Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 1 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 1 (pp )"

Transcriptie

1 Auteur(s): F. Krijgsman, A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Reflexen bij hemiplegie patiënten Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 Reflexen bij hemiplegie-patiënten F. Krijgsman A. Lagerberg C. Riezebos In deze rubriek wordt problematiek uit de dagelijkse praktijk aangedragen. Om het theoretisch kader rond deze problemen te verbreden en waar mogelijk te verdiepen doen wij een beroep op U. Aan het slot van de presentatie van het probleem worden U enkele vragen voorgelegd. Wij nodigen U uit Uw observaties dienaangaande aan ons mee te delen via het bijgevoegde antwoordformulier. Het gaat ons met name om door U zelf verrichte observaties. Natuurlijk staat het U vrij aanvullend kommentaar te leveren op het antwoordformulier. Het is niet noodzakelijk alle vragen te beantwoorden, ook gedeeltelijk ingevulde formulieren zijn van harte welkom. De verzamelde observaties worden in een volgende aflevering van deze rubriek gepubliceerd. Inleiding en Probleemstelling Het woord "reflex" komt van het latijnse "reflectere" en betekent "terugbuigen". Aan het boek "Movement therapy in hemiplegia" van Signe Brunnstrom ontlenen wij het volgende citaat ( 3, vertaling door de redactie): "Er wordt beweerd dat er geen pathologische reflexen zouden moeten worden gebruikt bij het oefenen, uit angst dat herhaald gebruik hiervan de efferente banen, die voor deze reflexen gebruikt worden, steeds meer bevoordeeld zouden worden boven de normale banen. Overeenkomstig deze visie moet de patiënt niet worden toegestaan de beide bewegingssynergieën van flexie en extensie te gebruiken, noch moet het effekt van de tonische nekreflexen en andere houdingsreflexen worden opgewekt om bewegingen te faciliteren of te inhibiëren, maar vanaf het begin moet geprobeerd worden normale motorische reakties te ontwikkelen. De auteur is tot de tegenovergestelde konklusie gekomen, namelijk dat gedurende de vroege herstelfasen de hemiplegiepatiënt geholpen en aangemoedigd moet worden kontrole over de basissynergieen te verkrijgen en dat voor dit doel geselekteerde stimuli van proprioceptieve en exteroceptieve aard terecht en met voordeel kunnen worden toegepast." Alvorens iets te kunnen zeggen over het al of niet nuttig zijn van het gebruik van de bedoelde reflexen in de therapie is het eerst nodig vast te stellen welke van de genoemde reflexen bij patiënten met aandoeningen van het centraal zenuwstelsel voorkomen, in welke mate dit gebeurt en hoe sterk de invloed is van deze reflexen op de ADL. Wij zullen ons in deze aflevering beperken tot volwassen hemiplegie-patiënten. De volgende reflexen worden besproken: 1. Positieve steunreflex 2. Asymmetrisch tonische nekreflex (ATNR) 3. Symmetrisch tonische nekreflex (STNR) 4. Tonische labyrinthreflex (TLR) 5. Labyrinth oprichtreflex 6. Oprichtreflexen van romp en nek a. Romp-oprichtreflex op het hoofd b. Romp-oprichtreflex op de romp c. Nek-opricht reflex

3 (Deze reflexen zijn, voornamelijk aan dieren, uitvoerig onderzocht door Magnus en de Kleyn en beschreven in het in 1923 verschenen boek "Die Körperstellung". In ons land werd omstreeks dezelfde tijd onderzoek verricht door Rademaker (7). Beschrijving van de reflexen De reakties worden in hun extreme vorm beschreven. Over het algemeen zijn de effekten zeer veel subtieler en slechts door nauwkeurig onderzoek (passief bewegen) aan te tonen (1). Er wordt in eerste instantie uitgegaan van de "zuivere" reflex, dus zonder de gelijktijdige invloeden van eventueel andere bij de patiënt werkzame houdingsreflexen. Later zullen wij op de mogelijke interakties tussen de verschillende reflexen terug komen. 1. Positieve steunreaktie Exteroceptieve prikkeling van de voetzool en/of proprioceptieve prikkeling vanuit de enkel en mogelijk de knie. Voor de enkel is dit dorsaalflexie, voor de knie flexie. Het steun nemen op het been roept de reflex op door zowel exteroceptieve als proprioceptieve prikkeling. Er ontstaat een strekking van de gewrichten van het been. De enkel komt in plantairflexie, de knie in extensie en de heup in extensie-adductie- endorotatie. Opmerkingen: Deze reflex moet niet verward worden met de extensor-thrust (4). Dit is een spinale reflex die bijvoorbeeld bij dwarslaesie-patiënten of bij patiënten met multiple sclerose optreedt. In dat geval is er namelijk sprake van een fasische, dus kortdurende, reaktie (vandaar de term "thrust" = "stoot") inplaats van de aanhoudende, tonische, aktiviteit bij de positieve steunreaktie. De magneetreaktie is wel synoniem met de hier besproken reflex. Funktionele implikaties: Op zichzelf is het hebben van een positieve steunreaktie gunstiger dan een buigreflex zoals bijvoorbeeld bij totale dwarslaesie patiënten bestaat (flexor-withdrawal of vluchtreflex). Voor het lopen heeft de reflex echter de volgende konsekwenties. Op het moment dat de voet aan het eind van de zwaaifase de grond raakt en de reflex optreedt, draait de voet in plantairflexie. Hierdoor staat het been ten opzichte van de vloer achterover gekanteld. Het zwaartepunt projecteert nu achter het steunvlak (de voet) en de patiënt dreigt achterover te vallen op het moment dat het andere been naar voren zou worden gebracht. Om dit te kompenseren buigt de patiënt de romp naar voren en naar de zijde van het standbeen. Een gelijksoortig mechanisme treedt op bij amputatiepatiënten waarbij de prothesevoet teveel in plantairflexie is afgesteld (6). Nadat het niet aangedane been naar voren is geplaatst ontstaat de volgende situatie. De romp staat naar voren (en zijwaarts) gedevieerd en het zwaartepunt projecteert nog steeds boven de voet van het hemiplegische been. Bij spastische rompspieren wordt dit effekt nog versterkt door de hierdoor optredende lateraalflexie- stand van de wervelkolom. Omdat de patiënt niet "voorbij" het aangedane been kan stappen, moeten de tenen van het niet-aangedane been op de grond worden geplaatst. De vóórstap van het niet-aangedane been kan in verband hiermee slechts klein zijn. Wanneer de patiënt nu probeert het aangedane been naar voren te zwaaien wordt in feite gepoogd een belast been te verplaatsen. Door de hierbij optredende weerstand, evenals door de ten gevolge hiervan geleverde extra inpanning, neemt het strekspasme nog meer toe. Het resultaat is de bekende "kleefgang". Dit mechanisme wordt weergegeven in figuur 1. Mogelijke toepassingen in de therapie: Het steungeven aan de hemiplegische arm en hand, waarbij vaak de hand door de therapeut passief wordt "geopend" en de arm in de schouder in exorotatie wordt gebracht, heeft een gunstig effekt op de kleefgang. Het been wordt er "losser" door. Dit berust niet, zoals wel wordt verondersteld, op een reflex-achtige invloed van de arm of hand op het been, doch simpelweg op het verminderen van de lateraalflexie van de romp en dus het verplaatsen van het zwaartepunt boven de voet van het nietaangedane standbeen. Hetzelfde effekt kan dan ook worden bereikt door via druk tegen de romp of schouder, of trek aan de gezonde arm het gewicht van de patiënt te verplaatsen naar het niet-paretische been.

4 Figuur 1. Mechanisme van de kleefgang bij een positieve steunreaktie. De linker enkel wordt slechts 5 0 in plantairflexie gehouden. Zwart: linker arm en been, Open: rechter arm en been.de positie van het lichaamszwaartepunt wordt berekend aan de hand van de ligging van 16 deelzwaartepunten en weergeven via de gestippelde lijnen. A. Plantairflexie in de linker enkel. Het zwaartepunt projecteert achter de linker voet. De patiënt zou achteruit vallen. B. Door het buigen van de romp brengt de patiënt het zwaartepunt boven de voet van het (linker) standbeen. C. Door de aanhoudende plantairflexie in de linker enkel kan de patiënt het rechterbeen moeilljk voorbij het linker plaatsen. D. Zelfde stuatie als in B, van voren gezien. Er treedt lateraalflexie naar links op in de wervelkolom. 2. Asymmetrisch tonische nekreflex Aktieve of passieve rotatie van hoofd en nek ten opzichte van de romp. Arm en been, aan de zijde waar het gezicht naar toe wordt gedraaid, strekken. Arm en been aan de achterhoofdszijde buigen. Opmerkingen: Er bestaat een zekere latente periode voordat de reaktie zichtbaar wordt. Bij dieren bedraagt deze tijd seconden (3). Bij de mens is dit ook het geval (7) Door lateraal flexie in plaats van rotatie kan de reflex eveneens worden opgewekt (1,7) De reaktie kan worden versterkt door: - weerstand te geven aan de rotatie; - de patiënt te vragen de rotatie zover mogelijk uit te voeren en in de eindstand kracht te laten zetten; - gelijktijdig een andere willekeurige aktiviteit te vragen, bijvoorbeeld een krachtige vuist maken aan de gezonde zijde (1). De reakties zijn aan de arm meestal duidelijker waarneembaar dan aan het been (2). Over het algemeen uiten de reakties zich niet in een daadwerkelijke buiging of strekking van de extremiteiten, doch eerder in een verandering van de weerstand tijdens passieve bewegingen (1,5,7) Funktionele implicaties: Nadelige effekten treden op bij het grijpen van een voorwerp. Zo lang de patiënt er naar kijkt is het buigen van de vingers om het voorwerp te omvatten bemoeilijkt. Het naar de mond brengen van de hand is niet of nauwelijks mogelijk bij een sterke reflexaktiviteit. In het algemeen is er dus een groot probleem in de oog-hand samenwerking. Mogelijke toepassingen in de therapie: Er kan beter steun worden genomen op arm en/of been bij het draaien van het hoofd naar die zijde. Sommige patiënten lopen zelfs "op hun ATNR" (figuur 2).

5 Figuur 2 Een patiënt, die tijdens het gaan gebruik maakt van de asymmetrisch tonische nekreflex 3. Symmetrisch tonische nekreflex Flexie en extensie van hoofd en nek ten opzichte van de romp. Bij flexie van hoofd en nek treedt buiging op van de armen en strekking van de benen. Bij extensie van hoofd en nek treedt strekking op van de armen en buiging van de benen (figuur 3). Figuur 3._ Een patiënt met een symmetrisch tonische nekreflex. A. Flexie hoofd: flexie armen en extensie benen. B. Extensie hoofd: extensie armen en flexie benen. Opmerkingen: Indien patiënten deze reflex vertonen, hebben zij meestal eveneens een asymmetrisch tonische nekreflex (1). Er is wederom sprake van een kortere of langere latente periode voordat de reflex "doorkomt" (7). Funktionele implicaties: Bij het opstaan uit een stoel waarbij de patiënt het hoofd voorover buigt, wordt de steunname op de armen belemmerd, die op de benen juist vergemakkelijkt. Door het strekken van de knieën wordt de patiënt veelal achteruit teruggeduwd in de stoel en mislukt het gaan staan. Indien het hoofd achterover wordt gebogen treedt het omgekeerde op. Het strekken van de benen is nu bemoeilijkt en de patiënt moet met veel steun van de armen en de fysiotherapeut tot stand komen. Mogelijke toepassingen in de therapie: Bij het oefenen in kruiphouding kan de steun name op de arm vergemakkelijkt worden door het hoofd te dorsaal flecteren. Een eventueel bestaand strekspasme van de benen wordt in deze positie juist geïnhibeerd.

6 Wanneer de patiënt wordt gevraagd te kruipen en deze zou tijdens het naar voren plaatsen van het been naar zijn knie kijken, bestaat het gevaar dat de patiënt zichzelf "lanceert". De armen buigen en de benen strekken met kracht; de patiënt schiet naar voren en belandt plat op de buik (figuur 4). Figuur 4. Een patiënt met een svmmetrisch tonische nekreflex die in kruiphouding naar de knieën kijkt 'lanceert* zichzelf naar voren : armen buigen, benen strekken. 4. Tonische labyrinthreflex a. horizontale buiklig b. horizontale ruglig In de eerste positie overheerst de buigtonus c.q. vermindert de strektonus (figuur 5a). In de tweede positie is de strektonus (figuur 5b). maximaal Figuur 5. Tonische labyrinth reflex. A. In buiklig flexie-tonus. B. In ruglig extensie-tonus. Opmerkingen: Diverse onderzoeken over de positie waarin deze reflexen worden opgewekt zijn tegenstrijdig. Soms wordt gevonden dat in alle posities (buiklig of ruglig) waarbij het hoofd zich boven de horizontale bevindt de strektonus het sterkst is, terwijl in posities met het hoofd onder de horizontale de buigtonus overheerst (7). Andere onderzoekers beschrijven een maximale strektonus wanneer het hoofd zich boven de horizontaal bevindt, terwijl een maximale buigtonus wordt gevonden met het hoofd 45 onder de horizontaal (3).Tenslotte werd de invloed van de reflex bij de mens ook wel waargenomen in horizontale rug en buiklig. Meestal overheerste in ruglig de strektonus. In enkele gevallen werd de maximale strektonus echter juist in buiklig waargenomen (7). Wij zijn, mede in verband met de praktische oefensituatie, uitgegaan van horizontale ruglig en buiklig. Funktionele implicaties: Het moge duidelijk zijn dat de tonische labyrinth reflex wordt opgewekt door de positie van het labyrinth ten opzichte van het zwaartekrachtveld. Dat betekent dat ook in opgerichte stand bij voorover of achterover buigen van het hoofd de genoemde invloeden optreden. Op de interaktie met bijvoorbeeld de symmetrisch tonische nekreflex wordt later in dit stuk teruggekomen.

7 Mogelijke toepassingen in de therapie: Trainen van strekaktiviteiten zou het best in een positie kunnen worden uitgevoerd waarbij het gezicht naar boven is gewend. Buigaktiviteiten kunnen het best worden geoefend met het gezicht naar de bodem. Hierbij moet dan wel rekening worden gehouden met een eventueel gelijktijdig bestaande symmetrisch tonische nekreflex. 5. Labyrinth oprichtreflex Terwijl de ogen gesloten worden gehouden wordt het lichaam achtereenvolgens naar links, naar rechts, naar voren en naar achteren bewogen. Bij gezonde proefpersonen: het hoofd wordt zodanig ten opzichte van de romp bewogen, dat een horizontale lijn door de ogen evenwijdig aan de bodem blijft. Ten opzichte van de er onderdoor bewegende romp wordt het hoofd dus steeds compensatoir in tegengestelde richting bewogen (voorover buigen van het bovenlichaam gaat gepaard met extensie van de nek, buigen van het bovenlichaam naar rechts gaat gepaard met lateraalflexie van de nek naar links, enz.). Bij patiënten: het hoofd "valt" naar de zijde waarheen bewogen wordt. Buigen van het bovenlichaam naar voren bijvoorbeeld gaat gepaard met flexie van de nek. In de kliniek wordt dit over het algemeen omschreven als een verstoorde of niet-aanwezige hoofdbalans. Opmerkingen: In tegenstelling tot de hiervoor besproken reflexen, waarvan het abnormaal is wanneer ze wel aanwezig zijn, is het abnormaal wanneer deze, labyrinth-oprichtreflex, niet aanwezig is. Funktionele implicaties: Wanneer deze reflex afwezig is is het behoud van evenwicht tijdens bijvoorbeeld zit en stand zeer bemoeilijkt. Geringe bewegingen van de romp lelden tot meebewegen van het hoofd en omgekeerd, geringe bewegingen van het hoofd leiden tot meebewegen van de romp. De patiënt dreigt voortdurend te vallen. Er is dus zowel een verstoorde of afwezige hoofdbalans als, dientengevolge, een verstoorde of afwezige zitbalans. Mogelijke toepassingen in de therapie: Geen. 6. Oprichtreflexen van romp en nek Deze groep van reflexen is bij mensen aanzienlijk moeilijker te interpreteren dan de voorgaande. Dat komt doordat het begrip "oprichten" wel geldt voor viervoetige dieren, doch niet voor mensen. Wanneer een dier vanuit zijlig om een longitudinale as wordt geroteerd naar de buikzijde, is dit, omdat de extremiteiten ongeveer haaks op de romp staan, een onderdeel van het tot stand komen. Bij de mens zijn de onderste extremiteiten echter in het verlengde van de romp geplaatst. In dit geval zou, na het draaien naar buiklig, om tot stand te komen nog een rotatie van 90 graden achterover moeten worden uitgevoerd om een frontale as. a. Romp-oprichtreflex op het hoofd Een labyrinthloos dier (bijvoorbeeld een kat) wordt geblinddoekt in zijlig in de lucht gehouden, waarbij de handen de schouders en heupen van het dier ondersteunen, doch niet met de romp in aanraking komen. Het dier laat de kop zijwaarts afhangen. Immers, er is geen labyrinth-oprichtreaktie, terwijl de ogen door de blinddoek evenmin kunnen worden gebruikt om de kop te richten. Hierna wordt het dier, nog steeds in zijlig op de grond gelegd. Zodra het dier in zijlig op de grond is geplaatst richt het de kop op in de "normaalstand",dus met de ogen evenwijdig aan de bodem. Deze reflex wordt opgewekt door de asymmetrische prikkeling van de romp. Indien namelijk een houten plaat op de naar boven gekeerde rompzijde wordt gelegd en hierop wordt enige druk uitgeoefend, zakt de kop weer zijwaarts naar de grond.

8 Opmerkingen / Mogelijke toepassingen in de therapie: De reflex zou tot gevolg moeten hebben dat patiënten met een sterk gestoorde hoofdbalans (dus bij afwezigheid van de labyrinth-oprichtreflex) het oprichten van het hoofd in zijlig aanzienlijk gemakkelijker verloopt dan bijvoorbeeld in zit. Onderzoek hiernaar is ons echter niet bekend. b. Romp-oprichtreflex op de romp Een dier wordt in zijlig op de grond geplaatst. Als gevolg van romp-oprichtreflex op het hoofd zal het dier proberen de kop in de "normaalstand" te brengen. De onderzoeker verhindert echter het omhoogbrengen van de kop. Inplaats van de kop te heffen, draait het dier de romp nu vanuit zijlig naar buiklig. c. Nek-opricht reflex Een dier wordt in zijlig op de grond geplaatst. De kop wordt passief geroteerd met de aangezichtszijde naar de grond. De romp volgt de rotatie van de kop en het dier draait in buiklig. Opmerkingen bij b. en c. Of de twee laatst genoemde reflexen ook bij mensen voorkomen en hoe deze zich uiten is ons niet bekend. Het zou kunnen zijn dat het bekende "en bloc" omrollen van uit bijvoorbeeld ruglig naar zijlig bij passieve rotatie van het hoofd op deze reflexen berust (4). In welke mate dit verschijnsel bij patiënten met een hemiplegie aanwezig is weten wij niet. Mogelijke toepassingen in de therapie: Onbekend. Interaktie tussen de reflexen Indien bij een patiënt verschillende reflexen tegelijkertijd voorkomen, kan het uiteindelijke resultaat beschouwd worden als de rekenkundige optelling van de effekten van de onderscheiden reflexen (3). Een aantal voorbeelden van deze interakties zal hieronder worden besproken. Voorbeeld 1 Een patiënt met een rechtszijdige hemiplegie is aan het oefenen in de loopbrug. Er is een sterke positieve steunreaktie en een even sterke tonische labyrinthreflex. Wanneer de patiënt bij het naar voren zetten van het hemiplegische been naar de voet kijkt ontstaat door de TLR een verhoogde flexie-tonus (ofwel een verminderde exensietonus) in het hemiplegische been. Het naar voren zetten verloopt gemakkelijker dan wanneer de patiënt recht naar voren zou kijken. Tegelijkertijd wordt het steun nemen op de arm bemoeilijkt, de patiënt dreigt "door de elleboog te zakken". Voorbeeld 2 Een patiënt met een rechtszijdige hemiplegie is aan het oefenen in de loopbrug. Er is een sterke positieve steunreaktie en een even sterke symmetrisch tonische nekreflex. Wanneer de patiënt bij het naar voren zetten van het hemiplegische been naar de voet kijkt ontstaat, in tegenstelling tot voorbeeld 1, door de STNR een verhoogde extensie-tonus in het hemiplegische been. Het naar voren zetten verloopt veel moeilijker dan wanneer de patiënt recht naar voren zou kijken. Er ontstaat een duidelijke kleefgang. Op het steunnenmen van de arm is een gelijk effekt aanwezig als in voorbeeld 1.

9 Voorbeeld 3. Een patiënt wordt geleerd steun te nemen op de emiplegische arm, in dit voorbeeld de rechter. Er bestaat een flexie-spasme (flexor-synergie) van de arm. Er is een ATNR, een STNR en een TLR aanwezig, allen even sterk. Uitgangshouding: Stand voor de bank. De voeten staan zover van de bank af, dat de patiënt voorover moet buigen om de hand op de bank te plaatsen. Het steun nemen verloopt het gemakkelijkst indien: - het hoofd zover mogelijk naar rechts geroteerd wordt; - gevraagd wordt zo ver mogelijk de nek te strekken (naar het plafond te kijken). Alle drie de reflexen hebben dan een verhoging van de extensietonus van de arm tot gevolg (c.q. een vermindering van de flexe-tonus). Maximale rotatie naar links samen met buigen van het hoofd heeft het omgekeerde effekt, de buigtonus neemt sterk toe en het steun nemen wordt ernstig bemoeilijkt. In het algemeen is het zo dat de tonische labyrinth reflex en de symmetrisch tonische nekreflex op de armen een gelijkgericht effekt uitoefenen, terwijl het effekt op de benen juist tegengesteld is. Buigen van het hoofd in zit of in stand veroorzaakt dus een sterke toename van de flexie van de arm, terwijl het effekt op de benen niet of nauwelijks merkbaar is. Omhoogkijken in zit of in stand veroorzaakt een afname van de flexie van de arm c.q. een toename van de extensie. Ook hierbij geldt dat het effekt op de benen niet of nauwelijks aanwezig is. Dit hangt ulteraard rechtstreeks af van de mate waarin de beide reflexen zich afzonderlijk manifesteren. Testen van de reflexen Inleiding: De testposities zijn zo gekozen dat er, theoretisch gezien, zo weinig mogelijk "interaktie" tussen de verschillende reflexen optreedt. In het algemeen wordt in de literatuur aangegeven dat de reflexaktiviteit duidelijker meetbaar wordt, indien de patiënt de houdingsverandering aktief uitvoert. Echter, om de invloed van geassocieerde reakties zo veel mogelijk uit te sluiten en de testen uitvoerbaar en vergelijkbaar te maken voor alle stadia van hemiplegie, is gekozen voor passieve houdings- en standsveranderingen. Dit laatste argument heeft ook een rol gespeeld bij de keuze het passief bewegen te gebruiken bij het onderzoek naar de tonusveranderingen. Het is belangrijk de houdingsveranderingen zo selectief mogelijk te doen plaatsvinden en de passieve test naar tonusveranderingen steeds met dezelfde snelheid uit te voeren. Het scoren van de verschillende testen gebeurt door de weerstand bij passief bewegen te bepalen. Aangezien bij de meeste reflexen de invloed op de bovenste extremiteiten sterker is dan die op de onderste extremiteiten wordt (behalve bij de positieve steun reaktie uiteraard) de weerstand bepaald in elleboog of pols. Er wordt bij de patiënt met een hemiplegie van de rechter lichaamshelft. Voor het scoren van een linkszijdige hemiplegie moeten in voorkomende gevallen dus links en rechts worden verwisseld. Alvorens de passieve bewegingen uit te voeren dient de patiënt ten minste 10 seconden in de testhouding te hebben verkeerd. 1. Positieve steunreflex Testhouding: Ruglig. Eerste test: De rechter hand van de onderzoeker wordt onder de bal van de rechter voet van de patiënt geplaatst. De linkerhand wordt onder de rechter knieholte geplaatst. De onderzoeker probeert het been snel te buigen waarbij voornamelijk druk onder de bal van de voet wordt gegeven. Tweede test: De onderzoeker omvat het rechter onderbeen van de patiënt, vlak boven de enkel. De linkerhand wordt weer onder de rechter knieholte geplaatst. De onderzoeker probeert het been met gelijke snelheid te buigen als bij test 1. Positieve score: Indien bij test 1 een grotere weerstand tegen buiging wordt waargenomen dan bij test 2 wordt de patiënt geacht een positieve steunreaktie te hebben.

10 2. Asvmmetrisch tonische nekreflex (ATNR) Testhouding: Zit; voeten geen kontakt met de onderlaag. Eerste testpositie: Patiënt draait hoofd plus C.W.K. rechts-om. Tweede testpositie: Patiënt draait hoofd plus C.W.k. links-om. In bovenbeschreven twee testposities wordt in de elleboog passief bewogen naar flexie en extensie. Positieve score: Indien in testpositie 1 de rechter elleboog gemakkelijker gestrekt kan worden dan in positie 2 wordt de patiënt geacht een ATNR te vertonen. Indien de rechter elleboog in positie 1 een minder grote flexiestand vertoont dan in positie 2 wordt dit eveneens als positief gescoord. Het is belangrijk dat de patiënt gedurende de gehele test de romp in dezelfde positie houdt v.w.b. flexie en extensie en dat de cervicale rotatie niet zo ver wordt doorgevoerd dat schoudergordel en/of romp meeroteren. 3. Symmetrisch tonische nekreflex (STNR) Testhouding: Zit; voeten geen kontakt met onderlaag. Eerste testpositie: De onderzoeker beweegt de romp van de patiënt via de schoudergordel naar voren. De romp blijft gestrekt, de heupen buigen. De patiënt moet recht naar voren blijven kijken, de C.W.K. extendeert. Eventueel kan de patiënt zelf steunen met de gezonde arm (figuur 6a). Tweede testpositie: De onderzoeker beweegt de romp van de patiënt via de schoudergordel naar achteren, de romp wordt gebogen, de heupen strekken. De patiënt bijft recht naar voren kijken, de C.W.K. flecteert. Eventueel kan de patiënt weer zelf steunen met de gezonde arm (figuur 6b). Positieve score: Indien in testpositie 1 de rechter elleboog gemakkelijker gestrekt kan worden dan in testpositie 2 wordt de patiënt geacht een STNR te vertonen. Indien de rechter elleboog in testpositie 1 een minder grote flexiestand vertoont dan in positie 2 wordt dit eveneens als positief gescoord. Figuur 6. Testhoudingen voor de symmetrisch tonische nekreflex. Het hoofd blijft horizontaal, er is geen invloed van de tonische labyrinth reflex. Verdere verklaring in de tekst.

11 4. Tonische labyrinthreflex (TLR) Eerste testpositie: De patiënt ligt plat op de rug. C.W.K. en hoofd liggen in het verlengde van het lichaam, de enkels liggen net over de rand van de bank. Tweede testpositie: De patiënt ligt plat op de buik, C.W.K. en hoofd liggen in het verlengde van de romp, de enkels liggen net over de rand van de bank. In bovenbeschreven posities wordt d.m.v. rustige passieve bewegingen achtereenvolgens de flexie en extensie in de pols uitgevoerd. Positieve score: Indien in testpositie 1 de rechter pols gemakkelijker in dorsaalflexie gebracht kan worden dan in testpositie 2 wordt de patiënt geacht een TLR te vertonen. Indien de rechter pols in testpositie 1 een minder grote flexiestand vertoont dan in positie 2 wordt dit eveneens als positief gescoord. 5. Labyrinth-oprichtreflex Testhouding: Zit; voeten geen kontakt met onderlaag. Eerste testpositie: De onderzoeker beweegt de romp van de patiënt via de schoudergordel naar rechts, de romp blijft gestrekt, de heupen buigen. Tweede testpositie: De onderzoeker beweegt de romp van de patiënt via de schoudergordel naar links, de romp blijft gestrekt, de heupen buigen. Negatieve score: Indien in beide posities het hoofd niet rechtop kan worden gehouden, wordt de test als negatief beoordeeld (figuur 7). Figuur 7. A. Reaktie van een persoon met een labyrinth opricht reflex B. Reaktie van een persoon zonder labyrinth opricht-reflex. LITERATUUR 1. Bobath B. Abnorme Haltungsreflexe bel Gehlrnschaden. Georg Thleme Verlag (1971). 2. Bobath K. The motor deficit in patiënts with cerbral palsy. William Heinemann Medical Books (1972).

12 3. Brunnstrom S. Movement therapy in hemiplegia. Harper / Row Publishers (1970). 4. Florentine M. Reflex testing methods for evaluating C.N.S. development. Charles C. Thomas Publ. (1973). 5. Prevo A. Over spastische parese en revaldiatle. (dlss.). Vrije Universiteit Amsterdam (1979). 6. Riezebos C. De beenprothese en de voetstand. Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie 6e jaargang, nr.l. (p ) Verwey N. Over de lichaamshouding en de motoriek regelende reakties bij laagstaande oligophrenen, diss. Rijksniversiteit Leiden (1938).

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN Maximale ontspanning voor uw rug De rug is zo maximaal ontspannen. De armen liggen langs het lichaam. De knieën zijn 90 graden gebogen en liggen op een

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Schouder subluxatie bij de hemiplegische patiënt Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 72-81 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van 1) Zit, bekken voorwaarts gekanteld, 1 been gestrekt, het andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de armen reikt men voorwaarts op het gestrekte been, de handen ter hoogte van het onderbeen,

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor

Nadere informatie

Zomerfit Pagina 1 van 5

Zomerfit Pagina 1 van 5 Zomerfit Pagina 1 van 5 1. Brug in ruglig met calf raises Neem plaats in ruglig met de kniëen gebogen, waarbij de voeten plat op de mat staan. Til het bekken op tot een brugpositie en ga op de tenen staan.

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit) Bruggetje Ga op je rug liggen. Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond. Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie Rompstabilisatie Superman handen- en knieënsteun Ik strek mijn arm (of ) Ik strek mijn arm en tegenovergesteld elk / elke arm 2 seconden houden Superman met tikken handenen knieënsteun Ik strek mijn arm

Nadere informatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie Paramedische ziekenhuiszorg - fysiotherapie Krachtoefeningen bij hartrevalidatie U krijgt deze folder omdat we u willen helpen bij het lichamelijke herstel van de gevolgen van uw hartaandoening. Daarnaast

Nadere informatie

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Oefeningen menselijk lichaam Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Eenvoudige oefeningen voor de bovenbeen spieren bijvoorbeeld na een operatie aan het kniegewricht of immobilisatie van het kniegewricht.

Nadere informatie

Preventieve oefeningen voor de hardloper

Preventieve oefeningen voor de hardloper 1. Plankje. Uitgangspositie: Buiklig; steun op beide ellebogen. Uitvoering: Steun op beide ellebogen en beide knieën. Romp en benen maken een rechte plank. Foto 1. Aandachtspunten: - Let op rechte rug

Nadere informatie

Core stability. Plank 2. Plank 1. Navel intrekken, rug recht. Navel intrekken, heupen recht. Plank 4. Plank 3. Navel intrekken, rug recht

Core stability. Plank 2. Plank 1. Navel intrekken, rug recht. Navel intrekken, heupen recht. Plank 4. Plank 3. Navel intrekken, rug recht Plank 1 Plank 2 Navel intrekken, rug recht Navel intrekken, heupen recht Plank 3 Plank 4 Navel intrekken, heupen en schouders recht Navel intrekken, rug recht Plank 5a Plank 5b Navel intrekken, rug recht,

Nadere informatie

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Lage rugpijn Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Inleiding Lage rugpijn Rugklachten komen veel voor. 4 van de 5 mensen heeft weleens te maken met rugpijn. In veel gevallen

Nadere informatie

Oefeningen. voor de lage rug

Oefeningen. voor de lage rug Oefeningen voor de lage rug Stretching Alle stretchingsoefeningen worden aan elke zijde 2x herhaald. De oefeningen worden 30 seconden aangehouden. 1. Stretching M. Gastrocnemius (kuitspier) Neem een voor-

Nadere informatie

OEFENSCHEMA BASKET BETEKOM CORE STABILITY

OEFENSCHEMA BASKET BETEKOM CORE STABILITY OEFENSCHEMA BASKET BETEKOM CORE STABILITY 1. FIETSEN IN DE LUCHT Start: ruglig met knieën gebogen en voeten op de grond, bekken kantelen zodat rug tegen de grond komt (controleren door handen onder de

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal

Nadere informatie

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis Het is belangrijk om de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt gedaan thuis dagelijks voort te zetten. Dit om de gewrichten en spieren in een goede conditie te houden. Probeer op een vast tijdstip te

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis. Er

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Cardioschema (50 minuten)

Cardioschema (50 minuten) Cardioschema (0 minuten) Programma Programma minuten» niveau Fiets minuten» niveau à minuten» minuten niveau» minuten niveau» minuten niveau Crosstrainer 0 minuten» minuten wandelen» lopen minuten aan

Nadere informatie

bij kniegerelateerde

bij kniegerelateerde Naam: Datum Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE DEURNINGEN Telefoon

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

ADVIEZEN EN OEFENINGEN NA HALSKLIERDISSECTIE (VERWIJDEREN VAN LYMFEKLIEREN UIT DE HALS) Ontwikkeld door de :

ADVIEZEN EN OEFENINGEN NA HALSKLIERDISSECTIE (VERWIJDEREN VAN LYMFEKLIEREN UIT DE HALS) Ontwikkeld door de : ADVIEZEN EN OEFENINGEN NA HALSKLIERDISSECTIE (VERWIJDEREN VAN LYMFEKLIEREN UIT DE HALS) Ontwikkeld door de : Gevolgen van de operatie Door de operatie is de nek en of schouder vaak pijnlijk. Na het verwijderen

Nadere informatie

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT SAMENGESTELD DOOR: K de Jong, T Sanderink, I Heesbeen MOTRICITY INDEX DOEL TEST: GERELATEERDE ITEMS BEHANDELPROGRAMMA: Het meten (in procenten) van de mate van hemiplegie, gesplitst

Nadere informatie

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals)

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals) Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals) Inhoudsopgave A. Inleiding... 1 B. Verloop van het herstel... 2 C. Adviezen voor het dagelijks leven... 2

Nadere informatie

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden. Schouder stabiliseren Het schoudergewricht is voor de stabiliteit tijdens bewegen gebaat bij een goede controle en een goede spierkracht van de dieper gelegen spieren. Deze spieren centreren de kop van

Nadere informatie

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning. Warming up Losdraaien schouders, handen op de schouders Losdraaien heupen, alleen draaien niet slingeren. Romprotaties Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Nadere informatie

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND RUGOEFENINGEN MOBILISEREND Knieën zijwaarts Been uitstrekken - Beweeg de knieën tegelijk naar links en vervolgens naar rechts. Variatie: strek het bovenste been in uiterste positie over het andere been

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Billenschuiver Wat is nu eigenlijk een billenschuiver?? Vormen: Kenmerken die veelvuldig voorkomen bij billenschuivers.

Billenschuiver Wat is nu eigenlijk een billenschuiver?? Vormen: Kenmerken die veelvuldig voorkomen bij billenschuivers. Billenschuiver Op advies vanuit het consultatiebureau of uit eigen initiatief bent u in contact gekomen met een kinderfysiotherapeut omdat uw kind billen schuift. Tijdens de behandeling bij kinderen die

Nadere informatie

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug

Nadere informatie

Oefeningen bij schouderklachten

Oefeningen bij schouderklachten Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding

Nadere informatie

bij enkelgerelateerde

bij enkelgerelateerde Naam: Datum: Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE DEURNINGEN Telefoon

Nadere informatie

Programma Core Stability met accent op Side Bridge

Programma Core Stability met accent op Side Bridge Programma Core Stability met accent op Side Bridge 1. Algemene richtlijnen De oefeningen mogen niet pijnlijk zijn. Het aantal herhalingen en oefeningen wordt progressief opgebouwd. Ademhaling dient correct

Nadere informatie

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie -

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie - RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE - Patiëntinformatie - Algemene richtlijnen Alle stretchingsoefeningen, mobilisatie-en stabilisatieoefeningen uitvoeren binnen de pijngrens

Nadere informatie

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter Rekken is een essentieel onderdeel van een evenwichtig trainingsprogramma. Het dagelijks uitvoeren van rekoefeningen kan de flexibiliteit en gezonde gewrichten

Nadere informatie

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren.

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. 1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. Ga op je rug op de vloer liggen met je handen achter je hoofd.

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

Romp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp.

Romp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp. Gegevens te vinden op http://www.voorkomblessures.nl Romp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp. Oefening: Crunches Crunches versterken van de buikspieren voor het vergroten

Nadere informatie

Statische rekoefeningen

Statische rekoefeningen Statische rekoefeningen Bovenlichaam Lage rugspieren Ga met je zitvlak op je hakken zitten. Duw je handen over de grond naar voren en buig je rug. Rek zover mogelijk uit. Kijk naar de grond. Houd deze

Nadere informatie

De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn

De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn 5 DOELTREFFENDE OEFENINGEN TEGEN LAGE RUGPIJN, THUIS UIT TE VOEREN Door Peter Arentsen Voorwoord Gefeliciteerd met het aanvragen van dit e-book waarmee je de basis

Nadere informatie

Stabiliteitstraining lage rug

Stabiliteitstraining lage rug Nr Oefening Beschrijving 1 Zet de lage rug in een neutrale stand, trek de navel in. 2 Zet de lage rug in een neutrale gebogen op, zonder rug te bewegen. 3 Zet de lage rug in een neutrale gestrekt op, zonder

Nadere informatie

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam: Rekoefeningen onderlichaam Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam: Bilspieren Ga op de rug liggen. Hef de rechterknie en houd deze met beide handen vast. Trek de rechterknie

Nadere informatie

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

Fitnessbal training. Kern training / Core stability Fitnessbal training Kern training / Core stability De spieren van je buik, billen en onderrug vormen de 'kern'. Deze zone is verantwoordelijk voor alle acties waarbij je draait, reikt en buigt en is het

Nadere informatie

Eenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder

Eenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder Eenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder De oefeningen moeten enkele malen tot tien keer achter elkaar worden herhaald en minstens een tot driemaal per dag worden gedaan. Het is beter vaak en

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Achterste benadering Afdeling fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels achterste

Nadere informatie

Oefeningen dynaband. beginpositie uitvoering opbouw Voorbeeld 1. armen voorwaarts. Goed opstrekken Voeten op heupbreedte

Oefeningen dynaband. beginpositie uitvoering opbouw Voorbeeld 1. armen voorwaarts. Goed opstrekken Voeten op heupbreedte Oefeningen dynaband Lees eerst de disclaimer voordat u deze oefeningen begint. Indien u pijnklachten vraag dan eerst uw arts of therapeut om advies. Zorg er voor dat de spieren niet koud zijn, voordat

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Preventie rugklachten

Preventie rugklachten Preventie rugklachten Bijlage 3 Stretchoefeningen (11) Stretching voer je gedurende één à twee minuten uit tussen behandelingen in. Een rekkend gevoel in de spieren wijst op goede efficiëntie van de oefening.

Nadere informatie

Oefeningen na een onderbeenamputatie

Oefeningen na een onderbeenamputatie Oefeningen na een onderbeenamputatie Bij het leren lopen met een prothese zijn mobiliteit, lenigheid en spierkracht belangrijk. Een bewegingsbeperking beïnvloedt de kwaliteit van het staan of lopen negatief.

Nadere informatie

Posities van de voeten

Posities van de voeten Posities van de voeten 1 e positie: De hielen aan elkaar, de voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De voeten staan met de hele voetzolen op de grond. 2 e positie: De voeten naar buiten

Nadere informatie

Train your Core Stability with energy lab

Train your Core Stability with energy lab Aandachtspunten bij stabiliteitstraining Om effectief de houdingsspieren in de romp te trainen wordt wordt er op krachtuithouding gewerkt. Dit betekent dat er nooit met zware gewichten en korte herhalingen

Nadere informatie

Procare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend

Procare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend Procare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend Zet je voeten op heup breedte uit elkaar en strek de armen horizontal. Draai met de romp zo ver mogelijk naar links en vervolgens naar rechts. Met je hoofd

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog Patiënteninformatie Bewegen bij gewrichtsklachten Aanbevolen door de reumatoloog Inhoud Inleiding 3 Bewegen voor gewrichten.3 Oefeningen bij nekklachten...4 Oefeningen bij schouderklachten.8 Oefeningen

Nadere informatie

1. Abdominal Crunch - Rechte buikspieren

1. Abdominal Crunch - Rechte buikspieren Belangrijk voor de buikspieren Ga bij de buikspieroefeningen nooit vanuit je nek bewegen. Blijf naar boven kijken en beweeg ook richting het plafond en niet richting je knieën. Plaats eventueel 1 hand

Nadere informatie

ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE

ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE RUGPIJN: OEFENTHERAPIE Aspecifieke lage rugpijn bestaat uit klachten waarvoor geen lichamelijke afwijking kan gevonden worden die deze klachten veroorzaakt. Het probleem

Nadere informatie

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag.

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag. www.gezondbewegen.nl Rugoefeningen Algemene adviezen: Creëer een vaste plaats en een vast tijdstip en voer de oefeningen twee keer per dag uit Realiseer u, indien de klachten verminderd of verdwenen zijn,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

G E S E L E C T E E R D D O O R A U D I O F Y S I O. N L TOP 5 OEFENINGEN TEGEN RUGPIJN DOOR: PETER ARENTSEN

G E S E L E C T E E R D D O O R A U D I O F Y S I O. N L TOP 5 OEFENINGEN TEGEN RUGPIJN DOOR: PETER ARENTSEN G E S E L E C T E E R D D O O R A U D I O F Y S I O. N L TOP 5 OEFENINGEN TEGEN RUGPIJN DOOR: PETER ARENTSEN 5 EFFECTIEVE OEFENINGEN TEGEN LAGE RUGPIJN THUIS UIT TE VOEREN WWW.AUDIOFYSIO.NL V O O R W O

Nadere informatie

Buikspieroefeningen (basis)

Buikspieroefeningen (basis) Buikspieroefeningen (basis) Crunch Stap 1: Ga plat op de grond liggen met de knieën gebogen. Vouw je handen achter het hoofd, achter de oren (sla de handen dus NIET achter je hoofd in elkaar). Stap 2:

Nadere informatie

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42 Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische

Nadere informatie

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen. 1. De Halve Banaan De halve banaan is een van de meest populaire buikspieroefeningen. Het is voor beginners een prima oefening om uit te voeren. Hierbij kun je er zelf voor kiezen hoever je bovenlichaam

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Oefeningen voor beenspieren

Oefeningen voor beenspieren Oefeningen voor beenspieren Borstpass op één been Gooi de bal heen en weer. Staan op je rechtervoet betekent gooien met de linkerarm en andersom. Vang de bal met beide handen en gooi hem terug met één

Nadere informatie

1 HOS LWK FT H'str. Individueel samengesteld programma voor

1 HOS LWK FT H'str. Individueel samengesteld programma voor G. RUGLIG: Een opgevouwen handdoek wordt onder de borst wervelkolom gelegd. In 7 a 8 kleine stappen gaat u van hoog naar laag of andersom. De spanning 10 seconden vasthouden per stap. De oefening 2 x herhalen.

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie -

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie - RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE - Patiëntinformatie - 2 Identificatieklever Ergonomielessen Iedereen die het rugprogramma volgt, dient de 2 ergonomielessen te volgen.

Nadere informatie

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E Reumaoefeningen P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E 2 Inleiding Dit oefenboekje is u uitgereikt tijdens het reuma-revalidatieprogramma in de Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht. Het dient

Nadere informatie

Ontwikkelingszorg en positionering infosessie ontwikkelingszorg FOD volksgezondheid 19 november 2013

Ontwikkelingszorg en positionering infosessie ontwikkelingszorg FOD volksgezondheid 19 november 2013 Ontwikkelingszorg en positionering infosessie ontwikkelingszorg FOD volksgezondheid 19 november 2013 Sofie Vuylsteke Lic. Kinesitherapie Bobath therapeute Neonatologie UZ Leuven Problemen waar prematuur

Nadere informatie

Fysiotherapie Hernia- en stenoseoperaties Leefregels en oefeningen

Fysiotherapie Hernia- en stenoseoperaties Leefregels en oefeningen Fysiotherapie Hernia- en stenoseoperaties Leefregels en oefeningen Inleiding Deze folder is een aanvulling op de reeds aan u uitgereikte informatie over uw hernia- of stenoseoperatie en bevat een aantal

Nadere informatie

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u)

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Trainingsschema van: Trainer: Jean-René Ruitenbeek MOBILISATION KNEE, HIP, SACRO ILIAC JOINT, LUMBAR SPINE - SUPINE FLEXION Looptijd schema: 3-9-2015-15-10-2015 Weken 1 2 3 4 5 6 MOBILISATION LUMBAR SPINE

Nadere informatie

Bij deze oefening worden de lage rugspieren gerekt en worden de buik- en bilspieren versterkt.

Bij deze oefening worden de lage rugspieren gerekt en worden de buik- en bilspieren versterkt. Bij acute rug- of nekpijn zijn oefeningen meestal niet aangewezen. Vaak zijn ze ook niet mogelijk omdat elke beweging te veel pijn doet. Maar als de eerste pijn wat verminderd is, kunnen ze helpen om de

Nadere informatie

KNZB applicatie MOZ landtraining

KNZB applicatie MOZ landtraining KNZB applicatie MOZ landtraining Praktijk oefeningen Stahouding Ingezakte houding Actieve stahouding Squathouding Foute squathouding Juiste squathouding Controle transversus Neutraal, geen aanspanning

Nadere informatie

Actief in beweging tijdens uw ziekenhuisopname

Actief in beweging tijdens uw ziekenhuisopname Actief in beweging tijdens uw ziekenhuisopname Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Liggende oefeningen 2 Oefening 1 2 Oefening 2 2 Oefening 3 3 Oefening 4 3 Oefening 5 4 Oefening 6

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie

Oefenprogramma revalidatie Oefenprogramma revalidatie Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! Schouder en arm oefeningen:

Nadere informatie

FUNCTIONAL MOVEMENT SCREEN

FUNCTIONAL MOVEMENT SCREEN FUNCTIONAL MOVEMENT SCREEN BLESSUREVRIJ SPORTEN DOOR FMS SCREENING fysiosportief AUTEURS: MANON HUISKES MANUEEL THERAPEUT fysiosportief SAM FERINGA FYSIOTHERAPEUT fysiosportief BART WEVER STAGIAIRE FYSIOTHERAPIE

Nadere informatie

Steptraining, deel 3: Voorbeeld krachtcircuit steptraining

Steptraining, deel 3: Voorbeeld krachtcircuit steptraining Steptraining, deel 3: Voorbeeld krachtcircuit steptraining In dit derde deel over steptraining een voorbeeld van een krachtcircuit voor steppers. Circuittraining is erg geschikt om het lichaam te laten

Nadere informatie

MASSAGECENTRUM DE KRACHTBRON RUGSPIEROEFENINGEN

MASSAGECENTRUM DE KRACHTBRON RUGSPIEROEFENINGEN Dendermondsesteenweg 29 9270 LAARNE-KALKEN 0474 30 85 84 www.dekrachtbron.be info@dekrachtbron.be MASSAGECENTRUM DE KRACHTBRON RUGSPIEROEFENINGEN LAGE RUGPIJN Lage rugpijn komt vaak voor bij acht op tien

Nadere informatie

Geachte klant, Vriendelijke groet, Medipreventiecentrum. Telefoon: 074-2911110 (klantenservice) www.facebook.com/medipreventiecentrum

Geachte klant, Vriendelijke groet, Medipreventiecentrum. Telefoon: 074-2911110 (klantenservice) www.facebook.com/medipreventiecentrum Telefoon: 074-2911110 (klantenservice) Internet: www.medipreventiecentrum.nl www.facebook.com/medipreventiecentrum E-mail: info@medipreventiecentrum.nl Geachte klant, Gefeliciteerd met uw aanschaf van

Nadere informatie

Versterkende oefeningen schouder

Versterkende oefeningen schouder Versterkende oefeningen schouder Doel : optrainen basiskracht schoudergordel Front pull (palm greep) 3 x 20 In zit op een bal of aan de lat pull. De voeten plat op de grond en op heupbreedte. 40kg De bar

Nadere informatie