AUTEURSRECHTEN IN HET

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AUTEURSRECHTEN IN HET"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar AUTEURSRECHTEN IN HET INKOMSTENBELASTINGRECHT Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Marisol T Kint Studentennr Major fiscaal recht Promotor: Prof. dr. S. Van Crombrugge Commissaris: S. De Raedt

2 VOORWOORD Bij deze zou ik iedereen graag willen bedanken die mij bij het schrijven van deze masterpoef met raad en daad hebben bijgestaan. Mijn oprechte dank gaat in de eerste plaats uit naar mijn promotor Prof. dr. Van Crombrugge, voor het aanreiken van het onderwerp en de begeleiding bij het voorbereiden en schrijven van dit werk. Een bijzonder vermelding verdienen ook de personen die dit werk aandachtig hebben doorgelezen en kritische opmerkingen hebben gemaakt. Tot slot wil ik mijn ouders, familie, kennissen en vrienden bedanken voor de morele steun gedurende mijn studies. Gent, 14 mei 2012, Marisol T Kint I

3 INHOUDSTAFEL VOORWOORD... I INHOUDSTAFEL... II AFKORTINGENLIJST... V Inleiding Het toepasselijk fiscaal stelsel op inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten voor de wet van 16 juli Begrippen auteursrechten en naburige rechten Algemeen Auteursrechten Naburige rechten Kwalificatie van inkomsten uit auteursrechten Voorkeur tot kwalificatie als beroepsinkomsten Kwalificatie als beroepsinkomsten Variante: Kwalificatie als roerend inkomen bestemd voor een professionele activiteit Kwalificatie als divers inkomen Kwalificatie als roerend inkomen Het toepasselijk fiscaal stelsel op inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten nà de wet van16 juli Algemene principes Achtergrond van de hervorming Historiek Ratio legis Inhoud van de hervorming Personeel toepassingsgebied Natuurlijke personen Erfgenamen Algemeen Voor 1 januari Na 1 januari Materieel toepassingsgebied Inkomsten uit cessie of concessie Inkomsten uit wettelijke of verplichte licenties Databanken en software Temporeel toepassingsgebied Territoriaal toepassingsgebied Principe: Kwalificatie van auteursrechten als roerend inkomen Standpunt rechtsleer Criterium: belangrijkste oorzaak van de vergoeding Criterium: Waarvoor wordt men betaald? De BTW als inspiratiebron II

4 Verwijzing naar standpunt RSVZ Standpunt DVB Concrete toepassingsgevallen De werknemer De bedrijfsleider De advocaat De architect De fotograaf De zanger Technische aspecten van de hervorming Studie van het gewijzigd art. 37 WIB Algemeen Art. 37 WIB92 vóór de invoering van art. 17, 1, 5 WIB Gevaar voor misbruik van het nieuwe art. 17, 1, 5 WIB Forfaitaire kostenaftrek Algemeen Reële kostenaftrek Praktische problemen bij de toepassing van de forfaitaire kostenaftrek Indexatie Kostenforfait boven het plafond van EUR? Enkel kostenforfait bij concessie van auteursrechten? De roerende voorheffing Algemeen Inning roerende voorheffing Verrekening en terugbetaling roerende voorheffing Volledige of gedeeltelijke recuperatie Optimalisering: belastingkrediet kinderen ten laste Potentiële problemen en vragen in de praktijk Op wie rust de verplichting van inhouding? Vrijstellingen roerende voorheffing Meerdere debiteurs van auteurs- of naburige rechten Problematiek Standpunt minister van Financiën Regularisatie mogelijk via aangifte? Roerende voorheffing verschuldigd op deel dat grens van EUR overschrijdt? Roerende voorheffing vs. bedrijfsvoorheffing Kwalificatie voor inkomsten na overschrijding van het grensbedrag Inkomsten van auteursrechten Roerende inkomsten of beroepsinkomsten? Inkomsten van naburige rechten Wanneer zijn inkomsten van naburige rechten nièt beroepsmatig? Inkomsten van naburige rechten roerend tot bewijs van tegendeel? Vormelijke aspecten van de fiscale regeling Individuele fiches en samenvattende opgaven Algemeen Afdwingbare verplichting? III

5 4.2 De aangifte Aangifte Vak IV Aangifte Vak XIII Aangifte Vak XV Aangifte Vak XVIII Formulier 273S Gevolgen van de gunstregeling op fiscaal en sociaal vlak Op het vlak van de BTW Op het vlak van de sociale zekerheid Betaling sociale bijdragen Verzekeringsplichtig als zelfstandige? Verzekeringsplichtig als werknemer? Pensioen Werkloosheidsuitkering Grondwettelijkheid van de hervorming Bepaling van de probleemstelling Overeenstemming met de art. 10, 11 en 172 van de Grondwet Beknopte evolutie van het fiscaal gelijkheidsbeginsel Concrete invulling van het gelijkheidsbeginsel in de praktijk Objectief criterium Redelijke verantwoording Appreciatiemarge voor de wetgever? Besluit Is de wetgever geslaagd in zijn opzet? Bibliografie IV

6 AFKORTINGENLIJST AFT AM APR Arr.Cass. Bull. Bull.Bel. BS C&FP Ci. Fisc.Act. FJF Hand. Ing.Cons. IRDI JDF JPDF JT Parl.St. Pas. RCJB RDC Rec.CJCE RGCF RGF RW TFR TVW Voorafg. Besliss. Vr. en Antw. Algemeen fiscaal tijdschrift Auteurs en media/ Auteurs et média Algemene Praktische Rechtsverzameling Verzameling van arresten Raad van State Bulletin des arrêts de la Cour de Cassation Bulletin der belastingen Belgisch Staatsblad Comptabilité et fiscalité pratiques Circulaire Fiscale actualiteit: wekelijkse nieuwsbrief Fiscale jurisprudentie Parlementaire Handelingen L ingénieur-conseil: revue technique et juridique des droits intellectuels Intellectuele rechten Droits intellectuels Journal de droit fiscal Journal pratique de droit fiscal Journal des tribunaux Parlementaire Stukken Pasicrisie belge Revue critique de jurisprudence belge Revue de droit commercial belge Recueil de la jurisprudence de la Cour de justice et du Tribunal de première instance Revue générale du contentieux fiscal Revue générale de fiscalité Rechtskundig weekblad Tijdschrift voor fiscaal recht Tijdschrift voor wetgeving Voorafgaande beslissing van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken Parlementaire Vragen en Antwoorden V

7 Inleiding Indien we de lijst van Belgische schrijvers erbij halen, kunnen we met trots een aantal grote persoonlijkheden met internationale faam naar voor schuiven. Van Willem Elsschot en Leonard Nolens tot Hugo Claus, allen hebben ze er toe bijgedragen dat wij op internationaal literair vlak niet moeten onderdoen. Nog maar net werd de 100 ste geboortedag van één van Belgisch bekendste schrijvers Louis Paul Boon met de grootste aandacht herdacht in tal van nationaal en regionaal georganiseerde festiviteiten. Hoewel de kunstenaars vaak in de kijker worden gezet, zien we toch dat de maatschappij moeite heeft met het erkennen van de bijzondere kenmerken van de functie van kunstenaars. De meeste mensen zijn dan wel redelijk bezorgd over het behoud en de verdere ontwikkeling van de cultuur, toch lijkt men zich weinig tot niet in te laten met het bestaan dat de scheppers van de cultuur leiden. Eén van de redenen die kan aangeduid worden voor het gebrek aan erkenning van het kunstenaarsvak vindt zijn oorsprong in onze kapitalistisch ingerichte maatschappij. Winst staat heden ten dage centraal. Prijzen worden bepaald door vraag en aanbod, streven naar minimalisatie van de kosten en zo kunnen we doorgaan. Maar laat dit nu net niet de parameters zijn volgens dewelke kunstenaars dag in dag uit leven en werken. Het enige wat zij willen, is hun kijk op het leven uitdrukken en dit delen met het publiek. Dit fundamenteel verschil kan als oorzaak aangeduid worden, waarom onze fiscale wetten zo geënt zijn op het traditionele werk. Er moet wel vastgesteld worden dat de fiscale wetgever de voorbije jaren bijzondere aandacht heeft geschonken aan kwetsbare groepen, die vaak het slachtoffer zijn van het progressief stelsel dat principieel geldt in de inkomstenbelastingen. Denk aan het recentelijk ingevoerde stelsel ten bate van bezoldigde sportbeoefenaars of de nieuwe regeling waarbij wetenschappelijke onderzoekers en hun docenten onderworpen worden aan een meer gunstige belastingregeling. De vraag die men zich bij elke invoering van dergelijke gunststelsel moet stellen is, of zij wel werkelijk nodig was en of de regeling ook effectief bijdraagt aan de problematiek waarmee deze bijzondere groepen geconfronteerd worden. Zo niet, moet overwogen worden om toch af te zien van een invoering van een afzonderlijk belastingstelsel. Het moet gezegd dat het fiscale landschap trekken vertoont van een lappendeken van naast elkaar bestaande nieuwe (gunst)regelingen die specifiek op maat van bijzondere doelgroepen zijn gemaakt. 1

8 In mijn masterproef zal ik een kritische analyse geven van de forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, waarbij één vraag centraal staat: Is de wetgever geslaagd in zijn opzet? Voor een goed begrip van het huidige stelsel is het belangrijk te weten hoe de situatie er vóór de nieuwe regeling uitzag. Daarom volgt in mijn eerste hoofdstuk, na een korte bespreking van enkele relevante begrippen, een overzicht van de oude regeling. De onzekerheid met betrekking tot de kwalificatie van de inkomsten van deze doelgroep als grootste pijnpunt van de oude regeling zal hier ook duidelijk worden. Deze kwalificatieproblematiek werd op uiteenlopende wijze benaderd door zowel de rechtspraak, rechtsleer als de fiscale Administratie. In mijn tweede hoofdstuk wordt de huidige regeling algemeen besproken, waarbij ik de achtergrond en de ratio legis ervan toelicht. Vervolgens bespreek ik het toepassingsgebied zowel ratione personae, ratione materiae, ratione temporis als ratione loci. Het algemeen principe is, dat dergelijke inkomsten tot een bepaald plafond worden geacht roerende inkomsten te zijn. In het derde hoofdstuk volgt een overzicht van de technische aspecten van de fiscale regeling. Hierbij bespreek ik achtereenvolgens het stelsel van de forfaitaire kostenaftrek, de inhouding van de voorheffing en de fiscale kwalificatie na overschrijding van het wettelijk ingestelde plafond. Het vierde hoofdstuk tracht de vormelijke aspecten van de gunstregeling te duiden. In het vijfde hoofdstuk wordt de vraag beantwoord of de fiscale gunstregeling gevolgen heeft enerzijds op het vlak van de BTW en anderzijds op het vlak van de sociale zekerheid. Bij de rechtsleer werd ernstig getwijfeld over de grondwettelijkheid van de regeling. In het zesde hoofdstuk onderzoek ik dan ook de grondwettelijkheid van de regeling. Het is daarbij belangrijk dat er even wordt stilgestaan bij de evolutie van het fiscaal gelijkheidsbeginsel en dat er een korte analyse wordt gegeven van het standpunt van het Grondwettelijk Hof hieromtrent, teneinde een objectieve grondwettelijke analyse te kunnen maken. In mijn zevende hoofdstuk zal ik de centrale vraag van mijn masterproef proberen te 2

9 beantwoorden aan de hand van de gedane vaststellingen in de voorheen behandelde hoofdstukken. 3

10 1 Het toepasselijk fiscaal stelsel op inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten voor de wet van 16 juli 2008 Voor een goed begrip van de huidige regeling moet teruggegrepen worden naar de regeling zoals deze bestond voor de wet van 16 juli Daarnaast is het van belang dat de belangrijkste begrippen, die het toepassingsgebied van de oude en vooral van de nieuwe regeling bepalen, worden toegelicht. In wat volgt wordt een toelichting gegeven van de begrippen auteursrechten en naburige rechten. Tenslotte wordt de oude regeling besproken, waarbij de verschillende standpunten van de Administratie, de rechtspraak en de rechtsleer m.b.t. de kwalificatie van de inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten zullen worden weergegeven. 1.1 Begrippen auteursrechten en naburige rechten Algemeen 1. De wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en naburige rechten 1 beoogt werken van letterkunde of kunst te beschermen 2. Hoewel de Auteurswet met het oog op het bepalen van het toepassingsgebied een aantal begrippen definieert, vallen niettemin uiteenlopende werken onder de bescherming van deze wet. De belangrijkste hiervan worden, voor een goed begrip van de draagwijdte van de nieuwe fiscale regeling, hieronder uitgebreid behandeld. 2. De Belgische wetgeving geeft geen definitie van het begrip letterkundige werken en kunstwerken. Wel wordt het begrip in een aantal internationale verdragen uitgelegd en verduidelijkt, bijvoorbeeld in het art. 2 van de Conventie van Bern van 9 september 1886 waarin een niet-exhaustieve lijst is opgenomen van creaties die vallen onder de term letterkundige en kunstwerken. Op grond van de Auteurswet wordt onder werken van letterkunde begrepen: de geschriften van welke aard ook alsmede lessen, voordrachten, redevoeringen, preken of andere mondelinge uitingen van de gedachte 3. Niet alleen literatuur wordt beschermd, maar ook educatieve, wetenschappelijke en vulgariserende werken. Het gaat met andere woorden om alle voortbrengselen op het gebied van letterkunde, 1 Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, BS 27 juli 1994, Art. 1, 1 Auteurswet. 3 Art. 8, 1 Auteurswet. 4

11 wetenschap en kunst, welke ook de wijze of vorm van uitdrukking zij 4. Voorbeelden hiervan zijn onder meer: boeken, artikels in kranten en tijdschriften, foto s, toneel enz. 3. Opdat een bepaalde creatie als letterkundig werk of kunstwerk in aanmerking zou komen en derhalve de bescherming van de Auteurswet zou genieten, moet aan twee voorwaarden voldaan zijn 5. Ten eerste moet de creatie gematerialiseerd zijn. Dit impliceert dat een louter idee of een concept op zich geen bescherming van het auteursrecht kan genieten. Het werk moet geconcretiseerd zijn, in een bepaalde vorm gegoten zijn, waardoor het geschikt is om te worden (mede)gedeeld 6, het werk moet m.a.w. reeds een zekere ontwikkeling doorgemaakt hebben. Het werk moet daarnaast kunnen worden overgedragen aan het publiek. Dit impliceert dat het werk geschikt moet zijn om te worden medegedeeld aan het publiek. RAYET verduidelijkt dit laatste door middel van een vergelijking met de Franse Code de la propriété intellectuelle en verwijst hierbij naar het art : het werk moet niet noodzakelijk effectief aan het publiek bekend zijn gemaakt. Een nietbekendgemaakt werk, bijv. een schilderij in het atelier van een schilder wordt reeds beschermd door het auteursrecht, als zijnde een onvoltooid werk 7. Ten tweede moet het gaan om een originele creatie. Deze voorwaarde vereist een persoonlijke toets of stempel van de auteur. Het Hof van Cassatie heeft het over de vrucht van een intellectuele inspanning 8. Om uit te maken of een werk origineel is, kunnen een aantal elementen worden weerhouden: o.m. de draagwijdte van de keuze waarover een auteur beschikt tijdens zijn creatieproces 9 en de originele lay-out van banale elementen 10. Het hof van beroep van Brussel oordeelde daarentegen dat bij de beoordeling van de originaliteit het banale karakter van het onderwerp niet in beschouwing mag worden genomen; in casu ging het over fotografie. De intellectuele inspanning van een fotograaf kan volgens het hof tot uitdrukking komen in het spel van schaduwen en kleuren, bijzondere perspectieven van waaruit wordt gefotografeerd alsook het 4 G. GOOSSENS, Een nieuw fiscaal statuut voor auteursrechten: eindelijk op de goede weg?, Fisc.Act. 2008, afl. 25, B. SPRINGAEL en L. MASSON, Wat verstaat de fiscus onder auteursrechten?, Fiscoloog 2009, afl. 1144, 1. 6 A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, nr A. RAYET en C. KATZ, Les droits d auteur et les droits voisins dans l article 17 du C.I.R 1992, RGCF 2009, Cass. 11 maart 2005, IRDI 2005, Dit arrest werd door de Rulingdienst aangehaald, tevens werd er uit afgeleid dat met betrekking tot een freelance fotograaf de artistieke waarde van een foto geen noodzakelijke vereiste is om auteursrechtelijke bescherming te genieten. Cfr. Cass. 25 oktober 1989, Pas. 1990, 239; Cass. 27 april 1989, Pas. 1989, M. BUYDENS, Quelques réflexions sur le contenu de la condition d originalité, AM 1996, Brussel 18 september 1998, AM 1999, 60. 5

