Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders
|
|
- Gerrit Vermeiren
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders
2 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders
3 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders Tekst: Chris van Swaay, De Vlinderstichting Arco van Strien, Centraal Bureau voor de Statistiek Rapportnummer: VS Productie: De Vlinderstichting Postbus AM Wageningen telefoon: Opdrachtgever: Gegevensautoriteit Natuur Deze publicatie kan worden geciteerd als: Van Swaay, C.A.M. & Van Strien, A.J. (2009) Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders. Rapport VS , De Vlinderstichting, Wageningen. Trefwoorden: Monitoring vlinders representativiteit plausibiliteit Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Vlinderstichting en de opdrachtgever. Maart 2009 DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 1
4 Inhoud Hoofdstuk 1 / Inleiding... 3 Hoofdstuk 2 / Plausibiliteit... 4 Hoofdstuk 3 / Representativiteit... 6 Bepaling representativiteit... 9 Hoofdstuk 4 / Combineren plausibiliteit en representativiteit DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 2
5 Hoofdstuk 1 / Inleiding Binnen het Landelijk Meetnet Vlinders wordt de ontwikkeling van de vlinderstand in Nederland al bijna twintig jaar gevolgd. In dit rapport wordt een beoordelingsschema gemaakt om te kijken of de meetpunten representatief zijn voor grotere eenheden als Natura 2000 gebieden, fysisch geografische regio s of provincies. Dat gebeurt in samenhang met de ontwikkeling van een controle op de plausibiliteit van trendcijfers. Het Netwerk Ecologische Monitoring heeft verschillende meetdoelen voor het Landelijk Meetnet Vlinders: Het bepalen van de populatieontwikkeling van vlinders van de Habitatrichtlijn, zowel landelijk als in de Natura 2000 gebieden, en zo mogelijk per Natura 2000 gebied. Het bepalen van de populatieontwikkeling van vlinders van de soortbeschermingsplannen. Trends van soorten die onderdeel zijn van Natuurgraadmeters. In dit rapport wordt een aanzet gegeven voor de kwaliteitsborging die binnen het Landelijk Meetnet Vlinders plaats moet vinden voor de indexcijfers voor Natura2000-gebieden, fysisch geografische regio's en provincies. De trend van een soort in een bepaald stratum kan op allerlei manieren vertekend zijn. De meetpunten kunnen geografisch niet-representatief zijn, of qua biotoop of bijvoorbeeld qua beheer of startreden. Of een trend vertekend is kan je tot op zekere hoogte afleiden uit de vergelijking met die in andere strata. Hoe meer de trends overeenkomen, hoe onwaarschijnlijker het is dat de trend in het betreffende stratum vertekend is. Er zijn twee manieren om trends te beoordelen: 1. Plausibiliteitscontrole: de mate waarin een trend lijkt op trends in andere gebieden. Dat is in feite een indirecte, maar niet waterdichte controle op vertekening. 2. Representativiteitcontrole: de mate van representativiteit van de betrokken meetpunten binnen een stratum. Dat is een op zichzelf waterdichte controle op vertekening. Doel van dit rapport is om samen met het CBS een beoordelingsschema te maken voor de trend van vlinders binnen het Landelijk Meetnet Vlinders. De combinatie van het resultaat van de plausibiliteitscontrole en de representativiteitscontrole bepaalt uiteindelijk of gegevens gepubliceerd en verspreid kunnen worden. Door de controles vervolgens te automatiseren kunnen naar verwachting de trendcijfers ook veel sneller en systematischer gevalideerd worden dan nu. Momenteel wordt de validatie voornamelijk via checken door experts uitgevoerd. DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 3
6 Hoofdstuk 2 / Plausibiliteit In de plausibiliteitscontrole wordt gekeken naar de statistische betrouwbaarheid en in welke mate de trends in een stratum afwijken van de landelijke trend of de trends in vergelijkbare strata. In de plausibiliteitscontrole (plausibiliteit is waarschijnlijkheid of aannemelijkheid) wordt de trend van een soort in een stratum vergeleken met de landelijke trend en met een groep vergelijkbare strata. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan provincies of andere vergelijkbare eenheden. Het idee daarachter is dat een stratum-trend vaak zal lijken op de landelijke trend en op die van overeenkomstige strata. Om die reden zijn superstrata (bijvoorbeeld de landelijke trend of de trend in hoofdbiotopen) dan ook uitgezonderd, omdat ze oftewel gewogen zijn of omdat er geen vergelijkingsstrata zijn. Er kunnen drie groepen trends onderscheiden worden: Biotoop-trends (bijvoorbeeld heide in hzn). Deze kunnen worden vergeleken met de landelijke biotooptrend (bijvoorbeeld heide in Nederland). Omdat afwijkingen bij deze vergelijking echter gemakkelijk optreden, telt alleen of er verschil is in trendhoofdcategorie (toename, stabiel of en afname). Regio-trends (bijvoorbeeld voor een provincie). Deze kunnen worden vergeleken met de andere regio s of de landelijke trend exclusief de trend in de te onderzoeken regio. Andere-trends (bijvoorbeeld beheer in het stedelijk gebied of overschrijding van de stikstofdepositie). Hier is de plausibiliteitscontrole niet relevant, omdat het om een groep meetpunten gaat die heel goed kunnen verschillen van trend (dat is meestal het doel waarvoor ze geselecteerd zijn). Praktisch betekent dit dat in de soorten-stratum tabel (in het automatiseringssyteem op het CBS) per stratum aangegeven moet worden: (1) de type trend in 3 categorieën (toename, stabiel of afname), (2) bij biotoop-trend (bijvoorbeeld heide in hzn) het stratum (bijvoorbeeld heide in hzm) of superstratum (bijvoorbeeld heide landelijk) waarmee moet worden vergeleken, (3) bij regio-trend de code voor ofwel de provincies of subfgr. Als er keus is in type trend dan gaat de toedeling aan biotoop-trend boven die aan de regio-trend. In de bepaling van de plausibiliteit speelt ook de variatie binnen de trend in een groep een rol. Als de trend homogeen is binnen de groep, dan is een afwijking van de groep weinig plausibel. Andersom, als binnen de groep de trends aanzienlijk uiteenlopen, dan is een afwijking eerder plausibel. Dit kan worden getest door de trend in een stratum te toetsen tegen de rest van de groep. Hiervoor wordt de gemiddelde trend en standard error bepaald van de gehele groep. Als een stratum-trend buiten het 95%- DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 4
7 betrouwbaarheidsinterval van het groepsgemiddelde ligt, geldt de trend als afwijkend. Onzekere trends worden niet meegenomen. Het aantal trends in de vergelijking verschilt van soort tot soort, omdat niet voor alle provincies betrouwbare (= niet-onzekere) trends voorhanden zijn. Bij minder beschikbare trendcijfers is het betrouwbaarheidsinterval groter, en wordt een trend minder snel als afwijkend aangemerkt. Hoe minder informatie des te minder kans er dus is om een afwijking te detecteren. Bij biotoop-trends (zie hierboven) is geen verschil meer te vinden als een (of twee) van de twee trends in de vergelijking onzeker is. Dat houdt dan dus in dat geval geen afwijking wordt geconstateerd. De plausibiliteit geldt voor de periode waarover de trend is berekend. Behalve de langjarige trend kan desgewenst een apart oordeel komen over de trend in de laatste vijf of tien jaar. Label bij indexcijfers en trends Het resultaat van de plausibiliteitscontrole is een kwaliteitslabel per trend, die samen met de representativiteit gebruikt wordt om tot een eindoordeel voor de bruikbaarheid te komen. Er zijn drie plausibiliteitscategorieën: plausibel matig plausibel niet plausibel DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 5
8 Hoofdstuk 3 / Representativiteit Om te beoordelen of de populatieontwikkeling van een groter gebied representatief wordt weergegeven door het Landelijk Meetnet Vlinders, is een beoordelingsschema opgesteld. De representativiteitcontrole richt zich in eerste instantie op drie grotere gebiedseenheden: Natura 2000 gebieden, fysisch geografische regio s en provincies. In het vervolg wordt de term soort-gebiedcombinaties gebruikt om deze drie eenheden in het algemeen aan te duiden. Maar in principe kan dezelfde redenering ook opgaan voor andere strata. Voor de representativiteitscontrole wordt het schema in figuur 1 gevolgd: Soort-gebiedcombinaties die gebiedsdekkend geteld worden en waarvoor een goede indicatie van de totale populatiegrootte aanwezig is kunnen als representatief worden beschouwd. Dit is onder andere het geval met het pimpernelblauwtje en donker pimpernelblauwtje, twee soorten van de habitatrichtlijn. Voor de overige soorten zijn er drie opties: de soort wordt integraal geteld (dat wil zeggen: er wordt beoogd om op alle bekende locaties te tellen waar de soort voorkomt); er worden steekproeftellingen uitgevoerd (voor de meer algemene of wijder verbreide soorten) of de soort wordt niet geteld (de soortgebiedcombinatie is dan niet representatief). Ook voor soorten die in principe integraal geteld worden, lukt het niet altijd om alle locaties ieder jaar geteld te krijgen. Lukt dat op meer dan 50% van de locaties, dan mag de trend als representatief beschouwd worden. Als dat niet lukt moet een expert de representativiteit beoordelen aan de hand van de verdeling van de getelde locaties is ten opzichte van alle bekende locaties. Voor de meer algemene of wijder verbreide soorten is het niet mogelijk om alle locaties te tellen en zullen we genoegen moeten nemen met een steekproef. Als de trends voor deze soort voor verschillende startredenen en biotopen niet of nauwelijks van elkaar afwijken (en dus in dezelfde trendklasse zitten), dan is de steekproef representatief Startreden. Er kunnen diverse redenen zijn waarom een teller een vlinderroute wil gaan tellen. Tabel 1 geeft de startredenen die in het meetnet worden geregistreerd. De redenen 5 tot en met 8 (waarbij een route gestart wordt om de effecten van actieve inrichtings- en beheersmaatregelen te meten) en 11 (waarbij een leeg gebied gekoloniseerd zal gaan worden) kunnen de trend op een onterechte manier beïnvloeden en krijgen de stempel verdachte startreden. De procedure wordt: o Bepaal welke routes een verdachte en niet-verdachte startreden hebben. o Test of de trendklasse verschilt tussen de groep van verdachte startredenen en niet-verdachte startredenen. DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 6
9 o Als er een verschil in trendklasse is: bepaal het percentage routes met een verdachte startreden. o Het aantal routes met een startreden 5 t/m 8 of 11 mag niet meer dan een drempelwaarde bedragen, anders is er risico op vertekening en is de trend niet representatief. Om te beginnen zou deze drempelwaarde op 25% gezet kunnen worden (dan is Startreden OK > 75%). Hetzelfde gaat op voor de stopreden. Tabel 2 geeft de geregistreerde stopredenen. De redenen 1 tot en met 4 (waarbij het gebied minder aantrekkelijk is geworden voor de teller) kunnen als verdacht worden gekenmerkt. Tabel 1: Startredenen voor een vlinderroute in het Landelijk Meetnet Vlinders. Code Beschrijving 1 Persoonlijke voorkeur van waarnemer: Het is bekend dat er aantrekkelijke soorten voorkomen 2 Persoonlijke voorkeur van waarnemer: Aantrekkelijk gebied 3 Persoonlijke voorkeur van waarnemer: Voorkeur voor biotoop 4 Persoonlijke voorkeur van waarnemer: Goed bereikbaar (dicht bij mijn huis / werk) 5 Geplande maatregelen: Lokaal beschermingsplan 6 Geplande maatregelen: Beheersmaatregel 7 Geplande maatregelen: Natuurontwikkelingsplan 8 Geplande maatregelen: Landinrichtingsplan 10 Soort komt al geruime tijd voor, minimaal sinds JAARTAL 11 Route in recent ingericht natuurgebied 12 Soortgericht: soort zit er nog niet, wordt verwacht 13 Soortgericht: anders 14 Acquisitie: Op verzoek van (regio)coordinator, vanwege landelijke dekking 15 Acquisitie: Op verzoek van beheerder 16 Acquisitie: Op verzoek van iemand anders 17 Anders DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 7
10 Tabel 2: Stopredenen voor een vlinderroute in het Landelijk Meetnet Vlinders. Code Beschrijving 1 Minder aantrekkelijk geworden: (Bijzondere) soorten zijn afgenomen 2 Minder aantrekkelijk geworden: Omstandigheden van tellen zijn verminderd door toe- of afname van Geluid/ lawaai, stank, bezoekers 3 Minder aantrekkelijk geworden:de route is moeilijker begaanbaar geworden door toename van (stekelige) struiken, doordat gebied natter is geworden, opslag, verruiging en anders 4 Minder aantrekkelijk geworden: Biotoop is veranderd, bijv als gevolg van successie of beheer 5 Plot is geheel veloren gegaan 6 Waarnemer is verhuisd. 7 Waarnemer heeft geen tijd meer, andere prioriteiten 8 Locatie niet meer bereikbaar door a) weigering van toegang door eigenaar, b) pad er naar toe gebarricadeerd. 9 Vanwege gevoel van onveiligheid 10 Waarnemer schat waarnemingsvermogen niet hoog genoeg in 11 Vanwege gebrekkige aansturing en ondersteuning van (regio)coordinator 12 Anders, niet aangegeven, rest, overleden 13 Gebied is veloren gegaan 14 Wisseling waarnemer 15 Soortgerichte route: soort niet mee op route Biotooptype Binnen een stratum kan de trend van een soort in het ene biotoop afwijken van andere biotooptypen. Als de meetpunten representatief verdeeld over de biotooptypen liggen, dan zal dit geen invloed op de resultaten hebben. Echter als de trends tussen biotooptypen niet landelijk verschillen, dan maakt de verdeling over biotooptypen ook niet uit. Verder zijn niet alle biotooptypen voor elke soort relevant (bijvoorbeeld heideblauwtjes in het bos). De procedure wordt dan: o Werk alleen met strata die label hebben biotoop-trend (bijvoorbeeld hei in hzn) of regio-trend (bijvoorbeeld provincie). o Bij een biotoop-trend liggen alle meetpunten in hetzelfde biotooptype en is per definitie voorzien in representativiteit qua biotoop. Daarom wordt de biotoop-representativiteit alleen nader onderzocht voor regio-trends. o Bij de regio-trends moet het percentage meetpunten per hoofdbiotooptype bepaald worden. Vervolgens moet worden gekeken welke biotooptrends voorhanden zijn op landelijk niveau en worden getest of deze landelijke trends in biotooptypen onderling verschillen in trendklasse. Bepaal hiertoe het biotoopaandeel in het hele stratum van de regio-trend, bijvoorbeeld 50% hei, 10% bos, 40% overig en vergelijk dat met het percentage meetpunten. Als dit erg afwijkend is EN de landelijke biotopen verschillen in trend, dan is de conclusie: niet representatief. DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 8
11 Ruimtelijke representativiteit Hier gaat het om de vraag of de plots wel of niet geclusterd over het stratum liggen of over het deel van het stratum waar de soort voorkomt (op basis van verspreidingsgegevens). Van Turnhout (2007; interne notitie SOVON) raadt aan om daartoe de GIS-tool Nearest Neighbour Ratio te gebruiken (en zo mogelijk want nog beter: Multidistance Spatial Cluster Analysis). Maar ook een eenvoudig rekenregel als het aantal verschillende atlasblokken waarin de soort voorkomt kan daarbij al werken. De GIS-slag moet eigenlijk toegepast worden over alleen de biotopen of het verspreidingsgebied waarin de soort kan voorkomen. Een koppeling met verspreidingsgegevens (NDFF) is hierbij dus raadzaam. Bepaling representativiteit Uiteindelijk komen er drie categorieën uit de representativiteitscontrole: Representatief: o er zijn slechts weinig meetpunten met verdachte start/stopreden en tevens is de ligging over biotopen en de ruimte goed Matig representatief: o er zijn behoorlijk wat meetpunten met verdachte start/stopreden of de ligging over biotopen of de ruimte is niet goed EN er zijn geen aanwijzigen dat de trends sterk verschillen tussen diverse start/stopredenen, biotopen of regio s. o er zijn slechts weinig meetpunten met verdachte start/stopreden maar er zijn wel aanwijzigen dat de trends sterk verschillen tussen diverse start/stopredenen, biotopen of regio s. Niet representatief: o er zijn behoorlijk wat meetpunten met verdachte start/stopreden of de ligging over biotopen of de ruimte is niet goed EN o er zijn wel aanwijzigen dat de trends sterk verschillen tussen diverse start/stopredenen, biotopen of regio s. DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 9
12 Soortgebiedcombinaties Niet gebiedsdekkend geteld Gebiedsdekkend geteld Niet geteld Integraal Steekproef Representatief Niet representatief >50% van de locaties geteld <50% van de locaties geteld Landelijke trends voor startreden en biotoop niet in dezelfde klasse Landelijke trends voor startreden en biotoop in dezelfde klasse Representatief Expert oordeel Startreden OK >75% Biotoop OK > 50% Ruimtelijke verdeling OK Startreden OK <75% Biotoop OK < 50% Ruimtelijke verdeling niet OK Startreden OK >75% Biotoop OK > 50% Ruimtelijke verdeling OK Startreden OK <75% Biotoop OK < 50% Ruimtelijke verdeling niet OK Matig representatief Niet representatief Representatief Matig representatief Figuur 1: Beslisboom voor de representativiteitscontrole.. DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 10
13 Hoofdstuk 4 / Combineren plausibiliteit en representativiteit De combinatie van plausibiliteit en representativiteit levert de uiteindelijke trendvalidatie op. Er zijn verschillende combinaties van plausibiliteit en representativiteit (zie nummers in tabel 3): 1. Plausibele trends die tevens representatief zijn. Daarvoor zijn geen beperkingen in het gebruik. 2. Plausibele trends die matig representatief zijn. Als we die zouden weglaten, dan vallen veel trends af die vermoedelijk juist zijn. Veel trends worden namelijk door landelijke factoren (klimaat, vermesting, versnippering etc.) bepaald waardoor trends in verschillende gebieden sterk overeenkomen. Zulke trends kunnen met weinig risico worden gepubliceerd. 3. Plausibele trends waarbij de meetpunten duidelijk niet representatief zijn, zijn niet bruikbaar. 4. Matig plausibele trends zijn alleen bruikbaar zijn als ze gebaseerd zijn op representatieve meetpunten. 5. Matig plausibele trends die matig representatief zijn, zijn beperkt bruikbaar 6. Niet plausibele trends die representatief zijn. Dat is een lastige categorie. Doorgaans zijn niet-plausibele trends van lage kwaliteit (bijvoorbeeld sterk variërende indexcijfers met hoge standaardfouten), maar er kunnen ook waardevolle indexcijfers bij zitten.. Dus in principe deze wel goedkeuren, maar voorlopig nog controleren met expert oordelen. 7. Niet plausibele trends die ook matig of niet representatief zijn. Deze zijn niet geschikt voor gebruik. Tabel 3: Uiteindelijke trendvalidatie aan de hand van de plausibiliteit en representativiteit. Nummers uit het Representatief Matig representatief Niet representatief plausibiliteits schema Plausibel 1 Geen beperkingen 2 Geen beperkingen 3 Niet voor gebruik Matig plausibel 4 Geen beperkingen 5 Beperkt bruikbaar Niet voor gebruik Niet plausibel 6 Geen beperkingen expert oordeel 7 Niet voor gebruik 7 Niet voor gebruik DE VLINDERSTICHTING 2008 Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders 11
Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen
Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat
Nadere informatieAcuut bedreigde dagvlinders in Nederland
Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Tekst: Chris van Swaay Met medewerking van Calijn Plate, CBS. Rapportnummer: VS2004.023 Productie: De Vlinderstichting
Nadere informatieDagvlinders,
Indicator 30 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Zowel zeldzame als algemene dagvlinders
Nadere informatieOpslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder
Opslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder Opslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Saskia Janssen, Gerrit Padding,
Nadere informatieOntwikkeling aantal dagvlinders in Zuid-Holland
Ontwikkeling aantal dagvlinders in Zuid-Holland Ontwikkeling aantal dagvlinders in Zuid-Holland Tekst Roy van Grunsven Chris van Swaay Rapportnummer VS2017.034 Projectnummer P-2017.121 Productie De Vlinderstichting
Nadere informatieNaar een nieuwe Rode Lijst. Chris van Swaay U allen!
Naar een nieuwe Rode Lijst Chris van Swaay U allen! Wat is een Rode Lijst? Publicatie Rijksoverheid Welke soorten zijn bedreigd of zelfs verdwenen en welke niet? Vaste methode, gebaseerd op combinatie
Nadere informatieDe landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid. Chris van Turnhout
De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid Chris van Turnhout Onze missie: volgen populatie-veranderingen van alle wilde vogels in Nederland Monitoring gebaat bij continuïteit op de lange
Nadere informatieDagvlinders tellen: populatietrends en implicaties voor terreinmonitoring. Michiel Wallis de Vries De Vlinderstichting i.s.m. Arco van Strien CBS
Dagvlinders tellen: populatietrends en implicaties voor terreinmonitoring Michiel Wallis de Vries De Vlinderstichting i.s.m. Arco van Strien CBS Argusvlinder Van Data naar Monitoring Wat willen we weten?
Nadere informatieGroene glazenmaker in de provincie Groningen
Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten
Nadere informatieLibellen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse
Nadere informatieAantalsontwikkeling van amfibieën
Indicator 1 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode voor 1997 is door
Nadere informatieAantalsontwikkeling van amfibieën,
Indicator 17 juli 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode voor 1997 is door
Nadere informatieFauna van het bos,
Indicator 31 januari 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De trend van kenmerkende soorten
Nadere informatieOOSTERHOUT Stikstofberekening Zwaaikom
OOSTERHOUT Stikstofberekening Zwaaikom Rho Adviseurs bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm
Nadere informatieTrend vogels, reptielen en dagvlinders duinen,
Indicator 29 oktober 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel kenmerkende broedvogels
Nadere informatieTrend vogels, reptielen en dagvlinders duinen,
Indicator 31 mei 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel kenmerkende broedvogels en
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieUitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Nadere informatieLeren van meetnetten in stedelijke natuur
Symposium Ecologie en de praktijk 2014 ecologica Leren van meetnetten in stedelijke natuur Niels de Zwarte @stadsnatuur 1 Bureau Stadsnatuur? Sinds 1997 Onderdeel Natuurhistorisch Museum Rotterdam Kenniscentrum
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 6 juli 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan acht vlindersoorten op
Nadere informatieSamenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05
Nadere informatieInhoud. Provincies en het NEM kunnen veel meer voor elkaar betekenen. Partners De provincies zijn al jarenlang partners
7 Jaargang 5 juli 2006 Inhoud Provincies en het NEM kunnen veel meer voor elkaar betekenen Gegevensautoriteit en NEM Meetnet Nestkaarten draagt bij aan graadmeter over klimaatverandering NEM-meetnetten
Nadere informatieMethodieken in monitoring het landschap
Methodieken in monitoring het landschap Onderzoek in opdracht van provincies en Rijk 25 januari 2016, Anne Schmidt Aanleiding en vraagstelling Samenhangend monitoringsysteem voor alle ecologische aspecten
Nadere informatieReptielen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieCheck Je Kamer Rapportage 2014
Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden
Nadere informatie3 november 2014. Inleiding
3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte
Nadere informatieRapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013
w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat
Nadere informatieHandleiding Online Invoer Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen
Handleiding Online Invoer Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen Tekst: Chris van Swaay Tim Termaat Calijn Plate Rapportnummer: VS2011.002 De Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen zijn een samenwerkingsproject
Nadere informatieBundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,
Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel woningen en inwoners
Nadere informatieBijdrage provincies aan doelbereik Vogel- en Habitatrichtlijn,
Bijdrage provincies aan doelbereik Vogel- en Habitatrichtlijn, 2007-2012 Indicator 7 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatiePRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit
PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit Onder begeleiding van: Angela van der Sanden en Monique van der Gaag Contact:
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieVerschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan
Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018
Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om
Nadere informatieWat zijn occupancy modellen?
Wat zijn occupancy modellen? en hoe helpen ze om orde uit chaos te halen? Arco van Strien & Leo Soldaat CBS Natuurstatistieken Minisymposium Orde uit Chaos 14 maart 213 Natuurmonitoring Gestandaardiseerde
Nadere informatieMemo. 6 januari aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij. onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014.
aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij Memo onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014. 6 januari 2015 Introductie Voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014, dat het
Nadere informatieLiving Planet Index voor Nederland,
Indicator 30 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gewervelde dieren zijn gemiddeld
Nadere informatieVrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie
Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat
Nadere informatieDagvlinders,
Indicator 29 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De achteruitgang van de vlinderpopulaties
Nadere informatieVERSLAG MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2014
VERSLAG MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2014 Frank Sidler In 2010 heeft de Vogelwacht Utrecht de Midwintertelling roofvogels in haar werkgebied de provincie Utrecht nieuw leven ingeblazen. In de periode van
Nadere informatieLandelijk meetnet vlinders
Landelijk meetnet vlinders Maart 2019 Beste teller, De winter loopt op zijn einde en we hebben in februari zelfs alweer vlinders kunnen zien. In deze nieuwsbrief een korte vooruitblik op het komende telseizoen.
Nadere informatieBeschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken,
Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, 1997-2003 Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie
Nadere informatieCIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN
CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens
Nadere informatieFauna van de duinen,
Indicator 3 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel kenmerkende diersoorten
Nadere informatieMonitoring van Steenuilen in : een succes!
Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Arjan Boele Het zou ideaal zijn jaarlijks alle Steenuil-territoria in ons land in kaart te brengen,
Nadere informatieBijdrage aan en impact op de inflatie
Paper Bijdrage aan en impact op de inflatie Jan Walschots Februari 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. De CBS methode om bijdragen te berekenen 3 3. De Eurostat methode om impacts
Nadere informatieStand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl
Nadere informatieTabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies
Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie
Nadere informatieGGZ FZ CZ *) SZ (DOT) Wrv. GRZ
Aantal actieve Omschrijving Aantal per Aantal per Waarvan 1 mei 1 juni GRZ Aantal actieve GGZ 2.971 2.996 Aantal actieve 751 754 201 Aantal actieve FZ 62 62 Aantal actieve GBG 1.239 1.285 Totaal 5.023
Nadere informatieREACH. Meetgegevens zijn nuttig onder REACH
Meetgegevens zijn nuttig onder REACH Maar... Blootstellingschatting g onder REACH Schatten of meten? Voorkeur kwaliteit Efficientie/gemaki Goede Betrouwbaar Hoog Metingen Representatief Stof zelf Voldoende
Nadere informatieOnderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW
aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde
Nadere informatieStand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011
Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl
Nadere informatieNetwerk Ecologische Monitoring Productencatalogus 1.1 Meetnetten voor beleid en onderzoek
Netwerk Ecologische Monitoring Productencatalogus 1.1 Meetnetten voor beleid en onderzoek CBS LNV Dir. Natuur & Gegevensautoriteit Natuur MNP Provincies RWS Waterdienst & Dienst Verkeer en Scheepvaart
Nadere informatieTrend van dagvlinders,
Indicator 25 oktober 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Na decennia van achteruitgang
Nadere informatieLiteratuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters
Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review
Nadere informatieWerk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en LISA vergeleken
Duizenden Duizenden Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en vergeleken Zowel het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als het Landelijk InformatieSysteem Arbeidsplaatsen en vestigingen ()
Nadere informatieBeschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken,
Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, 2001-2006 Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie
Nadere informatieBijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms
Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk
Nadere informatieZIC: Kengetallen DIS per 1 september 2016
Samenvatting (12 september 2016) Vanaf de rapportagemaand juli 2016 is de scope verplaatst van 2010-2015 naar 2011-2016. Bij het onderscheid naar sectoren is het opvallend dat de volledigheid van aangeleverde
Nadere informatieVerantwoordings- en Accountantsprotocol 2018 behorende bij enkele kenmerken van de Wsw-statistiek
Verantwoordings- en Accountantsprotocol 2018 behorende bij enkele kenmerken van de Wsw-statistiek d.d. 27 februari 2019 pag. 1 Inhoud 1 Algemeen... 3 2 Definities... 5 3 Verantwoordingsprotocol... 8 3.1
Nadere informatieRecreatief aanbod voor wandelen en fietsen,
Indicator 8 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aanbod aan recreatiemogelijkheden
Nadere informatieFlora van open moerassen,
Indicator 18 november 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de Nederlandse moerassen
Nadere informatieVergelijking in de tijd (Soortenrijkdom) Akkers Moerassen
Staat van 2014 Soortenrijkdom Wat is de gemiddelde kwaliteit van de soorten rijkdom in zes biotopen? Voor de vulling van deze zijn gegevens gebruikt van de vlakdekkende inventarisaties in het buitengebied
Nadere informatieOpvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).
Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk
Nadere informatieBijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.
Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends
Nadere informatieGrote vuurvlinder in Overijssel. Bezoek en advies 2003.
Grote vuurvlinder in Overijssel. Bezoek en advies 2003. Grote vuurvlinder in Overijssel. Bezoek en advies 2003. Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Jeroen Bredenbeek, Anneke de Vries, Gerrit Padding,
Nadere informatieZIC: Kengetallen DIS per 1 oktober 2016
Samenvatting (10 oktober 2016) Scope: de jaren 2011 t/m 2016. Bij het onderscheid naar sectoren is het opvallend dat de volledigheid van aangeleverde GGZ-DBC s achter blijft. Vergelijk de volledigheid
Nadere informatieOntwikkeling leerlingaantallen
Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging
Nadere informatieStatistisch Bulletin. Jaargang
Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 04 28 januari 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid opnieuw gedaald 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 CBS: Consumenten
Nadere informatieScholen in de Randstad sterk gekleurd
Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse
Nadere informatieGrote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003.
Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Gerrit Padding, Sjoerd Steenbergen, Saskia Janssen,
Nadere informatieOntwikkeling aantal dagvlinders en libellen in Noord-Holland
Ontwikkeling aantal dagvlinders en libellen in Noord-Holland Ontwikkeling aantal dagvlinders en libellen in Noord- Holland Tekst Roy van Grunsven Chris van Swaay Rapportnummer VS2018.019 Projectnummer
Nadere informatieVogels in Nederland: toelichting op de vogelgegevens per soort, per provincie en per gebied op https://www.sovon.nl/nl/content/vogelinfo
Vogels in Nederland: toelichting op de vogelgegevens per soort, per provincie en per gebied op https://www.sovon.nl/nl/content/vogelinfo 1. Algemeen Sovon organiseert samen met haar partners en met behulp
Nadere informatieOLDEBROEK Oldebroek West, Hogekamp ONDERZOEK STIKSTOFDEPOSITIE
OLDEBROEK Oldebroek West, Hogekamp ONDERZOEK STIKSTOFDEPOSITIE Oldebroek Oldebroek West, Hogekamp onderzoek stikstofdepositie identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 1499202.04 11 01 2017
Nadere informatieVegetatie duinen,
Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige
Nadere informatieGroepsgrootte in het basisonderwijs
Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel
Nadere informatieSNL, NEM en occupancy
SNL, NEM en occupancy Verschillende antwoorden op verschillende vragen 350 300 250 200 150 100 50 Vroege glazenmaker 0 1999 2002 2005 2008 2011 2014 Tim Termaat De Vlinderstichting Jaap Bouwman Unie van
Nadere informatieTypische diersoorten van de Habitatrichtlijn,
Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand
Nadere informatieRode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna,
Indicator 20 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De Rode Lijst Indicator (RLI)
Nadere informatieZIC: Kengetallen DIS per 1 januari 2017
Samenvatting (18 januari 2017) Scope: de jaren 2011 t/m 2016. In het laatste kwartaal van 2016 is door SiRM (www.sirm.nl), in opdracht van de ACM (Autoriteit Consument & Markt), een vergelijkend onderzoek
Nadere informatieHerkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 508 Dit is geen open boek tentamen.
Herkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: 3-3-2003 Tijd: 14.00-17.00, BBL 508 Dit is geen open boek tentamen. Algemene aanwijzingen 1. U mag ten hoogste één A4 met aantekeningen raadplegen.
Nadere informatieLandelijke natuurmeetnetten. van het NEM in Kwaliteitsrapportage NEM. Centraal Bureau voor de Statistiek
04 05 06 07 08 Landelijke natuurmeetnetten 09 van het NEM in 2008 Kwaliteitsrapportage NEM 10 11 Centraal Bureau voor de Statistiek Landelijke natuurmeetnetten van het NEM in 2008 Kwaliteitsrapportage
Nadere informatieHernieuwbare elektriciteit,
Indicator 15 maart 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2010 is de productie van hernieuwbare
Nadere informatieffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten
Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale
Nadere informatie2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw!
2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw! 1 - Om te beginnen lichten we toe waarom de Huiszwaluw als jaar van soort is gekozen. - Ook de
Nadere informatieNatuurkwaliteit en monitoring in de EHS
1 Natuurkwaliteit en monitoring in de EHS Rijk, provincies en beheerders hebben samen een systeem ontwikkeld voor het monitoren van natuurkwaliteit (het geheel aan dieren en planten in een bepaald gebied).
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieNatura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012
Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012 Indicator 12 oktober 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieOnderwerp: Advies inzake Evaluatie mantelzorgbeleid 2017 Bijlage: Een kritische kijk op het rapport Situatie en behoeften mantelzorgers in Schagen
Wmo- en Jeugdadviesraad Schagen Wmo- en Jeugdadviesraad Schagen p/a Jan van der Benstraat 32 1742 SE SCHAGEN wmoadviesraad@schagen.nl College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen Laan
Nadere informatiePrijsindexcijfers advocatuur, 2002 2004
Centraal Bureau voor de Statistiek Telefoon: 0900-0227 ( 0,50 p/m) E-mail: infoservice@cbs.nl Bron: CBS Prijsindexcijfers advocatuur, 2002 2004 Mw. M. Noordam en mw. R. Vleemink Centraal Bureau voor de
Nadere informatieKonijnen en vergrassing en verstruiking duinen
Indicator 2 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Konijnen zijn in de tweede helft
Nadere informatieOntwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen
Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen Conclusie De variatie tussen de 20 Nationale Landschappen is groot, zoals blijkt uit de nulmeting van de kernkwaliteiten. Hoofdfiguur Figuur 1. Nationale
Nadere informatieBundeling werken in nationale bundelingsgebieden,
Bundeling werken in nationale bundelingsgebieden, 2000 2008 Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u
Nadere informatieLeegstand van kantoren, 1991-2013
Leegstand van kantoren, 1991-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van kantoorvloeroppervlakte. Gemiddeld 16% van het kantoorvloeroppervlakte staat leeg in 2013. Dit percentage neemt nog steeds
Nadere informatieTELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden
TELINSTRUCTIE Wie? REEËN Wat? IN UTRECHT Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden januari 2013 INTRODUCTIE Voor u ligt de telinstructie reeën zoals tot stand gekomen in
Nadere informatierapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014
rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid
Nadere informatieRESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018
RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...
Nadere informatiebeoordelingskader zorgvraagzwaarte
1 beoordelingskader zorgvraagzwaarte In dit document geven we een beoordelingskader voor de beoordeling van de zorgvraagzwaarte-indicator. Dit beoordelingskader is gebaseerd op de resultaten van de besprekingen
Nadere informatie