende van 0,25%. Dit moet natuurlijk 0,40% zijn. De conclusie dat de kosten voor de eenmalige uitkering van 2006 ( 75,= 0,3%) ten opzichte van 2005( 100,= 0,4%) iets zijn afgenomen, was wel correct. Periodieke verhogingen Aan het eind van het jaar dient u weer te bepalen wie er voor een periodieke verhoging in aanmerking komt. Deze worden gegeven na een beoordeling met het Zuidema beoordelingssysteem (zie bijlage IV van de CAO) dat voor alle werknemers van toepassing is. Het formulier aan de hand waarvan beoordeeld wordt (bijlage IV van de CAO) wordt uiterlijk 2 weken voor de datum waarop het beoordelingsgesprek plaatsvindt aan de werknemer uitgereikt. Beoordelingen moeten worden gedaan door getrainde beoordelaars. Indien beoordelingen zijn gedaan door niet getrainde beoordelaars zal dat in een eventuele bezwaar- of beroepsprocedure als minpunt worden aangemerkt. Bij de beoordeling wordt de volgende indeling gebruikt: onvoldoende: geen periodiek matig: geen periodiek 3 voldoende/goed: een periodiek zeer goed: twee periodieken of meer. De toekenning van periodieken is geen automatisme. Alleen wanneer geen gebruik gemaakt wordt van een beoordelingssysteem wordt automatisch elk jaar een periodiek gegeven tot het normsalaris is bereikt. Bij onvoldoende of matig functioneren kan de werkgever een periodieke verhoging onthouden mits deze beoordeling plaatsvindt op basis van het voor alle medewerkers van toepassing zijnde beoordelingssysteem. De uitloopperiodieken zijn uitsluitend van toepassing op werknemers die zeer goed functioneren en als zodanig beoordeeld zijn. Werknemers die gedurende drie achtereenvolgende jaren een goede beoordeling hebben gehad en/of niet beoordeeld zijn en gedurende die tijd steeds op het normsalaris zijn gebleven krijgen één uitloopperiodiek. Een handleiding Beoordelings- en functioneringsgesprekken is op te vragen bij mw. W. van Kreuningen ( ). Inzetbaarheid van werknemers van 45 jaar en ouder meenemen bij beoordelingsgesprek Volgens onze CAO moet u bij het beoordelingsgesprek dat u aan het eind van het jaar moet houden, meenemen de inzetbaarheid van werknemers van 45 jaar en ouder. Elementen van het gesprek dienen te zijn: 1. Welke maatregelen kunnen er getroffen worden om het werk in fysieke zin te kunnen blijven doen? U kunt denken aan eventuele hulpmiddelen om achteruitgang in bijvoorbeeld kracht of visuele aspecten bij de werknemer te compenseren. 2. Zijn er voldoende ontziemaatregelen afgesproken zoals het beperken van overwerk en ploegendiensten. Wil de werknemer gebruik maken van de 4- daagse werkweek voor 55-jarigen? (Zie elders in deze Mededelingen) 3. Loopbaangesprek, zijn er wensen in scholing of loopbaan? 4. Het optimaal benutten van de kwaliteiten en bedrijfskennis van de oudere werknemer. Het kan nuttig zijn om oudere werknemers aan taakroulatie, mentorschappen en functieverbreding te laten doen. De specifieke kwaliteiten, ervaring en vakkennis maken dat het voor de onderneming wenselijk kan zijn om oudere werknemers op deze manieren te benutten. Werkgever en werknemer leggen gezamenlijk vast wat de uitkomst van het gesprek geweest is. Als de werkgever en werknemer tot de conclusie komen dat er activiteiten gewenst zijn om de inzetbaarheid van de werknemer te behouden wordt dit op papier vastgelegd en voorzien van concrete afspraken en doelstellingen. Zowel de werkgever als de werknemer leggen zich toe op

5 het uitvoeren van de afspraken die zij hebben vastgelegd. Vorstverlet Werknemers die wegens de weersgesteldheid (zoals vorst en sneeuw) niet in staat zijn hun werkzaamheden te verrichten, kunnen aanspraak maken op een WWuitkering. Dit is echter aan strikte regels gebonden. In het hier onderstaande kunt u lezen welke regels dat zijn. Direct vorstverlet Ten aanzien van noodzakelijke onderbreking van het werk als direct gevolg van vorst of sneeuwval, geldt voor de houthandel de regel dat een onafgebroken periode van 14 kalenderdagen wordt gezien als een normaal bedrijfsrisico, waarbij op de werkgever de verplichting rust om het loon door te betalen (art. 36, lid 6 van de CAO). Voor bosarbeid, die stil ligt als direct gevolg van sneeuwval of vorst, kent onze CAO een afwijkende regeling. Hiervoor geldt een eigen risico van twee dagen (art. 36, lid 7 van de CAO). Pas na die twee weken (twee dagen) kan men spreken van een zo uitzonderlijke situatie, dat niet verwacht mag worden dat de werkgever zijn bedrijf daarop heeft ingericht. Hij hoeft het loon dan niet meer door te betalen, de werknemer is dus werkloos en komt, als hij ook overigens aan de voorwaarden uit de werkloosheidswet voldoet, in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering van 70% van zijn dagloon. Het is gebruikelijk dat de werkgever deze uitkering aanvult tot het nettoloon. Vult de werkgever niet aan dan bestaat mogelijk recht op een aanvullende uitkering op grond van de Toeslagenwet (zie hieronder). De werkgever die niet in staat of bereid is de WW-uitkering aan te vullen dient in overleg te treden