Hof van Cassatie van België

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hof van Cassatie van België"

Transcriptie

1 26 FEBRUARI 2008 P N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P N I. 1. G A L M S, beklaagde, 2. ALGEMEEN EXPEDITIEBEDRIJF ZEEBRUGGE bvba (A.E.Z.), met zetel te 8380 Zeebrugge, Doverlaan 7, civielrechtelijk aansprakelijke partij, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

2 26 FEBRUARI 2008 P N/2 tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt de directeur der douane en accijnzen van de provincie Antwerpen, met zetel te 2030 Antwerpen, Kattendijkdok-Oostkaai 22, vervolgende partij, verweerder, vertegenwoordigd door mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie. II. COLDSTAR nv, met zetel te 1840 Londerzeel, Weverstraat 29, civielrechtelijk aansprakelijke partij, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, reeds vermeld, vervolgende partij, verweerder. III. D P W V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Thierry Goegebeur, advocaat bij de balie te Brugge,

3 26 FEBRUARI 2008 P N/3 tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, reeds vermeld, vervolgende partij, verweerder, vertegenwoordigd door mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie. IV. J P D H, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, reeds vermeld, vervolgende partij, verweerder, vertegenwoordigd door mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie. V. A E M D W, beklaagde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Hans Van Bavel, advocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, reeds vermeld, vervolgende partij, verweerder.

4 I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF 26 FEBRUARI 2008 P N/4 De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 25 oktober De eisers I voeren in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. De eiseres II voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan. De eiser III voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. De eiser IV voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, vijf middelen aan. De eiseres V voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, drie middelen aan, door haar genummerd als eerste, vierde en vijfde middel. Raadsheer Luc Huybrechts heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Marc Timperman heeft geconcludeerd. II. FEITEN EN VOORAFGAANDE RECHTSPLEGING Het bestreden arrest betreft een zaak waarin oorspronkelijk door het openbaar ministerie de strafvordering werd ingesteld en twee zaken waarin door de verweerder de strafvordering en de burgerlijke rechtsvordering in betaling van ontdoken invoerrechten en heffingen werd ingesteld. Het bestreden arrest beschrijft de feiten als volgt: De samengevoegde zaken I, II en III hebben in essentie betrekking op een grootschalig georganiseerde vleesfraude [die zich voltrok midden de jaren 1990]. Een eerste deelluik van de fraude (zaken I en II) betreft, summier geschetst, een fraudesysteem waarbij, voornamelijk in de USA, vleeswaren werden aangekocht, voornamelijk runderzwezeriken en rundertongen, die, ingevolge de Europese Unie-regelgeving, niet op de Europese Unie-markt waren toegelaten en enkel in transit binnen het douanegebied van de Gemeenschap mochten vertoeven met het oog op de uitvoer ervan naar derde-landen (niet-eeg). Deze producten werden, althans op papier, doorverkocht aan firma's, gevestigd in derde-landen.

5 26 FEBRUARI 2008 P N/5 Na tijdelijke opslag ervan in koelhuizen (onder meer Rotterdam) werden de goederen geladen bij de opslagbedrijven ter zogezegde export onder dekking van T1-documenten (extern communautair douanevervoer), die vervolgens aan de Europese Unie-grenzen zouden vervangen worden door carnets-tir. In realiteit werden de vleeswaren afgeleid naar opslagplaatsen in België, alwaar ze werden herverpakt en voorzien van valse etikettering en stempels teneinde te laten uitschijnen dat het om EEG-goederen ging. Vervolgens werden, na valse aanzuivering van de T1-documenten middels de welwillende medewerking van een douanebeambte ( ), de goederen op de Europese (zwarte) markt gebracht, voornamelijk in Frankrijk (zie verder zaak II). Een tweede deelluik van de fraude (zaken I en III) betreft, summier geschetst, een fraudesysteem waarbij in het buitenland (onder meer USA, Argentinië en India) vleeswaren werden aangekocht en ingevoerd, voornamelijk via de haven van Rotterdam, met Oost-Europese bestemming. Het betrof ook in dit geval niet-eeg goedgekeurde vleeswaren die tijdelijk werden opgeslagen in koelhuizen te Rotterdam en/of middels de aldaar voorhanden zijnde infrastructuur quasi terstond werden overgeladen voor verder transport. De originele lading werd vervangen door slachtafval of door vleeswaren van minderwaardige kwaliteit, weliswaar met een quasi identiek totaal gewicht als dit van de oorspronkelijke lading. De nieuwe, inferieure, lading werd voorzien van nieuwe, veelal valse of vervalste Belgische IVK-keuringsattesten en aldus vervoerd naar Oost-Europese landen. De originele ladingen vleeswaren werden binnen de Europese Unie op de (zwarte) markt gebracht, na te zijn herverpakt en voorzien van een andere etikettering, teneinde de werkelijke oorsprong van de goederen te verdoezelen (zie ook verder zaak III). Met voormelde fraudesystemen werd beoogd goedkope vleeswaren uit derdelanden, die naar Belgische/Europese normen ongeschikt waren voor menselijke consumptie, op de Europese (zwarte) markt te verhandelen en/of ten onrechte aanspraak te kunnen maken op exportrestituties.