12 op een bepaalde manier in beeld brengen van een onderwerp 11. Daarnaast kan in dit kader nog verwezen worden naar de technische parameters, de impressie, de specifieke kennis, de esthetische vormgeving, waaruit de originaliteit van een werk kan afgeleid worden 12. De nieuwheid van een werk vormt in beginsel geen criterium om een werk al dan niet te beschermen, net zoals het al dan niet omvangrijk opzoekingswerk dat werd gedaan alsook de al dan niet grote inspanningen die werden geleverd voor de creatie van het werk 13. Originaliteit ontstaat niet louter door toeval, maar is het gevolg van een door een auteur uitgedrukte en bewuste wil. Het werk zelf, en niet de auteur, moet beantwoorden aan de beschermingsvoorwaarden. Wanneer deze twee voorwaarden zijn vervuld, ontstaat het auteursrecht automatisch en zonder formaliteiten Auteursrechten 4. Auteursrechten zijn rechten die verbonden zijn aan de exploitatie van een auteursrechtelijk beschermd werk. De bescherming blijft gelden tot zeventig jaar na het overlijden van de auteur. Traditioneel wordt een onderscheid gemaakt tussen twee categorieën auteursrechten: enerzijds de vermogensrechten en anderzijds de morele rechten. De eerste categorie laat de titularis toe de economische exploitatie van zijn werk te controleren en er voordeel uit te halen, terwijl de tweede categorie van auteursrechten beoogt de titularis eerbied met betrekking tot zijn werk en reputatie te garanderen. 5. De vermogensrechten bestaan hoofdzakelijk uit een reproductierecht, een adaptatierecht, een vertaalrecht en een publiek mededelingsrecht 15. Onder het reproductierecht dient begrepen te worden dat een auteur het exclusieve recht bezit om zijn werk te verveelvoudigen of te laten verveelvoudigen, dit houdt het tot stand brengen van materiële exemplaren in. Een voorbeeld hiervan is het overnemen van een paragraaf, pagina of hoofdstuk uit een beschermd werk. Ook wanneer men een bestaand auteursrechtelijk beschermd werk wenst te adapteren, heeft men de toestemming van de auteur nodig. Dit zal 11 Brussel 13 april 1995, Pas. 1995, II, Rb. Brussel 12 november 1993, RGDC 1994, 33 (foto s van planten); Rb. Brussel 6 november 1991, Ing.Cons. 1992, 54 (culinaire foto s); Brussel 29 maart 1991, RW , 814 (foto van een technische inrichting). 13 F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Précis du droit d auteur et des droits voisins, Brussel, Bruylant, 2000, nr Er geldt bijgevolg geen registratieverplichting. Dit in navolging van de Conventie van Bern, dat in art. 5.2 uitdrukkelijk bepaalt dat het genot en de uitoefening van de auteursrechten aan geen enkele formaliteit is onderworpen. 15 H. VANHEES, Auteursrecht in een notendop, Leuven, Garant Uitgevers, 1998,

13 onder meer het geval zijn wanneer er een verfilming van een boek wordt gemaakt. Daarnaast is ook een toestemming van de auteur vereist wanneer men een beschermd werk wenst om te zetten in een andere taal en men dit vertaald werk in omloop wil brengen en commercialiseren. Enkel de oorspronkelijke auteur van een beschermd werk kan beslissen hoe hij zijn werk aan het publiek meedeelt. Een voorbeeld hiervan is het voorlezen van een boek of een gedicht. De auteur kan dus zelf vrij beslissen of hij zijn werk al dan niet uit- of opvoert of dit laat uit- of opvoeren. Vermogensrechten kunnen het voorwerp uitmaken van een cessie dan wel een licentieoverdracht. 6. De morele rechten waarover een auteur beschikt, zijn extra-patrimoniale rechten die niet te gelde kunnen worden gemaakt. Zij bestaan in hoofdzaak uit drie rechten: het divulgatierecht 16, het paterniteitsrecht 17 en het integriteitsrecht 18. Het divulgatierecht slaat op het recht van de auteur om zijn recht al dan niet bekend te maken. Dit recht kan maar één keer worden uitgeoefend ten aanzien van hetzelfde werk. Het paterniteitsrecht houdt het recht op erkenning als auteur in. Het omvat het recht voor de auteur om het zgn. vaderschap van het werk op te werpen of te weigeren 19. Een auteur mag zelf kiezen of hij het werk bestempelt met zijn naam, dan wel de voorkeur geeft aan het gebruik van een pseudoniem of eerder wenst anoniem te blijven. Het integriteitsrecht houdt het recht op eerbied voor een werk van een auteur in. Dit impliceert dat een auteur zich kan verzetten tegen iedere wijziging aan zijn werk. Het integriteitsrecht beschermt niet enkel de letter, maar ook de geest van een werk. Het gaat hier echter om persoonlijke rechten, die in de regel niet vervreemdbaar zijn. Een gehele afstand van de toekomstige uitoefening van deze rechten is dan ook nietig. Wel kan de auteur overeenkomsten sluiten over specifieke gevallen met een beperkte draagwijdte. Sinds de inwerkingtreding van de Auteurswet kan een auteur, mits hij bepaalde voorwaarden respecteert, op een legale wijze afstand doen van de uitoefening van zijn morele rechten. Deze mogelijkheid vloeit voort uit art. 1, 2 Auteurswet dat bepaalt dat een globale afstand van toekomstige uitoefening van morele rechten nietig is. Het contract van ghostwriting waarbij een auteur schrijft onder andermans naam op verzoek van zijn opdrachtgever, is daarvan een voorbeeld, aangezien deze eerste persoon afstand doet van de uitoefening van zijn paterniteitsrecht. 16 Art. 1, 2, derde lid Auteurswet. 17 Art. 1, 2, vijfde lid Auteurswet. 18 J. CORBET, Auteursrecht in APR, Gent, Story-Scientia, 1997, Cass. 22 mei 1980, Ing.Cons. 1981,

14 1.1.3 Naburige rechten 7. De naburige rechten, ook wel nevenrechten genoemd, omvatten drie categorieën van rechten: ten eerste de rechten van de vertolkende (of uitvoerende) kunstenaars op hun werken/prestaties, ten tweede de rechten van de producenten van fonogrammen of van de eerste vastleggingen van films en ten derde de rechten van de (radio-) omroeporganisatie 20. De naburige rechten blijven gelden voor een periode van vijftig jaar te rekenen vanaf respectievelijk, de prestatie, de vastlegging of de eerste verspreiding. Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen de vermogensrechten enerzijds en de morele rechten anderzijds. Alle titularissen van naburige rechten genieten vermogensrechten, maar enkel de vertolkende artiest geniet morele rechten 21. Net zoals bij de auteursrechten, kunnen vermogensrechten het voorwerp uitmaken van een overdracht (vervreemding of licentie), terwijl morele rechten in de regel onvervreemdbaar zijn, doch gedeeltelijk kunnen worden afgestaan. 1.2 Kwalificatie van inkomsten uit auteursrechten 8. Het belang van de vraag of de inkomsten uit auteursrechten een divers, beroeps- dan wel een roerend inkomen vormen, ligt in de verschillende belastingtarieven die op de respectievelijke inkomsten van toepassing zijn. Het beroepsinkomen wordt in de regel belast aan een progressief tarief 22, terwijl de diverse inkomsten meestal afzonderlijk aan lagere tarieven worden belast 23. Ook voor roerende inkomsten gelden andere belastingtarieven. 9. Kunstenaars (dus ook auteurs), die uit hun activiteiten jaarlijks wisselende inkomsten halen, kunnen met een probleem van overbelasting worden geconfronteerd als gevolg van de 20 J. WELLENS, Auteursrechten niet geregeld in programmawet, Fisc.Act. 2008, afl. 39, Voor een andere opdeling: A. RAYET en C. KATZ, Les droits d auteur et les droits voisins dans l article 17 du C.I.R 1992, RGCF 2009, : Enerzijds bezitten de uitvoerende of vertolkende artiesten over equivalente vermogensrechten als deze die toekomen aan de auteurs van de werken, maar beschikken zij wel over minder verregaande morele rechten o.m. geen bekendmakingsrecht, een vaderschapsrecht die beperkt is tot de vermelding van de naam overeenkomstig de bestaande gebruiken. Anderzijds komen aan de producenten van fonogrammen of van de eerste vastleggingen van films en omroeporganisaties louter economische rechten toe op de productie of communicatie aan het publiek van werken die zij zelf hebben geproduceerd, vervaardigd of verspreid. 22 Art. 130 WIB Art. 171 WIB92. 8

15 toepassing van de progressieve tarieven en het beginsel van de annualiteit 24. In de periode waarin het werk wordt gecreëerd en voorbereid, ontvangt de auteur doorgaans weinig inkomsten. Wanneer het werk naderhand in de handel wordt gebracht en succes heeft, zal de auteur een aanzienlijke bron van inkomsten hebben voor dat jaar. De onregelmatige spreiding van de inkomsten in de tijd én het feit dat het stelsel van de inkomstenbelastingen op belastingschijven is gebaseerd, speelt in het nadeel van de betrokken genieter van de inkomsten. Hij is immers sowieso onderworpen aan een hogere belastingdruk dan iedere andere belastingplichtige die hetzelfde inkomstenbedrag binnen dezelfde referentieperiode, maar gelijkmatiger gespreid in de tijd, zou hebben ontvangen 25. Voorgaand verschijnsel van overbelasting werd geacht in strijd te zijn met de door de wetgever beoogde gelijkmatigheid van belastingdruk, die zij via de toepassing van de progressieve tarieven tracht te verwezenlijken Voorkeur tot kwalificatie als beroepsinkomsten Kwalificatie als beroepsinkomsten 10. Volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen zijn beroepsinkomsten inkomsten die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen uit activiteiten, van welke aard ook, te weten: 1 winst; 2 baten; 3 winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid; 4 bezoldigingen; 5 pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen. De kwalificatie van de inkomsten van een belastingplichtige betreft echter geen feitelijke, maar een juridische aangelegenheid Inkomsten van professionele aard zijn deze die voortkomen uit een winstgevende bezigheid, zijnde een geheel van handelingen die voldoende talrijk voorkomen en onderling verbonden zijn om een ononderbroken en gewoonlijke werkzaamheid uit te maken 28. De wet 24 D. DESCHRIJVER, Reflectie - De belasting over de jaren heen wisselende inkomsten uit activiteiten van kunstenaars, TFR 2008, afl. 335, D. DESCHRIJVER, Reflectie - De belasting over de jaren heen wisselende inkomsten uit de activiteiten van kunstenaars, TFR 2008, afl.335, : In een progressief tariefstelsel is het bedrag aan belasting verschuldigd op een totaal inkomen van een aantal jaren, technisch afhankelijk van de wijze van verdeling van dit totaal inkomen over die jaren. Zie ook in deze context: W.J DE LANGEN, Progressieve inkomstenbelasting en wisselende inkomens, De Economist 1921, W.J. DE LANGEN, Progressieve inkomstenbelasting en wisselende inkomens, De Economist 1921, Cass. 20 november 2006, Pas. 2006, Cass. 2 september 1969, Arr.Cass. 1970, 3; Brussel 30 april 1993, FJF 1996, 73-74, Rb. Brussel 22 februari 2002, Fiscoloog 2002, afl. 851, 9. 9

16 bepaalt evenwel niet wat onder een winstgevende bezigheid dient te worden begrepen, maar de Administratie heeft dit begrip trachten te omschrijven aan de hand van de rechtspraak Volgens de administratieve commentaren gaat het om gelijkaardige activiteiten, herhaaldelijk uitgeoefend en onderling nauw verbonden; die bovendien uit dien hoofde geregeld inkomsten opleveren en die geenszins kunnen worden beschouwd als een éénmalige activiteit 30. De Administratie 31 gaat bij haar beoordeling uit van feiten eigen aan de zaak zoals bijv. de onderlinge verbondenheid, de aard, de snelle opeenvolging van de verrichtingen, de belangrijkheid ervan, de organisatie die ze impliceren en de omstandigheid die er toe is overgegaan met behulp van ontleende gelden en in samenwerking tussen twee of meer personen. De Administratie is van oordeel dat wanneer nevenactiviteiten nauw verband houden met de hoofdactiviteit van de belastingplichtige of in het verlengde ervan liggen, dit niet volstaat om die verrichting te kwalificeren als een winstgevende bezigheid in de zin van art. 27 WIB92. Hiervoor moet volgens haar nog voldaan zijn aan het algemeen principe dat de activiteit moet kaderen in het geheel van verrichtingen die voldoende talrijk en onderling verbonden zijn. Volgens haar kan er maar van een winstgevende bezigheid sprake zijn indien deze gesitueerd is buiten de grenzen van het normaal beheer van een privévermogen. Daarnaast leidt de Administratie 32 uit de bestaande rechtspraak af dat de inkomsten die een persoon (ambtenaar, magistraat, universiteitsprofessor, kaderlid van een financiële instelling, enz.), naast zijn bezoldigingen uit zijn gewone beroepsactiviteit, buiten het kader van een arbeidsovereenkomst verkrijgt uit een geregelde medewerking aan welbepaalde verrichtingen (publicaties, studiedagen, cursussen, voordrachten, enz.) baten zijn en geen diverse inkomsten, wanneer deze verrichtingen nauw verband houden met zijn hoofdactiviteit of in het verlengde ervan liggen, m.a.w. wanneer die verrichtingen nauw verband houden met zijn normale dagtaak of met de tijdens zijn normale beroepswerkzaamheid verworven kennis en ervaring Com. WIB92 nr. 23/35 en nr. 23/ Cass. 6 mei 1969, Bull. 1970, afl. 475, 1067; Cass. 23 april 1968, Arr.Cass. 1968, 1069; Antwerpen 28 februari 2006 (rolnr. 2004/AR/302), 31 Com. WIB92 nr. 23/ Ci. RH 241/ dd 8 augustus 1997: de Administratie verwijst hierbij naar de arresten van het hof van beroep te Brussel van 19 oktober 1995 en het hof van beroep te Gent van 18 januari Gent 18 januari 1996, FJF 1996, ; Brussel 19 oktober 1995, FJF 1996,

17 13. Ook de rechtspraak heeft een aantal specifieke criteria ontwikkeld om uit te maken of de bezigheid van de belastingplichtige al dan niet een beroepskarakter heeft. De voornaamste zijn de frequentie van de handelingen, het al dan niet doorlopend karakter van de verrichtingen, de onderlinge verbondenheid en de organisatie ervan 34. Dit laatste criterium dient genuanceerd te worden aangezien in de rechtspraak uiteenlopende standpunten worden ingenomen. Volgens sommigen dient de vereiste aanwezigheid van infrastructuur om van beroepsinkomsten te kunnen spreken, gemilderd te worden ten aanzien van werkzaamheden die hoofdzakelijk intellectueel van aard zijn 35. Zo achtte het hof van beroep te Gent de aanwezigheid van een zekere infrastructuur niet onontbeerlijk bij een advocaat die juridische artikels en boeken schrijft en voordrachten geeft aan juristen 36. Het hof van beroep van Luik kwam tot dezelfde conclusie bij een btw-ambtenaar die zijn medewerking verleent als coauteur van een fiscale gids, fiscale teksten opstelt en voordrachten heeft Geen enkel criterium is op zichzelf genomen voldoende. De praktijk wijst uit dat de rechter verschillende criteria zal toetsen aan de concrete situatie. Daarnaast zal hij ook rekening houden met de specifieke omstandigheden van de zaak om uit te maken of de in het geding zijnde bezigheid een beroepskarakter heeft. De rechtspraak is in tegenstelling tot de Administratie minder geneigd om inkomsten uit nevenactiviteiten te beschouwen als beroepsinkomsten louter omwille van het feit dat deze nauw verband houden of in het verlengde liggen van de hoofdactiviteit. Zij zal anders beslissen wanneer de nevenactiviteiten inherent deel uitmaken van de hoofdactiviteit 38. Wanneer de auteursactiviteit in het verlengde ligt van de hoofdactiviteit, zal men doorgaans ook de andere criteria in beschouwing nemen bij de beoordeling of die nevenactiviteit op zich een beroepswerkzaamheid uitmaakt Gent 8 februari 2011, Fisc.Act. 2011, afl. 29, 9; Gent 19 mei 1994, AFT 1994, 252; Rb. Luik 22 april 2004, Fiscoloog 2004, afl. 851, Gent 18 januari 1996, FJF 1996, , Brussel 30 april 1993, FJF 1994, en Fisc.Koer. 1993, 482, noot; Rb. Brussel 22 februari 2002, Fiscoloog 2002, afl. 851, Gent 16 maart 2010, Fiscoloog 2010, afl. 1226, Luik 28 juni 2006 (rolnr. 2003/RG/599), Zie ook nog: Rb. Brussel 22 februari 2002, Fiscoloog 2002, afl. 851, Gent 18 januari 1996, FJF 1996, ; Brussel 19 oktober 1995, FJF 1996, Gent 21 november 2000, Fiscoloog 2001, afl. 783,

18 1.3.2 Variante: Kwalificatie als roerend inkomen bestemd voor een professionele activiteit 15. Om de inkomsten uit auteursrechten onder de beroepsinkomsten te brengen, baseerde de Administratie zich op art. 37 WIB92 volgens dewelke inkomsten van onroerende goederen en van roerende goederen en kapitalen als beroepsinkomsten in aanmerking komen, wanneer die goederen en kapitalen worden gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten. De voorwaarde van bestemd voor de uitoefening van de professionele activiteit en de toepassing ervan op inkomsten uit auteursrechten maakte echter wel het onderwerp uit van tal van discussies in de rechtsleer. Desalniettemin kent deze kwalificatiemethode meerdere toepassingen in de rechtspraak. Zo oordeelde de rechtbank van eerste aanleg van Leuven dat de naburige rechten van een dirigent, roerende goederen uitmaken die bestemd zijn voor de uitoefening van zijn professionele activiteiten. De voornaamste reden was dat de dirigent, als uitvoerend kunstenaar, een contract had gesloten met de VZW in verband met zijn morele en vermogensrechten en dit deed in het kader van zijn beroepswerkzaamheid. Art. 37 WIB92 was volgens de rechtbank dan ook van toepassing Kwalificatie als divers inkomen 16. Diverse inkomsten zijn winsten of baten, die occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, voortkomen uit enige prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, daaronder niet begrepen normale verrichtingen van beheer van privévermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen 41. Daar auteursrechten geen voorwerpen zijn, maar onlichamelijke rechten, kan derhalve de exceptie van het beheer van privévermogen niet worden opgeworpen. 17. Voor de kwalificatie wordt gekeken naar het occasioneel karakter van de activiteit. Zo vereist het schrijven van artikelen en bijwerkingen van losbladige werken, het nauwgezet bijhouden van de ontwikkelingen op wetgevend vlak en wijzigingen in de rechtspraak. Er werd dan ook geoordeeld dat het ging om een geheel van activiteiten die nauw met elkaar 40 Rb. Leuven 20 februari 2004, besproken in X, Nevenrechten van een professioneel dirigent, Fiscoloog 2004, afl. 928, Art. 90, 1 WIB92. 12

19 verbonden zijn en voldoende frequent geschieden om een voortgezette bezigheid uit te maken De Administratie aanvaardde enkel in bepaalde gevallen de kwalificatie als divers inkomen, met name wanneer de inkomsten uit auteursrechten een occasioneel karakter hadden. De rechtspraak leek gemakkelijker de kwalificatie als divers inkomen te aanvaarden. Zo was de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen van oordeel dat de inkomsten die een professor Nederlands kreeg voor zijn bijdrage in een werk, diverse inkomsten uitmaakten, op basis van het feit dat de persoon in kwestie niet betrokken was bij de procedure van uitgave van zijn werk 43. In een andere zaak beschouwde het hof van beroep van Brussel de inkomsten die men verkreeg voor het schrijven van vier korte scenario s in vier jaar niet als beroepsinkomsten, omdat er geen sprake was van een geheel van verrichtingen die herhaaldelijk plaatsvonden en voldoende met elkaar verbonden waren om een voortdurende bezigheid uit te maken Kwalificatie als roerend inkomen 19. De categorie van roerende goederen van vóór de hervorming, zijn in het bijzonder de inkomsten uit huur, pacht, gebruik en concessie van roerende goederen 45. De kwalificatie als roerend inkomen is voor de belastingplichtige voordelig aangezien deze categorie van inkomsten slechts onderworpen is aan een afzonderlijk tarief van 15 procent. Maar er dient opgemerkt te worden dat deze kwalificatie door de Administratie slechts sporadisch werd weerhouden. 20. Volgens de administratieve commentaar dient onder de term concessie begrepen te worden: elke overeenkomst die, zonder eigendomsoverdracht mede te brengen, onder bezwarende titel het recht verleent een goed of een recht uit te baten of er gebruik van te maken 46. Dit begrip werd door de Administratie zeer strikt toegepast. Het uitgeverscontract beschouwde zij dan ook niet als een huur- of concessiecontract. Bijgevolg waren de rechten die een uitgeverij, ter uitvoering van zo n contract aan een auteur betaalt, geen roerende 42 Bergen, 2 februari 2005, Fiscoloog, afl. 1033, 11. In dezelfde zin: Gent 4 december 2002, Fiscoloog 2003, afl. 876, Rb. Antwerpen 12 november 2003, FJF 2004, Brussel 27 maart1998, Fiscoloog 1998, afl. 663, Art. 17, 1, 3 WIB Com. WIB92 nr. 17/3. 13

20 inkomsten 47. Hetzelfde gold voor de sommen die aan een auteur worden betaald als vergoeding voor de machtiging toneel- of muziekstukken te reproduceren. Die vergoedingen zijn volgens de Administratie geen inkomsten van huur of concessie, maar inkomsten van de cessie van één van de bestanddelen van het auteursrecht 48. In alle geval dient vastgesteld te worden dat de meeste uitgeverscontracten tussen auteurs en uitgevers ronduit voorzien in een cessie, zodat op die manier de kwalificatie als roerende inkomsten voortkomende uit de concessie was uitgesloten op grond van art. 17, 1, 3 WIB Com. WIB92 nr. 17/6. 48 Com. WIB92 nr. 17/7. 49 E. TRAVERSA en V. DECKERS, La réforme de la fiscalité des droits d auteur, JT 2009,

21 2 Het toepasselijk fiscaal stelsel op inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten nà de wet van16 juli 2008 Voor een goed begrip van het nieuw fiscaal stelsel is het belangrijk dat wordt stilgestaan bij de totstandkoming en de ratio legis van de nieuwe regeling. Een nieuwe regeling kan niet ingevoerd worden zonder dat er een personeel, materieel, temporeel en territoriaal toepassingsgebied wordt bepaald. Na een toelichting van de achtergrond van de regeling, volgt een uitgebreide bespreking van de verschillende aspecten van het toepassingsgebied van de fiscale gunstregeling. Ten slotte wordt het algemeen principe van de regeling behandeld voor wat de kwalificatie van de inkomsten betreft die onder het toepassingsgebied vallen. Ter zake zijn verschillende standpunten te onderscheiden m.b.t. de toepassing van de nieuwe regeling in de praktijk; deze zullen hierna uitgebreid toegelicht worden. 2.1 Algemene principes 21. De inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten worden aan een nieuw fiscaal gunststelsel onderworpen. Zij worden in beginsel beschouwd als roerende inkomsten op grond van art. 17, 1, 5 WIB De nieuwe regeling heeft betrekking op inkomsten verkregen uit cessie of de concessie van auteursrechten en naburige rechten, evenals uit de wettelijke en verplichte licenties. Er wordt voorzien in een plafond waaronder de inkomsten worden geacht roerende inkomsten te vormen, zelfs wanneer deze inkomsten aangewend worden voor de beroepsuitoefening. De betrokken inkomsten worden onderworpen aan een belastingtarief van 15 procent per begunstigde natuurlijke persoon 51. Voor inkomsten die boven de inkomstenschijf van EUR (te indexeren) 52 uitstijgen, krijgen de inkomsten het karakter van beroepsinkomsten of blijft de kwalificatie als roerende inkomsten behouden 53. Daarnaast wordt, voor het gedeelte van het inkomen onder het plafond, toepassing gemaakt van een forfaitaire kostenaftrek. Er geldt voor de schuldenaars een dubbele verplichting op het vlak van de broninning: enerzijds zijn zij verplicht aangifte te doen van de belastbare grondslagen en anderzijds hebben zij de verplichting de ingehouden voorheffing door te storten aan de belastingontvanger. 50 1, 5 ingevoegd bij art. 2 wet van 16 juli 2008, BS 30 juli 2008 (ed.2). 51 Nieuw art. 17, 1, 5 WIB Voor aj 2012: EUR. 53 Nieuw art. 37, tweede lid WIB92. 15

22 De minister van Financiën heeft hiertoe een Bericht gepubliceerd, want er bleken toch nog heel wat misverstanden en onduidelijkheden te bestaan na de invoering van de nieuwe regeling Achtergrond van de hervorming Historiek 22. Zoals reeds eerder vermeld kunnen kunstenaars, in het bijzonder auteurs, met een probleem van overbelasting worden geconfronteerd door de werking van enerzijds de progressieve tarieven in de personenbelasting en anderzijds het beginsel van de annualiteit. Deze fiscale problematiek werd reeds door Europa 55 opgemerkt. De lidstaten, waaronder België, werden dan ook op de vingers getikt. In een resolutie van 9 maart werden de lidstaten verzocht op het gebied van belastingheffing : (a) over te gaan tot een spreiding van de inkomsten over meerdere jaren, gezien het onregelmatig karakter van de artistieke werkzaamheden, (b) het bedrag van de aftrekpost beroepskosten te verhogen, (c) de eerste publieke voorstelling of de eerste verkoop van een artistiek werk van BTW vrij te stellen om de markt een duwtje in de rug te geven, (d) prijzen, subsidies en beurzen vrij te stellen van belastingen, (e) te onderzoeken op welke wijze de BTW in de verschillende lidstaten van invloed is op de verkoop van werken in de verschillende takken van kunst en welke wijzigingen er in het huidige stelsel aangebracht moeten worden, (f) meer fiscale voordelen te bieden aan sponsors (stichtingen, ondernemingen, particulieren) door middel van belastingvrijstelling voor erkende stichtingen, fiscale aftrekposten en inbetalinggeving, en (g) de aankoop van kunstwerken van nog levende kunstenaars door particulieren begunstigen, met name door lagere BTW-tarieven en aftrek van een deel van de koopprijs van het belastbaar inkomen. Daarnaast werd de problematiek besproken in de zogenaamde rondetafelgesprekken 57, daarin werd onder meer ook aangegeven dat de auteursrechten en 54 Bericht aan de schuldenaars van auteursrechten en naburige rechten in de loop van het jaar 2008, BS 9 december 2008, Hierna: Bericht. 55 S. CAPIAU, La qualification et la variabilité des revenus des artistes au regard du droit fiscal et du droit de la sécurité sociale des Etats Membres de la C.E.E., Etudes des Secteur Culturel, 1990, X/CULTURE/1/90, 261 p. 56 Res. Raad, 9 maart 1999 over de situatie en de rol van kunstenaars in de Europese Unie, PB.C. 21 juni 1999, afl. 175, Verslag van de rondetafeldebatten: in het bijzonder het rondetafelgesprek nr. 4 Creëren, en daarna?: de auteursrechten en naburige rechten van de kunstenaars,

23 naburige rechten eerder ten goede komen aan de beheersmaatschappijen dan aan de auteurs 58. Daarnaast blijkt uit de gesprekken dat het voorbereidende werk van de auteur vaak wordt genegeerd, door het feit dat de auteur in de realiteit geen vergoeding krijgt voor de voorbereidingen (m.n. tijd en kosten) die leiden tot de uiteindelijke creatie van zijn werk 59. Een studie, gemaakt in opdracht van de Belgische overheid, komt tot eenzelfde conclusie 60 en haalt min of meer dezelfde pijnpunten aan als het standpunt dat het Europees Parlement hieromtrent heeft ingenomen. 23. Het wetsvoorstel 61 dat op 26 juli 2007 door de heer MONFILS is ingediend in de Senaat, neemt de tekst over van het wetsvoorstel dat oorspronkelijk werd ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers 62. Het ingediende voorstel verwijst uitdrukkelijk naar het nieuw kunstenaarsstatuut in de sociale zekerheid dat werd ingevoerd door de programmawet van 24 december en in werking trad op 1 juli Niet alleen het sociaal statuut werd in de voormelde studies aan de kaak gesteld, maar ook de fiscale behandeling van de inkomsten van kunstenaars moest eraan geloven. Het door MONFILS ingediende wetsvoorstel kadert dan ook binnen een gehele hervorming zowel op fiscaal en sociaal vlak. Art. 2 van het wetsvoorstel van MONFILS voorziet in een afzonderlijke categorie van diverse inkomsten. Voor de bepaling van het toepassingsgebied wordt verwezen naar art. 1bis, 2 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd bij artikel 170 van de voormelde programmawet van 24 december In het bijzonder wordt het toepassingsgebied beperkt tot alle werkzaamheden die vallen onder het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken. De regeling zou in deze van toepassing zijn op dergelijke werkzaamheden, ongeacht het sociaal statuut van de verkrijger. Men poogde hierbij de 58 Rondetafelgesprek nr. 4, Rondetafelgesprek nr. 4, A. NAYER, X. PARENT, J. VAN LANGENDONCK, Etude ayant pour objet une analyse de l importance de l activité artistique dans l économie belge et les possibilités de l augmenter par une réforme du statut social et fiscal des artistes - Eindverslag voor de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Economie en Wetenschappelijk onderzoek, april 2000, 342 p. 61 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat (BZ) 2007, nr /1. 62 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Kamer , nr. 2216/ Programmawet van 24 december 2002, BS 31 december

24 voorgestelde gunstregeling op zoveel mogelijk kunstenaars van toepassing te maken teneinde hen de maximale rechtszekerheid te bieden. Voor wat betreft het stelsel van de kostenforfait wordt in art. 3 verwezen naar de art. 3 en 4 van het KB/WIB92. Verder is het voor de auteurs mogelijk om de geleden verliezen af te trekken van de inkomsten voortvloeiend uit de werkzaamheden van de auteur. De periode van overdraagbaarheid van verliezen is uitgebreid tot 10 jaar. Op deze manier tracht men rekening te houden met de periode van schepping van artistieke werken, met name de voorbereiding van het artistieke werk. De roerende voorheffing wordt vastgesteld op 15%, waarbij een vrijstelling van aangifte geldt wanneer de roerende voorheffing is gekweten m.a.w. wordt er voorzien in een onbeperkte bevrijdende roerende voorheffing In een amendement op het ingediende wetsvoorstel wordt voor het toepassingsgebied voortaan verwezen naar de Auteurswet. Hiermee wordt getracht het fiscaal recht in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het burgerlijk recht teneinde elke discussie over de aard van de inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten, zoals bedoeld in de wet van 30 juni 1994, uit de weg te gaan 65. Tevens wordt in datzelfde amendement voorgesteld om het bedrag van de forfaitaire kosten op een degressieve manier vast te stellen volgens twee inkomensschijven In een volgend amendement van 28 april ingediend door MONFILS wordt een volledige andere weg gekozen ten aanzien van de kwalificatie van inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten alsook van de wettelijke en verplichte licenties, door ze onder te brengen onder roerende inkomsten. Dit alles steunend op voormelde redenering met name een parallel trekken tussen fiscaal en burgerlijk recht. Bijkomend wordt aangegeven dat op die manier de artikelen m.b.t. de roerende voorheffing niet gewijzigd hoeven te worden. Daarnaast wordt het degressieve stelsel inzake forfaitaire kostenaftrek behouden, teneinde de 64 Het stelsel van de bevrijdende roerende voorheffing werd formeel afgeschaft door de wet van 28 december Deze wijziging geldt vanaf aanslagjaar Amendement (P. MONFILS) op het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat , nr.4-119/3, Amendement (P. MONFILS) op het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat , nr /3, Amendement (P. MONFILS) op het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat , nr /4, 2. 18

25 auteurs die lage inkomens ontvangen te bevoordelen opdat zij slechts in geringe mate zouden worden belast. Belangrijk is te vermelden dat dit amendement een kwalificatie als roerende inkomsten beperkt tot een bepaald plafond, namelijk EUR (nog te indexeren) De tekst die namens de Commissie voor de financiën en voor de economische aangelegenheden aangenomen werd, werd ongewijzigd goedgekeurd in de Senaat 69 en vervolgens doorgestuurd naar de Kamer 70. Voor het toepassingsgebied van de nieuwe gunstregeling verwijst men naar de Auteurswet, daarnaast blijft het degressieve stelsel inzake kostenforfait behouden, alsook het ingestelde plafond en het tarief van 15%. 27. Vervolgens werd een amendement ingediend door o.a. de heer BROTCORNE 71. Dit amendement voorziet in een nieuw artikel 4/1 volgens dewelke de schuldenaars van de inkomsten bedoeld in art. 17, 1, 5 WIB92 roerende voorheffing moeten inhouden, ongeacht hun eigen aanslagstelsel. Daarnaast worden een aantal vrijstellingen voorgesteld. Hierbij worden vooral de binnenlandse vennootschappen en de beheersvennootschappen geviseerd.(zie infra) De tekst van het geamendeerd ontwerp werd onveranderd aangenomen door de Commissie voor de financiën en voor de economische aangelegenheden 72. Het verslag van de Commissie stelt grondwettelijkheid van de regeling wel in vraag, daarnaast is er ook sprake van een verplichte namenlijst die door de begunstigden zal moeten worden ingevuld teneinde een controle door de Administratie mogelijk te maken. Het door de Kamer geamendeerde wetsontwerp is uiteindelijk goedgekeurd in de Senaat Amendement (P. MONFILS) op het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat , nr /4, Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat , nr /7. 70 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Kamer , nr / Amendement (C. BROTCORNE c.s.) op het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Kamer , nr / Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat (Commissie voor de financiën en voor de economische aangelegenheden) , nr /9. 73 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, Parl.St. Senaat , nr /10. 19

Auteursrechten in de personenbelasting

Auteursrechten in de personenbelasting Auteursrechten in de personenbelasting Prof. dr. Bruno Peeters Voorzitter Antwerp Tax Academy FaculteitRechten UniversiteitAntwerpen Advocaat(Tiberghien Advocaten) Bruno.Peeters@uantwerpen.be 25 september

Nadere informatie

De fiscale regeling voor inkomsten uit de exploitatie van auteurs- en naburige rechten: een stand van zaken

De fiscale regeling voor inkomsten uit de exploitatie van auteurs- en naburige rechten: een stand van zaken De fiscale regeling voor inkomsten uit de exploitatie van auteurs- en naburige rechten: een stand van zaken Wat houdt deze regeling in? Lange tijd was er discussie in welk vak van de belastingaangifte

Nadere informatie

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT pagina 1 1.) Auteursrechten, naburige rechten en loon. Analyse van het arrest van het Hof van Cassatie dd. 15 september 2014 Moeten naburige rechten onderworpen worden aan

Nadere informatie

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: - vermogensrechten - morele rechten De vermogensrechten (economische rechten) geven de auteur

Nadere informatie

Inhoudstafel. Voorwoord... 1 Inleiding... 3 Algemene bepalingen INKOMSTENBELASTING

Inhoudstafel. Voorwoord... 1 Inleiding... 3 Algemene bepalingen INKOMSTENBELASTING i Voorwoord................................................ 1 Inleiding................................................... 3 Algemene bepalingen......................................... 12 BOEK I DE BEDRIJFSVOORHEFFING

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

aanvulling roerende inkomsten

aanvulling roerende inkomsten aanvulling roerende inkomsten AAFisc Nr. 22/2014 (nr. Ci.RH.231/633.479) dd. 12.06.2014 Inkomstenbelastingen Roerende inkomsten Spaardeposito's Inkomsten uit gereglementeerde spaardeposito's die in het

Nadere informatie

Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten

Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten Voorwoord De lijst met knelpunten welke volgt is niet exhaustief. De opsomming is gebaseerd op de vragen welke onze consulenten krijgen en hun analyses van

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018

Nadere informatie

Auteursrechten in de personenbelasting

Auteursrechten in de personenbelasting Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 Auteursrechten in de personenbelasting Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Othilly De Wilde (studentennr.

Nadere informatie

Bijlage 1 Fiscale fiche - bijkomende gegevens op te vragen aan de auteurs

Bijlage 1 Fiscale fiche - bijkomende gegevens op te vragen aan de auteurs Bijlage 1 Fiscale fiche - bijkomende gegevens op te vragen aan de auteurs De belastingadministratie publiceert de fiscale fiche voor de aangifte van inkomsten uit auteursrechten op haar website. Voor het

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

ALGEMENE INFORMATIE OVER HET STELSEL VAN 15% BELASTING OP AUTEURSRECHTEN EN OVER DE GEVOLGEN ERVAN OP SOCIAAL VLAK EN VOOR DE BTW

ALGEMENE INFORMATIE OVER HET STELSEL VAN 15% BELASTING OP AUTEURSRECHTEN EN OVER DE GEVOLGEN ERVAN OP SOCIAAL VLAK EN VOOR DE BTW ALGEMENE INFORMATIE OVER HET STELSEL VAN 15% BELASTING OP AUTEURSRECHTEN EN OVER DE GEVOLGEN ERVAN OP SOCIAAL VLAK EN VOOR DE BTW Document bijgewerkt op 10/05/2016 Aarlenstraat 75-77 1040 Brussel Tel.:

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Kosten eigen aan de werkgever

Kosten eigen aan de werkgever CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Kosten eigen aan de werkgever info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com De bedragen die aan

Nadere informatie

Beknopte gids voor aangifte van auteursgerelateerde inkomsten in het kader van inkomstenbelasting aanslagjaar 2014 (inkomsten 2013)

Beknopte gids voor aangifte van auteursgerelateerde inkomsten in het kader van inkomstenbelasting aanslagjaar 2014 (inkomsten 2013) Beknopte gids voor aangifte van auteursgerelateerde inkomsten in het kader van inkomstenbelasting aanslagjaar 2014 (inkomsten 2013) Het voordelige statuut voor auteursrechten geldt enkel voor directe inkomsten

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

Page 1 of 6 Home > FAQ Deeleconomie Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting FAQ - Deeleconomie ALGEMEEN 1. Wat is deeleconomie? 2.

Nadere informatie

Een occasionele activiteit is een activiteit die niet frequent gebeurt. Een allesbehalve eenduidige definitie

Een occasionele activiteit is een activiteit die niet frequent gebeurt. Een allesbehalve eenduidige definitie OCCASIONELE ACTIVITEITEN EN DE LINK MET ACTIVITEITEN IN BIJBEROEP, TIJDENS WERKLOOSHEID, VRIJWILLIGERSWERK Wat is een occasionele activiteit? Een occasionele activiteit is een activiteit die niet frequent

Nadere informatie

Fiscaliteit voor lesgevers. Gregory Henin SBB Accountants & Adviseurs

Fiscaliteit voor lesgevers. Gregory Henin SBB Accountants & Adviseurs Fiscaliteit voor lesgevers Gregory Henin SBB Accountants & Adviseurs Inleiding Overzicht Occasionele prestaties of beroepsactiviteit? Zelfstandige activiteit in bijberoep Zelfstandige activiteit in hoofdberoep

Nadere informatie

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL pagina 1 van 6 Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting CIRC 05.02.04/1 Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 BEDRIJFSVOORHEFFING Inkomen

Nadere informatie

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 (AAFisc Nr. 30/2013) dd. 22.07.2013 Berekening van de Ven.B Rechtspersonenbelasting Berekening van de RPB Afzonderlijke

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Nieuwsbrief Imposto Advocaten 2015/1 Onderwerp Auteursrechten in fiscalibus - opportuniteiten, ook voor ondernemingen... Datum 12 februari 2015 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document

Nadere informatie

Afdeling 24. Kosten eigen aan de werkgever

Afdeling 24. Kosten eigen aan de werkgever BEROEPSKOSTEN 61 4. BTW Volgens het Europese Hof van Justitie is factoring een dienstprestatie die uitgesloten is van de BTW-vrijstellingen voor financiële diensten: factoring is onderworpen aan BTW ongeacht

Nadere informatie

Hieronder vindt u een kort overzicht van deze nieuwe wetgeving samen met een lijst van meest gestelde vragen.

Hieronder vindt u een kort overzicht van deze nieuwe wetgeving samen met een lijst van meest gestelde vragen. FISCALE FAQ 1) ALGEMENE INFO Vanaf 1 januari 2008 is een nieuwe fiscale regeling van kracht voor de inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten. De wet van 16 juli 2008 tot wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

ALGEMENE INFORMATIE OVER HET STELSEL VAN 15% BELASTING OP AUTEURSRECHTEN EN OVER DE GEVOLGEN ERVAN OP SOCIAAL VLAK EN VOOR DE BTW

ALGEMENE INFORMATIE OVER HET STELSEL VAN 15% BELASTING OP AUTEURSRECHTEN EN OVER DE GEVOLGEN ERVAN OP SOCIAAL VLAK EN VOOR DE BTW ALGEMENE INFORMATIE OVER HET STELSEL VAN 15% BELASTING OP AUTEURSRECHTEN EN OVER DE GEVOLGEN ERVAN OP SOCIAAL VLAK EN VOOR DE BTW Document bijgewerkt op 25/06/2015 Aarlenstraat 75-77 1040 Brussel Tel.:

Nadere informatie

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016 Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen Luc Maes 24/11/2016 1 1. Afbakening van het onderwerp Inkomstenbelastingen bedrijfsleiders van een handelsvennootschap recente rechtspraak:

Nadere informatie

FISCALE FAQ. dossier april 2018

FISCALE FAQ.   dossier april 2018 FISCALE FAQ dossier april 2018 www.deauteurs.be Heb je een vraag of wil je graag aansluiten bij deauteurs? Neem dan contact op met de auteursdienst via auteursdienst@deauteurs.be 1 - ALGEMENE INFO Sinds

Nadere informatie

Citeerwijze: NL Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel 23 september 2014, IEFbe 1465 (K.J. tegen Belgische Staat) www.ie-forum.be

Citeerwijze: NL Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel 23 september 2014, IEFbe 1465 (K.J. tegen Belgische Staat) www.ie-forum.be Vonnis van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel 24.06.2014 2013/2355/A In zake van: De heer K.J., wonende te ; eisende partij, verschijnend in persoon; Tegen: De BELGISCHE STAAT, Federale

Nadere informatie

AUTEURSRECHT IN DE BOUWKUNST

AUTEURSRECHT IN DE BOUWKUNST KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT BRÜSSEL CENTRUM VOOR 1NTELLECTUELE RECHTEN CENTRE FOR INTELLECTUAL PROPERTY RIGHTS CENTRE DE RECHERCHE EN PROPRIETE INTELLECTUELLE ZENTRUM FÜR IMMATERIALGÜTERRECHT

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden.

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden. 8. PENSIOENPLAN Algemeen De vennootschap kan in het voordeel van de bedrijfsleider een extrawettelijk pensioen opbouwen en de lasten hiervan als beroepskost aanmerken. Zij kan dit echter niet onbeperkt.

Nadere informatie

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht'

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht' Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht' Bart Vereecke redacteur MoneyTalk en Trends 14/04/18 om 13:40 - Bijgewerkt op 15/04/18 om 00:57 Het Europees Hof van

Nadere informatie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014. Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen

Nadere informatie

De bezoldigingstheorie. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten

De bezoldigingstheorie. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten De bezoldigingstheorie Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten 1. Aftrekbaarheid beroepskosten Kosten zijn overeenkomstig art 49 WIB 1992 aftrekbaar indien (cumulatief): - De kosten houden noodzakelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Beschermingsduur

Hoofdstuk 7 Beschermingsduur 171 Hoofdstuk 7 Beschermingsduur 1072 270. De beschermingsduur van het auteursrecht is geharmoniseerd middels de Richtlijn Beschermingstermijn 1073. In het Belgisch recht is de omzetting van deze richtlijn

Nadere informatie

Kunstenaars en directe belastingen: de Wet van 16 juli 2008 als voorbeeld van hoe het niet moet

Kunstenaars en directe belastingen: de Wet van 16 juli 2008 als voorbeeld van hoe het niet moet Kunstenaars en directe belastingen: de Wet van 16 juli 2008 als voorbeeld van hoe het niet moet Inleiding 1. Deze bijdrage vormt een beknopte samenvatting van de masterscriptie die eind juni 2012 werd

Nadere informatie

Paardenverkoop en fiscaliteit

Paardenverkoop en fiscaliteit Paardenverkoop en fiscaliteit Nogal wat paardenhouders stellen zich vragen op vlak van fiscaliteit. Vaak weten ze niet waaraan ze zich moeten houden. De fiscale administratie kan en mag steeds inlichtingen

Nadere informatie

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Sedert enkele jaren hebben zelfstandigen de mogelijkheid om via hun sociaal verzekeringsfonds een aanvullend pensioen op te bouwen, het zogenaamde

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2011 F.10.0050.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0050.N W. H., eiser, met als raadsman mr. Michel Maus, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8000 Brugge, Leopold II-laan

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2011 - Inkomsten van het jaar 2010 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! EXTERNE PUBLICATIES // 18.07.2015 Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! Auteurs: Stijn Lamote, Anouck Sandra Meerwaarden verwezenlijkt door

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH 241/605.665 (AOIF 55/2010). Personenbelasting. Onderhoudsuitkering. Voorwaarde van aftrekbaarheid van een

Nadere informatie

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk? Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk? De programmawet van 27 december 2012 heeft een nieuwe belasting op meerwaarden op aandelen ingevoerd. Meer dan één jaar na de inwerkingtreding, blijven

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen. Deeleconomie

Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen. Deeleconomie Brussel, 26 mei 2016 Advies nr. 2016/08 Uitgebracht op vraag van de minister van Zelfstandigen Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen Deeleconomie In dit

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

auteursrechten gaat...

auteursrechten gaat... Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs Fiscale FAQ dossier februari 2014 literaire auteurs illustratoren striptekenaars scenaristen theaterauteurs regisseurs animatiefilmers

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T Rolnummer 5942 Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking. 1/7 Leidraad voor de terugvordering van de roerende voorheffing op de eerste schijf van 640 EURO aan gewone dividenden uit aandelen of rechten van deelneming De programmawet van 25 december 2017 bevat

Nadere informatie

diverse inkomsten BBB info ajr onderhoudsuitkeringen: algemeen: andere soorten diverse inkomsten voorwaarden van aftrekbaarheid

diverse inkomsten BBB info ajr onderhoudsuitkeringen: algemeen: andere soorten diverse inkomsten voorwaarden van aftrekbaarheid 3 onderhoudsuitkeringen: algemeen: 80% van de onderhoudsuitkeringen die een belastingplichtige betaalt aan een persoon: - die geen deel uitmaakt van het gezin - op grond van een wettelijke verplichting

Nadere informatie

1 van 5 4-10-2013 11:02 Home > Recente wijzigingen > Circulaire nr. Ci.RH.233/629.295 (AAFisc. 35/2013) dd. 01.10.2013 Algemene administratie van de Fiscaltiteit - Centrale diensten Dienst Personenbelasting

Nadere informatie

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens Btw-optimalisering en onroerende verhuur Bart Buelens De wettelijke basis Vrijstelling artikel 135, lid 1, l) Vrijstelling onroerende verhuur artikel 44, 3, 2 Omzetting Verplichte uitzonderingen Artikel

Nadere informatie

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS Fiscale aspecten van de vergoeding van officials Jan LAMMENS Vooraf: vrijwilligersvergoedingen Niet het voorwerp van vanavond want beperkte mogelijkheden tot vergoeding Principes - Gelegenheidswerk voor

Nadere informatie

PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE AUTEURSRECHTENVERGOEDING ZELFSTANDIGE JOURNALISTEN

PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE AUTEURSRECHTENVERGOEDING ZELFSTANDIGE JOURNALISTEN PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE AUTEURSRECHTENVERGOEDING ZELFSTANDIGE JOURNALISTEN TUSSEN: 1. Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ), een beroepsvereniging met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Zennestraat

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde. Page 1 of 5 Home > Circulaire AAFisc Nr. 22/2016 (nr. Ci.704.681) dd. 29.06.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 II. HET OBJECTIEVE RECHT... 17 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 17 1. Het objectieve

Nadere informatie

Beknopte gids voor aangifte van auteursgerelateerde inkomsten in het kader van inkomstenbelasting aanslagjaar 2016 (inkomsten 2015)

Beknopte gids voor aangifte van auteursgerelateerde inkomsten in het kader van inkomstenbelasting aanslagjaar 2016 (inkomsten 2015) Beknopte gids voor aangifte van auteursgerelateerde inkomsten in het kader van inkomstenbelasting aanslagjaar 2016 (inkomsten 2015) Het voordelige statuut voor auteursrechten geldt enkel voor directe inkomsten

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 6141 Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, 5, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd Page 1 of 6 Home > Addendum dd. 18.11.2014 bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/574.945) dd. 09.10.2008 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst

Nadere informatie

Lexalert : Auteursrechten in fiscalibus - opportuniteiten, ook voor ondernemingen...

Lexalert : Auteursrechten in fiscalibus - opportuniteiten, ook voor ondernemingen... EXTERNE PUBLICATIES // 13.02.2015 Lexalert : Auteursrechten in fiscalibus - opportuniteiten, ook voor ondernemingen... Auteurs: Jan Sandra, Stijn Lamote Met de wet van 16 juli 2008 heeft de wetgever een

Nadere informatie

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen blz. 15 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2016 - Inkomsten van het jaar 2015 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

Properties. Inhoudstafel. I. Inleiding.

Properties. Inhoudstafel. I. Inleiding. Page 1 of 8 Properties Title : Circulaire 2018/C/63 over de voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een PC, tablet, internetaansluiting, mobiele telefoon of vast of mobiel telefoonabonnement

Nadere informatie

Inleiding. Auteurs- en naburige rechten. Inleiding. Inleiding. Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten. Sinds Wet 16 juli 2008

Inleiding. Auteurs- en naburige rechten. Inleiding. Inleiding. Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten. Sinds Wet 16 juli 2008 Inleiding Auteurs- en naburige rechten Artistieke Prestatie Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten Hoofd- beroep Zelfstandige Auteurs - en naburige rec hten Werknemer Occasionele prestatie

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Une indemnité de non concurrence est-elle une indemnité de préavis déguisée? Arrêt Advocaten:

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage Samenvatting : Deze circulaire bespreekt de wijzigingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 SEPTEMBER 2014 F.13.0053.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0053.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. CATALYSTS AND

Nadere informatie

Rolnummer 5091. Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T

Rolnummer 5091. Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T Rolnummer 5091 Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 49 en 53, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments... Page 1 of 5 Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Personenbelasting

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Samenvatting : Commentaar op het Vlaamse decreet van 07.07.2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde

Nadere informatie

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen. VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2015 - Inkomsten van het jaar 2014 DEEL 2 blz. 15 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst

Nadere informatie

Didier Deneuter modo Advocaten

Didier Deneuter modo Advocaten OVEREENKOMSTEN AUTEURS- EN NABURIGE RECHTEN ONDERHANDELINGEN IN DE PRAKTIJK Didier Deneuter modo Advocaten Congresstraat 37 41 1000 BRUSSEL didier.deneuter@modo-law.be [T] 02.427.39.00 [F] 02/425.39.00

Nadere informatie

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten).

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). De meerwaarden Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). Als het onroerend goed voor beroepsactiviteiten wordt

Nadere informatie

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1 BTW 1. INLEIDING...2 A. DEFINITIE...2 B. OUD EN NIEUW STELSELSTELSEL...2 2. DE BTW-PLICHTIGE VAN RECHTSWEGE...2 3. DE TOEVALLIGE BTW-PLICHTIGE...3 4. DE BELASTBARE FEITEN...3 A. ALGEMEEN...3 B. OVERZICHT...4

Nadere informatie

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider Home > Recente wijzigingen > FAQ Btw Deeleconomie FAQ Btw Deeleconomie Betreft de mogelijkheid tot het ruilen en het delen van ruimtes, goederen of werktuigen tussen particulieren via een elektronisch

Nadere informatie

Hoe worden kunstenaars vergoed? Michael Van den Eynde 27 april 2013

Hoe worden kunstenaars vergoed? Michael Van den Eynde 27 april 2013 Hoe worden kunstenaars vergoed? Michael Van den Eynde 27 april 2013 Overzicht 20 december 2012 1. Kunstenaarsstatuut 2. Wat is een artistieke prestatie? 3. Vergoeding voor een artistieke prestatie 3.1.

Nadere informatie

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER

blz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2012 - Inkomsten van het jaar 2011 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2017 - Inkomsten van het jaar 2016 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig

Nadere informatie

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009 CIRCULAIRE AOIF nr. 24/2009 Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie Van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Centrale diensten Directie I/5A Ci.RH.241/598.219 ONDERWERP : Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden gen dan 1.990 EUR per jaar (2.080 EUR voor aanslagjaar 2010). Dat jaarbedrag wordt verminderd in verhouding tot de dagen van aansluiting tijdens hetzelfde jaar bij een pensioenstelsel 922. Afdeling 6.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2013 F.12.0198.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0198.F SUPER MARCHÉ SOVET nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012

TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012 TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012 Bepaalde maatregelen die reeds waren opgenomen in de nota van Di Rupo I uitgegeven in 2011

Nadere informatie

2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden

2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden www.vdvaccountants.be 30 2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden Hiervoor werd reeds aangegeven dat bepaalde activabestanddelen van de éénmanszaak als stopzettingsmeerwaarden worden belast, andere

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Nadere informatie

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Na de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gisteren ook de Senaat diverse fiscale

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting DEEL 1 Inleiding 31 HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting In België onderscheiden we vier belastingstelsels, namelijk: 1 De directe belastingen

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.421/620.779 (AAFisc Nr. 19/2013). Belastbare grondslag in de Ven.B. Meerwaarde. Verwezenlijkte meerwaarde.

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt?

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? FAQ - TAX REFORM 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? Hiervoor moet men in twee stappen te werk gaan. In eerste instantie moeten de intresten op «staatsbons

Nadere informatie