Oefenbeleidsplan dienst Brandweer en Rampenbestrijding Eindhoven Leidraad Oefenen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oefenbeleidsplan dienst Brandweer en Rampenbestrijding Eindhoven Leidraad Oefenen"

Transcriptie

1 C O N C E P T Oefenbeleidsplan dienst Brandweer en Rampenbestrijding Eindhoven Leidraad Oefenen Stellers: Marijke Besselink Wytse Borst Jan van Kimmenade Marc van Aken Datum: december 2001 Bronnen: Handleiding Leidraad Oefenen (Nibra) Implementatieplan leidraad oefenen (brandweer Almere) Rapport Brandweer en vrijwilligers, BZK (maart 1998) Rapport Vrijwilligheid in de openbare veiligheid, BZK (december 1999) Sportnota Document uitrukchauffeurs Visie gaspakkenteam Visiedocument grootschalige ondersteuning Nota realistisch oefenen Leidraad Bestrijding Waterongevallen (2000) Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding De Leidraad Oefenen Huidige oefenbeleid Eindhoven Beschikbare oefentijd versus benodigde oefentijd Gewenste oefensituatie, taakverdeling en kwaliteitszorg Realistisch oefenen/ regionaal bijscholingsprogramma Financiële paragraaf Samenvatting, conclusies en aanbevelingen...19 Bijlage 1a: Berekening benodigde oefenuren basispakket Bijlage 1b: Bijlage 1c: Berekening benodigde oefenuren keuzepakket...23 Berekening benodigde oefenuren keuzepakket...25 Bijlage 2: Oefenen specialisme bestrijding waterongevallen...26 Conclusies en aanbevelingen...28 Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 2

3 1. Inleiding. De brandweer heeft een brede verantwoordelijkheid op het terrein van openbare veiligheid en rampenbestrijding. Bij de uitvoering van repressieve taken worden we geconfronteerd met een groeiende en complexer wordende samenleving, waarin de veiligheidsrisico s voor de brandweer toenemen. Een goede voorbereiding op de praktijk is daarom noodzakelijk, een belangrijk middel daartoe is oefenen. Oefenen is nodig voor het op peil houden en verdiepen van geleerde kennis, vaardigheden en procedures. Landelijk onderzoek naar de huidige oefenpraktijk bij de brandweer, heeft geleid tot het rapport Beter Oefenen bij de Brandweer (BOB), uitgebracht door het Ministerie van BZK in mei In het rapport zijn bestaande knelpunten bij het oefenen verwerkt, om tot een verdergaande professionalisering te komen van de huidige oefenpraktijk. In opdracht van de directie Brandweer en Rampenbestrijding van het Ministerie, is door het Nibra in samenwerking met een groot aantal ervaringsdeskundigen een praktisch normsysteem ontwikkeld onder de titel Leidraad Oefenen. De leidraad is in juni 2000 verschenen. Het is een theoretisch product dat zich in de praktijk nog moet gaan bewijzen. Het huidige oefenbeleid van brandweer Eindhoven is in 1993 tot stand gekomen, het oefenbeleid staat beter bekend als het IBBT (integrale brandweer beroepsvaardigheidstraining). Dit oefenbeleid heeft landelijk model gestaan om het oefenen in brandweer Nederland professioneler vorm te geven, zie project beter oefenen brandweer. Uit dit landelijk project is later de Leidraad Oefenen ontstaan. Momenteel is het huidig oefenen in het korps Eindhoven wat ingezakt en heeft het een nieuwe impuls nodig, vandaar dit nieuwe oefenbeleidsplan. Implementatie van de Leidraad Oefenen in het oefenbeleid biedt kansen om onze huidige oefenpraktijk te verbeteren. Ons korps bestaat uit zowel een beroepsdeel (106 personen) als een vrijwilligers deel (17 personen). Het totale korps dient de basisvaardigheden te bezitten om in de meest voorkomende incidenten handelend op te kunnen treden. Daarnaast zijn er een aantal specialismen benoemd die over de posten zijn verdeeld, zoals waterongevallen bestrijding, bestrijding chemische incidenten, en het leveren van het ondersteuningspeloton. Tot slot zien we op elke post het specialisme uitrukchauffeur terug. De voorliggende notitie is bedoeld om alle aspecten te belichten die van belang zijn bij het implementeren van de Leidraad Oefenen in ons brandweerkorps. Uitgangspunt bij deze notitie is dat de bestuurlijke en multidisciplinaire oefeningen in het kader van de rampbestrijding op regionaal niveau wordt ingestoken. De officieren van dienst worden, in de toekomst, op kringniveau beoefend. We zoomen in deze notitie dan ook in op de doelgroep manschappen en bevelvoerders van het korps Eindhoven. Tevens bevat de notitie aanbevelingen over de wijze van implementatie. Tot slot is dit beleidsplan een levend document wat elke drie jaar geëvalueerd en bijgesteld dient te worden. Het succes is echter sterk afhankelijk van het enthousiasme van alle deelnemers en een professionele oefenorganisatie ter ondersteuning. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 3

4 2. De Leidraad Oefenen 2.1. De leidraad oefenen samengevat Doel van de Leidraad is om landelijk structuur te brengen in het oefenen bij de brandweer. De Leidraad bestaat uit: Een handleiding met een - beschrijving van de oefenfilosofie en het gebruik van oefenkaarten - uitwerking van de oefensystematiek, gebaseerd op een jaarlijkse oefencyclus - algemene beschrijving van de oefenorganisatie - overzicht van oefenonderwerpen per brandweertaak met een indicatie voor de benodigde oefentijd Twee series oefenkaarten, - voor manschappen - voor bevelvoerders en officieren De oefenfilosofie van de Leidraad luidt als volgt: Alle medewerkers met een repressieve functie moeten oefenen. Er is een differentiatie naar functie: - manschappen beoefenen voornamelijk motorische vaardigheden - bevelvoerders beoefenen voornamelijk leidinggevende en besluitvormingsvaardigheden Oefeningen worden in logische volgorde opgebouwd: - van klein- naar grootschalig oefenen - van basiselementen naar integrale samenhang - van elementair (individugericht) naar voortgezet (teamgericht) oefenen - van mono naar multidisciplinair oefenen De Leidraad stelt als eis, dat men slechts aan de behandeling van oefenkaarten mag deelnemen, indien men het diploma/ certificaat voor dat niveau of onderwerp heeft gehaald De beheersing van vaardigheden staat centraal, niet de oefentijd. (De planning is gebaseerd op een indicatie van de verwachte oefentijd.) De resultaten worden op basis van observatie geëvalueerd en geregistreerd. Er wordt onderscheid gemaakt in kritische en niet-kritische vaardigheden. (Bij onvoldoende beheersing van kritische vaardigheden mogen deze in de praktijk niet worden uitgevoerd.) De geregistreerde resultaten worden geanalyseerd en vormen de input voor een volgende jaarlijkse oefencyclus. De te oefenen onderwerpen zijn afhankelijk van het takenpakket/ materieel. Ieder korps moet de taken die zij in de praktijk uitvoert ook daadwerkelijk beoefenen. Meer taken betekent dus meer oefenen. De Leidraad geeft het aantal te oefenen uren in de vorm van twee pakketten: Een basispakket: de basis van brandbestrijding, hulpverlening, OGS en grootschalig optreden. De oefenkaarten uit dit pakket moet ieder brandweerkorps beoefenen en in praktijk kunnen uitvoeren. Keuzemodules: voor bijzonder materieel, specialismen of bijzondere risico s in het verzorgingsgebied. Per oefenkaart is de oefentijd vermeld. De optelsom van basisoefeningen, keuze en specialistische oefeningen geeft een indicatie voor het vast te stellen minimum aantal beschikbare oefenuren per jaar. De benodigde oefentijd kan worden verkort door oefenkaarten te combineren. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 4

5 De basisoefeningen brandbestrijding en hulpverlening, inclusief OGS en grootschalig optreden, behoren tot de basiszorg en moeten door iedere brandweerman/ vrouw kunnen worden uitgevoerd. Keuzeoefeningen daarentegen zijn verzorgingsgebiedspecifiek en taakafhankelijk. Keuzeoefeningen zijn er voor: - bijzondere taken, zoals het optreden in natuurgebieden, op schepen, vliegvelden, snelwegen, spoorwegen, chemische complexen, hoogbouw, enz. (hiertoe dient een uitvoerige analyse gemaakt te worden van het verzorgingsgebied) - specialismen, zoals uitrukchauffeur, duiken, gaspakdrager, ondersteuningspeloton (grootschalig watertransport -en hulpverlening), enz. In de Leidraad Oefenen is geen tijd gereserveerd voor het beoefenen van fysieke vaardigheden. De verantwoording voor het op peil houden van de sportieve conditie en vaardigheid ligt bij de individuele medewerker zelf, waarbij de organisatie wel zorgt voor faciliteiten en een jaarlijkse fysiek mentale vormingstest. Daarnaast bestaat er ook een relatie tussen oefenen en de repressieve uitruk, hoe meer er vaardigheden tijdens het uitrukken wordt opgedaan des te minder daarop geoefend hoeft te worden. (Dit laatste aspect is in dit document niet meegenomen, voorstel is om dit element bij de evaluatie te betrekken). Alternatieven voor invoering Leidraad, als er sprake is van een tekort aan oefenuren: inkrimpen van het takenpakket (aan het basispakket waarvoor 70 uur nodig is, mag niet worden getornd;) uitbreiding van de oefentijd (eventueel spreiden over meerdere jaren) 2.2. De oefenorganisatie volgens de leidraad Bij de organisatie van het oefenen spelen een drietal functionarissen een sleutelrol: 1. De regionaal oefencoördinator 2. De gemeentelijk oefencoördinator. 3. De oefenleider De regionaal oefencoördinator. (volgens de Leidraad) De regionaal oefencoördinator stelt een regionaal oefenprogramma op en zorgt voor afstemming met de gemeentelijke brandweerkorpsen, hiertoe heeft hij geregeld overleg. De regionaal oefencoördinator zorgt ervoor dat de (kleinschalige) gemeentelijke oefeningen passen in de (grootschalige) pelotons- en compagniesoefeningen die door de regio worden georganiseerd. Ook voor de oefeningen voor het midden en hoger kader kan een beroep gedaan worden op de regionaal oefencoördinator De gemeentelijk oefencoördinator. (volgens de Leidraad) Deze draagt de dagelijkse verantwoordelijkheid voor het oefenen. Dit houdt onder meer in: Het vaststellen van het oefenprogramma, op basis van oefendoelstellingen(beleid) en op basis van een analyse van de laatste oefencyclus; Het opstellen van een oefenjaarplanning (verdeling van de oefenkaarten over de oefengelegenheden en de oefenleiders;) Het verzamelen van de oefenregistraties en evaluatie-uitkomsten; Het bewaken van de implementatie van de evaluatie-uitkomsten in een volgende oefencyclus; Kwaliteitsbewaking en coördinatie van de oefenleiders; Is verantwoordelijk voor alle facetten die de randvoorwaarden vormen voor het organiseren van goede oefeningen, zoals oefenfaciliteiten; Afstemming van oefenbeleid en oefenplanning met de regionaal oefencoördinator, met het oog op integratie van de gemeentelijke en regionale oefenplanningen. De oefencoördinator houdt zich in principe niet zelf bezig met het daadwerkelijk organiseren van oefeningen. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 5

6 2.2.3 De oefenleider. (volgens de Leidraad) De oefenleider is verantwoordelijk voor de organisatie, de uitvoering, registratie en evaluatie van een oefening. Daarbij maakt hij/zij gebruik van de oefenplanning, de omschrijving van de oefenkaart, lesbrieven en een uit te werken oefendraaiboek. Bij het organiseren van oefeningen heeft de Oefenleider tot taak: - het vaststellen van het scenario en de oefendoelen (gegeven via de oefenkaarten); - het vaststellen en uitvoeren van het evaluatieplan; - het (definitief) vaststellen van de werkvorm aan de hand van de oefenkaart; - het opstellen en uitvoeren van het draaiboek voor de oefening; - het uitzetten van de enscenering en opruimen na de oefening. Oefeningen voor manschappen worden geleid door een bevelvoerder. Voor specifieke oefeningen kan de bevelvoerder zich laten assisteren door een (in of extern) deskundige (dit kan een ploeglid zijn met veel kennis van het betreffende onderwerp). Oefeningen voor manschappen én bevelvoerders samen, de zgn slotoefeningen, worden geleid door de een bevelvoerder uit een andere ploeg, een officier of een specialist op het onderwerp. Oefeningen voor bevelvoerders worden deels geleid door collega-bevelvoerders en deels door officieren of specialisten op het onderwerp. Oefeningen voor officieren worden geleid door collega-officieren, en specialisten op het onderwerp (hier wordt aansluiting gezocht bij de kring/ regio). De omvang van de voorbereiding hangt samen met de omvang en het doel van de oefening. Bij grotere samenwerkingsoefeningen zal de oefenleider zich laten bijstaan door een team van bijvoorbeeld ensceneerders, waarnemers, logistiek verzorgers en veiligheidsfunctionarissen. In dit team kunnen ook andere disciplines vertegenwoordigd zijn. Zo n team vormt samen met de Oefenleider de Oefenleiding (ook wel Oefenstaf genoemd). Waarneming/ observatie tijdens een oefening is belangrijk, om te zien of de oefendoelen worden bereikt. Bij kleine oefeningen is de oefenleider tevens observator. Meerdere observatoren zijn nodig als een oefening niet meer door één oefenleider kan worden overzien Observatoren spelen een belangrijke rol bij de nabespreking/ evaluatie, waarin geconstateerde plus en minpunten naar voren komen, om daaruit lering te trekken. 2.3 Overige aspecten (volgens de leidraad) Het scenario. Het scenario vormt samen met de oefenkaarten de basis van een oefening. Dit scenario moet een zo realistisch mogelijk beeld van het incident geven, in samenhang met de risico s in het verzorgingsgebied. In de oefenomschrijving worden de te behandelen oefenkaarten vermeld. In principe worden meerdere oefenkaarten gecombineerd tot één slotoefening. Daarmee wordt tegelijk oefentijd gewonnen. Het scenario omvat tenminste: de aard, omvang, plaats, weerbeeld en tijdstip van het incident zo mogelijk de aanleiding tot het incident wie reeds gealarmeerd en/ of ter plaatse is, wat de eventueel al genomen maatregelen zijn door één of meer hulpdiensten De uitvoering van een oefening bestaat uit: een briefing/ directe alarmering (afhankelijk van het oefendoel) de oefening een nabespreking een evaluatie Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 6

7 2.3.2 Kwaliteitseisen/ scholing. Zowel de Oefencoördinator als de Oefenleiders moeten voor hun functie zijn opgeleid. Hiertoe bestaan de volgende opleidingen: - Oefencoördinator (via het NIBRA) - Oefenleider Leidraad (via het regionaal opleidingsinstituut) Ondersteuning bij oefenvoorbereiding. Momenteel wordt door het Nibra gewerkt aan de realisatie van een landelijke digitale oefenbank. Deze is bedoeld om oefenleiders te ondersteunen bij het voorbereiden en opzetten van oefeningen. De oefenleiders krijgen lesbrieven, draaiboeken, audio-visueel materiaal (powerpoint-presentaties) en cases op CD-rom aangeboden. Voordeel is dat het wiel maar een keer uitgevonden hoeft te worden. De oefenbank is een levend bestand dat steeds verder uitgroeit. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 7

8 3. Huidige oefenbeleid Eindhoven Oefenbeleidsplan. Het huidige oefenbeleid van brandweer Eindhoven is in 1993 tot stand gekomen, het oefenbeleid staat beter bekent als het IBBT (integrale brandweer beroepsvaardigheidstraining). Dit oefenbeleid heeft landelijk model gestaan om het oefenen in brandweer Nederland professioneler vorm te geven, zie project beter oefenen brandweer. Uit dit landelijk project is later de Leidraad Oefenen ontstaan. Momenteel is het oefenen in het korps Eindhoven wat ingezakt en heeft het een nieuwe impuls nodig, vandaar dit nieuwe oefenbeleidsplan. Implementatie van de Leidraad Oefenen in het oefenbeleid biedt kansen om onze huidige oefenpraktijk te verbeteren en aan te sluiten op de landelijke ontwikkelingen. 3.1 Analyse van het huidig oefenen in het korps Eindhoven Met betrekking tot het huidige oefenbeleid kan het volgende worden gesteld: Er dient een totale herbezinning te komen omtrent taken en verantwoordelijkheden betreffende het oefenen. (De oefenorganisatie/ ondersteuning dient aangepast te worden aan het model van de Leidraad Oefenen.) Het werken met een oefencyclus waarbij jaarlijks een onderwerp centraal staat, een jaar c.q. maand planning, lesbrieven en het houden van slotoefeningen is sinds de invoering van het oefenbeleid IBBT vormgegeven. NB dit dient echter wel opnieuw opgepakt te worden. Het realistisch oefenen is ingevoerd in 1997 en staat momenteel los van het oefenbeleid. Het realistisch oefenen dient ingepast te worden in de totale oefenfilosofie. De bevelvoerders/ OVD s (oefenleiders) hebben allemaal de opleiding instructeur gevolgd. Een applicatieopleiding oefenleider dient nog wel gevolgd te worden. Het registreren van presentie en prestatie moet nog vorm krijgen (momenteel worden alleen de slotoefeningen en het realistisch oefenen is geregistreerd in Fireman +). Regionale oefeningen (multidisciplinair, bestuurlijk en specialistisch) voor (onder)officieren staan los van het oefenbeleid van het korps Eindhoven. Bevelvoerders uit de 24-uursdienst hebben naast uitrukken en oefenen diverse andere dagelijkse taken en werkzaamheden. Met de huidige dagindeling is er beperkt tijd om hun rol als oefenleider waar te kunnen maken. Voor zowel het vrijwillig korpsdeel als de 24-uursdienst is de continuïteit ten aanzien van de oefenvoorbereiding niet gegarandeerd. Het faciliteren van oefenen moet zich niet beperken tot het leveren van materialen en oefenplanningen. Veel belangrijke aspecten van oefenen krijgen nu onvoldoende aandacht, zoals: De realiteitswaarde van het scenario en enscenering. Door hier meer aandacht aan te geven worden de oefeningen niet alleen leerzamer maar ook leuker; Het stellen van concrete oefendoelen en beoordelingscriteria, zodat het leereffect van de oefeningen vergroot wordt; Meer inbreng van kennis- en ervaring uit de locale en de landelijke brandweerpraktijk; het organiseren van mono- en multidisciplinaire samenwerkingsoefeningen (slotoefeningen.) De beschikbare personeelsformatie voor de oefenorganisatie is achtergebleven bij de groei. Daardoor kan onvoldoende worden ingespeeld op de toenemende vraag uit het korps om ondersteuning bij het oefenen. Het rendement van oefenen is te gering, de oefentijd kan veel bedrijfsmatiger worden gebruikt Er is te weinig aandacht voor de kwaliteit van observeren, nabespreken en beoordelen. Oefendoelen en beoordelingscriteria zijn in onze huidige oefeningen niet concreet genoeg beschreven. De kwaliteitsgrens tussen voldoende en herhaling is voor veel beoordelaars onduidelijk. Daarbij spelen objectiviteit, gevoeligheid, emotie en eigen kennis ook een rol. De registraties vormen geen representatieve input voor een volgende oefencyclus. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 8

9 4. Beschikbare oefentijd versus benodigde oefentijd. 4.1 Analyse oefentijd. Dit hoofdstuk analyseert het verschil tussen de benodigde oefentijd en de beschikbare tijd om te kunnen oefenen. Deze analyse richt zich op de doelgroep manschappen en bevelvoerders zowel voor het beroeps- als voor het vrijwilligerskorps. In deze analyse wordt ook rekening gehouden met de diverse specialismen die we onderscheiden in het korps. 4.2 Benodigde oefentijd Het uitgangspunt van de Leidraad Oefenen is, dat alleen taken die (voldoende) geoefend zijn ook in de praktijk uitgevoerd mogen worden. Dit geld zowel voor de individuele geoefendheid als voor de geoefendheid op ploeg of korpsniveau. De (aantoonbare) beheersing van vaardigheden staat centraal, niet de oefentijd. Toch wordt aanbevolen om maatregelen te treffen als er te weinig oefenuren beschikbaar zijn. Grofweg worden twee keuzemogelijkheden gegeven: het aantal taken beperken of het aantal oefenuren uitbreiden. Beperking kan slechts worden gezocht in taken die behoren tot het keuzepakket. Aan de basisoefeningen mag niet worden getornd. Ons takenpakket staat op dit moment niet ter discussie. Beperking van het aantal taken is dus geen optie. Om te kunnen bepalen of het korps op dit moment over voldoende oefentijd beschikt, is eerst vastgesteld hoeveel oefentijd er volgens de Leidraad nodig is. De Leidraad bevat een pakket oefenkaarten voor basisoefeningen en voor keuzeoefeningen. De basisoefeningen voor brandbestrijding, hulpverlening, ongevallen met gevaarlijke stoffen en grootschalig optreden, moeten door iedere brandweerman worden uitgevoerd. De benodigde oefentijd voor keuzeoefeningen hangt samen met het takenpakket, het aanwezige materieel en de specialismen die in praktijk worden uitgevoerd. Binnen het korps Eindhoven zijn de volgende specialismen benoemd: - bestrijding waterongevallen - bestrijding chemische incidenten - het leveren van het ondersteuningspeloton (brand en hulpverlening) - vliegtuigbrandbestrijding (wellicht een specialisme in de toekomst op post Meerhoven) - uitrukchauffeur Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 9

10 Tabel 1 geeft een samenvatting van de groepen oefenkaarten van de Leidraad, gerangschikt naar brandweertaak en doelgroep. Tabel 1: Groepen oefenkaarten Leidraad Takenpakket Kaartserie Taak/doelgroep Afkorting Algemene Brandbestrijding Bra Basistaken 200 Hulpverlening HV (verplicht) 300 Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen Ogs Keuzetaken (afhankelijk van verzorgings gebied, korpstaken en materieel) 400 Specialismen: Chauffeur/ bediener van bijzondere voer en vaartuigen, duiken, gaspak, verkenner gevaarlijke stoffen 501 Rampenbestrijding/ grootschalig optreden GO 502 Grootschalig optreden bij brand GOB 503 Grootschalig optreden bij hulpverlening GOH 600 Specifieke 700 Bevelvoerders Taken 800 Officieren van dienst Korpsspecifieke taken: Optreden in natuurgebied, op schepen, spoorwegen, luchtvaartterreinen, chemische complexen, gebruik warmtebeeld camera, specifieke objecten, enz. N.B: De kaartserie 000 t/m 600 bevat alleen oefeningen voor manschappen benodigde oefentijd manschappen Het takenpakket en het aanwezige materieel verschilt per brandweerpost, deze is namelijk afhankelijk van het specialisme en de risico s in het verzorgingsgebied. Tabel 2 geeft een overzicht van de taken per brandweerpost, de bijbehorende basis en keuzeoefeningen voor manschappen, en de daarmee corresponderende oefenkaarten. Brandweer post Centrum Woensel Meerhoven Vrijwilligers. Basistaken/basiszorg keuzetaken Brand, hulpverlening, basis ongeval gevaarlijke stoffen Brand, hulpverlening, basis ongeval gevaarlijke stoffen Brand, hulpverlening, basis ongeval gevaarlijke stoffen Brand, hulpverlening, basis ongeval gevaarlijke stoffen Tabel 2: Taken per brandweerpost Oefenkaartserie Specialisme Oefenkaartserie 000 t/m t/m t/m t/m 300 Waterongevallen bestrijding, Uitrukchauffeur Ondersteuningspeloton, Uitrukchauffeur Bestrijding chemie incidenten Vliegtuigbrandbestrijding Uitrukchauffeur Uitrukchauffeur NB welke specialismen op welke post wordt toebedeeld is nog in onderzoek, het gaat hier om de systematiek!..... Basisvaardigheden: Voor het beoefenen van basistaken/ basiszorg staat 68 uur per persoon. Dit is onderverdeeld in basisoefeningen brandbestrijding (34,5 uur), basisoefeningen hulpverlening (23 uur) en basisoefeningen ongeval gevaarlijke stoffen (10,5 uur). Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 10

11 Het specialisme bestrijding waterongevallen: Voor het specialisme bestrijding waterongevallen staat 60 uur per persoon. Dit is als volgt opgebouwd; voor het specialisme waterongevallen geeft de landelijke Leidraad Bestrijding Waterongevallen (voorheen richtlijnen brandweerduiker 1994, in de volksmond het duikbesluit) een minimum duiktijd van 300 minuten per duiker per jaar aan. Het korps Eindhoven gaat uit van 12 oefenmomenten van elk 3 uur, waarbij 360 duikminuten wordt gehaald per duiker. Naast deze 36 uur is er voor het theoretisch onderhoud 18 uur per duiker en 6 uur zwembadtraining nodig (zie bijlage 2: oefenen specialisme bestrijding waterongevallen). Conform de veiligheidsregels moet tijdens het oefenen een duikploeg leider en een reserveduiker aanwezig zijn. Tijdens de duikoefening is de tankautospuit buiten dienst en moet de uitruk gewaarborgd worden door de overige voertuigen. Het specialisme bestrijding chemische incidenten: Voor het specialisme bestrijding chemische incidenten staat 30 uur. Dit is als volgt opgebouwd; Bij gebrek aan landelijke wetgeving of richtlijnen stelt het korps Eindhoven 12 oefenmomenten van elk 2,5 uur. Tijdens de gaspakoefeningen blijft de tankautospuit repressief inzetbaar. Het specialisme ondersteuningspeloton (brand en hulpverlening): Voor het specialisme ondersteuningspeloton staat 30 uur. Dit is als volgt opgebouwd; Bij gebrek aan landelijke wetgeving of richtlijnen stelt het korps Eindhoven 12 oefenmomenten van elk 2,5 uur. Tijdens de oefeningen in het kader van het ondersteuningspeloton blijft de tankautospuit repressief inzetbaar. Het specialisme vliegtuigbrandbestrijding (post Meerhoven?) Voor het specialisme vliegtuigbrandbestrijding optreden staat 15 uur. Dit is als volgt opgebouwd; bij gebrek aan landelijke wetgeving of richtlijnen stelt het korps Eindhoven 6 oefenmomenten van elk 2,5 uur. Tijdens de oefeningen in het kader van vliegtuigbrandbestrijding blijft de tankautospuit repressief inzetbaar. Het specialisme uitrukchauffeur: Voor het specialisme uitrukchauffeur optreden staat 15 uur. Dit is als volgt opgebouwd; Bij gebrek aan landelijke wetgeving of richtlijnen stelt het korps Eindhoven 6 oefenmomenten van elk 2,5 uur. Tijdens de oefeningen in het kader van uitrukchauffeur blijft de tankautospuit repressief inzetbaar. Resumé Op basis van de verschillende taken en specialismen zijn per brandweerpost de oefenkaarten voor manschappen geselecteerd, die jaarlijks in elk geval aan bod moeten komen (zie bijlage 1). Op basis van deze oefenkaarten is per brandweerpost de jaarlijks benodigde oefentijd te berekenen. Dit is de som van de (indicatieve)oefentijd die op de kaarten is aangegeven, het resultaat is weergegeven in tabel 3. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 11

12 tabel 3: tijdnorm volgend de Leidraad Oefenen Tijdsnorm volgens de Leidraad Oefenen brandweerpost Basis Keuze (postspecifek) 000 t/m 300 Specialismen Gr.optreden Korps 600 Bra HV OGS chauff Gaspak Duiken vliegt. GO B GO H Specif. Som Basis + keuze vrijwilligers 34, , ,00 centrum 34, , ,00 woensel 34, , ,00 meerhoven 34, , , benodigde oefentijd bevelvoerders Voor het beoefenen van de bevelvoerders staat 72,5 uur per persoon. Naast oefenkaarten voor manschappen bevat de Leidraad kaartseries 700 met specifieke basis en keuzeoefeningen voor bevelvoerders. Deze oefeningen zijn gericht op leidinggeven en besluitvormingsvaardigheden. De kwaliteitseisen nemen toe aan de beroepsgroep bevelvoerders. Van hen wordt verwacht dat zij onder druk -en moeilijke omstandigheden, in korte tijd verantwoorde beslissingen nemen. Zij staan midden in de vuurlinie als het mis gaat. De recente praktijk leert dat zij zelfs persoonlijk juridisch aansprakelijk kunnen worden gesteld. 4.3 Beschikbare oefentijd De beschikbare oefentijd kan onderverdeeld worden in de volgende doelgroepen: - manschappen - duikers - vrijwilligers - bevelvoerders Beschikbare oefentijd manschappen Om een indruk te krijgen van de beschikbare oefentijd moeten we het werkrooster van de repressieve dienst analyseren. Het rooster heeft bruto 111 diensten verdeeld over 79 diensten door de week en 32 diensten in het weekend. Gemiddeld wordt er 20 diensten gebruikt voor verlof, ziekte en het opnemen van overwerk, per persoon betekent dit dat er 91 diensten wordt gewerkt waarvan 65 diensten door de week en 26 diensten in het weekend. Door de week is er 2 ½ uur bruto voor het oefenen (65 x 2 uur netto) Op zaterdag is er 4 uur bruto voor het oefenen (13 x 3 uur netto) Op basis van de huidige dagindeling is voor de manschappen in 24-uursdienst jaarlijks 170 oefenuren beschikbaar Beschikbare oefentijd duikers De groep duikers hebben naast hun reguliere oefentijd van 170 uur de mogelijkheid om op woensdag en donderdag middag hun specialisme extra te beoefenen (2/5 x 65 middagen per jaar van 3 uur). Op deze momenten wordt een TS buiten dienst gezet. Totaal heeft een duiker jaarlijks 250 oefenuren beschikbaar Beschikbare oefentijd vrijwilligers Een vrijwilliger heeft op jaarbasis 40 oefenavonden (van uur tot uur). Deze worden als volgt ingevuld: - 20 oefenavonden waarvan netto 2 ½ uur wordt geoefend oefenavonden waarvan netto 1 uur wordt geoefend en 1 uur wordt gesport. In totaal is voor het oefenen van een vrijwillig brandweerman/ vrouw jaarlijks 70 oefenuren beschikbaar beschikbare oefentijd bevelvoerder Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 12

13 De groep bevelvoerders verzorgen de reguliere oefeningen in hun sectie als oefenleider. Naast het optreden als oefenleider wordt de groep ook zelf beoefend (10 ochtenden van 4 uur) voor het op peil houden van besluitvormingsvaardigheden en het opdoen van kennis in het verzorgingsgebied. Totaal is voor het oefenen van bevelvoerders jaarlijks 40 extra oefenuren beschikbaar. 4.4 Analyse beschikbare oefentijd versus benodigde oefentijd. Tabel 4: Analyse van de oefentijd Doelgroep brandweerpost Benodigde Oefentijd [uren] Manschappen vrijwilligers 68 (83) centrum 128 (143) woensel 98 (113) meerhoven 113 (128) Beschikbare Oefentijd [uren] 70 2 (-13) Overschot/ Tekort [uren] (107) (57) (42) Bevelvoerders 72, ,5 N.B: Tussen (haakjes) staan het aantal oefenuren vermeld van de uitrukchauffeurs in deze doelgroep 4.5 Conclusies en aanbevelingen Manschappen: De post vrijwilligers heeft precies voldoende oefentijd om de basistaken qua oefenen vaardig te blijven. De uitrukchauffeurs van de post vrijwilligers komen momenteel oefentijd te kort. Het plan is om de tijd die momenteel besteed wordt aan het sporten om te zetten naar oefentijd hiermee ontstaat voldoende ruimte om dit op te vangen. Post centrum (met het specialisme waterongevallen bestrijding) zit ruim in het aantal oefenuren. In overleg met de duikcoördinator is besloten dat het aantal momenten waarop duikoefeningen gepland staan gereduceerd gaat worden. Efficiëntie door per sectie te oefenen in plaats van vaste momenten in de week, hierdoor wordt de beschikbare tijd beter benut. (reductie van beschikbare tijd van 250 uur naar 230 uur). Post woensel en post meerhoven hebben voldoende beschikbare oefenuren om hun taken vaardig te houden. Bevelvoerders: De extra benodigde tijd voor het uitvoeren van alle basisoefeningen voor bevelvoerders is niet in één jaarcyclus te plannen. De urenbelasting voor bevelvoerders zou te zwaar worden. Er moeten daarom zoveel mogelijk oefenkaartcombinaties met manschapoefeningen worden gemaakt. Daarnaast blijft het noodzakelijk om buiten de reguliere oefentijd enkele specifieke oefeningen voor bevelvoerders te organiseren. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 13

14 5. Gewenste oefensituatie, taakverdeling en kwaliteitszorg. 5.1 Oefenen op bijzondere risico s/ risico s verzorgingsgebeid De recente brandweerpraktijk leert ons, dat naast veiligheid ook juridische schuldvraag een rol gaat spelen bij de uitoefening van het brandweervak. Van de brandweer wordt verwacht dat zij goed is voorbereid op de risico s in haar verzorgingsgebied. Proactie en preventie zijn hier onmisbare schakels in de veiligheidsketen. Maar ook repressief zullen wij ons op een inzet in zowel bestaande als nieuwe (complexe) gebouwen moeten voorbereiden. Niet alleen via oriëntatie en kennis van aanvalsplannen en brandveiligheidsvoorzieningen, maar ook via inzetoefeningen op locatie Oefenorganisatie. Implementatie van de Leidraad Oefenen biedt kansen om de knelpunten in onze oefenpraktijk weg te nemen. Het succes is sterk afhankelijk van een goede oefenorganisatie: het bedenken, plannen, voorbereiden, uitzetten, observeren, nabespreken -en evalueren van oefeningen. Ook het beoordelen en registreren van prestaties, en het zonodig herhalen van oefeningen zijn onderdelen van de oefenorganisatie. De verantwoordelijkheid voor het oefenen ligt nadrukkelijk in de lijn : oefenleiders zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse oefeningen, de afdeling oefenen ondersteunt. Structurele en professionele ondersteuning bij de oefenvoorbereiding is noodzakelijk: continuïteit, afstemming en kwaliteit kan door de oefenleiders onvoldoende worden gewaarborgd. Daarom moeten alle oefenleiders beter worden gefaciliteerd vanuit de professionele organisatie. Hieronder staat in hoofdlijn de taakverdeling vermeld van alle sleutelfiguren die betrokken zijn bij het oefenen van ons korps. Tevens is een koppeling gemaakt tussen de functiebenamingen vanuit de leidraad oenenen en de functies zoals we ze kennen in onze organisatie De postcoördinator (gemeentelijk oefencoördinator) Deze draagt de dagelijkse verantwoordelijkheid voor het oefenen. Dit houdt onder meer in: het vaststellen van het oefenprogramma, op basis van oefendoelstellingen(beleid) en op basis van een analyse van de laatste oefencyclus; is verantwoordelijk voor alle facetten die de randvoorwaarden vormen voor het organiseren van goede oefeningen, zoals oefenfaciliteiten; afstemming van oefenbeleid en oefenplanning met de regionaal oefencoördinator, met het oog op integratie van de gemeentelijke en regionale oefenplanningen. kwaliteitsbewaking van het oefenbeleid. De oefencoördinator houdt zich in principe niet zelf bezig met het daadwerkelijk organiseren van oefeningen De medewerker oefenen Deze draagt de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de faciliteiten voor het oefenen. Dit houdt ondermeer in: het opstellen van een oefenjaarplanning (verdeling van de oefenkaarten over de oefengelegenheden en de oefenleiders;) het verzamelen van de oefenregistraties en evaluatie-uitkomsten; het bewaken van de implementatie van de evaluatie-uitkomsten in een volgende oefencyclus; de coördinatie van de oefenleiders; het vaststellen van het scenario en de oefendoelen (gegeven via de oefenkaarten); het opstellen van het draaiboek voor de oefening en het regelen van de oefenlocatie; het inhuren van extern deskundigen; Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 14

15 De werkgroep leidraad oefenen De werkgroep leidraad oefenen is verantwoordelijk voor de organisatie, de uitvoering, registratie en evaluatie van de grotere eindoefeningen. De voorzitter van deze werkgroep is de medewerker oefenen Oefeningen voor manschappen én bevelvoerders samen, de eindoefeningen, worden geleid door een oefenleider uit een andere ploeg, een officier of een specialist op het onderwerp. Bij het organiseren van mono- en multidisciplinaire samenwerkingsoefeningen, grotere eindoefeningen zal de oefenleider zich laten bijstaan door een team van bijvoorbeeld ensceneerders, beoordelaars, logistiek verzorgers en veiligheidsfunctionarissen. In dit team kunnen ook andere disciplines vertegenwoordigd zijn. Zo n team vormt samen met de Oefenleider de Oefenleiding (ook wel Oefenstaf genoemd) De bevelvoerder (oefenleider) De oefenleider is verantwoordelijk voor de organisatie, de uitvoering, registratie en evaluatie van de dagelijkse oefeningen. Oefeningen voor manschappen worden geleid door een bevelvoerder. Daarbij maakt hij/ zij gebruik van de oefenplanning, de omschrijving van de oefenkaart, lesbrieven en een oefendraaiboek. Bij het organiseren van oefeningen heeft de Oefenleider tot taak: - het uitzetten van de enscenering en opruimen na de oefening. - het vaststellen van de werkvorm aan de hand van de oefenkaart; - het uitvoeren van het draaiboek voor de oefening; - het implementeren van de lesbrief tijdens de oefening - het nabespreken en evalueren van de oefening; Waarneming/ observatie tijdens een oefening is belangrijk, om te zien of de oefendoelen worden bereikt. Bij kleine oefeningen is de oefenleider tevens observator. Meerdere observatoren zijn nodig als een oefening niet meer door één oefenleider kan worden overzien Observatoren spelen een belangrijke rol bij de nabespreking/ evaluatie, waarin geconstateerde plus en minpunten naar voren komen, om daaruit lering te trekken. 5.3 Werkwijze De Oefenvoorbereiding in 24-uursdienst wordt in principe door de oefenleider (bevelvoerder) in werktijd uitgevoerd. In de huidige dagindeling blijft er door de diverse neventaken in de praktijk te weinig of geen tijd over voor de oefenvoorbereiding. Door het oefenen naar de middag om te zetten ontstaat er wel voorbereidingstijd in de ochtend. Hij kan zich hierbij laten ondersteunen door een tweetal manschappen die tijdens de ochtendwerkzaamheden vrijgemaakt kunnen worden voor de opzet en enscenering van de oefening. De prognose is dat een bevelvoerder per oefening gemiddeld 1 uur kwijt zal zijn aan de voorbereidingstijd. Ook moet de groep bevelvoerders nadenken over welke werkzaamheden en aspecten gedelegeerd kunnen worden naar het niveau manschappen. De oefeningen voor de vrijwilligers wordt voorbereid door vrijwillige bevelvoerders en/ of de coördinator vrijwilligers. Gemiddeld kost dat 1 uur per oefening. De nabespreking vindt plaats binnen de oefentijd. De medewerker oefenen is verantwoordelijk voor het opstellen van een oefenjaarplanning. In deze planning houdt hij naast het plannen van oefeningen voor de manschappen ook rekening met de maandelijkse oefeningen voor de bevelvoerders en het realistisch oefenen (en het regionaal bijscholingsprogramma). Het registreren van oefenprestatie, presentie en het uitwerken van de evaluatie wordt door de oefenleider gedaan. Hierbij kan hij het softwareprogramma Fireman + gebruiken. De prognose is dat een bevelvoerder per oefening gemiddeld ½ uur kwijt zal zijn aan prestatie registratie. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 15

16 5.4 Kwaliteitszorg. Na elke oefening wordt per individu en per groep geregistreerd of aan de vereiste criteria van de oefenkaart is voldaan. De Oefenleider is hiervoor verantwoordelijk. Observatoren kunnen hun bevindingen tijdens een oefening noteren op de achterkant van de oefenkaart. Er zijn twee scores: voldoende of herhalen. Daarnaast is er ruimte voor opmerkingen. Na de oefening worden de registraties met eventuele opmerkingen per korpslid door de oefenleider overgenomen in de computer. Op basis van het resultaat van deze registraties kan de Oefencoördinator bepalen welke oefeningen herhaald moeten worden in de lopende of in de volgende oefencyclus. Het softwarepakket Firemen+ zal gedurende het pilotjaar 2002 worden gebruikt voor de oefenregistraties. Ook in het kader van de Arbo-wetgeving is de oefenregistratie een voorwaarde, zo blijkt uit jurisprudentie. 5.5 Aanbevelingen Stel de applicatiecursus Oefenleider verplicht voor alle bevelvoerders. Pas de functiebeschrijvingen (van de postcoördinator teamleider incidentbestrijder en medeweker oefenen) in het komend evaluatietraject aan op de taakverdeling zoals hierboven verwoord. Duidelijkheid over de kwaliteitsnorm voor oefendoelen en beoordelingscriteria: wanneer besluit de oefenleider tot herhalen. Daarbij het accent leggen op kritische vaardigheden, zoals het werken met ademlucht; Ieder korpslid de gelegenheid geven om gemiste oefeningen achteraf in te halen, deze verantwoordelijkheid weg te zetten bij de persoon zelf. Door die mogelijkheid daadwerkelijk te benutten kan het verlies van oefenuren worden teruggedrongen. Toepassing in de praktijk is een kwestie van melden, plannen en uitvoeren. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 16

17 6. Realistisch oefenen/ regionaal bijscholingsprogramma 6.1 Realistisch oefenen/ bijscholingsprogramma Momenteel wordt er op allerlei niveaus in Nederland (Binnenlandse Zaken, Nibra, LOBO en NBBE) gesproken over het scholen, bijscholen en realistisch oefenen van de brandweer. Ook binnen de regionale brandweren en in de gemeente binnen onze regio is bijscholen en realistisch oefenen een veel besproken onderwerp. Immers een goede opleiding, regelmatige bijscholing en oefenen op niveau zijn de pijlers waar de brandweer op moet bouwen. Mede aanleiding hiervoor zijn de ongevallen en branden die zich de laatste jaren in Nederland hebben voorgedaan De kwaliteit behoeft een verhoging teneinde de risico s voor het personeel te verlagen. Er ligt een duidelijke relatie naar de ARBO-wetgeving. Ook wordt er steeds kritischer gekeken naar het werk van de hulpverleners en wordt steeds vaker gevraagd om verantwoording af te leggen. Daarom dient de invoering aan een structureel bijscholingsprogramma plaats te vinden om de kwaliteit te doen stijgen. Momenteel wordt in Eindhoven elk jaar realistisch geoefend, dit vindt meestal ad-hoc plaats naar de (on)mogelijkheden op een oefenlocatie. Een visie ontbreekt en een koppeling met het oefenbeleid kan ook wat strakker worden gelegd. Daarnaast wordt de opgedane kennis tijdens de opleidingen niet bijgehouden. Voor het traject van realistisch oefenen dient het bijscholingsprogramma gevolgd te zijn, zodat alle basisprincipes en nieuwe ontwikkelingen weer parate kennis zijn. Hierdoor wordt bereikt dat het oefenprogramma op een hoger peil komt te liggen en het effect van de oefening niet verloren gaat aan het ophalen van basisbegrippen en kennis. Dan pas kan efficiëntie uit een oefening gehaald worden. Aanbeveling - Het bijscholingsprogramma hoe dat het voorgesteld wordt door de regionale brandweer over te nemen en onderdeel te laten zijn van het oefenbeleid van het korps Eindhoven. - Het jaarlijks een budget voor realistisch oefenen van te gebruiken voor het bijscholingsprogramma wat aangeboden wordt door de regio. Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 17

18 7. Financiële paragraaf 7.1 Eenmalige en structurele kosten De omzetting van het huidige naar het nieuwe oefenbeleid heeft ook een aantal financiële consequenties. Enkele aspecten brengen een eenmalige kostenpost met zich mee, andere aspecten zijn structureel. Eenmalige uitgaven: - Een applicatiecursus oefenleider voor alle bevelvoerders (17 personen) ε 6.000,-- (hiervoor kunnen we wellicht het restant van het opleidingsplan 2001 gebruiken). - Het inrichten van een tweetal instructielokalen om powerpoint presentaties ε ,-- te kunnen verzorgen. Ook de landelijke oefenbank vraagt ondersteunende middelen zoals: beamer, lap-top incl CD-rom. Voor deze aankoop wordt aansluiting gezocht met het regionaal aankooptraject inrichting leslokalen ROC. (hiervoor is reeds budgetruimte gevonden) Structurele uitgaven: - Het dagelijks oefenbudget (inhuren derden, aankoop hulpmaterialen etc ε 6.800,-- (dit is reeds een bestaand budget) - Het bijscholingsprogramma conform regionaal voorstel ε ,-- (hiervoor kunnen we het budget realistisch oefenen aanwenden wat momenteel ε ,-- bedraagt) Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 18

19 8. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen De brandweer heeft een brede verantwoordelijkheid op het terrein van openbare veiligheid en rampenbestrijding. Bij de uitvoering van repressieve taken worden we geconfronteerd met een groeiende en complexer wordende samenleving, waarin de veiligheidsrisico s voor de brandweer toenemen. Een goede voorbereiding op de praktijk is daarom noodzakelijk, een belangrijk middel daartoe is oefenen. Oefenen is nodig voor het op peil houden en verdiepen van geleerde kennis, vaardigheden en procedures. Ons korps werkt sinds 1993 met een oefensysteem dat vergelijkbaar is met die van de Leidraad Oefenen. Er is echter sprake van achterstallig onderhoud. Implementatie van de Leidraad Oefenen biedt kansen om onze huidige oefenpraktijk te verbeteren. Dit zal niet alleen de kwaliteit en de veiligheid van het brandweeroptreden bevorderen, maar ook de motivatie van het repressieve personeel verhogen. Deze notitie is bedoeld om alle aspecten te belichten die van belang zijn bij het implementeren van de Leidraad Oefenen in ons brandweerkorps. Uitgangspunt bij deze notitie is dat de bestuurlijke en multidisciplinaire oefeningen in het kader van de rampbestrijding op regionaal niveau wordt ingestoken. De officieren van dienst worden, in de toekomst, op kringniveau beoefend. We zoomen in deze notitie dan ook in op de doelgroep manschappen en bevelvoerders van het korps Eindhoven. Tevens bevat de notitie aanbevelingen over de wijze van implementatie. Tot slot is dit beleidsplan een levend document wat elke drie jaar geëvalueerd en bijgesteld dient te worden. Het succes is echter sterk afhankelijk van het enthousiasme van alle deelnemers en een professionele oefenorganisatie ter ondersteuning. Conclusies en aanbevelingen - De oefenorganisatie moet ingrijpend verbeteren. De professionele ondersteuning van het oefenen is achtergebleven bij de vraag. Enkele oorzaken zijn de voortschrijdende inzichten en prioriteitstellingen, als gevolg van veranderende maatschappelijke behoeften. De leidraad oefenen is hierbij een hulpmiddel. - Er dient een duidelijke taakverdeling te komen tussen de diverse functionarissen die raakvlakken hebben met het oefenen van ons korps.een voorstel hiertoe staat beschreven in hoofdstuk 5 van deze nota. - Het aantal beschikbare oefenuren moet in overeenstemming gebracht worden met de gestelde norm van de leidraad Oefenen. De analyse in hoofdstuk 4 geeft aan dat hiervoor ruimte is in bestaande uren voor het niveau manschap. Het niveau bevelvoerder vraagt meer creativiteit. - Het implementeren van de Leidraad Oefenen vraagt om de nodige zorgvuldigheid. De nadruk moet liggen op verhoging van de kwaliteit van oefenen. De verantwoordelijkheden worden meer in de lijn weggezet wat een extra inspanning vergt van ieder die betrokken is bij het oefenen. Draagvlak voor implementatie van de Leidraad Oefenen is belangrijk. De afdeling oefenen is in oktober 2001 al begonnen om oefeningen voor te bereiden op basis van oefenkaarten van de Leidraad, zodat men hieraan alvast kan wennen. - Stel de applicatiecursus oefenleider verplicht voor alle bevelvoerders. Kosten van deze opleiding bedraagt 6000 en is eenmalig. - Bij de aanvang van een oefening gaat in de praktijk veel tijd verloren. Door per oefengelegenheid meerdere oefenkaarten/ onderwerpen te combineren, kan extra tijdwinst worden geboekt. (Ik denk hierbij aan carousseloefeningen en oefenen in kleinere clusters). - Momenteel is er jaarlijks een budget voor realistisch oefenen van ε willen we als korps aansluiten op het bijscholingsprogramma van de regio betekent dit dat we dit bedrag kunnen gebruiken voor dit bijscholingsprogramma. (schatting ε ) - Voor het dagelijks oefenen ε 6800 te reserveren. (is huidig budget elementair oefenen) Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 19

20 - Het eenmalig aankopen van een lap-top (met cd-rom), beamer, inrichting lokaal en up-daten van het oefen/ ensceneringsmateriaal een eenmalig bedrag reserveren van ε Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 20

21 Bijlage 1a: Berekening benodigde oefenuren basispakket. Te behandelen oefenkaarten uit basispakket (verplicht voor alle korpsen) Takenpakket Kaartserie Taak/doelgroep Afkorting Algemene Basistaken: Bijbehorende basisoefeningen verplicht uit te voeren 000 Algemene basis brandweeroptreden Bra Basisoef. 011 Organisatie 5,0 Oefentijd Keuzeoef. 012 Kennis verzorgingsgebied 2,0 3,0 013 Communicatie en teamvorming 2,0 Subtotaal groep 000 9,0 100 Brandbestrijding Bra 101 Verbranding en blussing 1,0 1,0 102 Materiaal 2,5 013 Risicobewustzijn bij brandweeroptreden 1,0 104 Aflegsystemen 4,5 2,5 105 Techniek / tactiek bij brandbestrijding 1,5 1,5 106 Schade beperken en/of voorkomen 1,0 107 Brandpreventieve voorzieningen 0,5 1,0 108 Persoonlijke bescherming 5,0 109 Procedures bij brandbestrijding 0,0 4,0 110 Inzetoefeningen 3,0 1,0 111 Realistische oefeningen brandbestrijding 3,5 112 Levensreddende handelingen 2,0 Subtotaal groep ,5 200 Hulpverlening Hv 201 Inzetsysteem hulpverlening 2,5 1,0 202 Gevaren bij hulpverlening 1,0 203 Elektriciteit 0,0 1,5 204 Hydraulisch gereedschap 3,0 1,0 205 Hefgereedschap 2,0 206 Snijbrander 0,0 1,0 207 Kettingzaag 1,0 208 Doorslijpschijf 0,0 1,0 209 Hijsgereedschap 1,0 1,0 211 Liften 0,0 1,0 212 Bouwconstructies 1,5 3,0 213 Veilig werken op hoogte 1,0 1,0 214 Dichtingsmiddelen 2,0 215 Handgereedschap bij hulpverlening 1,0 216 Inzetoefeningen hulpverlening 7,0 2,0 Subtotaal groep ,0 300 Ongevalsbestrijding GevSto Ogs 301 Identificatie gevaarlijke stoffen 2,5 302 Meetapparatuur 0,5 303 Techniek/ tactiek bij OGS 2,0 1,0 Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 21

22 304 Chemicaliënkleding 3,5 2,0 305 Materiaal 0,0 1,5 306 Inzetoefeningen OGS 2,0 1,0 Subtotaal groep ,5 Totaal verplichte basisoefeningen 68,0 Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 22

23 Bijlage 1b: Berekening benodigde oefenuren keuzepakket. Te behandelen oefenkaarten uit keuzepakket (korpsspecifiek) Takenpakket Kaartserie Taak/doelgroep Afkorting Keuzetaken: Korpsspecifiek voor 24-uursdienst *1 = Centrum *2 = Woensel 401 Specialisme chauffeur / bedienaar Basisoef. Oefentijd Keuzeoef. 401-A Tankautospuit 2,0 401-B Autoladder 2,0 401-D *2 Schuim(poeder)bluswagen 2,0 401-E Haakarmvoertuigen 1,0 401-F *1 Waterongevallenvoertuig 2,0 401-G Hulpverleningsvoertuig 2,0 Subtotaal groep 401 *1: 9,0 *2: 9,0 402-A *2 Watertank (schuimvoorraadhaakarmbak) 1,0 402-E *2 Dompelpomphaakarmbak 2,0 402-F *1 Ademluchthaakarmbak 2,0 402-I *1 OGS-haakarmbak 2,0 402-J *2 Hulpverleningshaakarmbak 2,0 402-K *2 HVH basis- en groepsuitrusting 1,0 Subtotaal groep Specialisme Duiken *1: 4,0 *2: 6,0 404-A Duikuitrusting en procedures 2,0 404-B Zwemvaardigheid 1,0 404-C Zoekmethoden en communicatie 2,0 404-D Redding / behandeling slachtoffer 2,0 404-E Inzetoefening duiken 5,0 Subtotaal groep ,0 405 *1 Specialisme Gaspak 405-A Aan- en uitkleedprocedure gaspak 2,0 405-B Oefeningen in gaspak 6,0 405-C Communicatie 1,0 Subtotaal groep 405 9,0 406 *1 Specialisme Verkenner GevSto 406-A Gasmeetbuisjes 1,5 406-B RA-meter 1,5 406-C Kaartlezen 1,5 406-D Communicatie/ coördinatie 1,5 Subtotaal groep 406 6,0 500 *2 Grootschalig optreden brandbestrijding Gob 501 Grootschalig optreden 2,0 502 Grootschalig watertransport 3,0 Subtotaal groep 500 2,0 3,0 Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 23

24 503 *2 Grootschalig optreden hulpverlening Goh 503-A Zwaar hydraulisch gereedschap 2,0 503-B Gebruik opsporingsapparatuur 1,0 503-C Inzet opsporingsapparatuur 1,0 503-D Inventaris containers basis/ spec. HV uitr. 1,0 503-E Inzet basis/ specialistische HV uitrusting 1,0 503-F Overbruggen hoogteverschillen 1,0 Subtotaal groep 503 7,0 Werkgroep oefenbeleid, Eindhoven december 2001 Pagina 24

3.1 Fase 1: Takenpakket en competentieniveau vaststellen. Afbeelding 3.1 Takenpakket en competentieniveau vaststellen

3.1 Fase 1: Takenpakket en competentieniveau vaststellen. Afbeelding 3.1 Takenpakket en competentieniveau vaststellen 3. Oefensystematiek De systematiek van deze Leidraad Oefenen is gebaseerd op een periodieke oefencyclus (zie hoofdstuk 2), die uit zeven fasen bestaat. De uitkomsten van de laatste fase vormen de input

Nadere informatie

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen.

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5.1 Ordening van de oefenkaarten De ordening van de oefenkaarten is gebaseerd op de volgende

Nadere informatie

Bijlage 3C - Concept Draaiboek

Bijlage 3C - Concept Draaiboek Bijlage 3C - Concept Draaiboek Datum : Locatie : Inhoud Eindoefening... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie... 3

Nadere informatie

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht A-E-F Draaiboek : 103C-DB02 Datum : 21-12-2011 Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht B-C-D Draaiboek : 103C-DB01 Datum : 21-12-2011 Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief)

Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief) Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief) SAMENVATTING...2 1. INLEIDING...3 2. WETTELIJK KADER...4 3. FILOSOFIE LEIDRAAD OEFENEN...4 4. HUIDIGE SITUATIE IN TWENTE...5 5. CONSEQUENTIES

Nadere informatie

Werkexemplaar Leidraad Oefenen

Werkexemplaar Leidraad Oefenen Werkexemplaar Leidraad Oefenen LEIDRAAD BRANDWEER KWALITEITSNORM De Leidraad Oefenen is ontwikkeld door het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra, in nauwe samenwerking met het Landelijk Platform

Nadere informatie

Oefenbeleidsplan 2007-2010 Gemeentelijke brandweer Grave. Voorop in kwaliteit door verbeteren en vernieuwen!

Oefenbeleidsplan 2007-2010 Gemeentelijke brandweer Grave. Voorop in kwaliteit door verbeteren en vernieuwen! Oefenbeleidsplan 2007-2010 Gemeentelijke brandweer Grave Voorop in kwaliteit door verbeteren en vernieuwen! Hoofdstuk 1 Inleiding 4 1.1 Wettelijk kader 4 1.2 Oefenbeleid,doelstellingen en uitgangspunten

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement t. Functie oefencoördinator Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub t Besluit personeel veiligheidsregio s

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A Elementaire oefening Oefenkaart 102B 202C 302C Verkenning met adembeschermende middelen Opdracht A Draaiboek : 102B-DB02 Datum : 13-12-2007 Locatie : Jacobswoude Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud...

Nadere informatie

Brandweer Sliedrecht Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010

Brandweer Sliedrecht Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010 Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010 Referentie oefenkaart / lesbrieven Oefenkaart(en) Manschappen Oefenkaarten: L103 : Gevaren bij repressief optreden 105-A : Verkenning 105-B

Nadere informatie

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Van bijscholen en oefenen naar Blijvende vakbekwaamheid Brandweer maakt deel uit van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is

Nadere informatie

Oefenkaart 103D - Handladders en schoorsteengereedschap. 113C - Op hoogte werken

Oefenkaart 103D - Handladders en schoorsteengereedschap. 113C - Op hoogte werken Elementaire oefening Oefenkaart 103D - Handladders en schoorsteengereedschap (opdracht A) 113C - Op hoogte werken Draaiboek : 103D-DB02 Datum : Locatie : Inhoud Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en

Nadere informatie

Elementaire oefening. geblokkeerde lift. Opdracht A, B, C en D. Draaiboek : 113B-DB02 Datum : [Geef tekst op]

Elementaire oefening. geblokkeerde lift. Opdracht A, B, C en D. Draaiboek : 113B-DB02 Datum : [Geef tekst op] Elementaire oefening Oefenkaart 113B Personen bevrijden uit geblokkeerde lift Opdracht A, B, C en D Draaiboek : 113B-DB02 Datum : [Geef tekst op] Locatie : NIFV / NVBR - Bron: Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

OEFENBELEID EN OEFENKAARTEN

OEFENBELEID EN OEFENKAARTEN OEFENBELEID EN OEFENKAARTEN Oefenbeleid, visietekst: versie 23/08/10 1 Oefenbeleid De toenemende complexiteit van de samenleving vraagt om een verdergaande professionalisering van het repressief brandweeroptreden.

Nadere informatie

Opleidings- en oefenbeleid

Opleidings- en oefenbeleid Bijlage 1 Opleidings- en oefenbeleid 2011-2014 Brandweer Bladel Opleidings- en oefenbeleid 2011-2014 Brandweer Bladel 1 Inhoudsopgave pagina 1.0 Opleiding (Vakbekwaam worden) 2 1.1 Uitgangspunten opleidingsbehoefte

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 10 juli 2008 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 101A Risico s bij brand signaleren Opdracht A en B Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Oefenkaart 101A Risico s bij brand signaleren...

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E. Opdracht A t/m D

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E. Opdracht A t/m D Elementaire oefening Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E Opdracht A t/m D Draaiboek : 102D-DB02 Datum : 20-8-2007 Locatie : Kantoor Emmalaan Inhoud Opmerking [LMB1]: Deze inhoudsopgave

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement r. Functie medewerker opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub r Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer. <<gemeente>>, <<periode>>

Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer. <<gemeente>>, <<periode>> Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer , NHN-model beleidsplan gemeentelijk BOOB 2008Pagina 1 van 32 Samenvatting... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Doelstellingen...

Nadere informatie

Elementaire oefening. Opdracht A. Draaiboek : 101A-DB01 Datum : Locatie : leslokaal

Elementaire oefening. Opdracht A. Draaiboek : 101A-DB01 Datum : Locatie : leslokaal Elementaire oefening Oefenkaart 101A Risico's bij brand signaleren Opdracht A Draaiboek : 101A-DB01 Datum : Locatie : leslokaal Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en

Nadere informatie

HORENDE BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN

HORENDE BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN MODEL NOTA VAN TOELICHTING HORENDE BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN Inleiding; Een aantal Algemene Bepalingen zijn in deze nota van toelichting nader uitgewerkt. Het beoogde doel van deze uitwerkingen is om

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Vakbekwaamheid. Portfolio. Aantoonbaar vakbekwaam (Beoordelingsportfolio) Diploma/certificaat Beoordeling Certificaat

Vakbekwaamheid. Portfolio. Aantoonbaar vakbekwaam (Beoordelingsportfolio) Diploma/certificaat Beoordeling Certificaat Vakbekwaamheid Vakbekwaam Worden Vakbekwaam blijven Oefenen Bijscholen Repressie Portfolio Aantoonbaar vakbekwaam (Beoordelingsportfolio) Diploma/certificaat Beoordeling Certificaat Lerende organisatie

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Opleiding & oefenbeleid in het kader van de OPZ's

Opleiding & oefenbeleid in het kader van de OPZ's 8 december 2010 Opleiding & oefenbeleid in het kader van de OPZ's Dhr. Johan Schoups KCCE Olt. Tom Van Esbroeck BW Gent Inleiding De bedoeling van deze infovergadering is duiding te geven bij de ontwikkeling

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D Levensreddend handelen 2 202E 302E. Datum : Locatie :

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D Levensreddend handelen 2 202E 302E. Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 102D Levensreddend handelen 2 202E 302E Opdracht A t/m D Datum : Locatie : Inhoud Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie...

Nadere informatie

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Elementaire oefening Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Opdracht A en B Draaiboek : 102A-DB01 Datum : Locatie : NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 102A-DB01 - Juli 2007 2 Inhoud

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 10 oktober 2005 te Arnhem vastgesteld door het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel.

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

A-B-C + extra opdracht

A-B-C + extra opdracht Elementaire oefening Oefenkaart 113A: Opdracht: Boom omzagen en doorslijpmachine hanteren A-B-C + extra opdracht Draaiboek : 113A-DB01 Datum : Locatie : 1 Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Elementaire oefening Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Opdracht A en B Draaiboek : 102A-DB01 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie...

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie gaspakdrager werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie verkenner (gevaarlijke stoffen) werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende

Nadere informatie

Elementaire oefening. inzetten. Opdracht A t/m E. Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. inzetten. Opdracht A t/m E. Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 103B Aflegsystemen opbouwen en inzetten Opdracht A t/m E Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Oefenkaart 103B Aflegsystemen opbouwen

Nadere informatie

5 1 a nota rangen voorblad RMT met besluit (2) 1

5 1 a nota rangen voorblad RMT met besluit (2) 1 Vergadering RMT Brandweer 9 november 2010 Agendapunt nummer 5.1 Onderwerp notitie functies en rangen brandweer Limburg-Noord. Auteur Lenders/ van Mierlo Portefeuillehouder Van der Schuit Voorstel : 1.

Nadere informatie

SAMENVATTING. Meerjaren Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening

SAMENVATTING. Meerjaren Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening SAMENVATTING Van: Nico van der Sluijs Datum: 9 maart 2005 Onderwerp: Meerjaren Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening Indeling van het beleidsplan Het beleidsplan is opgebouwd uit veertien paragrafen

Nadere informatie

Slachtoffer redden op diepte. Oefening. Brandweerduiken Optreden als Duikploeg Frequentie: korpsspecifiek

Slachtoffer redden op diepte. Oefening. Brandweerduiken Optreden als Duikploeg Frequentie: korpsspecifiek Slachtoffer redden op diepte Oefening Doel Specialisme Brandweerduiken Optreden als Duikploeg Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De duikploeg voert op veilige en effectieve wijze een redding uit

Nadere informatie

Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen

Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Voorwoord Reddingsbrigade Nederland introduceert per 1 september 2015 de Licentieregeling. Door middel van de licentieregeling wil Reddingsbrigade Nederland een

Nadere informatie

NB: Dit voorstel is op 28 augustus 2008 besproken in het overleg van de pilotregio s. De uitkomsten van dit overleg zijn in de notitie verwerkt.

NB: Dit voorstel is op 28 augustus 2008 besproken in het overleg van de pilotregio s. De uitkomsten van dit overleg zijn in de notitie verwerkt. Herziening Leerwerkplekopdrachten Manschap a Aanleiding voor de herziening In de pilot die in vier regio s (Den Haag, Zuid-Holland-Zuid, Zuid-Oost Noord-Brabant en Twente) is uitgevoerd naar het werkend

Nadere informatie

Elementaire oefening. hydraulische gereedschap. Opdracht A, B en C. Draaiboek : 112B-DB01 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. hydraulische gereedschap. Opdracht A, B en C. Draaiboek : 112B-DB01 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 112B: Slachtoffers bevrijden met hydraulische gereedschap Opdracht A, B en C Draaiboek : 112B-DB01 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties

Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties Bijlage 1 Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties Inleiding Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft, in het kader van

Nadere informatie

Grootschalig Watertransport

Grootschalig Watertransport Grootschalig Watertransport Brandweer Midden- en West-Brabant Versie 1.1, juni 2009 1 Naam: Brandweer Midden- en West-Brabant Versie: 1.1 Datum: juni 2009 Opsteller: afdeling operationele voorbereiding,

Nadere informatie

Slachtoffer redden op of onder het ijs. Oefening. Brandweerduiken Optreden als duikploeg Frequentie: korpsspecifiek

Slachtoffer redden op of onder het ijs. Oefening. Brandweerduiken Optreden als duikploeg Frequentie: korpsspecifiek Slachtoffer redden op of onder het ijs Oefening Doel Specialisme Brandweerduiken Optreden als duikploeg Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De duikploeg voert op veilige en effectieve wijze een redding

Nadere informatie

Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie

Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie Bovenstaand treft u ons model blijvende vakbekwaamheid aan. Dit model zou u kunnen zien als een knoppenmodel. Knoppen waaraan op basis van onze

Nadere informatie

Beperkte THV Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Beperkte THV Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus 511 Technische hulpverlening bij een verkeersongeval Oefening Doel Basisbrandweerzorg Beperkte THV en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Algemeen doel De ploeg verricht werkzaamheden

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement b. Functie bevelvoerder Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub b Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

VAARDIGHEIDSTOETS Provinciaal

VAARDIGHEIDSTOETS Provinciaal VAARDIGHEIDSTOETS Provinciaal DATUM: 13 april 2019 PLAATS: Smilde KLASSE: 112 Let op! Er geldt een verplichte rijroute! ALGEMEEN BRANDWEER WEDSTRIJD COMITE SMILDE -2- Datum: 13 april 2019 Voorwoord Burgemeester

Nadere informatie

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Oefening Doel Specialisme Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief een inzet uit bij een

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

Beleidsplan 2004-2009 Opleiding en Oefening Gemeentelijke brandweer Grave

Beleidsplan 2004-2009 Opleiding en Oefening Gemeentelijke brandweer Grave Beleidsplan 2004-2009 Opleiding en Oefening Gemeentelijke brandweer Grave 1 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Pag. 1. Inleiding Opleidingsplan 4 1.1 Wettelijk kader 5 1.2 Uitgangspunten 6 1.3 Huidige situatie

Nadere informatie

Oefenkaart 102C Levensreddend handelen 1 202D 302D

Oefenkaart 102C Levensreddend handelen 1 202D 302D Elementaire oefening Oefenkaart 102C Levensreddend handelen 1 202D 302D Opdracht A t/m E Datum : Locatie : Inhoud Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie...

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt. Verkeersongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen Oefening Doel Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke

Nadere informatie

Is uw werknemer vrijwilliger bij Brandweer Flevoland? Flevoland

Is uw werknemer vrijwilliger bij Brandweer Flevoland? Flevoland Is uw werknemer vrijwilliger bij Brandweer Flevoland? Flevoland Wat betekent dit voor uw bedrijf? De brandweer: behulpzaam, deskundig en daadkrachtig 2 Brandweermensen, beroeps en vrijwilligers, zijn mannen

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in

Nadere informatie

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Belangrijkste informatie Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Het bestuur van de VRK zet kanttekeningen

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie chauffeur werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 4 oktober 2007 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Een andere kijk op oefenen. Jaap Molenaar Vakgroepdecaan Incidentmanagement

Een andere kijk op oefenen. Jaap Molenaar Vakgroepdecaan Incidentmanagement Een andere kijk op oefenen Jaap Molenaar Vakgroepdecaan Incidentmanagement Programma Oefenen traditioneel gezien Actuele ontwikkelingen Oefenen nieuwe stijl Hoe ziet dat er uit Wat vraagt dit van de organisatie

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie voertuigbediener werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid. 2 Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Nadere informatie

Woningbrand bestrijding. Oefening

Woningbrand bestrijding. Oefening Woningbrand bestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De ploeg voert veilig

Nadere informatie

Oefenen op maat. Verslag van de werkplaatsen en werkgroepen die hebben plaatsgevonden ter voorbereiding op Oefenen op maat. Beheerder: Marc Meijs

Oefenen op maat. Verslag van de werkplaatsen en werkgroepen die hebben plaatsgevonden ter voorbereiding op Oefenen op maat. Beheerder: Marc Meijs Oefenen op maat Status: Definitief Verslag van de werkplaatsen en werkgroepen die hebben plaatsgevonden ter voorbereiding op Oefenen op maat. Beheerder: Marc Meijs Datum: november 2014 Dit stuk Dit stuk

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren brandweer

Prestatie-indicatoren brandweer Prestatie-indicatoren brandweer Prestatie-indicatoren brandweer Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Aanleiding 10 1.2 Doelstelling 10 1.3 Prestatie-indicatoren 11 1.4 Uitgangspunten prestatie-indicatoren 11 1.5

Nadere informatie

Woningbrandbestrijding. Oefening

Woningbrandbestrijding. Oefening Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b(optioneel) en bevelvoerder Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De ploeg

Nadere informatie

toepassen Op hoogte werken

toepassen Op hoogte werken Elementaire oefening Oefenkaart 103D 113C Diverse gereedschappen toepassen Op hoogte werken Draaiboek : 103D/113C-DB01 Datum : Locatie : NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 103D-DB01 nov.

Nadere informatie

Vakbekwaamheid Brandweer

Vakbekwaamheid Brandweer BIJLAGEN Vakbekwaamheid Brandweer KENNIS EN VAARDIGHEID VAN BEVELVOERDERS EN OFFICIEREN VAN DIENST Vakbekwaamheid Brandweer KENNIS EN VAARDIGHEID VAN BEVELVOERDERS EN OFFICIEREN VAN DIENST Bijlagen juni

Nadere informatie

Werkgeversbrochure. Uw medewerker bij Brandweer IJsselland

Werkgeversbrochure. Uw medewerker bij Brandweer IJsselland Werkgeversbrochure Uw medewerker bij Brandweer IJsselland Brandweer IJsselland Brandweer IJsselland is onderdeel van Veiligheidsregio IJsselland. We houden ons bezig met het voorkomen en bestrijden van

Nadere informatie

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Portefeuillehouder van der Zwan Datum collegebesluit 1 maart 2016 Opsteller H. Tanja Registratie GF16.20022 Agendapunt 14 Voorstel

Nadere informatie

Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig

Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig brandweeroptreden van de Veiligheidsregio Zeeland. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Brandbestrijding bedrijfsgebouwen. Oefening

Brandbestrijding bedrijfsgebouwen. Oefening 503 Brandbestrijding bedrijfsgebouwen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De

Nadere informatie

Regie op vernieuwde repressie

Regie op vernieuwde repressie Regie op vernieuwde repressie Op weg naar 2015 en verder. Opgesteld door: Versiebeheer Paul Weyling 1.0. 22-12-2012 Lucas de Lange Lucien Groenewegen Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Toekomstperspectief

Nadere informatie

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Jan Hazeleger Kenny Essers Plv Hfd Repressie Chef Preparatie Utrecht Amersfoort 30/06/2008 1 Waar gaan we het over hebben Aanleiding

Nadere informatie

VAKBEKWAAMHEID BRANDWEER. Kennis en vaardigheid van bevelvoerders en officieren van dienst

VAKBEKWAAMHEID BRANDWEER. Kennis en vaardigheid van bevelvoerders en officieren van dienst VAKBEKWAAMHEID BRANDWEER Kennis en vaardigheid van bevelvoerders en officieren van dienst BIJLAGEN juni 2004 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Inhoudsopgave pagina A Landelijke regelgeving en richtlijnen

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Elementaire oefening. verkeersongeval. Opdracht A en B. Draaiboek : 112A-DB01 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. verkeersongeval. Opdracht A en B. Draaiboek : 112A-DB01 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 112A Slachtoffers bevrijden bij een verkeersongeval Opdracht A en B Draaiboek : 112A-DB01 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep

Nadere informatie

Nr. 1998/5/6 Sector MI. Exloo, 14 april Onderwerp: Vaststelling Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Borger-Odoorn

Nr. 1998/5/6 Sector MI. Exloo, 14 april Onderwerp: Vaststelling Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Borger-Odoorn Nr. 1998/5/6 Sector MI Exloo, 14 april 1998 Onderwerp: Vaststelling Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Borger-Odoorn OS M c,c? S" / i J Aan de gemeenteraad, ^~- ) De raden van de voormalige

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Ongeval met gevaarlijke stoffen bij stationaire Oefening Doel Basisbrandweerzorg Beperkt OGS en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief

Nadere informatie

Branchestandaarden blijvende vakbekwaamheid Tips voor de praktijk

Branchestandaarden blijvende vakbekwaamheid Tips voor de praktijk Branchestandaarden blijvende vakbekwaamheid Tips voor de praktijk De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid. 2 Tips voor de praktijk Van 2013 tot en met 2015 is er met het

Nadere informatie

brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer!

brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer! I brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer! Brandweer Veiligheidsregio Utrecht zoekt vrijwilligers Werken bij de brandweer: voor sommigen is het een droom, voor anderen een roeping. Werken

Nadere informatie

VAARDIGHEIDSTOETS 2018 Provinciaal

VAARDIGHEIDSTOETS 2018 Provinciaal VAARDIGHEIDSTOETS 2018 Provinciaal DATUM: 10 maart PLAATS: Peize KLASSE: 112 ALGEMEEN BRANDWEER WEDSTRIJD COMITE Peize -2- Datum: 10 maart 2018 Voorwoord Burgemeester Hartelijk welkom in Peize in de gemeente

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening Oefening Doel Specialisme Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b (optioneel) en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief een inzet

Nadere informatie

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond NOTA VAN TOELICHTING BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond NOTA VAN TOELICHTING BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond NOTA VAN TOELICHTING BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN INLEIDING Een aantal met name genoemde Algemene Bepalingen is in deze nota van toelichting nader uitgewerkt. Het doel

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 16 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

1. Inleiding op het onderdeel beleid voor bedrijfshulpverlening

1. Inleiding op het onderdeel beleid voor bedrijfshulpverlening 1. Inleiding op het onderdeel beleid voor bedrijfshulpverlening 1.1 Wat is bedrijfshulpverlening? Bedrijfshulpverlening gaat over de manier waarop een bedrijf kleine en grotere calamiteiten het hoofd biedt.

Nadere informatie

Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013

Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013 Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013 Brandweer Limburg-Noord Vastgesteld, zie bladzijde 3 Werkdoc-Stuk begelcom-not\geplaatst 2010\oefenbeleid\Limbrug Nrd- brandweer beleidsplan 2010-2013.doc

Nadere informatie

Brochure 2015/2016 Brandweeronderwijs met het oog op de toekomst!

Brochure 2015/2016 Brandweeronderwijs met het oog op de toekomst! Brochure 2015/2016 Brandweeronderwijs met het oog op de toekomst! Opleidingen bij de Stichting Brandweeropleidingen BOGO In deze opleidingsbrochure leest u meer over de leergangen en cursussen die worden

Nadere informatie

Vergelijkende studie minimale middelen brandweer Buurlanden van België

Vergelijkende studie minimale middelen brandweer Buurlanden van België Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Analyse Organisatie... 2 2.1. Algemene gegevens buurlanden... 2 2.1.1. Basisbrandweerzorg Duitsland (Zie Overzichtstabellen p. 6)... 2 2.1.2. Basisbrandweerzorg Nederland (Zie

Nadere informatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Rigaweg 26, 9723 TH Groningen T: (050) 54 45 112 // F: (050) 54 45 110 E: info@precare.nl // www.precare.nl Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Nalooplijst hoofdstuk 4 Elementen in de beheersing van

Nadere informatie

PORTFOLIO FUNCTIE BEVELVOERDER

PORTFOLIO FUNCTIE BEVELVOERDER PORTFOLIO FUNCTIE BEVELVOERDER Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel

Nadere informatie

Notitie Kwaliteitsbevordering Arbitrage

Notitie Kwaliteitsbevordering Arbitrage Notitie Kwaliteitsbevordering Arbitrage De kwaliteitsbevordering van de arbitrage in de korfbalsport is geformuleerd als onderwerp binnen het KNKV als ook een thema binnen het gehouden Masterplan Arbitrage

Nadere informatie