Oefenbeleidsplan Gemeentelijke brandweer Grave. Voorop in kwaliteit door verbeteren en vernieuwen!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oefenbeleidsplan 2007-2010 Gemeentelijke brandweer Grave. Voorop in kwaliteit door verbeteren en vernieuwen!"

Transcriptie

1 Oefenbeleidsplan Gemeentelijke brandweer Grave Voorop in kwaliteit door verbeteren en vernieuwen!

2 Hoofdstuk 1 Inleiding Wettelijk kader Oefenbeleid,doelstellingen en uitgangspunten Oefendoelgroep Oefenfilosofie volgens leidraad Oefenfilosofie Brandweer Grave Eisen ten aanzien van geoefendheid 7 Hoofdstuk 2 De Oefencyclus De oefencyclus Fase 1: vaststellen takenpakket Fase 2: oefenkaarten vaststellen Fase 3: planning Fase 4: oefenen Fase 5: meten Fase 6: registratie Fase 7: analyse 10 Hoofdstuk 3 De Structuur van het Oefenen Oefenen vrijwilligers Eindoefeningen en kwaliteitstoetsen Realistisch oefenen 12 Hoofdstuk 4 De OBG-structuur De huidige situatie De gewenste situatie Taken OBG Uitwerken van oefeningen Het evalueren van oefeningen 15 Hoofdstuk 5 Kwaliteitsborging oefenen Doelgroep oefenoefeningen en kwaliteitstoetsen Randvoorwaarden kwaliteitsborging Evalueren eindoefeningen Kwaliteitstoetsen motorische vaardigheden 18 Hoofdstuk 6 Taken en verantwoordelijkheden Organisatie van het oefenen Oefencoördinator en medewerker oefenen Oefenleiders Veiligheidsfunctionaris Waarnemers en oefenondersteuning De OBG Medewerker TD Administratieve ondersteuning 22 Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

3 Hoofdstuk 7 Financiële onderbouwing Huidige situatie De gewenste situatie Realistisch oefenen manschappen Realistisch oefenen bevelvoerders Reguliere oefenkosten Conclusie 24 Hoofdstuk 8 Implementatie oefenbeleidsplan Doelstelling oefenbeleidsplan Gefaseerd invoeren OBG Organiseren, faciliteren en begeleiden reguliere oefeningen Organiseren eindoefeningen Organiseren kwaliteitstoetsen Realistisch trainen nationaal en internationaal 26 Hoofdstuk 10 Jaarlijkse evaluatie en actualisatie Evalueren en actualiseren oefenbeleidsplan Oefenjaarrooster Evalueren en actualiseren OBG Bepalen gewenste geoefendheid 27 Bijlage 1 Oefenschema realistisch oefenen bij RISC in Roterdam Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

4 Hoofdstuk 1 Inleiding Oefenen is één van de kerntaken van Brandweer Grave. Door middel van oefenen worden kennis en vaardigheden op peil gehouden en getoetst. De organisatie rondom het oefenen voor de periode van 2007 tot en met 2010 staat in dit beleidsplan beschreven. Het nevendoel van dit rapport is dat alle medewerkers van Brandweer Grave zich bewust worden dat oefenen een kernactiviteit is en noodzakelijk is voor het continu verbeteren van de repressieve brandweerorganisatie. 1.1 Wettelijk kader De taken van de brandweer komen voort uit de Brandweerwet en de wet op rampen en zware ongevallen. Verder dient de organisatie te voldoen aan de eisen opgenomen in Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet. De ARBO-wetgeving stelt nadrukkelijk dat werkgevers verantwoordelijk zijn voor het goed voorbereiden van werknemers op hun taken, zodat de veiligheid bij de taakuitvoering is gegarandeerd. Vrij vertaald uit de wetgeving dient iedereen met een repressieve taak voldoende geoefend te zijn voor de taken die naar waarschijnlijkheid kunnen voorkomen binnen het verzorgingsgebied. Veiligheid en snelheid zijn belangrijke factoren bij het uitvoeren van brandweertaken. De maatstaf voldoende geoefend wordt verder in dit rapport nader toegelicht. 1.2 Oefenbeleid, doelstellingen en uitgangspunten Oefenbeleid Beleid betreft altijd uitgangspunten op de lange termijn, gebaseerd op specifieke omstandigheden en (maatschappelijke) ontwikkelingen. Dit geldt ook voor oefenbeleid. Het landelijke oefenbeleid wordt gestuurd door de volgende uitgangspunten; - gestructureerd oefenen in het oefenen moet een logische opbouw zitten die aansluit op de verschillende functies en taken van brandweerpersoneel en op de verantwoordelijkheden die elke functie met zich meebrengt. - uniform oefenen De kwaliteit van oefeningen moet landelijk gestandaardiseerd zijn, zowel wat betreft de inhoud als de uitvoering van oefeningen. Oefeningen worden op deze manier herhaalbaar en uitwisselbaar. - effectief en veilig oefenen Oefeningen moeten worden gebaseerd op duidelijk geformuleerde doelen en resultaten en de deelnemers op geen enkele wijze in gevaar brengen. Oefenen moet dus zowel effectief als veilig gebeuren. Deze landelijke uitgangspunten liggen vast in de Leidraad Oefenen en het rapport Beter Oefenen bij de Brandweer, beide producten van het Ministerie van BZK. Met het project BOB, waarvan de leidraad Oefenen een voortvloeisel is, beoogt BZK de landelijke kwaliteit van het oefenen te standaardiseren en maatschappelijke ontwikkelingen zoals de toenemende eisen aan het brandweerwerk en de verscherpte Arbowetgeving vormden de basis voor dit beleid. De genoemde landelijke uitgangspunten van het oefenbeleid zijn richtinggevend voor het oefenen zoals dat op regionaal en lokaal niveau wordt uitgevoerd. Regionale en gemeentelijke oefenbeleidsplannen worden echter gebaseerd op de specifieke kenmerken van het regionale en lokale verzorgingsgebied. Om een voorbeeld te noemen; de functie van brandwacht in Amsterdam wijkt op bepaalde punten af van de functie Brandwacht in Grave. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

5 Doelstellingen Oefenbeleid heeft primair als doel om de functionele kennis en vaardigheden van de medewerkers op peil te houden. In zijn algemeenheid kan een afgewogen oefenbeleid de volgende doelen bereikbaar maken; 1. Het op peil houden en/of verbeteren van kennis en vaardigheden. Na de brandweeropleiding heeft iedereen een minimumniveau aan kennis en vaardigheden bereikt. De opgedane kennis moet echter onderhouden worden en de vaardigheden moeten verder worden ontwikkeld. Frequent oefenen is noodzakelijk om goed (repressief) functioneren van de brandweer te garanderen. 2. Mensen kritisch naar hun functioneren te laten kijken en laten experimenteren met nieuwe procedures, richtlijnen en /of materiaal. In oefeningen is een dialoog tussen oefenleider en deelnemers belangrijk. Bedenk wel dat de praktijk altijd de beste leermeester is. 3. Het optimaliseren van de samenwerking tussen de overige hulpdiensten. De brandweerorganisatie kan zich dus niet alleen richten op haar eigen taken, maar moet ook gericht zijn op samenwerking met andere diensten. 4. Het doorlichten van de organisatie. Door toetsing van de kennis en vaardigheden door middel van oefeningen kan mede een oordeel gevormd worden van de kwaliteit van de organisatie. Dit geldt voor alle schakels waarbij de brandweer als organisatie betrokken is. Een toetsing in de praktijk is uiteraard het meest realistisch, maar praktisch moeilijk uitvoerbaar. Oefeningen zijn dan het alternatief. De doelstelling van een oefenbeleidsplan is het geven van een inhoudelijke basis aan het beleid van oefenen. Dit rapport dient antwoord te geven op de vraag: Hoe kan Brandweer Grave haar organisatie het beste inrichten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van de oefeningen vóór het eind van 2010, verbeterd zijn. De jaarlijkse evaluatie is een essentieel onderdeel van dit oefenbeleidsplan, zowel van de inhoud van dit plan als van de structuur van de oefensystematiek. In deze evaluatie wordt bepaald of de doelstellingen aan het eind van ieder jaar behaald zijn. Het plan zal zich op deze wijze steeds verder ontwikkelen en verbeteren. Het plan is dus nooit af, maar zal een continu project worden dat jaarlijks wordt geëvalueerd en verbeterd. Het oefenen wordt tot op dit moment gezien als een verplichte taak. Het is van groot belang dat alle medewerkers van Brandweer Grave inzien dat het oefenen één van de kerntaken is. Daarbij moet het oefenen als leuk en zinvol ervaren worden. Iedereen die ten tijde van een oefening een taak moet verrichten, zal zich voor 100% moeten inzetten om de oefening zo realistisch en leerzaam mogelijk te laten verlopen. Voor het oefenen bestaat tot op dit moment nog geen harde kwaliteitsnorm, uitgedrukt in kengetallen of prestatieindicatoren. In dit plan worden een aantal van die kengetallen voorgesteld. Door de jaarlijkse evaluatie van dit plan zullen deze kwaliteitsnormen steeds realistischer worden en voldoen aan nieuwe eisen. Het uiteindelijke doel van het oefenbeleidsplan in 2010 is te komen tot een niveau van voldoende geoefend repressief brandweerpersoneel op het gebied van de basiszorg en de specialismen van Brandweer Grave. 1.3 Oefendoelgroep Iedere medewerker binnen Brandweer Grave met een repressieve taak, moet voldoende voorbereid zijn op de praktijk. Dit zijn met name de vrijwilligers. Verder zijn er enkele dagdienstmedewerkers met een repressieve taak, die incidenteel invallen in de ploeg. Ook deze personen behoren geoefend te zijn. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

6 1.4 Oefenfilosofie volgens de leidraad Het oefenen volgens Leidraad Oefenen is gebaseerd op de volgende theoretische uitgangspunten: Oefenen van klein naar groot Oefenen beslaat meerdere opeenvolgende fasen. Allereerst worden de basiselementen beoefend. Deze basiselementen worden vervolgens opgebouwd naar een realistische oefening waarin vaardigheden bij voorkeur multidisciplinair en onder tijdsdruk geoefend worden. Differentiatie naar functie en naar ingangsniveau Voor de manschappen zal het accent in het oefenen vooral liggen op motorische vaardigheden. Bevelvoerders en officieren oefenen vaker leidinggevende, besluitvormende en multidisciplinaire vaardigheden. Verder is het niet optimaal om vaardigheden te oefenen die iemand al beheerst of een oefening te beëindigen als iemand de vaardigheid nog niet beheerst. Tot slot worden oefeningen gedifferentieerd naar voorzienbare risico s in het verzorgingsgebied. Op grond van de risico s in het verzorgingsgebied kunnen er specifieke oefeningen bij komen. Iedere repressieve brandweerfunctionaris moet geoefend zijn Tijdens een oefening moet worden aangetoond dat men een bepaalde vaardigheid beheerst. Verschillende personen hebben in de praktijk meer of minder tijd nodig om een vaardigheid te leren beheersen. De oefentijd gekoppeld aan de oefenkaart, is slechts een planmatige uitgangspunt voor de duur van de oefening. In de praktijk worden diverse oefenkaarten in één oefening behandeld en kan de gestelde tijd van de oefenkaarten veranderen. En er dient registratie te worden bijgehouden van de uitgevoerde oefeningen waarbij per groep en per individu wordt vastgelegd of aan de vooraf gestelde eisen worden voldaan. 1.5 Oefenfilosofie Brandweer Grave Hieronder worden de uitgangspunten aangevuld, die gesteld worden aan een goede, adequate oefenorganisatie bij Brandweer Grave. Oefenen is een kernactiviteit van Brandweer Grave. De oefeningen verbeteren en/of onderhouden de repressieve vaardigheden en kennis. Oefeningen staan onder leiding van een oefenleider en worden door oefenbegeleider(s) ondersteund. Oefenomstandigheden zijn zo realistisch mogelijk. De beschikbare oefenuren worden zo effectief en efficiënt mogelijk benut. Repressieve kennis en vaardigheden worden d.m.v. eindoefeningen en kwaliteitstoetsen motorische vaardigheden vier keer per jaar getoetst. Het monitoren en evalueren van de oefenresultaten verbetert het kwaliteitsniveau van de oefeningen. Goede feedback van de oefenleiding vergroot het leereffect van de oefeningen. De manschappen en bevelvoerders oefenen minimaal één keer per jaar realistisch bij een oefencentrum. De kwaliteit van de oefenbegeleidingsgroep wordt getoetst en geëvalueerd, op vooraf gestelde toetscriteria. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

7 1.6 Eisen t.a.v. geoefendheid Van alle medewerkers met een repressieve taak binnen Brandweer Grave wordt een voldoende niveau van geoefendheid verwacht. Dit niveau wordt per persoon bepaald en is afhankelijk van de ervaring, opleidingen en taakstelling binnen de organisatie. Bij lagere rangen ligt het accent op motorische vaardigheden, voor de hogere rangen ligt het accent op bevelvoerende, leidinggevende en besluitvormende vaardigheden. In het brandweerbeleidsplan staat een richtlijn van aantal oefenuren voor de vrijwilligers en beroepsmedewerkers weergegeven. Deze richtlijn is gebaseerd op de nota beter oefenen bij de brandweer. Dit komt neer op 88 oefenuren voor vrijwilligers. Verwacht wordt dat binnen de huidige uren in voldoende mate voldaan kan worden aan de kwaliteitseisen die aan de medewerkers gesteld wordt. Dit betekent dat iedere vrijwilliger geen enkele oefenavond op jaarbasis mag missen om aan de gestelde oefenuren te voldoen. Indien iedere vrijwilliger bij 80% van de oefenavonden aanwezig is, resulteert dit in 70 oefenuren (80% van 40 oefenavonden x 2 uur en één oefendag van 8 uur) per persoon per jaar. Een aanwezigheidspercentage van 80% is meer reëel en wordt als minimale eis gesteld. Aan het eind van ieder oefenblok wordt een eindoefening én een kwaliteitstoets motorische vaardigheden georganiseerd voor de medewerkers. Aan deze oefening en toets zijn enkele criteria verbonden, waaraan iedere medewerker moet voldoen. Dit is een kwaliteitstoetsing van de repressieve kennis en vaardigheden. Indien een medewerker niet aan de criteria voldoet, krijgt deze persoon de mogelijkheid tot herkansen. Indien deze medewerker ook de tweede keer niet aan de gestelde criteria voldoet, wordt vanuit de korpsleiding een negatief advies afgegeven. De oefening wordt met de medewerker geëvalueerd en de belangrijkste aandachtspunten worden besproken. Voor de vrijwilliger betekent dit dat deze persoon mogelijk tijdelijk niet mee uitrukt. De korpsleiding beslist hierover. Bij de eindoefeningen streven we naar 100% aanwezigheid en de kwaliteitstoetsen hebben een 100% aanwezigheidsverplichting. Dit betekent dat alle medewerkers minimaal vier eindoefeningen en kwaliteitstoetsen per jaar ondergaan. De aanwezigheidsverplichting zorgt er voor dat er voldoende inhaalmogelijkheden zijn, zodat 100% ook daadwerkelijk haalbaar is. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

8 Hoofdstuk 2 De Oefencyclus In dit hoofdstuk is de organisatie rondom het oefenen in kaart gebracht. De systematiek van de Leidraad Oefenen is gebaseerd op een jaarlijkse oefencyclus. Het oefenprogramma wordt volgens de leidraad in een aantal fases vastgesteld. De oefencyclus bestaat uit de volgende fases: fase 1: vaststellen takenpakket; fase 2: oefenkaarten vaststellen; fase 3: planning; fase 4: oefenen; fase 5: meten en evalueren; fase 6: registratie; fase 7: analyse. 2.1 Fase 1: Afweging takenpakket versus beschikbare oefeningen De eerste stap is het kritisch afwegen van de taken die Brandweer Grave uitvoert tegen de hoeveelheid oefenuren die voor die taken bestemd zijn. Repressieve taken van Brandweer Grave zijn in grote lijnen onder te verdelen in brand (42%), hulpverlening (55%), ongevallen met gevaarlijke stoffen (3%). Deze percentages zijn overgenomen uit het jaarverslag 2005 van Brandweer Grave. 2.2 Fase 2: Oefenkaarten vaststellen Nadat het takenpakket definitief is vastgesteld, volgt daaruit de verzameling van oefenkaarten die de organisatie in een oefencyclus moet behandelen. De oefenkaart is een handleiding waarin wordt beschreven wat het doel en de globale inhoud van de oefening is, alsmede de criteria waarop de uitvoering van de oefening beoordeeld wordt. De oefenkaarten worden gekoppeld aan alle repressieve taken. Dit zijn voor de Brandweer Grave de basis brandweerzorgtaken en de specialistische taken redvoertuig en wvd taken. Het uitgangspunt is dat alle taken die geoefend zijn in de praktijk uitgevoerd mogen worden. 000 algemeen basis optreden brandbestrijding 25,5 200 hulpverlening ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen specialismen (voertuigen) rampenbestrijding en grootschalig optreden 4 Totaal 76 * Boot 400 specialismen 2 Waarschuwing- en Verkenningsdienst 400 meetapparatuur 2 Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

9 2.3 Fase 3: Planning Er wordt geoefend volgens een oefenjaarrooster. Vóor 1 december van ieder jaar dient het nieuwe oefenjaarrooster voor het daarop volgende jaar klaar te zijn. In dit rooster staat beschreven welk thema s op welk moment beoefend d worden. Zodra is vastgesteld welke oefenkaarten beoefend moeten worden, kan de planning (het opstellen van een oefenrooster) gestart worden. Door een goede planning kan een gestructureerde vorm van oefenen bevorderd worden. Op basis van de vastgestelde hoofdtaken, is de jaarplanning gemaakt. Een jaar is opgedeeld in vier oefenblokken. Ieder oefenblok heeft een hoofdthema en subthema s. Ongeveer 40% van de oefentijd wordt aan het hoofdthema besteed, de overige 60% aan de subthema s. In het volgende hoofdstuk is de wijze van oefenen en de voorbereiding daarvan, verder uiteengezet per oefendoelgroep. 2.4 Fase 4: Oefenen In deze fase worden de oefeningen binnen het geheel van de oefencyclus daadwerkelijk uitgevoerd. Het oefenen kan bestaan uit een theoretische oefening (10%) of praktijkoefening (90%). De voorbereiding van de oefeningen op dinsdag worden door de oefenleider gedaan. Hij zal het oefenthema en de daarbij behorende oefenkaarten communiceren, de locaties regelen, scenario s en draaiboeken voor de oefeningen maken en de eventueel aanwezige oefenleiders instrueren. 2.5 Fase 5: Meten en evalueren Elke oefening leent zich voor een beoordeling. De beoordelingen samen geven een beeld van de kwaliteit van de medewerkers individueel, de ploeg als team en het korps als geheel. De afdeling preparatie is verantwoordelijk voor complete oefenkwaliteit van Brandweer Grave. De oefenleider beoordeelt de oefening en bepaalt de leermomenten. Iedere oefening wordt met de ploeg nabesproken. Aan het eind van ieder oefenkwartaal vindt de eindoefening en kwaliteitstoets plaats. Aan deze eindoefening zijn enkele criteria verbonden waaraan de medewerkers getoetst worden en zij moeten voldoen. Deze eindoefeningen en kwaliteitstoetsen zorgen dat de geoefendheid van de medewerkers met een repressieve taak voldoet aan het vastgestelde niveau van Brandweer Grave. De wijze waarop de oefenleiding feedback geeft en de oefening evalueert, is cruciaal voor de effectiviteit van de oefening. Het goed evalueren van een oefening zorgt er voor dat leermomenten bij iedereen bekend zijn, de kennis en vaardigheden verbeteren en motiverend werken. 2.6 Fase 6: Registratie In de Leidraad worden voor verschillende thema s een aantal oefenuren voorgesteld die nodig zijn om de geoefendheid van het repressieve personeel op peil te houden. Sommige taken worden door het personeel van Brandweer Grave al regelmatig in de praktijk uitgevoerd. Indien er na afloop een evaluatie plaatsvindt, is het mogelijk deze taken als oefenuren te registreren. Alle gegevens die uit de oefeningen naar voren komen, worden vervolgens geregistreerd in een registratiesysteem. Via dit systeem is het mogelijk zijn om de resultaten van individuele medewerkers en van ploegen of zelfs van de brandweer als geheel op te vragen. Een goede registratie geeft de mogelijkheid om te beoordelen of de oefenuren op de juiste wijze verdeeld zijn, de leermomenten toereikend zijn en de kwaliteit voldoende is. Deze geregistreerde gegevens kunnen onderdeel uitmaken van de functionering- en beoordelingssystematiek. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

10 2.7 Fase 7: Analyse Aan het eind van ieder oefencyclus vindt er een analyse plaats. Hierbij wordt de verdeling van de oefenkaarten over de beschikbare oefenuren bekeken. Deze verdeling kan worden aangepast, zodat uiteindelijk een goede balans wordt gevonden in de verdeling van de oefenkaarten over de oefenuren. In hoofdstuk 8 staat de gehele systematiek rondom het evalueren en actualiseren beschreven. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

11 Hoofdstuk 3 De structuur van het oefenen In dit hoofdstuk is de structuur van het oefenen weergegeven voor de vrijwilligers, de ondersteuningsploeg en de nieuwe medewerkers. Dit hoofdstuk ligt ten grondslag aan een gedegen oefenjaarrooster, waarbij alle repressieve taken in de juiste verhouding aan bod komen. 3.1 Oefenen Vrijwilligers De vrijwilligers oefenen iedere dinsdagavond van half 8 tot half 10. Deze oefeningen worden geheel voorbereid en gefaciliteerd door de afdeling Preparatie. De afdeling verzorgt op dinsdagavond vier oefeningen verdeeld over de diverse ploegen. Op het oefenplanbord worden de oefeningen en de indeling voor iedere ploeg weergegeven. Deze oefeningen worden wekelijks gerouleerd, en na vier weken vernieuwd. Zo krijgt iedere ploeg dezelfde oefeningen aangeboden en beschikken zij over dezelfde mate van geoefendheid. In het schema in paragraaf 3.4 is de structuur van het oefenjaarrooster weergegeven. Volgens dit schema worden op jaarbasis 44 oefeningen voorbereid. Er zijn per oefenavond vier ploegoefeningen. Iedere ploeg wordt willekeurig ingedeeld, waardoor er steeds in wisselende samenstelling geoefend wordt. 3.2 Eindoefeningen en kwaliteitstoetsen Het toetsen van de geoefendheid vindt aan het eind van ieder oefenblok plaats, middels een eindoefening én een kwaliteitstoets. De eindoefeningen voor de vrijwilligers vinden plaats in de vorm van een middelincident of groot incident. Tijdens de eindoefeningen worden de kennis en vaardigheden van de ploeg als geheel beoordeeld. Verder wordt er aan het eind van ieder oefenblok een kwaliteitstoets ingeroosterd, waarbij de motorische vaardigheden van het hoofdthema individueel getoetst worden. Dit kan bijvoorbeeld voor het hoofdthema technische hulpverlening een toets met drie verschillende stands zijn waar het hydraulische gereedschap, motorkettingzaag en stabiliseren behandeld worden. Het is voor iedereen verplicht deel te nemen aan de eindoefening en de kwaliteitstoets. Aan de eindoefening en kwaliteitstoets zijn diverse criteria verbonden waaraan de kwaliteit van de geoefendheid getoetst zal worden. Personen die absoluut niet aanwezig kunnen zijn bij de ingeplande eindoefeningen en kwaliteitstoetsen krijgen een inhaalmogelijkheid. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

12 Oefenblok Blok 1 (10 weken) Blok 2 (10 weken) Blok 3 (10 weken) Blok 4 (10 weken) Hoofdthema THV (5) Brand (5) OGS (3) Divers (3) Subthema s OGS (1) Boot (1) Brand (2) Eindoefening (1) THV (2) OGS (1) Ladder (1) Eindoefening (1) Boot (1) Brand (3) THV (2) Eindoefening (1) Brand (3) THV (2) OGS (1) Eindoefening (1) WK WK WK WK THV 18 Brand 37 OGS 48 Brand 8 Brand 19 THV 38 Brand 49 Boot 9 THV 20 Brand 39 THV 50 THV 10 OGS 21 OGS 40 OGS 51 Brand 11 THV 22 Brand 41 Brand 52 Boot Brand 23 THV 42 Boot 1 OGS 13 THV 24 Brand 43 THV 2 THV 14 Boot 25 Boot 44 Brand 3 Brand 15 THV 26 Brand 45 OGS 4 Ladder 16 Eindoefening THV 27 Eindoef. Brand 46 Eindoef. OGS 5 Eindoef Spec.. 17 Eindoefening THV 28 Eindoef. Brand 47 Eindoef. OGS 6 Eindoef Spec. 3.8 Realistisch oefenen Het is noodzakelijk alle taken die in het verzorgingsgebied voorkomen, zo realistisch mogelijk te beoefenen. Met realistische oefeningen worden de vaardigheden verbeterd of op peil gehouden. Bovendien werkt realistisch oefenen vaak motiverend voor de deelnemers. Een belangrijk oefendoel van Brandweer Grave is om meer realistische trainingen te organiseren. Jaarlijks zullen er dan ook, verdeeld over 4 dagen, alle vrijwilligers op een oefencentrum getraind worden. Op dit moment gaan de bevelvoerders en officieren eens per vier jaar naar het Fire Service College in Zweden. Het is de bedoeling om vanaf 2006 ook de manschappen méér realistische trainingen aan te bieden. In het najaar van 2006 zullen de vrijwilligers van de brandweer Grave in groepen van acht personen (manschappen onder leiding van een bevelvoerder ) gaan trainen bij Risc in Rotterdam. Hiervoor is een vierjarig oefenprogramma opgesteld, waarin alle risico s zoals die in het verzorgingsgebied van de brandweer Grave voorkomen, zijn opgenomen. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

13 Hoofdstuk 4 Oefenbegeleidingsgroep (OBG) In juni 2003 heeft Brandweer Grave het doel gesteld te gaan oefenen volgens de Leidraad. Daaropvolgend is de behoefte aan ondersteuning bij het voorbereiden, het ensceneren, observeren, beoordelen en evalueren van de oefeningen aanzienlijk toegenomen. Daarnaast ontstond gelijktijdig de behoefte aan docenten en instructeurs om (nieuwe) lesstof en technieken over te dragen. Momenteel is de groep die oefeningen kan voorbereiden, begeleiden en evalueren zeer beperkt. Dit maakt deze groep kwetsbaar, met alle gevolgen van dien zoals, stagnerende oefeningen etc. 4.1 De huidige situatie. De samenstelling van de OBG is op dit moment onvoldoende gestructureerd. Oefenleiders hebben op dit moment dezelfde taak als ensceneerder en/of waarnemer. Binnen de OBG groep worden deze taken echter niet eenduidig ten uitvoer gebracht. Er is vanuit de organisatie te weinig capaciteit beschikbaar om de OBG goed te begeleiden en te ondersteunen. Om deze verschillen in de taakbelevenis en werkwijze uit te sluiten, en deze groep fors uit te breiden, wat de kwetsbaarheid vermindert volgen alle OBG-ers de cursus oefenleider. In deze door het NIBRA ontwikkelde lesstof, krijgen de deelnemers inzicht wat volgens landelijk model de samenhangende taken en verantwoordelijkheden zijn van alle bij het oefenen betrokken partijen. Tijdens deze cursus wordt er ook geleerd hoe men een oefening kan voorbereiden en organiseren. Daarbij wordt ook de nodige aandacht besteed aan de veiligheid tijdens het oefenen. Om de kwaliteit van de oefeningen te borgen ontstaat nu ook de behoefte aan beoordelingscriteria voor de OBG-ers. Verder blijkt dat ook binnen de OBG veel behoefte bestaat aan klankborden, feedback, gestructureerd overleg, duidelijke afspraken en taakafbakening. Het gebeurt regelmatig dat het oefenrooster om welke reden dan ook moet worden gewijzigd. De complexiteit van het huidige oefenrooster met vier oefenploegen, biedt geen rek om kleine wijzigingen op te vangen. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk om de OBG-ers langer dan een week van te voren te vertellen welke oefening hij kan voorbereiden. Dit gaat ten koste van de voorbereidingstijd en de kwaliteit van de oefening. 4.2 De gewenste situatie. De OBG dient wat samenstelling en opbouw betreft te worden aangepast zodat de vrijwilligers op voldoende ondersteuning kunnen rekenen bij het oefenen. De gewenste aanpassingen zijn: Het opleiden van 16 volwaardige oefenleiders (bevelvoerders en Hoofdbrandwachten). Met dit aantal oefenleiders wordt voorkomen dat voor iedere oefening een beroep moet worden gedaan op dezelfde personen. Hierdoor wordt de taak van oefenleider aantrekkelijker. Het dusdanig samenstellen van de OBG dat alle ploegen voldoende ondersteund kunnen worden bij het oefenen. Om te voorkomen dat er regelmatig een beroep gedaan moet worden op dezelfde OBG-er(s) is het streven, om de OBG uit te breiden tot een grootte van ongeveer 16 oefenleiders Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

14 Er dient binnen de OBG een duidelijk afgebakend takenpakket te worden vastgelegd. Niet alle personen binnen de OBG hebben dezelfde kennis, motivatie en opleiding. De bijdrage die zij leveren aan het oefenen is belangrijk voor de continuïteit en de kwaliteit van het oefenen. Het functioneren van de OBG zal aan het eind van ieder kwartaal door de oefencoördinator met de bevelvoerders van de ploegen worden geëvalueerd. Zij hebben een belangrijke inbreng wat de samenstelling en het functioneren van de OBG betreft. De oefencoördinator stelt de OBG samen onder verantwoordelijkheid van de commandant. Het aanstellen van nieuwe OBG-ers en het beëindigen van de samenwerking met OBG-ers, zal middels een gesprek met de oefencoördinator en de commandant plaatsvinden. Het oefenrooster moet eenvoudiger worden opgezet zodat fluctuaties in bezetting, beschikbare voertuigen en middelen geen direct nadelige gevolgen hebben op geplande oefeningen. Bij een stabiel oefenrooster kunnen de ploegen gedurende drie weken de oefeningen doorschuiven zodat het aantal voor te bereiden oefeningen voor alle partijen kleiner wordt. De oefeningen kunnen zo eerder aan de OBG worden overgedragen. In de OBG zijn de volgende niveaus aan te brengen: Niveau 1: oefenleiders, instructeurs en veiligheidsfunctionarissen Niveau 2: ensceneerders en waarnemers Niveau 3: slachtoffers/ figuranten en oefenondersteuning 4.3 Taken OBG De oefenleider gaat aan de hand van, door de oefencoördinator, uitgewerkte oefeningen aan het werk om hierbij een goed scenario te schrijven. De oefeningen moeten zijn afgestemd op de geoefendheid en het kennisniveau van de oefenploeg. Deze afstemming moet door overleg met de bevelvoerder van de ploeg plaatsvinden. Hierdoor ontstaat een gedeelde verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en uitvoering van de oefening. Ten behoeve van de voorbereiding van de oefening kan de oefenleider een beroep doen op de overige deelnemers van de OBG die hem hierin ondersteunen. Voor een verdere beschrijving van taken en verantwoordelijkheden zie hoofdstuk 6. De instructeur gaat op verzoek van de oefencoördinator aan de slag met de voorbereiding van de te verrichten instructie. Dit kan een theoretische-, een praktijk- maar ook een gecombineerde instructie zijn. De instructeur (intern of extern) wordt ingehuurd volgens regels die de regio hanteert. Van een instructeur wordt verwacht dat hij minimaal de papieren instructeur algemeen (001) bezit, of anders onder leiding van een instructeur algemeen (001) werkt. Bij aantoonbare ervaring van externe deskundigen kan de afdeling opleiden en oefenen besluiten een uitzondering op deze regel te maken. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

15 De veiligheidsfunctionaris wordt na overleg met de oefencoördinator en de oefenleider ingezet bij realistische oefeningen en bij oefeningen waarbij twee of meer eenheden worden ingezet. Dat geldt ook voor overige situaties waarbij een veiligheidsfunctionaris nodig wordt geacht. Hij is verantwoordelijk voor de veiligheid van alle bij de oefening betrokken personen (inclusief omstanders) vanaf het ensceneren van de oefening tot en met het afsluiten van de oefening en het inpakken van de ensceneringmiddelen. De veiligheidsfunctionaris werkt hierbij nauwlettend samen met de oefenleider. Bij oefeningen waarbij twee of meer eenheden worden ingezet zal vooraf gaande aan de oefening een risico-inventarisatie gehouden worden. Voor een verdere beschrijving van taken en verantwoordelijkheden zie hoofdstuk 6. De ensceneerders en waarnemers houden zich voornamelijk bezig om de oefenleider te ondersteunen bij de voorbereiding en uitvoering van de oefening. Na het ensceneren van de oefening kan een ensceneerder een waarnemerstaak gaan vervullen. De oefenleider kan een ensceneerder/ waarnemer ook met een specifieke taak aan de veiligheidsfunctionaris koppelen. De taakverdeling dient door de oefenleider voor de oefening met alle bij de oefening betrokken personen te zijn doorgenomen. Ensceneerders en waarnemerstaken kunnen over het algemeen door iedere gediplomeerde brandweerman/-vrouw worden uitgevoerd. Een waarnemer dient wel één rang hoger opgeleid te zijn dan de groep of persoon die hij waarneemt. Als voorbeeld: een hoofdbrandwacht als waarnemer van ploegleden (manschappen). Een brandmeester als waarnemer van een onderbrandmeester enz. Na het doorlopen van de cursus oefenleider wordt er van iedere OBG-er verwacht dat hij/zij na overleg met de oefenleider zelfstandig met een toegewezen taak aan de slag kan. Voor de vergoeding van de enceneerders/ waarnemers zie hoofdstuk Uitwerken van oefeningen De afdeling Preparatie heeft als taak een jaarrooster voor het eigen korps op te stellen en te vertalen naar een werkbaar oefenjaarrooster voor het eigen korps waaraan per oefening oefenkaarten, locaties, voertuigen, oefenleiders, materieel en materiaal zijn toegevoegd. Dit geldt voor alle oefeningen. Als de oefeningen zover zijn uitgewerkt, wordt er aan iedere oefening een oefenleider gekoppeld. Deze draagt zorg voor de verdere uitwerking van de oefening (zie hoofdstuk 6), waarin hij wordt ondersteund door de oefencoördinator, de bevelvoerder van de oefenploeg(en), en indien nodig andere uit de OBG afkomstige personen. 4.5 Het evalueren van oefeningen De oefenleider heeft de oefening uitgewerkt en daarbij één of meerdere personen uit de OBG gevraagd om de oefenploeg waar te nemen. Het beeld dat gedurende het oefenen wordt verkregen, zal aansluitend op de oefening door de oefenleider in het evaluatiegesprek worden weergegeven. In dit gesprek wordt aangegeven in hoeverre de beoogde oefendoelen zijn bereikt en welke leermomenten de oefening heeft opgeleverd. De oefenleider kan desgewenst een apart gesprek voeren met de bevelvoer(s). Daarnaast dient de ploeg voorafgaand aan het evaluatiegesprek aan te geven hoe men de oefening heeft ervaren. Dat kan eenvoudig door alle deelnemers aan de oefening een cijfer toe te laten kennen. Dit is wenselijk om de inbreng en betrokkenheid van de ploeg bij het oefenen te vergroten en alle bij de oefening betrokken personen feedback te geven. Indien er tijdens een oefening bijzondere zaken aan het licht zijn gekomen, dienen deze zo snel mogelijk terug te worden gekoppeld naar de oefencoördinator. Dat geldt in het bijzonder voor gevaarlijke situaties en bijna ongevallen. Deze dienen altijd schriftelijk te worden vastgelegd op de daarvoor beschikbare formulieren. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

16 Een evaluatierapport en de presentielijst van de oefening, worden na de oefening door de oefenleider ingeleverd en mondeling toegelicht bij de afdeling Preparatie. De oefenresultaten dienen door de administratieve ondersteuning in het oefenregistratieprogramma te worden ingevoerd. De oefenresultaten zullen waar mogelijk individueel in het registratieprogramma worden vastgelegd. Alle benodigde acties die voortkomen uit het oefenresultaat, worden na overleg met de commandant en de bevelvoerder(s), opgestart door de Oefencoördinator. Deze acties kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het organiseren van bijscholing of extra oefeningen. Doormiddel van bijscholing en/of extra oefeningen moeten vaardigheden en kennis weer op een acceptabel niveau worden verkregen. Zonodig kan de commandant andere maatregelen treffen. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

17 Hoofdstuk 5 Kwaliteitsborging Oefenen Het kwaliteitsniveau van repressieve kennis en vaardigheden kan door oefenen gemeten en verbeterd worden. Dit hoofdstuk dient de garantie te zijn dat het niveau op een aanvaardbaar niveau blijft of zelfs naar een hoger niveau groeit. In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat het doel en de randvoorwaarden zijn van het toetsen van de geoefendheid. Ten slotte wordt er aangegeven aan welke criteria voor een voldoende geoefend niveau de medewerkers met een repressieve taak moeten voldoen. De kwaliteitstoetsen zullen bestaan uit de volgende thema s: 1. Brandbestrijding 2. Technische Hulpverlening 3. Ongeval Gevaarlijke Stoffen 4. Specialisme 5.1 Doelgroep eindoefeningen en kwaliteitstoetsen Iedere medewerker met een repressieve taak moet voldoen aan een voldoende niveau van geoefendheid. Om dit niveau te meten, wordt ieder oefenkwartaal afgesloten met een eindoefening. Deze eindoefening is ook wel een kwaliteitstoetsing, waaraan diverse criteria verbonden zijn. In de eindoefening worden de medewerkers als ploeg getoetst aan de gestelde criteria. Bij de kwaliteitstoets worden de medewerkers individueel getoetst op motorische vaardigheden. De deelnemers aan de eindoefeningen/ kwaliteitstoets zijn: Alle functionarissen die een repressieve taak uitvoeren. 5.2 Randvoorwaarden kwaliteitsborging Om aan te kunnen tonen of een medewerker, ploeg of de gehele organisatie voldoende geoefend is, is het van belang de geoefendheid te toetsen, te meten en te registreren. Het is noodzakelijk alle oefeningen te registreren, zodat het kwaliteitsniveau van de repressieve organisatie van Brandweer Grave zichtbaar gemaakt wordt. Het in beeld brengen wat er wordt gepresteerd, maakt het tevens mogelijk om binnen de regio prestaties te vergelijken en biedt mogelijkheden om van elkaar te leren. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat de medewerkers van Brandweer Grave zich kritisch opstellen ten aanzien van het repressief functioneren. De frequentie van het oefenen en het toetsen van de geoefendheid is bepalend voor het kwaliteitsniveau van de repressieve organisatie. Een oefenblok bedraagt een periode van 10 weken en wordt afgesloten met een eindoefening. Per week wordt één oefening voor een ploeg voorbereid en georganiseerd door de oefencoördinator. Om een goed beeld te houden van het kwaliteitsniveau dient over het gehele jaar een minimale deelname van 80% voor de vrijwilliger aan de kwaliteitstoetsen als criteria te worden gehandhaafd. De beoordelaars en oefenleiders bij een eindoefening beschikken over de rang van minimaal hoofdbrandwacht, en beschikken over minimaal één rang hoger dan de persoon die beoordeeld dient te worden. De criteria die aan de kwaliteitstoets gesteld zijn, voldoen aan hetzelfde niveau dat het Nibra en het N.B.B.E hebben vastgesteld in het examenreglement van de diverse brandweeropleidingen. De toetscriteria zijn in bijlage 3 opgenomen en kunnen met: niet gedaan, onvoldoende, voldoende en goed worden beoordeeld. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

18 5.3 Evalueren eindoefeningen Evalueren van de eindoefening en kwaliteitstoets is van groot belang om de kwaliteit van dat moment te bepalen en op termijn te verhogen. De evaluatie zal direct na de toets mondeling plaatsvinden op groeps- en individueel niveau. Er wordt op papier vastgelegd of het doel van de oefening behaald is en wat de aandachtspunten zijn. 5.4 Kwaliteitstoetsen Motorische Vaardigheden De eindoefeningen worden beoordeeld op ploegniveau, maar de kwaliteitstoetsen motorische vaardigheden worden op individueel niveau beoordeeld. De motorische vaardigheden worden in de vorm van diverse stands per hoofdthema afgenomen. De te toetsen motorische vaardigheden zijn: Brand OGS Aflegsystemen (lage druk, hoge druk, schuim) Theorie identificatie gevaarlijke stoffen Kleine blusmiddelen Meetapparatuur Handladders (belopen, oplopen en afdalen) (explosiemeter, gasmeetbuisjes, RA-meter) Gebruik ademluchttoestel (omhangen en afhangen) en Gebruik ERIC-kaarten en chemiekaartenboek andere PBM Gebruik PBM en aan- en uitkleedprocedure van Ademluchtoefening (tactiek en techniek) chemiepak en gaspak Technische Hulpverlening Stabiliseren Aggregaat en hydraulisch gereedschap (spreider, schaar en ram) Hefkussens en dommekrachten Snijbrander, motorkettingzaag, doorslijpschijf Hijsgereedschap Afdichtingsmiddelen Liftopsluiting Gebruik PBM Specialisme Bedienen ladderwagen Bedienen boot Bedienen voertuigen WVD Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

19 Hoofdstuk 6 Taken en verantwoordelijkheden 6.1 De organisatie van het oefenen De Commandant Brandweer Grave draagt namens het gemeentebestuur de verantwoordelijkheid voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel. De afdeling Preparatie verzorgt de oefeningen. Binnen de oefenorganisatie dient onderscheid te worden gemaakt tussen functionarissen die algemene, voorbereidende en uitvoerende taken verrichten en de functionaris die de eindverantwoordelijkheid voor deze organisatie heeft. Er wordt binnen de oefenorganisatie dan ook gesproken van een oefencoördinator, medewerker oefenen en OBG. Tot de taken van de oefenorganisatie worden gerekend: Het verzorgen van de oefeningen De (logistieke) verzorging van de oefening. De evaluatie van de gehouden oefeningen. Het bewaken van de voortgang in de oefeningen aan de hand van het oefenrooster. Aan de hand van een jaarlijkse evaluatie, analyseren van het rapport en de oefendoelstellingen bijstellen. Kwaliteit geoefendheid van het brandweerpersoneel. Bij het vaststellen van de vergoeding voor de verschillende hieronder beschreven functies, is rekening gehouden met de vergoedingen zoals die voor de vrijwilligers (manschappen en bevelvoerders) gelden. Alle medewerkers binnen de OBG dienen aangesteld te zijn met een repressieve functie, zodat de repressieve kennis en ervaring onderhouden wordt. Dit met uitzondering van de oefencoördinator. 6.2 Oefencoördinator De oefencoördinator heeft in de dagelijkse praktijk een beleidsmatige functie met betrekking tot de opleiding en oefening van de brandweer. De coördinator draagt, onder verantwoordelijkheid van de commandant, de dagelijkse zorg voor de uitvoering van het oefenen. Hij kan voor de uitvoering een beroep doen op de oefenleiders, die zijn ondergebracht in de OBG. Beleidstaken Het ontwikkelen van een beleidsvisie met betrekking tot het oefenen: het oefenbeleidsplan. Vaststellen van het oefenprogramma op basis van de jaarlijkse oefendoelstellingen. Opstellen van jaarlijkse oefenplanning: verdeling van de oefenkaarten over de beschikbare oefenuren. Voortgangsbewaking met betrekking tot het oefenbeleid. De jaarlijkse evaluatie en analyse van de oefencyclus. Organisatietaken Afspraken maken met oefenleiders en oefenbegeleiders. Het vaststellen van de oefendoelen. Afstemmen van het oefenbeleid met de regionale brandweer. Verantwoordelijkheid voor de oefenfaciliteiten en -locaties. Het aanspreekpunt zijn op het gebied van oefenen. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

20 Taken evaluatie en registratie Het verzamelen van resultaten voor de oefenregistratie. Het bewaken van de implementatie van de evaluatie-uitkomsten in de oefencyclus van Het terugkoppelen van de resultaten van de evaluaties naar de uitrukploegen en het MT. Om deze taken naar behoren te kunnen uitvoeren dient de oefencoördinator structureel overleg te voeren met de oefenleiders. De oefencoördinator heeft bij het uitvoeren van zijn taken nauw contact met de commandant. Dit om het oefenprogramma zoveel als mogelijk in te passen in de beschikbare oefenuren van Brandweer Grave. 6.3 Oefenleiders De oefenleiders worden dienen te beschikken over de benodigde kennis en vaardigheden voor het voorbereiden, de daadwerkelijke uitvoering en de evaluatie van een oefening. Voor elke oefening wordt één oefenleider aangewezen door de oefencoördinator, die de eindverantwoordelijkheid van een oefening heeft. Voor de organisatie, uitvoering en evaluatie van de oefening, maakt de oefenleider onder meer gebruik van oefenkaarten. Bij het organiseren van de oefening heeft de oefenleider de volgende taken: Het doorspreken van het scenario en de oefendoelen met de oefencoördinator. Het vaststellen van de werkvorm aan de hand van de oefenkaarten. Het op tijd klaar hebben (een half uur voor de aanvang van de oefening) van het scenario en enscenering. Het opstellen en uitvoeren van het draaiboek voor de oefening. Draagt de eindverantwoordelijkheid van de oefening. De oefening en het scenario bij eindoefeningen of indien noodzakelijk afstemmen met de veiligheidscoördinator. Het bepalen van de taakverdeling van de manschappen. De manschappen briefen en na afloop de oefening evalueren en feedback geven. Het vaststellen van de leermomenten en het uitvoeren van de evaluatie. Noodprocedure kennen en kunnen uitvoeren. De taak van Oefenleider vereist dat deze persoon een grote mate van zelfstandigheid en initiatief moet hebben. Hij moet georganiseerd kunnen werken en moet mensen kunnen prikkelen zich 100% in te zetten om gezamenlijk het beoogde doel te halen. Een flexibele en stimulerende houding naar de oefenploeg is daarvoor een vereiste eigenschap. Verder is het van cruciaal belang dat de oefenleider op de juiste wijze feedback weet te geven en de leermomenten kort en duidelijk kan verwoorden naar de ploegen. Opleiding en vergoeding Ongeacht de rang van de oefenleider, bedraagt de maximumvergoeding het aantal oefenuren plus één voorbereidend uur, rang niveau. Extra uren worden alleen vergoed na overleg met en door middel van een door de commandant afgetekende urenlijst. De oefenleiders dienen te beschikken over de diploma s hoofdbrandwacht, en oefenleider. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

21 6.4 Veiligheidsfunctionarissen (m.n. bij eindoefeningen of realistische oefeningen) Voor iedere oefening worden de risico s geïnventariseerd en vastgelegd. De oefenleider en veiligheidsfunctionaris nemen indien nodig passende tegenmaatregelen om risico s tijdens het ensceneren en oefenen zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken. De veiligheidsfunctionaris heeft de volgende taken: Inventariseren risico s bij een oefening en daarvoor tegenmaatregelen organiseren. Het vastleggen van de veiligheidsmaatregelen bij een oefening en deze met de oefencoördinator afstemmen. Noodprocedure kennen en kunnen uitvoeren. De noodprocedure, de eventueel aanwezige risico s en de veiligheidsmaatregelen met de deelnemers en oefenbegeleiding doorspreken. De veiligheidsfunctionaris moet in staat zijn goed het overzicht te behouden tijdens oefensituaties. De veiligheidsfunctionaris moet gevaarlijke situaties kunnen herkennen en daar direct op inspelen. Dit betekent dat de veiligheidsfunctionaris bij het herkennen van een gevaarlijke situatie direct zal ingrijpen of de oefening onderbreken. Het is vervolgens belangrijk dat de oefenleider middels een korte en snelle rapportage wordt geïnformeerd. De veiligheidsfunctionaris is verantwoordelijk voor de veiligheid van alle betrokkenen bij de oefening en moet in staat zijn deze verantwoordelijkheid te dragen. Om overzicht te houden, zal de veiligheidsfunctionaris zich niet inhoudelijk met de oefening bezig houden. Opleiding en vergoeding De veiligheidsfunctionaris krijgt een vergoeding op rangniveau met een maximum tot brandmeester. Het aantal uren dat de veiligheidsfunctionaris krijgt vergoed, bedraagt het aantal oefenuren plus één voorbereidend uur. Extra uren worden alleen vergoed na overleg met en door middel van een door de commandant afgetekende urenlijst. Een veiligheidsfunctionaris dient bij kleine oefeningen of oefeningen met motorische vaardigheden te beschikken over minimaal de diploma s hoofdbrandwacht en de opleiding tot veiligheidsfunctionaris,. Bij een eindoefening (middel- en groot incident) dient de veiligheidsfunctionaris te beschikken over minimaal onderbrandmeester en de opleiding tot veiligheidsfunctionaris. 6.5 Waarnemers en oefenondersteuning De waarnemers assisteren de oefenleider en hebben tevens een taak in het ensceneren of waarnemen van oefeningen. Opleiding en vergoeding Een waarnemer krijgt een vergoeding op rangniveau met een maximum tot brandmeester. Het aantal uren dat de waarnemer krijgt vergoed, bedraagt het aantal oefenuren plus één voorbereidend uur. Extra uren worden alleen vergoed na overleg met en door middel van een door de commandant afgetekende urenlijst. Een waarnemer dient te beschikken over minimaal de diploma s hoofdbrandwacht. Daarbij geld minimaal een gelijke rang of hoger van de te waarnemen personen. Waarbij op gelijke rang de waarnemer minimaal een repressieve ervaring van 4 jaar in die rang heeft. Lotus slachtoffers worden per uur, conform de regionaal gemaakte afspraken met de Lotusgroep uitbetaald. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

22 6.6 De OBG Alle OBG-ers dienen de cursus oefenleider te volgen, omdat in deze cursus de oefenmethodiek van de Leidraad Oefenen uitvoerig aan bod komt. Dat geldt ook voor de taakverdeling en de samenwerking binnen de oefenorganisatie. Dit komt het functioneren van de OBG ten goede. De cursus oefenleider kost 150,- per deelnemer. Na het afronden van deze cursus kan men als oefenleider wordt ingezet. Iedere OBG-er kan in de toekomst gevraagd worden aanvullende opleidingen binnen het vakgebied oefenen te volgen. 6.7 Medewerker TD De medewerker technische dienst heeft een ondersteunende (technische) taak vóór en na de oefening, ten aanzien van de oefenorganisatie. Deze medewerker draagt onder andere de verantwoordelijkheid voor de volgende zaken: Onderhoud oefenfaciliteiten; Logistieke verzorging o.a. ophalen en wegbrengen sloopauto s, instructiemiddelen etc. Regulier onderhoud ademluchttoestellen. Overige logistieke verzorging organisatie Coördinatie onderhoudswerkzaamheden ten aanzien van het oefenmateriaal 6.8 Administratieve ondersteuning De medewerkster administratieve ondersteuning heeft een ondersteunende administratieve taak in dagdienst, ten aanzien van de afdeling Veiligheid en Handhaving. Zij kan op afroep ingezet worden voor administratieve werkzaamheden. Deze medewerkster draagt onder andere bij aan de volgende zaken: Diverse bewerkingen in Registar. Outlook agenda s beheren voor het cluster brandweer.. Opstellen van vergaderagenda s, notuleren en verslagleggen.. Verzamelen en verwerken van de oefenregistratie. Uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden op de PC. Uitvoeren van diverse administratieve taken.. Diverse telefonische werkzaamheden. Verzamelen, kopiëren, registreren, en veiligstellen van diploma s en certificaten. Deelnemen in het afdelingsoverleg. Overige voorkomende administratieve werkzaamheden ter ondersteuning van het cluster Brandweer. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

23 Hoofdstuk 7 Financiële onderbouwing Dit hoofdstuk geeft de financiële vertaling weer van het oefenbeleidsplan. In dit hoofdstuk wordt niet nader ingegaan op vergoedingen, formatiekosten, overhead en dergelijke. Aan het eind van het hoofdstuk worden de uiteindelijke technische kosten weergegeven. In het brandweerbeleidsplan zijn diverse financiële uitgangspunten opgesteld die uiteindelijk hun plaats hebben gekregen in de begroting van de brandweer. Naar aanleiding van dit oefenbeleidsplan, is het duidelijk dat een nadere invulling van de gestelde bedragen noodzakelijk is. 7.1 De huidige situatie In de begroting van 2006 is er de volgende post opgenomen, die direct gerelateerd kan worden aan het oefenen. Dit betreft de volgende begrotingspost: Preparatie/ Oefenkosten brandweer Oefenenkosten: Uit deze post worden alle kosten betaald die direct gerelateerd zijn aan het onderwerp oefenen. Dit betreffen o.a. kosten die voortkomen uit realistisch oefenen manschappen, realistisch oefenen bevelvoerders (buitenland), onderhoud ensceneringmiddelen, kosten voor sloopvoertuigen, objecten en externe instructeurs. In de begroting is ,- opgenomen. De kosten van aanschaf en vervanging van oefenmiddelen zijn in het materieelbeheersplan opgenomen. 7.2 De gewenste situatie Door diverse ontwikkelingen op het gebied van kwalitatief goed/ beter oefenen, gaat de brandweer landelijk een nieuwe fase in. Deze ontwikkelingen zullen leiden tot een kostenverhoging van het oefenen. Onderwerpen op het gebied van oefenen die landelijk spelen zijn o.a. het meer realistisch trainen en de geoefendheid van brandweermensen zo veel mogelijk borgen. In de volgende paragrafen zal per onderdeel worden aangegeven welke aspecten tot kostenverhogingen zullen leiden Realistisch oefenen manschappen (nationaal) Jaarlijks worden in 4 ploegen de manschappen van de brandweer Grave beoefend bij RISC in Rotterdam. Hiervoor is en programma opgesteld waarin alle risico;s zijn opgenomen die in het verzorgingsgebied van toepassing zijn. De kosten hiervan zijn ,- per jaar Realistisch oefenen bevelvoerders (internationaal) Conform het regionale Organisatieplan worden alle bevelvoerders middels een 4-jarige cyclus in een buitenlands oefencentrum beoefend. Deze kosten zijn vastgesteld op 3400,-- per persoon per deelname. Voor 6 bevelvoerders in een 4-jarige cyclus genereert dit een belasting van 5100, per jaar. Oefenbeleidsplan Brandweer Grave

3.1 Fase 1: Takenpakket en competentieniveau vaststellen. Afbeelding 3.1 Takenpakket en competentieniveau vaststellen

3.1 Fase 1: Takenpakket en competentieniveau vaststellen. Afbeelding 3.1 Takenpakket en competentieniveau vaststellen 3. Oefensystematiek De systematiek van deze Leidraad Oefenen is gebaseerd op een periodieke oefencyclus (zie hoofdstuk 2), die uit zeven fasen bestaat. De uitkomsten van de laatste fase vormen de input

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement t. Functie oefencoördinator Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub t Besluit personeel veiligheidsregio s

Nadere informatie

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen.

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5.1 Ordening van de oefenkaarten De ordening van de oefenkaarten is gebaseerd op de volgende

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OEFENCOORDINATOR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 10 juli 2008 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Van bijscholen en oefenen naar Blijvende vakbekwaamheid Brandweer maakt deel uit van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A Elementaire oefening Oefenkaart 102B 202C 302C Verkenning met adembeschermende middelen Opdracht A Draaiboek : 102B-DB02 Datum : 13-12-2007 Locatie : Jacobswoude Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud...

Nadere informatie

Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief)

Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief) Nota Leidraad Oefenen in Twente Versie 26 november 2001 (definitief) SAMENVATTING...2 1. INLEIDING...3 2. WETTELIJK KADER...4 3. FILOSOFIE LEIDRAAD OEFENEN...4 4. HUIDIGE SITUATIE IN TWENTE...5 5. CONSEQUENTIES

Nadere informatie

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Voorwoord Reddingsbrigade Nederland introduceert per 1 september 2015 de Licentieregeling. Door middel van de licentieregeling wil Reddingsbrigade Nederland een

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt. Verkeersongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen Oefening Doel Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke

Nadere informatie

Werkexemplaar Leidraad Oefenen

Werkexemplaar Leidraad Oefenen Werkexemplaar Leidraad Oefenen LEIDRAAD BRANDWEER KWALITEITSNORM De Leidraad Oefenen is ontwikkeld door het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra, in nauwe samenwerking met het Landelijk Platform

Nadere informatie

Bijlage 3C - Concept Draaiboek

Bijlage 3C - Concept Draaiboek Bijlage 3C - Concept Draaiboek Datum : Locatie : Inhoud Eindoefening... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie... 3

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 10 oktober 2005 te Arnhem vastgesteld door het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel.

Nadere informatie

Beleidsplan 2004-2009 Opleiding en Oefening Gemeentelijke brandweer Grave

Beleidsplan 2004-2009 Opleiding en Oefening Gemeentelijke brandweer Grave Beleidsplan 2004-2009 Opleiding en Oefening Gemeentelijke brandweer Grave 1 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Pag. 1. Inleiding Opleidingsplan 4 1.1 Wettelijk kader 5 1.2 Uitgangspunten 6 1.3 Huidige situatie

Nadere informatie

Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie

Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie Toelichting Model Blijvende Vakbekwaamheid en Zelfevaluatie Bovenstaand treft u ons model blijvende vakbekwaamheid aan. Dit model zou u kunnen zien als een knoppenmodel. Knoppen waaraan op basis van onze

Nadere informatie

Oefenbeleidsplan dienst Brandweer en Rampenbestrijding Eindhoven Leidraad Oefenen

Oefenbeleidsplan dienst Brandweer en Rampenbestrijding Eindhoven Leidraad Oefenen C O N C E P T Oefenbeleidsplan dienst Brandweer en Rampenbestrijding Eindhoven Leidraad Oefenen Stellers: Marijke Besselink Wytse Borst Jan van Kimmenade Marc van Aken Datum: december 2001 Bronnen: Handleiding

Nadere informatie

Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen

Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

De Veiligheidsregio IJsselland heeft een Lijst van Wensen opgesteld die onderverdeeld is in de volgende vier onderdelen:

De Veiligheidsregio IJsselland heeft een Lijst van Wensen opgesteld die onderverdeeld is in de volgende vier onderdelen: Bijlage 4.B Lijst van Wensen De Veiligheidsregio IJsselland heeft een Lijst van Wensen opgesteld die onderverdeeld is in de volgende vier onderdelen: Voorbereiding en projectmanagement Instructiemomenten

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement l. Functie instructeur Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub l Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht B-C-D Draaiboek : 103C-DB01 Datum : 21-12-2011 Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPLEIDEN EN OEFENEN werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht A-E-F Draaiboek : 103C-DB02 Datum : 21-12-2011 Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Ongeval met gevaarlijke stoffen bij stationaire Oefening Doel Basisbrandweerzorg Beperkt OGS en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief

Nadere informatie

Woningbrand bestrijding. Oefening

Woningbrand bestrijding. Oefening Woningbrand bestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De ploeg voert veilig

Nadere informatie

Woningbrandbestrijding. Oefening

Woningbrandbestrijding. Oefening Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b(optioneel) en bevelvoerder Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De ploeg

Nadere informatie

Vakbekwaamheid. Portfolio. Aantoonbaar vakbekwaam (Beoordelingsportfolio) Diploma/certificaat Beoordeling Certificaat

Vakbekwaamheid. Portfolio. Aantoonbaar vakbekwaam (Beoordelingsportfolio) Diploma/certificaat Beoordeling Certificaat Vakbekwaamheid Vakbekwaam Worden Vakbekwaam blijven Oefenen Bijscholen Repressie Portfolio Aantoonbaar vakbekwaam (Beoordelingsportfolio) Diploma/certificaat Beoordeling Certificaat Lerende organisatie

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR INSTRUCTEUR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 16 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding Ploeg; manschappen, manschap b(optioneel) en bevelvoerder Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement r. Functie medewerker opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub r Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus

Nadere informatie

Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer. <<gemeente>>, <<periode>>

Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer. <<gemeente>>, <<periode>> Beleidsplan opleiden en oefenen brandweer , NHN-model beleidsplan gemeentelijk BOOB 2008Pagina 1 van 32 Samenvatting... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Doelstellingen...

Nadere informatie

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 101A Risico s bij brand signaleren Opdracht A en B Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Oefenkaart 101A Risico s bij brand signaleren...

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Brandbestrijding bedrijfsgebouwen. Oefening

Brandbestrijding bedrijfsgebouwen. Oefening 503 Brandbestrijding bedrijfsgebouwen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Rigaweg 26, 9723 TH Groningen T: (050) 54 45 112 // F: (050) 54 45 110 E: info@precare.nl // www.precare.nl Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Nalooplijst hoofdstuk 4 Elementen in de beheersing van

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen van het LPO

Antwoorden op de vragen van het LPO en op de vragen van het LPO Ter voorbereiding op de vergadering van het LPO op 16 juni 2010 zijn er enkele vragen geïnventariseerd. De vragen en antwoorden zijn in onderstaand schema opgenomen. Welke norm

Nadere informatie

Opleidings- en oefenbeleid

Opleidings- en oefenbeleid Bijlage 1 Opleidings- en oefenbeleid 2011-2014 Brandweer Bladel Opleidings- en oefenbeleid 2011-2014 Brandweer Bladel 1 Inhoudsopgave pagina 1.0 Opleiding (Vakbekwaam worden) 2 1.1 Uitgangspunten opleidingsbehoefte

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

' m. Raadsvoorstel 1999 234 ABBA Ā 2. Verordening hulpverlening en brandveiligheid.

' m. Raadsvoorstel 1999 234 ABBA Ā 2. Verordening hulpverlening en brandveiligheid. Raadsvoorstel jaar bijlagenr. commissie(s) categorie/agendanr. 1999 234 ABBA Ā 2 onderwerp Verordening hulpverlening en brandveiligheid. ' m Aan de raad Sinds de vaststelling door de Raad van de Organisatieverordening

Nadere informatie

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Oefening Doel Specialisme Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief een inzet uit bij een

Nadere informatie

Leidraad conversie rangen

Leidraad conversie rangen Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding Leidraad conversie rangen Documentatie: - Bijlage 1: Overzicht rangen oud en nieuw; - Bijlage 2: Overzicht operationele en beheersmatige functies

Nadere informatie

Elementaire oefening. hydraulische gereedschap. Opdracht A, B en C. Draaiboek : 112B-DB01 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. hydraulische gereedschap. Opdracht A, B en C. Draaiboek : 112B-DB01 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 112B: Slachtoffers bevrijden met hydraulische gereedschap Opdracht A, B en C Draaiboek : 112B-DB01 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Brandweer on(der)wijs belangrijk!

Brandweer on(der)wijs belangrijk! Brandweer on(der)wijs belangrijk! Versterking Brandweeronderwijs Brandweeronderwijs is een onderwerp dat het hart van de brandweer raakt. Alle brandweermensen hebben er hun hele carrière mee te maken.

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie verkenner (gevaarlijke stoffen) werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement b. Functie bevelvoerder Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub b Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

OEFENBELEID EN OEFENKAARTEN

OEFENBELEID EN OEFENKAARTEN OEFENBELEID EN OEFENKAARTEN Oefenbeleid, visietekst: versie 23/08/10 1 Oefenbeleid De toenemende complexiteit van de samenleving vraagt om een verdergaande professionalisering van het repressief brandweeroptreden.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Gesprekscyclus Scholengroep Rijk van Nijmegen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 2 Gesprekscyclus Opbouw De tweejarige scyclus van SGRvN - Het voortgangs - Het beoordelings 4 4 4 5 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Klasse xxx Manschappen / Ploeg: Brandweer ABWC

Klasse xxx Manschappen / Ploeg: Brandweer ABWC Klasse xxx Manschappen 111 + 112 / 113 +114 Ploeg: Brandweer ABWC -10 2 6 8-10 2 6 8 K G Algemeen TICHTIG Communicatie e manschap 1. kan opdrachten van de bevelvoerder correct interpreteren. e manschap

Nadere informatie

HORENDE BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN

HORENDE BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN MODEL NOTA VAN TOELICHTING HORENDE BIJ DE ALGEMENE BEPALINGEN Inleiding; Een aantal Algemene Bepalingen zijn in deze nota van toelichting nader uitgewerkt. Het beoogde doel van deze uitwerkingen is om

Nadere informatie

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING CVDR Officiële uitgave van Hardenberg. Nr. CVDR2572_1 28 februari 2017 VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING De raad van de gemeente Hardenberg; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van

Nadere informatie

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Elementaire oefening Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Opdracht A en B Draaiboek : 102A-DB01 Datum : Locatie : NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 102A-DB01 - Juli 2007 2 Inhoud

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Jan Hazeleger Kenny Essers Plv Hfd Repressie Chef Preparatie Utrecht Amersfoort 30/06/2008 1 Waar gaan we het over hebben Aanleiding

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Elementaire oefening Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Opdracht A en B Draaiboek : 102A-DB01 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie...

Nadere informatie

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in

Nadere informatie

Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties

Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties Bijlage 1 Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties Inleiding Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft, in het kader van

Nadere informatie

KWALIFICATIEDOSSIER OEFENCOÖRDINATOR

KWALIFICATIEDOSSIER OEFENCOÖRDINATOR KWALIFICATIEDOSSIER OEFENCOÖRDINATOR Werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatiedossier is vastgesteld door de stuurgroep van het project Besluit kwaliteit brandweerpersoneel in mei 2009. Het dossier

Nadere informatie

HOOFDSTUK 20 AFWIJKENDE EN AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR DE BEROEPSBRANDWEER

HOOFDSTUK 20 AFWIJKENDE EN AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR DE BEROEPSBRANDWEER HOOFDSTUK 20 AFWIJKENDE EN AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR DE BEROEPSBRANDWEER Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ======== ===== 1 BEGRIPSBEPALINGEN * Begripsbepalingen 20:1:1 2 TOEPASSELIJKHEID BEPALINGEN EN

Nadere informatie

Oefenkaart 103D - Handladders en schoorsteengereedschap. 113C - Op hoogte werken

Oefenkaart 103D - Handladders en schoorsteengereedschap. 113C - Op hoogte werken Elementaire oefening Oefenkaart 103D - Handladders en schoorsteengereedschap (opdracht A) 113C - Op hoogte werken Draaiboek : 103D-DB02 Datum : Locatie : Inhoud Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding. Leidraad conversie rangen

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding. Leidraad conversie rangen Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding Leidraad conversie rangen Vastgesteld door de RRC op 10 september 2010 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 3 2. Minder rangen 3 3. Operationele functies

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E. Opdracht A t/m D

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E. Opdracht A t/m D Elementaire oefening Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E Opdracht A t/m D Draaiboek : 102D-DB02 Datum : 20-8-2007 Locatie : Kantoor Emmalaan Inhoud Opmerking [LMB1]: Deze inhoudsopgave

Nadere informatie

Werkzaam bij de brandweer

Werkzaam bij de brandweer PORTFOLIO PLOEGCHEF Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in juni 2009.

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1 Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Instructeur Versie 0.1 Inleiding In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen gegeven van de proeve van bekwaamheid Instructeur, voorheen

Nadere informatie

Beperkte THV Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Beperkte THV Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus 511 Technische hulpverlening bij een verkeersongeval Oefening Doel Basisbrandweerzorg Beperkte THV en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Algemeen doel De ploeg verricht werkzaamheden

Nadere informatie

Nr. 1998/5/6 Sector MI. Exloo, 14 april Onderwerp: Vaststelling Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Borger-Odoorn

Nr. 1998/5/6 Sector MI. Exloo, 14 april Onderwerp: Vaststelling Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Borger-Odoorn Nr. 1998/5/6 Sector MI Exloo, 14 april 1998 Onderwerp: Vaststelling Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Borger-Odoorn OS M c,c? S" / i J Aan de gemeenteraad, ^~- ) De raden van de voormalige

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPERATIONELE VOORBEREIDING

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPERATIONELE VOORBEREIDING KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER OPERATIONELE VOORBEREIDING werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid 2 Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie: Een essentieel onderdeel

Nadere informatie

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening Oefening Doel Specialisme Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b (optioneel) en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief een inzet

Nadere informatie

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie Managementsamenvatting/advies: Meetlat met toetscriteria Toetscriterium 1. Kansen en bedreigingen, behoefte- en omgevingsanalyse Door een analyse te maken

Nadere informatie

Casus: richtinggevend voor uitwerking blok 3. Van virtueel naar één geheel. 14 juni 2007 v. 1.1. Leon-Paul de Rouw Robin Scherrenburg

Casus: richtinggevend voor uitwerking blok 3. Van virtueel naar één geheel. 14 juni 2007 v. 1.1. Leon-Paul de Rouw Robin Scherrenburg Casus: richtinggevend voor uitwerking blok 3 Van virtueel naar één geheel 14 juni 2007 v. 1.1 Leon-Paul de Rouw Robin Scherrenburg Meer informatie over het onderwerp servicedesk en andere aspecten op het

Nadere informatie

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave Planning & Control Inleiding Planning & Control is de Engelse benaming voor coördinatie en afstemming. Het is gericht op interne plannings- en besturingsactiviteiten. Een heldere Planning & Control functie

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement b. Functie evaluator multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub b Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement dd. Functie tactisch manager Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub dd Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig

Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig Opleidings- en oefenbeleidsnotitie 2014-2017 voor de brandweer functionarissen binnen de Regeling Operationele Leiding en het grootschalig brandweeroptreden van de Veiligheidsregio Zeeland. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN. Werkzaam bij de brandweer

SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN. Werkzaam bij de brandweer PORTFOLIO SPECIALIST OPLEIDEN EN OEFENEN Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie gaspakdrager werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement Oproepbaarheid van beroepskrachten

Huishoudelijk reglement Oproepbaarheid van beroepskrachten Maatschappelijke zetel Kruispadstraat 91 2900 Schoten T 03 369 64 00 info@brandweer.zonerand.be Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Datum HR_oproepbaarheid Kapt. Katrien De Maeyer 15 juli 2016 Huishoudelijk

Nadere informatie

Sterk in maatwerk. Amsterdam-Amstelland. Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig

Sterk in maatwerk. Amsterdam-Amstelland. Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Sterk in maatwerk Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig BOCAS Brandweer Amsterdam-Amstelland 2 Jaarlijks trainen honderden brandweerlieden en bedrijfshulpverleners bij BOCAS. Het opleidingscentrum

Nadere informatie

Elementaire oefening. inzetten. Opdracht A t/m E. Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. inzetten. Opdracht A t/m E. Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 103B Aflegsystemen opbouwen en inzetten Opdracht A t/m E Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Oefenkaart 103B Aflegsystemen opbouwen

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Nr. 30 14 januari 2016 Aanstellings- en bevorderingsbesluit repressief beroepspersoneel

Nadere informatie

NB: Dit voorstel is op 28 augustus 2008 besproken in het overleg van de pilotregio s. De uitkomsten van dit overleg zijn in de notitie verwerkt.

NB: Dit voorstel is op 28 augustus 2008 besproken in het overleg van de pilotregio s. De uitkomsten van dit overleg zijn in de notitie verwerkt. Herziening Leerwerkplekopdrachten Manschap a Aanleiding voor de herziening In de pilot die in vier regio s (Den Haag, Zuid-Holland-Zuid, Zuid-Oost Noord-Brabant en Twente) is uitgevoerd naar het werkend

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al?

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al? handleiding lokale veiligheidsplanner 1 veiligheid door samenwerking handleiding handleiding lokale veiligheidsplanner 2 Welkom bij de internettoepassing Lokale. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie

Nadere informatie

Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013

Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013 Brandweer Beleidsplan Opleiden en Oefenen 2010 2013 Brandweer Limburg-Noord Vastgesteld, zie bladzijde 3 Werkdoc-Stuk begelcom-not\geplaatst 2010\oefenbeleid\Limbrug Nrd- brandweer beleidsplan 2010-2013.doc

Nadere informatie

voor Hulpverlenend Personeel VNOG

voor Hulpverlenend Personeel VNOG Organisatie: Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Regie: Sector Risicobeheersing Voorbereiding: RC BOT Status: voor Hulpverlenend Personeel Pagina: Pagina 1 van 9 Regionale Regeling TraumaNazorg

Nadere informatie

Regeling betreffende de eisen van aanstelling en bevordering voor het personeel brandweerpersoneel in dienst van de gemeente Rotterdam

Regeling betreffende de eisen van aanstelling en bevordering voor het personeel brandweerpersoneel in dienst van de gemeente Rotterdam CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR18985_1 3 juli 2018 Regeling betreffende de eisen van aanstelling en bevordering voor het personeel brandweerpersoneel in dienst van de gemeente Rotterdam

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie