Guidance actuariële verklaringen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Guidance actuariële verklaringen"

Transcriptie

1 Guidance actuariële verklaringen Hoofdindeling: Leidraden Categorie: Praktijkhandreiking Opgesteld door: AG-Werkgroep Actuariële Verklaring Pensioenfonds Vastgesteld door: Bestuur AG Datum (laatste wijziging): 9 maart 2015

2 Actuariële Verklaringen voor Pensioenfondsen en Verzekeraars Achtergrond en Guidance Algemeen Actuarieel oordeel over de financiële positie van een verzekeringsinstelling (pensioenfonds of verzekeraar) Het AG heeft in Afdeling V van het Reglement van Orde (RvO) vastgelegd wat van een certificerend actuaris wordt verwacht in het kader van diens rol met betrekking tot het prudentieel toezicht op verzekeringsinstellingen (pensioenfondsen en verzekeraars). In artikel 11, lid 3, worden de aspecten omschreven die hij dient te beoordelen en wordt aangegeven dat zijn oordeel mede vorm krijgt door het verstrekken van een Standaard Actuariële Verklaring, als bijlage toegevoegd aan het RvO. Expliciet wordt een oordeel verlangd over de mate waarin en de condities waaronder de verzekeringsinstelling haar verplichtingen in de toekomst al dan niet kan nakomen. Deze bepalingen in het RvO over de rol van de certificerend actuaris stemmen overeen met bepalingen in overeenkomsten tussen AG en NBA en met bepalingen in onder andere de Pensioenwet en de Wet op het financieel toezicht. Zo wordt in de zowel op pensioenfondsen als verzekeraars van toepassing zijnde richtlijn Handreiking certificerend actuaris en externe accountant, uitgevaardigd door AG en NBA, gesteld dat de accountant bij zijn oordeelsvorming rekening houdt met het oordeel van de actuaris over de financiële positie van de verzekeringsinstelling; Daarnaast moet de actuaris in het Actuarieel Verslag bij de verslagstaten van een pensioenfonds op basis van wet- en regelgeving een eigen oordeel geven over de vermogenspositie van het fonds (aanwijzingen bij verslagstaat J606). Het AG is van mening dat de certificerend actuaris bij verzekeraars geen oordeel over de financiële positie in de Actuariële Verklaring moet opnemen, omdat hiertoe het wettelijk kader ontbreekt en omdat een inhoudelijk kader ter beoordeling van de financiële positie (Solvency II) nog in ontwikkeling is. Wel vindt het AG dat de certificerend actuaris in het Actuarieel Rapport zijn beschouwingen over de financiële positie moet opnemen. Daarin kan de certificerend actuaris beschrijven welke aspecten van de financiële positie zijn beoordeeld, en op welke informatie hij zijn oordeelsvorming heeft gebaseerd. Ingeval sprake is van een situatie waarbij de financiële positie slecht is, wordt echter aanbevolen om van het vrije tekstdeel in de standaardverklaring (noot toelichting of voorbehoud) gebruik te maken om daarop te wijzen. Ondanks het feit dat in de Actuariële Verklaring bij verzekeraars geen oordeel over de financiële positie is opgenomen, is vanwege het belang in het Actuarieel Rapport wel guidance opgenomen over de beoordeling van de financiële positie van verzekeraars. Dat de actuaris zijn oordeel uitsluitend toetst ten opzichte van de actuariële risico s en dat niet alle risico s in de beschouwing van de actuaris kunnen worden betrokken, zal hierna worden benadrukt. 1

3 Actuariële beoordeling financiële positie Het AG is van mening dat de certificerend actuaris zich een oordeel moet vormen over de financiële positie van de verzekeringsinstelling ten opzichte van de risico s van actuariële aard. Bepalend voor deze beoordeling zijn de hoogte van de technische voorzieningen voor de tot balansdatum aangegane verplichtingen, en de mate waarin de instelling actuariële risico s op kan vangen. Niet alleen de technische voorziening maar ook de omvang en samenstelling van het aanwezige vermogen worden beoordeeld. Belangrijk hierbij is in hoeverre reserves aanwezig zijn om ongunstige ontwikkelingen in de verplichtingen of het vermogen op te vangen. Daartoe wordt een analyse uitgevoerd van de risico s die de verzekeringsinstelling (pensioenfonds of verzekeraar) loopt. Die analyse richt zich vooral op financiële en verzekeringstechnische risico s, het arbeidsveld van de actuaris. Beoordeling van operationele risico s (waaronder voorlichting over producten), en van politieke, strategische en andere risico s buiten genoemd veld, maakt in de regel geen deel uit van de werkzaamheden van de certificerend actuaris. Van de actuaris kan niet verwacht worden dat hij zich door eigen onderzoek een oordeel vormt over afzonderlijke posten, anders dan die van verzekeringstechnische aard, op de balans van de instelling. Dat is het domein van de accountant, die door goedkeuring van de jaarrekening en verslagstaten aangeeft dat de balans een getrouw beeld geeft van de grootte en samenstelling van het vermogen. Wellicht ten overvloede wordt nogmaals opgemerkt dat de certificerend actuaris geen oordeel over de financiële positie van een verzekeraar opneemt in de Actuariële Verklaring, maar daarover wel rapporteert in zijn Actuarieel Rapport. Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling Het AG heeft in 2007 de "Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling" herzien. Deze richtlijnen richten zich vooral op de gewenste inhoud van het rapport van de certificerend actuaris. Het doel van dit document is om samen met genoemde richtlijnen guidance te verschaffen, met name op het punt van beoordeling van de actuariële positie van een pensioenfonds of verzekeraar. Deze guidance hoewel beperkt is bedoeld om te bevorderen dat certificerend actuarissen bij het beoordelen van de actuariële positie zoveel mogelijk een zelfde benadering toepassen en op vergelijkbare wijze tot een oordeel komen. De certificerend actuaris dient in zijn Actuarieel Rapport de onderbouwing van zijn oordeel centraal te stellen, en zal de uitgevoerde werkzaamheden daarin beschrijven. In zijn rapport kan de certificerend actuaris zijn verklaring toelichten, en waar nodig nuanceren, ten behoeve van het management van de instelling (bestuur, directie en/of commissarissen), accountant en toezichthouder DNB. 2

4 Toezichtskader Deze guidance betreft de Actuariële Verklaringen dan wel de Actuariële Rapporten, die zullen worden afgegeven tegen de achtergrond van de wetgeving die vanaf boekjaar 2007 van kracht is. Voor pensioenfondsen is dat met name de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling, en voor verzekeraars de Wft, inclusief het zogenaamde Solvency I kader voor de solvabiliteitspositie. Specifiek voor (beroeps)pensioenfondsen geldt dat vanaf 1 januari 2015 het nieuwe Financieel Toetsingskader (nftk) van kracht is geworden. Voor de beoordeling over het verslagjaar 2014 geldt echter dat deze nog moet plaatsvinden op basis van het Financieel Toetsingskader (FTK), zoals dat op 31 december 2014 nog van toepassing was. Dit sluit ook aan bij de RJ-Uiting : Consequenties van de wijzigingen in het Financieel Toetsingskader voor Pensioenfondsen per 1 januari In de Actuariële Verklaring is in verband daarmee expliciet opgenomen dat het oordeel is gebaseerd op het in 2014 vigerend Toetsingskader. Daarmee hoeft in de Actuariële Verklaring geen oordeel te worden gegeven over de financiële positie onder nftk. Dit laat echter onverlet, dat, indien het naar het oordeel van de certificerend actuaris van toegevoegde waarde is, het mogelijk is om in de toelichting op het oordeel de gevolgen van het nftk op te nemen. Daarbij is dan wel van belang dat er ten aanzien van de gegevens die nodig zijn voor het oordeel in het geval van nftk duidelijk moet worden gemaakt dat deze niet onder de basisgegevens vallen. In ieder geval wordt wel aanbevolen dat de certificerend actuaris in het Actuarieel Rapport aandacht zal geven aan de eventuele gevolgen van het nftk. Ook de accountant zal hiervan melding maken als gebeurtenis na balansdatum. Voor de goede orde zij hierbij nog opgemerkt, dat ook in het Actuarieel Rapport het van belang is dat duidelijk wordt gemaakt dat de gegevens die ten grondslag liggen aan de uitkomsten onder het nftk slechts op plausibiliteit zijn getoetst. Het toezicht en de activiteiten van de certificerend actuaris in dat kader richt zich in eerste instantie op de afwikkeling van verplichtingen, door een verzekeringsinstelling aangegaan tot het einde van het boekjaar waarover de instelling zich verantwoordt. Verplichtingen, die naar verwachting in de toekomst zullen worden aangegaan, worden slechts in de actuariële beoordeling van de financiële positie betrokken voor zover zij de nakoming van de huidige verplichtingen inclusief gewekte verwachtingen (toeslagen/winstdeling) beïnvloeden. Nieuwe productie in de vorm van na balansdatum te sluiten polissen (bij verzekeraars) of op te bouwen verzekerde aanspraken (bij pensioenfondsen) blijft daarom in principe buiten beschouwing. Het primaire uitgangspunt is dus afwikkeling van de tot balansdatum opgebouwde portefeuille, met inachtneming van toekomstige ontwikkelingen die de afwikkeling van de portefeuille kunnen beïnvloeden. Onderkend wordt dat continuïteitscenario s niet uit het oog mogen worden verloren omdat het vigerende financiële beleid normaliter vanuit continuïteit is geformuleerd en vanuit deze gedachte aan monitoring wordt onderworpen. Verantwoordelijkheid Het management van een verzekeringsinstelling is primair zelf verantwoordelijk voor een adequate financiële positie en voor een adequate beschrijving en analyse daarvan. Deze verantwoordelijkheid ontslaat de certificerend actuaris niet van de verplichting om ook zelf te oordelen. 3

5 Bij voorkeur zal de certificerend actuaris zich willen uitspreken over de juistheid van een door de instelling zelf geformuleerd statement over de financiële positie, en zo nodig zal hij eigen (aanvullende) analyses uitvoeren om tot zijn oordeel te komen. Oordeel over voorzieningen Bij de verwoording van het oordeel over de voorziening is aangesloten bij de bewoordingen in wetteksten betreffende het oordeel van de certificerend actuaris. In geval van pensioenfondsen wordt daarom verklaard dat de technische voorziening toereikend is vastgesteld. De constatering, dat de hoogte van de verzekeringstechnische voorzieningen als geheel bezien toereikend is, moet worden geïnterpreteerd als: de hoogte van de voorzieningen bevindt zich ten minste op het niveau, dat uitgaande van realistische grondslagen als prudent te kenmerken is. Bij verzekeraars leidt aansluiting met de wettekst tot het oordeel dat de voorziening adequaat is vastgesteld. Met adequaat wordt bedoeld, zoals blijkt uit een toelichting bij een Nota van Wijziging tijdens de invoering van de Wft, dat deze is vastgesteld conform de voorschriften die daarvoor bij of krachtens de Wft zijn gesteld (Afdeling Technische voorzieningen, en daaraan gerelateerde wet- en regelgeving). Daarbij wordt tevens opgemerkt dat de bewoording prudent ten onrechte zou suggereren dat de actuaris slechts moet afgaan op de prudentie van de technische voorzieningen. In het kader van deze guidance wordt onder het oordeel adequaat mede het oordeel juist en toereikend verstaan. De kwalificatie van de balanswaardering van de verzekeringsverplichtingen als adequaat sluit overprudentie overigens niet uit. De grondslagen voor de toereikendheidstoets van de verzekeringsverplichtingen mogen echter (volgens de Regeling solvabiliteitsmarge en technische voorzieningen verzekeraars) niet overprudent zijn. Administratieve basisgegevens Om de samenwerking en rolverdeling tussen accountants en actuarissen helder te maken wordt in de Actuariële Verklaring gerefereerd aan informatie/bevindingen van de accountant inzake de administratieve basisgegevens en aan de door de certificerend actuaris aan die informatie verbonden conclusies en aan gegevens, ontleend aan de door de instelling aan de accountant voorgelegde jaarrekening en verslagstaten. De actuaris moet erop toezien dat laatstgenoemde gegevens (blijven) corresponderen met de in de jaarvergadering vastgestelde versie van de jaarrekening en verslagstaten. Het is verstandig om in een aanbiedingsbrief bij de Actuariële Verklaring en het Actuarieel Rapport een voorbehoud te maken met betrekking tot eventuele latere aanpassingen in de jaarrekening en verslagstaten of nog te ontvangen informatie betreffende de basisgegevens. Indien de accountant de administratieve gegevens, waarop de actuaris zich bij zijn beoordeling dient te baseren, niet voor zijn verantwoording kan nemen, onthoudt de certificerende actuaris zich van het geven van een oordeel. Daarvan kan worden afgeweken indien - in overleg met de accountant - maatregelen zijn afgesproken ter opheffing van de manco s binnen twee jaar na het einde van het betrokken boekjaar. In dit geval is het wel noodzakelijk, dat een kritisch onderzoek wordt ingesteld zowel naar de herkomst en de consistentie van de basisgegevens als naar de gevoeligheid van de totale uitkomsten voor onjuiste basisgegevens. Indien gegevens ontbreken om te kunnen komen tot toetsing van gekozen grondslagen en methoden neemt de certificerende actuaris bijzondere 4

6 voorzichtigheid in acht. Ook hier gaat hij na of het mogelijk is tot een betere situatie te komen. Voorts dient hij van geval tot geval te beslissen of hij in zijn verklaring en/of rapport van het ontbreken van bedoelde gegevens melding moet maken. De vrije tekst in de Standaard Actuariële Verklaring biedt ruimte om bovengenoemde situaties te behandelen. Ondertekening Uit de tot dusverre door DNB gevoerde praktijk kan worden opgemaakt dat de actuaris door DNB wordt geïnterpreteerd als een natuurlijke persoon, die als persoon kan worden aangesproken op zijn verantwoordelijkheid voor de door hem afgegeven oordelen. Uit de wetgeving in combinatie met de gevoerde praktijk kan niet eenduidig worden opgemaakt of een kantoor mag optreden als de certificerend actuaris (namens wie het AG lid vervolgens certificeert). Naar de mening van het AG gaat het om een natuurlijke persoon die ondertekent, en die daarbij aangeeft aan welk kantoor hij/zij, eventueel, is verbonden. Het kantoor is doorgaans de economische eigenaar van de certificeringsopdracht. Immers de verzekeringsinstelling geeft aan het kantoor de opdracht tot certificering en verzoekt om de voordracht van een persoon, die als certificerend actuaris op zal treden. In lijn met deze gedachte is de verklaring in de ik-vorm geredigeerd, wat overigens niet wil zeggen dat alle werkzaamheden die ten grondslag liggen aan het oordeel door de certificerend actuaris in persoon zijn uitgevoerd. Te allen tijde moet uit de ondertekening blijken welke persoon de verantwoordelijkheid heeft aanvaard voor de certificering. De keuze van de ik-vorm doorkruist op geen enkele wijze de mogelijkheden van de certificerend actuaris om werkzaamheden te delegeren aan personen die - onder zijn verantwoordelijkheid de desbetreffende taken uitvoeren. 5

7 Uitwerking I: Pensioenfondsen Toezichtskader Alle actuariële verklaringen worden gebaseerd op de Pensioenwet (PW), dan wel de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wet Bpr). De actuaris moet zich er van overtuigen dat het pensioenfonds heeft voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de PW respectievelijk artikel 121 tot en met 135 van de Wet Bpr, met inachtneming van de bijbehorende besluiten en regelingen. Op grond van (de aanwijzingen bij) staat J606 (actuarieel verslag) moet de actuaris daarbij ook nagaan of de berekeningen van technische voorzieningen en solvabiliteitstoets juist zijn uitgevoerd en hij moet zich een eigen oordeel vormen over de financiële positie. De navolgende guidance is beschreven aan de hand van de PW. Voor beroepspensioenfondsen geldt analoge guidance. Pensioenwet 1. Technische voorzieningen en financiering ouderdomspensioen (art. 126 en 127 PW) Het feit dat ouderdomspensioen moet worden gefinancierd op basis van kapitaaldekking zal zijn weerslag moeten vinden in de vaststelling van de kostendekkende premie en de aan te houden voorziening. Het begrip prudente beginselen moet geïnterpreteerd worden in lijn met hetgeen is opgenomen onder oordeel over voorzieningen in het algemene deel van deze guidance. De meest recente door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde prognosetafel is vertrekpunt bij de keuze van de overlevingskansen. Omdat deze tafel is gebaseerd op bevolkingssterfte, moet daarbij nog een correctie plaats vinden voor het verschil tussen de bevolkingssterfte en de verzekerdensterfte. Op het moment van toetsing dient de certificerend actuaris rekening te houden met (actuele) ontwikkelingen, in samenhang met het gehele stelsel van actuariële grondslagen. Op basis daarvan dient bijvoorbeeld rekening gehouden te worden met eventuele bijstellingen in de prognose van de levensverwachting. Voor zover er voor onderdelen van de waardering van de technische voorzieningen dan wel voor bepaalde risico s sprake is van een niet-toereikende voorziening, dient te worden aangegeven hoe de tekorten elders worden gecompenseerd. Ook moet dit in de Toelichting (3.1) bij staat J606 worden opgenomen. 2. De kostendekkende premie (art. 128, 129 en 130 PW) De elementen van de kostendekkende premie zijn in de PW expliciet beschreven. In het bijzonder is aangegeven dat de solvabiliteitsopslag in de kostendekkende premie niet gesaldeerd mag worden met solvabiliteitsvrijval door uitkeringen. De kostendekkende premie wordt gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals die voor het verslagjaar van toepassing is. Naast de (zuivere) kostendekkende premie kan een pensioenfonds ook een gedempte premie hanteren. In wet en regelgeving zijn nadere regels geformuleerd over de grondslagen waaraan de gedempte premie ten minste moet voldoen. 6

8 De actuaris toetst of de kostendekkende premie en de eventuele gedempte premie alle elementen bevat welke deze premies volgens wet en regelgeving moet bevatten (volledigheid). Verder toetst de actuaris of de grondslagen voor vaststelling van de premies beantwoorden aan de wettelijke criteria. De actuaris constateert of de feitelijk betaalde premie in het verslag jaar ten minste gelijk is aan de gedempte premie. Ook eventuele betaalde bijstortingen in het kader van een herstelplan kunnen worden beschouwd als feitelijk betaalde premie. Als de feitelijk betaalde premie lager is dan de gedempte premie, toetst de actuaris of voldaan is aan de criteria voor premieterugstorting dan wel premiekorting. DNB kan pensioenfondsen de mogelijkheid geven om tijdelijk af te wijken van bepaalde regelgeving; zoals bijvoorbeeld de bij gebruikmaking van de adempauze inzake de premiedekkingsgraadeis. Indien een pensioenfonds van zo n mogelijkheid gebruik maakt, dan meldt de actuaris dit in de Actuariële Verklaring. Bij de verklaring bij de verslagstaten moet worden betrokken of in de jaarrekening en het jaarverslag aan de voorwaarden met betrekking tot de vermelding van de kostendekkende, gedempte en feitelijke premie is voldaan. 3. (Minimaal) vereist eigen vermogen (art. 131 en 132 PW) De fondsrisico s die van belang zijn voor de bepaling van de hoogte van het vereist eigen vermogen (VEV) worden primair gebaseerd op het beleid zoals dat vastligt in de abtn en eventuele aanvullende stukken zoals het beleggingsplan. In overleg met de accountant wordt nagegaan of de feitelijke uitvoering past in dat beleid. Voor zover de feitelijke uitvoering gedurende het jaar risicovoller is dan voortvloeiend uit het vastgelegde beleid, zal daarmee rekening gehouden moeten worden bij de vaststelling van het VEV. Daarbij kan gedacht worden aan een toets in hoeverre een eventueel voorgestane afdekking van het renterisico van de technische voorzieningen inderdaad correct heeft plaatsgevonden. Indien sprake is van een reservetekort, dan luidt het oordeel over de vermogenspositie niet voldoende. De actuaris dient vervolgens in de actuariële verklaring aan te geven of er sprake is van een omvangrijk dan wel van een beperkt reservetekort. Als guidance voor de grens tussen beperkt en omvangrijk kan gerekend worden met 80% van het verschil tussen VEV en MVEV. Voor de berekening van het minimaal vereist eigen vermogen mag niet worden uitgegaan van een benadering (bijvoorbeeld 5% van de technische voorzieningen). Een exacte berekening (conform de regelgeving in het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen) is altijd de aangewezen weg. Voor (volledig) verzekerde pensioenfondsen kunnen aparte (aanvullende) beleidsregels of richtlijnen van toepassing zijn. Bij de toetsing van het VEV en het MVEV dient de actuaris met deze aanvullende bepalingen rekening te houden. Voor het oordeel over de vermogenspositie geldt als guidance voor de actuaris: EV < MVEV slecht MVEV EV < MVEV + 80% (VEV MVEV) niet voldoende vanwege het reservetekort 7

9 MVEV + 80% (VEV MVEV) EV < VEV niet voldoende vanwege een beperkt reservetekort VEV EV voldoende of goed, afhankelijk van de mogelijkheid om de intentie tot toeslagverlening te kunnen realiseren. Opgemerkt zij dat de actuaris altijd een eigen verantwoordelijkheid heeft in de beoordeling van de financiële positie. Hij kan daarbij niet uitsluitend terugvallen op vaste rekenregels. De actuaris behoort altijd na te gaan of er sprake is van bijzondere omstandigheden welke van invloed kunnen zijn op de solvabiliteitspositie of solvabiliteitsontwikkeling van het pensioenfonds. 4. Dekking door waarden (art. 133 PW) De actuaris doet in zijn verklaring een uitspraak over de mate van dekking (dekkingstekort, reservetekort of toereikende solvabiliteit). De in aanmerking te nemen vermogensbestanddelen worden onder andere beschreven in het besluit FTK. In een situatie van (volledige) verzekering kan er sprake zijn van kredietrisico van de verzekeraar. Voor de waardering van dit kredietrisico kunnen aparte (aanvullende) beleidsregels of richtlijnen van toepassing zijn. De actuaris dient met deze bepalingen rekening te houden. Ook als er geen sprake zou zijn van aanvullende bepalingen inzake kredietrisico, behoort de actuaris bij zijn toetsing wel rekening te houden met een eventueel kredietrisico van de verzekeraar. Dit doet de actuaris door zo nodig in de verklaring een korte toelichting op te nemen. Deze verklaring is dus optioneel. Als guidance geldt dat deze optie in ieder geval wordt toegepast indien het kredietrisico van de verzekeraar dusdanig is dat deze het oordeel over de vermogenspositie kan beïnvloeden. In dat geval kan de actuaris in de actuariële verklaring als toelichting opnemen: In mijn oordeel heb ik geen rekening gehouden met het kredietrisico van de verzekeraar waar (een deel) van de pensioenverplichtingen zijn verzekerd. 5. Korting pensioenaanspraken (art. 134 PW) De kortingsmaatregel is een noodmaatregel die alleen in uiterste gevallen ingezet mag worden. De actuaris moet er op toezien dat de financiële opzet zodanig is dat korting van aanspraken normaal gesproken niet op zal treden. Als er desondanks toch een korting wordt toegepast moet hij nagaan of die korting legitiem is toegepast. Indien het bestuur van een pensioenfonds heeft besloten tot een korting van pensioenaanspraken, dan dient de actuaris dit te vermelden in de vrije tekst van de actuariële verklaring. Daarbij geeft hij aan of en zo ja op welke wijze deze korting in de waardering van de technische voorzieningen is verwerkt. Ook als sprake is van een voorgenomen besluit tot korting 1, dient de actuaris dit in zijn verklaring te vermelden. Een voorgenomen korting wordt nog niet in de technische voorzieningen verwerkt. 6. Beleggingen (art. 135 PW) 1 Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een voorgenomen besluit tot korting indien een bestuur in enig jaar besluit tot korting van pensioenaanspraken waarbij de korting pas op een later moment (in een volgend jaar) wordt geëffectueerd. De hoogte van de korting kan dan afhankelijk worden gesteld van de dekkingsgraad van het pensioenfonds op het moment van effectuering. 8

10 Beleggingen moeten geschieden in overeenstemming met de prudent-person regel, die enigszins is uitgewerkt in het besluit FTK. Bij de beoordeling van het beleggingsbeleid moeten ten minste de uitkomsten van de solvabiliteitstoets en de continuïteitsanalyse worden betrokken. De solvabiliteitstoets laat zien of de beleggingsrisico s acceptabel zijn in relatie tot de aangegane verplichtingen. De continuïteitsanalyse laat zien of de rendementen samen met de te ontvangen premies voldoende zijn om de te verwachten uitkeringen te financieren onder behoud van een toereikend weerstandsvermogen. Voor zover geen (recente) continuïteitsanalyse aanwezig is, kan het noodzakelijk zijn deze alsnog uit te voeren als de actuaris, op basis van zijn ervaring, twijfelt aan de haalbaarheid van de financiële opzet. Bij een (te) geringe spreiding van de beleggingen zal de actuaris voor zijn oordeel een correctie op de standaard solvabiliteitstoets aanbrengen. De actuaris dient na te gaan of de beleggingen zijn belegd in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden. Verder dient de actuaris te controleren of de beleggingen in de bijdragende onderneming lager zijn dan 5% van de totale beleggingsportefeuille. Beleggingen in het concern van de bijdragende onderneming mogen niet hoger zijn dan 10%. Meer regelgeving over de prudent-person regel is beschreven in artikel 13 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. Naast bovengenoemde guidance vanuit de regelgeving is er aparte aanvullende guidance over de prudent-person regel. Deze is ook opgenomen in de classificatie van regelgeving. 7. Leningen (art. 136 PW) Het is een pensioenfonds niet toegestaan leningen aan te gaan met als belangrijkste doelstelling met de aangetrokken middelen, door balansverlenging, extra rendement te genereren. Tegen de traditionele voorbeleggingen (waarbij in de zeer nabije toekomst een positieve kasstroom wordt verwacht) bestaat geen bezwaar, zolang dit niet op permanente basis geschiedt. Met financiële derivaten kan ook een balansverlenging bereikt worden. Zolang deze derivaten bijdragen aan een vermindering van het risicoprofiel of dienen om een doeltreffend portefeuillebeheer te vergemakkelijken, bestaan daartegen geen bezwaren. Aan een pensioenfonds kunnen achtergestelde leningen zijn verstrekt. In artikel 8 en 9 van het Besluit FTK zijn nadere voorwaarden vermeld voor het kunnen meetellen van achtergestelde leningen als onderdeel van het eigen vermogen ter dekking van het (minimaal) vereist eigen vermogen. De actuaris dient na te gaan of de achtergestelde leningen op correcte wijze in het eigen vermogen zijn verwerkt. 8. Voorwaardelijke toeslagverlening (art. 137 PW) In artikel 95 PW is opgenomen dat er een consistent geheel moet zijn tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van voorwaardelijke toeslagen. Deze algemene omschrijving is leidend bij de beoordeling van de nakoming van artikel 137 PW. Om te beoordelen of aan artikel 137 PW is voldaan dient de actuaris kennis te nemen van de consistentietoets. 9

11 Uit die consistentietoets moet blijken dat naar verwachting ten minste 70% van de toeslagambitie kan worden waargemaakt, uitgaande van een vermogen gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen 2. Om na te gaan welke verwachtingen zijn gewekt is het wenselijk dat het bestuur aangeeft op welke manieren is gecommuniceerd. In het algemeen zal het noodzakelijk zijn kennis te nemen van de reglementaire bepalingen, de mededeling aan de deelnemers over de toeslagverlening en eventuele passages op de website van het fonds. Dieper onderzoek naar eventuele uitlatingen in personeelsbladen of van bijvoorbeeld personeelsfunctionarissen en vakbonden is niet nodig, tenzij het bestuur een concreet communicatiekanaal heeft genoemd. Zodra de actuaris echter kennis krijgt van dergelijke uitlatingen worden deze bij zijn oordeel betrokken. De actuaris gaat na of de toeslagen goed zijn geclassificeerd in de toeslagenmatrix. In zijn actuariële verklaring behoort de actuaris ook een uitspraak te doen over de mogelijkheden van toeslagverlening bij de feitelijke financiële positie op de balansdatum. In het oordeel in de Actuariële Verklaring doet de actuaris een uitspraak als er sprake is van ten minste een voldoende vermogenspositie (er is dan dus geen reservetekort). De actuaris heeft daartoe de volgende mogelijkheden: a) Als het fonds geen toeslagambitie heeft, dan wordt het ontbreken van een toeslagambitie expliciet vermeld. Bij het oordeel over de financiële positie dient de actuaris wel na te gaan of er op enige andere wijze sprake is van gewekte toeslagverwachtingen, ondanks het ontbreken van een formele toeslagambitie. b) Als het fonds geen expliciete toeslagmaatstaf heeft, dan kan de actuaris zijn oordeel baseren op de feitelijke toeslagverlening uit het verleden. Het verleden kan dan als leidraad dienen voor de impliciete toeslagmaatstaf voor de toekomst. c) Als het fonds wel een toeslagambitie heeft, dan toetst de actuaris in hoeverre deze toeslagen naar verwachting nagekomen kunnen worden. Bij een ambitie gebaseerd op prijsinflatie kan de reële dekkingsgraad als toetsgrootheid dienen. Voor het oordeel goed kan de actuaris bijvoorbeeld toetsen of de reële dekkingsgraad zodanig is dat er voldoende aanwezige middelen zijn om 80% van de ambitie waar te kunnen maken. Bij een ambitie gebaseerd op prijsinflatie kan de reële dekkingsgraad als toetsgrootheid dienen. Voor het oordeel goed kan de actuaris bijvoorbeeld toetsen of de reële dekkingsgraad zodanig is dat er voldoende aanwezige middelen zijn om de ambitie waar te maken. Ook als er geen sprake is van een voldoende vermogenspositie kan de actuaris in de Actuariële Verklaring verdere toelichting opnemen over de toeslagverwachting. In dat geval kan hij daarvoor gebruik maken van de vrije toelichtende tekst. 2 Er mag worden uitgegaan van een hoger startvermogen dan het vereist eigen vermogen indien blijkt dat het pensioenfonds naar verwachting in een periode van 15 jaar vanuit een dekkingsgraad van 105% kan herstellen tot dat hogere startvermogen. 10

12 9. Herstelplannen (art. 138,139 en 140 PW) De certificerend actuaris neemt kennis van een door de instelling aan DNB voorgelegd en door deze niet afgewezen plan, en constateert in de Actuariële Verklaring of de solvabiliteitspositie zich conform dat plan ontwikkelt. Hij hoeft niet per se te oordelen over opzet en inhoud van het plan an sich, maar kan zulks desgewenst doen in zijn rapport. Bij dekkingstekort respectievelijk reservetekort conform de wettelijke criteria zal het oordeel over de solvabiliteitspositie slecht respectievelijk niet voldoende luiden, met een nadere kwalificatie naar gelang de ernst van de situatie. De actuaris heeft de vrijheid om bij een naar zijn opvatting slechts beperkt reservetekort dat te vermelden (zie ook de guidance bij artikel 131 en 132 PW). Bij de beoordeling over de voortgang van een herstelplan gaat het vooral om de strategische afwijkingen. Dat de rendementen in enig jaar toevallig afwijken van de in het plan gehanteerde uitgangspunten is van minder belang. 10. ABTN (art. 145) De abtn wordt niet genoemd bij de artikelen waarop de Actuariële Verklaring betrekking heeft. Het is echter noodzakelijk dat de actuaris nagaat of de wijze waarop feitelijk uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 126 tot en met 137 overeenstemt met het in de abtn omschreven beleid. Voor zover dat niet het geval is, moet daarover in elk geval in het rapport bij de Actuariële Verklaring een opmerking worden gemaakt. 11. Informatie en meldingsplicht (art. 170) De actuaris moet aan DNB zo spoedig mogelijk elke omstandigheid melden waarvan hij bij zijn certificeringwerkzaamheden kennis heeft gekregen en die in strijd is met de wet of die de nakoming van de door het fonds aangegane verplichtingen bedreigt. De actuaris hoeft dus geen specifiek onderzoek te verrichten of er sprake is van dergelijke omstandigheden. Als hij de kennis (al dan niet toevallig) krijgt bij zijn werkzaamheden, zal hij eerst het fonds in de gelegenheid stellen dit aan DNB te melden. Hij zal bewaken dat de melding wordt gedaan. Als het fonds niet snel genoeg tot melding overgaat, is de actuaris zelf verplicht DNB in te lichten. Oordeel In de Actuariële Verklaring wordt expliciet gesteld dat het oordeel over de solvabiliteitspositie afhangt van vier zaken: de waarschijnlijkheid van het voldoen aan verplichtingen, aangegaan tot de balansdatum, de in wet- en regelgeving gestelde criteria (voor onderdekking, dekkingstekort en reservetekort), het aan verzekerden gespecificeerd streven inzake toeslagen, (eventuele) maatregelen tot herstel van de solvabiliteitspositie (onderdeel van herzien beleid). 1. Waarschijnlijkheid Bij een oordeel over de solvabiliteitspositie geeft de certificerend actuaris aan hoe waarschijnlijk het naar zijn mening is dat de verplichtingen zullen worden nagekomen. De actuaris kan zich desgewenst bij zijn inschatting van die waarschijnlijkheid baseren op een model, bijvoorbeeld een stochastisch model. 11

13 2. Door instelling gevoerd beleid In feite zal het gevoerde beleid beleggingsbeleid en toeslagbeleid, herstelmaatregelen een belangrijk element in de afwegingen rond het oordeel vormen. Bij de herstelmaatregelen gaat het in principe om de tot balansdatum daarvan ondervonden effecten. Toekomstige effecten blijven buiten beschouwing: het oordeel betreft immers de afwikkeling van tot balansdatum aangegane verplichtingen (inclusief te verlenen toeslagen). Zo nodig kan aan het oordeel over de solvabiliteitspositie een toelichting of voorbehoud worden toegevoegd. De actuaris kan op deze plaats een relatie leggen tussen zijn oordeel en (voortzetting of wijziging van) het gevoerde beleid. 3. Toeslagen: ambitie, maatstaf en norm Bij de beoordeling van de solvabiliteitspositie is belangrijk welk niveau van toeslagverlening wordt nagestreefd, los van beperkingen die ongewisse toekomstige ontwikkelingen mogelijk met zich zullen brengen. Het reglementaire mechanisme dat de voorwaardelijkheid van de toeslagen reguleert en die toeslagen eventueel beperkt (staffel) is daarbij minder relevant. Doorslaggevend is de door het fonds aan verzekerden meegedeelde combinatie van: de maximale ambitie (het beoogde toeslagniveau, los van financiële beperkingen), de daaraan verbonden maatstaf (bijv. de hele of halve prijs- of loonindex), en de toe te passen norm (de door het fonds aanvaardbaar geachte mate van waarschijnlijkheid dat de beoogde toeslagen bij de gekozen maatstaf zullen worden gerealiseerd). Indien de maximale ambitie of de maatstaf niet expliciet is gespecificeerd dan zal de mate, waarin waardevastheid (prijsindex) te realiseren lijkt, in de beoordeling van de solvabiliteitspositie worden betrokken. Indien de norm niet expliciet is gespecificeerd dan zal de beoordeling moeten worden gebaseerd op de aanname dat de verzekerden een hoge mate van waarschijnlijkheid zullen veronderstellen. De actuaris dient alleen een uitspraak over de toeslagmogelijkheden te doen indien er geen sprake is van een dekkings- en reservetekort. Het oordeel over de financiële positie is dan ten minste een voldoende of goed. 4. Vrij vermogen Indien een reservetekort conform de wet en regelgeving afwezig is, zal het oordeel over de solvabiliteitspositie ten minste voldoende zijn. De hoogte van het vrij vermogen (vermogen boven de reservetekortgrens) bepaalt dan in welke mate de beoogde toeslagen kunnen worden gerealiseerd. Al naar gelang die hoogte kan de actuaris kiezen voor het oordeel goed in plaats van voldoende. 12

14 Toelichting In de Actuariële Verklaring wordt in het oordeel de mogelijkheid gegeven voor een nadere toelichting <10> en <14>. Deze nadere toelichting kan worden gegeven als er bijvoorbeeld niet wordt voldaan aan bepaalde wetsartikelen. Ook kan een nadere toelichting gewenst zijn als er zwaarwegende opmerkingen zijn terwijl nog wel is voldaan aan de wettelijke voorschriften, bijvoorbeeld in het kader van de prudentperson controle of als de premie lager is dan de premiedekkingsgraadeis. De Actuariële Verklaring wordt opgenomen in staat J606 (2.1). Daarnaast geeft staat J606 (3.1) ook de mogelijkheid voor een nadere toelichting. Als het oordeel in de Actuariële Verklaring afwijkt van de solvabiliteitstoets zoals weergegeven in staat J504, dan geeft de actuaris daarover in staat J606 een nadere toelichting. Voor een aantal specifieke situaties is een toelichtende tekstsuggestie nader uitgewerkt: Toeslagverlening Er kan zich de situatie voor doen dat er sprake is van een consistent beleid, waarbij tegelijk de toekomstige toeslagverwachting toch (zeer) beperkt is. In een dergelijke situatie is het mogelijk dat de certificerend actuaris in het oordeel dit nader toelicht; bijvoorbeeld met de volgende toelichtende tekst: Op basis van de uitkomsten van de uitgevoerde consistentietoets in <jaar> concludeer ik dat er sprake is van consistentie tussen de gewekte verwachting, de financiering en het realiseren van toeslagen. Echter, op basis van het herstelplan zal het pensioenfonds voorlopig niet in staat zijn om volledige uitvoering aan het toeslagbeleid te kunnen geven. Korting pensioenaanspraken en pensioenrechten Indien het bestuur van een pensioenfonds heeft besloten tot een voorgenomen korting van pensioenaanspraken en/of pensioenrechten, dan kan de actuaris de volgende toelichten tekst in de actuariële verklaring opnemen bij artikel 134: Het pensioenfonds heeft het voorgenomen besluit genomen om de pensioenrechten en pensioenaanspraken per ddmmjj te zullen korten. Deze korting is niet in aanmerking genomen bij de vaststelling van de technische voorzieningen. Indien het bestuur heeft besloten een korting daadwerkelijk door te voeren, dan kan de actuaris de volgende toelichting gebruiken: Het pensioenfonds heeft het besluit genomen om de pensioenrechten en pensioenaanspraken per ddmmjj te korten. Liquidatie Een bijzondere situatie doet zich voor als een pensioenfonds heeft voorgenomen om te liquideren, doch einde van het verslagjaar is de liquidatie nog niet volledig afgewikkeld. DNB heeft aangegeven dat in het geval de volledige afwikkeling vóór 1 juli van het volgend jaar is gerealiseerd, er geen verslaggeving hoeft plaats te vinden. In dat geval heeft de certificerend actuaris geen formele plicht tot oplevering van een actuariële verklaring of actuarieel rapport. Het bestuur van het pensioenfonds kan desalniettemin wel om een actuariële controle verzoeken. Zo n laatste controle kan gewenst zijn omdat het juist een afronding is van de pensioenfondssituatie. 13

15 Uitwerking II: (guidance bij beschouwing financiële positie) Verzekeraars 1. Het enige uniforme (wettelijke) kader, dat nu aanwezig is ter beoordeling van de financiële positie van een verzekeraar is het zogenaamde Solvency I kader, zoals vastgelegd in de Wft. De daaruit voorvloeiende solvabiliteitseisen kunnen echter als verouderd worden beschouwd, omdat onvoldoende rekening wordt gehouden met de diverse risico s en de specifieke kenmerken van individuele verzekeraars. Een verbeterd (Europees) kader (Solvency II) is al enige jaren in ontwikkeling, en zal naar verwachting per 1 januari 2013 van kracht zijn. Binnen Solvency II zal onder andere duidelijkheid worden geschapen over de (maatschappelijk) gewenste zekerheid betreffende de afwikkeling van verzekeringsverplichtingen, de daarbij in aanmerking te nemen risico s en de voor meting van de solvabiliteitsrisico s geschikt geachte methoden. 2. In de aanloop naar Solvency II is door een groot aantal Verzekeraars deelgenomen aan de studies van QIS4, RiSK en QIS5. De uitkomsten van deze studies geven inzicht over de mogelijke financiële positie onder Solvency II. Daarnaast zijn of worden bij een aantal, veelal grote, verzekeraars, in lijn met de verwachte opzet van Solvency II, (interne) modellen en rapportages ontwikkeld om de financiële positie beter te monitoren en te beheersen, onder andere met betrekking tot de actuariële risico s die worden gelopen. Bij sommige kleinere verzekeraars is daar niet altijd sprake van, maar is de situatie veelal overzichtelijker, zodat ook zonder geavanceerde analysetools een verantwoorde beschouwing kan worden gegeven. 3. Het actuarieel oordeel van de certificerend actuaris over de financiële positie beperkt zich tot een beschouwing over de solvabiliteit van de verzekeraar nu en in de toekomst, voor zover de certificerend actuaris daar zicht op kan hebben en voor zover deze wordt getoetst ten opzichte van actuariële risico s. De certificerend actuaris neemt bij de analyse van de solvabiliteitspositie continuïteit als uitgangspunt tenzij van continuïteit naar verwachting geen sprake zal zijn of er gerede twijfel bestaat over de continuïteit. Bij het oordeel over de toereikendheid van de voorzieningen betreffende afwikkeling van de op het beoordelingsmoment aangegane verplichtingen wordt ten aanzien van continuïteit hetzelfde uitgangspunt genomen als voor de beoordeling van de financiële positie. Ook de eventuele mogelijkheid tot volledige portefeuilleoverdracht aan een andere verzekeraar wordt in ogenschouw genomen. 4. Voor de analyse van de solvabiliteitspositie wordt aanbevolen in aanmerking te nemen: de aanwezige solvabiliteitsmarge ten opzichte van de wettelijke vereiste (Solvency I) solvabiliteitsmarge, rekening houdende met de prudentiële filters, een analyse van het verloop daarvan in het boekjaar en de verwachting van de ontwikkeling in de volgende boekjaren (in ieder geval het eerstvolgende boekjaar); een korte-termijn stress test van de aanwezige solvabiliteitsmarge ten opzichte van de wettelijke solvabiliteitsmarge, vooral met betrekking tot marktrisico s. 14

16 de uitkomsten van de toereikendheidstoets betreffende de technische voorzieningen en aanverwante posten en een analyse van de wijziging van de toetsmarge ten opzichte van het einde van het vorige boekjaar; de samenstelling van de balans en de daarbij gehanteerde waarderingsgrondslagen, inclusief waarden ter dekking van de voorziening en het eigen vermogen en de toelichtingen op de balans; de beoordeling van de juistheid en volledigheid van de balans valt onder de verantwoordelijkheid van de accountant en wordt niet nader onderzocht; inzicht in de effecten van nieuwe productie en verlengingen van bestaande polissen. 5. De onafhankelijke positie van de certificerend actuaris staat niet toe dat deze zelf de ontwikkeling van de toekomstige solvabiliteit vaststelt en eventuele meerjarenprojecties opstelt. Het zelf uitvoeren van een korte-termijn stress test mits op hoofdlijnen - is wel verenigbaar met de onafhankelijkheid. 6. Waar aanwezig dient de certificerend actuaris ten behoeve van zijn beschouwing aanvullend kennis te nemen van informatie (en de daarbij gehanteerde uitgangspunten) betreffende marktwaarde balansen; Economic Capital rapporten, inclusief de uitkomsten ten aanzien van kapitaalvereisten uit hoofde van voorbereidingen op Solvency II. ALM rapporten; Embedded Value rapporten; uitgevoerde winstgevendheidsanalyses. 7. In het Actuarieel Rapport hoeft geen formele verklaring te worden opgenomen over de financiële positie. Vanwege het ontbreken van een maatschappelijk aanvaard (wettelijk) kader betreffende de (beoordeling van de) solvabiliteitspositie zijn eenduidige kwantitatieve criteria vooralsnog niet voorhanden. Desondanks wordt een (eventueel kwalitatieve) beschouwing over de financiële positie in het Actuarieel Rapport opgenomen met een toelichting waarop deze beschouwing gebaseerd is. Het is vooral belangrijk om in het Actuarieel Rapport commentaar op te nemen over door de verzekeraar uitgevoerde analyses en over de daarbij gehanteerde methoden en grondslagen. 15

Guidance actuariële verklaringen

Guidance actuariële verklaringen Guidance actuariële verklaringen Hoofdindeling: Leidraden Opgesteld door: AG-Werkgroep Actuariële Verklaring (Verzekeraar en Pensioenfonds) Vastgesteld door: Bestuur AG Datum (laatste wijziging): 19 februari

Nadere informatie

Guidance actuariële verklaring Pensioenfonds

Guidance actuariële verklaring Pensioenfonds Guidance actuariële verklaring Pensioenfonds Categorie: Leidraden Opgesteld door: Vastgesteld door: AG-Werkgroep Actuariële Verklaring Pensioenfonds Bestuur AG Datum (laatste wijziging): 23 januari 2017

Nadere informatie

Guidance Actuariële Verklaring Pensioenfonds

Guidance Actuariële Verklaring Pensioenfonds Guidance Actuariële Verklaring Pensioenfonds Categorie: Leidraden Opgesteld door: AG-Werkgroep Actuariële Verklaring Pensioenfonds Vastgesteld door: Bestuur AG Datum (laatste wijziging): 12 november 2018

Nadere informatie

Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling

Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling Hoofdindeling: Beroepsreglementering Categorie: Overige standaarden Opgesteld door: AG werkgroep Actuariële Governance

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie

Nadere informatie

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring Controleverklaring. Overige gegevens

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring Controleverklaring. Overige gegevens Inhoudsopgave Overige gegevens 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring 5 6 8 Overige gegevens Overige gegevens 4 Statutaire winstverdeling Statutaire winstverdeling In de statuten is geen bepaling

Nadere informatie

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets 10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring OVERIGE GEGEVENS

ABP Jaarverslag Inhoudsopgave. 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring OVERIGE GEGEVENS Inhoudsopgave 4 Statutaire winstverdeling Actuariële verklaring 5 6 4 Statutaire winstverdeling In de statuten is geen bepaling opgenomen over de wijze waarop het resultaat moet worden verdeeld. 5 Actuariële

Nadere informatie

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds Handelsregister

Nadere informatie

reëel financieel toetsingskader (FTK2)

reëel financieel toetsingskader (FTK2) nominaal financieel toetsingskader (FTK1) - bestaande contract - nominale contract - uitkeringsovereenkomst - onderscheid tussen nominale opbouw en indexatie - 2,5% onderdekkingskans maatstaf voor nominale

Nadere informatie

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Financieel crisisplan. van de

Financieel crisisplan. van de Financieel crisisplan van de (vastgesteld in bestuursvergadering van 23 juni 2015) Inleiding Als onderdeel van de beschrijving van de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de financiële sturingsmiddelen,

Nadere informatie

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren: Vastgesteld door het bestuur op 16 mei 2012 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Beschrijving crisissituatie... 3 3. Dekkingsgraad waarbij het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen... 4 4. Maatregelen

Nadere informatie

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Feitelijke premie In de uitvoeringsovereenkomst tussen de vennootschap en het pensioenfonds wordt bepaald dat de vennootschap jaarlijks een vaste premie ter beschikking stelt. Deze premie wordt vastgesteld

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Herstelplan per 31 augustus 2011 Naam pensioenfonds: Bedrijfspensioenfonds Nummer fonds: 10565 Dekkingsgraad per 31-8-2011: Dekkingsgraad per ultimo augustus 2011 is 102,5%. Status financiële positie (reservetekort,

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

HERSTELPLAN 31 maart 2009

HERSTELPLAN 31 maart 2009 HERSTELPLAN 31 maart 2009 Naam pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Nummer fonds: 07781 Dekkingsgraad per 31 december 2008: 95,6% Status financiële positie (reservetekort, dekkingstekort):

Nadere informatie

DNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

DNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur, Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemningen Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer Bijlage(n)

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding

Nadere informatie

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur, Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Volledig herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds Inleiding In hoofdstuk 9 van deze Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) (Het weerstandsvermogen van het fonds, inzet van sturingsmiddelen)

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan In werking : 1 oktober 2018 Inhoudsopgave 1. Beschrijving crisissituatie 3 2. Beleidsdekkingsgraad waarbij het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen 4 3. Maatregelen die ter beschikking staan

Nadere informatie

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014 Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn

Nadere informatie

Reactie op het wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader (FTK)

Reactie op het wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader (FTK) Reactie op het wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader (FTK) Utrecht, 2 september 2014 Koninklijk Actuarieel Genootschap Postbus 2433 3500 GK UTRECHT 1 In deze notitie treft u de reactie aan

Nadere informatie

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland De ondergetekenden: IBM Nederland B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen IBM, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar Country General Manager, de heer H.J. van Dorenmalen; en

Nadere informatie

Huidige stand van zaken nftk. drs. Lonneke Thissen AAG

Huidige stand van zaken nftk. drs. Lonneke Thissen AAG Huidige stand van zaken nftk drs. Lonneke Thissen AAG juli 2014 1. Huidige stand van zaken nftk Wetsvoorstel naar de Raad van State op 4 april 2014 Gebaseerd op nominaal kader - De komende tijd wordt gekeken

Nadere informatie

Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix.

Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix. Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix. Algemene toelichting Artikel 86 van de Pensioenwet schrijft voor dat er bij voorwaardelijke toeslagverlening een consistent geheel dient te zijn

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 972 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE Mei 2011 INHOUDSOPGAVE 0. Introductie 3 1. Doelstelling van het beleggingsbeleid 4 2. Organisatie en risicobeheerprocedures 5 3. Beleggingsbeginselen 7 Mei 2011 Pagina

Nadere informatie

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015 In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015 Inhoud Inleiding 3 1. Beschrijving crisissituatie 3 2. Beleidsdekkingsgraad waarbij het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4094 25 januari 2019 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 21 januari 2019 houdende wijziging van de Regeling verslagstaten

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst tussen accountant en actuaris

Samenwerkingsovereenkomst tussen accountant en actuaris Samenwerkingsovereenkomst tussen accountant en actuaris De overeenkomst Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen. Hoofdindeling:

Nadere informatie

nftk Seminar voor Intern Toezichthouders 13 april 2015

nftk Seminar voor Intern Toezichthouders 13 april 2015 nftk Seminar voor Intern Toezichthouders 13 april 2015 Agenda Tijd Onderwerp 14.00 14.15 Opening & Welkom 14.15 14.30 Overzicht van de belangrijkste wijzigingen 14.30 15.15 Financiële opzet 15.15 15.45

Nadere informatie

Q & A bij brief en persbericht d.d. 6 januari

Q & A bij brief en persbericht d.d. 6 januari Q & A bij brief en persbericht d.d. 6 januari De vragen: Rente 1. Waarom vindt DNB dat aanpassing van de curve gerechtvaardigd is? Naar welke grootheden kijkt DNB bij deze beoordeling? 2. Is de aanpassing

Nadere informatie

Het Financieel Toetsingskader wijzigt

Het Financieel Toetsingskader wijzigt Het Financieel Toetsingskader wijzigt Wat zijn de consequenties en welke keuzes kunt u maken? Dit document is gebaseerd op het wetsvoorstel van 25 juni 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen

Nadere informatie

12 maart Stichting Pensioenfonds Forbo T.a.v. het bestuur Postbus AA KROMMENIE. Betreft: herstelplan per 1 januari 2018

12 maart Stichting Pensioenfonds Forbo T.a.v. het bestuur Postbus AA KROMMENIE. Betreft: herstelplan per 1 januari 2018 Correspondentieadres: Postbus 75201, 1070 AE Amsterdam, Nederland T.a.v. het bestuur Postbus 13 1560 AA KROMMENIE Ref.:SvW/650078/A180177 Betreft: herstelplan per 1 januari 2018 Geachte leden van het bestuur,

Nadere informatie

Dit plan geeft de te hanteren kritische ondergrenzen, de te nemen maatregelen en de te volgen besluitvormingsprocessen en communicatietrajecten aan.

Dit plan geeft de te hanteren kritische ondergrenzen, de te nemen maatregelen en de te volgen besluitvormingsprocessen en communicatietrajecten aan. Crisisplan 1. Inleiding Het doel van dit financieel crisisplan is dat het bestuur vooraf beschrijft welke maatregelen het bestuur van het pensioenfonds op korte termijn effectief zou kunnen inzetten, indien

Nadere informatie

Verwachting lopend jaar (verslagjaar +1) 01 02

Verwachting lopend jaar (verslagjaar +1) 01 02 Herstelplan Bedragen in duizenden euro s c01 c_01 r_1_1 1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31-12-08 r_1_2 1.2 Gekozen hersteltermijn (in ren) 10 c02 c_01 Onderbouwing gekozen hersteltermijn r_1_3 1.3 Toelichting

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds (Centraal Beheer

Nadere informatie

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Datum: 24 april 2012 Onderwerp: Van toepassing op: Status: Accountants die controleopdrachten uitvoeren Praktijkhandreiking Relevante regelgeving

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1997 27 januari 2015 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 20 januari 2015, houdende regels met betrekking tot het

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K50 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 324 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn 3 Het bestuur heeft, na consultatie met de achterbannen (werkgever, werknemers

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties

Nadere informatie

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies Memo Aan : Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven Van : Remco Dijkstra Datum : 08 maart 2019 Betreft : Herstelplan 2019 Kenmerk : SV-2019-0379

Nadere informatie

Financieel crisisplan. van de

Financieel crisisplan. van de Financieel crisisplan van de (vastgesteld in bestuursvergadering van 19 april 2016) Inleiding Als onderdeel van de beschrijving van de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de financiële sturingsmiddelen,

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Beleidsregel ontheffingen Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling

Beleidsregel ontheffingen Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling Beleidsregel ontheffingen Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling Beleidsregel van De Nederlandsche Bank N.V. van 28 augustus 2007, nr. TB/2007/01465, inzake de verlening van ontheffingen

Nadere informatie

1 INLEIDING ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6

1 INLEIDING ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6 CRISISPLAN 2018 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 4 2 ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN... 5 3 CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6 3.1 Wanneer is er sprake van een crisis... 6 3.2 Welke financiële

Nadere informatie

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde op vrijdag 12 juli 2013 het lang verwachte consultatiedocument over de uitwerking

Nadere informatie

INGETROKKEN PER 3 NOVEMBER 2015

INGETROKKEN PER 3 NOVEMBER 2015 NBA Alert Audit Alert 24 februari 2012 Audit Alert 24 Paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden in controleverklaring ingeval van voorgenomen korting pensioenaanspraken op of vóór 1 april 2013 Deze

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

Pensioenen... Herstelplan 2017

Pensioenen... Herstelplan 2017 Pensioenen.............................................. Herstelplan 2017 30 maart 2017 HERSTELPLAN Stichting Pensioenfonds Vopak (hierna: het pensioenfonds) verkeert sinds 1 januari 2016 in een situatie

Nadere informatie

Actuariële richtlijnen

Actuariële richtlijnen II.3 Actuariële richtlijnen Op grond van artikel 10, vijfde lid van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen (A.B. 1998 no. GT 17) (Lop) kan de Centrale Bank van Aruba (de CBA) algemene richtlijnen

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

Financieel crisisplan NN CDC Pensioenfonds

Financieel crisisplan NN CDC Pensioenfonds NN CDC Pensioenfonds per 8 juni 2015 Inhoudsopgave Inleiding...3 Opzet van het financieel crisisplan...3 1. Risico s en crisissituaties...4 2. Maatregelen ter voorkoming van crisissituaties en herstel

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring maart 2012 Concept Praktijkhandreiking 1119 Inleiding Binnen de huidige wet- en regelgeving kan de accountant reeds uitdrukkelijk inspelen op

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24420 29 november 2012 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van 15 november 2012 houdende wijziging van de Regeling informatieverstrekking

Nadere informatie

De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer

De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer 23 november 2014 JO/KMOL/MVE/2014.227 Betreft: Wetsvoorstel aanpassing Financieel Toetsingskader ('het Wetsvoorstel') Geachte

Nadere informatie

Stichting Dow Pensioenfonds 60. Het Crisisplan. Versie 2016

Stichting Dow Pensioenfonds 60. Het Crisisplan. Versie 2016 60 Bijlage l Het Crisisplan Het Crisisplan Stichting Dow Pensioenfonds Versie 2016 Dit crisisplan is een financieel plan en bevat een beschrijving van maatregelen die het Bestuur van het fonds op korte

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

10. Het Financieel Crisisplan

10. Het Financieel Crisisplan 10. Het Financieel Crisisplan Een financieel crisisplan is een beschrijving van maatregelen die het bestuur van het pensioenfonds op korte termijn effectief zou kunnen inzetten, indien de beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Actuarieel rapport boekjaar 2009 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie ii Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Samenvatting...3 1.1

Nadere informatie

Actuariële richtlijnen

Actuariële richtlijnen Actuariële richtlijnen II.3 Actuariële richtlijnen Op grond van artikel 10, vijfde lid van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen (Lop) (A.B. 1998 no. GT 17 en zoals gewijzigd A.B. 2001 no. 91)

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Herstelplan Stichting Pensioenfonds Notariaat

Herstelplan Stichting Pensioenfonds Notariaat Herstelplan 2018 Stichting Pensioenfonds Notariaat maart 2018 2/6 Inhoud Inleiding...4 1 Herstelplan en toelichting...5 1.1 Toelichting...5 1.2 Elementen herstelplan...5 1.3 Uitgangspunten...6 1.4 Herstelplansjabloon...6

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 Inleiding... 3 3 Doel en kader van het financieel crisisplan... 4 3.1 Crisissituatie... 4 3.2 Risico s... 4 3.3 Kritische dekkingsgraad... 4 4 Maatregel...

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: het Fonds Uitvoeringsovereenkomst 2018 Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "de Werkgever" en Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van CB APF bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015 Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Financieel crisisplan 2015 1 Inhoudsopgave 1.1 Inleiding en onderdelen financieel crisisplan... 3 1.1.1 Inleiding... 3 1.1.2 Relatie financieel crisisplan met de doelstelling

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3.

Nadere informatie

IPFOS. Bestuurders Conferentie. Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB

IPFOS. Bestuurders Conferentie. Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB IPFOS Bestuurders Conferentie Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks 2 Inhoud 1.

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 1 Algemeen Op grond van de Kaderverordening Subsidieverstrekking van de gemeente Alkmaar kunnen subsidies worden verstrekt.

Nadere informatie

DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW

DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW BIJLAGE: DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW 25 JUNI 2009 Bijlage bij Herstelplan BPF Bouw 25 juni 2009: Dekkingsgraadsjabloon per 1 januari 2009

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: TWF Hillen 2 Telefoonnummer: E-mailadres: Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor / betrokken bij invulling rapportage

Nadere informatie

S&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun. langlopende swaps te verkopen? De implementatie van het nieuwe. Financieel Toetsingskader

S&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun. langlopende swaps te verkopen? De implementatie van het nieuwe. Financieel Toetsingskader S&V Reflector De implementatie van het nieuwe Dienen de pensioenfondsen hun Financieel Toetsingskader langlopende swaps te verkopen? Welke keuzes kunt u maken en wie betrekt u daarbij? Een risicomanagement

Nadere informatie

Praktijkhandleiding Wft, PW en WvB

Praktijkhandleiding Wft, PW en WvB Praktijkhandleiding Wft, PW en WvB De wettelijke verplichtingen van de actuaris die het actuarieel verslag van een verzekeraar of (beroeps)pensioenfonds certificeert. Deze Praktijkleidraad is uitgevaardigd

Nadere informatie

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Herstelplan 2016 Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Onderwerp: Herstelplan PPF APG 2016 Datum: 10 maart 2016 1. Inleiding Deze notitie geeft een overzicht van de uitgangspunten die gehanteerd

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds Financieel crisisplan Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Doel en kader van het financieel crisisplan... 4 2.1 Crisissituatie... 4 2.2 Kritische dekkingsgraad... 5 2.3 Richtlijn...

Nadere informatie

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn: Crisisplan ABTN Bijlage 4 Inleiding In hoofdstuk 9 van de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) - Het weerstandsvermogen van het pensioenfonds, sturingsmiddelen en beleidskader - zijn de risico

Nadere informatie

Afspraken tripartiet overleg financiële onderneming, externe accountant, De Nederlandsche Bank

Afspraken tripartiet overleg financiële onderneming, externe accountant, De Nederlandsche Bank Afspraken tripartiet overleg financiële onderneming, externe accountant, De Nederlandsche Bank Wft: Wet op het financieel toezicht Bpr: Besluit prudentiële regels Wft Wta: Wet toezicht accountantsorganisaties

Nadere informatie

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie Postadres Postbus 9208, 3506 GE Utrecht Team Pensioenen T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 wwwfnvbondgenotennl Datum 30 september 2015 008/LJ/AH Onderwerp FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Definities In dit reglement worden geacht te zijn overgenomen de definities van de statuten, terwijl voorts wordt verstaan onder: a. Selectiecommissie De commissie

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

Het financieel toetsingskader wijzigt

Het financieel toetsingskader wijzigt Het financieel toetsingskader wijzigt Wat zijn de consequenties en welke keuzes kunt u maken? Lonneke Thissen, Caroline Bosch & Steven Verschuren augustus 2014 Dit document is gebaseerd op het wetsvoorstel

Nadere informatie

Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van CB APF bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie Financieel crisisplan November 2016 Voorwoord Voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 zijn met de werkgever afspraken gemaakt over een bijstortingsgarantie (en een terugstortingsverplichting

Nadere informatie

CONFIDENTIEEL. [adres] Geacht bestuur,

CONFIDENTIEEL. [adres] Geacht bestuur, CONFIDENTIEEL [adres] De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Instructiebrief haalbaarheidstoets Handelsregister 3300 3396 Geacht

Nadere informatie