Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Transcriptie

1 Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht A-E-F Draaiboek : 103C-DB02 Datum : Locatie :

2 Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf Doelgroep en beginsituatie Oefendoelen Aard en omvang oefening Opdrachten Scenario Samenstelling oefenstaf Realisatie oefening Observatie, beoordeling en evaluatie... 5 Bijlage 1 Observatie- en beoordelingsformulieren... 6 Bijlage 2 Punten voor de briefing en nabespreking... 9 Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 2

3 Vooraf Voor manschappen is het van groot belang om de juiste inschattingen te maken bij brandbestrijding. Denk hierbij aan het toepassen van de juiste blusmiddelen en blusstoffen maar ook het herkennen van brandgedrag en de risico s die hierbij horen. Dit draaiboek gaat in op de opdrachten A, E en F van oefenkaart 103C. Om dit goed te kunnen beoefenen zijn realistische situaties noodzakelijk. Deze opdrachten kunnen dan ook het beste beoefend worden op een oefencentrum. 1. Doelgroep en beginsituatie Doelgroep Manschappen Beginsituatie Recent afgetekende oefenkaarten: 101A, 101B en 103B. Parate kennis: Toepassing van repressieve ventilatie RSTV-model Kenmerken van flashover en backdraft Straalpijpvoering 2. Oefendoelen Algemeen doel De manschappen kiezen de meest geschikte bestrijdingstactiek en -techniek toe bij een inzet met brand Operationele doelen De manschappen herkennen het soort brand en kiezen de meest geschikte tactiek en het blusmiddel. De manschappen herkennen en ervaren het effect van een flashover en bestrijden deze met de juiste tactiek en techniek. De manschappen herkennen en ervaren het effect van een backdraft en bestrijden deze met de juiste tactiek. 3. Aard en omvang oefening Aard van de oefening Praktische oefeningen op een oefencentrum. Omvang Manschappen van één ploeg, in koppels. Als bevelvoerders ook als manschap optreden, oefenen zij mee. Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 3

4 4. Opdrachten Opdracht A Voer een inzet uit bij een hout-, vloeistof- of metaalbrand: kies het juiste blusmiddel en de meest geschikte bestrijdingstechniek en -tactiek. Opdracht E Ervaar de ontwikkeling en de gevolgen van een flashover en een backdraft bij demonstraties op een oefencentrum. Opdracht F Bestrijd een flashover bij een inzet op een oefencentrum. 5. Scenario Beschrijving scenario Niet van toepassing Kritische succesfactoren Kritische Verantwoordelijke Aandachtspunten succesfactoren Controle door Oefenlocatie Realistisch oefencentrum Oefenleider Oefenleider Enscenering Gebruik de mogelijkheden van het oefencentrum Oefenleider Oefenleider Beschrijving oefening Tijd+/- Inhoud Activiteiten 00:00 Enscenering en veiligheidscheck Controleer voor de start van de oefening het object onder ander op veiligheid, zie punt 7 00:00-00:10 Welkom en briefing Welkom, doel oefening en werkvorm (carrousel) uitleggen. 00:10-00:35 Opdracht A Gebruik een object op het oefencentrum waarbij diverse brandstoffen, blusmiddelen, technieken en tactieken beoefend kunnen worden. 00:45-01:15 Opdracht E Maak gebruik van Flash-over / Roll-over container op het oefencentrum. 01:20-01:50 Opdracht F Maak gebruik van Flash-over / Roll-over / Attack container op het oefencentrum waarbij de signalen duidelijk herkenbaar zijn en er geoefend kan worden met bestrijding :00 Nabespreking 6. Samenstelling oefenstaf Eén Oefenleider/instructeur Overige afhankelijk van oefencentrum en de daarbij gelende regels Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 4

5 7. Realisatie oefening Locatie Oefencentrum Hulpmiddelen - Oefenobjecten - Flash-over / Roll-over container - Attack container - Kleine blusmiddelen indien gewenst. - Verschillende soorten brandbare stoffen (vast, vloeibaar,gas) - Tankautospuit Veiligheid Afhankelijk van het oefencentrum, vraag eventueel bij het boeken van de training naar de Ri&E van de oefenlocatie en de objecten. 8. Observatie, beoordeling en evaluatie Observatie en beoordeling aan de hand van beoordelingsformulieren (zie bijlage 1). Meteen na afloop van de oefening volgt een nabespreking. Evaluatie aan de hand van leerpunten uit de nabespreking en conclusies uit beoordelingsformulieren. Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 5

6 Bijlage 1 Observatie- en beoordelingsformulieren Observatie Criteria opdracht A Voer een inzet uit bij een hout-, vloeistof- of metaalbrand: kies het juiste blusmiddel en de meest geschikte bestrijdingstechniek en -tactiek 1 Analyseert de brand en uitbreidingsmogelijkheden. 2 Selecteert het juiste blusmiddel. 3 Kiest de juiste tactiek en past die goed toe. 4 Kiest de juiste techniek en past die goed toe. 5 Handelt adequaat bij onverwachte effecten. Observatie Beoordeling Opdracht A Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Criterium 54 Toelichting V= Voldoende; A= Aandachtspunt Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 6

7 Observatie Opdracht E Ervaar de ontwikkeling en de gevolgen van een flashover en een backdraft bij demonstraties op een oefencentrum. 1 Herkent het moment waarop terugtrekken noodzakelijk is. Observatie Beoordeling Opdracht E Naam Criterium 1 Toelichting V= Voldoende; A= Aandachtspunt Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 7

8 Observatie Criteria opdracht F Bestrijd een flashover bij een inzet op een oefencentrum. 1 Koelt de ruimte effectief: opent de deur zo min mogelijk past de juiste instellingen toe voor de nevelkegel en het debiet past de techniek van straalpijpvoering goed toe voorkomt stoomvorming koelt ook niet-brandende ruimten. Observatie Beoordeling Opdracht F Naam Criterium 1 Toelichting V= Voldoende; A= Aandachtspunt Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 8

9 Bijlage 2 Punten voor de briefing en nabespreking Briefing voor deelnemers Oefenstaf 1. Voorstellen. 2. Herkenningsmiddelen (hesjes, helmen, armbanden). Oefendoelen 1. Per doelgroep. 2. Gekoppeld hieraan: beoordelingscriteria. Scenario en enscenering 1. Locatie van nabespreking. 2. Wat is echt en wat geënsceneerd (vuur, gevaarlijke stoffen e.a.)? 3. Welke werkzaamheden maken wel en niet deel uit van de oefening? 4. Hoe wordt gerouleerd in de carrousel van drie oefeningen? Veiligheid 1. Noodprocedures: afbreken oefening, verzamelplaats. 2. Aandachtspunten voor veiligheid 3. Huisregels oefencentrum. 4. Aandacht voor persoonlijke veiligheid. 5. Melden van (bijna-)ongevallen en verwondingen. 6. Eventuele Ri&E van oefencentrum Tijdsverloop 1. Start- en eindtijd oefening. 2. Tijdstip en locatie van nabespreking. 3. Wie gaat wat opruimen na afloop. Nabespreking Punten voor de nabespreking: 1. Herhaal het doel en de beoordelingscriteria. 2. Geef de deelnemers ruimte om zelf commentaar te geven - de situatie - het eigen optreden. 3. Geef goede feedback, of laat anderen dat doen. 4. Betrek de groep in de nabespreking. 5. Geef mogelijkheden ter verbetering aan. 6. Sluit af met een samenvatting en duidelijke conclusies. Bron: Redactie Oefenbank 103C DB02 draaiboek opdracht A-E-F 9