Hof van Cassatie van België

Transcriptie

1 30 JUNI 2015 P N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P N S. B., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Fouad Marchouh, advocaat bij de balie te Tongeren. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het vonnis in hoger beroep van de correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, van 16 maart De eiser voert in een memorie grieven aan. Afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal met opdracht Alain Winants heeft geconcludeerd.

2 30 JUNI 2015 P N/2 II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Ontvankelijkheid van de memorie 1. Artikel 429, tweede lid, Wetboek van Strafvordering bepaalt dat na verloop van meer dan twee maanden die volgen op de verklaring van cassatieberoep de eiser geen memorie of stukken meer kan indienen, met uitzondering van akten van afstand of hervatting van het geding, akten waaruit blijkt dat het cassatieberoep doelloos is geworden en de in artikel 1107 Gerechtelijk Wetboek bedoelde noten. 2. Eisers memorie werd ontvangen ter griffie van het Hof op 26 juni 2015, dit is meer dan twee maanden na zijn verklaring van cassatieberoep op 25 maart De memorie is niet ontvankelijk. Ambtshalve middel Geschonden wettelijke bepalingen - de artikelen 187, 188 en 202 Wetboek van Strafvordering. 3. Wanneer het openbaar ministerie geen hoger beroep heeft ingesteld tegen een bij verstek gewezen vonnis, kan de appelrechter, op het hoger beroep van het openbaar ministerie tegen het op verzet van de beklaagde gewezen vonnis, zijn toestand niet verzwaren ten aanzien van het bij verstek gewezen vonnis. Hoewel het verval van het recht een voertuig te besturen wegens lichaamsongeschiktheid een beveiligingsmaatregel is en geen straf, verzwaart de rechter in hoger beroep die deze maatregel, die niet opgelegd werd door de eerste rechter, uitspreekt met behoud van de eerder uitgesproken straffen, de toestand van de beklaagde. 4. Bij vonnis van 28 januari 2014 heeft de politierechtbank de eiser bij verstek veroordeeld voor: - de telastleggingen A tot G vermengd tot een geldboete van 200 euro, verhoogd met 50 opdeciemen, of een vervangend rijverbod van 30 dagen, hem vervallen

3 30 JUNI 2015 P N/3 verklaard van het recht tot het besturen van enig motorvoertuig van alle categorieën voor een periode van twee maanden en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk gemaakt van het slagen voor het theoretisch examen; - de telastlegging H in staat van nieuwe herhaling tot een geldboete van 800 euro, verhoogd met 50 opdeciemen, of een vervangend rijverbod van 30 dagen, hem vervallen verklaard van het recht tot het besturen van enig motorvoertuig van alle categorieën voor een periode van zes maanden en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk gemaakt van het slagen voor het medisch en psychologisch onderzoek. 5. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt niet dat het openbaar ministerie hoger beroep heeft aangetekend tegen het verstekvonnis van 28 januari Bij vonnis van 4 maart 2014 heeft de politierechtbank de eiser wiens verzet het ontvankelijk heeft verklaard, veroordeeld voor: - de telastleggingen A tot G vermengd tot een geldboete van 100 euro, verhoogd met 50 opdeciemen, of een vervangend rijverbod van 30 dagen, hem vervallen verklaard van het recht tot het besturen van enig motorvoertuig van alle categorieën voor een periode van een maand en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk gemaakt van het slagen voor het theoretisch examen; - de telastlegging H in staat van nieuwe herhaling tot een geldboete van 800 euro, verhoogd met 50 opdeciemen, of een vervangend rijverbod van 30 dagen, hem vervallen verklaard van het recht tot het besturen van enig motorvoertuig van alle categorieën voor een periode van drie maanden en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk gemaakt van het slagen voor het medisch en psychologisch onderzoek. 7. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat de eiser en het openbaar ministerie hoger beroep hebben aangetekend tegen het vonnis op verzet van 4 maart Bij vonnis van 5 september 2014 heeft de correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen: - de eiser vrijgesproken voor de feiten van de telastleggingen F en G;

4 30 JUNI 2015 P N/4 - hem veroordeeld voor de telastleggingen A tot E vermengd tot een geldboete van 200 euro, verhoogd met 50 opdeciemen, of een vervangend rijverbod van 30 dagen, hem vervallen verklaard van het recht tot het besturen van enig motorvoertuig van alle categorieën voor een periode van twee maanden en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk gemaakt van het slagen voor het theoretisch examen; - hem veroordeeld voor de telastlegging H in staat van herhaling tot een geldboete van 800 euro, verhoogd met 50 opdeciemen, of een vervangend rijverbod van 30 dagen, hem vervallen verklaard van het recht tot het besturen van enig motorvoertuig van alle categorieën voor een periode van zes maanden en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk gemaakt van het slagen voor het medisch en psychologisch onderzoek; - een deskundigenonderzoek bevolen teneinde advies te verlenen omtrent eisers lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van een motorvoertuig. Aldus bevestigt de correctionele rechtbank het verstekvonnis van de politierechtbank van 28 januari 2014 en stelt het bovendien alvorens recht te doen over een eventuele beveiligingsmaatregel een deskundige aan. 9. Het bestreden vonnis dat uitspraak doet na uitvoering van het deskundigenonderzoek, legt de eiser met eenparigheid van stemmen een voorgoed verval van het recht tot sturen op in toepassing van artikel 42 van de Wegverkeerswet en veroordeelt hem tot de kosten van het desbetreffende deskundigenonderzoek. 10. Omdat het openbaar ministerie geen hoger beroep heeft aangetekend tegen het verstekvonnis van 28 januari 2014, vermochten evenwel de appelrechters de toestand van de eiser ten opzichte van die beslissing niet te verzwaren. De appelrechters hebben aldus hun rechtsmacht overschreden. Dictum Het Hof, Vernietigt het bestreden vonnis.

5 30 JUNI 2015 P N/5 Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde vonnis. Laat de kosten ten laste van de Staat. Zegt dat er geen grond is tot verwijzing. Bepaalt de kosten op 64,90 euro. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, als voorzitter, de raadsheren Filip Van Volsem, Alain Bloch, Peter Hoet en Antoine Lievens, en op de openbare rechtszitting van 30 juni 2015 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, in aanwezigheid van advocaat-generaal met opdracht Alain Winants, met bijstand van afgevaardigd griffier Véronique Kosynsky. V. Kosynsky A. Lievens P. Hoet A. Bloch F. Van Volsem L. Van hoogenbemt