met het secretariaat. (art. 36, lid 8 van de CAO) Omdat controleerbaar moet zijn of de werknemer werkelijk geen arbeid verricht, moet hij/zij in principe thuisblijven. Omdat ook de termijn van het niet kunnen werken (die twee weken respectievelijk twee dagen) controleerbaar moet zijn, is het zaak dat u zo gauw u constateert dat werken niet mogelijk is hiervan direct de eerste dag dat het werk stil ligt melding maakt bij het districtskantoor van het UWV waaronder u ressorteert. De wachtperiode begint pas te lopen op het moment van de melding. Na de melding ontvangt u van het UWV vragenformulieren en werkbriefjes. De werkbriefjes moeten door de werknemer persoonlijk worden ingevuld en ondertekend. De werknemer die als gevolg van de weersgesteldheid werkloos is hoeft zich niet als werkzoekende te laten registreren bij het CWI (Centrum Werk en Inkomen). Indien in dezelfde winter, waarin al eenmaal de wachtperiode van twee weken werd doorgemaakt en nadat het werk is hervat, opnieuw vorst invalt die het werken onmogelijk maakt, dan geldt voor de houthandel een wachtperiode van één week, mits de werkgever in de 4 eerste onderbrekingsperiode gedurende twee aaneengesloten weken het loon heeft doorbetaald. Is dit niet het geval, dan dient u voor de tweede periode opnieuw het loon gedurende twee weken onafgebroken door te betalen. Voor bosarbeiders hoeft niet opnieuw een wachtperiode van twee dagen in acht genomen te worden, indien de werkonderbreking plaatsvindt binnen vier weken na de laatste werkhervatting. Wordt het werk onderbroken na die vier weken, dan geldt de gewone twee-dagen-eis. Indirect vorstverlet Ook kan de situatie ontstaan, dat er niet meer kan worden gewerkt, omdat de aanvoer stagneert of de producten tijdelijk niet meer kunnen worden afgezet als gevolg van weersomstandigheden. Ook dan dient u dat direct bij het UWV te melden. Het districtskantoor van het UWV beziet van geval tot geval vanaf welk tijdstip tot uitkering van WW kan worden overgegaan. Ook voor het indirect vorstverlet geldt een wachtperiode van 14 dagen (2 dagen voor bosarbeid). Indien de werkzaamheden tijdens de vorst normaal kunnen worden voortgezet, doch de werknemers het werk wegens de onbegaanbaarheid van de wegen niet kunnen bereiken, kan er ook sprake zijn van vorstverlet. Ook in dit geval beslist het districtskantoor van het UWV van geval tot geval. Voorwaarde is in ieder geval dat het werkverzuim per werknemer tenminste 5 uur per week bedraagt of dat de werknemer tenminste de helft van zijn arbeidsuren per week verliest. De regeling voor bosarbeid geldt uitsluitend voor de specifieke bosfuncties. Chauffeurs zijn niet specifiek in het bos werkzaam. Dit betekent dat voor chauffeurs die niet kunnen werken omdat de aanvoer uit het bos stagneert, een eigen risico geldt van twee weken. Roostervrije tijd tijdens vorstverlet Indien in de periode waarin als gevolg van het weer niet gewerkt kan worden, roostervrije tijd is ingevuld, dan moet er andere roostervrije tijd ingevuld worden. Als dat niet meer binnen het kalenderjaar 2005 kan, dan zal deze roostervrije tijd in de eerste twee maanden van 2006 moeten worden vastgesteld. Referte-eis Werkloosheidswet/Toeslagenwet Volgens de Werkloosheidswet hoeft voor het vorstverlet niet aan de referte-eis te zijn voldaan. Ook als men nog maar een dag in de bedrijfstak werkzaam is geweest komt men in aanmerking voor een WW-uitkering. De duur van de vorstuitkering wordt niet gekort op de uitkering die men ontvangt na ontslag. De Toeslagenwet geldt ook in de situatie van vorstverlet. Iemand die met zijn WW-uitkering onder het sociaal minimum zit, kan op grond van deze wet voor een toeslag in aanmerking komen. Hij moet dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen. De toeslag kan aangevraagd worden bij het UWV.

6 Kerstpakket Eenmaal per jaar mag de werkgever 15% eindheffing toepassen over een geschenk in natura ter gelegenheid van een algemeen erkende feestdag of Sint Nicolaas, voorzover de waarde in het economisch verkeer niet meer is dan ε 35,--. Dat is in principe de winkelwaarde. U kunt hierbij dus denken aan een pakket of een cadeaubon ter gelegenheid van Kerst. Over de waarde van dit geschenk moet u 15% eindheffing afdragen (rubriek 2c aangifte loonheffing). U kunt ook gebruik maken van de regeling dat over verstrekkingen met een waarde in het economisch verkeer van maximaal ε 272,-- op jaarbasis en maximaal ε 136,-- per vestrekking eindheffing kan plaatsvinden. Eindheffing betekent dat de werkgever de loonheffing voor zijn rekening neemt. Dit komt neer op het normale tarief. Voor wat betreft de premieheffing sociale verzekeringen wordt de waarde in het economisch verkeer op nihil gesteld als de verstrekking niet meer bedraagt dan ε 136,-- per keer en ε 272,-- op jaarbasis. Sluiting secretariaat bij feestdagen Het secretariaat zal i.v.m. Kerst en Nieuwjaar gesloten zijn van maandag 26 december 2005 tot en met vrijdag 30 december De eerste werkdag is maandag 2 januari (A. de Boer) 5