Hof van Cassatie van België

Transcriptie

1 9 SEPTEMBER 2014 P N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P N 1. M M D R T, beklaagde, 2. REAL CONSTRUCT bvba, met zetel te 2640 Mortsel, Edegemsestraat 211, beklaagde en burgerlijk aansprakelijke partij, eisers, met als raadsman mr. Michael Theunis, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De cassatieberoepen zijn gericht tegen het vonnis in hoger beroep van de correctionele rechtbank te Antwerpen van 12 oktober De eisers voeren in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. Afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt heeft verslag uitgebracht. Plaatsvervangend advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.

2 9 SEPTEMBER 2014 P N/2 II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de eiseres 2 1. Het bestreden vonnis stelt de eiseres 2 in haar hoedanigheid van burgerlijk aansprakelijke partij buiten zake zonder kosten. In zoverre tegen die beslissing gericht, is haar cassatieberoep bij gebrek aan belang niet ontvankelijk. Eerste middel Eerste onderdeel 2. Het onderdeel voert schending aan van artikel 30, 2.1, Wegverkeerswet en artikel 50, 4, koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs (hierna: Rijbewijsbesluit): het bestreden vonnis veroordeelt de eiser 1 voor het feit van de telastlegging B wegens inbreuk op artikel 50, 4, Rijbewijsbesluit, omdat hij niet het duplicaat, maar zijn origineel rijbewijs bij zich had, alhoewel dit niet geldig was op het ogenblik van de feiten en hij bijgevolg niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 23 Wegverkeerswet; er is evenwel geen strafbaarstelling voor de inbreuk op artikel 50, 4, voornoemd; de loutere omstandigheid dat de eiser 1 beweerdelijk geen geldig rijbewijs bij zich zou hebben gehad, houdt niet in dat hij niet geslaagd zou zijn voor het praktische en theoretische examen. 3. Artikel 50, 1, eerste lid, Rijbewijsbesluit, zoals van toepassing op het ogenblik van de feiten, bepaalt dat een duplicaat van het rijbewijs wordt afgegeven: 1 in geval van verlies of van diefstal van het rijbewijs; 2 als het rijbewijs beschadigd, onleesbaar of teniet gegaan is; 3 als de foto van de houder niet meer gelijkend is; 4 in het geval van intrekking van het rijbewijs door een buitenlandse overheid;

3 9 SEPTEMBER 2014 P N/3 5 in de gevallen voorgeschreven in artikel 80, 2. Krachtens artikel 50, 2, Rijbewijsbesluit, zoals van toepassing op het ogenblik van de feiten, wordt een aanvraag om een duplicaat, waarvan het model bepaald wordt door de minister, ingediend bij de overheid bedoeld in artikel 7. Krachtens artikel 50, 4, Rijbewijsbesluit, zoals van toepassing op het ogenblik van de feiten, is het rijbewijs waarvoor een duplicaat werd afgegeven, niet meer geldig en moet de houder, indien hij na de afgifte van een duplicaat opnieuw in het bezit komt van het kwijtgeraakte document, dit laatste onmiddellijk teruggeven aan de overheid bedoeld in artikel Geen wettelijke bepaling beschrijft welke straf is gesteld op een inbreuk op voormeld artikel 50, 4, Rijbewijsbesluit. Het onderdeel is gegrond. Tweede onderdeel 5. Het onderdeel dat niet kan leiden tot ruimere cassatie, behoeft geen antwoord. Tweede middel 6. Het middel voert schending aan van artikel 5 Strafwetboek: het bestreden vonnis veroordeelt de eiseres 2, te weten een rechtspersoon, ten onrechte samen met de eiser 1, te weten een natuurlijke persoon; het stelt evenwel geen fout vast in hoofde van de eiseres 2; uit de omstandigheid dat de eiser 1 heeft gehandeld voor rekening van de eiseres 2, concludeert het ten onrechte dat die handeling zowel materieel als moreel aan de eiseres 2 kan worden toegerekend. 7. De eiser 1 en de eiseres 2 werden vervolgd en worden schuldig verklaard aan het bezigen in het verkeer op de openbare weg, onder dekking van een Belgische inschrijvingsplaat, van een sleep waarvan de massa van de aanhangwagen de maximale toegelaten sleepbare massa van het trekkend voertuig, vastgelegd in het proces-verbaal van goedkeuring, overschreed (telastlegging A, respectievelijk telastlegging C).

4 9 SEPTEMBER 2014 P N/4 8. De appelrechters stellen onaantastbaar vast dat: - de eiser 1, die wetens en willens handelde, de zaakvoerder is van de eiseres 2; - de eiser 1 verklaarde dat hij voor rekening reed van de eiseres 2; - de eiser 1 verklaarde dat hij foutief heeft gehandeld voor rekening van de eiseres 2; - uit de concrete omstandigheden blijkt dat het ten laste gelegde feit voor rekening van de eiseres 2 werd gepleegd. 9. De appelrechters steunen hun oordeel dat de eiseres 2 als rechtspersoon strafrechtelijk verantwoordelijk is, niet alleen op het feit dat de eiser 1 voor rekening van de eiseres 2 heeft gehandeld en de fout wetens en willens heeft gepleegd, maar ook omdat hij zulks deed als zaakvoerder van de eiseres 2 en bijgevolg de feitelijke leiding had ter zake, zodat de eiseres 2 dan ook heeft gehandeld door toedoen van het persoonlijk handelen van de eiser 1 die in de mogelijkheid was niet enkel om het misdrijf te plegen, maar ook om aan de onwettige toestand te remediëren hetgeen hij niet deed. Met deze redenen geven de appelrechters te kennen dat de eiseres 2 zelf een fout heeft begaan en verantwoorden zij hun beslissing dat ook zij strafrechtelijk verantwoordelijk is, naar recht. Het middel kan niet worden aangenomen. Ambtshalve onderzoek van de beslissing op de strafvordering voor de telastlegging A wat de eiser betreft en op de strafvordering wat de eiseres betreft 10. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissingen zijn overeenkomstig de wet gewezen. Dictum Het Hof, Vernietigt het bestreden vonnis in zoverre het de eiser M T schuldig verklaart aan het feit van de telastlegging B en hem uit dien hoofde veroordeelt tot straf en tot betaling van een bijdrage aan het Slachtofferfonds.

5 9 SEPTEMBER 2014 P N/5 Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde vonnis. Verwerpt het cassatieberoep van de eiser M T voor het overige. Verwerpt het cassatieberoep van de eiseres Real Construct bvba. Veroordeelt de eiser M T tot de helft van de kosten van zijn cassatieberoep en laat de overige kosten ten laste van de Staat. Veroordeelt de eiseres Real Construct bvba tot de kosten van haar cassatieberoep. Zegt dat er geen grond is tot verwijzing. Bepaalt de kosten op 74,31 euro. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, als voorzitter, de raadsheren Filip Van Volsem, Alain Bloch, Erwin Francis en Koenraad Moens, en op de openbare rechtszitting van 9 september 2014 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, in aanwezigheid van plaatsvervangend advocaat-generaal Marc De Swaef, met bijstand van griffier Frank Adriaensen. F. Adriaensen K. Moens E. Francis A. Bloch F. Van Volsem L. Van hoogenbemt