6 26 FEBRUARI 2008 P N/6 In de zaak I met notitienummer AN.21.FI.1975/95 werd de eiser V vervolgd wegens mededaderschap aan gemeenrechtelijke misdrijven, namelijk: - A.I. valsheid als openbaar officier of ambtenaar in de uitoefening van zijn bediening (aanzuivering T1, CMR, TIR en IM7-documenten); - B. geen openbaar officier of ambtenaar zijnde, valsheid in authentieke of openbare geschriften (IVK-attesten en attesten niet-radioactiviteit); - C.I.b.I.4. valsheid in private geschriften en gebruik daarvan (labels en/of etiketten); - J. namaking van zegel, stempel of merk en gebruik (Belgische veterinaire stempel); - R.II. omkoping douaneambtenaar. In de zaak II met notitienummer AN werden de eisers S, V en D W vervolgd wegens mededaderschap aan douanemisdrijven, namelijk: - Feit 1: onttrekking van goederen aan het douanetoezicht; - Feit 2: onregelmatige zuivering van douanedocumenten; - Feit 3: overleggen van valse, misleidende, onjuiste documenten met het opzet de douane te bedriegen. Anderzijds werd de eiseres A.E.Z gedagvaard als burgerlijke en hoofdelijke aansprakelijke voor de eiser S. In de zaak III met notitienummer AN werd de eiser D H vervolgd wegens mededaderschap aan het douanemisdrijf van onttrekking van goederen aan het douanetoezicht. Anderzijds werd de eiseres Coldstar gedagvaard als burgerlijke en hoofdelijke aansprakelijk voor de eiser D H. Bij op tegenspraak gewezen vonnis van 23 juni 2005 besliste de Correctionele Rechtbank van Antwerpen als volgt: - de eiser V wordt voor de vermengde feiten van de zaken I en II veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf, een geldboete en een vervangende gevangenisstraf en een tijdelijk beroepsverbod. Hij wordt in de zaak II tevens solidair met

7 26 FEBRUARI 2008 P N/7 anderen veroordeeld tot betaling van de tegenwaarde van de goederen die niet in beslag konden worden genomen; - in de zaak II worden de eisers S en D H vrijgesproken en de eisers V en D W schuldig bevonden en veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf, gedeeltelijk met uitstel voor de eiser V, tot een geldboete en een vervangende gevangenisstraf, de eiser V ook tot een tijdelijk beroepsverbod en beiden in betaling van de tegenwaarde van goederen die niet in beslag konden worden genomen. Tevens wordt de verbeurdverklaring bevolen van zaken die het voorwerp waren van de misdrijven of ertoe gediend hadden, de vernietiging van valse stempels en de doorhaling van valse documenten; - op civielrechtelijk gebied worden in de zaken I en II de eisers S, AEZ, V en D W solidair met anderen veroordeeld tot betaling van de ontdoken invoerrechten en heffingen en nalatigheidsinterest. De vordering tegen de eiser S wordt ongegrond verklaard en de eiseres AEZ buiten zake gesteld; - In de zaak III wordt de vordering tegen de eiser D H ongegrond verklaard en wordt de eiseres Coldstar buiten zake gesteld. De Belgische Staat kwam van het vonnis in de zaken II en III in hoger beroep en de eiseres D W kwam in hoger beroep van alle beschikkingen van het beroepen vonnis. Het thans bestreden arrest beslist, na samenvoeging van de zaken, met eenparigheid: - de strafvordering in de zaak II feit 3 tegen de eiseres D W en in de zaak II feit 2 tegen de eiser S is niet ontvankelijk en de strafvordering in de zaak III tegen de eiser D H is verjaard; - voor het overige is de redelijke termijn overschreden maar wordt tegen de eisers I.1, IV en V een eenvoudige schuldigverklaring uitgesproken alsook de verbeurdverklaring van de niet-aangehaalde goederen en bij niet overlegging ervan, de veroordeling, solidair met anderen, tot betaling van de tegenwaarde ervan; - op civielrechtelijk gebied worden de eisers S, D H en D W samen met anderen die niet in de cassatieprocedure zijn betrokken, solidair veroordeeld tot de

8 26 FEBRUARI 2008 P N/8 betaling van ontdoken invoerrechten en heffingen en nalatigheidsinterest, en worden de eisers AEZ en Coldstar civielrechtelijk aansprakelijk verklaard voor de invoerrechten, invoerheffingen en nalatigheidsinterest, ten laste van respectievelijk de eisers S en D H. III. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Ontvankelijkheid van het cassatieberoep 1. Het bestreden arrest verklaart de strafvordering in de zaak II tegen de eiseres V niet ontvankelijk en de strafvordering tegen de eiser I.1 voor het feit 2 in de zaak II en tegen de eiser IV in de zaak III vervallen door verjaring. In zoverre de cassatieberoepen van deze eisers tegen deze beschikkingen zijn gericht, zijn ze bij gebrek aan belang niet ontvankelijk. Eerste middel van de eisers I Eerste onderdeel 2. Het onderdeel voert schending aan van artikel 257, 1, AWDA: de appelrechters stellen met hun overweging geenszins vast dat de eiser I.1 wetens en willens meegewerkt heeft aan de feiten, zoals omschreven in de inleidende dagvaarding en strafbaar gesteld bij artikel 257, 1, AWDA, zodat ze niet vaststellen dat de eiser I.1 gehandeld heeft met het opzet vereist door artikel 257, 1, AWDA; minstens vermochten zij uit de door hen vastgestelde feiten niet af te leiden dat de eiser I.1 gehandeld heeft met dat opzet. 3. Artikel 257, 1, AWDA stelt strafbaar de titularis of de cessionaris van een douane- of accijnsdocument, waarvan de aanzuivering of de wederoverlegging ten kantore van uitreiking is voorgeschreven, dat niet binnen de gestelde termijn wordt weder overgelegd of gezuiverd of wel aldaar wordt overgelegd zonder de vereiste afschrijving of zonder een gelijkwaardige aantekening.

