Elementaire oefening. verkeersongeval. Opdracht A en B. Draaiboek : 112A-DB01 Datum : Locatie :

Transcriptie

1 Elementaire oefening Oefenkaart 112A Slachtoffers bevrijden bij een verkeersongeval Opdracht A en B Draaiboek : 112A-DB01 Datum : Locatie :

2 Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie Oefendoelen... 3 Algemeen doel... 3 Operationele doelen Aard en omvang oefening... 3 Aard van de oefening... 3 Omvang Opdrachten Scenario/opzet oefening... 4 Opzet... 4 Beschrijving scenario... 5 Opzet oefening Samenstelling oefenstaf Realisatie oefening... 6 Locatie... 6 Hulpmiddelen... 6 Veiligheid Observatie, beoordeling en evaluatie... 6 Bijlage 1 Observatie- en beoordelingsformulier... 7 Observatie manschappen... 7 Beoordeling... 7 Beoordeling... 9 Bijlage 2 Punten voor de briefing en nabespreking...10 Briefing voor deelnemers...10 Nabespreking...10 NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

3 Vooraf De verschillende manieren waarop een slachtoffer uit een auto kan worden bevrijd is het onderwerp van deze oefening. De nadruk ligt hierbij vooral op realistische situaties die kunnen voorkomen bij een dergelijke inzet en die de inzet bemoeilijken. Er wordt intensief geoefend in drie stands waarbij iedereen meerdere malen aan de beurt komt. Dit heeft als consequentie dat er drie sloopauto's nodig zijn en een relatief grote oefenlocatie. In deze oefening wordt ondermeer het protocol Eigen veiligheid bij technische hulpverlening toegepast. In de briefing wordt dit protocol kort uitgelegd. In de oefenkaart wordt ook geoefend met een voertuig met veiligheidsglas. In deze oefening wordt dit niet gedaan vanwege tijdsgebrek. 1. Doelgroep en beginsituatie Doelgroep Manschappen Beginsituatie Recent afgetekende oefenkaarten: n.v.t. Parate kennis: Stabilisatie van voertuigen in verschillende posities Veilig toepassen van glasmanagement bij diverse soorten glas. 2. Oefendoelen Algemeen doel De manschappen verrichten stabilisatiewerkzaamheden om een slachtoffer zo veilig mogelijk uit een voertuig te bevrijden. Operationele doelen 1. De manschappen stabiliseren het voertuig onder verschillende omstandigheden. 2. De manschappen beschermen het slachtoffer en zichzelf tijdens de werkzaamheden. 3. De manschappen passen glasmanagement toe. 4. De manschappen neutraliseren/beveiligen de technische veiligheidsvoorzieningen van een auto. 3. Aard en omvang oefening Aard van de oefening Elementaire praktijkoefening, die wordt voorafgegaan door een korte instructie over protocol Eigen veiligheid bij technische hulpverlening (Uit Landelijk protocol levensreddend handelen door de brandweer) Daarna twee praktijkopdrachten NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

4 Omvang Een groep manschappen van 12 personen (meer of minder personen is mogelijk, maar dan moeten de indeling zoals weergegeven in dit draaiboek onder 5. Scenario/Opzet oefening worden bijgesteld) 4. Opdrachten Opdracht A (drie stands in carrouselvorm) Stabiliseer een voertuig: Op de zijkant Op een hellend vlak Op vier wielen Neutraliseer of beveilig hierbij de technische veiligheidsvoorzieningen van de auto. Opdracht B Voer maatregelen van glasmanagement uit. Bescherm hierbij het slachtoffer en uzelf. 5. Scenario/opzet oefening Opzet Tijdens de briefing worden kort de aandachtspunten voor veilig werken bij technische hulpverlening herhaald (protocol uit het boekje Landelijk protocol levensreddend handelen door de brandweer versie 2.0). Hiervoor wordt een presentatie gebruik (112A-ME01) of kleurenprints van het protocol (opgenomen in de presentatie). Dan wordt de oefengroep opgesplitst in drie groepjes van circa 4 personen. Er volgt een carrouseloefening met drie stands, waarin telkens een auto wordt gestabiliseerd in een andere positie (opdracht A). Daarna voert elke groep bij de laatste stand opdracht B (glasmanagement) uit. Er wordt gewerkt in koppels. Aangezien er twee koppels aanwezig zijn bij een stand zal eerst het eerste koppel de stabilisatie doen, zij verwijderen het stabilisatiemateriaal weer en daarna volgt het tweede koppel. Aan het tweede koppel wordt gevraagd of zij de opdracht zo veel mogelijk met andere materialen willen doen dan het eerste koppel. Omdat de stabilisatie vaker herhaald moet worden, zal de oefenleiding erop toezien dat men de banden niet laat leeglopen. Nadat beide koppels zijn geweest wordt er gewisseld van stands. Bij de volgende stand wisselt de volgorde van koppels. Let op! Bij de stand 3 wordt gebruik gemaakt van zeepsop om de grond glad te maken. De oefenleiding moet erop toezien dat voor elk koppel de vloer weer (enigszins) glad is. Als opdracht A is afgerond blijven de koppels bij de stand waar zij zich op dat moment bevinden en voeren opdracht B uit (glasmanagement). In overleg wordt bepaald wat de aanpak zal worden. Het ene koppel neemt de ene zijde van de auto en de voorruit, het andere koppel neemt de andere zijde en de achterruit. Tijdens de nabespreking moet duidelijk naar voren komen welke verschillende stabilisatiemethoden zijn toegepast door de verschillende koppels bij de stands. NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

5 Beschrijving scenario Opdracht A en B Stand 1 - Een personenauto (zeer nieuw model gelaagde voorruit) is in een scherpe bocht van de weg gevlogen en ligt op zijn zijkant in de berm (de berm is vlak). Er zit één persoon in het voertuig. Deze is bewusteloos. De airbags zijn (nog) niet geactiveerd. Het heeft op de dag zelf en in de dagen ervoor veel geregend, dus de berm is zompig. Stand 2 Een personenauto is uit de bocht gevlogen en op een naar beneden hellend vlak schuin tegen de vangrail terecht gekomen. Twee airbags zijn geactiveerd en opgeblazen. In het voertuig zitten twee personen (bewusteloos) die net bij IKEA zijn geweest en daar een aantal kasten hebben gekocht. Deze kasten zitten in grote zware platte kartonnen verpakkingen die tot het plafond zijn opgestapeld. Eén persoon zit voorin (bestuurdersstoel) en de ander persoon zit op de achterbank achter de passagiersstoel. Stand 3 Een personenauto is tegen een lantaarnpaal gereden. De airbag is geactiveerd en opgeblazen. De auto is van de weg geraakt tijdens het wegdommelen en kwam daarbij op de vluchtstrook terecht en geslipt. De vluchtstrook was erg glad vanwege een ongeval de dag daarvoor met een vrachtwagen met vaatjes schoonmaakmiddelen. Het wegdek onder de auto is zeer glad. Opzet oefening Tijd+/- Inhoud 00:00- Welkom en briefing 00:10 00:10-00:15 00:15-00:35 00:35-00:40 00:40-01:00 01:00-01:05 01:05-01:25 01:25-01:45 01:45-01:55 01:55-02:10 Stands opzoeken Activiteiten Welkom, doel oefening en werkvorm uitleggen. Korte toelichting over protocol (zie Achtergrondinformatie 112A-AI01, evt. prints uitdelen) Opdeling in groepen van 4 personen. Elk groepje gaat bij een stand staan Opdracht A stand 1 Eerste koppel Tweede koppel Wisselen Groepjes draaien door naar volgende stand. Opdracht A stand 2 Eerste koppel Tweede koppel Wisselen Groepjes draaien door naar volgende stand Opdracht A stand 3 Eerste koppel Tweede koppel Opdracht B Glasmanagement Opruimen Nabespreken en evalueren NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

6 6. Samenstelling oefenstaf Oefenleider/instructeur 1 Opdracht A, stand 1 Oefenleider/instructeur 2 Opdracht A, stand 2 Oefenleider/instructeur 3 Opdracht A, stand 3 7. Realisatie oefening Locatie HV-plaats op oefencentrum Hulpmiddelen Instructie Prints van protocol Eigen veiligheid bij technische hulpverlening (112A- AI01). Stand 1 1 x Schoon wrak 1 x Oefenpop Zompige berm, of een hoop zand/aarde waar het wrak op staan Stabilisatie-, bescherm- en glasmanagementmateriaal (standaard TS) Stand 2 1 x Schoon wrak 2 x Oefenpop Lege/verzwaarde dozen die kunnen gaan schuiven Stabilisatie-, bescherm- en glasmanagementmateriaal (standaard TS) Stand 3 1 x Schoon wrak 1 x Oefenpop Zeil van ca. 2 x 3 m Zeepsop Stabilisatie-, bescherm- en glasmanagementmateriaal (standaard TS) Vloertrekker (om zeil tussentijds schoon te maken) (voertuig wordt op zeil geplaatst en met zeepsop glad gemaakt) Veiligheid Gebruik persoonlijke veiligheidsmiddelen (inclusief veiligheidsbrillen) Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen meer aanwezig zijn in de voertuigen Zet het werkgebied duidelijk af Zorg voor verbandtrommel en brandblusser 8. Observatie, beoordeling en evaluatie De beoordeling gebeurt door de oefenleider/instructeur die bij de verschillende stands aanwezig is. De beoordeling gebeurt aan de hand van de bijgevoegde beoordelingslijst. Aan het eind van de oefening wordt gezamenlijk geëvalueerd. NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

7 Bijlage 1 Observatie- en beoordelingsformulier Observatie manschappen Criteria opdracht A Stabiliseer een voertuig Observatie 1 Past de procedure Spanningsvrij maken toe (contact op 0, sleutel eruit, verbruiker inschakelen, accuklemmen losmaken), houdt rekening met noodstroomvoorziening +/- 30 minuten in de regelmodule 2 Stabiliseert of verwijdert instabiele voertuigen of objecten, die tijdens de reddingsoperatie een gevaar vormen voor slachtoffer(s) en hulpverleners 3 Laat de banden niet leeglopen (in dit specifieke draaiboek), maar tilt het voertuig voorzichtig op en plaatst er een extra wig onder. 4 Stabiliseert het voertuig (met blokken, onderstopt met wiggen, of met spanbanden) zodat hulpverleners onbelemmerd kunnen werken. Controleert de stabilisatie tijdens de inzet 5 Voorkomt het opblazen van de airbag (als dat niet al is gebeurd) door een beschermingsmiddel aan te brengen over het stuur. 6 Snijdt de gordel door bij de gesp en boven de neksteun. Laat de sluiting in de houder zitten, zodat kan worden vastgesteld of de chauffeur een gordel heeft gedragen. Beoordeling Opdracht A Stand 1 op zijkant Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Criterium 5 Criterium 6 V= Voldoende; A= Aandachtspunt Toelichting NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

8 Opdracht A Stand 2 Hellend vlak Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Criterium 5 Criterium 6 V= Voldoende; A= Aandachtspunt Toelichting Opdracht A Stand 3 op vier wielen Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Criterium 5 Criterium 6 V= Voldoende; A= Aandachtspunt Toelichting NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

9 Criteria opdracht B Glasmanagement Observatie 1 Veegt bij het begin van de redding het werkgebied schoon en herhaalt dit zonodig 2 Gebruikt kunststof folie als windscherm en dekt het slachtoffer hiermee volledig af (dus ook de benen) 3 Houdt een beschermplaat tussen het slachtoffer en het gereedschap 4 Verwijdert ruiten uit het te verwachten werkgebied 5 Verwijdert een gelaagde ruit (bij voorruit A- stijl inknippen) met het meest geschikte gereedschap (glassmaster/raamzaag, zaagkabel, haaks mesje) Beoordeling Opdracht B Glasmanagement Naam Criterium 1 Criterium 2 Criterium 3 Criterium 4 Criterium 5 V= Voldoende; A= Aandachtspunt Toelichting NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari

10 Bijlage 2 Punten voor de briefing en nabespreking Briefing voor deelnemers Oefenstaf 1. Voorstellen. 2. Herkenningsmiddelen (hesjes, helmen, armbanden). Oefendoelen 1. Gekoppeld hieraan: beoordelingscriteria. Scenario en enscenering 1. Schets van de situatie, eventueel met plattegrond. 2. Begrenzing van de oefenlocatie. 3. Locatie van nabespreking. Veiligheid 1. Noodprocedures: afbreken oefening, verzamelplaats. 2. Aandachtspunten voor veiligheid op grond van de inventarisatie door oefenleider. 3. Aandacht voor persoonlijke veiligheid. 4. Melden van (bijna-)ongevallen en verwondingen. Tijdsverloop 1. Start- en eindtijd oefening. 2. Uitleg over de manier van wisselen tijdens de oefening (binnen een stand en tussen de stands) 3. Indeling in groepjes 4. Opruimen tussen de verschillende rondes 5. Tijdstip en locatie van nabespreking. Hierna gelegenheid tot vragen stellen (let op: geen informatie 'weggeven'). Nabespreking Punten voor de nabespreking: 1. Geef de opzet van de nabespreking in een inleiding weer. 2. Schets de situatie waarin de deelnemers hebben opgetreden. 3. Herhaal het doel en de beoordelingscriteria. 4. Geef de deelnemers ruimte om zelf commentaar te geven - de situatie - het eigen optreden. 5. Geef goede feedback, of laat anderen dat doen. 6. Zorg ervoor dat alle stands worden besproken (voertuig in verschillende posities) 7. Betrek de groep in de nabespreking. 8. Geef mogelijkheden ter verbetering aan. 9. Sluit af met een samenvatting en duidelijke conclusies. NVBR/NIFV - Bron: Redactie Oefenbank Brandweer 112-DB01 januari