Verbale apraxie. De dubbele route in fonologische productie. Dirk-Bart den Ouden. Verbale apraxie is een stoornis in de planning
|
|
- Hugo Koster
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Verbale apraxie De dubbele route in fonologische productie Dirk-Bart den Ouden Verbale apraxie is een stoornis in de planning van articulatorische bewegingen, waarvoor op dit moment nog geen standaardtherapie voorhanden is. Dit heeft te maken met onduidelijkheid over de precieze aard van de stoornis, waardoor het niet vaststaat op welke onderdelen van taalproductie de therapie zich het best zou kunnen richten. Volgens de hypothese van de dubbele route in fonologische productie maken niet-taalgestoorde sprekers voor de productie van frequente vormen gebruik van een opslag (syllabary) van articulatiebewegingen, ter grootte van lettergrepen (Levelt et al. 1999). Dit komt de vloeiendheid van spraak ten goede. De articulatiebewegingen van laagfrequente lettergrepen, daarentegen, worden telkens als nieuw bepaald, als een product van de individuele klanken waaruit deze lettergrepen bestaan. In de analyse van Varley & Whiteside (2001) is bij patiënten met verbale apraxie de opslag van frequente lettergreepbewegingen beschadigd, waardoor de patiënten gedwongen zijn om de alternatieve route naar de uitspraak te nemen, die per definitie minder vloeiend is. Hieruit zou volgen dat therapie erop gericht moet zijn om de lettergreep-opslag weer toegankelijk te maken. Dit kan door vooral te oefenen met de productie van frequente lettergrepen in plaats van individuele segmenten (klanken) of laagfrequente lettergrepen in nonwoorden. Den Ouden (2002) presenteert twee patiënten met verbale apraxie die juist problemen lijken te vertonen met de planning van individuele segmenten in plaats van lettergrepen. Op het eerste gezicht spreken deze resultaten de analyse van Varley & Whiteside (2001) tegen. In dit artikel wordt getoond hoe het model van de dubbele route gewijzigd kan worden om de resultaten toch bij elkaar te brengen. Generatieve Fonologie Als wij de titel Logopedie en Foniatrie uitspreken zeggen wij bij het woordje en niet [Εν], maar eigenlijk [ΕΜ], waarbij de plaats van articulatie van de nasaal zich heeft aangepast aan die van de /φ/ van Foniatrie. Als de titel van dit blad echter Logopedie en Klankleer zou zijn, werd en uitgesproken als [ΕΝ], terwijl bij de titel Logopedie en Taalkunde de uitspraak van en gewoon [Εν] zou zijn, omdat de plaats van articulatie van /ν/ en /τ/ dezelfde is. Op basis hiervan zouden we natuurlijk kunnen zeggen dat er drie woordjes en zijn, ieder afzonderlijk opgeslagen in ons fonologische lexicon, maar dat druist in tegen onze intuïtie (althans tegen de mijne). Het gaat duidelijk om één woordje en, waarvan de uitspraak zich aanpast aan de fonologische omgeving. Dit is de analyse volgens de Generatieve Fonologie. Volgens deze theorie wordt het lexicon minimaal belast, dus in ons voorbeeld slechts met één en, waarbij zelfs de /ν/ mogelijk niet gespecificeerd is voor de plaats van articulatie. Vervolgens zorgt een computationeel systeem voor de bepaling van de oppervlaktestructuur van de uiting, dus voor de planning 430 Logopedie en foniatrie nummer
2 van wat uiteindelijk uitgesproken wordt 1. Uit het lexicon worden de individuele segmenten (eventueel niet volledig gespecificeerd) gehaald om vervolgens gegroepeerd te worden in lettergrepen. De oppervlaktestructuur komt tot stand onder invloed van de fonologische omgeving van de uiting, alsmede van de spreeksnelheid, waardoor processen als assimilatie (zoals in de voorbeelden hierboven) versterkt worden. Op basis van de fonologische oppervlaktevormen die zo worden bepaald, worden articulatieprogramma s naar de articulatoren gestuurd. Om het lexicon minimaal te belasten voert dit computationeel systeem telkens opnieuw haar taak uit, zowel bij hoogfrequente lettergrepen als laagfrequente lettergrepen en zowel bij bekende woorden als bij nonwoorden. Als dit het hele verhaal is, dan is de daarop geuite kritiek dat het systeem niet kan leren. Het wordt niet beter, omdat in alle gevallen het computationele systeem als was het de eerste keer de oppervlaktevorm van elke uiting moet bepalen. Veel efficiënter zou het zijn als veelgebruikte vormen in hun geheel Het doel van de therapie moet zijn om het syllabary weer opnieuw toegankelijk te maken werden opgeslagen, zodat ze niet steeds opnieuw gegenereerd hoeven worden. Zo werkt het ook bij andere vormen van motorisch leren, die wellicht enigszins vergelijkbaar zijn. Bij het leren fietsen, of pianospelen, vormen zich na oefening automatismen. De benodigde handelingen hoeven dan niet telkens weer in al hun onderdelen gepland te worden, maar worden als gehelen uitgevoerd als grotere bewegingsplannen. In het geval van menselijke spraak produceren zestig spiergroepen samen zo n tien tot vijftien klanken, in vier tot zes lettergrepen, per seconde (Liberman 1996; Varley & Whiteside 2001). Dit vereist een ingewikkelde coördinatie en vormt met name een grote belasting van het computationele systeem indien de articulatieprogramma s van alle vormen, ook de frequent voorkomende, telkens weer in al hun onderdelen gepland moeten worden. Er is dus wel wat te zeggen voor de mogelijkheid van ons spraaksysteem om tot de opslag van automatismen te komen, waar het de articulatieprogramma s voor veel voorkomende grotere spraakeenheden, zoals lettergrepen, betreft. Een hiërarchisch model van spraakproductie In het productiemodel van Levelt et al. (1999) worden de woordvormen (lexemen) opgehaald uit het lexicon. Daarna vindt fonologische codering plaats, wat een fonologisch plan oplevert. Laagfrequente spraakeenheden laten we het bij lettergrepen houden worden vervolgens fonetisch gecodeerd, waaruit een fonetisch plan ter articulatie volgt, dat vervolgens wordt uitgevoerd door de articulatoren. De articulatieplannen (fonetische plannen) van hoogfrequente eenheden zijn als hapklare brokken opgeslagen in een syllabary, een opslag voor articulatiepatronen ter grootte van lettergrepen. Deze opslag bestaat bovenal ter bevordering van de vloeiendheid bij het spreken. Er zijn dus twee mogelijke paden die leiden tot het fonetische plan: de indirecte route via de fonetische codeerder en de directe route via het syllabary. Binnen het syllabary zijn de lettergrepen niet verder gestructureerd. Zoals gezegd zijn het hapklare brokjes. De interne lettergreepstructuur in losse segmenten, die van belang is voor de bepaling van de juiste oppervlaktevorm, speelt wel een rol op het eerdere niveau van fonologische codering. Ook in de fonetische codeerder worden de articulatieprogramma s vastgesteld op basis van de eenheden, segmenten, waaruit de lettergrepen bestaan, maar binnen het syllabary zijn lettergrepen dus niet meer te ontleden in deze losse segmenten. Voor er wordt bekeken hoe deze theorie inzicht kan verschaffen in de aard van verbale apraxie, eerst een korte beschrijving van de stoornis. Verbale apraxie Verbale apraxie is een stoornis op de grens tussen fonologie (de abstracte representatie van spraakklanken) en fonetiek (de fysieke vorm/uitspraak van spraakklanken) (Code 1998; Miller 2000). Er is geen sprake van dysartrie, een gedeeltelijke verlamming van de spraakorganen, en de fonologische representaties zelf zijn ook intact. De stoornis lijkt daarom te zitten in de planning van de articulatorische bewegingen. Verbale apraxie wordt gekarakteriseerd door een moeizame articulatie, met veel segmentele substituties en vervormingen, waarbij aangetekend dient te worden dat de segmentele substituties mogelijk slechts extreme vervormingen zijn van klankarticulaties. Als bijvoorbeeld de timing van de articulatie verstoord is, kan het zijn dat de stembanden te laat beginnen te trillen tijdens de uitspraak van het woord bak, dat begint met een stemhebbende plofklank, waardoor het zal klinken als pak, beginnend met een stemloze plofklank. Dit lijkt dan een substitutie van een gehele klank, in een vroeg stadium van fonologische productie, maar is in werkelijkheid een kleine fout in de timing van articulatie, in een laat stadium van articulatieplanning. In tegenstelling tot bij dysarthrie, is er bij apraxie veel inconsistentie in de gemaakte fouten. Er is verminderde coarticulatie, ten opzichte van het coarticulatiepatroon in normale, ongestoorde spraak, en een traag spreektempo. De patiënt heeft vaak moeite met de aanvang van uitingen, waarbij hij/zij lijkt te zoeken naar de juiste articulatie. In tegenstelling tot patiënten met een diepere fonologische stoornis, zijn patiënten met pure verbale apraxie in staat om relatief foutloos te schrijven. Een zo pure vorm komt echter zeer zelden voor en de meeste patiënten zullen dan ook toch moei- Logopedie en foniatrie nummer
3 quente lettergrepen kant-en-klaar uit het syllabary te halen, zoals niet-taalgestoorde sprekers dat doen. Ter compensatie gaat dus alle articulatieplanning via de omslachtige weg van de fonetische codeerder. Deze wordt daardoor overbelast, wat veel fouten oplevert in de planning van de articulatie. Deze fouten komen dus niet zozeer door een stoornis in de fonetische Semantisch/conceptueel systeem Fonologische vormen (gestructureerde lettergrepen) Woordschema s (syllabary) Indirecte route (segment-per-segment-codering) Buffer Articulatie Figuur 1 Het dual routemodel van Varley & Whiteside (2001), met de functionele plaats van de laesie bij verbale apraxie. te hebben met schrijven/spellen, omdat er naast de apraxie meer of minder ernstige fonologische problemen spelen. Ook dient hierbij aangetekend te worden dat verbale apraxie, vanwege de linksfrontale plaats van de laesie, vaak samengaat met een rechtszijdige hemiparese, een verlamming, waardoor het gebruik van de schrijfarm bemoeilijkt kan zijn. Veel patiënten met verbale apraxie hebben dus mogelijk tevens een onderliggende fonologische stoornis. In die gevallen kan gekeken worden naar de mate van articulatorisch zoekgedrag en de relatieve ernst van eventuele schrijfproblemen ten opzichte van de spraakproblemen om te bepalen wat het hoofdprobleem is van de patiënt. Omdat de patiënten lijken te zoeken naar de articulatie van een individuele klank, is het logisch dat veel therapieprogramma s zich richten op het oefenen van segmenten, meestal medeklinkers, in isolatie. Om de therapie echt puur op uitspraak te richten, zonder te veel storende invloed van het lexicon, wordt daarbij ook vaak geoefend met de productie van nonwoorden, na te zeggen of op te lezen door de patiënt. Een stoornis in de directe route Varley & Whiteside (1999, 2001) verklaren de kenmerken van verbale apraxie als volgend uit een stoornis in de directe route van articulatieplanning. Patiënten zijn niet in staat om de bewegingspatronen van fre- codeerder zelf, maar door de overbelasting daarvan. In figuur 1 geeft de verbroken verbinding tussen de fonologische vormen en het syllabary de functionele plaats aan van de laesie bij verbale apraxie. De verwerking via de indirecte route levert, naast fouten in de articulatie, ook de verminderde co-articulatie en het tragere spreektempo op, zoals dat gevonden is bij patiënten met verbale apraxie (Ziegler & Von Cramon 1986). Volgens Varley & Whiteside (2001) zit het probleem van apraxiepatiënten dus niet in de losse segmenten, maar juist in de grotere eenheden, als frequente lettergrepen, woorden en uitdrukkingen. Therapie moet daarom gericht zijn op de productie van dergelijke uitingen, in plaats van op klanken in isolatie of in nonwoorden. Het doel van de therapie moet dan zijn om het syllabary weer opnieuw toegankelijk te maken, dus om de directe route van spraakplanning te herstellen. Problemen met losse segmenten In tegenstelling tot wat in de vorige paragraaf gesuggereerd wordt, blijkt uit een groepsstudie en uit gevalsstudies van Den 432 Logopedie en foniatrie nummer
4 Ouden (2002) dat patiënten met verbale apraxie wel degelijk problemen hebben met de planning van individuele segmenten. De parafasieën van een groep van 10 niet-vloeiende patiënten (met verbale apraxie) bleken meer beïnvloed te zijn door segmentele eigenschappen dan door lettergreepstructuur, terwijl de parafasieën van 10 vloeiend sprekende afasiepatiënten zowel beïnvloed werden door segmentele eigenschappen als door lettergreepstructuur. In hun responsen op een herhaaltaak deleerden de niet-vloeiende patiënten het vaakst de medeklinkers die als gemarkeerd bekend staan 2, ongeacht de positie van deze medeklinkers binnen lettergrepen (aan het begin of aan het eind). Bij de vloeiende patiënten speelde ook de voorkeursvorm van de lettergreep een rol. Deze voorkeursvorm botst soms met de individuele gemarkeerdheid (moeilijkheid) van segmenten. Een lettergreep eindigt het liefst op een klinkerachtige medeklinker, zoals /ν/ in plaats van /τ/, terwijl /ν/ als segment eigenlijk gemarkeerder (bijvoorbeeld moeilijker uit te spreken) is dan /τ/. In twee gevalsstudies van patiënten met verbale apraxie, JB en AK (Den Ouden, 2002), bleek dat zij, eigenlijk geheel tegen de verwachting van de onderzoeker in, relatief grote moeite hadden met het aangeven welke klanken er in een woord zaten, zonder dat zij dit woord hoefden uit te spreken. Beide patiënten hadden een milde schrijfstoornis, dus er was ook hier geen sprake van pure verbale apraxie. Maar de ernst van deze stoornis was bij geen van beiden dusdanig dat hierdoor de lage score op de foneemdetectietaak verklaard kon worden. De schrijfstoornis was in beide gevallen ook zeer mild in vergelijking met de problemen in mondelinge productie. De zogeheten productieve foneemdetectietaak zag er als volgt uit: Het oefenen van nonwoorden heeft volgens geen van de geschetste scenario s een meerwaarde de klanken uit te spreken. Als verbale apraxie puur een articulatiestoornis zou zijn, zou men niet verwachten dat deze taak problemen opleverde voor patiënten. De twee verbale apraxiepatiënten hadden echter een opvallend lage score op deze taak. Omdat de proefpersoon in deze taak, in tegenstelling tot in natuurlijke spreeksituaties, ruim de tijd heeft om het geplande woord (stil) te scannen op de aanwezigheid van een bepaalde klank, ligt het niet voor de hand om de fouten te wijten aan overbelasting van de fonetische codeerder. Het lijkt er in dit geval eerder op dat de apraxiepatiënten niet in staat zijn om de hapklare brokken, zoals gerepresenteerd in het syllabary, te ontleden in de eenheden waaruit deze brokken zijn opgebouwd, namelijk de individuele segmenten. Het zou dan dus juist de indirecte route van planning zijn, die gestoord is, in plaats van de route via het syllabary. Deze hypothese wordt weer gesteund door het feit dat verbale apraxiepatiënten vaak toch minder fouten maken op hoogfrequente items, lettergrepen, woorden of uitdrukkingen (Miller 2001; Rogers & Spencer 2001). Dit strookt echter weer niet met de bevinding dat de literale parafasieën van verbale apraxiepatiënten sterk beïnvloed worden door de relatieve gemarkeerdheid van individuele klanken 3. Als het syllabary intact is, zou een dergelijk effect alleen te verwachten zijn in laagfrequente lettergrepen en dat is niet het geval. f Figuur 2 Foneemdetectietaak, Den Ouden (2002). g Het deelverzamelingenmodel Eerder heb ik een model voorgesteld van de fonologische module, waarin fonologische structuren en processen tot stand komen onder invloed van zowel de perceptie als de articulatie (Den Ouden 2001). Ik noem het hier het deelverzamelingenmodel, omdat het uitgaat van een hoge mate van overlapping tussen verschillende componenten. Het model is weergegeven in figuur 3. Onder een aangeboden afbeelding stonden twee letters, waarvan er één een klank representeerde die in het afgebeelde woord zat. In het voorbeeld gitaar konden dat de letters f en g zijn. De onderzoeker vroeg vervolgens: Zit er in dit woord een /φ/ of een /ξ/?. Hierbij wees hij beurtelings op de letters, om duidelijk te maken dat die de twee verschillende klanken representeerden. Proefpersonen moesten vervolgens aanwijzen welke van de twee klanken de juiste was, zonder het woord of een van Het idee is dat voor de adequate perceptie van taaluitingen de vorm van lettergrepen erg belangrijk is. Een plofklank aan het eind van een lettergreep, bijvoorbeeld, is veel minder goed te verstaan dan dezelfde klank aan het begin van een lettergreep, omdat juist de identificatie van dergelijke klanken erg afhangt van de explosie, dus het loslaten van de articulatie. Deze klanken kunnen dus het best gevolgd worden door een klinker. De relatieve gemarkeerdheid van individuele segmenten (klin- Logopedie en foniatrie nummer
5 perceptuele periferie (lettergrepen) KERNFONOLOGIE (segmenten) articulatorische periferie Figuur 3 Deelverzamelingenmodel van de fonologische module. kers en medeklinkers), echter, lijkt meer bepaald door de articulatie van deze segmenten, bijvoorbeeld het aantal articulatorische handelingen dat nodig is voor de uitspraak. Zo moet voor de nasaal /ν/, in vergelijking met /τ/, het velum naar beneden gebracht worden. Dat is een extra handeling, die /ν/ moeilijker uit te spreken maakt dan /τ/. In de kernfonologie spelen beide aspecten, lettergreep- en segmentstructuur, een rol. De vloeiende patiënten hebben hier een stoornis, waardoor hun parafasieën effecten laten zien van beide invloeden. Zij veranderen het woord pint (/πιντ/) bijna even vaak in [πιν] als in [πιτ]. De stoornis van de niet-vloeiende (verbale-apraxie)patiënten wordt gelokaliseerd in de articulatorische periferie, waar alleen segmentele gemarkeerdheid een rol speelt. Zij veranderen pint dus vaker in [πιτ]. Niet-vloeiende patiënten zijn bovenal zeer gevoelig voor het articulatorisch gemak van individuele segmenten en hebben moeite met het bepalen van de juiste segmenten waaruit de uit te spreken woorden (en lettergrepen) bestaan, zoals volgt uit de resultaten van de productieve foneemdetectietaak. stoornis verbale apraxie Synthese De hypothese van de dubbele route, van Varley & Whiteside (2001), voorspelt een invloed van lettergreepstructuur in de parafasieën van patiënten met verbale apraxie. Dit omdat deze gedwongen zijn terug te vallen op de gestructureerde lettergrepen, waar zij anders gewoon gebruik zouden kunnen maken van de ongestructureerde brokjes in het syllabary. Als zij terug kunnen/moeten vallen op gestructureerde lettergrepen, één niveau hoger in het model, dan is moeilijk te verklaren waarom ze niet gewoon in staat zijn om aan te geven welke klanken in die gestructureerde lettergrepen zitten. Een synthese van het deelverzamelingenmodel en de dubbeleroute-hypothese moet mijns inziens gezocht worden in het niet meer kunnen terugvallen op gestructureerde lettergrepen vanuit de fonetische codeerder, het niveau onder de fonologische vormen (zie figuur 1). Volgens het deelverzamelingenmodel zijn lettergrepen, waarin de individuele segmenten nog te herkennen zijn, simpelweg niet meer toegankelijk op het niveau van de stoornis van verbale-apraxiepatiënten, in de articulatorische periferie. In de hier voorgestelde synthese bestaat er nog wel zoiets als een syllabary. Dit is met name gebaseerd op de logische veronderstelling dat spraak een vorm van motoractiviteit is die vergelijkbaar is met andere vormen van motorische activiteiten, zoals fietsen en pianospelen. Dit syllabary is gelokaliseerd in de articulatorische periferie, het niveau van articulatorische planning. Deze periferie is echter in zijn geheel gestoord. Er wordt dan teruggevallen op de eveneens gestoorde fonetische codering via de indirecte route, waar dus de segmentele gemarkeerdheidseffecten uit voortkomen, alsmede de moeite die de patiënten hebben met het bepalen van de soorten segmenten die deel uitmaken van het uit te spreken woord. Mogelijk is de georganiseerde lettergreepstructuur niet meer toegankelijk, omdat er tussen de fonetische codeerder en de fonologische vormen toch nog een niveau zit van lettergrepen als fonetische eenheden, ongestructureerde brokken. Wat gerepresenteerd is in het syllabary zijn dan pure bewegingsplannen voor frequente lettergrepen of uitingen, dus alleen de articulatiecommando s, die verder weinig meer met fonetiek of fonologie te maken hebben. Bij niet-frequente lettergrepen worden de fonetische lettergrepen, de ongestructureerde brokken, opgedeeld in kleinere articulatiehandelingen, die ongeveer, maar niet per definitie, overeenkomen met de segmenten (klinkers en medeklinkers) waaruit die eenheden in eerste instantie opgebouwd waren. De invloed van de relatieve gemarkeerdheid van segmenten, zoals geconstateerd in de parafasieën van verbale-apraxiepatiënten, is dus een artefact. De moeilijkheid van de articulatie(-planning) zit hem niet zozeer in de echte fonologische segmenten zoals deze in het lexicon gerepresenteerd zijn, maar in combinaties van articulatorische handelingen. Deze zullen logischerwijs vaak overeenkomen met de onderliggende segmenten. We zouden kunnen spreken van perceptueel categorisch bedrog. Waar wij segmenten (klinkers en medeklinkers) horen, is dat onze analyse van een 434 Logopedie en foniatrie nummer
6 uiting die in de articulatie gewoon bestaat uit gecoördineerde spierbewegingen. Het synthetische model ziet er dan uit als in figuur 4. Dit model en de aannames die daarbij horen, zoals hierboven beschreven, verklaren zowel het trage spreektempo, de verminderde co-articulatie, de invloed van segmentstructuur, de afwezigheid van de invloed van lettergreepstructuur, als de lage scores op de foneemdetectietaak. Het feit dat de patiënt moet terugvallen op het ontrafelen van de fonetische lettergrepen wil overigens nog niet zeggen dat er geen enkele invloed kan zijn van de plaats van segmenten tussen andere klanken. Het is namelijk bekend dat verbale apraxiepatiënten wel degelijk relatief veel fouten maken in clusters van medeklinkers. Mijn analyse hier is echter dat dat niet zozeer te maken heeft met de structuur van lettergrepen op zich, maar meer met de opeenvolging van moeilijk met elkaar verenigbare articulatorische handelingen. Zo is de articulatie van /τ/ blijkbaar moeilijker te combineren met de articulatie van /ρ/ dan met de articulatie van /α/, waardoor er in de articulatie van een /τρ/-cluster nogal eens wat misgaat. Therapie Als de stoornis bij verbale apraxie gelokaliseerd is in de gehele articulatorische periferie, waarvan zowel het syllabary als de planning per kleinere articulatorische eenheid deel uitmaken, dan moet de conclusie zijn dat therapie zich hoort te richten op deze gehele kant van de fonologische module. Het oefenen van individuele klanken, dus van gecoördineerde combinaties van articulatorische handelingen (spierbewegingen), zal dit onderdeel van de articulatorische periferie stimuleren. In de terminologie van het model van Varley & Whiteside (2001) versterken we hiermee de compensatiemogelijkheid via de indirecte route van fonetische planning. Het oefenen van hoogfrequente lettergrepen en andere uitdrukkingen zou daarentegen juist de toegang tot het syllabary moeten herstellen, waardoor de compensatie veel minder nodig is. Zolang onbekend is welke van deze twee typen therapie de meest productieve is, ligt het voor de hand om beide aan te blijven bieden, in combinatie. Uit het model volgt in ieder geval op geen enkele manier dat de ene vorm de andere in de weg zou kunnen zitten. Het oefenen van nonwoorden, echter, heeft volgens geen van de hierboven geschetste scenario s een meer- Semantisch/conceptueel systeem Fonologische vormen (gestructureerde lettergrepen) Fonetische eenheden (ongestructureerde lettergrepen) articulatorische periferie Woordschema s (syllabary) Indirecte route (segment-per-segment-codering) Buffer Articulatie Figuur 4 Het aangepaste dubbele-routemodel. Bij verbale apraxie is de gehele articulatorische periferie gestoord. Logopedie en foniatrie nummer
7 waarde. Gezien de ergernis die deze vorm van therapie met zich mee kan brengen, lijkt het daarom goed om daar in ieder geval mee te stoppen. Nawoord In dit artikel heb ik getracht de resultaten van experimenteel onderzoek en theorieën van taalproductie te vertalen naar praktische gevolgen voor de best aan te bieden therapie ter behandeling van verbale apraxie. Dit heeft geleid tot aanpassingen in een bestaand productiemodel, door invoeging van het extra niveau van de fonetische lettergreep en door een wijziging in de aard van het proces van segment-per-segmentplanning. Uiteindelijk kan alleen de ervaring met verschillende behandelmethodes echt antwoord geven op de belangrijkste vragen, maar ondertussen kan experimenteel en theoretisch onderzoek de keuzes wellicht verhelderen en aanscherpen. Tot slot ben ik mij ervan bewust dat mijn achtergrond als taalkundige slechts beperkt zicht biedt op de therapeutische praktijk. Ik blijf daarom zeer geïnteresseerd in reacties die dit zicht kunnen verbeteren. Samenvatting Enkele resultaten van onderzoek naar de kenmerken van verbale apraxie lijken in strijd met een recentelijk geformuleerde hypothese over de aard van deze stoornis, de dubbele-routehypothese van Varley & Whiteside (2001). Wijzigingen in het productiemodel waarop deze hypothese is gebaseerd kunnen de oneffenheden gladstrijken en hebben gevolgen voor behandelmethodes. Summary Patients with apraxia of speech seem to have difficulty with the planning of individual speech segments to a greater extent than predicted by Varley & Whiteside s (2001) dual route hypothesis about the nature of the disorder (Den Ouden 2002). Some changes are proposed in the production model upon which the hypothesis is based. The resulting analysis also affects methods of treatment of apraxia of speech. 1 Het computationele systeem berekent de oppervlaktevorm op basis van wat er aangeleverd wordt uit de opslag en op basis van taalspecifieke en universele regels. 2 Een klank is relatief gemarkeerd als hij niet vaak voorkomt in talen, als hij door kinderen laat wordt verworven en als hij vaak sneuvelt in fonologische processen. Deze drie eigenschappen gaan vaak samen. Keywords Verbale apraxie, dual route model, syllabary, fonetische codering, lettergreepstructuur Auteur Dr. D.B. den Ouden, Postdoc onderzoeker Neurolinguïstiek, Faculteit der Letteren aan de Rijksuniversiteit Groningen Correspondentie Oude Kijk in t Jatstraat 26, 9712 EK Groningen, tel.: d.b.den.ouden@let.rug.nl Literatuur - Code, C. (1998) Models, theories and heuristics in apraxia of speech. Clinical Linguistics and Phonetics, 12, 1, Levelt, W.J.M., A. Roelofs, A.S. Meyer. (1999) A theory of lexical access in speech production. Behavioral and Brain Sciences, 22, 1, Liberman, A. (1996) Speech: A Special Code. Cambridge, Massachusetts: MIT Press. - Miller, N. (2000) Changing ideas in apraxia of speech. In: I. Papathanasiou (Red.), Acquired Neurogenic Communication Disorders: A Clinical Perspective. London and Philadelphia: Whurr Publishers. - Miller, N. (2001) Dual or duel route? Aphasiology, 15, 1, Ouden, D.B. Den (2001) Optimal codas in aphasia. Lezing op de Holland Institute of Generative Linguistics Phonology (HILP) 5 conferentie, Potsdam, januari Ouden, D.B. Den (2002) Phonology in Aphasia: Syllables and segments in level-specific deficits. Proefschrift, Rijksuniversiteit Groningen. - Rogers, M.A., K.A. Spencer.(2001) Spoken word production without assembly: Is it possible? Aphasiology, 15, 1, Varley, R.A., S.P. Whiteside, H. Luff. (1999) Dual-route speech encoding in normal and apraxic speakers: Some durational evidence. Journal of Medical Speech and Language Pathology, 7, Varley, R., S.P. Whiteside. (2001) What is the underlying impairment in acquired apraxia of speech? Aphasiology, 15, 1, Ziegler, W., D. von Cramon. (1986) Disturbed coarticulation in apraxia of speech: Acoustic evidence. Brain & Language, 29, 1, Met literare parafasieën wordt in principe hetzelfde bedoeld als met fonematische parafasieën, maar deze laatste term suggereert dat het ook echt fouten op individuele fonemen betreft, terwijl het goed mogelijk is dat fonemen als elementen geen rol spelen in deze parafasieën, maar dat het gaat om features, kenmerken van fonemen. 436 Logopedie en foniatrie nummer
Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28737 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Cissé, Ibrahima Abdoul Hayou Title: Développement phonético-phonologique en fulfulde
Nadere informatieKlanken 1. Tekst en spraak. Colleges en hoofdstukken. Dit college
Tekst en spraak Klanken 1 Representatie van spraak vereist representaties van gedeeltes die kleiner dan woorden zijn. spraaksynthese (tekst-naar-spraak) rijtje letters! akoestische golfvorm http://www.fluency.nl/
Nadere informatieDIAS: Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak
DIAS: Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak Judith Feiken, Centrum voor Revalidatie- UMCG, loc. Beatrixoord Roel Jonkers, Rijksuniversiteit Groningen Met dank aan: Stichting Afasie Nederland
Nadere informatieOpzet van het boek 13. Deel 1. Definiëring & symptomatologie 17
Inhoud Voorwoord 11 Opzet van het boek 13 Deel 1. Definiëring & symptomatologie 17 1. Normale spraakproductie 19 Soorten spraakproductiemodellen 19 Spraakproductiemodel van McNeil (2002) 21 Neuroanatomische
Nadere informatieVerbale en bucco-faciale apraxie
Verbale en bucco-faciale apraxie Inleiding De logopedist heeft bij u een verbale- of bucco-faciale apraxie geconstateerd (spraakstoornis). Spreken is bij gezonde mensen een activiteit die automatisch verloopt:
Nadere informatieSMTA. Uitgangspunt SMTA. Innovaties in de Geriatrische Revalidatie Symposium UNO-VUmc Martine Verkade en Joost Hurkmans 1
Madeleen de Bruijn, muziektherapeut Martine Verkade, logopedist SMTA SPEECH MUSIC THERAPY FOR APHASIA Speech Music Therapy for Aphasia Uitgangspunt SMTA Combinatiebehandeling van logopedie en muziektherapie
Nadere informatieAlgemene Taalwetenschap. Hogeschool van Amsterdam Josefien Sweep
Algemene Taalwetenschap Hogeschool van Amsterdam Josefien Sweep Fonetiek en Fonologie Fonetiek en fonologie gaan over spraak (klanken): het gebruik van de stem om te communiceren. Spraak is het belangrijkste
Nadere informatieHet belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van
Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,
Nadere informatieTherapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen. Waarom dit onderwerp? Goed nieuws! Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen
Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen Regiodag logopedie 27 mei 2014 Waarom dit onderwerp? Maaike Diender Klinisch linguïst Audiologisch centrum Alkmaar: ACHN Kinderen 2-5 jaar, 2010-2013 Geen spraakproductieprobleem
Nadere informatieLogopedie. Dysartrie, een verworven spraakstoornis. Afdeling: Onderwerp:
Afdeling: Onderwerp: Logopedie, een verworven spraakstoornis 1 Inleiding U (of uw partner/familielid) bent opgenomen in het Ikazia Ziekenhuis in verband met hersenletsel. Wanneer er sprake is van een taal-
Nadere informatieSpreken Wat is een dysartrie?
Dysartrie 2 Dysartrie is de algemene term voor een motorische spraakstoornis als gevolg van neurologische problematiek. Deze folder is bedoeld voor patiënten met een dysartrie en hun omgeving. Er staat
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
Samenvatting in het Nederlands Er zijn vele applicaties denkbaar waarbij kunstmatige versnelling van spraak nuttig zou kunnen zijn. Versnelde spraak wordt bijvoorbeeld gebruikt om voicemail-berichten versneld
Nadere informatieDYSARTRIE & SPRAAKAPRAXIE
DYSARTRIE & SPRAAKAPRAXIE DYSARTRIE & SPRAAKAPRAXIE Wat is dysartrie? Dysartrie betekent letterlijk moeilijk kunnen articuleren. Dysartrie kan als symptoom optreden bij bepaalde neurologische aandoeningen
Nadere informatieInformatiebrochure Apraxie
Informatiebrochure Apraxie UZ Leuven 2 Beste familie, deze informatiebrochure bieden wij u aan naar aanleiding van de spraak-, taal - en/of slikproblemen die uw familielid momenteel ondervindt. In deze
Nadere informatieVandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst
Vandaag Programma (webshop afasienet.com) 14.15-14.30 Ontvangst Even voorstellen 14.30-15.15 Lezing over de klinische implicaties van het proefschrift 15.15-15.45 Discussie over toepassen van gebaren in
Nadere informatie8. Afasie [1/2] Bedenk tenminste drie verschillende problemen die je met taal zou kunnen hebben (drie soorten afasie).
8. Afasie [1/] 1 Afasie De term afasie wordt gebruikt om problemen met taal te beschrijven die het gevolg zijn van een hersenbeschadiging. Meestal is de oorzaak van afasie een beroerte. Het woord afasie
Nadere informatievan delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.
Afasie Als iemand een beroerte krijgt gebeurt dat bijna altijd plotseling. De schok is groot. Men heeft zich niet kunnen voorbereiden en men weet niet wat hen overkomt. Het dagelijkse leven wordt verstoord.
Nadere informatie1) Bekijk spectrogram 1. Denk niet aan wat er gezegd wordt, maar identificeer minimaal drie in het oog springende patronen in het spectrogram.
OPDRACHT 1: Stappenplan opstellen voor het lezen van spectrogrammen. NODIG: Bijgeleverde spectrogrammen (zie bijlage), potloden, schaar, plakband. 1) Bekijk spectrogram 1. Denk niet aan wat er gezegd wordt,
Nadere informatieSamenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur
Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal
Nadere informatieDysartrie. spraakstoornis bij volwassenen
Dysartrie spraakstoornis bij volwassenen Voor u ligt de informatiefolder over dysartrie. In deze folder vindt u meer informatie over de spraakproblemen die u op dit moment ervaart. Het is belangrijk om
Nadere informatieEEN MODULAIR MODEL VAN ZINSPRODUCTIE
EEN MODULAIR MODEL VAN ZINSPRODUCTIE A.S.MEYER W.J.M. LEVELT M.T. WISSINK In deze bijdrage wordt een modulair model van zinsproductie besproken. De planningsprocessen, die aan de productie van een zin
Nadere informatieA1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde
Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking
Nadere informatieInteractieve workshop dysartrie bij MS. Leonie Ruhaak Logopedist/PhD student
Interactieve workshop dysartrie bij MS Leonie Ruhaak Logopedist/PhD student Communicatieproblemen bij MS 2 Symptomen Fonatie Adem Prosodie Resonantie Articulatie Classificatie: Atactisch Spastisch Gemengd
Nadere informatiePATIËNTENINFO Dysartrie
PATIËNTENINFO Dysartrie LOGOPEDIE / AFASIOLOGIE Wat is dysartrie? Dysartrie is een verworven motorische spraakstoornis ten gevolge van een neurologische aandoening. We lichten de belangrijkste termen van
Nadere informatieFonologie. inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013
Fonologie inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013 Tekst en spraak Representatie van spraak vereist representaties van gedeeltes die kleiner dan woorden zijn. spraaksynthese (tekst-naar-spraak) rijtje letters
Nadere informatieVerbale diadochokinese bij verbale apraxie
Verbale diadochokinese bij verbale apraxie Analyse van foutenpatronen Nynke Broersma s567 Masterscriptie ATW LTX999M Beoordelaar: dr. R. Jonkers augustus Inhoudsopgave Inleiding Introductie. Definitie
Nadere informatieLate fouten in het taalbegrip van kinderen
1 Late fouten in het taalbegrip van kinderen Petra Hendriks Hoogleraar Semantiek en Cognitie Center for Language and Cognition Groningen Rijksuniversiteit Groningen 2 De misvatting Actief versus passief
Nadere informatiePROMPT: articulatietherapie vanuit tactiel-kinesthetische input
PROMPT: articulatietherapie vanuit tactiel-kinesthetische input Een nieuwe benadering voor spraakproductiestoornissen M.F. Raaijmakers, Sj. van der Meulen Deze in Canada en de Verenigde Staten gangbare
Nadere informatieThe treatment of apraxia of speech Hurkmans, Josephus Johannes Stephanus
The treatment of apraxia of speech Hurkmans, Josephus Johannes Stephanus IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the
Nadere informatieDiagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM. Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen
Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw Indicatiestelling ESM Begrijpen en produceren van taal Taalleerproblemen
Nadere informatieFonemisch Bewustzijn
Fonemisch Bewustzijn Ellen van der Veen Welkom en Agenda 1. Introductie 2. Fonemisch Bewustzijn 3. Vragen en praktijkervaringen Doelstellingen van vandaag 1. De deelnemers kennen de begrippen taalbewustzijn,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik
Nadere informatieTransfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen
Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieSAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.
Nadere informatieComprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel
Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the
Nadere informatiePesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Nadere informatieZetten of leggen: hoe Franstalige leerders van het Nederlands spreken en gebaren over plaatingsverschijnselen
Zetten of leggen: hoe Franstalige leerders van het Nederlands spreken en gebaren over plaatingsverschijnselen PAULINE HEYVAERT UNIVERSITÉ DE LIÈGE DÉPARTEMENT DE LANGUE NÉERLANDAISE MODERNE ET LINGUISTIQUE
Nadere informatieNeuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety
Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check
Nadere informatieSpreken en Verstaan: Inleiding Fonetiek
2011-2012, blok 2 Spreken en Verstaan: Inleiding Fonetiek Hugo Quené Taalwetenschap UU huishoudelijk webpagina: www.hugoquene.nl > Spreken en Verstaan 2011-12 docenten: Hugo Quené (colleges, coördinatie)
Nadere informatieTransparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens
Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),
Nadere informatieInformatiebrochure Dysartrie. [Geef tekst op] Pagina 1
Informatiebrochure Dysartrie [Geef tekst op] Pagina 1 UZ Leuven 2 Beste familie, deze informatiebrochure bieden wij u aan naar aanleiding van de spraak-, taal - en/of slikproblemen die uw familielid momenteel
Nadere informatieFlitsend Spellen en Lezen 1
Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend
Nadere informatieInhoud. predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling predictiemodel afasie predictiemodel afasie conclusies aanbeveling
VOORSPELLEN VAN VERBAAL COMMUNICATIEVE VAARDIGHEID VAN AFASIEPATIËNTEN NA KLINISCHE REVALIDATIE AfasieNet Netwerkdag 31.10.2014 Marieke Blom-Smink Inhoud predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieHerkansing 1 e Deeltentamen Spraakherkenning en -synthese
Herkansing 1 e Deeltentamen Spraakherkenning en -synthese Rob van Son 10-13 uur, 20 december 2007 GEBP/P2.27 Dit is een herkansing van het eerste deeltentamen. Je moet deze opgaven alleen maken als je
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht
Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een
Nadere informatieTaalverwerking in relatie tot geheugen
Taalverwerking in relatie tot geheugen Van fundamenteel onderzoek naar klinische toepassing Vitória Piai Radboud University, Donders Centre for Cognition Radboud University Medical Center, Department of
Nadere informatieInhoudsopgave. Deel 1. Achtergronden 21. (psycho-)linguïstische en (psycho-)akoestische factoren 29
Voorwoord 11 Algemene inleiding 13 Deel 1. Achtergronden 21 1. Inleiding 23 2. Articuleren, een samenspel van neurofysiologische, (psycho-)linguïstische en (psycho-)akoestische factoren 29 2.1 Het neurofysiologische
Nadere informatieAudiologisch centrum, spraaktaalteam
TOS en Meertaligheid Onderwijsdag 25 mei 2016 Maaike Diender, klinisch linguïst Els de Jong, teamleider spraaktaalteam/logo-akoepedist Audiologisch centrum, spraaktaalteam Gehooronderzoek Logopedisch onderzoek
Nadere informatieGebruik van spraakproductiemodellen in de klinische setting
Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/01/1104-239 Vol. 11, 2003, No. 4, pp. 239-244 Nijmegen University Press Gebruik van spraakproductiemodellen in de klinische setting Marie-Christine Franken Erasmus
Nadere informatieDe spraakbanaan. De spraakbanaan zoals ReSound hem neerzet
De spraakbanaan Tijdens een van mijn lessen Casuïstiek kreeg ik de opmerking dat ik wel erg makkelijk door de bocht ging door te stellen dat het spraakgebied van ± 300Hz tot ruim 4000Hz zou lopen. Omdat
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieAfasie Vereniging Nederland Bakenbergseweg 125 6814 ME Arnhem Tel. 026-3512512 (werkdagen van 10.00-14.00 uur) Fax 026-3513613 E-mail: avn@afasie.
D Y S A R T H R I E, V E R B A L E A P R A X I E E N D Y S FA G I E s p r e e k - e n s l i k p r o b l e m e n t e n g e v o l g e v a n h e r s e n l e t s e l Afasie Vereniging Nederland Bakenbergseweg
Nadere informatieDingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek.
Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen Even voorstellen.. Marouska van Ommen Promotie-onderzoek tijdens studie Geneeskunde Onderzoek bij afdelingen Neurologie en Psychiatrie, UMC Groningen
Nadere informatieFICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking
2015 1 FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking KENMERKEN EN AANBEVELINGEN [Typ hier] UIT: Intelligentiemeting in nieuwe banen: de integratie van het CHC-model in de psychodiagnostische praktijk. Walter
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21792 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Timmer, Kalinka Title: A cross-linguistics investigation of the onset effect in
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieDe ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de
Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de
Nadere informatie184 Maartje Schreuder
Samenvatting Iedereen is wel bekend met het fenomeen van de tikkende klok. Een klok zegt tik tak, tik tak. Waarom kennen wij de twee tikken van de klok twee verschillende klinkers toe? Klinken de twee
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieFlitsend Spellen en Lezen 1
Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend
Nadere informatieComprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink
Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014 Evy Visch-Brink Dutch version CAT Comprehensive Aphasia Test, 2004 Kate Swinburn, Gillian Porter, David Howard CAT-NL, 2014 Evy Visch-Brink, Dorien
Nadere informatieHow Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer
How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Nadere informatieLogopedie na een beroerte
Logopedie na een beroerte Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2011 pavo 0473 Inleiding Veel mensen hebben na een beroerte problemen met praten of slikken. De neuroloog regelt dat u hiervoor naar de logopedist
Nadere informatieVisuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen
Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen Het algemene doel van het in dit proefschrift gepresenteerde onderzoek was om verder inzicht te krijgen in de rol van visuele informatie in bewegingscontrole
Nadere informatieUniversity of Groningen. Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke
University of Groningen Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please
Nadere informatieWhy So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T.
Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T. Zeguers Het menselijke brein is waarschijnlijk niet uitgerust
Nadere informatieCover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in
Nadere informatieSamenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s
Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor
Nadere informatieIntrinsieke prosodie van klinkers. Constantijn Kaland Marie Postma
Intrinsieke prosodie van klinkers Constantijn Kaland Marie Postma Inhoud Introductie Leestaak Klinkerkeuze Data-collectie Conclusie en vervolgonderzoek Introductie Arbitraire relatie vorm ~ betekenis (De
Nadere informatieWegwijs in afasie voor beginnend personeel bij neurologie Inhoudelijke aspecten van afasie
Wegwijs in afasie voor beginnend personeel bij neurologie Inhoudelijke aspecten van afasie 1 Wat ik zeggen wil Eigenlijk wil ik zeggen, wat de bloemen mij zeiden, die ik kreeg, toen ik weer een dagje thuis
Nadere informatieIkfstajezotuuknie: gereduceerde obstakels in alledaagse gesprekken
Ikfstajezotuuknie: gereduceerde obstakels in alledaagse gesprekken Inleiding In informele gesprekken klinkt Amsterdam vaak als Amsdam en Rotterdam als Rodam, zonder dat de meeste moedertaalsprekers zich
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieDeel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos. 2 Stappen bij het opstellen van een behandelplan 29
Inhoud Inleiding 15 Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos 1 Het computerprogramma 23 1.1 Inleiding 23 1.2 Doel van het computerprogramma Behandeldoelen tos 23 1.3 Doelgroep en gebruikers
Nadere informatieTaalverwerving en Interpretatie (cursushandleiding)
Taalverwerving en Interpretatie (cursushandleiding) Het doel van de cursus is een brug te slaan tussen de L1/L2 taalverwervingsliteratuur en de literatuur over (niet-lexicale) semantiek. De cursus is dus
Nadere informatieOne Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership
One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieEducatief Startbekwaam (STRT) - B2
Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie
Nadere informatieCitation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.
University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite
Nadere informatieEducatief Professioneel (EDUP) - C1
Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent
Nadere informatieFlitsend Spellen en Lezen 1
Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend
Nadere informatieA1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde
Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking
Nadere informatieCausale Kunst: Fotografie
Causale Kunst: Fotografie Bram Poels, 3868788 Van vele (moderne) kunstwerken kunnen we ons afvragen of het wel kunst is. Als onderdeel van deze grote vraag over de kunst als geheel, kunnen we ons verder
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/22063
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieAchtergrond. Achtergrondgeluid. Afasie. Stoornissen van taalbegrip bij afasie en de invloed van liplezen erop 15 04 2010.
Achtergrond Dörte Hessler CLCG, Rijksuniversiteit Groningen d.a.hessler@rug.nl Taalperceptie = horen + zien Maar hoezo zien? In welke situaties wordt gebruik gemaakt van visuele informatie? Achtergrondgeluid
Nadere informatieVerbale apraxie in diverse testcontexten
Verbale apraxie in diverse testcontexten Masterscriptie Speech and Language Pathology Augustus 2010 L.T. Atsma 1394878 Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Letteren Afdeling Taalwetenschap Begeleiding:
Nadere informatieVisuele aandachtspanne. Madelon van den Boer Universiteit van Amsterdam
Visuele aandachtspanne Madelon van den Boer Universiteit van Amsterdam Programma Waarom visuele aandachtspanne (VAS)? Wat is VAS? Relatie met lezen Recente ontwikkelingen Samenvatting Vragen Dyslexie Een
Nadere informatieHandleiding bij werkbladen uitspraak
Handleiding bij werkbladen uitspraak Er zijn drie kopieerbladen voor de uitspraak: overzicht van de klinkers overzicht van de lastige medeklinkers oefentips voor de uitspraak van de r De eerste twee lichten
Nadere informatieVakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen
Het effect van kortdurende, intensieve logopedische therapie op articulatie en resonantie bij patiënten met een lip-, kaak- en verhemeltespleet: een pilootstudie Kim Bettens Anke Luyten Andrew Hodges George
Nadere informatieNederlandse klanken: onuitspreekbaar! Of toch niet?
Nederlandseklanken:onuitspreekbaar!Oftochniet? AliedBlom,ITAVInstituutvoortalenenacademischevaardighedenTUDelft Inditartikelpresenteerikenkeleresultatenvaneenonderzoeknaaruitspraakfouteninhet Nederlands
Nadere informatieDe logopedist behandelt problemen op het gebied van: taal spraak gezicht adem stem eten / drinken / slikken
Logopedie 1 De logopedist behandelt problemen op het gebied van: taal spraak gezicht adem stem eten / drinken / slikken 2 Gevolgen van een CVA afasie: problemen in taal en communicatie dysartrie: problemen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatie- In natuurlijke taal bestaan geen woorden, wel namen. Woorden bestaan alleen in geschreven taal. (p.44, p.183)
We schrijven niet wat we zeggen. Of toch een beetje? Sieb Nooteboom* In veel opzichten is Kraaks boek Homo loquens en homo scribens. Over natuur en cultuur bij de taal een intellectuele prestatie van formaat.
Nadere informatieEducatief Professioneel (EDUP) - C1
Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent
Nadere informatie