9 26 FEBRUARI 2008 P N/9 Deze wetsbepaling legt de titularis of de cessionaris de wettelijke verplichting op erop toe te zien en ervoor in te staan dat de aanzuivering of de wederoverlegging wordt verricht. Het feit zelf van de niet-overlegging of de niet-aanzuivering houdt dan ook in dat de titularis of de cessionaris van het document wetens en willens aan de hem door artikel 257, 1, AWDA opgelegde verplichting is tekort gekomen. Hij is alleen dan niet strafbaar wanneer hij geloofwaardig maakt dat zijn nalaten het gevolg was van overmacht of onoverwinnelijke dwaling. Het onderdeel faalt in zoverre naar recht. 4. Met de door het onderdeel bedoelde motivering van het bestreden arrest oordelen de appelrechters onaantastbaar dat de eiser I.1: - de natuurlijke persoon is door wiens toedoen de vennootschap I.2, douaneexpediteur en titularis van de douanedocumenten, heeft gehandeld; - als strafrechtelijk verantwoordelijke voor de douane-expediteur door zijn nalatigheden in zijn verplichtingen bij het opstellen en ondertekenen van de T1-documenten op zijn minst het douanemisdrijf van zijn klant mede mogelijk heeft gemaakt en aldus misdrijfscheppend en/of misdrijfbevorderend heeft gehandeld; - nagelaten heeft een degelijk en afdoende toezicht uit te oefenen op het ongeschonden aanbrengen van de goederen. Op grond van deze redenen hebben de appelrechters wettig kunnen oordelen dat de eiser I.1 als strafrechtelijk verantwoordelijke van de douane-expediteur schuld heeft aan de niet-regelmatige zuivering van de Tl-documenten die hij diende te doen zuiveren. Het onderdeel kan in zoverre niet worden aangenomen. Tweede onderdeel 5. Het onderdeel voert schending aan van artikel 149 Grondwet: de bekritiseerde overwegingen van het bestreden arrest kunnen uitgelegd worden ofwel als de vaststelling van het algemene opzet waarmee de eiser I.1 het misdrijf zou hebben gepleegd of eraan heeft meegewerkt, ofwel als de vaststelling van een onzorgvuldigheid of nalatigheid die op een of andere manier in oorzakelijk

10 26 FEBRUARI 2008 P N/10 verband zou staan met het misdrijf, zodat het bestreden arrest dubbelzinnig is daar in de eerste hypothese de schuldigverklaring van de eiser I.1 wel en in de tweede hypothese niet naar recht verantwoord is. 6. Zoals in antwoord op het eerste onderdeel is uiteengezet, hebben de appelrechters met de bekritiseerde overwegingen wettig kunnen oordelen dat de eiser I.1 als strafrechtelijk verantwoordelijke van de douane-expediteur schuld heeft aan de niet-regelmatige zuivering van de T1-documenten die hij diende te doen zuiveren. Het onderdeel dat berust op een onjuiste lezing van bestreden arrest, mist feitelijke grondslag. Tweede middel van de eisers I Eerste onderdeel 7. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen en CDW, zoals van kracht vóór de wijziging door artikel 1 van de Verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, CDW en 149 Grondwet: de appelrechters oordelen dat het niet of laattijdig inboeken van de douaneschuld geen invloed heeft op het recht van de douaneautoriteiten om tot navordering over te gaan zonder na te gaan of door de autoriteiten een mededeling is gedaan in overeenstemming met artikel CDW. In zoverre het Hof zou oordelen dat artikel CDW aldus dient te worden geïnterpreteerd dat de rechtsgeldige mededeling van een douaneschuld niet moet worden voorafgegaan door een boeking, verzoekt het onderdeel het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de navolgende prejudiciële vraag te stellen: Dient artikel CDW, alzo begrepen te worden dat de voorgeschreven mededeling van een douaneschuld aan de belastingplichtige slechts rechtsgeldig kan geschieden na de boeking ervan, of, met andere woorden, dat de in artikel CDW voorgeschreven mededeling van een douaneschuld aan de

11 26 FEBRUARI 2008 P N/11 belastingplichtige steeds door de boeking ervan dient te zijn voorafgegaan teneinde rechtsgeldig c.q. in overeenstemming met artikel CDW te zijn? 8. Het bestreden arrest overweegt: Het [hof van beroep] is van oordeel dat de door de communautaire regelgever voorgeschreven verplichtingen met betrekking tot de (in)boeking, technische voorschriften zijn die in het raam van de hiermee beoogde begrotingsdiscipline worden opgelegd aan de lidstaten en hun douaneautoriteiten en die zich situeren op het vlak van de verhouding tussen de Europese Unie en haar lidstaten en niet van invloed zijn op de relaties tussen de lidstaten en hun rechtsonderhorigen/belastingplichtigen (...) nu ze in wezen beogen te verzekeren dat de technische voorschriften voor de boeking van in- en uitvoerrechten door de bevoegde autoriteiten snel en op eenvormige wijze zullen toegepast worden. De desbetreffende voorschriften kaderen aldus in het raam van de financiële verhoudingen tussen de Europese Unie en haar lidstaten en kunnen, bij miskenning ervan, enkel leiden tot de verschuldigdheid in het kader van de ter beschikkingstelling van de eigen middelen van de Gemeenschappen. Ter ondersteuning van zijn stelling, verwijst het hof van beroep naar de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 26 november 1998, Covita, C-370/96, 7 september 1999, De Haan, C-61/98 en 23 februari 2006, Molenbergnatie, C-201/04. Volgens het hof van beroep kan het arrest Molenbergnatie geen houvast bieden voor de stelling dat: 1. het niet of laattijdig boeken altijd zou leiden tot het verval van het recht om tot navordering van de niet-geïnde douanerechten over te gaan; 2. het niet-naleven van de verplichting om het bedrag aan rechten te boeken alvorens het aan de schuldenaar mede te delen, zou leiden tot sanctionering in de verhouding tussen de betrokken lidstaat en de belastingplichtige. Er is grond tot het stellen van de opgeworpen prejudiciële vraag.

12 26 FEBRUARI 2008 P N/12 Tweede onderdeel 9. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen en CDW, zoals van kracht vóór de wijziging door artikel 1 van de Verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, CDW en 149 Grondwet: bij hun beslissing over de verlenging van de driejarige verjaringstermijn van artikel CDW, oordelen de appelrechters onterecht dat het irrelevant is wie uiteindelijk de strafrechtelijk vervolgbare handeling heeft gesteld. In zoverre het Hof zou oordelen dat het voor de toepassing van de uitzonderingsbepaling van artikel CDW irrelevant is wie de strafrechtelijk vervolgbare handeling heeft gesteld, verzoekt het onderdeel het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de navolgende prejudiciële vraag te stellen: Dient artikel CDW, zoals van toepassing voor de wijziging door artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2700/2000, alzo te worden begrepen dat de mogelijkheid van de douaneautoriteiten om buiten de termijn van drie jaren te rekenen vanaf het ontstaan van de douaneschuld tot een rechtsgeldige mededeling van het geboekte bedrag te kunnen overgaan wanneer deze schuld ingevolge een strafrechtelijk vervolgbare handeling is ontstaan, slechts geldt ten aanzien van de persoon die aan deze strafrechtelijk vervolgbare handeling ten grondslag ligt?. 10. Het bestreden arrest overweegt: De voormelde bepalingen van artikel 221 [CDW] dienen te worden gelezen in het licht van het geheel van de bepalingen met betrekking tot het inreiken van de douaneaangifte en het ontstaan van de douaneschuld. Zoals mede blijkt uit het samenlezen van de beide voormelde versies van artikel 221 [CDW], inzonderheid van het oorspronkelijke artikel in fine en het nieuwe artikel [CDW] bestaat de aan deze bepalingen ten grondslag liggende gemeenschappelijke ratio legis er, onder meer, in aan de schuldenaar die geen inbreuken of onregelmatigheden heeft gepleegd, rechtszekerheid te bieden, door hem binnen een redelijke termijn kennis te geven van de

13 26 FEBRUARI 2008 P N/13 verschuldigde bedragen, zoals die werden berekend door de douaneautoriteiten. ( ) Zowel het oorspronkelijke artikel in fine als het nieuwe artikel [CDW], bepalingen die duidelijk en ondubbelzinnig zijn en uiteindelijk de in wezen ongewijzigde implementatie uitmaken van de initiële ratio legis ervan, dienen dan ook logischerwijze in die zin te worden begrepen dat de vervaltermijn van drie jaar niet geldt wanneer de douaneschuld die ontstaat het gevolg is van een (strafrechtelijk) vervolgbare handeling. Het is geenszins onlogisch noch onbillijk dat aan de douaneschuldenaren die hun desbetreffende verplichtingen niet hebben nageleefd, niet dezelfde voormelde rechtsbescherming wordt geboden, als aan dezen die volledig correct hebben gehandeld (...). Het is in dit verband verder irrelevant wie uiteindelijk de strafrechtelijk vervolgbare handeling heeft gesteld, nu in het [CDW] (cf. de oorspronkelijke versie van artikel 221.3, en het, wat het aspect strafrechtelijk vervolgbare handeling betreft, in essentie gelijkluidende artikel 221.4) in abstracto sprake is van een handeling die op het tijdstip dat zij werd verricht (strafrechtelijk) vervolgbaar was, zonder dat wordt bepaald door wie deze handeling moet of kan worden gesteld. Er is grond tot het stellen van de opgeworpen prejudiciële vraag. Derde onderdeel 11. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen en CDW, zoals van kracht vóór de wijziging door artikel 1 van de Verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, CDW, 2262bis, 1, Burgerlijk Wetboek en 149 Grondwet: de appelrechters oordelen onterecht dat artikel 221 CDW de lidstaten niet oplegt om ter uitvoering ervan te voorzien in een bijzonder wettelijk kader in het interne recht als voorwaarde voor de toepassing van de uitzonderingsregel, bestaande uit een afwijzing van de driejarige termijn bij een

14 26 FEBRUARI 2008 P N/14 vervolgbare handeling, en dat artikel 2262bis, 1, Burgerlijk Wetboek als een dergelijke bepaling kan worden beschouwd. In zoverre het Hof zou oordelen dat artikel CDW inhoudt dat de douaneautoriteiten tot een rechtsgeldige mededeling van het geboekte bedrag kunnen overgaan buiten de termijn van drie jaar vanaf het ontstaan van de douaneschuld en dit zelfs bij gebreke aan enige specifieke wettelijke bepaling, verzoekt het onderdeel het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de navolgende prejudiciële vraag te stellen: Dient artikel CDW, zoals van toepassing voor de wijziging door artikel 1 van Verordening (EEG) nummer 2700/2000, alzo worden begrepen dat de douaneautoriteiten tot een rechtsgeldige mededeling van het geboekte bedrag kunnen overgaan buiten de termijn van drie jaren te rekenen vanaf het ontstaan van de douaneschuld wanneer deze schuld ingevolge een strafrechtelijk vervolgbare handeling is ontstaan en dit zelfs bij gebreke aan enige specifieke wettelijke bepaling in het interne recht van de lidstaat, die in deze mogelijkheid voorziet? 12. De artikelen 279 tot en met 285 AWDA regelen onder meer de navorderingen wegens overtredingen, fraudes en misdrijven inzake douane en accijnzen. De AWDA bepaalt daarvoor geen verjaringstermijn. Aldus is de verjaringstermijn voor rechtsvorderingen van het burgerlijk recht toepasselijk. Dit is de verjaring ingesteld door artikel 2262bis, 1, Burgerlijk Wetboek. Het onderdeel berust op een onjuiste juridische onderstelling betreffende het interne recht en faalt derhalve naar recht. 13. Daar de voorgestelde prejudiciële vraag berust op een onderstelling die faalt naar recht, moet het Hof geen prejudiciële vraag stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

15 26 FEBRUARI 2008 P N/15 Middel van de eiseres II Eerste onderdeel 14. Het onderdeel heeft dezelfde strekking als het eerste onderdeel van het tweede middel van de eisers I. 15. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel. Tweede onderdeel 16. Het onderdeel heeft dezelfde strekking als het tweede onderdeel van het tweede middel van de eisers I. 17. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel. Eerste middel van de eiser III 18. Het middel voert aan schending van de wet of aan algemene beginselen hieraan gelijkgesteld : de verweerder heeft enkel zijn hoger beroep formeel ingetrokken in de zaak II en de appelrechters moesten derhalve nog steeds uitspraak doen op het hoger beroep van de verweerder in de zaak I. 19. Het middel dat de geschonden wet of beginselen niet preciseert en waarvan het belang voor de eiser niet in te zien valt, is niet ontvankelijk. Tweede middel van de eiser III 20. Het middel voert aan volledige devolutieve werking : het hoger beroep van de administratie legt de zaak opnieuw ten volle voor aan de appelrechters, zodat deze ten onrechte oordelen dat zij niet meer vermochten over de zaak II te oordelen. 21. Het middel dat de geschonden wet of beginselen niet preciseert en waarvan het belang voor de eiser niet in te zien valt, is in zoverre niet ontvankelijk. 22. Overeenkomstig artikel 281, 2, AWDA beschikt de administratie inzake douane en accijnzen over de vorderingen welke strekken tot toepassing van

16 26 FEBRUARI 2008 P N/16 boeten, verbeurdverklaringen of het sluiten van fabrieken of werkplaatsen en kan overeenkomstig artikel 281, 3, AWDA voor het overige door het openbaar ministerie maar worden geageerd voor zover de administratie dat doet. Na de afstand van het door de administratie aangetekende hoger beroep is de appelrechter zonder rechtsmacht. Het middel faalt in zoverre naar recht. Eerste middel van de eiser IV Eerste onderdeel 23. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen 231 en 257 AWDA: de appelrechters konden met de vaststellingen die ze maken, niet wettig oordelen dat de eiser IV wetens heeft gehandeld, in de zin dat hij gehandeld heeft in de wetenschap van de hem ten laste gelegde feiten van sluikinvoer en van het verwezenlijkt zijn van al de materiële elementen ervan, noch konden ze wettig besluiten dat hij willens heeft gehandeld, in de zin dat hij de bedoeling zou hebben gehad het materiële bestanddeel van het hem ten laste gelegde misdrijf, dit is het geboden handelen of het verboden verzuim, te verwezenlijken. 24. De mededaderschap van artikel 66 Strafwetboek vereist niet dat de mededader zelf het opzet heeft dat vereist is voor het misdrijf waaraan hij zijn medewerking verleent is vereist maar volstaat dat hij wetens en willens zijn medewerking verleent aan het door de dader gewilde misdrijf. Mededaderschap door rechtstreekse uitlokking in de zin van artikel 66, derde lid, Strafwetboek kan plaatsgrijpen door een onthouding wanneer er een rechtsplicht tot handelen bestaat, de onthouding opzettelijk is en zij een positieve aanmoediging uitmaakt tot het plegen van het misdrijf. 25. De appelrechters overwegen: Gelet op het geheel van de in het dossier vervatte gegevens en, onder meer, op wat voorafgaat, kan in alle redelijkheid niet worden aangenomen dat [de eiser IV] niet van meet af aan op de hoogte zou zijn geweest van de essentiële aspecten van het fraudesysteem waaraan hij door zijn persoonlijk toedoen, weze door gekwalificeerde onthouding, wetens en willens

17 26 FEBRUARI 2008 P N/17 zijn rechtstreekse en onontbeerlijke medewerking heeft verleend (onttrekking aan het douanetoezicht). Met deze overwegingen hebben de appelrechters wettig kunnen oordelen dat de eiser schuldig is aan mededaderschap door rechtstreekse aanzetting aan inbreuk op artikel 257, 3, AWDA, dit is onttrekking van goederen aan het douanetoezicht. Het onderdeel kan niet worden aangenomen. Tweede onderdeel 26. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen 231 en 257 AWDA: het bestreden arrest stelt wetens en willens handelen onterecht gelijk met handelen zonder dwaling of dwang. 27. Met de redenen die de appelrechters geven, stellen ze wetens en willens handelen niet gelijk met handelen zonder dwaling of dwang, maar wijzen ze slechts een bepaald verweer af als ongegrond. Het onderdeel mist feitelijke grondslag. Derde onderdeel 28. Het onderdeel voert schending aan van artikel 149 Grondwet: de redenen van het bestreden arrest kunnen op tweeërlei wijze worden uitgelegd, namelijk hetzij dat de eiser IV wetens en willens zijn rechtstreekse en onontbeerlijke medewerking heeft verleend aan het misdrijf van onttrekking aan het douanetoezicht, hetzij dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan onachtzaamheid, in welke laatste uitlegging de beslissing onwettig is. 29. Uit het antwoord op het eerste en het tweede onderdeel blijkt dat het bestreden arrest niet op tweeërlei wijze kan worden uitgelegd. Het onderdeel mist feitelijke grondslag.

18 26 FEBRUARI 2008 P N/18 Tweede middel van de eiser IV 30. Het middel voert schending aan van de artikelen 149 Grondwet, 66 en 67 Strafwetboek, 231 en 257 AWDA: de vaststellingen van het bestreden arrest laten niet toe te besluiten dat de eiser IV door een positieve handeling of een gekwalificeerde onthouding noodzakelijk medehulp verleend heeft in de zin van artikel 66, derde lid, Strafwetboek of dat hij daden zou gesteld hebben die de aan zijn medebeklaagden ten laste gelegde misdrijven hebben voorbereid, vergemakkelijkt of voltooid zoals artikel 67, vierde lid, Strafwetboek vereist. 31. De appelrechters oordelen vooreerst onaantastbaar dat de eiser IV ten tijde van de feiten algemeen directeur en bestuurder was van de eiseres II in wier douane-entrepot van het type D de goederen vermeld sub nummers BUL 003, 008 en 016 waren opgeslagen, en dat er in de magazijnen van de eiseres II substitutie van goederen is geschied. Vervolgens oordelen ze zoals is aangehaald in het antwoord op het eerste onderdeel van het eerste middel van de eiser IV. Ten slotte verwerpen de appelrechters het verweer van de eiser IV dat hij bepaalde strikte richtlijnen heeft gegeven aan de magazijnier. Aldus hebben de appelrechters wettig kunnen oordelen dat de eiser IV als verantwoordelijke voor de goederen in het douane-entrepot van meet af aan wist dat de goederen gesubstitueerd zouden worden en hij door zijn nalatigheid als verantwoordelijke van het douane-entrepot rechtstreeks tot deze substitutie heeft aangezet. Het middel kan niet worden aangenomen. Derde middel van de eiser IV Eerste en tweede onderdeel 32. De onderdelen hebben dezelfde strekking als het eerste onderdeel van het tweede middel van de eisers I. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel.

19 26 FEBRUARI 2008 P N/19 Vierde middel van de eiser IV 33. Het middel heeft dezelfde strekking als het derde onderdeel van het tweede middel van de eisers I. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel. Vijfde middel van de eiser IV 34. Het middel heeft dezelfde strekking als het tweede onderdeel van het tweede middel van de eisers I. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel. Eerste middel van de eiseres V Eerste en tweede onderdeel 35. De onderdelen hebben dezelfde strekking als het eerste onderdeel van het tweede middel van de eisers I. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel. Tweede (vierde) middel van de eiseres V 36. Het middel heeft dezelfde strekking als het derde onderdeel van het tweede middel van de eisers I. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel. Derde (vijfde) middel van de eiseres V 37. Het middel heeft dezelfde strekking als het tweede onderdeel van het tweede middel van de eisers I. Het Hof verwijst naar zijn antwoord op dat onderdeel.

20 26 FEBRUARI 2008 P N/20 Ambtshalve onderzoek van de beslissingen op de strafvordering 38. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissingen zijn overeenkomstig de wet gewezen. Dictum Het Hof, 1. Verwerpt het cassatieberoep van de eiser III en veroordeelt hem in de kosten van zijn cassatieberoep. 2. Verwerpt de cassatieberoepen in zoverre ze gericht zijn tegen de beslissingen van het bestreden arrest die: - de strafvordering in de zaak II tegen de eiseres V niet ontvankelijk verklaart en de strafvordering tegen de eiser I.1 voor het feit 2 in de zaak II en tegen de eiser IV in de zaak III vervallen verklaart door verjaring; - tegen de eiser I.1, IV en V een eenvoudige schuldverklaring uitspreekt alsook de verbeurdverklaring van de niet-aangehaalde goederen en bij nietoverlegging ervan, hen solidair met anderen, veroordeelt tot betaling van de tegenwaarde ervan. 3. En alvorens verder uitspraak te doen over de beslissingen betreffende de vorderingen van de verweerder tegen de eisers I.1, IV en V tot betaling van ontdoken invoerrechten, invoerheffingen en nalatigheidinterest en tegen de eiser I.2 als burgerlijk aansprakelijke voor de eiser I.1 en tegen de eiseres II als burgerlijke aansprakelijk voor de eiser IV, Houdt iedere nadere uitspraak aan tot het Hof van Justitie bij prejudiciële beslissing over volgende vragen uitspraak zal hebben gedaan: Eerste vraag Dient artikel CDW, alzo begrepen te worden dat de voorgeschreven mededeling van een douaneschuld aan de belastingplichtige slechts rechtsgeldig kan geschieden na de boeking ervan, of, met andere woorden, dat de in artikel CDW voorgeschreven mededeling van een douaneschuld aan de

21 26 FEBRUARI 2008 P N/21 belastingplichtige steeds door de boeking ervan dient te zijn voorafgegaan teneinde rechtsgeldig c.q. in overeenstemming met artikel CDW te zijn? Tweede vraag Dient artikel CDW zoals van toepassing voor de wijziging door artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2700/2000, alzo te worden begrepen dat de mogelijkheid van de douaneautoriteiten om buiten de termijn van drie jaren te rekenen vanaf het ontstaan van de douaneschuld tot een rechtsgeldige mededeling van het geboekte bedrag te kunnen overgaan wanneer deze schuld ingevolge een strafrechtelijk vervolgbare handeling is ontstaan, slechts geldt ten aanzien van de persoon die aan deze strafrechtelijk vervolgbare handeling ten grondslag ligt? Begroot de kosten van het cassatieberoep van de eiser III op 143,65 euro. Houdt voor het overige de beslissing over de kosten aan. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Edward Forrier, als voorzitter, en de raadsheren Luc Huybrechts, Etienne Goethals, Paul Maffei en Koen Mestdagh, en op de openbare rechtszitting van 26 februari 2008 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Edward Forrier, in aanwezigheid van advocaat-generaal Marc Timperman, met bijstand van afgevaardigd griffier Véronique Kosynsky. V. Kosynsky K. Mestdagh P. Maffei E. Goethals L. Huybrechts E. Forrier

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 FEBRUARI 2008 P.07.0747.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0747.N G C D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Karel Wille, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2009 P.07.1543.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.1543.N I. DISTILLERIE SMEETS HASSELT nv, met zetel te 3500 Hasselt, Sasstraat 3, beklaagde en burgerlijke partij, eiseres, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.12.1362.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1362.N 1. W F V, beklaagde, 2. HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde en burgerrechtelijk

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Misdrijf. Toerekenbaarheid. Rechtspersonen. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid Datum 20 december 2005 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.13.1660.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1660.N I E N, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Raf Verstraeten, advocaat bij de balie te Brussel, II A C S, beklaagde, eiseres,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 SEPTEMBER 2006 P.05.1663.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.05.1663.N 1. V D F S, beklaagde, met als raadsman Mr. Lieven Diependaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, 2. GARAGE CARROSSERIE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Gelijktijdige strafbaarstelling van rechtspersoon en natuurlijke persoon. Voorwaarde. Vaststelling van fout Datum 23 september 2008 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 APRIL 2014 P.14.0083.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest **101 Nr. P.14.0083.N I P W M, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen, II 29 APRIL 2014 P.14.0083.N/2

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2011 F.10.0091.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0091.N 1. BELGIAN REFINING CORPORATION (BRC) nv, met zetel te 2040 Antwerpen, Scheldelaan 490 - Haven 663, 2. M. S., 3. A. L.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0494.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0494.N I A. O. B. C., beklaagde, eiser. II CONSULTING & PROSPECTION INTERNATIONAL nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Tabaksvest 95/5,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.12.1402.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1402.N P J L G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Willy Moors, advocaat bij de balie te Mechelen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 MAART 2014 P.12.1719.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1719.N I C.K. TYRES & SERVICE bvba, met zetel te 8970 Poperinge, Ouderdomseweg 28, in staat van faillissement, met als lasthebber

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 JANUARI 2012 P.11.0732.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0732.N D. T. M. K., beklaagde, eiseres, met als raadslieden mr. Freddy Mols en mr. Jan Roodhooft, advocaten bij de balie te Turnhout,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2012 P.11.1183.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1183.N I L. V., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Johan Cambier, advocaat bij de balie te Oudenaarde. II M. V. D. M., beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2015 P.13.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1066.N R D, burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. N D, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 OKTOBER 2012 P.12.0487.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0487.N I ARGENTA ASSURANTIES nv, met zetel te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53, vrijwillig tussenkomende partij, eiseres, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2014 P.12.0989.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest P.12.0989.N J C K J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eric Pringuet, advocaat bij de balie te Gent, tegen BELGISCHE STAAT, fod Financiën,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.13.1661.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr.P.13.1661.N A B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joris De Wortelaer, advocaat bij de balie te Leuven, tegen ALLIANZ BELGIUM nv, met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 MEI 2012 P.12.0087.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0087.N D. P., beklaagde, gedetineerd, eiser, tegen 1. T. C., 2. J. S., 3. A. B., 4. P. D. C., 5. G. B., 15 MEI 2012 P.12.0087.N/2 6.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Wegens een zelfde misdrijf veroordeelde personen. Hoofdelijke gehoudenheid tot teruggave en schadevergoeding. Ontslag van rechtsvervolging wegens verjaring Datum 27

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2014 P.12.1864.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1864.N 1. M M D R T, beklaagde, 2. REAL CONSTRUCT bvba, met zetel te 2640 Mortsel, Edegemsestraat 211, beklaagde en burgerlijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 JANUARI 2017 P.16.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0184.N N. B. F. F., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jacques Vandeuren, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.09.1627.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.09.1627.N W. L. F. C., beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Frank Verbruggen en mr. Dirk De Maeseneer, advocaten bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 OKTOBER 2010 P.09.0963.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.09.0963.N G. M. J. M. S., eiser, met als raadslieden mr. Steven Vandebroek en mr. Johan Nulens, advocaten bij de balie te Hasselt,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.0726.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0726.N I C S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frederika Van Swygenhoven, advocaat bij de balie te Hasselt, tegen 1. A D

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.12.1683.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1683.N 1. L C J D R, beklaagde, eiser, 2. VAN GANSEWINKEL nv, met zetel te 2400 Mol, Berkebossenlaan 7, beklaagde, burgerrechtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2015 P.14.1257.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1257.N I C M E G, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Sven Mertens en mr. Senne Meeus, advocaten bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2014 P.14.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0184.N N L A S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Pascal Vanderosieren, advocaat bij de balie te Brussel, met kantoor te 3090

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2009 P.08.1742.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1742.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, eiser, I tegen M J V, beklaagde, gedetineerd, verweerder. II J L C, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2012 P.11.1088.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1088.N I R. J. P. V. C., beklaagde, eiser. II M.-T. S., beklaagde, eiser, tegen DE GEMACHTIGDE AMBTENAAR VAN HET ONROEREND ERFGOED,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.2030.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest P.12.2030.N I GASTON SCHUL bv, met zetel te 4836 LA Breda (Nederland), Kantoor Hazeldonk 23, beklaagde en burgerrechtelijk aansprakelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 SEPTEMBER 2015 P.15.0512.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0512.N 1. M M J V, beklaagde, 2. IMMO LEDUC DE HAMONT nv, met zetel te 3724 Kortessem, Leopold III-straat 113, beklaagde, eisers,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 APRIL 2014 P.12.2077.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2077.N I 1. P M S N, 2. J R C, 3. J W P M, 1. P M, eisers, met als raadsman mr. Wim De Brock, advocaat bij de balie te Gent, II 8

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2013 P.12.1188.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1188.N T W K D C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jean-Baptiste Petitat, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor 8310

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2012 P.12.0107.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0107.N I 1. K. O. D. O., beklaagde, 2. R. S., beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Tanja Van den Bossche, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2015 P.15.0003.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0003.N E H J V G, veroordeelde, verzoeker tot herziening, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 MEI 2013 P.11.1707.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest P.11.1707.N I WAAGNATIE nv, met zetel te 2030 Antwerpen, Leopolddok 218-Achterkaai, burgerrechtelijk aansprakelijke partij, eiseres, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Veroordeling tot betaling van een uitkering tot onderhoud. Voorwaarde. Voorafgaande ingebrekestelling van de schuldenaar Datum 3 november 2009 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0172.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0172.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN eiser, tegen 1. E. D. W., burgerlijke partij, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.14.1783.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1783.N I BELGISCHE STAAT, fod Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.13.1000.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1000.N D R C V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Anne De Clerck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2012 P.12.0279.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0279.N I L. A., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Raf Verstraeten, advocaat bij de balie te Brussel. II E. C., beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2007 P.07.0501.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0501.N R. A. M., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Max Van Battel, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen M. E. R., burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JUNI 2015 P.15.0641.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0641.N S. B., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Fouad Marchouh, advocaat bij de balie te Tongeren. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2015 F.12.0130.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0130.N EXPOL SPEDITIONSGESELLSCHAFT mit beschränkter Haftung, vennootschap naar Duits recht, met zetel te 59759 Arnsberg (Duitsland),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 NOVEMBER 2011 P.11.0573.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0573.N C. R., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Dries Pattyn, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. R. O. M. M., burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 FEBRUARI 2011 P.09.1566.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.09.1566.N I 1. P R E H M, beklaagde, 2. K T bvba, met zetel te 3140 Keerbergen, Stationsstraat 21, beklaagde en civielrechtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2016 P.15.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0768.N 1. H J V D K, beklaagde, 2. T P V Z, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 SEPTEMBER 2015 P.14.0900.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0900.N N S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joost Peeters, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0780.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest **101 **7819 Nr. P.13.0780.N B L, persoon tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, eiser, met als raadsman mr. Freddy Mols,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.14.0406.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0406.N I R D F, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen K D K, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1258.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1258.N G M V, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Steven Renette en mr. Bjorn Reynders, advocaten bij de balie te Hasselt.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2015 P.15.0890.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0890.N I W J J H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent, tegen Michiel VERRAES,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2015 P.13.0845.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0845.N 1 K R E S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, tegen 1. C G, 2. ETHIAS

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0330.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0330.N I A J M G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frank Janssen, advocaat bij de balie te Turnhout. II J A L G, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.0954.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0954.N A J M D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jan Van Leuven, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen Y TANG, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1066.N I A A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Louis De Groote, advocaat bij de balie te Gent. II J-C P D, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MEI 2011 P.10.2037.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2037.F I. DE PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, II. BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, op vervolging en benaarstiging

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2016 P.14.0844.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0844.N 1. V L A V H,, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luc Savelkoul, advocaat bij de balie te Hasselt, 2. A A A R C B, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JUNI 2014 P.13.0127.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0127.N W H M K, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Lut Wille, advocaat bij de balie te Brugge. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 MEI 2017 P.17.0186.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0186.N E G, alias D Z, alias J G, alias M H, alias E B, alias E B, alias D B, zonder gekende woon- of verblijfplaats, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0428.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0428.N I PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWER- PEN, vervolgende partij, eiser, tegen 1. H J M V D K, 2. T P J M V Z,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1281.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1281.N 1. S D, 2. N D, beide eisers met als raadsman mr. Daniël Crabeels, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8400 Oostende,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.12.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0355.N WOONINSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST, met kantoor te 9000 Gent, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, eiser tot herstel, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.12.0173.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0173.N 1. FRANS MAAS INTERNATIONALE ZOLL AGENTUR GmbH, vennootschap naar Duits recht, met zetel te 41334 Nettetal 2 (Duitsland),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 APRIL 2012 P.10.2021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2021.N I 1. J S, beklaagde, 2. K S, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Raf Verstraeten, advocaat bij de balie te Brussel, tegen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.13.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.14.0564.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0564.N inverdenkinggestelde, eiseres, met als raadsman mr. toor te kiest,. _ advocaat bij de balie te Gent, met kan - waar de eiseres

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2012 P.10.1786.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1786.N I F. F. A. T. D. C., met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge. II L. N. D. D. C., met als raadsman

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2011 P.11.0312.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0312.N WOONINSPECTEUR, bevoegd voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest, met kantoor te 3000 Leuven, Blijde Inkomststraat 105,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.12.0040.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0040.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12-14, voor wie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 JANUARI 2017 P.16.0381.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0381.N 1. Y D, burgerlijke partij, 2. AG INSURANCE nv, met zetel te 1000 Brussel, E. Jacqmainlaan 53, burgerlijke partij, eisers,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 NOVEMBER 2013 P.13.1178.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1178.F K. A., Mrs. Antoine Leroy en Martin François, advocaten bij de balie te Brussel, tegen C. W. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Sociaal strafrecht. Arbeidsinspectie. Sociale inspecteurs. Bevoegdheden. Draagwijdte. Gevolg. Verhoor mits bijstand van advocaat Datum 17 april 2012 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 APRIL 2016 P.15.0005.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0005.N C G P P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Koenraad Compernolle, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8340

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 FEBRUARI 2011 P.10.1344.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1344.F H. K., beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie