Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XV (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) voor hetjaar1991 Nr. 41 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 28 november 1990 De vaste Commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid 1 heeft op 8 november 1990 mondeling overleg gevoerd met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de relatie Arbeidsinspectie/ Jeugdtheater Hofplein. Van het gevoerde overleg brengt de commissie als volgt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Spieker (PvdA). Moor (PvdA), Gerritse (CDA), Buurmeijer (PvdA). onder voorzitter, Van Houwelingen (CDA), Schutte (GPV), Groenman (D66), Wolters (CDA), Rempt-Halmmans de Jongh (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA). Linschoten (VVD). Kamp (VVD), Leijnse (PvdA), Brouwer (Groen Links), Janmaat (Centrumdemo craten), Doelman-Pel (CDA), voorzitter, G H. Terpstra (CDA), De Leeuw (CDA), Biesheuvel (CDA), Vliegenthart (PvdA). Beijlen-Geerts (PvdA), Schimmel (D66), Huibers (CDA) en Middel (PvdA). Plv. leden: Van Gelder (PvdA), Kalsbeek Jasperse (PvdA), Soutendijk-van Appel doorn (CDA), Quint Maagdenberg (PvdA). Reitsma (CDA). Van der Vlies (SGP). Versnel-Schmitz (D66). Paulis (CDA). Franssen (VVD). Melkert (PvdA), Dijkstal (VVD), De Korte (VVD). Schoots (PvdA), Rosenmöller (Groen Links). Willems (Groen Links). G de Jong (CDA), Tuinstra (CDA), Bijleveld Schouten (CDA). De Kok (CDA). Van Zijl (PvdA). Leerling (RPF), Kohnstamm (D66) Vreugdenhil (CDA) en Witteveen-Hevinga (PvdA). De heer De Leeuw (C.D.A.) wees er allereerst op dat het verzoek van het Hofpleintheater tot schorsing van een afwijzing door de Arbeidsin spectie van een verzoek tot ontheffing van het arbeidsverbod voor kinderen, door de Raad van State is afgewezen. Dit gegeven kan voor de afweging van dit vraagstuk van belang zijn, zo meende hij. Zijns inziens zou het beter zijn deze discussie uit te stellen totdat de gegevens van de evaluatie van de Richtlijn verbod kinderarbeid beschikbaar zijn, omdat die een goede basis kunnen vormen voor het overleg. Nu echter het nieuwe seizoen voor de deur staat, kan bespreking van dit specifieke probleem niet worden uitgesteld. Wel vroeg hij wanneer de Kamer het evaluatierapport tegemoet kan zien. Verder deelde hij de opvatting van de minister dat dit vraagstuk ook aan de orde moet komen bij de herziening van de Arbeidswet In de Richtlijn is het optreden van kinderen beperkt tot maximaal acht voorstellingen per jaar met een maximum van drie per week. Het Hofpleintheater heeft een aanvraag ingediend voor 12 optredens, terwijl de Inspectie voor kunstzinnige vorming van mening is dat 15 optredens noodzakelijk zijn om tot een gedegen leerervaring te komen. Het meningsverschil spitst zich dus toe op een klein aantal voorstellingen, zo stelde de heer De Leeuw vast. Hij wees erop dat bij een eventuele positieve beslissing over het verzoek van het Jeugdtheater, het niet-commerciële aspect van de activi teiten moet worden benadrukt om te voorkomen dat het besluit een uitstralingseffect zal hebben op commerciële activiteiten. De minister is volgens het antwoord op de schriftelijke vragen van 20 april 1990 (Aanhangsel Handelingen II, nr. 661) bereid te bezien of meer differen F ISSN SDU uitgevenj 's Gravenhage 1990

