Bestuurscommissie gezondheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuurscommissie gezondheid"

Transcriptie

1 AGENDA Bestuurscommissie gezondheid Datum : 19 maart 2015 Tijdstip : uur (lunch vanaf uur) Locatie : Fier Fryslân, Holstmeerweg 1, Leeuwarden Deelnemers : Leden bestuurscommissie Onderwerp Bijlage Doel 1. Opening en vaststellen van de agenda 2. Verslag 20 november 2014 Bijlagen Ter vaststelling 3. Mededelingen Bijlagen Ter kennisname 4. Academische Werkplaats Noord Nederland Presentatie Ter informatie 5. Protocol maatschappelijke onrust Bijlagen Ter besluitvorming 6. Projectplan JOGG Bijlagen Ter besluitvorming 7. Toezichtrol WMO Bijlagen Ter informatie 8. Beleidsplan GGD Bijlagen Ter vaststelling en advisering 9. Jaarrekening 2014 en begroting 2016 Presentatie Ter informatie 10. Ontwerp organisatiewijziging Bijlagen Ter advisering 11. Benoeming DPG Bijlagen Ter besluitvorming 12. Rondvraag en sluiting G:\Bestuur\BC Gezondheid\2015\ \01_Agenda bestuurscommissie doc

2 VERSLAG Bestuurscommissie gezondheid Datum : 20 november 14 Locatie : Stadhuis, Leeuwarden Aanwezig: Leden: Mevr. G. Postma (Achtkarspelen) Mevr. C.M. de Pee (Franekeradeel) Mevr. M. Reijndorp (Littenseradiel) Mevr. M. Krans (Smallingerland) Mevr. B. Tol (Het Bildt) Dhr. G. Wiersma (Dantumadiel) Dhr. S.J. Boorsma (Dongeradeel) Dhr. H. Kuiken (Harlingen) Dhr. J.C.F. Broekhuizen Dhr. C. Vos (Leeuwarderadeel) (Heerenveen) Dhr. A. Dijkstra (Menameradiel) Dhr. E. van Esch Dhr. W. Kooistra (Opsterland) (Ooststellingwerf) Dhr. T. de Jong (Terschelling) Dhr. D.A. Fokkema (vz, Dhr. C. Trompetter (Weststellingwerf) Tytsjerksteradiel) GGD: Dhr. W.K. Kleinhuis (directeur Dhr. J. Oostinga (directeur Dhr. F. Haenen (hoofd Z & A) Dhr. T. Hartman (hoofd JGZ) publieke gezondheid) bedrijfsvoering) Mevr. A.T.C. Zijlstra (concernstaf) Gasten: Mevr. E. de Bruin Mevr. A. de Bue Afwezig met kennisgeving: Dhr. N.J. Oud (Ameland) Dhr. J.W. de Vries Mevr. J.P. Schouwerwou (De Dhr. P. Maasbommel (Kollumerland (Ferwerderadiel) Fryske Marren) c.a.) Mevr. T. Koster (Leeuwarden) Dhr. W. Meerdink Dhr. S. Tolsma (Súdwest Dhr. H. Visser (Vlieland) (Schiermonnikoog) Fryslân) Onderwerp 1. Opening en vaststellen agenda De voorzitter heet een ieder van harte welkom. 2. Verslag 28 mei 2014 en 24 september 2014 Verslag 28 mei: geen opmerkingen. Het verslag is ongewijzigd vastgesteld. Verslag 24 september: Ad 3) JOGG: mevr. Krans voegt toe dat het van belang is om het lokale karakter van JOGG te respecteren. Met deze toevoeging is het verslag vastgesteld. 3. Ingekomen post en mededelingen De bestuurscommissie heeft kennisgenomen van de ingekomen post en toegezonden mededelingen.. Dhr. Kleinhuis heeft een aantal aanvullende mededelingen: Er vindt in de veiligheidsregio, beperkte, voorbereiding plaats m.b.t. tot ebola. Landelijk zijn een aantal (communicatie)scenario s ontwikkeld en naar de gemeenten gezonden. Mevr. Tol vraagt of de mensen in beeld zijn die uitgezonden zijn, en of hiervoor een Fries opvangpunt bestaat. Dhr. Kleinhuis geeft aan dat deze mensen landelijk in beeld zijn, en dat er ook een landelijk opvangpunt (ziekenhuis Leiden) bestaat. 1

3 Een tweede mededeling betreft de pga (publieke gezondheidszorg asielzoekers). Er is de laatste maanden sprake van een grotere instroom van asielzoekers. De GGD gaat daarom haar dienstverlening aan deze groep intern centraler organiseren, zodat er efficiënter kan worden gewerkt. Een laatste mededeling betreft de uitkomst van het onderzoek naar het voorkomen van dioxine in eieren van zgn. hobbyboeren. Belangrijke conclusie is dat de bevindingen in Harlingen niet afwijken van die in de rest van het land. Een samenvatting van het rapport wordt nog naar de leden toegezonden. 4. Verslag bezuinigingen JGZ De rapportage betreft de bezuinigingen t/m Dhr. Kuiken vraagt of er een trend is waar te nemen in de inkoop van maatwerk, om zodoende het effect van de bezuinigingen te repareren. Dhr. Kleinhuis geeft aan dat dit niet het geval is. Wel blijken een aantal aannames uit de bezuinigingsoperatie Skerp, zoals het terugbrengen van het budget voor deelname aan zorgteams op scholen, in de praktijk nauwelijks haalbaar. Mevr. Krans vraagt of er nog sprake is van verantwoorde zorg. Dhr. Kleinhuis geeft aan dat het lastig is dit te meten. Een instrument is de benchmark, waaruit blijkt dat de formatie voor JGZ krap is. Daarnaast vindt blijvend monitoring plaats op klanttevredenheid en het aantal klachten. De bestuurscommissie heeft kennisgenomen van het verslag bezuinigingen JGZ. 5. Achtmaandsrapportage De bestuurscommissie heeft kennisgenomen van de achtmaandsrapportage. 6. Benchmark GGD en Dhr. Kleinhuis licht toe dat de benchmark laat zien dat de bezuinigingsoperatie Skerp goed is uitgevoerd: GGD Fryslân voert voornamelijk de wettelijke taken uit. Mevr. Reijndorp vraagt waarom niet op alle indicatoren is gescoord. Dhr. Kleinhuis geeft aan dat wij (nog) niet alle indicatoren meten. Mevr. Zijlstra licht toe dat de formatie THZ niet is aangegeven, omdat voor 2013 nog geen uitsplitsing kon worden gemaakt voor de verschillende taken binnen dit vakgebied. Het verschil tussen de inwonerbijdrage en de genormeerde inwonerbijdrage: de genormeerde inwonerbijdrage betreft de bijdrage voor alleen de wettelijke GGD-taken. De inwonerbijdrage gaat over alle GGD-taken in het met de gemeenten afgesproken basispakket. Dit basispakket verschilt per GGD en daardoor is de inwonerbijdrage lastig vergelijkbaar. De genormeerde inwonerbijdrage biedt een betere vergelijking, maar deze kon in 2013 echter nog niet worden gegeven. De uitkomsten van de benchmark zijn vooral bedoeld om als GGD en van elkaar te leren, en om de organisatie intern te verbeteren. De bestuurscommissie heeft kennisgenomen van de uitkomsten van de benchmark GGD en Meerjarenbeleidsplan GGD Dhr. Fokkema memoreert het proces dat heeft geleid tot het voorliggende plan. Voor de zomer zijn een aantal opiniërende vragen toegezonden naar de leden van de bestuurscommissie. Vervolgens heeft een strategische bijeenkomst plaatsgevonden op 24 september jl. De resultaten hiervan zijn verwerkt in het meerjarenbeleidsplan. In deze cyclus wordt aangesloten bij de beleidsperiode van de gemeenteraden en colleges. Het leek de agendacommissie niet wijs om te wachten op de landelijke preventienota van VWS, die in 2015 zal verschijnen. Dhr. Trompetter maakt een compliment over het plan. De portefeuillehouders van de regio Zuidoost pleiten ervoor om structurele problemen op te lossen met structurele middelen. Zij stellen daarom een vijfde scenario voor, te weten het éénmalig afkopen van de bovenformativiteit, en de vrijgekomen middelen structureel in te zetten voor versterking van infectieziektebestrijding en medische milieukunde. Dhr. Kleinhuis merkt op dat de bovenformativiteit nu incidenteel wordt opgelost. Dhr. Oostinga vult aan dat de termijnen voor het oplossen van de bovenformativiteit bovendien niet synchroon lopen. Het voorstel is om het geprognosticeerde positieve resultaat van 2014 aan te wenden voor de gewenste uitzetting. Dit wordt meegenomen in de kaderbrief. Overigens zijn er ook binnen de andere programma s van de veiligheidsregio ook voorstellen voor uitzetting van het budget. Mevr. de Pee geeft aan dat haar voorkeur uitgaat naar scenario 2. Dhr. Boorsma vraagt aandacht voor de begrippen flexibiliteit en netwerkorganisatie. Dhr. Kleinhuis kan zich hier goed in vinden. Dit komt vooral aan de orde in de uitwerking (het hoe ) van het meerjarenbeleidsplan. Ook in de organisatieontwikkeling van de GGD (agendapunt 8) wordt hier 2

4 aandacht aan besteed, o.a. door het inzetten van een cultuurtraject. Mevr. Krans vraagt hoe de gemeenten betrokken worden bij de uitvoering. Dhr. Kleinhuis geeft aan dat hiervoor eerst het besluitvormingsproces moet zijn afgerond: de financiële doorvertaling voor de komende jaren vindt plaats in de kaderbrief. Deze wordt, na vaststelling van het ontwerp in het DB van 3 december a.s., ter zienswijze toegezonden aan de gemeenteraden. De reacties van de gemeenten komen in de vergadering van maart 2015 aan de orde. De bestuurscommissie spreekt haar waardering uit voor de gevolgde werkwijze bij de totstandkoming van dit meerjarenbeleidsplan. Besluit: de bestuurscommissie stemt inhoudelijk in met het meerjarenbeleidsplan van GGD Fryslân. Besluit: de bestuurscommissie adviseert het dagelijks bestuur te zoeken naar structurele oplossingen voor versterking van de infectieziektebestrijding en de medische milieukunde, en geeft de suggestie om het voorgestelde vijfde scenario hierbij ter overweging mee te nemen. 8. Organisatieontwikkeling VRF en GGD Dhr. van Esch kan zich vinden in de wijziging van de directiestructuur, maar vraagt zich tevens af of er geen verschuiving van het probleem plaatsvindt door de functie van algemeen directeur te combineren met die van directeur veiligheid. Dhr. Kleinhuis geeft aan dat dit wordt gezien als een second best oplossing. Gezien de span of attention is deze combinatie beter dan die van algemeen directeur met directeur publieke gezondheid. Bovendien is op deze manier geen vierde directeur nodig. Dhr. Vos vraagt of dit niet gaat leiden tot een toename van formatie management. Hierbij wordt gesteld dat het meerjarenbeleidsplan en de meerjarenraming (kaderbrief) leidend zijn. Dhr. Boorsma merkt op dat je het feit dat de formatie bedrijfsvoering aan de magere kant is, ook positief kunt duiden. Dhr. Kleinhuis erkent dit, en tegelijkertijd is in de organisatie wel merkbaar dat dit knelt. Dhr. van Esch vraagt naar de consequenties van de voorgestelde maatregelen. Dhr. Oostinga geeft aan dat de doorvertaling plaatsvindt in de kaderbrief. Daarnaast wordt nagedacht over het inrichten van een additioneel programma bedrijfsvoering om de effecten van de voorgestelde maatregelen beter zichtbaar te maken. Besluit: De bestuurscommissie gezondheid adviseert het algemeen bestuur in te stemmen met het voorstel zoals verwoord in de bijgevoegde oplegnotitie voor het algemeen bestuur van 27 november a.s. 9. Aanbestedingstrajecten De bestuurscommissie gezondheid kan zich vinden in de geschetste problematiek en oplossingsrichting inzake de rol en positie van de GGD in gemeentelijke aanbestedingstrajecten. Besluit: de bestuurscommissie gezondheid stemt in met het voorstel voor de korte en de lange termijn. 10. JOGG Besluit: de bestuurscommissie gezondheid kiest ervoor om als Friese gemeenten gezamenlijk te werken aan de aanpak van overgewicht door opdracht te geven om, voor de volgende vergadering van de bestuurscommissie, te komen tot een uitgewerkt projectplan voor een provinciale aanpak van JOGG in Fryslân. Dit projectplan bevat in ieder geval: - Uitgewerkte begroting, met kosten voor iedere individuele gemeente - Samenwerkingsmogelijkheden met partners - Overzicht van huidige activiteiten in de gemeenten - Beschrijving en opzet van de projectstructuur Besluit: de bestuurscommissie stemt in de vijf voorgestelde vervolgstappen. 11. Escalatiepool Mevr. de Bruin, sectormanager Werk en Inkomen bij de gemeente Leeuwarden, en mevr. de Bue, medewerker GGD, geven een presentatie over de escalatiepool. De presentaties zijn bij dit verslag gevoegd. 12. Rondvraag en sluiting Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. 3

5 Escalatiemodel Fryslân Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE) Ellen de Bruin 20 november 2014

6

7 Escalatiemodel Fryslân De ruis is soms groter dan het probleem - een duidelijke route - helderheid over rollen -aansluiten bij wat er al is

8 Proces Onderdeel ondersteuningsprogramma 3D van directeuren sociaal domein en VNG Goed systeem van signaleren Uitwerken aanpak voorkoming escalatie Eerst Leeuwarder/Fries model Dan landelijk beschikbaar stellen

9 Vergelijking met rampen Als de samenwerking het probleem is, of kan worden. - Helderheid zonder discussie: GRIP - Duidelijkheid in verantwoordelijkheden

10 Duidelijkheid in verantwoordelijkheden RACI Responsible Accountable Consulted Informed Vrij vertaald operationeel verantwoordelijk bestuurlijk verantwoordelijk in overleg met geïnformeerd

11 Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE) AVE 1 Signalering AVE 2 Signaleren diverse risico s/ problemen Alle professionals 80% Reguliere 3D aanpak Mensen hebben hulp nodig Samen plan maken Enkel- en meervoudige problematiek Wijkteam Complexe problematiek 15% 4,5% AVE 3 Domeinoverstijgende problematiek Complexe domeinoverstijgende problematiek Samenwerking stagneert of is niet effectief Veiligheidshuis AVE 4 Totale escalatie Totale escalatie Dreiging maatschappelijke onrust Mogelijke aandacht media 0,5% Burgemeester

12 Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE) AVE 1 Signalering AVE 2 Reguliere 3D aanpak AVE 3 Domeinoverstijgende problematiek AVE 4 Totale escalatie Regie in aanvulling op klant Burgers en professionals Generalist Procesregisseur Procesregisseur In overleg met Mienskip Zorgaanbieders, specialisten Sociale teams Save teams Factteams, spoed, crisis Veilig thuis IVZ Betrokken partijen Driehoek: politie, OM, burgemeester, communicatie adv Operationeel verantwoordelijk Diverse organisaties Management teams Management Veiligheidshuis IVZ Bestuurlijk verantwoordelijk Wethouder Wethouder College B&W Burgemeester

13 Hoe verder Optimaliseren, uitschrijven en kort houden Feedbackronde Definitieve publicatie/handreiking Waarin: helderheid over - op-en afschalen - mandaat - casuïstiek ter toelichting met aandacht voor gedrag en attitude - ruimte voor lokale toepassing - Zorg en Veiligheidshuis?

14 Agendapunt 3 Mededelingen voor bestuurscommissie gezondheid (19 maart 2015) Forensische geneeskunde De bekendmaking van de gunning van de opdracht voor de aanbesteding van medische arrestantenzorg en forensisch medisch onderzoek is uitgesteld tot, op z n vroegst, week (23 maart-3 april). GGD Fryslân doet, in samenwerking met de GGD en van Groningen en Drenthe mee aan deze aanbesteding. Project Nuchtere Fries Voortgangsbericht (zie bijlage) Basistakenpakket JGZ Met ingang van is het nieuwe basistakenpakket (BTP) voor de Jeugdgezondheidszorg als onderdeel van de wet publieke gezondheidszorg van kracht. Als uitwerking van dit BTP wordt ook een nieuw Landelijk Professioneel Kader (LPK) opgesteld, dat geldt als een nadere uitwerking met bijbehorende normen. Dit LPK is momenteel in ontwikkeling en zal dit jaar worden vastgesteld. Daarvoor wordt het nog in diverse commissies en koepels besproken, waaronder GGD Nederland, Actiz, Inspectie Gezondheidszorg, VNG/BAC PG overleg en de VNG commissie Zorg en Welzijn. Voor de zomer moet dit proces zijn afgerond. GIDS Veel gemeenten in Friesland ontvangen de zgn. GIDS-gelden (Gezond In De Stad), bedoeld om in te zetten t.b.v. sociaal economische gezondheidsverschillen. GGD Fryslân pakt de ondersteuning in Friesland, in overleg met de gemeentelijke beleidsmedewerkers gezondheid, samen op met Pharos, de landelijke ondersteuningsorganisatie. Pharos wil in Friesland een pilot uitvoeren met scholing van gebiedsteams. GGD Fryslân is hier nauw bij betrokken. Samenwerking DFZ In het kader van het convenant met De Friesland Zorgverzekeraar is de afgelopen tijd gewerkt aan een pilot met het samenbrengen van data van beide organisaties op gemeenteniveau. Dit is gedaan voor de gemeenten Het Bildt en Harlingen. Op 18 februari jl. zijn de eerste resultaten gepresenteerd aan de portefeuillehouders gezondheid van beide gemeenten. De uitkomsten zijn enthousiast ontvangen, en worden de komende tijd nog verder uitgewerkt. Gezondheidsenquêtes In 2015 gaat GGD Fryslân twee onderzoeken naar de gezondheidssituatie van de Friese jeugd uitvoeren. Begin 2015 zal voor het eerst de monitor 4-12 jarigen uitgevoerd worden. De GGD wil de resultaten zoveel mogelijk op het niveau van de gebiedsteams kunnen presenteren, waardoor er een verhoging van de steekproef dient plaats te vinden. Een groep ouders van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar zal uitgenodigd worden om een digitale vragenlijst in te vullen. De uitkomsten van deze monitor zullen eind 2015 worden gerapporteerd. Met de komst van deze monitor wordt de bestaande monitorcyclus uitgebreid. Eind 2015 wordt ook het onderzoek GO Jeugd weer uitgevoerd. Dit onderzoek zal de gezondheidssituatie van de Friese jeugd van 12 tot en met 18 jaar in beeld brengen. Medio 2016 zullen de resultaten worden gerapporteerd. GO Jeugd is voor het laatst uitgevoerd in Vanwege een landelijk harmonisatietraject vindt GO Jeugd een jaar eerder dan verwacht plaats. Dit traject heeft als doel landelijk vergelijkbare data te verzamelen. Daarom voeren alle GGD en vanaf 2015 het gezondheidsonderzoek onder jongeren op dezelfde manier uit. Vaccinaties In maart en april 2015 roept GGD Fryslân alle 9-jarige kinderen en 13-jarige meisjes in Fryslân op voor vaccinaties. De 9-jarigen krijgen een vaccinatie tegen difterie, tetanus, polio en bof, mazelen, rode hond, de DTP en BMR. Deze vaccinaties zijn een herhaling van de baby prikken. De 13-jarige meisjes krijgen in maart de 1e HPV-prik. De 2e prik is na de zomervakantie. Deze prikken verkleinen de kans op baarmoederhalskanker. De vaccinaties zijn in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma.

15 Reiskosten en sociale leidraad De vakbonden zijn akkoord gegaan met de nieuwe reiskostenregeling en sociale leidraad van de Veiligheidsregio Fryslân. Samenwerkingsovereenkomst GGD GHOR Nederland en KING/VNG KING/VNG en GGD GHOR Nederland hebben dinsdag 18 februari 2015 een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het gebruik van de zogenaamde Softwarecatalogus. GGD'en en gemeenten werken samen in de dienstverlening van overheid naar burgers en bedrijven toe. Deze samenwerking wordt door de modernisering (en decentralisatie van taken) steeds intensiever. Daardoor wordt het meer en meer van belang wordt om gegevens eenvoudig uit te kunnen wisselen en procesketens te integreren. Dat gebeurt door meer overheid-brede afspraken te maken en gemeenschappelijke oplossingen te bedenken. Zo kan het daarbij behorende digitale verkeer ondersteund worden.sinds het najaar van 2012 is de eerste versie van de zogenaamde GEMMA Softwarecatalogus in gebruik genomen. Deze online softwarecatalogus biedt transparantie en inzicht over welke leveranciers gemeentelijke softwareproducten aanbieden, wat de productplanning is en welke (open) standaarden worden ondersteund. Gemeenten gebruiken de softwarecatalogus voor hun ICT management en voor onderlinge kennisdeling. In maart 2014 is versie twee van de catalogus geïntroduceerd. Een belangrijke uitbreiding is de functionaliteit waarmee gemeenten het eigen applicatieportfolio kunnen bijhouden. Die tweede versie van de Softwarecatalogus is sinds het voorjaar van 2014 daadwerkelijk in bedrijf en kan beschouwd worden als een succes. Inmiddels zijn op een tiental gemeenten na alle gemeenten aangesloten en groeit de inhoud en kwaliteit van de gegevens. GGD GHOR Nederland krijgt van de VNG en KING een kopie van de huidige Softwarecatalogus. GGD GHOR Nederland richt die in. Dat gebeurt aan de hand van PURA componenten: Publieke Gezondheid Referentie Architectuur (PURA): een project waarbij de GGD'en werken aan een gedeelde informatievoorziening. De GGD-en vullen het aanwezige en geplande applicatielandschap in de Softwarecatalogus. Landelijke rol ondersteuning toezicht kinderopvang GGD GHOR Nederland wettelijk verankerd Donderdag 18 december ondertekenden het ministerie van SZW en GGD GHOR Nederland de uitvoeringsafspraken naar aanleiding van de wettelijke aanwijzing in de Wet kinderopvang. GGD GHOR Nederland is blij met het gestelde vertrouwen van SZW. De wettelijke basis voor de aanwijzing is neergelegd in een wijziging van de Wet kinderopvang die onderdeel is van de SZW-Verzamelwet Deze wet wordt per 1 januari 2015 van kracht. Een op de Verzamelwet gebaseerde aanwijzingsbeschikking, wijst GGD GHOR Nederland aan als landelijke partner in het toezicht op de kinderopvang voor de periode van vier jaar. De aanwijzingsbeschikking verschijnt op 23 december in de Staatscourant. GGD GHOR Nederland, de landelijke vereniging van GGD en, heeft al sinds 2001 de taak om de GGD en te ondersteunen bij het toezicht op de kinderopvang. GGD GHOR Nederland heeft daarmee de taak de uniformiteit en kwaliteit van het toezicht te bevorderen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de aansluiting van het toezicht op de handhaving. Het afgelopen jaar voerden zo n 350 GGD-inspecteurs ongeveer inspecties uit in de kinderopvang. Dit betreft kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Op 17 november 2014 verscheen een Kamerbrief van minister Asscher waarin hij de wettelijke aanwijzing aankondigde. Daarin schrijft hij: De wettelijke aanwijzing van GGD GHOR Nederland is een codificatie van een reeds bestaande praktijk. De aanwijzing leidt er toe dat de werkzaamheden van GGD GHOR Nederland bestendigd worden, waardoor de bijdrage van GGD GHOR Nederland aan de kwaliteit en uniformiteit van het toezicht in de kinderopvang is geborgd.

16 VOORTGANGSBERICHT FRIES PROGRAMMA JEUGD, ALCOHOL EN DRUGS Maart 2015 Inleiding In november 2013 heeft de Bestuurscommissie Gezondheid het Fries programma Jeugd, Alcohol en Drugs vastgesteld. Doel van het programma: tegengaan van alcohol- en drugsgebruik door jongeren en verantwoord alcoholgebruik onder jongeren boven de achttien te bevorderen. Het programma richt zich primair op de omgeving van jongeren en kent verschillende activiteiten binnen de drie belangrijke pijlers van effectief beleid op het gebied van alcohol- en drugsproblematiek: - beleid (grenzen stellen), - handhaving (grenzen bewaken) en - bewustwording (grenzen overdragen). Met dit voortgangsbericht geeft het Platform de Bestuurscommissie inzicht in de voortgang van het programma. Hiermee kan zij de resultaten en geplande (vervolg)activiteiten monitoren. Stand van zaken Mystery shop onderzoek en jongerenpeiling Het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid, STAP, voert voor de zomer het eerste provincie brede nalevingonderzoek uit voor de Friese gemeenten. Het tweede onderzoek zal in 2017 plaatsvinden. Bij een nalevingonderzoek wordt een bedrijf of instelling dat alcohol verkoopt, bezocht door een minderjarige die zich voordoet als klant, zonder dat het personeel op de hoogte is van het onderzoek. Onderzoeksvraag is de mate waarin alcoholverkooppunten zich houden aan de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol. Met deze informatie kunnen gemeenten hun toezicht op de Drank- en Horecawet efficiënter inzetten en het geeft extra input voor alcoholmatigingsbeleid. Beschikbaarheid van alcohol in de omgeving van jongeren is namelijk een belangrijke voorspeller voor het drinkgedrag van jongeren; hoe hoger de beschikbaarheid, hoe hoger het alcoholgebruik. Mystery shop onderzoek geeft inzicht in nalevingscijfers voor (para)commerciële verkoopkanalen en knelpunten die voorkomen in het aankoopproces bij jongeren met een koopintentie; met andere woorden in een deel van het aanbod van alcohol aan jongeren. Deze cijfers kunnen nog beter geïnterpreteerd worden wanneer zij gecombineerd worden met inzicht in de vraag naar alcohol van jongeren : welke verkoopkanalen gebruiken jongeren daadwerkelijk?, welke andere manieren gebruiken jongeren om aan alcohol te komen (bijvoorbeeld sociale bronnen, specifieke aankoopstrategieën, etc.)?, waar drinken ze?, hoe tolerant zijn ouders? Tegelijkertijd met het mystery shop onderzoek peilt Platform Nuchtere Fries daarom, net als in 2014, het koop- en drinkgedrag van de Friese jongeren. 1

17 De werving van jongeren voor het mysteryshop onderzoek verloopt onder andere via de Friese havo-vwo-scholen en het HBO-onderwijs. Via de Friese media zal het onderzoek worden aangekondigd in algemene termen (onderzoek vindt dit jaar plaats). Dit om het resultaten zo min mogelijk te beïnvloeden. De werkgroep met vertegenwoordigers van negen Friese gemeenten (Smallingerland, Weststellingwerf, Heerenveen, Leeuwarden, de Friese Waddeneilanden en Dantumadiel) coördineert het Friese nalevingonderzoek. 'IK DACHT HET NIET!' - een vernieuwende preventieaanpak - Betrokkenheid van ouders - Aansluiten bij de leefwereld en ontwikkeling van pubers: groepsdruk en grenzen - Doen en ervaren in plaats van kennis overdragen Deze elementen zijn effectief bewezen in de aanpak van alcohol- en drugsgebruik onder jongeren. Ze vormden de basis voor de preventieaanpak die het afgelopen jaar binnen het Platform Nuchtere Fries is ontwikkeld door Verslavingszorg Noord Nederland en Theater Smoar. De nieuwsbriefspecial die over Ik dacht het niet! is te lezen via de volgende link: Jongeren, ouders, scholen en gemeenten zijn er enthousiast over, zo blijkt uit de reacties, de opkomst van ouders op ouderavonden (die verdubbelt of verdriedubbelt) en de toenemende vraag naar de aanpak. Het Platform is met VNN en de Academische Werkplaats Noord Nederland een onderzoekstraject gestart naar de interventie. Themabijeenkomst over hokken- en ketenbeleid Op 4 december organiseerde het Platform Nuchtere Fries een themabijeenkomst over hokken- en ketenbeleid. Er waren ruim veertig beleidsmedewerkers, handhavers, voorlichters, wethouders en jongeren aanwezig. Onder leiding van de dagvoorzitter burgemeester Arie Aalberts presenteerden vertegenwoordigers diverse gemeenten hun ketenbeleid, ervaringen en de dilemma s die spelen op dit gebied. Rintje de Vries vertelde over de ervaringen van de gemeente Dongeradeel met het ontwikkelen van beleid samen met de jeugd. Hilda Wolda nam de aanwezigen mee in de dilemma s op het terrein van toezicht op huiskamerketen aan de hand van een casus uit gemeente De Marne. En Frank Stadhouders sloot af met een presentatie over de zoektocht in beleidsontwikkeling over hokken en keten in de gemeente Littenseradiel. Tot slot was er een debat waarin verschillende partijen, o.a. jongerenwerk, jongeren, gemeenten, VNN, dorpsbelangen en GGD discussieerden over het effect van ketenbeleid op de gezondheid van jongeren. Diverse thema s kwamen hierbij aan bod: de plek van alcohol in de Friese jongerencultuur, de rol van ouders en overheid, handhaving en wetgeving. De bijeenkomst werd gemiddeld beoordeeld met een 8. 2

18 Inventarisatie genotmiddelenbeleid scholen Om Friese scholen van passende informatie en advies te voorzien over de mogelijkheden die zij hebben, inventariseert het Platform Nuchtere Fries de stand van zaken met betrekking tot hun genotmiddelenbeleid. Het gaat daarbij om genotmiddelen als thema in het curriculum, regels over gebruik en bezit ervan op school of tijdens activiteiten van school en andere preventieve activiteiten. De resultaten werden eind 2014 verwacht. Tegenvallende respons van een deel van de scholen, maakte dat het Platform moest kiezen voor een andere werkwijze en vertraagde het onderzoek. Intergemeentelijke samenwerking toezicht Drank- en Horecawet Op verzoek van vijf Friese gemeenten (Súdwest-Fryslân, De Friese Meren, Leeuwarden, Heerenveen en Smallingerland), die wilden nagaan op welke wijze duurzame samenwerking kan plaatsvinden op het terrein van leeftijdscontroles DHW, heeft het platform in 2014 de behoefte aan intergemeentelijke samenwerking onder de Friese gemeenten geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie (in november als bijlage bij het voortgangsbericht gevoegd) kwam naar voren dat achttien Friese gemeenten meerwaarde zien en interesse hebben in een bepaalde vorm van provinciale samenwerking als het gaat om leeftijdscontroles DHW en de professionalisering van de toezichtfunctie. Tevens blijken er grote onderlinge verschillen tussen de gemeenten te bestaan, waar het gaat om hun (inmiddels opgebouwde) capaciteit en werden er, tegelijk met dit Friese initiatief, onderling tussen gemeenten diverse samenwerkingsovereenkomsten gesloten, waar andere gemeenten desgewenst ook bij kunnen aansluiten. Dit heeft het intergemeentelijke overleg tussen de inmiddels zeven gemeenten (gemeenten Franekeradeel en Littenseradiel zijn ook aangehaakt) doen besluiten om geen samenwerkingsvorm op Friese schaal (zoals een pool of een roulatiesysteem) verder uit te werken en het intergemeentelijk overleg de komende periode te gebruiken voor haar netwerkfunctie. Platform Nuchtere Fries sluit hier, afhankelijk van de agenda bij aan. Invulling contactmoment jeugdgezondheidszorg met adolescenten 14+ In het kader van het begrotingsakkoord 2013 investeert het Ministerie van VWS extra in het bevorderen van een gezonde leefstijl van de jeugd. Dit is onder andere een extra contactmoment van de jeugdgezondheidszorg met adolescenten 14-Plus. Doel ervan is het bevorderen van gezondheid en gezond gedrag van jongeren. Hierdoor wordt hun participatie vergroot en kunnen ze beter deelnemen aan de maatschappij. Het Platform Nuchtere Fries denkt vanuit haar expertise en ervaring mee over de invulling van dit contactmoment. Een van de onderdelen hiervan is de op 1 oktober gelanceerde jongerenwebsite JouwGGD.nl. Alcoholbeleid op feesten en evenementen Om evenementorganisatoren te ondersteunen bij het opstellen en werken met verantwoord effectief alcoholbeleid, geeft het Platform Nuchtere Fries in samenwerking met enkele evenementorganisatoren een handreiking uit. Het is een lijst van mogelijke maatregelen die een evenementorganisator kan treffen voor, tijdens en na afloop van het evenement. De maatregelen kunnen in overleg met de gemeente als vergunningverlener worden ingezet, rekening houdend met de lokale situatie en het type evenement. Voor het evenementenseizoen start, geeft het Platform een geactualiseerde versie van de handreiking uit. 3

19 Platform Nuchtere Fries stimuleert actief alcoholbeleid op feesten en evenementen. Na de grote vraag in 2014 stelt zij ook in 2015 weer kosteloos polsbandjes ("zonder polsbandje geen alcohol"), ID-readers (kleine mobiele apparaten waarmee snel leeftijd vast te stellen is aan de hand van een identiteitsbewijs), blaastesten (om bijvoorbeeld te controleren op "indrinken") en/of campagnemateriaal ter beschikking. Hiermee kunnen organisatoren experimenteren met de controle op leeftijd. Workshops voor en door (v)mbo leerlingen Studenten hebben onder begeleiding van het Platform Nuchtere Fries een workshop ontwikkeld die voor en door (v)mbo-leerlingen gegeven kan worden: Lang Leve de Vrijheid. Doel van de workshop: jongeren - met elkaar in interactie door middel van spel, gesprek, discussie, rollenspel - meer inzicht geven in groepsdruk, wat dit met jezelf en met andere jongeren doet en het eigen middelengebruik. Via het leerbedrijf Present Promotions wordt deze workshop ook in 2015 weer uitgevoerd op diverse mbo en vmbo scholen in Friesland. Doorlopende en meer algemene activiteiten: - advisering en ondersteuning gemeenten - monitoren cijfers en trends genotmiddelen (onder andere GO-jeugd en de oudermonitor van GGD Fryslân) Onder meer naar aanleiding van signalen van verschillende platformpartners over een stijging van het aantal jongeren die met een alcoholvergiftiging terecht komen in een van de Friese ziekenhuizen, inventariseert en analyseert het platform de provinciale cijfers op dit terrein. - ondersteuning Nix18-campagne - deelname aan landelijke netwerken (gericht op evidence based interventies en de vertaalslag van resultaten uit wetenschappelijk onderzoek naar goede preventieboodschappen) Communicatie Gemeenten, partners en andere betrokkenen worden op de hoogte gehouden van ontwikkelingen binnen en buiten het Platform via een digitale nieuwsbrief. Aanmelden voor de nieuwsbrief en meer informatie over het Platform Nuchtere Fries: 4

20 O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in vergadering van Bestuurscommissie Gezondheid Op 19 maart 2015 Onderwerp Protocol Maatschappelijke onrust Bijlage ten behoeve van agendapunt 5 Ambtelijk aanspreekpunt Afdeling F. Haenen Z&A - PSH/GHOR Telefoon Bijlage(n) 1. Protocol Maatschappelijke onrust (herziening van Scenario Maatschappelijke onrust) Beslispunten 1. De agendacommissie gezondheid adviseert de bestuurscommissie gezondheid van 19 maart a.s. het t (vernieuwde) protocol Maatschappelijk onrust vast te stellen. Inleiding In 2006 is de eerste versie van het protocol scenario maatschappelijke onrust bij geweldsdelicten vastgesteld. In de jaren daarna zijn er verschillende cases geweest waarin het protocol is toegepast en kwamen na verloop van tijd ook voorstellen voor verbeteringen boven tafel. Met name uit de evaluaties van een aantal complexe cases volgde een aantal aanbevelingen. Die input is dan ook verwerkt in de vernieuwde versie. Het bestaande protocol is als basis gebruikt; de belangrijkste wijzigingen zijn terug te vinden in een verruiming van de toepassing (niet alleen geweldsdelicten), een keuze in structuur afhankelijk van de complexiteit, de positionering van het proces communicatie, en een praktischer insteek door criteria of checklists toe te voegen. Omdat het geactualiseerde protocol alle incidenten met gevaar voor maatschappelijke onrust behelst, is er gekozen voor een nieuwe naamgeving: Protocol Maatschappelijke Onrust (PMO). Het document is opgesteld in een samenwerking tussen GHOR en GGD, in overleg met alle betrokken partijen. De veranderingen die opgenomen zijn, zijn gebaseerd op aanbevelingen uit eerder gehouden evaluaties en op aanbevelingen van ervaringsdeskundigen, mensen die gewerkt hebben met en in het Scenarioteam. De belangrijkste veranderingen t.o.v. het scenario Maatschappelijke Onrust betreffen: criteria op basis waarvan de Driehoek geïnformeerd wordt; de keuze tussen een Scenarioteam A (beperkt effectgebied) en Scenarioteam B (breed effectgebied); de Casemanager wordt Procesleider PSH (psychosociale hulpverlening); Pagina 1 van 4

21 de positionering van de communicatiedeskundigheid binnen het proces; de vorm: het PMO is geschreven als checklist. de nieuw ontwikkelde escalatieladder Het PMO sluit aan bij de methodiek die wordt ontwikkeld in het kader van de aanpak van multi-problem situaties, de AVE (Aanpak ter Voorkoming van Escalatie). Het PMO treedt hierbij in werking zodra er sprake is van (dreiging van) maatschappelijke onrust. Beleidsmatige context De Wet Publieke Gezondheid (psychosociale hulpverlening), Wet Veiligheidsregio s (voorbereiding en coördinatie van crises), oorspronkelijk protocol scenario maatschappelijke onrust, evaluaties en ervaringen van inzet scenarioteam. Beoogd effect/resultaat Het herzien van het protocol is er op gericht door heldere kaders maatschappelijke onrust nog meer te kunnen beperken; de nieuwe versie geeft meer inzicht in (tegenstrijdige) belangen en verantwoordelijkheden, en helderheid voor betrokken partijen over structuur en onderlinge afstemming. Advies Financiën De financiële aspecten zijn onderdeel van de begroting van GGD Fryslân en komen voor andere partijen terug in de afspraken tussen GGD en deze organisaties. Advies overig In juni 2013 is er een workshop gehouden, waarin vertegenwoordigers van politie, Openbaar Ministerie, enkele gemeenten, Slachtofferhulp, AMK, GGZ, maatschappelijk werk, en GGD input hebben gegeven voor het nieuwe protocol. Zij hebben ingestemd met de huidige tekst van het document. Communicatie Het protocol wordt vastgesteld in de bestuurscommissie Gezondheid en vervolgens in het Algemeen Bestuur van de VR Fryslân. Daarna zal het protocol ter kennisname naar de gemeenten en ketenpartners gaan. Na vaststelling publiceren op Joost Uitvoering Pagina 2 van 4

22 De implementatie bestaat uit onderstaande onderdelen: - vaststelling van het protocol - bekendmaking van het protocol Het protocol zal ook in diverse overleggen aan de orde worden gesteld: overleg gemeentesecretarissen, overleg ambtenaren openbare orde en veiligheid, overleg voorzitters sociaal team, overleg veiligheidshuis, overleg crisisbeheersing. Het bestuur zal worden gevraagd het document ook in iedere driehoek te agenderen. - Ieder jaar wordt een casuïstiek voorbereid om in het driehoeksoverleg als oefening te gebruiken. Nieuwe ontwikkelingen worden via trainingen/opleidingen bekend gemaakt. Casemanagers krijgen een specifieke opleiding. - Ieder jaar wordt een overleg georganiseerd, waarin met alle partijen terug en vooruit gekeken wordt. Daarin spelen in ieder geval evaluaties van cases (regionaal of breder) en nieuwe ontwikkelingen een rol. Pagina 3 van 4

23 Agendering: Werkoverleg Managementteam Stafoverleg Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Bestuurscommissie GGD College van Commandanten Ondernemingsraad Veiligheidsbureau Directie crisisbeheersing Na besluitvorming: Aanpassing werkproces Zo ja, actie door: Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: Paraaf secretaris: Niet akkoord met voorstel met aantekening: Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt Pagina 4 van 4

24 Protocol: (dreiging) Maatschappelijke Onrust Fryslân januari 2015 Auteur: M.L. Visser, ZoVIE Advies Opdrachtgever: Veiligheidsregio Fryslân

25 1. VOORWOORD Voor u ligt het geactualiseerde Scenario: Maatschappelijke onrust bij geweldsdelicten in Fryslân. Omdat het geactualiseerde protocol alle incidenten met gevaar voor maatschappelijke onrust behelst, is er gekozen voor een nieuwe naamgeving: Protocol Maatschappelijke Onrust (PMO). Wanneer u het PMO leest zult u ontdekken dat veel uit het Scenario is overgenomen. Wat goed werkt moet vooral behouden blijven. De veranderingen die wel opgenomen zijn, zijn gebaseerd op aanbevelingen uit eerder gehouden evaluaties en op aanbevelingen van ervaringsdeskundigen, mensen die gewerkt hebben met en in het Scenarioteam. De belangrijkste veranderingen betreffen: criteria op basis waarvan de Driehoek geïnformeerd wordt; de keuze tussen een Scenarioteam A (beperkt effectgebied) en Scenarioteam B (breed effectgebied); de Casemanager wordt Procesleider PSH; de positionering van de communicatiedeskundigheid binnen het proces; de vorm: het PMO is geschreven als checklist. Juist omdat binnen het PMO met heel veel partijen samengewerkt moet worden, heeft de Veiligheidsregio Fryslân (VRF) ervoor gekozen al deze partijen ook bij de actualisatie te betrekken. Deels door mensen al vooraf te betrekken. Deels door het protocol te bespreken in regionale overleggen, maar ook door het organiseren van een workshop. Het resultaat is een verbeterd protocol waaraan vele betrokkenen uit verschillende organisaties hebben meegewerkt. Dit PMO is een checklist voor het moment dat het gebeurt, maar ook een leidraad om de complexe samenwerking vorm en structuur te geven, zodat snel en in afstemming gereageerd kan worden als maatschappelijke onrust dreigt. Zijn we nu klaar? Nee, het is belangrijk om ook dit protocol steeds weer te evalueren en aan te passen aan de realiteit. Net als de wereld om ons heen is ook dit protocol steeds weer aan veranderingen onderhevig. 2

26 2. INHOUDSOPGAVE 1. Voorwoord 2 2. Inhoudsopgave 3 3. Over dit document 5 4. Inleiding 6 5. Doelstelling 6 6. Wanneer dit protocol 6 7. Van routine naar opschaling 6 8. Signalering incident met kans op MO (fase 1) 8 Melding, beeld, oordeel en besluitvorming 9 Organogram: Scenario A 9 Organogram Scenario B 10 Relatie met GRIP 11 Deelnemers en hun taak De voorbereiding (fase 2) 12 De samenwerking De uitvoering (fase 3) 14 De coördinatie 14 Het proces PSH 14 Het proces communicatie (multidisciplinair) 15 Openbare orde en veiligheid 16 De gemeentelijke processen 16 Strafrechtelijk onderzoek Nazorg (fase 4) Evaluatie (fase 5) Afsluiting (fase 6) Bijlagen 19 Wettelijk kader 19 Checklists 20 Bepaling Doelgroepen 20 3

27 Aandachtspunten voor media watching: 20 Mindmap 21 Voorbeeld Producten 22 Inhoudsopgave Draaiboek 22 Evaluatieformulier voor Driehoek en Scenarioteam 24 Definities 27 4

28 3. OVER DIT DOCUMENT Documentinformatie: definitief Doel: laatste feedback januari 2015 Voor wie: opdrachtgever Andere documenten Dit document heeft een relatie met andere documenten. Hieronder volgt een overzicht. Document Scenario: Maatschappelijke onrust bij geweldsdelicten in Fryslân (2006) Opschalingsdraaiboek Psychosociale Hulpverlening GGD Fryslân Versie: 2.0 Goede aanpak van incident, crisis en ramp door: GRIP 2012 Relatie Voorliggend document is de geactualiseerde versie van het Scenario De samenwerkingsafspraken uit dit document sluiten aan op het Opschalingsdraaiboek PSH van de GGD Fryslân In geval van het ontstaan van crisis dient naadloos opgeschaald te kunnen worden naar de GRIP structuur. 5

29 4. INLEIDING Wanneer zich incidenten voordoen of wanneer er sprake is van ernstige geweldsdelicten, zoals zedenzaken, mishandeling, ontvoering of moord, dan kan dat grote impact hebben op de betrokkenen en hun omgeving. Maatschappelijke onrust kan dreigen of ontstaan en zelfs leiden tot escalatie. Ook de (social) media kan de kans op maatschappelijke onrust beïnvloeden. Hulpverleningsorganisaties, politie, OM en openbaar bestuur dienen hierop voorbereid te zijn. De ervaring heeft geleerd dat door een snelle aanpak, adequate informatie, hulp voor betrokkenen en goede onderlinge samenwerking de kans op het ontstaan van maatschappelijke onrust aanzienlijk gereduceerd kan worden. Duidelijkheid vooraf is winst op het moment dat een incident zich voordoet. Daarom is dit protocol ontwikkeld. Hierin staan de werkwijze en de samenwerkingsafspraken beschreven die een snelle, gezamenlijke aanpak mogelijk maken. Met elkaar kan een adequate hulpverlening worden ingezet en maatschappelijke onrust beperkt of zelfs voorkomen worden. 5. DOELSTELLING Dit protocol heeft de volgende doelstelling: het kanaliseren, verminderen of reguleren van maatschappelijke onrust die het gevolg kan zijn van ernstige incidenten en/of geweldsdelicten, zoals zedenzaken, mishandeling en moord, en; het bevorderen van optimale opvang, informatie en ondersteuning van betrokkenen bij ernstige incidenten en geweldsdelicten. 6. WANNEER DIT PROTOCOL Dit protocol is specifiek bedoeld voor incidenten, waarbij het risico bestaat op escalatie door maatschappelijke onrust. Dit zijn bijvoorbeeld ernstige geweldsdelicten, maar ook ongelukken waarbij schoolgaande jongeren betrokken zijn, zinloos geweld en zaken op het gebied van medische milieukunde kunnen onrust teweeg brengen. Bij geweldsdelicten moet men o.a. denken aan (vermoedelijke): zedenzaken, mishandeling, moord en andere geweldsdelicten waarvan de politie in kennis gesteld is; de terugkeer van (zeden) delinquenten waarbij het OM het slachtoffer, de politie en eventueel het lokale bestuur heeft geïnformeerd. Dit soort incidenten, delicten of ongelukken met dodelijke afloop hebben vaak niet alleen grote gevolgen voor de mensen die er direct bij betrokken zijn, maar hebben daarnaast veel invloed op de (wijde) omgeving. Dan is brede afstemming nodig tussen de betrokken partijen voor een efficiënte werkwijze, en om met duidelijkheid en met één stem naar buiten te kunnen optreden. 7. VAN ROUTINE NAAR OPSCHALING Routine De hulpverlening wordt met een zekere regelmaat geconfronteerd met incidenten die een ramp zijn voor gezinnen en de kring daaromheen, maar die geen risico vormen voor het ontstaan van maatschappelijke onrust. Deze incidenten worden door de hulpverleningsorganisaties, binnen vaststaande netwerkverbanden zelfstandig afgehandeld. Denk aan de CJG s en het veiligheidshuis onder de gemeenten. 6

30 (Dreiging) maatschappelijke onrust In geval van ernstige geweldsdelicten, zedendelicten of anderszins, waarbij het risico bestaat op maatschappelijke onrust dan overstijgt de problematiek de dagelijkse routine. In een dergelijk geval wordt de betrokken burgemeester geïnformeerd, die op zijn beurt de Driehoek bijeen roept. De Driehoek bepaalt of het Protocol: Maatschappelijke Onrust in werking wordt gesteld. Het protocol kent twee treden van opschaling. Scenario: A Binnen dit scenario ligt de nadruk op de zorgcoördinatie. 1. Het effectgebied van het incident is beperkt. a. De impact van het incident is beperkt; b. De groep betrokkenen is beperkt; c. Er is vertrouwen in de hulpverlening; d. Er is beperkt/normaal media aandacht. Scenario: B Binnen dit scenario gaan verschillende processen een grotere rol spelen. De nadruk ligt op de procescoördinatie. 1. Er is een breed effect gebied. a. Meerdere gemeenten betrokken; b. Bovenregionale betrokkenheid; c. Er is een grote groep betrokkenen; d. De impact van het incident is groot; e. Dreiging van gevaar is nog actueel; f. Maatschappelijke positie van de verdachte(n); g. Politieke spanning speelt een rol; h. Veel media aandacht. Escalatie maatschappelijke onrust/crisis In een enkel geval zal een incident of geweldsdelict direct leiden tot maatschappelijke onrust of is het niet mogelijk maatschappelijke onrust te voorkomen. In een dergelijk geval bepaalt de Driehoek of er direct opgeschaald wordt naar een GRIP situatie (hiërarchische leiding) of dat afhandeling binnen het protocol MO nog mogelijk is. Afhankelijk van wat besloten wordt kan de GGD opschalen naar het GGD Rampen Opvang Plan (GROP) en de Gemeenten en hulpverleningsdiensten naar een GRIP fase. Schema: (dreiging) Maatschappelijke Onrust 7

31 8. SIGNALERING INCIDENT MET KANS OP MO (FASE 1) In verreweg de meeste gevallen zullen, al dan niet via signalen vanuit de hulpverleningsdiensten, politie en OM als eerste betrokken zijn bij een incident of een (vermoedelijk) geweldsdelict. Politie en OM zijn vaak de eerste schakels die het risico op het ontstaan van maatschappelijke onrust moeten herkennen. Maar wanneer is er sprake van een risico? Om een zo objectief mogelijke risico-inschatting te kunnen maken zijn onderstaande criteria ontwikkeld. Is er risico op maatschappelijke onrust, dan dient de lokale Driehoek geïnformeerd te worden. Is er geen risico op onrust, dan volgen de bij de zaak betrokken organisaties hun eigen route. 8

32 Melding, beeld, oordeel en besluitvorming Een melding van een ernstig incident of geweldsdelict zal via burgers of via signalen vanuit de hulpverleningsdiensten in verreweg de meeste gevallen bij de politie en of OM binnenkomen. Zij zijn verantwoordelijk voor de primaire risico-inschatting en het wel of niet informeren van de burgemeester. Bij twijfel wordt contact opgenomen met de Coördinator Scenarioteam van de GGD. Deze roept een kleintje scenarioteam 1 bijeen onder verantwoordelijkheid van de betreffende burgemeester. Deelnemers zijn: de ambtenaar OOV; de signalerende organisatie; politie; OM. Zij maken een gezamenlijke risico-inschatting om te beoordelen of de Driehoek geïnformeerd moet worden. Bij twijfel dient de burgemeester geïnformeerd te worden, zodat deze zelf kan bepalen of de openbare orde en veiligheid in het geding is. Organogram: Scenario A Wanneer besloten wordt het scenarioteam A operationeel te maken, dan roept de Procesleider PSH van de GGD Fryslân (ten minste) de volgende partijen aan tafel: politie, OM, hulpverlening, gemeente en een communicatiedeskundige die de werkgroep communicatie zal gaan coördineren. Welke vertegenwoordiging vanuit de hulpverlening deelnemen hangt af van het type geweldsdelict. De lokale Driehoek is verantwoordelijk. De Procesleider PSH is de linking pin tussen het scenarioteam A en de lokale Driehoek. De coördinator communicatie is de linking pin tussen de werkgroep communicatie en het scenarioteam. Aan de werkgroep communicatie nemen ten minste deel: communicatiedeskundigen van politie, OM, gemeente en zo nodig GGD. Iedere communicatiedeskundige is zelf verantwoordelijk voor afstemming en overleg met zijn eigen leidinggevende en achterban. 1 Deze term is historisch gegroeid en een begrip geworden bij de mensen die met het eerste Scenario: maatschappelijke onrust werkten. 9

33 Organogram Scenario B Wanneer gekozen wordt voor scenarioteam B dan is er sprake van een meer complexe situatie (zie criteria blz. 8). Zo kunnen er bijvoorbeeld meerdere gemeenten of mogelijk veel slachtoffers betrokken zijn. Bij de keuze voor Scenario B wordt de Driehoek aangevuld met de directeur Publieke Gezondheid. Wanneer meerdere gemeenten betrokken zijn, wordt de burgemeester van de grootste gemeente voorzitter van de Driehoek, tenzij men hier in overleg anders over besluit. De nadruk in het scenarioteam B ligt nu op het afstemmen/ coördineren van de processen. De Procesleider PSH wordt procesmanager en linking pin tussen Driehoek en Scenarioteam. In het scenarioteam zitten zo veel mogelijk alleen de vertegenwoordigers (procescoördinatoren) vanuit de werkgroepen. Hier worden acties afgestemd, en opdrachten verdeeld. De uitwerking van de producten vindt plaats in de werkgroepen. Iedere deelnemer is zelf verantwoordelijk voor afstemming en overleg met zijn eigen leidinggevende en achterban. 10

34 Relatie met GRIP Wanneer GRIP van toepassing is, vervalt het PMO en wordt gehandeld volgens het proces PSH uit het GROP. Multidisciplinaire afstemming vindt plaats in het ROT. De afstemming en coördinatie tussen de bij de PSH betrokken hulpverleningsorganisaties vindt plaats in het kernteam of projectteam (nafase). Dit kan direct zo bijeengeroepen zijn, maar ook het opgeschaalde Scenarioteam B zijn. De procesmanager wordt in dat geval Procesleider PSH. In deze omstandigheden is het van belang dat er aandacht is voor de overdracht. De deelnemers moeten goed geïnformeerd zijn over de nieuwe structuur, de hiërarchische lijnen en hun positie daarin. Deelnemers en hun taak Binnen de Driehoek zijn burgemeester, politie en OM verantwoordelijk voor het totale proces. De Driehoek neemt de besluiten en bepaalt welke acties ter voorkoming van maatschappelijke onrust worden uitgevoerd. Binnen de Driehoek is de Burgemeester verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. De (Hoofd) Officier van het OM is verantwoordelijk voor de procesgang rond (de verdenking op) strafbare feiten. De politie is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde (OB) en zij voeren het strafrechtelijk onderzoek uit (OM). In het geval er gekozen wordt voor Scenarioteam B, dan wordt de Driehoek aangevuld met de directeur Publieke Gezondheid. Immers de afstemming met en uitvoering van de PSH is een belangrijke factor bij het voorkomen van maatschappelijke onrust. De Procesleider PSH van de GGD is de linking pin tussen het Scenarioteam en de Driehoek. Hij neemt deel aan de Driehoek, maar heeft geen beslisrecht. Wel mag hij gevraagd en ongevraagd de Driehoek namens het scenarioteam adviseren. In het Scenarioteam vindt afstemming plaats tussen de betrokken organisaties. Opdrachten en afspraken vanuit de Driehoek worden uitgevoerd. Preventief worden producten voorbereid, zodat men pro-actief kan reageren op alle zich mogelijke voordoende scenario s. Op haar beurt kan het Scenarioteam de Driehoek gevraagd en ongevraagd adviseren. In het Scenarioteam zijn ten minste de volgende organisaties en of functies vertegenwoordigd: GGD (vz.); Gemeente; Politie; OM; Slachtofferhulp Communicatiedeskundigheid. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen ook andere organisaties in het Scenarioteam uitgenodigd worden. Bijvoorbeeld: GGZ; Regiecentrum Veilig Thuis (AMK) Jeugd Gezonheidszorg. 11

35 9. DE VOORBEREIDING (FASE 2) Wanneer de Driehoek besluit het Scenarioteam bijeen te roepen, dan: 1. wordt de structuur waarbinnen gewerkt wordt bepaald: Scenarioteam A of B. Zie blz. 11 en 12; 2. wordt gecheckt of alle partijen aanwezig zijn; 3. wordt gecheckt of alle partijen over de actuele en gelijkluidende informatie beschikken; 4. wordt gecheckt of de informatielijnen duidelijk zijn; 5. wordt de (schriftelijke) opdracht voor het scenarioteam geformuleerd; 6. worden de kaders vastgelegd waarbinnen het Scenarioteam kan werken. Denk hierbij aan: a. zorg voor direct betrokkenen en familie van verdachte; b. communicatiemandaat: procesinformatie versus inhoudelijke informatie; c. woordvoering. 7. wordt gecheckt of de bereikbaarheid geregeld is; 8. worden de bereikbaarheidsgegevens gedeeld met de case- of procesmanager; 9. wordt een datum voor de vervolgbijeenkomst afgesproken. De case- of procesmanager roept het Scenarioteam binnen 24 uur na de opdracht van de Driehoek bijeen. In de eerste vergadering wordt/worden: 1. gecheckt of alle partijen aanwezig zijn; 2. geïnventariseerd en inzichtelijk gemaakt wie betrokken zijn, maar niet in het Scenarioteam zitten en mogelijk geïnformeerd moeten worden (bv: familierechercheur en Procesleider PSH slachtofferhulp); 3. de structuur waarbinnen gewerkt wordt uitgelegd; 4. de informatielijnen vastgesteld; 5. alle informatie gedeeld in vertrouwelijkheid; 6. de actuele informatie over de casus gedeeld; 7. de opdracht aan het Scenarioteam besproken; 8. de taken en opdrachten afgestemd en verdeeld; 9. het tijdpad voor de oplevering van producten vastgesteld; 10. afspraken gemaakt over: a. de eerste aanpak (plan van aanpak op hoofdlijnen); b. informatie en communicatie, wie doet wat; c. woordvoering indien noodzakelijk; 11. de bereikbaarheid gecheckt en gedeeld; 12. een datum voor een nieuwe bijeenkomst afgesproken. De samenwerking De Driehoek is eindverantwoordelijk en beslist over het te volgen beleid (uitgangspunten en plan van aanpak) en de te volgen informatie- en communicatiestrategie. De Driehoek bepaalt de kaders waarbinnen gewerkt kan worden. Binnen het Scenarioteam vindt afstemming plaats over de te ondernemen acties, de te ontwikkelen producten en over de advisering aan de Driehoek. Iedere organisatie benadert de casus vanuit zijn eigen inhoudelijke kennis en verantwoordelijkheid. Er wordt gewerkt op basis van gelijkwaardigheid. Het Scenarioteam kan de Driehoek gevraagd en ongevraagd adviseren. Wanneer er geen consensus is, dan worden de verschillende meningen aan de Driehoek voorgelegd ter besluitvorming. 12

36 Het Scenarioteam: 1. ontwikkelt en onderhoudt een actueel Plan van aanpak met daarin a. het opvang en ondersteuningsplan en b. het informatie en communicatieplan. 2. is gezamenlijk verantwoordelijk voor de afstemming van de werkzaamheden van alle betrokken organisaties; 3. adviseert de Driehoek gevraagd en ongevraagd; 4. adviseert de Driehoek over het moment waarop het werken volgens het protocol wordt beëindigd; 5. maakt afspraken over het nazorgtraject en iedere organisatie bewaakt de uitvoering van zijn deel van de afspraken; 6. is gezamenlijk verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de evaluatie; 7. doet gezamenlijk (indien van toepassing) voorstellen voor wijziging of aanpassingen van het PMO. Het is niet noodzakelijk dat producten steeds binnen het Scenarioteam worden uitgewerkt. De opdrachten of deelopdrachten kunnen verdeeld worden over de daartoe het meest toegeruste organisaties of een werkgroep indien van toepassing (Scenarioteam B). Bijvoorbeeld: het verzamelen van adressen wordt toebedeeld aan de gemeentelijke vertegenwoordiger, die dit op zijn beurt uitzet binnen de gemeente(n). De opzet van en producten behorende bij de communicatie kunnen toebedeeld worden aan de werkgroep communicatie. De uitwerking voor opvang van familie en slachtoffers wordt aan de PSH organisaties toebedeeld, etc. Het uiteindelijke product wordt in het Scenarioteam besproken alvorens ter goedkeuring aan de Driehoek aan te bieden. In de meeste gevallen zullen de volgende processen een rol spelen: Coördinatie; PSH; Communicatie (multidisciplinair); Openbare Orde en Veiligheid; Gemeentelijke processen: o Burgerzaken; o Communicatie; Strafrechtelijk onderzoek. 13

37 10. DE UITVOERING (FASE 3) De coördinatie Vanuit de verantwoordelijkheid van de GGD voor preventie (voorkomen zorgvraag) heeft de GGD een coördinerende rol bij incidenten met grote maatschappelijke impact (Wet Publieke Gezondheid/WPG). Daarom is ervoor gekozen dat de GGD de Procesleider PSH of procesmanager zal leveren. Dit ligt tevens in de lijn als gekeken wordt naar aansluiting bij het GROP. De belangrijkste taken van de case/procesmanager zijn: Het zo snel mogelijk, maar zeker binnen 24 uur, bijeenroepen van het Scenarioteam; Het verzorgen van de randvoorwaarden (vergaderlocatie etc.); Het voorzitten van de bijeenkomsten; Het verzorgen van een eenduidige startpositie. Alle deelnemers beschikken over eenzelfde kennisniveau ten aanzien van de werkstructuur, de casus, de al ingezette activiteiten en de eigen plaats binnen de werk en communicatiestructuur; Het zorgdragen voor de verslaglegging; Het afstemmen en verdelen van de werkzaamheden; Bewaken van de afstemming daar waar plannen elkaar overlappen; Het bewaken van de planning en de uitvoering van de genomen besluiten; Het actueel (laten) houden van het Plan van aanpak; Afstemmen met de coördinator van de werkgroep communicatie; Het informeren van de Driehoek vanuit het Scenarioteam en vice versa; Het zorgdragen voor de evaluatie van de gevolgde werkwijze in het Scenarioteam; Het maken van een eindverslag, met daarin eventueel ook voorstellen voor aanpassing van de werkwijze. Het proces PSH De PSH organisaties houden zich primair bezig met het opstellen en uitwerken van het opvang, bescherming en ondersteuningsplan. Verder adviseren zij vanuit hun inhoudelijke deskundigheid over de andere processen en ten aanzien van het totale plan van aanpak. NB: in de werkgroep PSH neemt bij voorkeur ook een vertegenwoordiger van de politie (bv de wijkagent) plaats. Zijn expertise is van belang bij de advisering ten aanzien van de bescherming Ten aanzien van het opvang, bescherming en ondersteuningsplan gelden te minste de volgende aandachtspunten: vaststellen wie hiervoor in aanmerking komen (slachtoffers en hun omgeving en verdachten en hun omgeving), in nauwe samenwerking met de werkgroep communicatie; de wijze waarop de opvang, ondersteuning en bescherming wordt geboden: bijvoorbeeld individueel of in groepsverband, via huisbezoek of via outreachend werken (d.w.z. betrokkenen zelf actief benaderen met een hulpaanbod); wie de opvang, ondersteuning en bescherming gaat verzorgen; de bereikbaarheid, ook s avonds en in het weekend; uitgaan van de persoonlijke behoeften van de betrokkenen: opvang op maat; onder andere advisering t.a.v. invloed van (volwassen) communicatie op het kind. 14

38 Het proces communicatie (multidisciplinair) Het proces communicatie neemt zowel in het scenarioteam A als scenarioteam B een speciale plaats in. Dit heeft alles te maken met de invloed die communicatie heeft op het al dan niet ontstaan van maatschappelijke onrust en de rol die de (social) media (kunnen) hebben. Denk bijvoorbeeld aan het herkennen van maatschappelijke onrust door media watching of juist het ontstaan van maatschappelijke onrust door opruiende (twitter) berichten. Daarom is er voor gekozen om altijd een (eventueel virtuele) werkgroep communicatie onder het scenarioteam in te stellen. Hierin zijn vertegenwoordigd: de gemeente (coördinatie), politie, OM en GGD. De werkgroep communicatie benoemd een coördinator 2, die tevens namens de werkgroep zitting heeft in het Scenarioteam. De Procesleider PSH en of de procesmanager heeft rechtstreeks contact en werkt nauw samen met de coördinator communicatie. De case- of procesmanager kan in bijzondere gevallen aan de coördinator communicatie vragen om gezamenlijk een toelichting in de Driehoek te verzorgen. De werkgroep communicatie houdt zich vooral bezig met het opstellen van het informatie en communicatieplan en de omgevingsanalyse (media watching). Verder adviseren zij vanuit hun communicatiedeskundigheid over de andere processen en ten aanzien van het totale plan van aanpak. In geval van een strafzaak houdt het communicatieplan zo veel als mogelijk rekening met de route die een strafzaak loopt. Dit heeft te maken met het voorkomen van wederzijdse beïnvloeding en de invloed van de media op een strafzaak. Hier zijn drie fases te onderscheiden: Fase 1: vanaf melding/aangifte tot het einde van de getuigenverhoren. In deze fase staat geheimhouding voorop. Informatie is individueel georiënteerd. Fase 2: Vanaf beëindiging getuigenverhoren en eventuele aanhouding van verdachte(n) tot de afsluiting van het strafrechtelijk politieonderzoek. Hier eindigt de geheimhouding en kan ook groepsgewijs gewerkt gaan worden. Fase 3: Van afsluiting van het strafrechtelijk politieonderzoek tot de rechtszaak of de vrijlating van verdachte(n). In alle andere gevallen ligt de focus van de communicatie op de behoefte van betrokkenen. Daar waar zowel de openbare orde als een strafzaak een rol spelen dient de Driehoek in gezamenlijkheid afwegingen te maken. Het gaat om het zoeken naar de ruimte waarbinnen beide verantwoordelijkheden maximaal tot hun recht komen. Communicatieactiviteiten worden binnen de door de Driehoek gestelde kaders uitgevoerd. Bij het uitwerken van het informatie en communicatieplan komen minimaal de volgende punten aan de orde: vaststellen van de kring van betrokkenen (zie ook proces PSH) zoals slachtoffers, verdachten, hun familie, sociale omgeving, professioneel netwerk, buurtbewoners etc.; wie doet wat: o de woordvoering; o de perscontacten; o media watching/ omgevingsanalyse; wijze van informatieverschaffing (schriftelijk, mondeling, bijeenkomsten, call center etc.); tijdstip van informatieverschaffing; inhoud, wijze en toon van de informatie per doelgroep uitwerken; het maken van de communicatieproducten: brieven, persberichten etc.; het in opdracht van de Driehoek en in afstemming het Scenarioteam (mede) verzorgen van voorlichting; het in opdracht en met goedkeuring van de Driehoek en in afstemming met het Scenarioteam verzorgen van persvoorlichting; omgang met de media; 2 Denk aan de mogelijkheid van de benoeming van een onafhankelijke coördinator. Bijvoorbeeld een communicatieadviseur uit het regionale expertteam. 15

39 Openbare orde en veiligheid De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. De politie heeft onder het gezag van de burgemeester een uitvoerende taak als handhaver van de openbare orde. Vaak zal de politie al dan niet samen met OM signalen met betrekking tot maatschappelijke onrust ontvangen en beoordelen. Zij zullen vervolgens de burgemeester van de betrokken gemeente daarover in kennis stellen. De politie is vertegenwoordigd in zowel de driehoek als in het scenarioteam. Mogelijke taken: Inhoudelijke advisering m.b.t. het plan van aanpak; Informatie verschaffing over de buurt/ wijk; Deelname aan de communicatiewerkgroep;.. De gemeentelijke processen Afhankelijk van de casus kunnen binnen de gemeente diverse sectoren een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan burgerzaken, openbare orde, welzijn, maar ook wonen etc. Het verdient aanbeveling dat de vertegenwoordiger van de gemeente in het Scenarioteam ook betrokken is bij de interne afstemming van de gemeentelijke processen. Mogelijke taken: verzamelen van adresgegevens (GBA). Denk ook aan inschakelen bronhouders zoals scholen, administratie van verenigingen etc. voorbereiden en uitvoeren van voorlichtings- en persbijeenkomsten (lokatie, uitnodigingen, verslaglegging, etc.). eventueel verzorgen van alternatieve woonruimte;.. Strafrechtelijk onderzoek Het OM heeft een taak op het moment dat er sprake is van een strafbaar feit en is dan vertegenwoordigd in zowel de Driehoek als ook in het scenarioteam. In geval van (vermoeden van) strafbare feiten opereert de politie bij de opsporing daarvan onder verantwoordelijkheid van het OM. Is er geen sprake van een strafbaar feit dan wordt de noodzaak van de aanwezigheid van het OM in het Scenario team besproken en zo nodig aangepast. (Mogelijke) taken van het OM: Advisering ten aanzien van het plan van aanpak; Deelname aan de werkgroep communicatie (in geval van een strafzaak bepaalt het OM welke informatie hierover mag worden vrijgegeven); Inzake de terugkeer van zedendelinquenten is het OM verantwoordelijk voor het informeren van de slachtoffer(s). 16

40 11. NAZORG (FASE 4) Het proces nazorg richt zich op: 1. nazorg voor betrokkenen zoals voor slachtoffers en familie van de verdachte(n) en hun omgeving, alsook eventueel voor hulpverleners: a. bepaal of een nazorgprogramma nodig wie; b. bepaal wie nazorg nodig hebben; c. bepaal wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. 2. zorg voor informatie naar de betrokkenen (ook hulpverleners) over het verloop/ de afloop van de casus (bv terugkeer in de maatschappij): a. bepaal wie verantwoordelijk is voor de informatiedeling; b. bepaal wie geïnformeerd moeten worden en hun bereikbaarheid; c. maak een inschatting of bij terugkeer in de maatschappij maatschappelijke onrust te verwachten is; d. bepaal wanneer geïnformeerd moet worden; e.. 3. Gezondheidsonderzoek na Rampen (GOR): a. bepaal of onderzoek noodzakelijk is. Denk aan een milieu incident of infectieziekten. b. bepaal wie verantwoordelijk is; c EVALUATIE (FASE 5) Na afloop van het in werking treden van het PMO, wordt altijd een procesevaluatie gehouden naar aanleiding van de casuïstiek. De evaluatie wordt ten minste gehouden onder de deelnemers van de Driehoek, het Scenarioteam en de werkgroep communicatie. Op verzoek van de Driehoek kan een uitgebreidere evaluatie gehouden worden. Ook het Scenarioteam kan de Driehoek verzoeken om een uitgebreide evaluatie te houden. De Procesleider PSH of procesmanager is verantwoordelijk voor en coördineert de evaluatie. De Procesleider PSH: 1. zorgt voor de verspreiding van de evaluatieformulieren; 2. ontvangt van de deelnemers het ingevulde formulier binnen een week retour; 3. belegt zo nodig een evaluatiebijeenkomst en bereidt die voor aan de hand van de geretourneerde evaluatieformulieren (denk ook aan verslaglegging); 4. maakt een evaluatieverslag en doet daarin, op basis van de formulieren en eventueel de evaluatiebijeenkomst, voorstellen voor aanpassing en verbetering van het PMO. 17

41 13. AFSLUITING (FASE 6) In de afsluitingsfase wordt het dossier afgesloten. Daar waar nodig worden persoonsgegevens uit de notulen en andere stukken verwijderd. De Procesleider PSH zorgt ervoor dat het evaluatieverslag met de aanbevelingen aan de Driehoek wordt aangeboden en ook aan de betrokken convenantpartners 3 wordt toegestuurd. Op basis van de aanbevelingen organiseert de GGD jaarlijks een bijeenkomst met de bij het PMO betrokken partijen. Op de bijeenkomst wordt aan de hand van de evaluaties en de aanbevelingen gekeken of en op welke punten het PMO geactualiseerd dient te worden. Dit proces wordt bewaakt door de Coördinator PSH van de GGD. Het geactualiseerde protocol wordt ter goedkeuring aan de convenantpartners voorgelegd. 3 Convenant behorende bij het Scenario Maatschappelijke onrust bij geweldsdelicten in Fryslân

42 14. BIJLAGEN Wettelijk kader 4 Ten aanzien van de PSH geldt het volgende: In het Besluit Personeel Veiligheidsregio s is vastgelegd dat er sprake is van 2 GHORfuncties ten aanzien van PSH: de Leider Kernteam en de Leider Opvangteam. De wet Publieke Gezondheid beschrijft dat de GGD verantwoordelijk is voor: het bevorderen van psychosociale hulpverlening bij rampen Jeugdgezondheidszorg (waaronder ook psychosociale hulpverlening). De wet Maatschappelijke Opvang (WMO) beschrijft dat de psychosociale hulp bij ingrijpende gebeurtenissen een verantwoordelijkheid is van de gemeenten. De uitvoering valt onder de verantwoordelijkheid van de reguliere hulporganisaties, zoals maatschappelijk werk. Vanuit de verantwoordelijkheid van de GGD voor preventie (voorkomen zorgvraag) heeft de GGD een coördinerende rol bij incidenten met grote maatschappelijke impact (Wet Publieke Gezondheid /WPG). Op basis van de wet Veiligheidsregio s is de GHOR verantwoordelijk voor: het maken van afspraken in de keten (regierol) voor de sturende processen, i.c. de regie op de aansluiting van de psychosociale nazorg op de andere hulpdiensten (in het gemeentelijk opvangcentrum in de acute fase) en nazorgverlenende instanties (het Informatie- en Adviescentrum in de nazorgfase). Verantwoordelijkheden De GGD is in de voorbereidende fase verantwoordelijk voor de coördinatie van de inhoudelijke uitvoering van PSH. Dat betekent dat de GGD zorg draagt voor het maken van afspraken met de leveranciers van PSH, zoals GGZ, Maatschappelijk werk, Slachtofferhulp, etc. in de voorbereidende fase over de uitvoering en zorg draagt voor de coördinatie van de uitvoering van het proces PSH in de acute en nazorgfase. De GGD heeft geen coördinerende of uitvoerende taak voor de reguliere PSH, met uitzondering van de GGD-taken in het kader van de JGZ (WPG). Echter, vanuit de verantwoordelijkheid voor publieke gezondheid bij burgers en de preventietaak (voorkomen van de zorgvraag), ligt het voor de hand dat daar waar behoefte is aan een vangnetfunctie en er sprake is of kan zijn van maatschappelijke impact, de GGD wel degelijk een coördinerende rol kan spelen (vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid) in de PSH. De GHOR in de voorbereidende fase verantwoordelijk is voor het maken van afspraken tussen GHOR en GGD (WVR), in de acute fase bij GRIP-inzet verantwoordelijk is voor de aansturing vanuit het GBT van de 2 witte processen en voor de afstemming met de multidisciplinaire partners. In de nazorgfase blijft deze verantwoordelijkheid bestaan tot het moment van GRIP-afschaling. Bij GRIP verandert daarmee niet de verantwoordelijkheidsverdeling voor de PSH, maar verandert de omgeving waarbinnen de PSH wordt uitgevoerd. De GHOR en GGD maken hiervoor afspraken in het convenant Publieke Gezondheid (PG). 4 uit toelichting modelconvenant PSH versie

43 Checklists Bepaling Doelgroepen Omdat iedere situatie anders is, dient bij de eerste Scenarioteambijeenkomst al een inventarisatie van betrokkenen plaats te vinden. Actiepunten: 1. vaststellen van de kring van betrokkenen. a. (mogelijke) slachtoffers; b. familie; c. verdachten; d. opvoeders; e. sociale omgeving; f. professioneel netwerk; g. buurtbewoners. 2. wijze van informatieverschaffing. a. informeren en begeleiden; b. informeren; c. voorlichten Aandachtspunten voor media watching: Wat wordt er gezegd; Wel/ niet reageren? o Hoe gezaghebbend/belangrijk is het forum waarop het bericht geplaatst wordt? o Hoe gezaghebbend/belangrijk is de afzender van het bericht? o Is het bericht aantoonbaar onjuist, is het te weerleggen? o Wat is de kans dat dit bericht zich verder verspreidt? o Is het schadelijk wanneer dit bericht zich verspreidt? Wanneer besloten wordt te reageren: o bepaal wie de woordvoering doet; o beperk je tot een korte feitelijke reactie; o laat de emoties voor rekening van de berichtgever en laat de berichtgever in zijn waarde; o speculeer niet en gebruik alleen juiste en geverifieerde informatie; o maak bekend namens wie je spreekt. Onderscheid je ten opzichte van de andere berichtgevers en het geeft meer inhoudelijke autoriteit; o berichten mogen alleen met toestemming van de Driehoek of door een door de driehoek gemandateerde functionaris geplaatst worden! Zie ook : aken%20communicatietips.pdf 20

44 Mindmap 21

45 Voorbeeld Producten Inhoudsopgave Draaiboek Hoofdstuk 1 Inleiding Uitleg dat in het draaiboek steeds twee scenario s worden uitgewerkt. Het geplande scenario en het noodscenario, waarin afspraken direct aan de veranderende realiteit moet worden aangepast. Situatie Wat is de aanleiding om het Scenarioteam bijeen te roepen. Wat is er gebeurd. Waarom is er risico op maatschappelijke onrust. Wat is er al opgestart (PSH, strafrechtelijk onderzoek etc.) Opdracht Scenario door Driehoek Wat is de opdracht van de Driehoek. Binnen welke kaders wordt er gewerkt. Structuur Wie zijn in de Driehoek vertegenwoordigd. Binnen welke structuur wordt er gewerkt (Scenario A of B). Wie is case of procesmanager. Wie is/ zijn de coördinatoren van de werkgroep(en). Hoe lopen de communicatielijnen. Hoofdstuk 2: Uitwerking per thema gepland Strafrechtelijke aspecten Procesgang van strafrechtelijk onderzoek en voorgeleiding Psychosociale Hulpverlening Opvang, bescherming en ondersteuningsafspraken Veiligheidsaspecten Risico inschatting en te nemen maatregelen Communicatie Voorlichting, informatie en Communicatieplan Gemeentelijke processen Afstemming en verdeling werkzaamheden 22

46 Hoofdstuk 3: Uitwerking per thema noodscenario Wanneer treed het noodscenario in werking Structuur Uitwerken hoe in de acute situatie wordt: gewerkt/ overlegd en besluiten snel worden genomen communicatielijnen lopen beschikbaarheid is geregeld Strafrechtelijke aspecten Procesgang van strafrechtelijk onderzoek en voorgeleiding Psychosociale Hulpverlening Opvang, bescherming en ondersteuningsafspraken Veiligheidsaspecten Risico inschatting en te nemen maatregelen Communicatie Voorlichting, informatie en Communicatieplan Gemeentelijke processen Afstemming en verdeling werkzaamheden Hoofdstuk 4: Verantwoording Leg uit hoe het draaiboek tot stand is gekomen en met wie deze vertrouwelijke informatie al dan niet is gedeeld (bv wethouders, gemeenteraad). Hoofdstuk 5: Vervolgfase Maak afspraken wanneer ten minste weer afstemming moet plaatsvinden. Maak afspraken over het verdere traject van monitoring en of de overdracht aan de reguliere organisatiestructuur. Hoofdstuk 6: Verslaglegging en evaluatie Maak afspraken over de verslaglegging en de evaluatieprocedure na afloop. 23

47 Evaluatieformulier voor Driehoek en Scenarioteam Inleiding Beschrijf de casus en de afhandeling/ het proces op hoofdlijnen. Verzoek tot evalueren. Benoem de uiterste datum van reageren. Geëvalueerd worden: 1. de structuur waarbinnen gewerkt is; 2. het verloop van de casus: a. per thema; b. het geheel. 3. Samenwerking: a. binnen het eigen overleg; b. tussen de overlegvormen. 4. Aanbevelingen Was u deelnemer aan: A. de Driehoek B. het Scenarioteam C. een werkgroep s.v.p. aankruizen wat van toepassing is. De structuur waarbinnen gewerkt is. Beschrijving van de gekozen structuur. 1. Was het duidelijk binnen welke structuur gewerkt werd? 2. Wat werkte goed? 3. Wat kon er beter? Het verloop van de casus. De afhandeling van de casus doorloopt verschillende fases. Per fase wordt u een aantal vragen gesteld Fase 1: signalering melding en besluit tot operationalisering Scenarioteam. 1. Bent u van mening dat het Scenarioteam terecht is opgestart? 2. Bent u van mening dat u bij de start voldoende geïnformeerd bent? 3. Was de opdracht vanuit de Driehoek helder? Fase 2: de voorbereiding 1. Was het duidelijk wat ieders taak was? Zo nee, s.v.p. toelichten. 2. Zijn de taken efficiënt verdeeld en voorbereid? Zo nee, wat kan er beter? 24

48 3. Heeft iedereen zijn taak volgens afspraak en tijdig uitgevoerd? Zo nee, s.v.p. toelichten. 4. Werd tijdens de voorbereiding voldoende aandacht besteed aan de uitwerking van het noodscenario. S.v.p. toelichten. Fase 3: uitvoering Korte beschrijving van het verloop van de casus. Wanneer u terugkijkt op het uitvoeringsproces: 1. Wat ging er goed? a. Strafrechtelijke aspecten b. Psychosociale Hulpverlening c. Veiligheidsaspecten d. Communicatie e. Gemeentelijke processen 2. Wat kon er beter? a. Strafrechtelijke aspecten b. Psychosociale Hulpverlening c. Veiligheidsaspecten d. Communicatie e. Gemeentelijke processen 3. Hoe heeft u de samenwerking ervaren? S.v.p. toelichten. a. binnen het eigen overleg? b. tussen de overlegvormen? 25

49 Fase 4: nazorg 4. Bent u van mening dat de casus op alle onderdelen zorgvuldig is afgerond? S.v.p. uw antwoord toelichten. a. Duidelijk moment van ontbinden van het Scenarioteam? b. Vervolg acties geborgd in de normale structuren? c. Informatie en communicatie in verband met het vervolg? d. Terugkoppelmoment voor de evaluatieuitkomst? Tot slot kunt u hieronder nog opmerkingen en aanbevelingen noteren voor zover die eerder niet aan bod zijn gekomen. Hartelijk dank voor uw medewerking! 26

50 Definities Protocol: een gedragsovereenkomst, meestal in de vorm van een aantal uit te voeren stappen. Er bestaan verschillende typen protocollen, zoals communicatieprotocollen, computerprotocollen, wetenschappelijke protocollen etc. Maatschappelijke onrust is het verschijnsel waarbij één of enkele incidenten plaatsvinden, die vervolgens mede ten gevolge van structurele kenmerken van sociale, fysieke, economische en/of demografische aard leiden tot een groter aantal en/of ernstiger incidenten, die op hun beurt leiden tot subjectieve en/of objectieve problemen op het gebied van openbare orde en veiligheid. Een incident definiëren we als "een gebeurtenis waarbij - of waardoor de veiligheid van mens en/of dier en/of omgeving in het geding is. Driehoek: wettelijke vertegenwoordiging bestaande uit burgemeester, politiechef en officier van OM. Op gemeentelijk niveau wordt ook wel gesproken over de lokale (gezags) Driehoek of (Veiligheids) Driehoek. Hierin hebben veelal de burgemeester, de gebiedsofficier van OM en de Teamchef van politie zitting. 27

51 O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Gezondheid Datum 19 maart 2015 Onderwerp Friese Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) Bijlage ten behoeve van agendapunt 6 Portefeuillehouder Opsteller W. Kleinhuis T. Hartman/A. Meijer Telefoon Bijlage Het projectplan Jongeren op Gezond Gewicht in Fryslân Beslispunt Het projectplan Jongeren op Gezond Gewicht in Fryslân vaststellen. Inleiding Eind 2014 gaf de Bestuurscommissie Gezondheid de opdracht te verkennen welke kansen en meerwaarde een provinciale samenwerking ten behoeve van JOGG-aanpakken in alle Friese gemeenten kan bieden. Deze werden met name gevonden op de volgende terreinen: - Bundelen van kennis, ervaring en expertise - Slimmer benutten van netwerken ten behoeve van publiek-private samenwerking (onder andere: De Friesland Zorgverzekeraar) - Wetenschappelijke begeleiding bij monitoring en evaluatie effectiever inzetten - Efficiëntie en kostenbesparing: korting op fee voor landelijke deelname als gevolg van efficiencyvoordelen (voor meerdere gemeenten gezamenlijk trainingen en andere vormen van begeleiding/advies organiseren) - Samenwerking met provinciaal georganiseerde partners zoals Sport Fryslân en ROS Friesland. - Groter bereik met een samenhangende boodschap Met andere woorden: een actieve provinciale aanjaagrol ten behoeve van een lokale aanpak. Naar aanleiding hiervan gaf de bestuurscommissie in november 2014 opdracht om - in samenwerking met gemeentelijke beleidsmedewerkers en andere betrokkenen - een projectvoorstel uit te werken voor provinciale samenwerking op het terrein van JOGG in Fryslân. In de afgelopen maanden is met alle betrokken beleidsmedewerkers van de Friese gemeenten gesproken over de huidige activiteiten, samenwerkingsmogelijkheden met partners en provinciale activiteiten waarmee de lokale JOGG-aanpakken bijgestaan zouden kunnen worden. De provinciale activiteiten, ondersteunend aan de lokale aanpak die daaruit naar voren kwamen, zijn uitgewerkt in bijgaand projectplan Jongeren op Gezond Gewicht in Fryslân. Pagina 1 van 4

52 De financiële paragraaf is nog niet ingevuld. Op dit moment zijn er nog gesprekken gaande met het landelijk JOGG bureau over betere voorwaarden voor de concrete invulling van JOGG in de Friese gemeenten. Op 10 maart aanstaande is hierover een overleg met de landelijke programmamanager van JOGG. Na 10 maart kan er mogelijk een op maat voorstel voor de Friese gemeenten komen. Dit zal dan mondeling worden toegelicht in de vergadering van de bestuurscommissie op 19 maart. Beleidsmatige context Gezond Gewicht cq. het voorkomen van overgewicht is een van de belangrijke speerpunten in de diverse beleidsnota s van de verschillende gemeenten. Het thema overgewicht is een verplicht speerpunt van VWS. - Nota overgewicht VWS, 2013 convenant Gezond Gewicht - Speerpunt overgewicht in lokale nota Volksgezondheid van afzonderlijke gemeenten - Derde Friese nota gemeentelijk gezondheidsbeleid/deelplan GGD; Ruimte voor gezondheid Deze nota beschrijft het kader en de uitgangspunten met betrekking tot het Friese gezondheidsbeleid voor de komende jaren ( ). - Handreiking Gezonde Gemeente, Gezonde Wijk: een integrale aanpak van het thema overgewicht - Nationaal Preventie Programma (NPP): Alles is Gezondheid De gemeenten Smallingerland is bijna 3 jaar een JOGG gemeente en Harlingen heeft zich onlangs aangemeld. - Rol GGD. Gezond gewicht is een van de twee leefstijl speerpunten uit het meerjarenbeleid van de GGD. De inzet van GGD zal dan ook vanuit de reguliere middelen plaats vinden. Gezond in de Stad middelen (GIDS) In mei 2014 kregen veel gemeenten van VWS bericht dat zij tot en met 2017 in aanmerking komen voor de GIDS-regeling, omdat in hun gemeente wijken zijn waar relatief veel inwoners zijn met een lage sociaal-economische status. De GIDS-regeling vloeit voort uit het Nationaal Programma Preventie. 18 Friese gemeenten krijgen de beschikking over deze extra financiële middelen. De insteek vanuit de GIDS middelen en JOGG vertonen veel overeenkomsten qua filosofie en integrale aanpak. Overgewicht/JOGG kan het thema zijn om vanuit de GIDS concreet vorm en inhoud te geven ( Overgewicht in Fryslân: Friese cijfers laten zien dat er een lichte stabilisatie te zien is van het percentage overgewicht bij kinderen de afgelopen drie jaren, het percentage kinderen met overgewicht is desondanks in sommige wijken nog steeds erg hoog: ongeveer 1 op de 7 kinderen is te zwaar. Naarmate de kinderen ouderen worden, stijgt ook het overgewicht nog steeds, bijna de helft van de Friezen van 19 jaar en ouder is te zwaar (47%). Ook in de volwassen bevolking is er de laatste jaren een stabilisatie te zien, maar wel op een ongezond niveau. Friesland wijkt niet af van het Nederlands gemiddelde. Overgewicht ( ) Fryslân (%) (n) 27 maanden 7% maanden 8% Groep 2 9% Groep 7 15% Klas 1 vmbo 18% Klas 2 havo/vwo 11% Uit: Opgroeien in 2013 Pagina 2 van 4

53 Trend overgew icht provincie Fryslân 25% 20% 15% 10% 5% 0% Groep 2 Groep 7 Klas 1 vmbo Klas 2 havo/vw o Beoogd effect/resultaat Een gezondere jeugd en in een gezondere omgeving in wijken waar het percentage overgewicht onder jongeren(0-19 jaar) het hoogst is. De meest recente resultaten in JOGG gemeenten zijn bekend in Dordrecht. Hier is een forse afname van overgewicht (daling van 20%) bij kinderen in de JOGG wijken te zien. Eerder werden al resultaten in Zwolle en Rotterdam gepubliceerd. Resultaten van een provinciale versterking op het gebied van JOGG zijn er nog niet, omdat hier nog beperkt ervaring mee is opgedaan. Landelijk zijn er voorbeelden van regionale dan wel provinciale samenwerkingsverbanden tussen gemeenten (Veluwe, Drenthe, Limburg). Gemeenten benutten in toenemende mate elkaars expertise, menskracht en delen best practices. Dit wordt zowel in de regio s als door het landelijk JOGG bureau als zeer positief en meer effectief ervaren. Door samen met de Friese gemeenten op te trekken in de aanpak van jongeren op gezond gewicht, ontstaat er een lokale versterking van de aanpak in de gemeenten en is er een financieel voordeel qua inzet van menskracht en de landelijke JOGG fee. Argumenten voor In verschillende Friese wijken is één op de zeven kinderen te zwaar. Die brengen, ook op lange termijn, aanzienlijke zorgkosten met zich mee. Het is dan ook de moeite waard te investeren in preventie van overgewicht op jonge leeftijd. Kanttekeningen/risico s Een randvoorwaarde voor succesvolle samenwerking is dat alle lokale partijen er (ambtelijk en bestuurlijk) actief bij betrokken zijn (ermee werken) en voor alle partijen duidelijk is wat er lokaal en provinciaal mag worden verwacht. Wanneer er geen lokale aanpak tot stand komt, zal ook de meerwaarde van een provinciale aanjaagrol uitblijven. Pagina 3 van 4

54 Na besluitvorming: Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Paraaf secretaris: Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt Pagina 4 van 4

55 in Fryslân

56 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 De JOGG-aanpak... 3 Landelijke en lokale ontwikkelingen Doelstelling en doelgroep Provinciale activiteiten Projectorganisatie... 8 Friese JOGG-teams... 8 Fries JOGG-platform... 8 Bestuurscommissie Gezondheid... 9 Landelijke ondersteuning Financiën Bijlage 1 Landelijke JOGG aanpak Bijlage 2 Competentieprofiel JOGG regisseur Bijlage 3 Friese cijfers

57 1. Inleiding Het percentage Friese kinderen met overgewicht lijkt de afgelopen drie jaar te stabiliseren (zie bijlage drie). Dit ligt echter wel op een ongezond hoog niveau. In sommige wijken is één op de zeven kinderen te zwaar. De Friese gemeenten hebben daarom overgewicht als speerpunt benoemd in hun gezondheidsbeleid. Enkele gemeenten hebben dit inmiddels vertaald in concrete activiteiten en verschillende gemeenten hebben aangegeven aan de slag te willen met de aanpak van overgewicht. Hiervoor is de lokale JOGG-aanpak (Jongeren Op Gezond Gewicht) nadrukkelijk in beeld, omdat deze aanpak bewezen resultaten zijn behaald in onder andere Frankrijk met de vergelijkbare aanpak Epode, Zwolle, Rotterdam, Dordrecht 1 en de gemeente Smallingerland; in Nederland één van de voorlopers op het gebied van de aanpak van overgewicht. Eind 2014 gaf de Bestuurscommissie Gezondheid de opdracht te verkennen welke kansen en meerwaarde een provinciale samenwerking ten behoeve van JOGG-aanpakken in alle Friese gemeenten kan bieden. Deze werden met name gevonden op de volgende terreinen: - Bundelen van kennis, ervaring en expertise - Slimmer benutten van netwerken ten behoeve van publiek-private samenwerking (onder andere: De Friesland Zorgverzekeraar) - Wetenschappelijke begeleiding bij monitoring en evaluatie effectiever inzetten - Efficiëntie en kostenbesparing: korting op fee voor landelijke deelname als gevolg van efficiencyvoordelen (voor meerdere gemeenten gezamenlijk trainingen en andere vormen van begeleiding/advies organiseren) - Samenwerking met provinciaal georganiseerde partners zoals Sport Fryslân en ROS Friesland. - Groter bereik met een samenhangende boodschap Met andere woorden: een actieve provinciale aanjaagrol ten behoeve van een lokale aanpak. Naar aanleiding hiervan heeft de bestuurscommissie op 20 november 2014 opdracht gegeven om - in samenwerking met gemeentelijke beleidsmedewerkers en andere betrokkenen - een projectvoorstel uit te werken voor provinciale samenwerking op het terrein van JOGG in Fryslân. In dit projectvoorstel worden, op basis van relevante lokale en landelijke ontwikkelingen, de bovengenoemde punten uitgewerkt in doelen, provinciale activiteiten, een projectorganisatie en een begroting. Het gaat daarbij dus om activiteiten die ondersteunend zijn aan de lokale aanpak. De JOGG-aanpak JOGG is ontwikkeld vanuit het inzicht dat kinderen die opgroeien in een omgeving waar een gezonde leefstijl normaal is en het aantrekkelijk is om te bewegen, fysiek en sociaal beter toegerust zijn op de toekomst. Nederlandse kinderen groeien op in een zogenaamde obesogene samenleving: een omgeving die uitnodigt tot veel eten en weinig bewegen. Voorbeelden daarvan zijn: de producten in het oog springen in de supermarkt, het aanbod in de schoolkantine, de voorbeelden die ze thuis krijgen, de hobby s van leeftijdsgenoten etc. JOGG is een integrale aanpak waarbij iedereen in stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen gemakkelijk en aantrekkelijk te maken; niet alleen ouders en gezondheidsprofessionals, maar bijvoorbeeld ook winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente zelf. Samenwerking tussen alle betrokken partijen leidt tot betere sport-, beweeg- en speelfaciliteiten en tot meer aandacht voor voeding en beweging. Jongeren van min negen maanden tot negentien jaar, hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. 1 In een wijk of dorp komt alles samen. Zo werken in Smallingerland scholen aan een structureel voedingsbeleid en hebben aandacht voor water drinken op school en tijdens sportactiviteiten; er zijn drie openbare drinkwaterpunten in de gemeente geopend die voorzien in een behoefte; de lokale supermarkt levert fruit tijdens evenementen en de verschillende sportaanbieders zorgen voor een sluitend en laagdrempelig beweegaanbod in de wijk/gemeente. Meer informatie over JOGG, de vijf pijlers en het landelijke bureau, is bijgevoegd in de bijlage 1. 1 Cijfers aanpak Dordrecht: DS Doe FF Gezond FactsheetA4 Algemeen ; gezond.nl. Zwolle: 3

58 Landelijke en lokale ontwikkelingen In de periode november februari 2015 is met alle 24 Friese gemeenten over de JOGG aanpak gesproken. Uit deze gesprekken en gesprekken met het landelijke JOGG-bureau, vertegenwoordigers van het Programma Gezond in, lokale partners en andere regio s blijken de volgende relevante ontwikkelingen: Gesprekken gemeenten - Het merendeel van de Friese gemeenten voert activiteiten uit op het gebied van bewegingsstimulering bij jongeren, ouderen en inactieven. In veel gemeenten zijn buurtsportcoaches en/of combinatiefunctionarissen werkzaam om sport en bewegen te stimuleren. Deze functionarissen zijn vaak gericht op het onderwijs of werken samen met de lokale welzijnsorganisatie. In zeventien gemeenten zijn vakleerkrachten actief die meedoen aan het programma Sport op Basisscholen ( - Op het gebied van het stimuleren van gezonde voeding gebeurt minder. De activiteiten zijn vaak ad hoc en niet volgens een integrale aanpak, bijvoorbeeld verbonden aan beweegactiviteiten in de gemeente. - Het programma de Gezonde School wordt in zes gemeenten actief aangeboden aan het onderwijs. Op deze scholen worden vaak goede stappen gezet als het gaat om structurele aandacht voor bijvoorbeeld bewegen, gezonde voeding en het voedingsbeleid op school. - In zes gemeenten wordt aandacht besteed aan het optimaliseren van de aanpak van de zorg voor kinderen met overgewicht (JOGG pijler 5: verbinding van preventie en zorg). De overige gemeenten spreken de wens uit hier verbetering in te willen zien en zien kansen in een goede verbinding met de gebiedsteams. Deze pijler is in Smallingerland door de JOGG aanpak in een versnelling gekomen. In Smallingerland is de zorg voor kinderen met overgewicht goed op elkaar afgestemd en is er een nieuw laagdrempelig aanbod voor het kind met het gezin ontwikkeld. - In alle gemeentes komt het belang van een sterke verbinding-afstemming met de gebiedsteams naar voren. Het is wenselijk om voor een brede integrale aanpak te kiezen, waarin de jongere en het gezin centraal staat. - Het merendeel van de gemeenten ziet voordelen en kansen voor hun eigen gemeente om met de JOGG aanpak aan de slag te gaan. In een aantal gemeenten zijn hier al concrete plannen voor, bijvoorbeeld in Heerenveen en De Friese Meren. In andere gemeenten is dit nog minder het geval, maar ziet men vooral de kans in de integrale aanpak van JOGG en een regisseur met een aanjaagfunctie in de gemeente. - Bij de meeste gemeenten ligt de focus op meer dan jongeren alleen, en zal alleen de insteek van het kind, gezin en omgeving mogelijkheden bieden. Dit is ook de insteek van de aanpak van JOGG - Er zijn ook bedenkingen, met name bij de kleinere gemeenten. Die gaan vooral over de meerwaarde van JOGG ten opzichte van de huidige activiteiten en de mogelijkheid om voldoende formatie ter beschikking te kunnen stellen om deze aanpak te kunnen realiseren. - De gemeenten zien kansen in een provinciale versterking vooral op het gebied van kennisdeling, delen van best practices, regionale aanjaagfunctie en een versterking van de JOGG pijlers bijvoorbeeld Publiek Private Samenwerking (PPS), Wetenschappelijke Begeleiding en Evaluatie (WBE) en inzetten van Social Marketing (SM) strategieën. Programma Gezond in: Achttien gemeenten krijgen financiële middelen vanuit het programma Gezond in ( In veel van deze gemeenten wordt de integrale benadering van de JOGG aanpak genoemd als mogelijke (gedeeltelijke) invulling van deze middelen. Uit het overleg met de landelijke programmaleider van "Gezond in" kwam naar voren dat de gelden die gemeenten ontvangen vanuit deze decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad (GIDS) kunnen worden ingezet in de JOGG-aanpak. Als uit de analyse in de desbetreffende gemeente blijkt dat overgewicht bij jongeren een probleem is en de JOGG-aanpak onderdeel is van een bredere lokale integrale aanpak, past dit prima binnen de inzet van GIDS. De aanpak zal wel gericht moeten zijn om gezondheidsachterstanden te verkleinen. Zo zie je in een bestaande JOGGgemeente, waar al een goed begin is gemaakt in de integrale aanpak (infrastructuur), dat met de GIDS middelen een verbreding op doelgroep en thematiek kan worden gemaakt bijvoorbeeld in het tegengaan van sociaal isolement of eenzaamheid bij ouderen. Een voordeel van de invulling van Gezond in samen met JOGG, is dat de landelijke JOGG stichting ook extra menskracht en expertise aan gemeenten kan leveren in overleg met de lokale partners. 4

59 Overige regio s Landelijk zijn er voorbeelden van regionale dan wel provinciale samenwerkingsverbanden tussen gemeenten (Veluwe, Drenthe, Limburg). Gemeenten benutten in toenemende mate elkaars expertise, menskracht en delen best practices. Deze samenwerking geeft vorm en inhoud aan het landelijke JOGG doel streven naar een samenleving waarin alle kinderen en jongeren wonen, leren, recreëren en werken in een omgeving waarin een gezonde leefstijl de normaalste zaak van de wereld is. Relevante partners in Friesland - Sport Fryslân en ROS Friesland willen gemeentes faciliteren en ondersteunen met bijvoorbeeld expertise, zodat de lokale kennis in Friesland gedeeld kan worden. Sport Fryslân heeft de mogelijkheid om een JOGG coach te leveren, ROS Friesland heeft kennis verzameld over pijler 5: verbinding preventie zorg en kan samen met GGD Fryslân ook gerichte ondersteuning aan gemeenten bieden. - Een gesprek met de provincie Fryslân heeft duidelijk gemaakt dat de taak en financiering voor deze aanpak vooral lokaal bij gemeenten ligt en de provincie hier geen taak in ziet. - De Friesland Zorgverzekeraar als PPS partner (nu al van Smallingerland) en samenwerking op het onderdeel preventie-zorg is bij uitstek geschikt om hier op Friese schaal/bovengemeentelijk naar te kijken. Uit de gesprekken met de Friesland Zorgverzekeraar komt naar voren dat zij een meerwaarde zien in een samenwerking op Friese Schaal, waar een integrale aanpak van overgewicht centraal staat en dit zichtbaar wordt in de activiteiten in de gemeenten. Er zijn al projecten zoals Sport op Basisscholen, maar ook Tandje Extra (relatie eetmomenten-voeding) die nu min of meer los worden uitgevoerd. De Friesland Zorgverzekeraar zal verder betrokken worden bij de Friese JOGG ontwikkelingen. Zowel intern binnen de Friesland Zorgverzekeraar als in overleg met externen/gemeenten, zal gekeken worden welke afspraken hieruit voort kunnen vloeien. Op basis van bovenstaande ontwikkelingen, behoeften en wensen, zijn in de volgende hoofdstukken doelen en concrete activiteiten uitgewerkt die ondersteunend kunnen zijn aan de lokale aanpak. 5

60 2. Doelstelling en doelgroep Dit hoofdstuk beschrijft de overstijgende landelijke doelen. Iedere gemeente of groep van samenwerkende gemeenten bepaalt de specifieke lokale doelgroepen en/ of doelstellingen waaraan gewerkt gaat worden. Dit is mede afhankelijk van de activiteiten die al opgestart zijn of uitgevoerd worden en zijn een uitvloeisel van de landelijke doelstellingen. De provinciale activiteiten die in dit plan beschreven worden, zijn ondersteunend aan de lokale doelstellingen. De landelijke JOGG stichting wil samen met haar partners streven naar een samenleving waarin alle kinderen en jongeren wonen, leren, recreëren en werken in een gezonde omgeving met structureel aandacht voor een gezonde leefstijl in het algemeen en voor een gezond gewicht in het bijzonder. Een omgeving waarin de gezonde keuze weer de normaalste zaak van de wereld is. Het doel is om in 2020 tenminste een miljoen kinderen en jongeren in de leeftijdscategorie van min negen maanden tot en met negentien jaar op deze manier bereikt te hebben. Daarnaast is het streven om een aanduidbare stijging van het aantal kinderen en jongeren op gezond gewicht in de JOGG-gemeenten en een stijging van het aantal kinderen en jongeren dat een gezond gewicht heeft te realiseren. Voorbeelden van doelen die gemeentelijke doelen zijn: 1. Een aanzienlijke toename van het percentage kinderen dat voldoet aan 2 maal per dag 30 minuten bewegen. (Nederlandse Norm Gezond Bewegen, NISB); 2. Een aanzienlijke afname van de inname van gezoete dranken en een toename van water drinken; 3. Een aanzienlijke toename van het aantal kinderen dat s morgens gezond ontbijt; 4. Een aanzienlijke toename van de dagelijkse inname van groente en fruit; 5. In elke setting (wijk, school, thuis en zorg) is een gezond aanbod gericht op gezonde voeding aanwezig, en elke setting stimuleert bewegen. Van belang is dat bij alle opgestelde doelen ook aandacht voor borging op de lange termijn is. 3. Provinciale activiteiten Op basis van de in hoofdstuk 1 beschreven verkenning onder gemeenten en de betrokken regionale en landelijke partners en de in hoofdstuk 2 beschreven doelen, worden in dit hoofdstuk de provinciale activiteiten voor de periode uitgewerkt. Het gaat om activiteiten die ondersteunend zijn aan de lokale aanpak en aanvullend op de activiteiten van het landelijke JOGGbureau. Deze worden uitgevoerd door een provinciaal JOGG-platform, dat in hoofdstuk 4 toegelicht wordt. Als het project door de bestuurscommissie in maart 2015 is vastgesteld, wordt aan het begin van elk jaar een activiteitenplanning opgesteld. Elke gemeente of groep van samenwerkende gemeenten maakt een eigen plan van aanpak met lokale activiteiten. Bundelen en delen van kennis, ervaring en expertise Trainingen en themabijeenkomsten gericht op de vijf pijlers van de JOGG-aanpak worden in de provincie georganiseerd en verzorgd. Dat levert niet alleen een tijd- en geldbesparing op, maar ook de mogelijkheid elkaar te ondersteunen en lokale best practices met elkaar uit te wisselen. Het platform kan daarnaast ook intervisiebijeenkomsten of werkconferenties organiseren. ROS, GGD Fryslân en Sport Fryslân kunnen expertise leveren in de vorm van JOGG coaches of JOGG experts. Provinciaal worden producten en formats ontwikkeld die iedere gemeente kan inzetten. Te denken valt aan een handboek zorg voor kinderen met overgewicht, onderzoeken of voorbeelden voor stimuleringsimpulsen voor een beweegvriendelijke omgeving. De implementatie hiervan moet lokaal gebeuren. Het platform signaleert landelijke en regionale ontwikkelingen en kansen en fungeert als aanspreekpunt, zowel voor Friese als landelijke partners. 6

61 Benutten van netwerken ten behoeve van publiek-private samenwerking Het platform initieert de contacten en faciliteert de samenwerking met de provinciaal georganiseerde private partners, zoals De Friesland Zorgverzekeraar (pijler verbinding preventie en zorg), Friesland Campina, Vitens, Koopmans en bedrijven die bijvoorbeeld op het terrein van social marketing kunnen ondersteunen. Dit draagt niet alleen bij aan de invulling en versterking van deze belangrijke lokale pijler, maar creëert ook kansen omdat het voor private partners interessanter kan zijn om zich aan meerdere gemeenten te verbinden; ook voor bedrijven die nog niet in Friesland gevestigd en hier wat meer voet aan de grond zouden willen krijgen. Met De Friesland Zorgverzekeraar heeft GGD Fryslân een convenant afgesloten met betrekking tot onderlinge samenwerking. Gemeente Smallingerland heeft al een samenwerkingsovereenkomst met de Friesland Zorgverzekeraar afgesloten als het gaat om PPS. Wetenschappelijke begeleiding bij monitoring en evaluatie Wetenschappelijke begeleiding en evaluatie (van zowel proces als effect) wordt gecoördineerd vanuit het platform. De uitvoering vindt plaats in samenwerking met de hogescholen, universiteiten, academische werkplaats Noord Nederland en het Fries Sociaal Planbureau. Samenwerking binnen deze pijler levert niet alleen tijdbesparing op, maar ook meer data en daarmee mogelijkheden voor representatief onderzoek. De monitor van GGD Jeugdgezondheidszorg is hier een belangrijk onderdeel van. Communicatie Het platform ondersteunt de JOGG-teams bij de ontwikkeling van communicatiemiddelen met als doel een groter bereik te creëren door middel van eenzelfde uitstaling en toon. Zij levert formats, tekst- en beeldmateriaal en benadert Friese boegbeelden om de boodschap kracht bij te zetten. De inhoud van de communicatie zal lokaal verschillend zijn. 7

62 4. Projectorganisatie Randvoorwaarden voor succesvolle samenwerking is dat partijen er (ambtelijk en bestuurlijk) actief bij betrokken zijn. Het moet duidelijk zijn wat er lokaal, sub regionaal en provinciaal wordt verwacht. Dit hoofdstuk beschrijft de rollen/taken van de voorgestelde Friese projectorganisatie JOGG. De JOGG-aanpak richt zich op wijken waar het percentage overgewicht onder jongeren (0-19 jaar) het hoogst is. Onder de paraplu van de gemeente werken publieke en private partijen, zoals scholen, sportclubs, huisartsen, buurtsupers en woningbouwverenigingen in en rondom de wijk samen. Lokale partijen kunnen bijvoorbeeld expertise leveren, denken mee, zetten hun communicatie in voor JOGG en kunnen financieel bijdragen aan JOGG-activiteiten. Friese JOGG-teams Lokaal ligt er de uitdaging om in krachtige teams resultaten te realiseren die aansluiten bij de doelgroep. Deze teams zijn beperkt van omvang en samengesteld uit mensen met verschillende vaardigheden (te vergelijken met scrummen 2 ). De aanjager van deze teams, de zogenaamde JOGG-regisseur beschikt over specifieke competenties die zijn uitgewerkt door het landelijk JOGG bureau (zie bijlage 2). De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het traject ligt bij een gemeentelijk beleidsmedewerker die hiervoor voldoende gefaciliteerd moet zijn. De JOGG-aanpak kan ook tot stand komen onder de paraplu van meerdere samenwerkende gemeenten 3. Deze gemeenten bepalen gezamenlijk welke wijken/ dorpen worden aangepakt, welke doelgroepen worden aangesproken en welke activiteiten in samenhang worden ingezet. Eén JOGGregisseur zorgt ervoor dat de partijen met elkaar verbonden zijn. De ervaring leert deze clusters beperkt van omvang te houden (maximaal acht gemeenten) en binnen iedere afzonderlijke gemeente de verantwoordelijkheid voor de uitvoering vast te leggen. In Friesland zijn er samenwerkingsverbanden tussen de Waddeneilanden (VAST), de gemeenten in noordoost Friesland (DDFK), Leeuwarden - Leeuwarderadeel, de Westergo gemeenten en Súdwest- Fryslân Littenseradiel. De andere Friese gemeenten zijn in gesprek over mogelijke samenwerking of gaan zelf aan de slag met de JOGG aanpak. De JOGG-teams die vanuit individuele gemeenten of vanuit clusters van samenwerkende gemeenten werken, bestaan uit: - Gemeentelijk beleidsmedewerkers, bij voorkeur zowel sport, volksgezondheid en jeugd (zorgen voor een interne integrale beleidsontwikkeling) - Buurtsportcoaches - Eventueel: lokale pps-partners - Op verzoek: GGD-medewerker - Ondersteuning door JOGG coach of JOGG experts - Voorzitterschap: JOGG-regisseur Fries JOGG-platform De meerwaarde van provinciale samenwerking ligt in het ondersteunen en verbinden van alle betrokken partijen door afstemming en uitvoering van activiteiten die voor alle gemeenten meerwaarde hebben (uitgewerkt in het voorgaande hoofdstuk). Het Fries JOGG-platform komt vier tot zes keer per jaar bijeen en bestaat uit: - Regisseurs en/of beleidsmedewerker Volksgezondheid/Sport/Jeugd van Friese JOGG-teams, naar schatting ongeveer acht tot tien - Sport Fryslân - ROS Friesland - Eventueel provinciale pps-partner(s), bijvoorbeeld De Friesland Zorgverzekeraar - Op verzoek: ondersteuning door landelijke JOGG experts op de verschillende pijlers - Voorzitterschap, bestuurlijke afstemming, budgetbeheer: GGD Fryslân 2 Scrummen is een innovatieve manier om sneller, beter en flexibeler samen te werken, ISBN In de regio s Noord Veluwe, Drenthe en Limburg zijn hier inmiddels positieve ervaringen mee. 8

63 Bestuurscommissie Gezondheid Deze is verantwoordelijk voor het vaststellen van het projectplan, de aansturing projectorganisatie, de acties binnen de eigen gemeente, ambassadeurschap en perscontacten. Landelijke ondersteuning Om kennisdeling te faciliteren worden landelijk en regionaal verschillende trainingen, bijeenkomsten en workshops georganiseerd. Het JOGG bureau kan gericht menskracht leveren in de vorm van het inzetten van een JOGG coach of JOGG expert binnen de gemeente of clusters van gemeenten in te zetten. Toegang tot de landelijke JOGG wiki: een database waar informatie tussen gemeenten en het landelijk JOGG bureau gedeeld wordt. 9

64 5. Financiën Er zijn nog gesprekken gaande met het landelijk JOGG bureau over betere voorwaarden voor de concrete invulling van JOGG in de Friese gemeenten. Op 10 maart aanstaande is hierover een overleg met de landelijke programmamanager van JOGG. Na 10 maart kan er mogelijk een op maat voorstel voor de Friese gemeenten komen. 10

65 Bijlage 1 Landelijke JOGG aanpak Wat is JOGG? Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). Onder die naam werken we aan een gezonde jeugd in een gezonde omgeving. De JOGG-aanpak richt zich op wijken waar het percentage overgewicht onder jongeren (0-19 jaar) het hoogst is. Onder de paraplu van de gemeente werken publieke en private partijen, zoals scholen, sportclubs, huisartsen, buurtsupers en woningbouwverenigingen samen. Die samenwerking leidt tot betere sport-, beweeg- en speelfaciliteiten en voor meer aandacht voor voeding en beweging. Want gezond eten en drinken, dagelijks bewegen en sporten moet de gewoonste zaak van de wereld worden. Waarom is JOGG nodig? JOGG is hard nodig, want overgewicht is een groeiend probleem. Ongeveer één op de zeven kinderen is te zwaar. In sommige wijken zelfs één op de drie. De afgelopen 30 jaar is het overgewicht onder volwassenen en kinderen toegenomen. Als deze toename doorzet, telt Nederland in 2024 ongeveer 2,5 miljoen obese mensen. Die brengen aanzienlijke zorgkosten met zich mee. Het is dan ook de moeite waard te investeren in preventie van overgewicht op jonge leeftijd. Zo kan de Nederlandse jeugd gezond opgroeien en actief ouder worden. Wat wil JOGG bereiken? JOGG wil een omgeving creëren die kinderen en jongeren motiveert gezond te eten en meer te bewegen. Een gezonde keuze moet voor hen een gemakkelijke keuze zijn, zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Zo verandert hun gedrag en komen ze ongemerkt op gezond gewicht. De JOGG-aanpak De JOGG-aanpak steunt op vijf pijlers: 1. Politiek-bestuurlijk draagvlak. Een gezond gewicht hoort bij een gezonde leefstijl en heeft een belangrijke plaats in het programma van het college van burgemeester en wethouders. 2. Publiek-private samenwerking. Lokale bedrijven en publieke partijen zijn betrokken bij de JOGG-aanpak. Ze leveren expertise, denken mee, zetten hun communicatie in voor JOGG en dragen financieel bij aan JOGGactiviteiten. Bedrijven kunnen zich vanuit hun maatschappelijk verantwoord ondernemerschap inzetten voor JOGG. 3. Sociale marketing. Door met de doelgroep in gesprek te gaan sluit de JOGG-aanpak aan bij de belevingswereld van kinderen en jongeren. Een gezonde leefstijl wordt net zo verleidelijk als een nieuwe smartphone. 4. Wetenschappelijke begeleiding en evaluatie. Meten is weten. Binnen de JOGG-aanpak worden activiteiten gemonitord, geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. Daarnaast wordt het proces van de aanpak zelf gemeten en natuurlijk ook de BMI van de kinderen. Bij de wetenschappelijke begeleiding en evaluatie zijn onder meer de Vrije Universiteit Amsterdam en de Hogeschool Windesheim betrokken. 5. Verbinding preventie en zorg. (Zorg)professionals signaleren overgewicht in een vroeg stadium en stemmen hun dienstverlening onderling op elkaar af. Zo komen jongeren met overgewicht direct op de juiste plek terecht. Elke gemeente kan op basis van deze pijlers de JOGG-aanpak realiseren en concrete beslissingen nemen. Welke wijken worden aangepakt? Welke doelgroepen worden aangesproken? Welke activiteiten worden in samenhang ingezet? Een lokale JOGG regisseur zorgt ervoor dat alle partijen met elkaar verbonden zijn. De JOGG-beweging De ambitie is om in 2015 te groeien naar 75 gemeenten. Alle JOGG-gemeenten bij elkaar vormen de JOGG-beweging: een nationaal netwerk van organisaties die op lokaal niveau met de JOGGaanpak werken; een beweging waarin gemeenten elkaar helpen, kennis en ervaring uitwisselen en elkaar versterken. Rotterdam helpt bijvoorbeeld Dordrecht en Dordrecht helpt Zwijndrecht. Meedoen Om mee te doen met de JOGG-aanpak sluit een gemeente, met college breed commitment, voor drie jaar een samenwerkingsovereenkomst met JOGG. Hierin wordt vastgelegd dat de gemeente de aanpak gaat inzetten, en dat het landelijke JOGG-bureau haar gaat helpen. De gemeente stelt voor minstens 16 uur een JOGG-regisseur aan. Om gebruik te kunnen maken van advies, kennis, 11

66 materialen en trainingen betaalt een gemeente met meer dan inwoners jaarlijks euro aan JOGG. Een gemeente met minder dan inwoners betaalt jaarlijks euro. Het JOGG-bureau Het JOGG-bureau biedt gemiddeld 40 dagen per jaar ondersteuning op maat: advies, opleiding, training, coaching en kennisdeling. Experts helpen bij publiek-private samenwerking en sociale marketing. Het bureau levert communicatieadvies en -middelen. De JOGG-coaches adviseren en begeleiden de lokale regisseurs, zodat ze goed zijn toegerust om op wijkniveau mensen in beweging te krijgen. Het JOGG-bureau maakt zich sterk voor De Gezonde Kantine en biedt praktische ondersteuning bij de uitvoering op locatie. Een gezonde gemeente kan niet zonder gezonde kantines, die met een gezond en verantwoord aanbod van eten en drinken een geweldige bijdrage aan JOGG kunnen leveren. De Schoolkantine Brigade van het Voedingscentrum helpt scholen in het voortgezet onderwijs en het MBO met gratis advies op maat. Verder biedt het JOGG-bureau de sportkantineadviseur, die beheerders van sportkantines praktische informatie en een starterspakket leveren. Om de JOGG-doelstellingen te bereiken, werkt het bureau samen met zes landelijke partners: Albert Heijn, Albron, FrieslandCampina, Nutricia, Unilever en Zilveren Kruis Achmea. Thema Gedurende het jaar kiest JOGG voor één heldere boodschap gebaseerd op één thema. Alle JOGGactiviteiten in de betrokken wijken sluiten hier nauw bij aan. Deze boodschap maakt de JOGGaanpak concreter en versnelt het proces. Bovendien maakt een overkoepelend thema kennisdeling tussen gemeenten eenvoudiger. De boodschap van JOGG is vanaf 2013 DrinkWater, vanaf 2014 is dat Gratis Bewegen. In 2015 is het thema Groente en Fruit (2015). DrinkWater Met DrinkWater wil JOGG vanaf 2013 het drinken van water gemakkelijker en aantrekkelijker maken. Water drinken moet gewoon worden. De gemeente Den Haag organiseerde in de wijken Bouwlust en Vrederust een themamaand Water en Bewegen om water drinken op school en tijdens het sporten te stimuleren. Op acht basisscholen werden bidons uitgedeeld, waarvan kinderen met stickervellen hun eigen bidon konden maken. Met opvouwbare bidonkratjes namen de leerlingen hun bidons mee naar de gymles, zodat ze juist daar water bij de hand hadden. Resultaten De JOGG-aanpak levert lokaal resultaten op. Zo daalde in Zwolle het percentage basisschoolkinderen met overgewicht van 12,1 procent in 2009 naar 10,6 procent in In de Zwolse wijk Holtenbroek was er in dezelfde periode zelfs sprake van een daling van 18 procent. Op twee Rotterdamse Lekker Fit! Basisscholen drinken kinderen 100 ml met suiker gezoete drankjes minder per dag. En de JOGG-gemeente Dordrecht behaalde succes met haar Doe ff Gezond - programma. De resultaten van de jaarlijks terugkerende fittesten wijzen hier op een daling van overgewicht. Bij een vergelijking tussen 2011 en 2012, waarbij scholen én leerlingen beide meetjaren meededen, bleek dat het overgewicht met 3,1 procent was gedaald (van 41,7 naar 38,6 procent). Convenant Gezond Gewicht JOGG maakt deel uit van het Convenant Gezond Gewicht. Dat is een uniek samenwerkingsverband tussen overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het doel van het convenant - dat onder voorzitterschap staat van Paul Rosenmöller, die tevens ambassadeur is van JOGG - is de stijgende trend van overgewicht en obesitas om te buigen in een daling. Dat gebeurt onder meer door overgewicht en obesitas maatschappelijk te agenderen en de bewustwording van de gezondheidsrisico s te vergroten. Het convenant heeft een looptijd van 2010 tot Update februari 2015: Het Convenant Gezond Gewicht was in de periode een uniek samenwerkingsverband van in totaal 26 partijen afkomstig van (rijks en lokale) overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, die zich gezamenlijk inzetten de stijgende trend van overgewicht en obesitas om te buigen in een daling. Per 1 januari 2015 is deze samenwerking doorgegaan als Stichting Jongeren Op Gezond Gewicht : 12

67 Bijlage 2 Competentieprofiel JOGG regisseur Taken: De JOGG-regisseur: voert de regie cq. verbindt partijen zodat op lokaal niveau resultaten worden bereikt; schrijft het Plan van Aanpak en bewaakt de uitvoering hiervan heeft overzicht over wat er allemaal gebeurt in de JOGG-wijk; richt de organisatie in van de lokale JOGG-aanpak; identificeert sleutelfiguren in de wijk (zowel publiek als privaat) en betrekt ze: - verbindt partijen door ze op te nemen in stuurgroep en integrale werkgroepen (hierbij zo veel mogelijk aansluiten bij bestaande netwerken in de community). In deze werkgroepen wordt kennis en expertise gedeeld en worden activiteiten afgestemd op elkaar; - creëert lokale publiekprivate samenwerking; - deelt informatie met alle partijen over activiteiten, JOGG-thema s, en communicatieboodschappen. is de schakel tussen de stuurgroep en lokaal betrokken publieke en private partijen; bepaalt de keuze van de interventies; identificeert welke acties en interventies al gedaan worden; hoe veelbelovende best-practises kunnen worden geïmplementeerd en/of geoptimaliseerd; zet interventies, die reeds plaatsvinden in de wijk en die een bijdrage leveren aan de JOGGdoelen, voort onder de JOGG-paraplu; onderhoudt persoonlijke contacten en deelt kennis en ervaringen uit met de andere JOGGgemeenten. NB. De term JOGG-regisseur brengt tot uitdrukking dat het voeren van regie over partijen (gemeente, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven) belangrijk is. Het is van belang dat er een beweging op gang wordt gebracht waarbij samenwerking en samenhang voorop staat zodat de gewenste resultaten worden bereikt. In verschillende gemeenten wordt ook gesproken over een programmamanager. Taken van de JOGG-regisseur kunnen ook gedeeld worden met de programma-manager. Een programmamanager heeft vaak gemakkelijker toegang tot wethouders en andere afdelingen. Een programmamanager kan ingezet worden om bestuurlijk draagvlak te vergroten en om een rol te spelen bij het leggen van contacten met private ondernemingen. Competenties: De JOGG-regisseur: is een verbindend en inspirerend persoon die op alle niveaus kan acteren: van uitvoerders in de wijk tot bestuurders op stedelijk niveau; is vernieuwend, niet bang om buiten de gebaande paden te treden, bijvoorbeeld op het terrein van sociale marketing en publiek-private samenwerking; is in aanleg gezaghebbend; is een doener en weet dit over te dragen aan anderen; heeft kennis van gemeentelijke beleidsprocessen en politiek-bestuurlijke verhoudingen; heeft ervaring met implementatieprocessen (van beleid naar wijkniveau); maakt gebruik van bestaande structuren, breidt deze uit en versterkt ze; is bereid om kennis te verbreden en te delen met andere projectleiders; is een netwerker met strategisch inzicht en beschikt over goede contactuele eigenschappen. beschikt over een HBO-opleiding dan wel door kennis en ervaring verkregen vergelijkbaar niveau. Benodigd aantal werkuren ; Om succesvol de JOGG-aanpak te implementeren is het dringende advies om een JOGG-regisseur voor gedurende 2 tot 3 dagen per week in te zetten. 13

68 Bijlage 3 Friese cijfers Overgewicht in Fryslân: Friese cijfers laten zien dat er een lichte stabilisatie te zien is van het percentage overgewicht bij kinderen de afgelopen drie jaren, het percentage kinderen met overgewicht is desondanks in sommige wijken nog steeds erg hoog: ongeveer 1 op de 7 kinderen is te zwaar. Naarmate de kinderen ouderen worden, stijgt ook het overgewicht nog steeds, bijna de helft van de Friezen van 19 jaar en ouder is te zwaar (47%). Ook in de volwassen bevolking is er de laatste jaren een stabilisatie te zien, maar wel op een ongezond niveau. Friesland wijkt niet af van het Nederlands gemiddelde. (Uit: Opgroeien in 2013) Overgewicht ( ) Fryslân (%) (n) 27 maanden 7% maanden 8% Groep 2 9% Groep 7 15% Klas 1 vmbo 18% Klas 2 havo/vwo 11% % 20% Trend overgew icht provincie Fryslân 15% 10% 5% 0% Groep 2 Groep 7 Klas 1 vmbo Klas 2 havo/vw o 14

69 O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Gezondheid Datum 19 maart 2015 Onderwerp Uitvoering toezicht WMO Bijlage ten behoeve van agendapunt 7 Portefeuillehouder Opsteller W.Kleinhuis A. Zijlstra Telefoon Bijlage(n) 1. Toezicht WMO-oplegnotitie BAC PG 2. GGD Gelderland Zuid notitie 3. Concept verslag BAC PG Beslispunten De bestuurscommissie gezondheid is geïnformeerd over ontwikkelingen m.b.t. de toezichtsrol WMO. Inleiding Wij informeren u over deze ontwikkeling zodat u deze informatie kunt betrekken bij besluitvorming over de uitvoering van de toezichtrol WMO in uw gemeente. In de BAC PG (VNG-Bestuurlijke adviescommissie publieke gezondheid, van voorzitters GGD-en) heeft in haar vergadering van 11 februari jl. gesproken over de evt. toezichtrol van GGD-en wat betreft de WMO. Een aantal GGD-en in Nederland hebben de vraag van hun gemeenten gekregen om deze rol te vervullen. Als voorbeeld is een notitie van GGD Gelderland Zuid toegevoegd. Overigens heeft GGD Fryslân deze vraag nog niet ontvangen van één van de deelnemende gemeenten. Ook in G32 verband wordt gesproken over het ontwikkelen van een toezichtskader op dit terrein. Het is op dit moment onbekend waar landelijk voor wordt gekozen. De BAC PG heeft haar voorkeur uitgesproken voor het ontwikkelen van de ondersteuning door de VNG samen met GGD GHOR Nederland. De G32 lijkt meer te koersen op het ontwikkelen van een toezichtskader door gemeenten, en de VNG in een later stadium goede voorbeelden en ervaringen te laten verspreiden. Ter informatie zijn de stukken zoals die zijn voorgelegd aan de BAC PG, en het concept verslag van deze vergadering, bijgevoegd. In de BAC PG zijn drie varianten besproken: Pagina 1 van 2

70 1. (Nu even) niets doen. Gemeenten ontwikkelen een toezichtskader voor calamiteiten en (later) voor de kwaliteitseisen op lokaal niveau en de VNG kan in een later stadium goede voorbeelden en ervaringen actief verspreiden. Dit is wat op dit moment gebeurt. 2. VNG neemt het voortouw en ontwikkelt (i.s.m. ketenpartners) zelf de ondersteuning voor gemeenten. Op deze manier is het toezichtskader toepasbaar voor iedere aangewezen toezichthouder (kan de GGD zijn maar ook een andere partij/ambtenaar). De vraag is of VNG dit kan (waarmaken) en op welke termijn. 3. VNG ontwikkelt samen mét GGDGHOR de ondersteuning. Daarmee bedienen we niet alleen gemeenten maar ook de reeds aangezochte GGD-en. Na besluitvorming: Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Paraaf secretaris: Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt Pagina 2 van 2

71 Bestuurlijke adviescommissie publieke gezondheid ( bacpg ), datum X Agendapunt: 5 Titel: Uitvoering Toezicht Wmo Aard: Meningsvorming Samenvatting Veel GGD en zijn door hun gemeenten gevraagd de uitvoering van toezichttaken voor de WMO op zich te nemen. Vanwege de verbinding met de GGD-pijlers in de Kamerbrief over publieke gezondheid en vanwege het belang om de governance goed te regelen informeren we u over deze ontwikkeling. Aan de bacpg wordt tevens gevraagd welke rol VNG zou kunnen spelen om gemeenten te ondersteunen. Vragen aan de commissie a) Is het toewijzen van de toezichttaken in uw regio al opgepakt? Hoe? b) Hoe ziet u de rol van de GGD in de toezichttaak? Zowel bekeken vanuit de WMO als vanuit de pijlers van de GGD? c) Vindt u het gewenst om met elkaar te formuleren wat een goede aanpak zou zijn voor het regelen van de governance voor een goede scheiding tussen uitvoerende GGD-taken en toezicht-taken? d) Naar welke aanpak van VNG gaat uw voorkeur uit? Ten geleide Bevindingen GGD GHOR Nederland Uit een door GGD GHOR Nederland gehouden peiling in december 2014 onder de GGD en, blijkt dat bij meer dan de helft van één of meer gemeenten een vraag is binnengekomen om een toezichttaak te vervullen in het kader van de wettelijke toezichttaken van de WMO. De vragen zijn heel divers: soms geldt het verzoek slechts één gemeente, soms de hele WMOregio of een gedeelte ervan. De meest gevraagde taak aan de GGD is toezichthouder calamiteiten en geweld, maar ook vragen omtrent toezicht op kwaliteit van de geleverde voorzieningen en het monitoren van leveren van de diensten komen aan de orde. Toezicht is in de beleidsbrief van VWS inzake Betrouwbare publieke gezondheid van augustus 2014 benoemd als één van de pijlers van de GGD. De GGD en hebben de vragen van de gemeenten dan ook opgepakt en zijn nu bezig de kaders ervoor op te stellen, en deels ook al de uitvoering op te pakken waar het gaat om het toezichthouden bij calamiteiten. De lokale context is daarbij leidend, maar men gebruikt het landelijke netwerk om te leren van elkaar en mogelijk tot afspraken te komen over het omgaan met good governance, zie bijgevoegde notitie van GGD Gelderland Zuid. Er wordt o.a. aan gedacht om experts uit andere GGD en te kunnen inzetten als er een bepaalde deskundigheid nodig is of als de GGD in de eigen regio betrokken is bij de casus. De GGD en voeren al lange tijd toezichttaken uit, die vooral voortkomen uit gezondheidsbeschermende taken, zoals toezicht op de piercing- en tattooshops, seksinrichtingen, schepen, en veelal ook instellingskeukens, vervuilde woningen en dergelijke. 1

72 Het toezicht in de kinderopvang is het meest breed en omvat ook kwaliteit van de professionals, de inrichting en het omgaan met klachten. Deze toezichttaken worden doelmatig en doeltreffend ingericht, o.a. door te kiezen voor risicogestuurd toezicht. De deskundigheid van deze huidige taken wordt samen met de kennis over de lokale en regionale beleidscontext benut om tot een kwalitatief goed en op maat gesneden aanpak te komen. GGD GHOR Nederland ondersteunt deze lokale trajecten en heeft de VNG gevraagd om samen te werken bij bijvoorbeeld het ontwikkelen van een voorbeeld van een calamiteitenprotocol, een lijst met aandachtspunten waarover de gemeente afspraken moet maken met de toezichthouder, een profiel (taken en competenties) van de toezichthouder, een format van een onderzoeksrapport en voorbeelden van casuïstiek. Ook zal met de Inspecties voor de gezondheidszorg en jeugd worden overlegd over goede afstemming en samenwerking op de grensgebieden van de toezichttaken in de zorg en in de WMO. Reactie VNG Naar aanleiding van de bevindingen van GGD GHOR Nederland stellen we u de vraag hoe VNG de gemeentelijke taak bij de ontwikkelingen rond (kwaliteits)toezicht op de WMO zou kunnen ondersteunen? We zien grofweg 3 varianten, met ieder hun voor- en nadelen: 1. (Nu even) niets doen. Gemeenten ontwikkelen een toezichtskader voor calamiteiten en (later) voor de kwaliteitseisen op lokaal niveau en de VNG kan in een later stadium goede voorbeelden en ervaringen actief verspreiden. Dit is wat op dit moment gebeurt. 2. VNG neemt het voortouw en ontwikkelt (ism ketenpartners) zelf de ondersteuning voor gemeenten. Op deze manier is het toezichtskader toepasbaar voor iedere aangewezen toezichthouder (kan de GGD zijn maar ook een andere partij/ambtenaar). De vraag is of VNG dit kan (waarmaken) en op welke termijn. 3. VNG ontwikkelt samen mét GGDGHOR de ondersteuning. Daarmee bedienen we niet alleen gemeenten maar ook de reeds aangezochte GGD'en. (Varianten 2 en 3 kennen veel kruisbestuiving met Kinderopvang omdat we daar juist de inrichtingsvraag rond het nieuwe toezicht aan het beantwoorden zijn. Ook daar zal met 'open normen' en veel ' professional judgement' worden gewerkt, dat zal voor de WMO kwaliteitseisen niet anders zijn.) Bijlage(n) Notitie GGD als toezichthouder Wmo, GGD Gelderland-Zuid Opsteller: Anja Koornstra, akoornstra@ggdghor.nl GGDGHOR Nederland In afstemming met Frank Kentin, VNG 2

73 GGD als toezichthouder Wmo datum 11 d ec em ber2014 van M.P ieters afdeling D irec tie doorkiesnummer (024) m pieters@ ggd geld erlan d zuid.n l 1. Inleiding P er1 jan uari 2015 w ord td e W m o,jeugd w eten P artic ipatiew etged ec en traliseerd n aard e Gem een te.h ettoezic h top d e uitvoerin g van d e W m o w ord teven een sged ec en traliseerd. Ditbetrefth ettoezic h top d e A m bulan te on d ersteun in g,dagbested in g- m etlaag in ten sieve on d ersteun in g,b esc h erm d vervoer,w on in gaan passin g,nac h t- en c risisopvan g,gespec ialiseerd e am bulan te on d ersteun in g,gespec ialiseerd e d agbested in g m eth oog in ten sieve on d ersteun in g of arbeid sm atige d agbested in g,opvan g en besc h erm d w on en,kortd uren d verblijf,w oon voorzien in gen,h ulp bijh eth uish oud en,vervoersvoorzien in g,rolstoelvoorzien in g. De gem een te w ord tin tegraalveran tw oord elijk voorh ettoezic h ten d e n alevin g van d e kw aliteitseisen d ie d e w etstelt.de w etsteltin h oofd stuk 3 een aan talalgem en e kw aliteitseisen. A rtikel3.1 lid 1 luid t; d e aan bied erd raagterzorg voord atd e voorzien in g van goed e kw aliteitis. De gem een te d ien td aartoe een toezic h th oud eraan te w ijzen. In Rivieren lan d en d e regio Nijm egen bestaatd e w en som d eze taak region aalte organ iseren. A leen alin d e regio Nijm egen betrefth et161 zorgaan bied ers. De GGD,alszijn d e een gem een sc h appelijke regelin g van d e 18 gem een ten van Geld erlan d -Zuid, isgevraagd om d e Toezic h th oud en d A m bten aarte leveren.de GGD h eeftvan oud sh erveel betrokken h eid bijeen d eelvan d e voorzien in gen d ie n u on d erh ettoezic h tvan d e gem een te kom en.verd erisd e GGD toezic h th oud ervoord e kin d erc en tra. 2. Toezicht Toezic h th eeftbetrekkin g op w erkzaam h ed en d ie d oorofn am en seen bestuursorgaan w ord en verric h tom n a te gaan of aan (w e telijke)vereisten,aan vu len d e c on trac tuele verplic h tin gen w ord tvold aan en voorsc h riften w ord en n ageleefd.in d e W m o h eeftd itbetrekkin g op d e kw aliteit van uitvoerin g w aarvoorin d e w etalgem en e vereisten zijn opgen om en.in c on trac ten en subsid iebesc h ikkin gen zijn aan vu len d e en spec ifieke kw aliteitseisen verw erkt.kw aliteitseisen d ien en overh etalgem een te borgen d atd e on d ersteun in g van bepaald n iveau isen d atd eze bijd ragen aan d e realisatie van d e d oelen.toezic h th eeftin d atopzic h took te m aken m etd e m ate w aarin gesteld e vereisten bijd ragen aan d e gesteld e d oelen van d e W m o.h ettoezic h td ien t ertoe d e gebruikeren d e burgerin h etalgem een h etvertrouw en te geven d atd e d ien stverlen in g on d erpublieke (gem een telijke)veran tw oord elijkh eid kw alitatief van goed n iveau isen blijft. Toezic h th eefteen preven tieve w erkin g,n am elijk n alevin g van vereisten en voorsc h riften zon d er en ige san c tion erin g.overtred in gen kun n en in een vroeg stad ium w ord en voorkom en m et aan sporin gen ofw aarsc h uw in gen opd atd e in zetvan san c tiesn ieth oeftte w ord en ged aan. B ijh eth oud en van toezic h tgaath etin begin selom n og n ietgec on stateerd e overtred in gen.h et zald uid elijk zijn d atn ietm ogelijk isop a lestoezic h tte h oud en.in d atkad erw ord tgesproken overad equaattoezic h t. Toezic h td ien td aarbijtransparant en onafhankelijk te w ord en vorm gegeven.de w ijze w aarop h ettoezic h tw ord tgeh oud en istran sparan tvoord e on d ertoezic h tva len d e aan bied ers, belan gh ebben d en en gebruikers.on afh an kelijkh eid : voorzoverd e organ isatie van d e toezic h th oud erw erkzaam h ed en ten beh oeve van é é n ofm eerd ere gem een ten uitvoert,d ien td it uitd rukkelijk geen betrekkin g te h ebben op veld en,on d erw erpen en /ofvoorzien in gen w aarh et toezic h tbetrekkin g op h eeft. De on afh an kelijkh eid van h ettoezic h td ruktzic h voortsuitin h aar ad viesrol,w aarbijd e ad viezen w elisw aarbin d en d van karakterzijn m aard e gem een telijke

74 pagin a 2 van 4 h an d h avin g d aarbuiten staaten toteen eigen oord eeloverd e aard van d e te n em en m aatregelen kan kom en. H ettoezic h td ien tprofessioneel te w ord en uitgevoerd,d atw ilzeggen d atfun c tion arissen d ie d ooropleid in g,praktijkken n isen ervarin g vold oen d e zijn toegerustom h ettoezic h tuitte oefen en. Verd erd ien td e toezic h th oud erm eth etoog op een sam en h an gen d e aan pak samenwerking aan te gaan m etan d ere toezic h th oud ersop h etterrein van jeugd,w erk,w elzijn en an d ere terrein en van d e (lan gd urige)zorg.h ettoezic h td ien tdoelmatig en doeltreffend te w ord en in geric h t.dit kan w ord en bereiktd oorte kiezen voorrisic ogestuurd toezic h ten h ierm ee toezic h top m aatin te ric h ten. 3. Good governance In d e W M O 2015 (h oofd stuk 5,artikel5 e.v.)isopgen om en d atd e gem een te veran tw oord elijk is voorh ettoezic h top en d e h an d h avin g van d e kw aliteitvan d e uitvoerin g van d e W m o.voord e jeugd h ulpvoorzien in gen isen blijfth ettoezic h tbelegd bijd e lan d elijke in spec tie (IGZ).Ditgeld t d usook voorh eta M H K/Veilig Th uis,d atm om en teelw ord tin geric h tbijd e GGD.Ook h ettoezic h t op d e jeugd gezon d h eid valton d erd e IGZ.Jeugd gezon d h eid szorg w ord tin Geld erlan d -Zuid uitgevoerd d oorggd,stm R en STM G. De toeleid in g n aarzorg en on d ersteun in g w ord td oord e gem een ten lokaalvorm gegeven via lokale toegan gspoorten.d e GGD verh oud tzic h profession eeltotd eze grem ia, bijvoorbeeld d oor aan te sc h uiven op d e lege stoel ofh etleveren van expertise.in gevalvan d e gem een te W ijc h en h eeftd e GGD een regisseren d e taak voord e vorm gevin g van d e lokale toegan gspoort. P er1 jan uari 2015 isd e GGD veran tw oord elijk voorveilig Th uis.de w erkzaam h ed en zijn regisseren d van aard en leid en toe n aarzorg.vooreen klein aan talgeva len isafstem m in g m et politie en justitie in h etveiligh eid sh uisn ood zakelijk. In h etgevalvan een c alam iteit,d ien td eze w ord en gem eld.b etreftd e c alam iteiteen jeugd ige, d an w ord td e c alam iteitgem eld aan d e betreffen d e rijksin spec tie (veelald e in spec tie jeugd zorg). De betreffen d e rijksin spec tie on d erzoektd an bin n en d e c alam iteith eth an d elen van d e profession als,w aaron d erook m ogelijk jeugd arts/jeugd verpleegkun d ige en /ofm B Z-m ed ew erker van d e GGD.B etreftd e c alam iteiteen volw assen e (bin n en d e kad ersvan d e W M O)ofh eeftd e c alam iteitbetrekkin g op preven tieve taken voord e jeugd d ie n ieton d erd e rijksin spec tie va len, d an d ien td e c alam iteitgem eld te w ord en aan d e toezic h th oud en d am bten aar. In d ie geva len d atd e GGD zelfon d erd eeluitm aaktvan h etgeh eel(alstoeleid erofalsregisseur), d an staatd itop gespan n en voetm et good govern an c e.h etisd aarom n ood zakelijk om d e toezic h th oud en d e fun c tie striktgesc h eid en te h oud en van een uitvoeren d e taak.in d e uitw erkin g van d e toezic h th oud en d e fun c tie W M O zalteven seen oplossin g m oeten w ord en gezoc h tvoor c asuïstiek w aard e GGD alsuitvoerd ervan gem een telijk beleid,zelfbijbetrokken is.op d eze m an ierkan d e on afh an kelijkh eid van d e GGD alstoezic h th oud erw ord en geborgd. De GGD isvan uith aartaken betrokken bijd e keten -en n etw erkpartn ersin h etveld.ditkan w ord en gezien alseen voord eelvoorh etuitoefen en van d e toezic h tstaak (beken d h eid m etd e aan bied ersen h etzorgveld ),m aarook alseen n ad eel.de extra petvan d e GGD kan m ogelijk belem m eren d w erken op d e sam en w erkin g d ie d e GGD m etzorgaan bied ersh eeft.de GGD zet juistin op m eerverbin d in g en sam en w erkin g m etketen - en n etw erkpartn ers,juistvan uitd e visie d atin tegraalw erken van belan g isom d e m aatsc h appelijke problem atiek aan te pakken. H oew eld oorgoed e taak- en fun c tiesc h eid in g (h etoptrekken van C h in ese m uren bin n en d e organ isatie),toezic h ten uitvoerin g n aastelkaarkun n en w ord en vorm gegeven,blijftd e GGD n og w el1 organ isatie.ditzou d e sam en w erkin g tussen d e GGD en n etw erkpartn erskun n en beïn vloed en.

75 pagin a 3 van 4 4. Inrichting van het toezicht in stappen voor de korte en middellange termijn Op d e korte term ijn (per1 jan uari 2015)zald e aan d ac h tgeric h tzijn op h etin vu lin g kun n en geven van h etsign aalgestuurd e toezic h tc.q.h etd oen (uitvoeren )van on d erzoek n aaraan leid in g van een c alam iteiten m eld in g.teven szaleen P rojec tplan Toezic h tw ord en opgesteld,w aarin zow el h etad m in istratieve toezic h talsd e on tw ikkelin g van een toezic h tskad erzalw ord en uitgew erkt. H ierbijw ord tuitgegaan van d e on tw ikkelin g van een toezic h tkad ervoorh eelgeld erlan d -Zuid.Dit beteken td atd e kw aliteitseisen tussen d e Rivieren lan d se en Nijm eegse gem een ten zu len m oeten w ord en geh arm on iseerd.in h etprojec tplan Toezic h tzalook d e borgin g van d e govern an c e w ord en uitgew erkt. H etp rojec tplan Toezic h ten begrotin g zal1 april2015 w ord en opgeleverd,zod ath etm ee kan w ord en gen om en in d e kad erbriefvoord e begrotin g On d erstaan d w ord tn ad ere d uid in g van d e versc h i len d e toezic h ton d erd elen gegeven. 4a. Signaalgestuurd toezicht (calamiteiten) P er1 jan uari 2015 d ien en d e gem een ten een toezic h th oud en d am bten aarw m o te h ebben ben oem d.h etvoorstelisom (1)d e d irec teurpublieke gezon d h eid (zijn d e d e d irec teurvan d e GGD)aan te w ijzen alstoezic h th oud erin d e zin van artikel6.1 van d e W m o 2015 en (2)d e d irec teurpublieke gezon d h eid toe te staan person en w erkzaam on d erzijn /h aarveran tw oord elijkh eid aan te w ijzen alstoezic h th oud er. De GGD on d ern eem td e n od ige stappen om d e fun c tie Toezic h th oud en d A m bten aarper1 jan uari vorm te geven.in aan van g zald e toezic h th oud en d e taak a leen geric h tzijn op h etsign aalgestuurd toezic h t,d atw ilzeggen h ettoezic h tn aaraan leid in g van een sign aalofm eld in g van een c alam iteit. In gevalvan c alam iteiten d ien en zorgaan bied ersd itm eteen te m eld en bijd e toezic h th oud en d am bten aar.o n d erc alam iteitw ord tverstaan : Een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt heeft geleid. In h etgevalvan een c alam iteitd oetd e toezic h th oud er van uith aartaak en fun c tie zelfstan d ig een on d erzoek. De m an ierw aarop zorgin ste lin gen m oeten m eld en en d e proc ed uresron d om h eton d erzoek,zal w ord en vastgelegd in een c alam iteiten protoc ol. Uitkom sten van h eton afh an kelijk on d erzoek w ord tn eergelegd in een rapport.h ettoezic h tzoals h ierbed oeld iseen afzon d erlijke ac tiviteitd ie in 2015 kan w ord en in gezeten zic h baseertop d e algem en e w e telijke kw aliteitseisen.de rapportage w ord td oord e d esbetreffen d e gem een te(n ) gebruiktvoord e d oorh en in te ze ten h an d h avin g. 4b. Ontwikkeling toezichtskader H ettoezic h tw ason d erd e A W B Z belegd bijd e in spec tie voord e gezon d h eid szorg (IGZ).De IGZ kan ec h tergeen rec en te in spec tierapporten en /oftoetsin gskad ersopleveren.ditbeteken td ater geen toetsin gskad ervoorh an d en is.de VNG ism om en teelbezig m eth etopste len van een basissetkw aliteitseisen.h arm on isatie van kw aliteitseisen tussen zorgaan bied ersen gem een ten is w en selijk.in overleg m etgem een ten zalw ord en bezien in w elke m ate en perw an n eer h arm on isatie realiseerbaaris. 4c. Administratief toezicht (in kaart brengen van beginsituatie) H etaan talzorgleveran c iersin h etrijk van Nijm egen bed raagt161.gesc h atw ord td atin Geld erlan d -Zuid h ettotaalaan talzorgaan bied ersc irc a 250 aan bied erszalzijn.in 2015 kan toezic h top in putin form atie w ord en uitgevoerd.h etbetreftd e basisc h ec k op d e kw aliteitsveld en d ien st,gebruikers,person eel,en organ isatie en kw aliteitsd om ein en veiligh eid,toegan kelijkh eid en vraaggeric h th eid.den k h ierbijaan h eth ebben van een geld ige kw aliteitsc ertific aat,person eelm et d e juiste opleid in g,verklarin gen om tren tged rag,sc h olin g van person eeletc.h ierm ee w ord td e begin situatie van d e uitvoeren d e zorgin ste lin gen in kaartgebrac h t. 4d. Toezicht op maat- / risicogestuurd toezicht

76 pagin a 4 van 4 H etgrote aan talzorgaan bied ersm aakth etn ietd oelm atig om op elke zorgaan bied erac tief toezic h tuitte oefen en.h ettoezic h top d e versc h i len d e soorten voorzien in gen zou afh an kelijk m oeten zijn van d e m ate en d e ern stvan d e risic o sd ie kw etsbare person en lopen alszijgebruik m aken van d e voorzien in gen. D itbeteken td ata lereersterd uspersoortvoorzien in g een risic oprofielopgesteld m oeten w ord en.daarn a kan risic ogestuurd toezic h ton tw ikkeld w ord en.b ijh etopste len van d e risic oprofielen w ord tervan uitgegaan d ata le c liën ten van d e voorzien in gen totd e groep van kw etsbare burgersbeh oren.b ijh etopste len van d e risic oprofielen zalzow eln aar organ isatorisc h e,bed rijfsm atige alsin h oud elijke aspec ten gekeken w ord en. Op basish iervan kan een toezic h tbeleid w ord en opgesteld en een in strum en tarium on tw ikkeld. Vervolgen sd ien td ittoezic h tkad erin een te pilotw ord en getoetst.

77 VERSLAG BESTUURLIJKE ADVIESCOMMISSIE PUBLIEKE GEZONDHEID 11 FEBRUARI 2015 Aanwezigen: zie pagina 6 Verslag gemaakt door: Gabrielle Cunnen (GGD GHOR Nederland) 1. Opening De voorzitter heet de aanwezigen welkom. Er is één speciale gast vandaag, Bart Eigeman, vergezeld door Heleen Hamberg (RIVM), in verband met het stimuleringsprogramma publieke gezondheid. Omdat de heer Eigeman eerder op tijd moet vertrekken, wordt eerste agendapunt 3 besproken en daarna agendapunt Bestuursagenda De Bac PG wordt gevraagd akkoord te gaan met: -de Kamerbrief als basis voor de agenda van de bac PG -de uitgangspunten en werkwijze zoals samengevat -het instellen van een agendacommissie De voorzitter benoemt dat in de haardvuursessie van 10 december 2014 over de bestuursagenda van de Bac PG bleek dat er verschillende beelden leven over de rol & werkwijze van de bacpg en de mogelijke inhoud van de bestuursagenda. De heer Adriani vraagt zich af wat de impact is van de bac PG, waar kunnen de voorzitters GGD en het verschil maken. De heer Hillenaar antwoordt dat voor hem de legitimatie zit in het uitwisselen van ervaringen en het meerdere sluit hij niet uit, maar dat zal zich moeten bewijzen. De heer Coes vult aan dat het advies van de Bac PG niet vrijblijvend zou moeten zijn voor de commissie G&W. Mevrouw Kriens heeft in voorjaar 2014 aangegeven nog eens te bekijken hoe die adviesrol ingebed kan zijn. Verzoek aan VNG om daar op terug te komen. De heer Coes is voorstander van een bestuursagenda die behapbaar is en waar je over 4 jaar op terug kan kijken. De voorzitter heeft mevrouw Van Leeuwen (voorzitter van de commisie G&W) gesproken en laatstgenoemde heeft aangegeven genegen te zijn om de bestuursagenda van de Bac PG in de cie G&W te brengen. Vervolgens wordt breed gewisseld wat de rol en meerwaarde van de bacpg zijn en welke meerwaarde een bestuursagenda daarin kan vervullen: Een duidelijke positie ten aanzien van de VNG-commissie Gezondheid Welzijn en de Raad van DPG en is hierin van belang (de bacpg is een hybride orgaan) evenals een reikwijdte die recht doet aan Publieke Gezondheid. De heer De Jager ziet als toegevoegde waarde van de Bac PG dat hier gesproken kan worden over eigenaarschap van de GGD: hierover uitwisselen op een voldoende inspirerende manier is wat hem betreft de kern. Waar ligt de gezamenlijke ambitie van GGD-bestuurders? Hij doet de suggestie om uit de aanbevelingen van het eerder genoemde AEF onderzoeksrapport een aantal thema s te kiezen die de bacpg gaat uitdiepen. Bij die thema s wordt ook bekeken wat de verschillen zijn tussen de diverse regio s. Daar kan de agendacommissie mee aan de slag gaan, zonodig in afstemming met de heer Eigeman in verband met het stimuleringsprogramma. De bacpg besluit: - akkoord te gaan met het instellen van de agendacommissie (Joan de Zwart, Han de Jager, Annette Baerveldt, Johan Coes); - nu niet een bestuursagenda te ontwikkelen maar via de agendacommissie prioriteiten te laten benoemen op basis van het AEF rapport en behoeften van de leden.

78 3. Stimuleringsprogramma publieke gezondheid In vervolg op de Kamerbrief van 28 augustus 2014 Betrouwbare publieke gezondheid starten VWS en VNG samen met GGD GHOR Nederland en RIVM een stimuleringsprogramma. In dit driejarig programma wordt gewerkt aan bestendiging van het stelsel van publieke gezondheid. De beoogd programmaleider, Bart Eigeman, licht zijn rol en opdracht toe. De heer Eigeman introduceert één van de twee programmasecretarissen, mevrouw Heleen Hamberg. Hij wil met de leden Bac PG bespreken wat we in het stimuleringsprogramma aan elkaar kunnen hebben en hij wil graag tot concrete afspraken komen. Aan het stimuleringsprogramma ligt een gezamenlijke opdracht van VWS en de VNG ten grondslag. De basis voor het programma is de Kamerbrief Betrouwbare Publieke Gezondheid van augustus Op 26 februari a.s. is er een Algemeen Overleg in de Kamercommissie waar de brief geagendeerd staat. De heer Eigeman vraagt de leden van de Bac PG wat voor hen de bouwstenen zijn voor het programma in de brief van de Kamer? Vanuit de Bac PG komen de volgende reacties: - Versterken van de publieke gezondheid en de GGD, waarbij opgemerkt wordt waarom de RVP niet eenduidig bij de GGD wordt belegd / het gaat hier om de positie van de JGZ als publieke taak (Adriani); - Transformatie opdracht in het kader van de drie decentralisaties (Vos); - De publieke gezondheid heeft nog niet echt bekendheid en laat nog niet de pijlers zien die bij de GGD en behoren. Die kans moet benut worden om ook de GGD meer in positie te krijgen (Poppe); - Oproep om gezondheid breder en integraler te gaan benaderen. Het risico van alles beleggen bij de GGD is wel dat dit ten koste kan gaan van de integraliteit. Gezondheid dient meer op het netvlies te komen van al degenen in het gemeentehuis en dan is de GGD vervolgens een erg belangrijke uitvoerder (Hillenaar); - Transformatiegedachte dient meegenomen te worden in het gehele sociale domein. Dat dient goed geborgd te worden en daar speelt de GGD een belangrijke rol in. Zorg ook dat je feeling houdt met de verder weg gelegen GGD en (Mieremans); - Kijk naar het rapport AEF uit 2013, het beleggen van de JGZ is vrij. Dat is een belangrijk gegeven, maar ook een ingewikkeld vraagstuk (De Jager); De heer Eigeman benadrukt dat geen sprake is van een dichtgetimmerde opdracht. Wat is de toegevoegde waarde van het stimuleringsprogramma? Het gaat om het samenspel tussen VWS en VNG als bestuurlijk opdrachtgevers en de GGD en en het RIVM als professionele organisaties. Er leven vragen die om verduidelijking, eenvoud en normering vragen. De aanleiding om tot het stimuleringsprogramma te komen zijn internationalisering, lokalisering en de decentralisaties. Er zijn allemaal veranderingen als aanleiding om te zeggen hoe raakt dat de Publieke Gezondheid en de organisatie ervan? Speelveld van beschermen, bewaken en bevorderen. In de stuurgroep van het programma is een startnotitie neergelegd. In mei ligt er een plan van aanpak met agenda en resultaatgebieden. Hoofdvraag daarin is hoe stel je normen zinvol vast en van wie zijn de normen eigenlijk? De heer Eigeman zou in maart 2015 graag met een aantal leden van de Bac PG het gesprek aan gaan om input te krijgen op de onderwerpen die het samenspel tussen de kernpartners kunnen verbeteren. De heer Coes merkt op dat de wisselwerking tussen gemeenten en GGD en niet altijd even helder is. Wat moet echt de opdracht zijn? De heer Eigeman antwoordt dat in zijn ogen ontbreekt dat de kernpartners eigenaar zijn van de gemeenschappelijke agenda. Zorg dat onze opdracht een gemeenschappelijke is en niet dat die wordt geformuleerd vanuit het programma. De heer Peeters benadrukt dat het ook gaat om faseren. Welke punten zijn wanneer belangrijk? In eerste fase flink schieten met 1 of 2 onderwerpen en daarna verder. Aanwezigen beamen dit.

79 De heer Anker vraagt zich af waarom de GGD niet voelt als de brandweer, in de zin van beschermer. Weliswaar is het bewustzijn van risico s wel onderdeel gevonden van campagnes (van het Rijk), maar de GGD voelt als verweesde organisatie. Niemand maakt zich echt heel veel zorgen. Hoe breng je de GGD in positie? Het lijkt soms alsof de GGD er niet mag zijn. bestuurders zijn bezig met het organisatieonderhoud en niet met gezondheidsproblemen. De heer Adriani sluit hier op aan, door aan te dringen op hulp in het zichtbaar en toepasbaar maken van de waarde van de GGD in het sociaal domein. Daarbij dient helder te zijn wat van de gemeente is en wat van de GGD. Volgens mevrouw Baerveldt is het van belang dat GGD en eenzelfde soort takenpakket hebben. Een eenduidig beeld van wat de GGD doet voor heel Nederland is gewenst. De heer Vos merkt op dat de GGD als organisatie van de gemeenten is, maar dat vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering de GGD soms één gemeente als klant heeft en soms een cluster van gemeenten. De voorzitter vult aan dat we moeten beseffen wat we met de GGD in huis hebben. Zoals de heer De Jager zegt, we zijn op zoek naar inspiratie tot eigenaarschap van een GGD waarvan we allemaal vinden dat het onze GGD is. De heer Hillenaar concludeert dat de heer Eigeman de leden van de Bac PG uitdaagt om na te denken over fasering en prioritering, in plaats van de Kamerbrief en het stimuleringsprogramma leidend te laten zijn. De heer Eigeman vraagt of een aantal leden van de Bac PG in maart 2015 mee wil praten over de verdere outline van het stimuleringsprogramma: De heren Adriani, Vos, Coes en Anker bieden zich aan. 4. Toetsingskader Wmo Een aantal leden laat weten dat vanuit de gemeenten de vraag is neergelegd bij hun GGD om de toezichttaak op Wmo te vervullen. Er zijn ook andere partijen die het zouden kunnen doen. Om die reden wil één regio een kortdurend contract met de GGD af sluiten, zodat de GGD druk voelt om te presteren. Opgemerkt wordt dat Wmo een divers veld is en dat het in die zin een karwei is om een kwaliteitskader te ontwikkelen. Ook het begrip onafhankelijkheid is belangrijk. De heer Backx merkt op dat bekend is dat veel GGD en bereid zijn om de toezichtstaak op te pakken. Deze organisaties hebben nog we vragen over de aard en inrichting hiervan. Deze GGD en hebben aan GGD GHOR Nederland gevraagd om een kennisfunctie te vervullen en informatie te makelen. De heer Anker zou antwoord willen hebben op de vraag of de onafhankelijkheid geborgd wordt in de situatie dat een naburige GGD vraagt of zijn GGD een stuk van het toezicht op zich wil nemen. De bacpg onderstreept dat eerst het toetsingskader helder zou moeten zijn en dat kennis en informatie gedeeld dient te worden. Ook de onafhankelijkheid moet daar in worden getoetst (in geval van keuren van eigen vlees). De voorkeur van de aanwezigen gaat uit naar de gepresenteerde optie 3, waarin VNG samen met GGD GHOR Nederland de ondersteuning organiseert. Daarmee worden niet alleen gemeenten bediend maar ook de reeds aangezochte GGD en. 5. Onderzoek infectieziektenbestrijding GGD GHOR Nederland is een onderzoek gestart naar de wenselijke inrichting van een toekomstbestendige infectieziektebestrijding. Hugo Backx, directeur van GGD GHOR Nederland geeft een toelichting op het onderzoek. De Visi norm (2004 en 2013) is een normstelling door professionals. Het onderzoek moet leiden tot bestuurlijke borging. De heer Van de Sande is namens GGD GHOR Nederland gestart met het onderzoek en is nu bezig met het aanscherpen van de opdracht. De tussenrapportages ten behoeve van de DPG-raad komen ook beschikbaar voor de Bac PG.

80 De heer van de Sande zal zo mogelijk tijdens de gezamenlijke vergadering van de bac PG en de Bac GHOR in juni 2015 een presentatie geven van diens eerste bevindingen. Het onderzoek vindt plaats in samenwerking met VWS en de Inspectie Gezondheidszorg. In verband met de bestuurlijke verantwoordelijkheid wil VNG goed geïnformeerd zijn., De heer Backx benadrukt de blik op de toekomstige robuustheid van de infectieziektebestrijding, gezien de grote veranderingen in de IZB. Het onderzoek wil niet de indruk wekken dat GGD en op dit moment de infectieziektebestrijding niet onder controle hebben. 6. Korte bespreekpunten 6a. Wet publieke gezondheid, tijgermuggen De heer Bourgonjen merkt op dat in de situatie van de q-koorts zwaar werd geleund op de GGD. Hij vraagt zich af of de capaciteit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit voldoende is. Mevrouw Derksen van de VNG antwoordt dat dit aspect zal worden meegewogen door de minister. De voorkeur van de Bac PG gaat uit naar het opnemen van de tijgermuggenbestrijding als rijkstaak in de Wpg (optie 3). 6b. Omgevingswet; traject ivm adviesrol GGD Het VNG-bestuur heeft in december jl. het standpunt ingenomen dat het opnemen in de Omgevingswet van een wettelijke adviesrol voor GGD niet wenselijk is, maar dat wel onderzocht moet worden hoe een adviestraject zo optimaal mogelijk kan verlopen. GGD GHOR Nederland hecht wel sterk aan een verplicht advies, los van hoe zwaarwegend dat advies vervolgens is/moet zijn. De heer Hillenaar zegt dat de GGD een steeds belangrijker partij is in planvorming (hij noemt de intensieve veehouderij als voorbeeld). Als het spannend wordt zijn het zachte normen en heb je niks om handen. Weigeren van de vergunning is dan lastig. Hij vindt dat grondslag van het advies een wettelijke basis zou moeten hebben. Mevrouw Baerveldt is vóór de verplichte adviesfunctie, ondanks het risico op de hindermachtsfunctie. De heer Vos noemt het belang wat de status is van het advies van de GGD. De voorzitter meldt dat in maart een ronde tafel gesprek wordt gehouden door de VNG voor GGD en en gemeenten. De Bac PG wordt geïnformeerd over het vervolg. 7. Vooruitblik Als mogelijke onderwerpen voor de volgende bac PG dan wel de gezamenlijke sessie van Bac PG en Bac GHOR worden genoemd: Onderzoek IZB Kader Jeugdgezondheidszorg Uitwerking aanbevelingen van het AEF rapport (ism agendacommissie) Rijksvaccinatieprogramma verankeren als gemeentelijke verantwoordelijkheid in de wet; Rondje toezicht Wmo; Sociaal domein in relatie tot veiligheid; Meldkamers teruggebracht naar 10, wat betekent dit voor het ambulancevervoer (niet goed afgehecht).

81 8. Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter sluit de vergadering en dankt de aanwezigen voor hun actieve inbreng. Volgende vergadering is woensdag 8 april. Volgende vergadering: 8 april 2015 Aanwezigen 11 februari 2015 Dhr. A. Kleijer Dhr. Minderhoud Dhr. H. Adriani Mevrouw J.N. De Zwart-Bloch Mevrouw Miermans Dhr. W.A.G. Hillenaar Dhr. J. Coes Mevrouw H.A. Vlieg-Kempe Mevrouw A.Baerveldt Dhr. W. Bourgonjen Dhr. R. Peeters Dhr. R. Vos Mevrouw M. De Leeuw-Jongejans Dhr. H. de Jager Dhr. E. Anker GGD Noord Oost Gelderland GGD Haaglanden GGD regio Utrecht GGD Gooi & Vechtstreek GGD Zeeland GGD Hart voor Brabant GGD Regio Twente GGD Drenthe GGD Kennemerland GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Flevoland GGD Groningen GGD Zuidoost-Brabant GGD Hollands Midden GGD regio IJsselland Gabrielle Cunnen Anne Derksen Hugo Backx Cilia Kleijwegt Bart Eigeman Heleen Hamberg GGD GHOR Nederland, secretaris VNG GGD GHOR Nederland VWS/Publieke Gezondheid Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid

82 O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Gezondheid Datum 19 maart 2015 Onderwerp Zienswijzen beleidsplan GGD Bijlage ten behoeve van agendapunt 8 Portefeuillehouder Opsteller W. Kleinhuis A. Zijlstra Telefoon Bijlage(n) 1. Overzicht zienswijzen gemeenten Beslispunten 1. De bestuurscommissie gezondheid stemt in met het beleidsplan GGD Fryslân Inleiding Begin december 2014 heeft ons bestuur, overeenkomstig artikel 28 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân, het concept voor het financieel kader en de beleidsplannen voor zienswijze toegezonden aan de deelnemende gemeenten. Op basis van raadsvoorstellen zijn de voorlopige reacties geïnventariseerd en in bijgevoegde tabel weergegeven. Het dagelijks bestuur van 19 februari a.s. legt op basis van de zienswijzen een definitief voorstel m.b.t. kaderbrief en beleidsplannen voor het algemeen bestuur van 19 maart a.s., waar deze definitief worden vastgesteld. Het advies van de agendacommissie gezondheid (5 maart a.s.), om in te stemmen met structurele uitzetting van het budget t.b.v. versterking van infectieziektebestrijding en medische milieukunde, wordt daarbij mondeling meegenomen. De algemene lijn die zichtbaar wordt uit de zienswijzen is: - Akkoord met beleidsplan GGD, en daarmee tevens met de gevraagde versterking; - Structurele financiering van de uitbreiding i.p.v. incidentele dekking voor de komende jaren. Na besluitvorming: Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Paraaf secretaris: Pagina 1 van 2

83 Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt Pagina 2 van 2

84 Overzicht zienswijzen gemeenten op beleidsplan GGD ( ) Gemeente Onderwerp Behandeling gemeenteraad Instemming? Achtkarspelen - Beleidsplan GGD 12 februari 2015 Ja Opmerking Dantumadiel - Beleidsplan GGD 17 februari 2015 Ja het positieve voordeel op de posten incidenteel kapitaallasten brandweer en incidenteel BTW voordeel materiaal BW in 2015 in te zetten om de toename van het nadelig saldo door de herijking van het basistakenpakket JGZ af te dekken; Heerenveen - Beleidsplan GGD 16 februari 2015 Ja In te stemmen met de geformuleerde uitgangspunten en voorgenomen koers en/of speerpunten in de meerjarenbeleidsplannen (incl. regionaal risicoprofiel). de speerpunten in het meerjarenbeleidsplan GGD Fryslân zijn in overeenstemming met de gemeentelijke uitgangspunten met betrekking tot de publieke gezondheidszorg: wonen en leven in een gezonde wijk en omgeving, versterking gezondheidsbescherming, bovenlokale aanpak op thema s alcohol/drugs en overgewicht en doelgroep (afgelopen jaren was focus gericht op jeugd). Harlingen - Beleidsplan GGD 11 februari 2015 Ja Geven alleen opmerking t.a.v. financieel kader het Bildt - Beleidsplan GGD 19 februari 2015 Ja Als zienswijze uit te spreken dat adequaat voorzien wordt in de taken die van de Veiligheidsregio verlangd worden. Dongeradeel - Beleidsplan GGD 5 februari 2015 Ja Binnen het beleidsplan GGD Fryslan zal met enige voorrang gekeken moeten worden naar mogelijkheden voor het versterken van de beschermingstaken die nu onder de waakvlamnorm vallen. Aandachtspunten hierbij zijn voornamelijk preventie en samenwerking. Ferwerderadiel - Beleidsplan GGD 12 februari 2015 Ja Geven alleen zienswijze op financieel kader Franekeradeel - Beleidsplan GGD 19 februari 2015 Ja Kennis genomen en heeft op deze stukken geen aanvullingen. De Friese Meren - Beleidsplan GGD 2 februari 2015 Ja Met de uitbreiding van de formatie bedrijfsvoering, de werkkostenregeling (mits voornamelijk voor vrijwilligers) en de versterking van de GGD kunnen wij akkoord gaan. De verhoging van de vennootschapsbelasting op de activiteiten Reizigers en Detachering dient o.i. opgevangen te worden door een verhoging van de tarieven van deze activiteiten. Het voordeel op de financieringskosten is structureel en kan dus in het meerjarig financieel perspectief meegenomen worden

85 Kollumerland - Beleidsplan GGD Ja Het positieve voordeel op de posten incidenteel kapitaallasten brandweer en incidenteel BTW voordeel materiaal BW kan voorts in 2015 ingezet worden om de toename van het nadelig saldo door de herijking van het basistakenpakket JGZ af te dekken. dat het restant van de verwachte uitzetting van de begroting 2015 t.z.t. al dan niet tot uiting dient te komen in een bijstelling van de begroting als gevolg van een tussentijdse bestuursrapportage en dat wanneer blijkt dat er daadwerkelijk sprake zal zijn van een uitzetting van de begroting 2015 die leidt tot een wijziging in de gemeentelijke bijdragen er een begrotingswijziging dient te volgen; Leeuwarden - Beleidsplan GGD Ja Daarnaast stelt u in 2015 een structurele uitzetting voor de GGD voor ( ) en voor de bedrijfsvoering ( ), totaal ,-, die in 2016 oplopen naar ,-. De versterking van de GGD heeft betrekking op infectieziektebestrijding en de medische milieukunde. Het op niveau brengen is begrijpelijk, maar tegen de achtergrond van landelijke ontwikkelingen (aanpassing van de normen en het instellen van een stimuleringsprogramma) is het de vraag of structurele uitzetting tot en met 2019 noodzakelijk is. Wij vinden dat in afwachting van deze landelijke ontwikkelingen deze versterking bij de GGD incidenteel gefinancierd moet worden. Gedurende de beleidsperiode kan opnieuw worden afgewogen of deze versterking moet worden doorgezet of dat er wellicht andere beleidskeuzes kunnen worden gemaakt. Leeuwarderadeel - Beleidsplan GGD 12 februari 2015 Ja het positieve voordeel op de posten incidenteel kapitaallasten brandweer en incidenteel BTW voordeel materiaal BW in 2015 in te zetten om de toename van het nadelig saldo door de herijking van het basistakenpakket JGZ af te dekken; Littenseradiel - Beleidsplan GGD 16 februari 2015 Ja Ook instemmen met financiële versterking GGD Menaldumadiel - Beleidsplan GGD 19 februari 2015 Ja Ooststellingwerf - Beleidsplan GGD 3 februari 2015 Ja Alleen zienswijze op financieel kader (niet instemmen met versterking bedrijfsvoering, wel met versterking GGD) Smallingerland - Beleidsplan GGD 3 februari 2015 Ja Voor kennisgeving aannemen Súdwest-Fryslân - Beleidsplan GGD 19 februari 2015 Ja Beleidsinhoudelijk zien wij geen aanleiding om een zienswijze in te dienen. Terschelling - Beleidsplan 24 februari 2015 Ja Tytsjerksteradiel - Beleidsplan GGD 22 januari 2015 Ja Instemmen, ook financieel wat betreft versterking GGD Weststellingwerf - Beleidsplan GGD 2 februari 2015 Ja Wel kan instemmen met het beleidsplan GGD

86 Financieel: Het programma Gezondheid heeft vorig jaar geleid tot een scherpe discussie over de taken, de diensten en het budget. Toen zijn fundamentele keuzes gemaakt met als gezamenlijk resultaat dat een verdere financiële taakstelling binnen het programma Gezondheid, niet wenselijk is. Dat zien we gelukkig terug in dit meer jaren financieel kader. Wij zien enige ruimte om op basis van een goed onderbouwd plan, de kosten van boventalligheid binnen team beleid (gevolg van rapport Skerp) op te lossen. Immers op met wijze komt er structureel meer financiële ruimte binnen het product Gezondheid zodat de budgetten voor de infectieziektebestrijding op niveau kunnen worden gebracht. Het laatste speerpunt (versterking gezondheidsbescherming) kan alleen worden uitgevoerd als hiervoor extra budget ( ,- structureel) beschikbaar komt. Volgens ons is hiervoor financiële ruimte als de bovenformativiteit binnen afdeling Zorg & Advies niet meer op de begroting drukt. In het andere geval is een integrale afweging noodzakelijk binnen de andere programma s van de VRF.

87 O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Gezondheid Datum 19 maart 2015 Onderwerp Jaarrekening 2014 en begroting 2016 Bijlage ten behoeve van agendapunt 9 Portefeuillehouder Opsteller W.K. Kleinhuis A. Zijlstra Telefoon Bijlage(n) 1. GEEN Beslispunten 1. De bestuurscommissie is geïnformeerd over inhoud en proces van de jaarrekening 2014 en begroting Inleiding De jaarrekening 2014 en begroting 2016 worden, na behandeling in het DB van 26 maart a.s., verzonden voor zienswijzen naar de deelnemende gemeenten. Ter voorbereiding op de bespreking van deze documenten in het eigen college en de gemeenteraad worden de leden van de bestuurscommissie gezondheid ter vergadering alvast geïnformeerd over de belangrijkste punten uit beide documenten. Na besluitvorming: Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Paraaf secretaris: Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Pagina 1 van 2

88 Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt Pagina 2 van 2

89 O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Gezondheid Datum 19 maart 2015 Onderwerp Ontwerp organisatiewijziging Bijlage ten behoeve van agendapunt 10 Portefeuillehouder Opsteller W. Kleinhuis A. Zijlstra Telefoon Bijlage(n) 1. Globaal ontwerp organisatiewijziging GGD Beslispunten 1. De bestuurscommissie gezondheid toetst het organisatie-ontwerp van GGD Fryslân op consistentie met gemaakte strategische keuzes. 2. De bestuurscommissie gezondheid adviseert het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân in te stemmen met het voorgelegde ontwerp organisatiewijziging GGD. Concreet wordt instemming gevraagd op: Strategische uitgangspunten Hoofdindeling van het ontwerp Districtsindeling Inleiding Het organisatie-ontwerp is, op organisatieniveau, een uitwerking en doorvertaling van de keuzes uit het beleidsplan GGD : - Wonen en leven in een gezonde wijk en omgeving - Versterking gezondheidsbescherming - Bovenlokale aanpak op thema s - Doelgroep De GGD Fryslân verandert om beter aan te sluiten op veranderingen in de omgeving van de GGD. Die veranderingen zijn aan te duiden als de veranderende rol van de gemeenten, maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de arbeidsmarkt. De gewenste organisatieverandering gaat zowel over de cultuur als over de structuur. Bij het veranderen van de cultuur wordt gewerkt naar een meer integrale en bredere taakopvatting van alle GGD medewerkers. Aan de cultuur binnen de GGD wordt aandacht besteed in een apart traject. De structuurverandering is nodig om het functioneren van de GGD beter aan te laten sluiten op de omgeving. De structuurverandering moet zodanig zijn, dat het de cultuurverandering ondersteunt. Pagina 1 van 3

90 Strategische uitgangspunten - Dichtbij: GGD Fryslân wil beter aansluiten bij de veranderende rol van gemeenten op het terrein van het sociaal domein. - Integraal: GGD Fryslân is actief op het brede terrein van de publieke gezondheid, en wil vanuit de verschillende vakgebieden hierbinnen integraler adviseren en acteren. - Ruimte voor professionals: om als professional goed aan te kunnen sluiten bij de gemeente en de gemeentelijke problematiek is professionele ruimte nodig. Dit betekent ook dat er in de werkwijzen en diensten van de GGD verschillen kunnen gaan ontstaan tussen districten, en daarbinnen ook tussen gemeenten. Hoofdlijnen De gewenste structuurverandering, zoals weergegeven in het globale ontwerp, sluit aan bij de gekozen strategie van het meerjarenbeleidsplan van de GGD. Op basis hiervan is dichtbij de burger als belangrijk ontwerpcriterium gehanteerd. Het globale ontwerp op hoofdlijnen: - Drie GGD districten, waarbinnen zowel de jeugdgezondheidszorg als andere GGD-taken worden uitgevoerd. Deze andere taken zijn o.a. gezondheidsbevordering, beleidsadvisering, epidemiologie, pedagogie, logopedie. - Een centrale afdeling, waarin taken zijn ondergebracht op basis van de criteria: klantbelang, efficiency, continuïteit van dienstverlening en onafhankelijkheid. Deze taken zijn o.a. infectieziektebestrijding, medische milieukunde, inspectie-taken, groepsvaccinaties, screening, front-office/call centre. - Een kleine beleidsafdeling voor bestuurs- en directieondersteuning, landelijke contacten/beleid en ondersteuning van de districten en de centrale afdeling. Indeling van de districten Er is gekozen voor een indeling in drie GGD-districten (Noord, Zuidwest en Oost). De voor- en nadelen van drie versus vier districten afwegend, geeft de GGD de voorkeur aan drie districten: Noord, Zuidwest en Oost. Het belangrijkste argument hiervoor is dat er onvoldoende massa is voor specialistische functies als gekozen wordt voor vier districten. Bovendien blijft de sturing op de GGD door een keuze voor drie districten compact. Daarmee is niet gezegd dat de werkwijze en diensten binnen één district dezelfde zullen zijn voor alle gemeenten in dat werkgebied. Ook binnen een district geldt het uitgangspunt dat GGD Fryslân beter wil aansluiten bij de gemeenten, en kan dus variatie ontstaan. Proces GGD Fryslân is bij de totstandkoming van dit ontwerp begeleid door het bureau Berenschot. In een aantal strategiesessies met het MT, en daartussen bijeenkomsten met een klankbordgroep van medewerkers, is toegewerkt naar dit globaal ontwerp. Inmiddels is dit ontwerp ook gedeeld met de bredere groep van medewerkers in verschillende personeelsbijeenkomsten. In het algemeen wordt positief gereageerd op het ontwerp. De bevoegdheid tot het vaststellen van een organisatiewijziging ligt bij het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân. De bestuurscommissie gezondheid adviseert het DB hierover, en toetst het organisatie-ontwerp op consistentie met de gemaakte strategische keuzes. Na besluitvorming: Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: Paraaf secretaris: Pagina 2 van 3

91 [Vul hier de aantekening(en) in] Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt Pagina 3 van 3

92 GLOBAAL ORGANISATIEONTWERP GGD FRYSLÂN januari 2015

93 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Uitgangspunten Strategische keuzes Ontwerpcriterium dichtbij de burger Leeswijzer 5 2. Criteria voor centrale taken 6 3. Arbeidsverdeling Algemeen Afdeling Beleid Districten Centrale Afdeling Organogram Vergelijking met organisatie-inrichting andere GGD en Besluitvorming Coördinatie T-shaped professionals Vakgroepen Coördinatie in de praktijk Indeling in districten Tot besluit 19 Bijlage 1. Analyse van organogrammen van 12 GGD en (november 2014) Bijlage 2. Beoordeling districtsindelingen en huidige JGZ-districten 2

94 1. Inleiding 1.1 Uitgangspunten De GGD Fryslân verandert om beter aan te sluiten op veranderingen in de omgeving van de GGD. Die veranderingen zijn aan te duiden als de veranderende rol van de gemeenten, maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de arbeidsmarkt. De veranderende rol van de gemeenten Door de overheveling van taken, bevoegdheden en geld krijgt de gemeente een bepalende rol in het kiezen van prioriteiten, zowel inhoudelijk als financieel. De GGD wil de band met de 24 Friese gemeenten versterken om hen in hun veranderende rol beter van dienst te zijn. Daarbij gaat het ook om effectieve preventie. Maatschappelijke ontwikkelingen Complexe problemen, vaak verschillend per regio, maken dat vraagstukken niet meer door afzonderlijke afdelingen kunnen worden opgelost. In nieuwe netwerken werken partijen (ook burgers) samen om problemen op te lossen. Het aanbod van diensten is dus niet meer bepalend, maar de vragen. Technologische vernieuwingen maken daarnaast dat het aanbod kan en moet veranderen. Tegen die achtergrond wil de GGD beter inspelen op de eisen en verwachtingen van de bevolking en gemeenten. Veranderingen in de arbeidsmarkt Een aantrekkelijke werkgever ziet er anno 2014 anders uit dan 20 jaar geleden. De GGD wil voor medewerkers een uitdagende organisatie zijn. Leidinggevenden geven richting, sturen op het wat, maar bepalen niet het hoe. Medewerkers krijgen meer eigen verantwoordelijkheid en handelingsruimte om hun professionele kennis en expertise in te zetten. De gewenste organisatieverandering gaat zowel over de cultuur als over de structuur. Aan de cultuur binnen de GGD wordt aandacht besteed in een apart traject. De structuurverandering is nodig om het functioneren van de GGD beter aan te laten sluiten op de omgeving. De structuurverandering moet zodanig zijn, dat het de cultuurverandering ondersteunt. De wettelijke taken op het gebied van de publieke gezondheid vormen het kader van de taken van de GGD. Ten behoeve van het GGD-beleid voor de komende jaren heeft de GGD Fryslân een meerjarenvisie geformuleerd en een meerjarenbeleidsplan opgesteld. Dit laatste is vastgesteld in de Agendacommissie Gezondheid van het Bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân op 5 november 2014 en als ontwerp in de bestuurscommissie gezondheid van 20 november In aanvulling hierop is voor de organisatieverandering van de GGD het Verhaal VRF van belang. 1 Naar verwachting volgt definitieve vaststelling op 19 maart a.s. 3

95 1.2 Strategische keuzes In de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan kiest de GGD als organisatie er voor om het klantperspectief centraal te stellen: wat willen de gemeenten, wat wil de bevolking van de GGD? Hoe kan de GGD er beter aan bijdragen dat mensen kunnen omgaan met sociale, fysieke en emotionele uitdagingen? Tegen die achtergrond heeft het MT-Gezondheid sterke en zwakke kanten in de eigen organisatie benoemd. Bij de uitvoering van de dijkbewaking en dijkversterking van de gezondheid van de Friese bevolking kan de GGD unieke kwaliteiten, sterke kanten, inzetten om de meerjarenvisie te verwezenlijken. Een voorbeeld hiervan zijn de kennis en expertise van de GGD op het gebied van preventie. Tegelijkertijd wil de GGD zwakke kanten van de eigen organisatie versterken, zodat de GGD een betere bijdrage kan leveren aan de publieke gezondheid en zich beter kan positioneren in de veranderde omgeving. Het MT-Gezondheid heeft de sterktes en zwaktes in een SWOT-analyse besproken en drie sterktes en één zwakte geselecteerd. Door deze met kansen voor de GGD te combineren, zijn vervolgens strategische keuzes gemaakt. Deze strategische keuzes geven accenten die de GGD wil aanbrengen in de professionele uitvoering van haar taken: 1. De GGD ondersteunt en adviseert gemeenten in het sociale domein met data en informatie. 2. De GGD levert expertise en vakbekwaamheid voor het werk in het sociale domein. 3. Bij incidenten opereert de GGD snel en deskundig vanuit specifieke kennis en expertise. 4. De klant centraal en samenwerken voor een integrale aanpak. Voor de volledigheid: deze strategische keuzes betekenen niet dat de GGD ophoudt met bepaalde taken, wel zijn deze keuzes er op gericht dat de GGD het klantperspectief centraal stelt. Daarmee vormen de strategische keuzes de basis voor een gewenste verandering in de cultuur en structuur van de GGD. 1.3 Ontwerpcriterium dichtbij de burger Voor de toekomst kiest de GGD er dus voor om het klantperspectief centraal te stellen: wat willen de gemeenten, wat wil de burger van de GGD? De GGD heeft de ambitie om flexibel en op maat antwoord te kunnen geven op de (complexe) vragen in de buitenwereld. Ook heeft het de ambitie om kennis en expertise beter te ontsluiten en beschikbaar te laten zijn voor de lokale netwerken. Vanuit die ambitie kunnen de veranderingen die de GGD wil doorvoeren, in een gedecentraliseerde dienst het beste tot hun recht komen. Het belangrijkste ontwerpcriterium voor de ordening van taken binnen de organisatie is daarom dichtbij de burger. In districten komt een grote mate van verantwoordelijkheid en bevoegdheid te liggen om capaciteit en kennis zo in te zetten dat ze het beste resultaat opleveren voor de opdrachtgever en de cliënten. 4

96 Het ontwerpcriterium dichtbij de burger heeft betrekking op de structuur, dat wil zeggen op: Arbeidsverdeling: hoe worden de taken verdeeld in kleinere taken voor de onderdelen? Besluitvorming: wie neemt welke besluiten gebaseerd op welke informatie? Coördinatie: wie praat met wie en waarover? 1.4 Leeswijzer In dit document komen achtereenvolgens aan de orde: Criteria voor centrale 2 taken Arbeidsverdeling Besluitvorming Coördinatie Districtsindeling 2 Centraal versus decentraal gaat over waar de verantwoordelijkheid voor / aansturing van taken ligt. Centrale taken kunnen geconcentreerd of gedeconcentreerd uitgevoerd worden, d.w.z. op één (centrale) plaats of op verschillende plaatsen. 5

97 2. Criteria voor centrale taken Niet alle taken kunnen dichtbij de burger georganiseerd worden. Criteria om taken centraal te organiseren, zijn opgesteld door het MT met inbreng van de klankbordgroep. Er wordt gekozen voor centrale taken aan de hand van deze criteria: Klantbelang: hebben de klanten (burgers) er belang bij naar een centrale locatie van de GGD toe te komen? Efficiëntie: zijn er schaalvoordelen te behalen door activiteiten bij elkaar te brengen? Continuïteit dienstverlening: wordt de dienstverlening te kwetsbaar bij een decentrale opsplitsing? Schaarse specialistische kennis: kan kennis voor verbinding, ondersteuning en strategische advisering over specifieke onderwerpen effectiever worden opgebouwd en onderhouden door experts bij elkaar te plaatsen? Onafhankelijkheid: moeten taken gescheiden worden, bijvoorbeeld advies en toezicht, omdat vermenging niet mag optreden? Bij de keuze om voor bepaalde taken een centrale aansturing te kiezen, kunnen verschillende criteria van toepassing zijn. 6

98 3. Arbeidsverdeling 3.1 Algemeen In de keuzes ten aanzien van de arbeidsverdeling wordt een aantal bewegingen gecombineerd: de indeling moet integraal werken bevorderen, dat wil zeggen dat de indeling faciliterend is voor het gebruiken van elkaars kennis en expertise bij het antwoord geven op de complexe, samenhangende klantvragen; de districten worden in staat gesteld zo goed mogelijk in te spelen op de behoeften van burgers en gemeenten, dat wil zeggen dat ze snel en flexibel, en waar nodig gezamenlijk,, uitvoering kunnen geven, o.a. aan beleid en onderzoek; taken die vanuit overwegingen van klantbelang, efficiëntie, continuïteit, schaarse specialistische kennis of onafhankelijkheid (zie hoofdstuk 2) beter centraal kunnen worden uitgevoerd, worden centraal belegd. Integraal werken moet op verschillende manieren bevorderd en geborgd worden in de organisatie. Heel belangrijk voor een integrale aanpak is het cultuurtraject dat de GGD heeft ingezet. Daarnaast zijn structuuroplossingen nodig die versnippering tegengaan. Uitgangspunt is dat in het nieuwe organisatieontwerp de meeste taken worden uitgevoerd in de districten. In de Afdeling Beleid en in de Centrale Afdeling zijn taken opgenomen die aan de criteria voor centrale taken voldoen en die het werk van de districten ondersteunen. 3.2 Afdeling Beleid In de Afdeling Beleid worden de taken beleidsontwikkeling en epidemiologie in een eenheid onder de directie belegd. Daarmee functioneert de afdeling als rechterhand van de dpg. In de Afdeling Beleid worden uitsluitend die functies belegd waar de dpg direct informatie over moet kunnen aanleveren aan het bestuur of, vanwege een wettelijke basis, de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Hiernaast stelt de Afdeling ten behoeve van de gehele GGD Fryslân specifieke expertise, kennis en data centraal ter beschikking. Op die manier werken de medewerkers van de Afdeling Beleid voor de districten en de Centrale Afdeling. Ook coördineren ze GGD-brede werkzaamheden en projecten en zorgen ze voor de vertaling van landelijke en provinciale ontwikkelingen en richtlijnen op het gebied van beleid, onderzoek en preventie naar de GGD. Ten slotten vindt vanuit de Afdeling Beleid de bestuursondersteuning voor gezondheid plaats (secretaris agenda- en bestuurscommissie). De Afdeling Beleid blijft een kleine eenheid, vanwege het ontwerpcriterium dichtbij de burger. Deze eenheid moet niet gericht zijn op het opleveren van een eigen product, maar op producten van andere eenheden. Het gaat concreet om de volgende functies: 7

99 Beleidsmedewerker Epidemioloog Staf-JGZ (b.v. privacy, contact met provinciale en landelijke instellingen) Projectcoördinator Directie- en bestuursondersteuning Opgemerkt dient te worden dat in de sturing binnen de GGD de samenwerking tussen professionals en coördinatie vanuit de districten essentieel zijn, en er dus geen sprake is van staf- en lijnafdelingen. Dit wordt vormgegeven in de honingraatstructuur (3.5). 3.3 Districten In de GGD districten worden de volgende taken ondergebracht: JGZ (basispakket) Pedagoog Gezondheidsbevordering Projecten (zoals Nuchtere Fries en JOGG) Logopedie Integrale vroeghulp en CB+ Vertrouwenspersoon basisonderwijs Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers OGGZ-adviesfunctie Hygiëne-adviesfunctie (inspectie kinderopvang, technische hygiënezorg) Stafarts en verpleegkundige JGZ Epidemiologie Beleids- en managementondersteuning Wat betreft die laatste twee: deze taken zijn in de districten belegd, omdat ze essentieel zijn om de districten te profileren naar de gemeenten. De GGD kan met epidemiologie en beleids- en managementondersteuning de gemeenten goed ondersteunen op het sociale domein. Bovendien zijn deze taken belangrijk om tot nauwe samenwerking met gemeenten en ketenpartners te komen. Niet alleen de decentrale taken, maar ook de coördinatie van decentrale taken ligt in de districten. Met andere woorden: de districtsmanager wordt verantwoordelijk voor het samenbinden van een aantal decentrale taken over de districten heen. Door bij elke districtsmanager de coördinatie van 8

100 enkele decentrale taken te beleggen, wordt voorkomen dat de districten als eilandjes gaan werken en wordt kennis uitgewisseld. Ook wordt zo tegengegaan dat de centrale organisatie te groot wordt, waardoor de districten onvoldoende uit de verf zouden komen 3. Het gaat hierbij om coördinatie van bijvoorbeeld: Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers Pedagogische begeleiding Logopedie Epidemiologie Vertrouwenspersoon onderwijs Gezondheidsbevordering JGZ-thema s (bijvoorbeeld scholing, invulling contactmomenten, Stevig Ouderschap, prenatale zorg) Projecten. 3.4 Centrale Afdeling 4 Preventieve taken op centraal niveau worden uitgevoerd ten behoeve van en in nauwe samenwerking met de districten. Het gaat hierbij om uitvoerende preventie en ondersteuning. Uitvoerende preventie Tuberculosebestrijding Infectieziektebestrijding Medische milieukunde Scenario maatschappelijk onrust OGGZ GROP Forensische geneeskunde 3 Daarom is ook de vertrouwenspersoon onderwijs in de districten belegd. In het geval er een conflict zou ontstaan tussen betrokkenheid bij een bepaalde onderwijsinstelling en de vertrouwenspersoon, vindt tijdelijke vervanging plaats. 4 Centrale Afdeling is een werknaam; in de periode tot oktober 2015 zal met inbreng van medewerkers een definitieve naam gekozen worden. 9

101 Soa/Sense Reizigersadvisering Inspectie kinderopvang en technische hygiënezorg Hielprik- en gehoorscreening Groepsvaccinaties Bij de keuze om deze taken een centrale positie te geven, speelt mee dat infectieziektebestrijding, medische milieukunde, scenario maatschappelijke onrust en GROP bij een crisis onder directe aansturing van de dpg vallen. Bovendien worden deze taken uitgevoerd in een samenspel met landelijke en bovenregionale partijen. Bovenregionale samenwerking is ook de reden om forensische geneeskunde centraal te positioneren. Soa/Sense wordt centraal belegd omdat klanten liever naar een centrale GGD-locatie gaan dan naar een gemeentelijke locatie en de activiteiten afgestemd binnen Noord-Nederland worden uitgevoerd. Omdat Soa/Sense, reizigersadvisering en infectieziektebestrijding in de praktische uitvoering wat betreft de inzet van medewerkers en wederzijdse vervanging onderling vervlochten zijn, wordt ervoor gekozen om ook reizigersadvisering centraal te beleggen. Voor de overige taken spelen diverse redenen. De inspectie technische hygiënezorg (inclusief kinderopvang) worden centraal gepositioneerd omdat het belangrijk is om onafhankelijkheid te garanderen ten opzichte van advisering op deze terreinen door de districten. Screening en groepsvaccinatie worden centraal gepositioneerd omdat het efficiënter is de aansturing centraal voor het hele werkgebied van de GGD te beleggen. OGGZ wordt centraal aangestuurd omdat het schaarse expertise betreft. Bovengenoemde preventieve taken zijn in twee categorieën te groeperen, namelijk taken waarbij urgentie en een crisiscomponent een rol spelen (tuberculosebestrijding, infectieziektebestrijding, medische milieukunde, scenario maatschappelijk onrust, OGGZ, GROP, forensische geneeskunde) en taken waarbij het gaat om de uitvoering van veel medisch technische handelingen, vaak decentraal en met tamelijk uniforme processen (soa/sense, reizigersadvisering, inspectie kinderopvang en technische hygiënezorg, hielprik- en gehoorscreening en groepsvaccinaties). Door deze verdeling van preventieve taken ontstaat er een mix van taken die nu worden uitgevoerd binnen Z&A en binnen JGZ, wat de integraliteit van de GGD bevordert. Ondersteuning Frontoffice / call-centre Informatie (o.a. website) Kwaliteit Vaccinatiekwesties en informatie (stafexpertise) 10

102 KindDossier+ Beleids- en managementondersteuning Deze ondersteuning zal zowel voor de Centrale Afdeling als voor de districten zijn. 3.5 Organogram De structuur van de GGD Fryslân, gegeven bovenstaande verdeling van taken, is weergegeven in figuur 1. Figuur 1. Organogram GGD Fryslân Elke organisatie-eenheid is weer verdeeld in andere onderdelen met specifieke taken (zie figuur 2), waartussen verschillende dwarsverbanden kunnen bestaan. De daarvoor gebruikte coördinatiemechanismen worden beschreven in hoofdstuk 5. 11

103 Figuur 2. Organogram met verschillende onderdelen 3.6 Vergelijking met organisatie-inrichting andere GGD en De structuur voor de GGD Fryslân die is beschreven in 3.4 lijkt in zijn indeling in districten op die van de GGD Hart voor Brabant. Als de districten in de praktijk niet meer doen dan jeugdgezondheidszorg, dan zou de GGD Fryslân in de nieuwe opzet lijken op de GGD in Drenthe, Gelderland Zuid en Limburg Noord (bijlage 1). Opvallend is dat in de organisatiestructuur van veel andere GGD en een eenheid beleid en onderzoek meestal niet nadrukkelijk is gepositioneerd als een eenheid die ten behoeve van andere eenheden werkt, terwijl de GGD Fryslân die keuze wel maakt. De reden hiervoor is dat de Afdeling Beleid klein is en geen eigen product heeft. De Afdeling Beleid coördineert op basis van landelijke en provinciale input de taken van de districten en ondersteunt ook de districten en de Centrale Afdeling. Door de centrale positionering is het daarnaast mogelijk dat de Afdeling Beleid de dpg en het bestuur adviseert. 12

104 4. Besluitvorming De GGD streeft een hoge mate van decentralisatie na in de besluitvorming. Op basis van de gekozen driedeling in districten, Centrale Afdeling en Afdeling Beleid is het mogelijk onderdelen een eigen focus te geven in de aansturing: preventieve activiteiten op maat in de districten; hoogwaardige expertise voor verbinding, ondersteuning en strategische advisering in de Afdeling Beleid. In het organogram hieronder (figuur 3) geeft de spin weer hoe het MT de eenheden samenbindt en aanstuurt. Figuur 3. Organogram met MT Als sturingsmodel wordt gekozen voor een besluitvormend MT dat de kaders schetst voor de uitvoering van taken door medewerkers in de districten, de Centrale Afdeling en de Afdeling Beleid. 13

105 5. Coördinatie 5.1 T-shaped professionals GGD-medewerkers zijn in toenemende mate t-shaped professionals 5. De verticale lijn van de T staat daarbij voor de diepgang van vaardigheden en expertise in een bepaald domein, de horizontale as van de T staat voor het vermogen om samen te werken over disciplines heen met deskundigen op andere gebieden en kennis toe te passen in andere domeinen. Dit is uitgebeeld in figuur 4. Figuur 4. T-shaped professional In de uitvoering van werkzaamheden laten GGD-medewerkers persoonlijk leiderschap zien. In combinatie met hun karakter als t-shaped professionals betekent dat dat GGD-medewerkers verbindingen zoeken met de buitenwereld (zodat ze signalen op kunnen vangen van problematiek op het gebied van publieke gezondheid en allianties aan kunnen gaan met andere organisaties) elkaar (zodat ze multidisciplinair de complexe problematiek aan kunnen pakken) en

106 de GGD (zodat de organisatie als geheel in staat is om flexibel met andere organisaties voor gemeenten en burgers te werken) Vakgroepen Om er voor te zorgen dat GGD-medewerkers kennis en kunde delen, zodat die in samenhang voor de klanten beschikbaar komt, zijn er thematisch dwarsverbanden nodig in de nieuwe organisatie. Deze worden gevormd door vakgroepen op drie niveaus: 1. Tussen medewerkers uit de districten 2. Tussen medewerkers uit de districten en de Centrale Afdeling 3. Tussen medewerkers uit de districten en de Afdeling Beleid. Een voorbeeld van het eerste is de coördinatie van Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (zie ook 3.3 en figuur 5), van het tweede de afstemming van de uitvoering van groepsvaccinaties, en van het derde afstemming kennisuitwisseling plaats tussen de experts in de Afdeling Beleid en die in de districten. Door middel van functionele afstemming kan ervoor worden gezorgd dat het nieuwe organisatieontwerp de t-shaped professionals verbindt. Figuur 5. Organogram met vakgroep (voorbeeld) 15

VOORTGANGSBERICHT FRIES PROGRAMMA JEUGD, ALCOHOL EN DRUGS. Mei 2014. Inleiding. Stand van zaken

VOORTGANGSBERICHT FRIES PROGRAMMA JEUGD, ALCOHOL EN DRUGS. Mei 2014. Inleiding. Stand van zaken VOORTGANGSBERICHT FRIES PROGRAMMA JEUGD, ALCOHOL EN DRUGS Mei 2014 Inleiding In november 2013 heeft de Bestuurscommissie Gezondheid het Fries programma Jeugd, Alcohol en Drugs vastgesteld. Doel van het

Nadere informatie

Bestuurscommissie gezondheid

Bestuurscommissie gezondheid AGENDA Bestuurscommissie gezondheid Datum : 28 mei 2014 Tijdstip : 15.00 17.00 uur Locatie : Gemeente Leeuwarden, Stadhuis, Hofplein 38 te Leeuwarden (Oranjezaal en Raadszaal) Deelnemers : Leden Deze eerste

Nadere informatie

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016 Vitale regio Fryslân Bestuurscommissie GZH december 201 Samen Verrijken Versterken Vitaliteit Verbinden Integraal Vergroten Lokaal Focus op preventie, gericht op vitaliteit 2-2-201 1 Vitale Regio Fryslân

Nadere informatie

Protocol: Maatschappelijke Onrust Fryslân

Protocol: Maatschappelijke Onrust Fryslân Protocol: (dreiging) Maatschappelijke Onrust Fryslân januari 2015 Auteur: M.L. Visser, ZoVIE Advies Opdrachtgever: Veiligheidsregio Fryslân 1. VOORWOORD Voor u ligt het geactualiseerde Scenario: Maatschappelijke

Nadere informatie

O P L E G N O T I T I E

O P L E G N O T I T I E O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Gezondheid Datum 9 april 2014 Onderwerp Bijlage ten behoeve van agendapunt 4 Voorstel invulling nieuwe Basispakket

Nadere informatie

Zoals afgesproken hierbij de reactie vanuit GGD Fryslân op jullie concept preventie- en handhavingsplan.

Zoals afgesproken hierbij de reactie vanuit GGD Fryslân op jullie concept preventie- en handhavingsplan. From: Marijke Hagedoorn Sent: zaterdag 16 mei 2015 16:36:34 To: Marye Klazema Cc: Karin de Ruijsscher; Erna Jellesma Subject: RE: preventie- en handhavingsplan Dag Marye, Heb je een lekkere vakantie gehad?

Nadere informatie

O P L E G N O T I T I E

O P L E G N O T I T I E O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van het Algemeen Bestuur Datum 26 juni 2014 Onderwerp Voorstel invulling nieuwe Basispakket JGZ per 1 januari 2015 Bijlage ten behoeve

Nadere informatie

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Samenwerkende gemeenten Friesland Achtkarspelen Ameland het Bildt Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel De Friese Meren Harlingen Heerenveen

Nadere informatie

WIJZIGINGSBESLUIT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO FRYSLÂN

WIJZIGINGSBESLUIT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO FRYSLÂN WIJZIGINGSBESLUIT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO FRYSLÂN Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. ; gelezen het voorstel het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Fryslân

Nadere informatie

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Notitie Bestuurlijke toekomst gemeente Leeuwarderadeel Met Leeuwarden naar 2018

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Notitie Bestuurlijke toekomst gemeente Leeuwarderadeel Met Leeuwarden naar 2018 GEMEENTE LEEUWARDERADEEL Notitie Bestuurlijke toekomst gemeente Leeuwarderadeel Met Leeuwarden naar 2018 Versie 1.0 28/02/2013 Inleiding: In de gemeenteraadsvergadering van 14 februari 2013 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Perceelbeschrijving 4 Crisishulp en opvang

Perceelbeschrijving 4 Crisishulp en opvang Perceelbeschrijving 4 Crisishulp en opvang Samenwerkende gemeenten Friesland Achtkarspelen Ameland het Bildt Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel De Friese Meren Harlingen Heerenveen Kollumerland

Nadere informatie

11 Stiens, 21 oktober 2014

11 Stiens, 21 oktober 2014 11 Stiens, 21 oktober 2014 Raadsvergadering: 13 november 2014 Voorstelnummer: 2014/ 74 Portefeuillehouder: Cees Vos Behandelend ambtenaar: Jitske Bosch E-mail: j.bosch@leeuwarderadeel.nl Telefoonnr. :

Nadere informatie

RAADSVOORS *D14.003565* D14.003565

RAADSVOORS *D14.003565* D14.003565 RAADSVOORS *D14.003565* D14.003565 DATUM 30 juni 2014 AGENDAPUNT 6 ONDERWERP Jaarstukken 2013 en begroting 2015 GGD INLEIDING De Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden (GGD) heeft onlangs de

Nadere informatie

Kengetallen gemeenten Friesland

Kengetallen gemeenten Friesland Kengetallen gemeenten Friesland 2012 Afdeling Onderzoek Maart 2013 Bron: User Kengetallen Friese gemeenten 2012. Provincie Fryslân (647.214* inwoners op 1-1-2012) 1) 2012: 2998 cliënten; dit is 4,63 sonen

Nadere informatie

Aan het college van burgemeester en wethouders van de 27 Friese gemeenten

Aan het college van burgemeester en wethouders van de 27 Friese gemeenten Aan het college van burgemeester en wethouders van de 27 Friese gemeenten Onderwerp Aanpak decentralisaties Sociaal Domein en rol VFG Kenmerk 13.027 Contact J. Holwerda, 058-2334051, jholwerda@vfg-fryslan.nl

Nadere informatie

GGD regio Utrecht. Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid

GGD regio Utrecht. Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid GGD regio Utrecht Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid GGD regio Utrecht in het kort 26 gemeenten: 6 subregio s incl. de stad Utrecht 1,2 miljoen inwoners

Nadere informatie

Programma Sociaal-Medische 1 e lijn

Programma Sociaal-Medische 1 e lijn Programma Sociaal-Medische 1 e lijn Terugkoppeling Kick-off & Vervolg SM1 Stuurgroep vergadering Leeuwarden 20-09-2018 Agenda 5 1. Terugblik Kick-off 2. Voorstel SM1 2019-2020 2 Kick-off Agenda bestond

Nadere informatie

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad Raadsvergadering, 29 januari 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 206 Agendapunt: 8 Datum: 11 december 2007 Onderwerp: Vaststelling speerpunten uit de conceptnota Lokaal Gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011

Nadere informatie

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Gecoördineerde afstemming communicatie bij sociale calamiteiten Inleiding Sinds de transitie van WMO-voorzieningen en jeugdzorg is de gemeente verantwoordelijk

Nadere informatie

2. een gedragen visie op jeugdgezondheidszorg en de manier waarop die gaat worden vormgegeven passend bij het gedachtegoed van LPK;

2. een gedragen visie op jeugdgezondheidszorg en de manier waarop die gaat worden vormgegeven passend bij het gedachtegoed van LPK; Programma Gezondheid 1. Verwachte afwijking van de begroting Op basis van de over de eerste maanden wordt over 2018 een financieel resultaat geprognosticeerd van 185.000 (1%). Deze uitkomst is per saldo

Nadere informatie

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten: Voorstel Cluster : samenleving Nummer : 5 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 20 april 2015 Onderwerp : Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling Inleiding Als gevolg van

Nadere informatie

GGD regio Utrecht. Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid

GGD regio Utrecht. Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid GGD regio Utrecht Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid GGD regio Utrecht in het kort 26 gemeenten: 6 subregio s incl. de stad Utrecht 1,2 miljoen inwoners

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.1567 *B.18.1567* Landgraaf, 2 september 2018 ONDERWERP: 1e begrotingswijziging 2019 GGD Zuid Limburg Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013 Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013 Voorgesteld besluit: 1. Kennis nemen van bijgaande concept Beleidsbegroting 2010-2013 van de GGD Drenthe van 27 maart 2009. 2. De Raad adviseren om de

Nadere informatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL GEMEENTERAAD MENAMERADIEL Menaldum : 16 mei 2013 Portefeuillehouder : T. van Mourik Punt : 8 Behandelend ambtenaar : G.J. de Haan en B. Roorda Doorkiesnummer : (0518) 45 29 10 Onderwerp : Wijziging gemeenschappelijke

Nadere informatie

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp Ontwikkeling OGGZ-loket als meldpunt voor onrust en overlast Programma / Programmanummer Maatschappelijke zorg en dienstverlening / 7320 Portefeuillehouder G.

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Dit calamiteitenprotocol Wmo/Jeugdwet bevat proces- en communicatieafspraken wanneer zich een calamiteit of geweldsincident voordoet

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt!

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! De provincie Friesland vormt de geografische afbakening van Arbeidsmarktregio

Nadere informatie

Algemeen Bestuur GGD-RR. Datum vergadering: Agendapunt nr.: Onderwerp: Benchmark GGD (Gemeentelijke GezondheidsDiensten) Nederland

Algemeen Bestuur GGD-RR. Datum vergadering: Agendapunt nr.: Onderwerp: Benchmark GGD (Gemeentelijke GezondheidsDiensten) Nederland Gemeenschappelijke Regeling Overleg: Algemeen Bestuur GGD-RR Datum vergadering: 13-12-2018 Agendapunt nr.: 13.9 Onderwerp: Benchmark GGD (Gemeentelijke GezondheidsDiensten) Nederland Gevraagde beslissing:

Nadere informatie

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord"

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord RAADSVOORSTEL Onderwerp : Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord" Inleiding Momenteel kent de hulpverleningsdienst Brabant-Noord twee gemeenschappelijke regelingen, namelijk

Nadere informatie

B&W-nota. gemeente Winterswijk : : 1 /5 datum nota : // ^, zaaknummer. : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg

B&W-nota. gemeente Winterswijk : : 1 /5 datum nota : // ^, zaaknummer. : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg B&W-nota zaaknummer programma werkdoel onderwerp :133467 : 1 /5 datum nota : 05-04-2017 : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg : 1092 / GG D NOG : Vergadering Algemeen Bestuur GGD Noord- en Oost-Gelderland

Nadere informatie

Programma : (2) Openbare Orde en Veiligheid en (6) Welzijn Portefeuillehouder : E.J. ter Keurs, D.A. Fokkema

Programma : (2) Openbare Orde en Veiligheid en (6) Welzijn Portefeuillehouder : E.J. ter Keurs, D.A. Fokkema Raadsvoorstel Vergadering : 21 mei 2015 Agendapunt : 8 Status : Informerend Programma : (2) Openbare Orde en Veiligheid en (6) Welzijn Portefeuillehouder : E.J. ter Keurs, D.A. Fokkema Behandelend ambt.

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

Veiligheidsregio Fryslân. Alert en slagvaardig voor de veiligheid en gezondheid van alle inwoners van Fryslân

Veiligheidsregio Fryslân. Alert en slagvaardig voor de veiligheid en gezondheid van alle inwoners van Fryslân Veiligheidsregio Fryslân Alert en slagvaardig voor de veiligheid en gezondheid van alle inwoners van Fryslân Veiligheidsregio 25 veiligheidsregio s in Nederland In Fryslân bestaat de veiligheidsregio

Nadere informatie

Tussenevaluatie. Fries Jeugd en Alcoholbeleid

Tussenevaluatie. Fries Jeugd en Alcoholbeleid Tussenevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid Tussenevaluatie Stand van zaken omtrent de opname en inzet van maatregelen uit het minimumpakket binnen het gemeentelijk beleid. COLOFON Het rapport Fries Jeugd

Nadere informatie

1. In te stemmen met het regionale Beleidsplan Beschermd wonen-maatschappelijke opvang ;

1. In te stemmen met het regionale Beleidsplan Beschermd wonen-maatschappelijke opvang ; Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 29 november 2017 Portefeuillehouder H. Driessen Begrotingsprogramma Programma 2 Onderwerp Regionaal Beleidsplan Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 2018-2020

Nadere informatie

O P L E G N O T I T I E B E S L U I T V O R M E N D

O P L E G N O T I T I E B E S L U I T V O R M E N D O P L E G N O T I T I E B E S L U I T V O R M E N D Onderwerp Wijzigen Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân Voorstel ter behandeling in de vergadering van het Algemeen Bestuur Status Openbaar

Nadere informatie

Programma Gezondheid. Verwachte afwijking van de begroting

Programma Gezondheid. Verwachte afwijking van de begroting Programma Gezondheid Verwachte afwijking van de begroting Op basis van de realisatie over de eerste acht maanden wordt voor geheel 2017 een resultaat geprognosticeerd van 140.000 negatief (-0,9%). Voor

Nadere informatie

AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd. ZonMw site-visit 9 april 2018

AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd. ZonMw site-visit 9 april 2018 AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd ZonMw site-visit 9 april 2018 AWTJF Samen puzzelen over prangende regionale vraagstukken Samen deze

Nadere informatie

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 19 juni 2019 Portefeuillehouder C. Kreuk - Wildeman Begrotingsprogramma 2 Sociaal Domein Verbonden partijen Onderwerp Zienswijze op concept-begroting 2020 GGD

Nadere informatie

Ontwikkeling banen in %

Ontwikkeling banen in % Het betreft de eerste uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2016. Het Friese werkgelegenheidsregister maakt onderdeel uit van de stichting LISA. LISA vertegenwoordigt 20 regionale registers die

Nadere informatie

Procesevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid

Procesevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid Procesevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid Eindmeting 2012 Stand van zaken omtrent de opname en inzet van maatregelen uit het minimumpakket binnen het gemeentelijk beleid 1 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding

Nadere informatie

Paul van Limbeek. School shooting ook in Nederland? Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn

Paul van Limbeek. School shooting ook in Nederland? Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn (Leider kernteam PSH Maatschappelijke Onrust en Zeden) Inhoudsopgave Situatie schets incident scholengemeenschap in Roermond 14 september

Nadere informatie

Bestuurscommissie gezondheid

Bestuurscommissie gezondheid AGENDA Bestuurscommissie gezondheid Datum : 20 november 2014 Tijdstip : 11.00 13.00 uur Locatie : Oranjezaal, Gemeente Leeuwarden, Hofplein 38 te Leeuwarden Deelnemers : Leden bestuurscommissie Onderwerp

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. 1. Sociaal beleid in breder verband Ontwikkelen beleid: een complex proces Het ontwikkelen en implementeren van beleid voor preventie en aanpak van grensoverschrijdend

Nadere informatie

Alleen als het echt niet anders kan

Alleen als het echt niet anders kan Alleen als het echt niet anders kan De meeste Nederlandse ouders zijn prima in staat om hun kinderen voldoende veiligheid te bieden. Bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse kinderen komt de veiligheid

Nadere informatie

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) In dit register houdt het college van burgemeester en wethouders bij aan welke regelingen

Nadere informatie

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar 1. Inleiding Dit protocol bevat proces- en communicatieafspraken tussen jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen

Nadere informatie

Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht

Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht Raadsvergadering d.d. 26 november 2013 Nr. : 9 Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G201737 390433 / 390433 I. Drupsteen BVL Ke AGENDANUMMER BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN 08 - Inwoners en bestuur REDEN VAN

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Inleiding Calamiteiten bij zorg en ondersteuning kunnen helaas niet altijd voorkomen worden. Ze hebben een grote impact op betrokkenen

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/11979 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, Werk en Inkomen Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl. 6 Begrotingswijziging 2018 inzake CTER 1 180706 AB 6 V Financiering CTER.docx Vergadering algemeen Bestuur Datum 6 juli 2018 Agendapunt 6 Onderwerp Begrotingswijziging voor financiering CTER Bijlage nr

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Beantwoording reacties bestuurders op Benchmark Berenschot Schriftelijke ronde, oktober 2018

Beantwoording reacties bestuurders op Benchmark Berenschot Schriftelijke ronde, oktober 2018 Beantwoording reacties bestuurders op Benchmark Berenschot Schriftelijke ronde, oktober 2018 Benchmark Gemeente Vragen/reactie Reactie Ooststellingwerf Het onderzoek gaat uit van kwantiteit en niet van

Nadere informatie

Dit voorstel geeft invulling aan de wettelijke verplichting genoemd onder punt 2.

Dit voorstel geeft invulling aan de wettelijke verplichting genoemd onder punt 2. RAADSVOORSTEL Datum: 23 december 2014 Nummer: Onderwerp: Vaststellen preventie- en handhavingsplan alcohol 2015-2017 Voorgesteld raadsbesluit: Het preventie- en handhavingsplan alcohol 2015-2017 vast te

Nadere informatie

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR OPSTELLER VOORSTEL: A. Buwalda AFDELING: AJZ PORTEFEUILLEHOUDER: M.C.M. Waanders Agendapunt: No. /2012 Dokkum, 21-03-2013 ONDERWERP: inkoop- en aanbestedingsbeleid

Nadere informatie

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten:

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer Frans Buijserd Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Ellen Burgers collegebesluit

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

Ons kenmerk MO00/15.0000785. Datum uw brief nvt

Ons kenmerk MO00/15.0000785. Datum uw brief nvt Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 27 januari 2015 Ons kenmerk

Nadere informatie

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019 Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019 A Algemeen A.1 Opening en mededelingen A.2 Besluitenlijst (incl. presentielijst) gezamenlijke vergadering Bestuurscommissie

Nadere informatie

Aan de Raad. Made, 20 mei 2008. Ontwerp begroting GROGZ 2009

Aan de Raad. Made, 20 mei 2008. Ontwerp begroting GROGZ 2009 Aan de Raad Made, 20 mei 2008 Raadsvergadering: 26 juni 2008 Nummer raadsnota: 19 Onderwerp: Ontwerp begroting GROGZ 2009 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Drs. J. Krook Ambtelijke coördinatie:

Nadere informatie

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5 Het betreft de eerste uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2017. Het Friese werkgelegenheidsregister maakt onderdeel uit van de stichting LISA. LISA vertegenwoordigt 20 regionale registers die

Nadere informatie

E. T. de Vrij M. Looman-Struijs J. Schouwerwou W. Hoornstra F. Veltman Zaaknummer : 10367

E. T. de Vrij M. Looman-Struijs J. Schouwerwou W. Hoornstra F. Veltman Zaaknummer : 10367 Aan de gemeenteraad van4 : Gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân Raadsvergadering : 24 april 2013 Commissievergadering : 8 april 2013 Agendapunt : Ter kennisgeving: plan van aanpak gewijzigde

Nadere informatie

Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468

Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468 Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468 Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: OPSTERLAND Datum inspectiebezoek: 30-10-2013

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg

Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg Versie definitief Vastgesteld door Cluster Veiligheid GGD GHOR Nederland op 17 september 2015 1 Inhoud Leeswijzer... 3 Deel A Algemene informatie... 4

Nadere informatie

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals.

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals. RAADSVOORSTEL Nummer 2017/04 datum raadsvergadering : 16 Februari 2017 onderwerp : Beleidsplan preventief jeugdbeleid en jeugdhulp 2017-2020 portefeuillehouder : M. van der Weele datum raadsvoorstel :

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Raadsvergadering, 22 april 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 228 Agendapunt: 6 Datum: 9 april 2008 Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Onderdeel raadsprogramma:

Nadere informatie

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten:

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 13.10608 vergaderdatum raad 30 mei 2013 jaar/nummer 2013-060 Frans

Nadere informatie

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst Inleiding Op de slotbijeenkomst is in de workshop Organisatiestructuur naar voren gekomen dat de taken en de verantwoordelijkheden van de deelnemers

Nadere informatie

2. PROGRAMMAVERANTWOORDING GEZONDHEID

2. PROGRAMMAVERANTWOORDING GEZONDHEID 2. PROGRAMMAVERANTWOORDING GEZONDHEID 2.1. Algemeen Bij de start van 2017 was al duidelijk dat een aantal onderwerpen bijzondere aandacht zouden vragen in dat jaar, te weten het bieden van verantwoorde

Nadere informatie

Protocol Maatschappelijke Onrust

Protocol Maatschappelijke Onrust Protocol Maatschappelijke Onrust Gemeente Leusden Versie: 1.1 Datum: 28-2-2017 Stroomschema Maatschappelijke onrust Leusden Casus die de reguliere aanpak van één gezin, één plan overstijgt. Casus wordt

Nadere informatie

7,4 (op basis van 7 GGD en) 0% 58% Er is in Fryslân één provinciale stuurgroep, daar zijn wij geen lid van. 7,2 (op basis van 5 GGD en)

7,4 (op basis van 7 GGD en) 0% 58% Er is in Fryslân één provinciale stuurgroep, daar zijn wij geen lid van. 7,2 (op basis van 5 GGD en) Uitkomsten benchmark GGD en 2013 Indicator GGD Fryslân GGD gemiddeld (n=25) Referentiegroep/opmerkingen Strategische indicatoren: Cijfer dat gemeenten geven voor de GGD-informatie en/of adviezen m.b.t.

Nadere informatie

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen Informatieprotocol Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen 22 januari 2019 1. Inleiding De directe aanleiding voor dit informatieprotocol is het amendement van de gemeenteraad van Heumen bij de besluitvorming

Nadere informatie

Aan de Raad. Gezamenlijke aanbesteding accountantsdiensten

Aan de Raad. Gezamenlijke aanbesteding accountantsdiensten Aan de Raad Agendapunt: 4 Onderwerp: Gezamenlijke aanbesteding accountantsdiensten Kenmerk: Status: BV - Management / SdB Besluitvormend Kollum, 3 december 2013 Samenvatting Het contract met onze huidige

Nadere informatie

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden 1 Inleiding Veilig Thuis, bij wet het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, is vormgegeven door het samenvoegen van het Steunpunt

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1 Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond 22 januari 2013 14/02/2013 1 Headlines/voorlopige conclusies Deel I: Tussenevaluatie Buurtteams Jeugd en Gezin Pilot Ondiep/Overvecht 14/02/2013 2 Facts en figures

Nadere informatie

Concept Peiling. Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen

Concept Peiling. Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen Concept Peiling Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen 2016 Oktober 2016 Uitvoering: Platform Nuchtere Fries Platform Nuchtere Fries is een samenwerking tussen alle Friese gemeenten, GGD Fryslân,

Nadere informatie

Draaiboek Halt-straf alcohol

Draaiboek Halt-straf alcohol Draaiboek Halt-straf alcohol Zonder alcohol voor iedere jongere een kansrijke toekomst! Convenant Alcohol en Jongeren Provincie Groningen 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doel draaiboek 3 Doel en resultaat

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.16.0984 B.16.0984 Landgraaf, 23 mei 2016 ONDERWERP: Vaststellen zienswijze raad van begroting GGD Zuid Limburg 2017 Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf: JAARPLAN 2011 In 2010 heeft de werkgroep opleidingen een gedetailleerd jaarplan gemaakt, waarin ze haar opdracht en deelopdrachten heeft benoemd en gekoppeld aan een jaarplanning. Enkele opdrachten uit

Nadere informatie

De GGD Hollands Midden nader belicht Sjaak de Gouw 26 juni 2013

De GGD Hollands Midden nader belicht Sjaak de Gouw 26 juni 2013 De GGD Hollands Midden nader belicht Sjaak de Gouw 26 juni 2013 Inhoud Kerngegevens RDOG Hollands Midden Wettelijk kader GGD Hollands Midden Korte bespreking producten (basistaken en overige taken) Enkele

Nadere informatie

Commissienotitie. Onderwerp Alcohol 16 min geen goed begin. Status Informerend

Commissienotitie. Onderwerp Alcohol 16 min geen goed begin. Status Informerend Onderwerp Alcohol 16 min geen goed begin Status Informerend Voorstel 1. Kennis te nemen van de activiteiten die in Boxtel en Veghel worden ondernomen in het kader van het project Alcohol 16 min geen goed

Nadere informatie

Doelstelling en visie

Doelstelling en visie Werkplan ASD 2019 Doelstelling en visie Het is van belang dat bij de uitvoering van de wetten in het sociaal domein iedereen dezelfde kansen krijgt om mee te doen in de samenleving. De Adviesraad Sociaal

Nadere informatie

MEER MENSEN MET EEN PSYCHISCHE KWETSBAARHEID AAN HET WERK. Samenwerking W&I en GGZ

MEER MENSEN MET EEN PSYCHISCHE KWETSBAARHEID AAN HET WERK. Samenwerking W&I en GGZ MEER MENSEN MET EEN PSYCHISCHE KWETSBAARHEID AAN HET WERK Samenwerking W&I en GGZ WAT KAN IK BETEKENEN? Wat hopen jullie tijdens deze sessie van mij mee te krijgen? WAT DOE JIJ? Wat is jouw eigen (als

Nadere informatie

O P L E G N O T I T I E

O P L E G N O T I T I E O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Veiligheid Datum 08 oktober 2015 Onderwerp Herberekening adviestaken omgevingsrecht Bijlage ten behoeve van agendapunt

Nadere informatie

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving Aanpak: GRIP-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad, Wethouder Struik, Wethouder Sanderse, Burgemeester van Vliet conceptbeleidsplan Bescherming en Opvang

Raadsvoorstel. Aan de raad, Wethouder Struik, Wethouder Sanderse, Burgemeester van Vliet conceptbeleidsplan Bescherming en Opvang Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 194447 Wethouder Struik, Wethouder Sanderse, Burgemeester van Vliet conceptbeleidsplan Bescherming en Opvang 2017-2020 Aan de raad, 1. Beslispunten

Nadere informatie

Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Opmeer d.d. 24-05-2016 week 21 VASTGESTELD

Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Opmeer d.d. 24-05-2016 week 21 VASTGESTELD Aanwezig: ) E. Deutekom-Muntjewerff (voorzitter), H. Stoker en R.A.H.P. Heijtink Secretaris: M.A.S. Winder Afwezig: G.J.A.M. Nijpels Volgnr: 001 Poststuk: 16.0005823 PZI Omschrijving: Besluitenlijst B&W

Nadere informatie

Facilitair accountmanager

Facilitair accountmanager Facilitair accountmanager Doel Inventariseren en analyseren van de wensen en ervaringen van klanten van de dienst ten aanzien van de dienstverlening en het uitzetten van daaruit voorvloeiende activiteiten,

Nadere informatie

Dit convenant Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! 2016 ev vervangt de genoemde samenwerkingsovereenkomst.

Dit convenant Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! 2016 ev vervangt de genoemde samenwerkingsovereenkomst. Convenant Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! 2016 ev De provincie Friesland vormt de geografische afbakening van Arbeidsmarktregio Fryslân, één van de 35 arbeidsmarktregio s in Nederland. In Friesland

Nadere informatie

BOUWSTEEN 1: inbreng mensen met verward gedrag en omgeving Geeft de regio invulling aan de

BOUWSTEEN 1: inbreng mensen met verward gedrag en omgeving Geeft de regio invulling aan de Regio: Friesland Factsheet is afgestemd met: Evert Boomsma regionaal projectleider Gemeente Leeuwarden Gemeente Harlingen Gemeente Heerenveen Politie GGZ Zorgverzekeraar BOUWSTEEN 1: inbreng mensen met

Nadere informatie