Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Buitenlandse militaire dienstplicht Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 17 december 1987 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft, ter voorbereiding van een te voeren mondeling overleg, de navolgende vragen opgesteld. De commissie ziet de beantwoording daarvan gaarne tijdig tegemoet. Vragen van de leden van de C.D.A.-fractie 1 Uit het verslag van de ambtelijke werkgroep blijkt dat de Bondsrepubliek Duitsland pogingen onderneemt om een oplossing te vinden voor dubbele nationaliteit en afkoopsom. Is Nederland van plan zich daarbij aan te sluiten? 1 Samenstelling: Leden: Nypels (D66), Weijers (CDA), Kraaijeveld-Wouters (CDA), voorzitter, Beckers de Bruijn (PPR), Spieker (PvdA), Moor (PvdA), Gerritse (CDA), Buurmeijer (PvdA), ondervoorzitter, Rempt-Halmmans de Jongh (VVD), Groenman (D66), Oomen Ruijten (CDA), Ter Veld (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Linschoten (WD), Alders (PvdA), Kamp (VVD), Nijhuis (WD). Leijnse (PvdA), Doelman-Pel (CDA), G. Terpstra (CDA).Van Gelder (PvdA), De Leeuw (CDA) en Biesheuvel (CDA). Plv. leden: Tommei (D66), Wolters (CDA), B. de Vries (CDA), Van Es (PSP), Kok (PvdA), Van lersel (CDA), Hageman (PvdA), Korthals (WD), Engwirde (D66), De Kok (CDA), Van der Vlies (SGP), Melkert (PvdA), De Grave (WD), Wöltgens (PvdA), Franssen (VVD), Schutte (GPV), Knol (PvdA), Paulis (CDA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Vliegenthart (PvdA), Tuinstra (CDA) en Leerling (RPF). Bij vervulling van militaire dienstplicht de man zijn vrouw en kinderen meeneemt, blijft dan de terugkeer mogelijk met behoud van de verbiijfsvergunning? Wanneer is het advies van de SER over «ontslag-bescherming» te verwachten? Acht de staatssecretaris het mogelijk «de afkoopsom» fiscaal aftrekbaar te maken? Volgens de rapportage biedt de ABW slechts oplossing in «acute noodsituatie». Bestaat duidelijkheid over dat begrip? Hoe interpreteert de staatssecretaris de jurisprudentie, die enerzijds in de lijn van het beleid van de staatssecretaris ligt en anderzijds bijstand wel mogelijk maakt? Tweede Kamer, vergaderjaar , 20391, nr. 2 1

2 7 Bestaat inzicht in het aantal mannen dat de dienstplicht afkoopt (2 maanden dienstplicht in plaats van 2 jaar; kosten circa f20000; terugbetaling in circa 10 jaar)? 8 a. Is het reëel te achten, dat de man zijn vrouw en kinderen meeneemt indien hij werkloos is. (circa 40% werkloos) b. Is het reëel te verwachten dat iemand gespaard heeft voor zijn afkoopsom of voor het onderhoud van zijn gezin gedurende twee jaar dienstplicht indien hij werkloos is. c. Is het een reële mogelijkheid een beroep te doen op ouders en familie, hetzij in Nederland, dan wel in Turkije. 9 Het is denkbaar, dat de achtergebleven vrouw aanvankelijk wel in het eigen onderhoud kan voorzien, maar door ontslag (buiten eigen schuld) dat niet meer kan en ook niet in aanmerking komt voor een werkloosheidsuitkering in verband met onvoldoende gewerkte dagen. Is er dan wel een mogelijkheid voor een Rww-uitkering? 10 Is er voldoende voorlichtend materiaal voorhanden, zodat er geen sprake kan zijn van onbekendheid met «niet voorziene omstandigheden»? Vragen van de leden van de P.v.d.A.-fractie 1 Welke opdracht is voor de werkgroep geformuleerd en op welke wijze heeft hij deze uitgevoerd? 2 Is hetgeen als bijlage bij de brief van 9 december 1987 is meegestuurd de volledige rapportage van de werkgroep of uitsluitend een inventarisatie van gevolgen van de militaire dienstplicht voor hier te lande woonachtige Turken? 3 Waarom zijn de onderdelen ontslagverbod en internationaal overleg onder de conclusies en aanbevelingen gerangschikt en niet in het algemeen beschrijvende gedeelte? Welke beleidsconclusies trekt het kabinet uit deze verkennende inventarisatie? 4 Wijken deze af van de in de inventarisatie onder punt 7 getrokken conclusies en aanbevelingen? 5 Maar vindt de keuring plaats waarvoor jeugdige Turken tussen hun 18e en 20e jaar worden opgeroepen? 6 Hoeveel van de in Nederland woonachtige Turken zijn dan reeds getrouwd c.q. op hoeveel rust min of meer een verplichting te huwen met een daartoe bestemde Turkse? 7 In hoeveel gevallen is er sprake van gerealiseerde gezinsvorming op het moment dat de man wordt opgeroepen voor de keuring? Tweede Kamer, vergaderjaar , 20391, nr. 2 2

3 8 Is bekend hoeveel Turken een afkoopregeling hebben getroffen? 9 Kan een in Nederland woonachtige Turk in de Turkse munt betalen of is hij verplicht in Nederlandse guldens af te lossen? 10 Komt het afkoopbedrag in Nederland overeen met dat wat in de Bondsrepubliek Duitsland geldt? 11 Op welke wijze wordt de afkoopregeling uitgevoerd? Speelt de Nederlandse overheid daarbij een rol? 12 Is deze problematiek aan de orde geweest bij het enkele jaren geleden afgesloten sociale zekerheidsverdrag met Turkije? 13 In hoeveel gevallen zijn verzoeken voor een ABW-uitkering gedaan door een achterblijvende echtgenoot? 14 Waarop is de opvatting gebaseerd dat de Turkse overheid er van uitgaat dat het om een voorzienbare situatie gaat? 15 Komt dit begrip voor in enige sociale zekerheidsregeling in Turkije en kent men daar enige regeling die lijkt op de hier geldende ABW? 16 Is er wel sprake van een gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen in de ABW wanneer de achterblijvende vrouw wordt uitgesloten van een alleenstaande uitkering? Immers de hier alleen verblijvende man heeft wel recht op een uitkering voor een alleenstaande. 17 Welke gronden zijn er aan te voeren om het recht van de echtgenote afhankelijk te stellen van de verblijfplaats van de man? 18 Op welke wijze voorzien achterblijvende vrouwen voor zichzelf en eventueel hun kinderen in hun onderhoud? 19 Indien een man zijn dienstplicht in Turkije gaat vervullen in hoeverre is er dan sprake van on/vrijwilligheid? 20 Wat zijn de gevolgen indien betrokkene zich onttrekt aan de door de Turkse regering opgelegde verplichtingen? 21 Betekent het niet erkennen van de rechtsplicht van de Nederlandse overheid t.a.v. hier legaal verblijvende Turkse vrouwen dat er een ongelijke behandeling plaatsvindt van Turkse en Nederlandse vrouwen? 22 Kan worden uitgelegd dat hier, waar overigens sprake is van mensen in gelijke omstandigheden, het beleid niet strijdig is met artikel 1 van de Grondwet? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 3

4 23 Welke criteria hanteert de regering om te bepalen of er wel of geen sprake is van een noodsituatie? 24 Waarom huldigt de regering het standpunt dat het verbod om tijdens militaire dienst een werknemer te ontslaan uitsluitend geldt voor militaire dienst in het Nederlandse leger? 25 Als dat zo stringent als regeringsstandpunt wordt geformuleerd wat is dan nog de waarde van het SER-advies? 26 Is de regering voornemens met Turkije een verdrag af te sluiten inzake de onderhavige problematiek gericht op vervulling van de dienstplicht in Nederland voor de derde generatie en een substantiële vermindering van de afkoopsom voor de overigen? 27 Heeft er al overleg plaatsgevonden met de regering van Turkije? Zo ja wat hield dit overleg in? Zo neen, waarom niet? 28 Hoe verhoudt zich de uitsluiting van buitenlandse dienstplichtigen van de ontslagbescherming ex artikel 1639h, vijfde lid BW tot hetgeen het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (zaak 15-69, 15 oktober 1969) ten aanzien van EG-onderdanen heeft bepaald? 29 Is het waar dat in de Bondsrepubliek Duitsland recht op wederindiensttreding bestaat voor de Turkse werknemer die gedurende 2 maanden zijn dienstbetrekking onderbreekt vanwege militaire dienstplichtvervulling in Turkije? 30 Is de tekst van circulaire DB2/ABB/BV/U 9003 niet voor tweeërlei uitleg vatbaar? 31 Is het niet wenselijk opheldering te geven door een nieuwe tekst? 32 Wat is de juridische status van deze circulaire? 33 Hoe verhoudt zich de gelijke behandeling van mannen/vrouwen tot het gegeven dat, indien de man (rechtmatig) in Nederland verblijft en zijn echtgenote in het land van herkomst is, hij voor bijstand in aanmerking komt, terwijl indien de vrouw (rechtmatig) in Nederland verblijft en haar echtgenoot zich nog in het land van herkomst bevindt, een combinatie van de artikelen 5, 1 5 en 84 ABW ertoe leidt, dat zij niet in aanmerking komt voor bijstand, tenzij er aanleiding bestaat om toepassing te geven aan artikel 6 ABW? Het zou toch zo kunnen zijn dat de echtgenote in het thuisland inkomsten heeft, waar zij haar hier (rechtmatig) verblijvende echtgenoot van zou kunnen onderhouden? Waarom worden mannen en vrouwen niet gelijk behandeld, zodat het recht van de vrouw onafhankelijk wordt gesteld van de verblijfplaats van de man? Tweede Kamer, vergaderjaar , 20391, nr. 2 4

5 34 Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen de oplossing, zoals gesuggereerd op blz. 6 van de brief van het Bureau voor Rechtshulp Almere van 4 november 1986? De voorzitter van de commissie, Kraaijeveld-Wouters De griffier van de commissie. Van der Windt Tweede Kamer, vergaderjaar , 20391, nr. 2 5