2 tiatie kan worden aangebracht in het Arbeidstijdenbesluit. De heer De Leeuw wees erop dat deze verandering pas effect zal hebben op middel lange en lange termijn. Wat resteert is het probleem op korte termijn. Hij vroeg daarom of de minister bereid is, eenmalig een uitzondering te maken voor deze casus en toestemming te verlenen voor 12 in plaats van acht voorstellingen, strikt beperkt tot niet-commerciële activiteiten. In het voorjaar kan dan de principiële discussie worden gevoerd over het beleid op lange termijn. De heer Rosenmöller (Groen Links) wees allereerst op de bezwaren van kinderarbeid en commerciële exploitatie van jeugdigen. Kinderen moeten worden beschermd tegen ambities van ouderen. In de schrifte lijke antwoorden wordt gesproken over «niet-industriële arbeid van lichte aard». Dit ging hem te ver: een bezoek aan de voorstellingen van het Jeugdtheater maakt duidelijk dat die associatie niet gerechtvaardigd is. De jongeren zouden de motivatie niet kunnen opbrengen, indien het optreden door de school, ouders of anderen werd opgelegd. Overigens wees hij erop dat talent volle voetballers in dezelfde leeftijd wel drie tot vier maal per week trainen en vervolgens in het weekend nog enige toernooien spelen. Het Jeugdtheater heeft tot 1988, in overleg met de Arbeidsinspectie, altijd het voorgenomen aantal producties kunnen uitvoeren, soms zelfs met een frequentie van vijf keer per week. Toen in de loop van 1988 het programma voor de productie «Wij zijn jong» werd opgesteld, bleek echter dat het aantal voorstellingen in de toekomst moest worden beperkt. Uit de antwoorden blijkt dat de Theaterschool nog in maart 1988 is meegedeeld dat eerdere ontheffingen en aanvragen passen binnen het kader van de Richtlijn. Wat is er sinds die tijd veranderd? Van verschillende zijden wordt verzekerd dat zorgvuldig wordt omgegaan met pedagogische doelstellingen en dat er geen schade wordt toegebracht aan de kinderen, direct dan wel wat betreft onderwijspres taties. Welk oordeel heeft de minister op dit punt? In de brief aan de ouders wordt gerefereerd aan een onderzoeksrapport van een student van de School voor de journalistiek. De heer Rosenmöller wees erop dat aan dit rapport een bepaald gewicht wordt toegekend, terwijl de auteur later heeft verklaard dat de studie de nodige omissies bevat en dat de conclusies alleen mogen worden gebruikt voor zijn eigen studiedoel einden. De minister is voornemens bij de wijziging van de Arbeidswet enige ruimte te scheppen voor deze activiteiten. Die wijziging laat echter nog lang op zich wachten, terwijl ook de evaluatie van de Richtlijn nog niet is afgerond. Dit alles en de wetenschap dat het Hofpleintheater en de Theaterschool door de afwijzing in ieder geval dit seizoen in moeilijk heden komen, bracht de heer Rosenmöller tot het verzoek aan de minister in ieder geval dit seizoen de Jeugdtheaterschool toe te staan de activiteiten als voorheen uit te oefenen. Volgend voorjaar kan dan worden gesproken over een structurele voorziening. De heer Middel (P.v.d.A.) was van mening dat de Arbeidsinspectie is belast met het toezicht op het voorkomen van commercieel gebruik van kinderen en niet zozeer op de inzet van kinderen voor recreatieve en educatieve programma's. Nu doet zich het dilemma voor dat het optreden van kinderen in de productie «Les Miserables» wel is toege staan, omdat het commercieel gebruik van kinderen, zij het zeer beperkt, mogelijk is volgens de Arbeidswet 1919 c.q. de Richtlijn, terwijl in het geval van het Hofpleintheater de Richtlijn het gebruik van kinderen niet toestaat. Waar ligt het onderscheid tussen recreatieve/educatieve en commerciële programma's? Waarom is dit onderscheid niet in de regel geving terug te vinden?

3 De minister heeft in antwoord op schriftelijke vragen gesteld dat hij streeft naar enige differentiatie in het verbod op kinderarbeid. Deze opmerking zou kunnen leiden tot de veronderstelling dat het Hofplein theater vooruitlopend daarop een ontheffing zou moeten krijgen. Hieraan kleven echter enige risico's, aldus de heer Middel Een ad hoc beslissing staat een integrale afweging in de weg van de vraag of de Richtlijnen verbod kinderarbeid nog voldoen aan de hedendaagse praktijk en inzichten in recreatieve en educatieve activiteiten van kinderen. Zijns inziens moet de gedachtenwisseling worden geconcentreerd op de wet en regelgeving op het terrein van arbeid voor minderjarigen. De Arbeids inspectie treft geen blaam; zij heeft zich gehouden aan de regelgeving. De vraag is echter hoe dit specifieke probleem kan worden ingepast in de discussie over de nieuwe arbeidsregelgeving. De heer Middel meende dat het niet juist zou zijn in dit stadium een ruime ontheffing te verlenen aan het Hofpleintheater, niet alleen omdat ook andere theaters zullen vragen om een ruimere ontheffing, maar vooral om de discussie over de nieuwe regelgeving niet op voorhand te belasten. Hij zei het antwoord van de minister af te wachten, alvorens een beslissing te nemen. Ook mevrouw Schimmel (D66) stelde vast dat de Arbeidsinspectie pas in 1988 een hardere lijn is gaan volgen. Voor die tijd waren er geen moeilijkheden, ook niet bij producties waarvan het aantal voorstellingen het maximum van de Richtlijn te boven ging. Tot juli 1988 heeft het districtshoofd van de Arbeidsinspectie positief beschikt over de onthef fingsaanvragen. De Richtlijn 1984 beoogde destijds commerciële exploitatie van jeugdigen in reclamespots, televisie-amusementsprogramma's, e.d. te voorkomen. Dat is een goede zaak, aldus mevrouw Schimmel, maar het jeugdtheater is pas na die tijd ontstaan. Het Jeugdtheater Hofplein heeft afgelopen week het eerste lustrum gevierd. Zij verbaasde zich erover dat het verbod in de Richtlijn ook kunstinstellingen en opleidingen betreft die zich met overheidssteun richten op jeugdigen en die ervan uitgaan dat naast het lespakket ook praktijkervaring moet worden opgedaan in door de instellingen zelf opgezette en begeleide projecten met een pedagogische doel. Zij wees erop dat het bestuur van de Theaterschool zeer breed is opgezet: er zijn een kinderpsychiater en een pedagoog in opgenomen en ook de ouders zijn erin vertegenwoordigd. Mevrouw Schimmel betreurde het dat de Richtlijn niet de differentiatie kent, die in het buitenland wordt gehanteerd. In het Verenigd Koninkrijk en België bij voorbeeld mogen kinderen 40 maal per jaar optreden. Daarentegen was zij verheugd dat de minister enige differentatie voorstaat. Voordat de onderzoeken en adviesaanvragen zijn afgerond, zal er echter nog wel enige tijd verlopen. In de tussentijd moet een oplossing worden gezocht voor dit specifieke probleem. Mevrouw Schimmel was van mening dat een ontheffing moet worden gegeven voor maximaal 15 voorstellingen, terwijl het aantal voorstellingen moet worden beperkt tot drie buiten de vakanties en enkele meer tijdens de vakanties. De heer Linschoten (V.V.D.) was van mening dat het voor een kind dat graag toneelspeelt wrang moet zijn dat het niet mag laten zien wat het kan, terwijl zijn of haar broertje of vriendje wel vijfmaal in de week mag trainen en vervolgens een toernooi mag spelen. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van de regelgeving op het gebied van kinderarbeid en arbeidstijden? Natuurlijk is regelgeving nodig om kinderen te beschermen tegen commerciële exploitatie en ambities van ouderen. In deze casus is hiervan echter geen sprake. Ook hij wees erop dat de opzet van de Theaterschool tot 1988 geen problemen opleverde. Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 41

4 Uit het antwoord op de vragen blijkt dat de minister meent dat de regeling enigszins moet worden gedifferentieerd. Hij geeft daarmee aan dat de situatie die thans is ontstaan, buitengewoon ongelukkig is. De houding van de bewindsman is echter wel wat ambtelijk waar hij stelt dat dit probleem aan de orde zal komen bij de herziening van de Arbeidswet. Het acute probleem blijft dan liggen, aldus de heer Linschoten. Hij stelde voor komend voorjaar de mogelijkheden tot differentiatie te bespreken, maar nu voor het komende seizoen een interimoplossing te treffen. Het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Werkgele genheid De minister zei begrip te hebben voor de gevoelens en reacties van de leden. Ook hij was in eerste instantie van mening dat er misschien een wat ambtelijk opstelling is gekozen, maar de zaak is minder eenvoudig dan hij in eerste instantie lijkt. Daarom ook is een principiële gedachtenwisseling over de aanpassing van de regeling gewenst. Het zou echter niet verstandig zijn die principiële discussie te belasten met een precedent. Hij wees erop dat niet zozeer het onderscheid tussen recreatieve, educatieve en commerciële activiteiten en tussen commerciële en niet-commerciële activiteiten of het feit dat er arbeid wordt verricht in het kader van een contract met een commerciële dan wel met een non-profit instelling van doorslaggevende betekenis is, maar de vraag of überhaupt sprake is van arbeid. Met andere woorden: kan aan de normale belasting (schoolgaan) van het kind een extra belasting met het karakter van arbeid worden toegevoegd? Indien de grens tussen kinderarbeid en recreatieve activiteiten gevoels matig wordt getrokken, is de vergelijking met jeugdige voetballers zeker legitiem, zo meende de bewindsman. Maar bij de extra belasting die voortvloeit uit deze activiteiten, kunnen de nodige vraagtekens worden geplaatst. Zijns inziens verdient het aanbeveling ook deze activiteiten eens kritisch te bezien. Daarom zag hij geen enkele reden aan de activi teiten van topsportertjes een precedent te ontlenen voor andere sectoren. De activiteiten van het kind zijn bepalend voor de vraag of sprake is van arbeid, niet het feit dat die activiteiten worden verricht voor een commerciële of niet-commerciële instelling. De positie en het belang van het kind moeten worden gewogen en die zijn niet per definitie anders bij activiteiten voor een non-profit instelling. De juridische criteria voor kinderarbeid zijn in de Wet duidelijk aange geven: er bestaat in Nederland een verbod op kinderarbeid voor kinderen in de leerplichtige leeftijd, in ieder geval tot en met 14 jaar voor wat betreft de zogenaamde kunstkinderen. Dit verbod is echter zodanig absoluut geformuleerd, dat in de loop van de tijd de vraag is gerezen of onder bepaalde omstandigheden, in bijzondere gevallen zoals de ILO-richtlijn zegt, een zekere ontheffing op dit verbod kan worden verleend. In 1984 is een Richtlijn aangenomen die het mogelijk maakt dat kinderen in uitzonderlijke situaties in beperkte mate arbeid verrichten. De minister wees erop dat hier dus nog steeds sprake is van uitzonde ringssituaties: normaal gesproken is kinderarbeid niet toegestaan. In de Richtlijn is het aantal optredens vastgesteld op maximaal acht keer per jaar, niet vaker dan drie keer per week. Thans wordt de indruk gewekt dat de Arbeidsinspectie in het verleden wel eens een oogje heeft dichtgeknepen en pas vanaf 1988 de regels strak toepast. De minister zei dat volgens de hem ter beschikking staande gegeven de Arbeidsinspectie geen enkel verwijt treft. Er is niet gebleken dat zij zich in het verleden toleranter heeft opgesteld dan nu het geval is. Hij illustreerde dit aan de hand van enkele voorbeelden: - de productie «De Tomani's» is zevenmaal in het kalenderjaar uitge voerd door jongeren in de leeftijd tussen 11 en 19 jaar;

5 - de productie «Deesje» is zevenmaal uitgevoerd, waarvan twee «try-outs» in 1987 en vier voorstellingen begin De moeilijkheden zijn ontstaan bij de productie «De jonge prinsen» in Op 16 februari 1988 is de ontheffingsaanvraag afgewezen. Gesprekken met de directie van het Hofpleintheater hebben niet tot overeenstemming geleid. De richtlijnen waren duidelijk, maar het Hofpleintheater kon zich daarin niet vinden. Uiteindelijk is het theater in beroep gegaan tot aan de Raad van State, met een verzoek tot schorsing of om een voorlopige voorziening. De Raad heeft de aanvraag opnieuw getoetst, inclusief de vraag of sprake is van een arbeidssituatie die onder de omschrijving kinderarbeid valt. Die vraag is positief beantwoord. In juridische zin is hier dus sprake van kinderarbeid. Alsnog een ontheffing verlenen aan het Hofplein theater, zal er toe leiden dat op overeenkomstige verzoeken geen ontheffing kan worden geweigerd. Een dergelijk precedent zal bovendien de principiële gedachtenwisseling over de regeling als zodanig beïnvloeden. In het kader van de wijziging van de Arbeidstijdenwet is over dit onderwerp advies gevraagd aan de SER en de Raad voor het Jeugd beleid. De laatste geeft in een eerste reactie aan, vast te houden aan de eerdere bepaling van 40 uur per jaar en dit betekent dus maximaal acht maal vijf uur. Naar verwachting wordt de evaluatie naar het functioneren van de Richtlijn volgend voorjaar afgerond. De minister zei bereid te zijn op basis van deze gegevens met de Kamer van gedachten te wisselen over de vraag in hoeverre differentiatie mogelijk is. In die gedachtenwis seling zal de betekenis van de extra belasting van kinderen in de kwetsbare leeftijd centraal staan. Die differentiatie kan echter nooit zover gaan dat in de sfeer van de commercie ongewenste dingen kunnen gebeuren. Zijns inziens verdient het de voorkeur dat het Hofpleintheater zich dit seizoen nog een keer behelpt met acht voorstellingen, totdat volgend jaar na de principiële discussie over dit onderwerp kan worden vastgesteld of deze en soortgelijke instellingen meer mogelijkheden moeten en kunnen worden geboden. Desgevraagd merkte de minister op dat het Hofpleintheater geen concreet aantal voorstellingen heeft genoemd; in ieder geval gaat het meningsverschil over meer dan acht voorstellingen. Gedachtenwisseling in tweede termijn De heer De Leeuw deelde de opvatting van de minister, maar stelde vast dat dit geen oplossing biedt voor de korte termijn. Zolang echter niet duidelijk is of er werkelijk sprake is van een probleem, dat wil zeggen nog niet duidelijk is hoeveel voorstellingen het Hofpleintheater wil uitvoeren, is discussie over dit onderwerp misschien overbodig. Door het aantal voorstellingen te beperken tot acht, levert het Hofpleintheater indirect een goede bijdrage aan de gedachtenwisseling over de regeling als zodanig, aldus de heer De Leeuw. De heer Rosenmöller constateerde dat er op veel punten overeen stemming bestaat. Hij stemde in met het voornemen in het voorjaar van 1991 de regeling als zodanig te bespreken. Eerst moet echter de vraag worden beantwoord of er voor de korte termijn wel een probleem bestaat. Is dit niet het geval, dan kan de discussie zonder moeilijkheden naar volgend jaar worden verschoven. Het Hofpleintheater is die mening echter niet toegedaan en geeft afwijkende informatie over de frequentie van de uitvoeringen in de afgelopen jaren, zowel in aantal als in aantal keren per week. Is die informatie juist, dat wil zeggen dat de Theater school de afgelopen jaren volgens de eigen doelstellingen heeft kunnen werken, dan zou het niet juist zijn de principiële discussie te belasten

6 met het afperken van die mogelijkheden. Het is dus wezenlijk dat de juiste informatie boven water komt. De heer Rosenmöller handhaafde daarom zijn opvatting dat het theater moet kunnen werken zoals het dat in de afgelopen jaren heeft gedaan. Misschien is het zinvol op korte termijn een gesprek te arrangeren tussen Inspectie en Hofpleintheater om te bezien of het eventuele probleem voor de komende winterpro ductie kan worden opgelost, onder de toezegging dat dit vraagstuk in het voorjaar in een principiële discussie aan de orde zal worden gesteld De heer Middel stelde vast dat het overleg nu gaat over een ontheffing voor het Hofpleintheater, maar dat een beslissing niet tot dat theater beperkt kan blijven. In Nederland zullen zich meer van dergelijke situaties voordoen. Hij onderschreef het antwoord van de minister. Hij ging ervan uit dat de bespreking naar aanleidmg van de adviezen en onderzoeksresultaten zal plaatsvinden in directe zin in het kader van de herziening van de Arbeidswet. De minister vertrouwde erop dat begin volgend jaar de adviezen van de Raad voor het Jeugdbeleid, het SER-advies en het evaluatieonderzoek naar het functioneren van de Richtlijnen beschikbaar zijn. Zelfs indien de Arbeidstijdenwet als zodanig dan nog niet kan worden besproken, kunnen wel de relevante onderdelen van de adviezen en het onderzoek bij elkaar worden genomen en kan aan de hand daarvan een principiële discussie worden gevoerd. Mevrouw Schimmel vond de redenering van de minister steek houdend. Zij wees er echter op dat dit probleem al drie jaar speelt. In 1988 voor het eerst met «De jonge prinsen», in 1989 met «Wij zijn jong» en in het komende seizoen wii het Jeugdtheater 20 a 25 kinderen tot 15 jaar in hun kerst of vakantietijd 12 tot 15 keer toneel laten spelen. Die opzet dreigt te mislukken nu eerst de principiële discussie moet worden afgewacht. Zij deelde de opvatting dat kinderen moeten worden beschermd tegen overbelasting, bijvoorbeeld in sport, en tegen de ambities van hun ouders, trainers enz. De vergelijking met topsport gaat echter niet op; de kinderen in het jeugdtheater worden niet op het niveau van grote acteurs en actrices gebracht, toneel is hun hobby. Het Jeugd theater is in eerste instantie een school waar kinderen onder goede begeleiding leren toneelspelen. Als zij drie jaar op school zijn, mogen ze meespelen in een voorstelling om een aantal dingen te leren die alleen tijdens een voorstelling kunnen worden geleerd. Het schoolelement is heel belangrijk, maar uiteindelijk gaat het erom het geleerde op het toneel waar te maken. Mevrouw Schimmel zei geïnteresseerd te zijn in de evaluatie van de richtlijnen, ook al omdat de Theaterschool pas is opgericht na de totstandkoming van de richtlijn en het aantal jeugdtheaters naar verwachting zal toenemen in de komende periode. Zij pleitte ervoor een uitzondering te maken voor het Hofpleintheater, omdat de activiteit goed wordt begeleid. Ook de heer Linschoten deelde de opvattingen van de minister, maar hij vond de conclusie met betrekking tot het Jeugdtheater onbevre digend. Hij wees de minister op een brief aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 januari 1990, waarin bij voorbeeld wordt aangegeven dat in voorstellingen in de kerstva kantie in 2 bezettingen hebben plaatsgevonden, elk kind 11 of 12 voorstellingen in twee weken. Zelfs indien de overheveling naar het volgende jaar in de berekening wordt betrokken, dan nog kan niet voldaan zijn aan de richtlijn van driemaal per week. Met andere woorden: in het verleden werd blijkbaar geaccepteerd dat men producties

7 uitvoerde die volgens de conclusie van de minister in strijd zijn met de richtlijn. De heer Linschoten bleef bij zijn opvatting dat voor de nieuwe productie op dezelfde wijze moet worden gehandeld. Het Hofpleintheater heeft nu een probleem, omdat het niet kan operen op een wijze die in de afgelopen jaren door de Arbeidsinspectie wel is toegestaan. Er is sprake van een opgewekt vertrouwen, zelfs als er in de loop van die periode bepaalde discussies hebben plaatsgevonden. Hij herhaalde zijn verzoek om in de loop van volgend jaar de problematiek als zodanig serieus te bespreken, maar om in afwachting daarvan het Hofpleintheater in de gelegenheid te stellen te opereren op een wijze zoals het tot nu toe kon. De minister merkte op dat feiten op verschillende manieren kunnen worden gepresenteerd. Zo kan een opsomming van het aantal voorstel lingen worden beïnvloed door generale repetities en «try outs» of meer optredens per dag mee te tellen. De eerste jaren is daarmee inderdaad wat soepel omgegaan. Bovendien werden de verzoeken om ontheffing vaak op een laat moment ingediend. De verleende ontheffingen zijn echter altijd gebaseerd op de richtlijn, dat wil zeggen met in achtneming van het maximum van acht voorstellingen. De minister was bijzonder huiverig voor de redenering dat de artistieke prestatie pas kan worden geleverd bij 12 tot 15 voorstellingen per kind. De commerciële sector zal niet schromen deze redenering aan te grijpen en dezelfde argumenten te hanteren. De kinderen moeten immers ook in een commerciële productie artistieke topkwaliteit leveren. Ook het argument van goede begeleiding zal worden aangegrepen. Op basis van juridische argumenten en precedenten zal men claimen dat datgene wat hier kan, ook elders moet kunnen. De gewetensvolle aanpak van het Hofpleintheater rechtvaardigt een beroep op het theater om terwille van de belangen van de kinderen het aantal voorstellingen te beperken tot acht en de meer principiële discussie in de Kamer af te wachten. De minister wees er ten slotte op dat de aanvraag is getoetst ten aanzien van een voorlopige voorziening door de hoogste instantie en dat die uitspraak geldt voor iedereen. De voorzitter van de commissie, Doelman-Pel De griffier van de commissie, Van Dijk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20391 Buitenlandse militaire dienstplicht Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 17 december 1987 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23400 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18 386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 29 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 30 mei 1988 De vaste Commissie voor de Volksgezondheid 1 heeft onderstaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22152 Voorlichtingscampagnes van het Rijk Nr. 3 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 1991 De Commissie voor de Rijksuitgaven 1 legt over dit rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22011 Hoofdlijnen van een nieuwe uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen Nr. 15 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 3 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk XV (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

Nadere informatie

Een onderzoek naar de beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van opgelegde belastingaanslagen.

Een onderzoek naar de beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van opgelegde belastingaanslagen. Rapport Geen aftrek (extra) kosten huishoudelijke hulp Een onderzoek naar de beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van opgelegde belastingaanslagen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-22 19 juni 2015 Bij het wijzigen van de schooltijden zijn procedurele fouten gemaakt. Een vruchtbare gedachtewisseling

Nadere informatie

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 vra2005vws-10 29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2005

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 555 Decemberverslag 1995 van de Algemene Rekenkamer Nr. 5 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 maart 1996 De algemene commissie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2016 F VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1991-199 300 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) voor het jaar199

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21452 Jeugdbeleid en Onderwijsbeleid Nr. 3 LIJSTVAN VRAGEN Vastgesteld 15 mei 1990 De bijzondere Commissie voor het jeugdwelzijnsbeleid 1 en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Datum: 8 juli 2015 Rapportnummer: 2015/114 2 Aanleiding Verzoeker zat in vreemdelingenbewaring

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 32 127 Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 3 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 288 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 26 april 202 Binnen de vaste commissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 2 Klacht Verzoeksters klagen erover dat zij geen contact konden krijgen met de Visadienst kort verblijf van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht

Nadere informatie

Klacht over keuzevrijheid tweede moderne taal. De school mocht de keuze beperken tot Frans en Duits. ADVIES

Klacht over keuzevrijheid tweede moderne taal. De school mocht de keuze beperken tot Frans en Duits. ADVIES 108053 - Klacht over keuzevrijheid tweede moderne taal. De school mocht de keuze beperken tot Frans en Duits. inzake de klacht van: ADVIES [klager] te [woonplaats], vader van [leerling], klager tegen de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324 Rapport Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324 2 Klacht Op 20 april 2004 heeft de Nationale ombudsman besloten een onderzoek uit eigen beweging in te stellen naar een gedraging van het Uitvoeringsinstituut

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20200 Hoofdstuk XV Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid IMr. 94 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG

Nadere informatie

Beantwoording vragen van de leden Gesthuizen en Van der Vlies over zondagsopenstelling

Beantwoording vragen van de leden Gesthuizen en Van der Vlies over zondagsopenstelling > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18039 Sportbeleid Nr.7 De vroegere stukken zijn gedrukt in de zitting 1982-1983 en in het vergaderjaar 1983-1984 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22472 Wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet, de Spoorwegpensioenwet en de Algemene militaire pensioenwet in verband met invoering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 104590 - Adviesgeschil VO- artikel 11 onder h WMS (aanstelling schoolleiding) De MR heeft negatief advies uitgebracht over een voorgenomen besluit tot benoeming van de waarnemend rector tot

Nadere informatie

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum Rapport Gemeentelijke Ombudsman Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum 2 augustus 2007 RA0612790 Samenvatting Een huizenbezitter heeft al jarenlang een geschil

Nadere informatie

punt nadrukkelijke aandacht.

punt nadrukkelijke aandacht. punt nadrukkelijke aandacht. De zorgaanbieder heeft aangegeven de klachtenregeling over twee jaar te evalueren. De LCV beveelt in dit kader aan dat de zorgaanbieder bij de evaluatie van zijn klachtenregeling

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-01 Datum : 14 augustus 2008 Partijen : de stichting , vertegenwoordigd door de directeur van regio ,

Nadere informatie

VAKANTIEREGELING EN OVERIGE VERLOFAANSPRAKEN

VAKANTIEREGELING EN OVERIGE VERLOFAANSPRAKEN 1 VAKANTIEREGELING EN OVERIGE VERLOFAANSPRAKEN vastgesteld door B&W op 4 februari 1997 2 Inhoudsopgave Pagina Vakantieregeling en overige verlofaanspraken... 3 1. Vakantieregeling... 3 Artikel 1. Aantal

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Uitvoering Onderwijs uit Groningen. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/139

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Uitvoering Onderwijs uit Groningen. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/139 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Uitvoering Onderwijs uit Groningen. Datum: 4 mei 2011 Rapportnummer: 2011/139 2 Klacht Verzoeker klaagt over de berichtgeving van de Dienst Uitvoering Onderwijs

Nadere informatie

Datum 28 juni 2019 Onderzoek Inspectie naar international campus van NHL Stenden in Qatar

Datum 28 juni 2019 Onderzoek Inspectie naar international campus van NHL Stenden in Qatar >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid I VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 26 oktober 2017 De leden van de vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 244 Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met de nadere aanduiding van enige begrippen uit deze wet en enige andere wijzigingen Nr. 6

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 190 Wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (uitbreiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 890 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen

Nadere informatie

151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie

151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie RAPPORT inzake de klacht van Verzoeker tegen de Minister van Justitie 1. Inleiding Verzoeker heeft op 16 juli 2015 een verzoekschrift ingediend bij de Ombudsman van Curaçao waarin verzocht is om een onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/089

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/089 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/089 2 Klacht Op 3 februari 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer G. te 'sgravenhage met een klacht over een gedraging van het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 20D5682 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer BOB omgevingsvergunning, aanbouw Engstraat 8, Heusden

Collegevoorstel. Zaaknummer BOB omgevingsvergunning, aanbouw Engstraat 8, Heusden Zaaknummer 00432185 Onderwerp BOB omgevingsvergunning, aanbouw Engstraat 8, Heusden Collegevoorstel Inleiding Op 7 november 2014 is een omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van een aanbouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 623 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten

Nadere informatie

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten Raad : 30 september 2003 Agendanr. : 11 Doc.nr : B 2003 11821 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 702 Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften Nr. 115 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE VERZOEKSCHRIFTEN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Rapport. Datum: Rapportnummer: 2011/

Rapport. Datum: Rapportnummer: 2011/ Rapport Rapport betreffende een klacht over de Inspectie voor de gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te den Haag Datum: Rapportnummer: 2011/ 2 Klacht Verzoekers

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei 2012. Rapportnummer: 2012/078

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei 2012. Rapportnummer: 2012/078 Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen Datum: 10 mei 2012 Rapportnummer: 2012/078 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het College voor zorgverzekeringen

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011. Rapportnummer: 2011/143

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011. Rapportnummer: 2011/143 Rapport Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei 2011 Rapportnummer: 2011/143 2 Klacht Op 10 juli 2010 hebben politieambtenaren van het regionale

Nadere informatie

17.055Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.055Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 17.055Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

szw0001021 De analyse van Deloitte & Touche Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 december 2001

szw0001021 De analyse van Deloitte & Touche Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 december 2001 szw0001021 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 december 2001 De SER heeft in zijn advies van 19 mei 2000 Onvolledige AOW-opbouw aandacht gevraagd voor het inkomensprobleem

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 370 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel) K VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21479 Herziening van het ontslagrecht B ADVIES RAAD VAN STATE Aan de Koningin 's-gravenhage, 14 november 1989 NADER RAPPORT Aan de Koningin 's-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23199 Vervanging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf door de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 Nr. 9 EIIMDVERSLAG Vastgesteld 28 oktober

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 299 Ziekenhuiszorg Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012 AF VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087 Rapport Rapport over een klacht over de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Schiedam om geen gevolg te geven aan het verzoek tot vermindering van de aanslagen WOZ voor de jaren 2008 en

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21442 Aandelenvervreemding Eurometaal Nr. 2 1 Samenstelling: Leden: Stemerdink (PvdA), Gualthèrie van Weezel (CDA), Frinking (CDA), ondervoor zittter,

Nadere informatie

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is.

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is. Rapport 2 p class="c2">klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst Zuidwest/kantoor Roosendaal in zijn uitspraak van 21 november 2007 haar beroep tegen de beschikking van de ontvanger van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 C Parlementair Onderzoek Privatisering / Verzelfstandiging Overheidsdiensten T VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 2 juli 2014 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-21 Jeugdraad Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman.

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster had een aanvraag ingediend om een WVG-voorziening, die de gemeente Wageningen had afgewezen, en het bezwaar dat verzoekster hiertegen had ingesteld, had de gemeente ongegrond

Nadere informatie

SPECIFIEK ONDERZOEK VRIJSTELLING GEREGELD SCHOOLBEZOEK (VERLOF) Evangelische basisschool Crescendo

SPECIFIEK ONDERZOEK VRIJSTELLING GEREGELD SCHOOLBEZOEK (VERLOF) Evangelische basisschool Crescendo SPECIFIEK ONDERZOEK VRIJSTELLING GEREGELD SCHOOLBEZOEK (VERLOF) Evangelische basisschool Crescendo Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 24ZK C1 Onderzoeksnummer : 293621 Datum onderzoek : 20 juni 2017 Datum

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XIV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XIV (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Telefax

Raad voor Cultuur. Telefax Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 131 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 189 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 22 april 2014 Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 44 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 juli 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 32 827 Toekomst mediabeleid 34 459 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanvullingen bij het toekomstbestendig maken van de landelijke

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163 Rapport Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni 2011 Rapportnummer: 2011/163 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop de directeur

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 49d 26 498 Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de evaluatie van de bijstandsverlening aan zelfstandigen BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124 Rapport Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen Zaandam: 1. zijn gemachtigde een te korte termijn heeft gegeven om te reageren

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 14 februari 2012 Agendanummer : 10 Portefeuillehouder : -- Afdeling : Rekenkamer Castricum/Langedijk Opsteller : Voorstel aan de raad Onderwerp Programma : Rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Herziening van het stelsel van sociale zekerheid BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie