B&W-Aanbiedingsformulier

Transcriptie

1 B&W.nr.: , d.d. 18 maart 2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp wijze van afdoening aangenomen moties bij de vaststelling van de Cultuurnota (RV ) BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. Kennis te nemen van de stappen, zoals gemeld in de onder 2 genoemde brief aan de raad, die zijn genomen ter afdoening van de aangenomen moties bij de vaststelling van de Cultuurnota ; 2. Bijgevoegde brief aan de leden van de gemeenteraad betreffende de afdoening van de moties, bij de vaststelling van de Cultuurnota , vast te stellen; 3. De raad te verzoeken de moties 2, 3, 5, 8, en 9 (RV ) als afgedaan te beschouwen; 4. De raad te verzoeken de moties 1, 4, 7, 10, 11 en 12 bij de nadere besluitvorming over de betreffende onderwerpen te betrekken en in het kader van die besluitvorming op dat moment als afgedaan te beschouwen doen. Samenvatting Bij de vaststelling van de Cultuurnota zijn 12 moties ingediend, waarvan er 11 door de Raad zijn aangenomen. Met de aangenomen moties is het college van Burgemeester en Wethouders verzocht een aantal punten uit de nota nader uit te werken. De Raad wordt geïnformeerd over de stand van zaken.

2 Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden De leden van de gemeenteraad van Leiden Bezoekadres Postadres Telefoon Website Gemeente Leiden Stadhuis Stadhuisplein 1 Postbus PC Leiden sleutel@leiden.nl Datum 10 maart 2008 Contactpersoon J. Nijssen Ons kenmerk Doorkiesnummer (071) Onderwerp Wijze van afdoening aangenomen moties bij de vaststelling van de Cultuurnota (RV ) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van 28 februari 2006 heeft uw raad bij de vaststelling van de Cultuurnota een elftal moties aanvaard (RV ), waarin ons college verzocht werd een aantal zaken op het gebied van het cultuurbeleid verder uit te werken dan wel te preciseren. Een deel van de gevraagde uitwerking heeft financiële consequenties. Hoewel de Cultuurnota zelf spreekt over gemeentelijke ambities, die een aanvullende budgettering noodzakelijk maken, heeft de gemeenteraad daar destijds bij de vaststelling van de nota geen dekking voor aangegeven. Wij hebben getracht alle moties in samenhang met elkaar af te doen, maar mede door het ontbreken van aanvullende budgettering is het op een aantal punten (nog) niet mogelijk geweest volledig uitwerking te geven aan de strekking van alle moties. Hierdoor is het ons helaas niet gelukt de resultaten van afdoening van de moties in 2006 of 2007 aan u te presenteren. Wij hebben besloten u thans te informeren over de stand van afdoening, waarbij wij bij een aantal moties een voorstel doen voor afdoening op termijn. Onderstaand treft u het overzicht aan van de door ons College ondernomen stappen ter afdoening van de moties. Motie 1: Verzoekt het College voorstellen te formuleren voor een onderzoek naar de mogelijkheden tot verzelfstandiging van Stedelijk Museum De Lakenhal en deze nog in 2006 aan de Raad te presenteren. Inmiddels zijn afspraken gemaakt om de mogelijkheden van verzelfstandiging te bezien in het licht van de discussie over de gemeentelijke regierol. Om die reden zullen wij u thans nog geen op de Lakenhal toegespitst onderzoek naar de mogelijkheden van verzelfstandiging presenteren. Wij willen u voorstellen de motie af te doen op het moment dat de discussie over de gemeentelijke regierol tot besluitvorming komt. Motie 2: Verzoekt het College op basis van overleg met Leidse culturele instellingen en onderwijsinstellingen voorstellen te formuleren voor een actief beleid, gericht op een intensievere

3 samenwerking tussen gemeente, cultuur en onderwijs in Leiden en deze nog in 2006 aan de Raad te presenteren. Wij constateren dat, in lijn met de strekking van de motie, en in aansluiting op het reguliere overleg dat de portefeuillehouder Cultuur heeft met de culturele en educatieve instellingen, de volgende samenwerking- / overlegvormen in Leiden functioneren: Primair Onderwijs: Museum & School: In het kader van het Museum & School programma zijn er regulier contacten tussen leerkrachten uit het primair onderwijs en de musea in Leiden die deelnemen aan het Museum & School programma. Dit waarborgt de afstemming van de museale programma s op het basisonderwijs. Daarnaast vindt er regulier overleg plaats tussen de Museumgroep Leiden en een afvaardiging uit het onderwijs over voortgang en inhoud van het programma. Terzijde zij vermeld dat een deel van de kosten thans gedekt wordt via het Actieplan Cultuurbeleid en het Grote Stedenbeleid, dat na 2008 respectievelijk 2009 afloopt. Cultuur & School: jaarlijks wordt schriftelijk het programma aanbod met alle deelnemende scholen geëvalueerd. Daarnaast functioneert de gemeentelijke contactpersoon in deze vaak als adviseur en bemiddelaar tussen scholen en culturele instellingen. Bestuurlijke deelwerkgroep primair onderwijs: een regulier overleg met alle schoolbesturen uit het primair onderwijs waar cultuureducatie met regelmaat op de agenda staat. Op verzoek kunnen hier culturele instellingen of steunpuntinstellingen bij uitgenodigd worden. Incidenteel gebeurt dit ook. Voortgezet Onderwijs: Kunstshotfestival: jaarlijks festival voor de leerlingen van het voortgezet onderwijs die Cultuur- en Kunstzinnige Vormingsvouchers krijgen (CKV), waarbij jaarlijks overleg plaatsvindt tussen de organisatie, gemeente en culturele instellingen en tweejaarlijks tussen voornoemde partijen plus de onderwijsinstellingen. Bestuurlijke deelwerkgroep voortgezet onderwijs: regulier overleg tussen het voortgezet onderwijs waar op verzoek culturele onderwerpen geagendeerd kunnen worden. Anders: Cultuurcafé: naast deelname van gemeente, culturele instellingen en het bedrijfsleven kunnen ook onderwijsinstellingen hierbij aanhaken. Door de uitvoering van bovenstaande activiteiten beschouwen wij de motie als afgedaan. Motie 3: Verzoekt het College voorstellen te formuleren voor een door de gemeente Leiden gefaciliteerd structureel, inhoudelijk overleg met alle culturele instellingen en deze nog in 2006 aan de Leidse culturele organisaties en de Raad te presenteren. Met genoegen kunnen wij constateren, in lijn met de strekking van de motie, dat er inmiddels steeds meer samenwerking is ontstaan tussen culturele instellingen, zoals die tussen de Lakenhal, Scheltema, Schouwburg en LAK-theater, de verschillende muziekinstellingen en het samengaan van de grote instellingen voor cursorisch aanbod in de nieuwe organisatie BplusC. De sectoroverstijgende activiteiten van de Cultuurmanifest-partijen zijn wat ons betreft ook een goed voorbeeld van samenwerking en de behartiging van wederzijdse belangen. In dat kader past het initiatief van de Manifestpartijen heel goed om een aantal malen per jaar een zogenoemde Cultuurtafel te organiseren. Daarnaast kan geconstateerd worden dat de culturele instellingen een

4 groeiende bijdrage leveren aan de activiteiten die op het gebied van Citymarketing worden ontplooid. De portefeuillehouder Cultuur heeft een structureel overleg met een groot aantal instellingen, zoals de Museumgroep, BplusC en de gemeentelijke instellingen. Het bovenstaande is ook helemaal in lijn met de door ons voorgestane regisseursrol van de gemeente. Met deze constatering en het door de gemeente faciliteren van genoemde activiteiten, beschouwen wij de motie als afgedaan. Motie 4: Verzoekt het College een bijlage aan de Cultuurnota toe te voegen, waarin alle gemeentelijke accommodaties met de voorwaarden voor gebruik worden vermeld; En mede op basis van dit overzicht nog in 2006 de in de Ontwerpcultuurnota aangekondigde discussie over het gebruik van gemeentelijke accommodaties en de condities waaronder dit kan plaatsvinden met zowel de Leidse culturele organisaties als de Raad te agenderen. Er is een overzicht, waarin op kaart alle voorzieningen zijn opgenomen op het gebied van onderwijs, sport & recreatie, welzijn, zorg, kinderopvang en cultuur (maatschappelijk vastgoed). Dit overzicht treft u bijgesloten aan met de titel Voorzieningenkaarten, augustus Recent is er een inventarisatie door BplusC gemaakt om te bezien op welke wijze de bij deze organisatie in gebruik zijnde panden een hogere bezettingsgraad zouden kunnen krijgen. Dit met de bedoeling te inventariseren of panden afgestoten zouden kunnen worden. Uit deze inventarisatie is gebleken dat het, ook voor een dergelijk grote organisatie, nauwelijks mogelijk is om een hogere bezettingsgraad te realiseren, omdat er nu eenmaal sprake is van piekmomenten in het gebruik, waarop een programma moet worden aangeboden. Omdat wij meer duidelijkheid en transparantie, zowel in de eigen organisatie als voor de partners in de stad, willen creëren over de rol, de richting en de ambitie met betrekking tot het gemeentelijk vastgoed, hebben wij opdracht gegeven tot het opstellen van een Beleidskader Gemeentelijk Vastgoed. Volgens planning zullen wij dit beleidskader nog in 2008 ter besluitvorming aan uw Raad voorleggen. Wij stellen u voor de discussie en de besluitvorming over het gebruik van gemeentelijke accommodaties en de condities waaronder dit kan plaatsvinden, en daarmee de afdoening van deze motie, in dat kader plaats te laten vinden. Motie 5: Verzoekt het college om nog in 2006 een overleg te initiëren gericht op de totstandkoming van een Leidse Uitkrant en de raad over de uitkomsten te informeren. Conform de motie is overleg gevoerd met het Leids Uitburo (en in het verlengde daarvan met een aantal culturele instellingen) om te bezien in hoeverre de informatie, die het Leids Uitbureau thans digitaal beschikbaar heeft, ook in gedrukte vorm kan worden uitgegeven. In dat overleg is geconstateerd dat de wenselijkheid van Uitkrant en de noodzakelijk geachte financiële ondersteuning van deze activiteiten door o.a. de gemeente, nadrukkelijk aan de orde komen binnen het netwerk Citymarketing. Dit heeft geresulteerd in een proefnummer van Leiden Nieuwsweek, waarin een voorbeeld is opgenomen van de gedrukte Uitburo-versie. Deze is u eind vorig jaar toegezonden. Verwacht wordt dat besluitvorming over opname van deze activiteiten onder de koepel van Citymarketing binnenkort zal kunnen plaatsvinden, waarmee wij de motie als afgedaan beschouwen.

5 Motie 7: Een paragraaf toe te voegen aan de Cultuurnota gericht op een beleid op kunst en cultuur in de openbare ruimte en verzoekt het College hiertoe met voorstellen te komen die zij presenteert aan de Raad. Voor wat betreft de beeldkwaliteit van de openbare ruimte zijn er lopende projecten te noemen die mede voortvloeien uit de nota Cultureel Erfgoed. Te noemen zijn de subsidieregeling voor monumentale onderdelen van de openbare ruimte (SMOOR) en de projecten Kleuren op gevels en Historische Winkelpuien. Voor wat betreft nieuwe kunstuitingen moeten wij constateren dat er, naast een budget voor onderhoud kunstwerken, door de raad geen extra financiële middelen beschikbaar zijn gesteld om deze motie verder uit te werken. De raad heeft wel ingestemd met het onderzoek naar de mogelijkheid van introductie van een zogenoemde percentageregeling (op basis van bouwkosten) voor kunst in de openbare ruimte. Wij zijn voornemens in 2008 een voordracht voor een percentageregeling uit te werken en deze voor besluitvorming aan uw raad voor te leggen. Wij nemen ons voor de motie op dat moment af te doen. Motie 8: Het College op te roepen ideeën te ontwikkelen over broedplaatsen voor talent in Leiden in vervolg op de nota Talent maakt Leiden creatief. Deze ideeën aan de Raad terug te koppelen, zodat deze na bespreking tevens kunnen worden geïmplementeerd in de Cultuurnota. De procesmanager NDSM-terrein te Amsterdam verwoordt het begrip broedplaats als volgt: Een broedplaats karakteriseert zich door de begrippen: experiment, interne interactie, verscheidenheid, ruim en goedkoop, startersmilieu en trial & error. Een broedplaatsmilieu ontstaat op plekken waar weinig geregeld is. Waar fysiek en gevoelsmatig de ruimte is om te experimenteren. En waarbij dit losbandige milieu niet direct gecorrigeerd wordt door controlerende elementen (belangen). Wij zijn van mening dat het begrip broedplaatsen om die redenen nagenoeg niet te institutionaliseren is, zeker niet zonder extra middelen en verminderde/aangepaste regelgeving. De in voorbereiding zijnde renovatie van het Haagweg 4-complex zal wat ons betreft overigens wel een bijdrage leveren aan het idee broedplaats voor zover dat binnen de mogelijkheden van de gemeente Leiden past. Hiermee beschouwen wij de motie als afgedaan. Motie 9: Een paragraaf toe te voegen aan de Cultuurnota, waarin een actief beleid wordt uitgestippeld om kunst en cultuur in alle Leidse wijken te stimuleren. En verzoekt het College hiertoe met voorstellen te komen en deze aan de Raad te presenteren. Er is in de afgelopen periode overleg gevoerd met verschillende culturele partijen om de mogelijkheden hiertoe te bezien. Onder andere de grootste cursorische instellingen, die recent zijn opgegaan in de nieuwe organisatie BplusC, hebben daar concrete ideeën over. Daarbij wordt door hen aangetekend dat uitvoering van deze motie onvermijdelijk extra kosten met zich mee zal brengen. Extra kosten waarin hun huidige exploitatie niet voorziet. Toch hebben wij hen gevraagd deze plannen, om kunst en cultuur in de wijken te stimuleren, verder uit te werken. Wij hebben daarbij de intentie uitgesproken om in ieder geval op projectmatige basis ondersteuningsmogelijkheden te zullen zoeken, zoals bijvoorbeeld thans ook met het Tamtamfestival gebeurt. Daar waar wij mogelijkheden zien binnen de bestaande budgetten, zullen wij de toegankelijkheid van de voorzieningen in de wijken als uitgangspunt in de betrokken Uitvoeringsovereenkomsten meenemen. Hiermee beschouwen wij de motie als afgedaan.

6 Motie 10: Verzoekt het college ideeën te ontwikkelen over de diversiteit van de programmering van pop-, wereldmuziek en harde versterkte popmuziek in Leiden, om diversiteit te waarborgen. En ideeën aan de Raad voor te leggen, waarna ze kunnen worden opgenomen in de Cultuurnota. In de afgelopen anderhalf jaar is diepgaand met betrokken partijen overleg gepleegd en onderzoek verricht om te komen tot een projectbesluit betreffende een nieuw Muziekcentrum op de Nobellocatie. Dit op basis van het aangenomen raadsvoorstel en het speerpunt muziek uit het nieuwe coalitieakkoord. Thans is opdracht gegeven, om binnen de kaders van het nieuwe coalitieakkoord een projectbesluit voor dit nieuwe muziekcentrum voor te bereiden, welke wij vervolgens aan uw raad zullen voorleggen. Binnen die besluitvorming zullen wij de afdoening van deze motie betrekken. Tevens willen wij verwijzen naar ons antwoord op de gestelde schriftelijke vragen, welke wij eerder over deze materie aan de betrokken vragenstellers hebben gezonden. Motie 11: Draagt het college op ten behoeve van de te benoemen onafhankelijke toetsing- en adviescommissie een profiel en opdracht te formuleren dat tegemoet komt aan de verkleining van de gesignaleerde tegenstelling tussen cultureel bevoorrechten en niet-bevoorrechten. Een culturele kwartiermaker heeft in opdracht van gemeente en Centrummanagement samen met het veld de gewenste werking van het Leids Fonds voor de Kunsten verkend en daartoe voorstellen te geformuleerd. De samenstelling van een, desgewenst te benoemen, onafhankelijke toetsing- en adviescommissie voor het Leids Fonds voor de Kunsten, is onderdeel van dit onderzoek. De resultaten daarvan zullen wij betrekken in het uiteindelijke raadsvoorstel betreffende het Leids Fonds voor de Kunsten, dat wij u naar verwachting binnenkort kunnen voorleggen, waarbij wij de afdoening van deze motie zullen betrekken in de besluitvorming. Motie 12: Draagt het College op om in de opdracht t.b.v. de onafhankelijke Adviescommissie criteria op te nemen waardoor met betrekking tot de multiculturele inbreng innovatieve activiteiten gesignaleerd en (extra) gestimuleerd kunnen worden. Zie het gestelde onder motie 11. Wij stellen u voor bij de besluitvorming over het Leids Fonds voor de Kunsten de wenselijkheid en de mogelijkheden voor een specifieke multiculturele inbreng vast te stellen, en de afdoening van deze motie op dat moment in de besluitvorming te betrekken. Verzoeken u hierbij moties 2, 3, 5, 8, en 9 als afgedaan te beschouwen. De moties 1, 4, 7, 10, 11 en 12 zullen wij bij de nadere besluitvorming over de betreffende onderwerpen betrekken en in het kader van die besluitvorming verzoeken wij u om de moties als afgedaan te beschouwen. Zoals hiervoor al aangegeven realiseren we ons daarbij dat het afdoen van een aantal moties, conform de wens van de gemeenteraad, pas mogelijk zal zijn indien er extra financiële middelen beschikbaar worden gesteld, of door herschikking binnen het programma middelen beschikbaar worden gesteld.. Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Leiden, de secretaris, de burgemeester,

7