Voorspellers van sterfte bij traumapatiënten die levend het ziekenhuis bereiken
|
|
- Augusta Jonker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 8 Voorspellers van sterfte bij traumapatiënten die levend het ziekenhuis bereiken R.A. Lichtveld, I.F. Panhuizen, R.B.J. Smit, H.R. Holtslag, Chr. van der Werken Geaccepteerd European Journal of Trauma
2 Samenvatting Doel Het bepalen welke factoren voorspellers zijn van overlijden bij traumapatiënten die levend het ziekenhuis bereiken. Opzet Prospective cohort studie. Methode Data werden verzameld van 507 trauma patiënten met multipele verwondingen met een Hospital Trauma Index-Injury Severity Score (HTI-ISS) van 16 of hoger, die werden gepresenteerd door ambulancediensten op de afdeling Spoedeisende Geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) gedurende de periode 1999 en Resultaten Univariate analyse liet zien dat per jaar hogere leeftijd er 2% meer kans was op sterfte. Indien de patiënt ter plaatse was geïntubeerd was de kans op sterfte 4,5 maal zo hoog. Per punt toename van de T-RTS was er een 30% lagere kans op sterfte. Ook bij de HTI-ISS score was een vergelijkbare (maar omgekeerde) tendens aanwezig. Per toename van de HTI-ISS score van 1 punt was er een 5% hogere kans op sterfte. Er was een duidelijke relatie tussen kans op sterfte en de base-excess (BE) en het haemoglobine gehalte waarbij de kans op sterfte bij een per mmol/l lagere BE 8% hoger was en per mmol/l lager Hb 22% hoger. De kans op sterfte was 3,4 maal hoger bij geïsoleerd neurotrauma. In de multivariate analyse veranderden deze verbanden nauwelijks, alleen de verbanden met het al dan niet geïntubeerd zijn op de plaats van het ongeval en het Hb gehalte verdwenen. Conclusie De sterftekans na presentatie van ernstig gewonde ongevalspatiënten in het ziekenhuis wordt vooral bepaald door de T-RTS, de leeftijd, eventueel geïsoleerd neurologisch letsel, de base-excess en het Hb. Schedelhersenletsel en verbloeding lijken de belangrijkste doodsoorzaken in de eerste 24 uur na het ongeval. De tijd die verstrijkt tussen ongeval en aankomst in het ziekenhuis lijkt niet van invloed op de sterftekans. 116
3 Inleiding In Nederland overlijden jaarlijks ruim personen ten gevolge van een niet-natuurlijke doodsoorzaak waarvan ruim 60% sterft buiten een ziekenhuis (hoofdstuk 4). Men spreekt van een niet-natuurlijke dood als het overlijden veroorzaakt wordt door een van buitenaf komende oorzaak en van een natuurlijke dood wanneer iemand sterft door ouderdom of als gevolg van het normale beloop van een ziekte. De meeste nietnatuurlijke doden zijn het gevolg van ongevallen in de privé-sfeer, gevolgd door zelfmoord en als derde verkeersongevallen. Bijna de helft van de slachtoffers overlijdt ter plaatse van het ongeval door letsel van hersenen of hart of door verscheuring van grote vaten. Ongeveer een derde deel overlijdt enige uren later alsnog ten gevolge van hersenbeschadiging of interne verbloeding. De sterfte die later optreedt, variërend van enkele dagen tot weken en zelfs maanden na een ongeval, wordt meestal veroorzaakt door late complicaties als gevolg van het ongeval en heeft vaak geen directe relatie meer met de oorspronkelijke verwondingen. 1 Bij ernstig gewonde traumapatiënten ligt het accent van de hulpverlening in de acute fase vooral op een zo kort mogelijk verblijf op de plaats van het ongeval, op een snelle en adequate oxygenatie en op een verbetering van de orgaanperfusie om de kans op overleven te vergroten. Op basis van data afkomstig uit de Vietnamoorlog is het algemeen geaccepteerd beleid dat ernstig gewonde traumapatiënten binnen 1 uur na het ontstaan van het letsel (het gouden uur) definitieve behandeling in het ziekenhuis moeten krijgen om de kans op overleving te optimaliseren. 2 Er is informatie over de periode voorafgaand aan ziekenhuisbehandeling, maar er is nog onvoldoende bekend welke de voorspellers van sterfte zijn van patiënten die levend in het ziekenhuis komen. Bij onvoldoende weefselperfusie schakelt het lichaam over op anaërobe stofwisseling. 3,4 Bij deze vorm van metabolisme komt lactaat in de circulatie waardoor een acidose ontstaat en een afname van de base-excess optreedt. Base-excess is gedefinieerd als de hoeveelheid zuur die nodig is om 1 liter bloed te titreren tot een normale ph (7,40) bij normale waarden van p a O 2, p a CO 2 en een temperatuur van 37,0 o C. De normaal waarde voor de base-excess is ± 2,5 mmol/l. Davis et al. toonde aan dat een baseexcess lager dan -6 mmol/l sterk overeenkomt met de ernst van de letsels en de kans op sterfte. 5 De onduidelijkheid omtrent de voorspellers van sterfte heeft geleid tot de volgende vraagstelling van dit onderzoek: welke factoren zijn voorspellers van de kans op overlijden bij traumapatiënten die levend het ziekenhuis bereiken? 117
4 Patiënten en methoden Het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) is één van de tien traumacentra in Nederland. Ernstig gewonde patiënten in de regio Utrecht, dat een stedelijk gebied omvat met 1,1 miljoen inwoners (813 inwoners per vierkante kilometer), worden zoveel mogelijk naar dit ziekenhuis vervoerd. In de periode januari 1999 tot en met december 2000 werden alle meervoudig verwonde patiënten met een Hospital Trauma Index-Injury Severity Score (HTI-ISS) van minimaal 16, die primair door een ambulancedienst werden opgevangen en behandeld op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het UMCU, geïncludeerd in een prospectief cohortonderzoek. De HTI-ISS is een gecombineerde anatomische en fysiologische schaal die ontwikkeld is om de ernst van het geheel van verwondingen van een patiënt te bepalen. De HTI geeft de ernst van de letsels op zes onderdelen van het lichaam weer in een score van één (gering) tot en met vijf (levensbedreigend). De ISS wordt berekend door de som van het kwadraat van elk van de drie hoogste HTI-onderdelen (ISS). 6 Bijvoorbeeld een patiënt met een impressiefractuur van de schedel (3 punten), 500 ml bloedverlies (2 punten) en een gesloten humerusfractuur (2 punten) heeft een HTI-ISS van 17 ( ). Van alle patiëntencontacten maakt de ambulanceverpleegkundige en/of de arts van het Mobiel Medisch Team (MMT) een verslag. Hierin wordt een aantal gegevens vastgelegd zoals: - de personalia van de patiënt. - belangrijke tijdstippen (tijdstip ongeval, tijd aankomst ambulance/mmt bij de patiënt, tijdstip van het vertrek van de ambulance/mmt met de patiënt naar het ziekenhuis en de aankomsttijd van de patiënt op de afdeling SEH). - de Triage-Revised Trauma Score (T-RTS). - de in het veld gestelde diagnosen. - de verrichte handelingen in de pre-hopsitale fase. De T-RTS 7, die gebruik maakt van fysiologische parameters als ademhalingsfrequentie, bloeddruk en bewustzijnsniveau gemeten met de Glasgow Coma Scale (GCS), 8 wordt in de Ambulancezorg gebruikt om traumapatiënten te classificeren naar ernst van de letsels. De T-RTS varieert tussen 0 (geen tekenen van leven) en 12 (normale vitale functies). Wij hebben de T-RTS in de analysen gebruikt die als eerste bepaald is op de plaats van het ongeval. Zo spoedig mogelijk na aankomst van de patiënt in het ziekenhuis wordt arterieel bloed afgenomen voor het bepalen van Hb, Ht, base-excess, bicarbonaat, p a O 2, p a CO 2 en SaO 2. Het Hb-gehalte en de base-excess zijn gebruikt als mogelijke voorspellers in dit 118
5 onderzoek. Bij ontslag van de patiënt zijn gegevens vastgelegd in een brief aan de huisarts. Voor dit onderzoek zijn onder andere gebruikt de ontslagdiagnosen, de aard van de letsels, en de eventuele doodsoorzaak. Tot slot is in de follow-up tot 18 maanden meegenomen of de patiënt alsnog is overleden ten gevolge van het trauma. De richtlijnen en protocollen voor de ambulancediensten en de spoedeisende hulp zijn gedurende de studieperiode niet veranderd. Statistische analyse De Chi-kwadraat en de t-toets dan wel de Mann-Whitney U-toets werden gebruikt om verschillen tussen de diverse groepen te toetsen. Partiële correlatie werd gebruikt om de invloed van de ernst van de verwonding en het tijdsverloop op de hoogte van de base-excess te bepalen. Univariate en multivariate Cox regressie analyse is gebruikt om na te gaan welke factoren van invloed waren op de kans op sterfte. Het significantieniveau α is 0,05. Alle analyses werden uitgevoerd met SPSS versie 12. Resultaten Van januari 1999 tot en met december 2000 voldeden 507 polytraumapatiënten (367 (72,4%) mannen en 140 vrouwen; 493 (97,2% stompletsel)) aan de inclusiecriteria. De karakteristieken van de onderzoeksgroep zijn samengevat in tabel 1. De gemiddelde leeftijd van de mannen was 35,8 jaar (SD = 18,4) en van de vrouwen 39,5 (SD 22,4). In totaal overleden 100 patiënten (19,7%), waarvan 92 tijdens de opname en acht overleden alsnog tijdens de follow-up periode van 18 maanden. Onder de patiënten met een T-RTS van 0 of 1 (allen met stompletsel, n=10) waren er geen overlevers. Het ongevalsmechanisme was hoog energetisch letsel in 84%, de oorzaken waren in 60% verkeersongevallen en in 30% een val van de trap of hoogte. De verblijfstijd op de plaats van het ongeval was gemiddeld ongeveer 30 minuten, zowel bij overledenen als bij overlevenden. Met behulp van Cox regressie is onderzocht of er een significant verband bestond tussen de kans op sterfte en het tijdsverloop in de prehospitale fase bij patiënten met letsel van hoofd, borst en buik, rib, clavicula en schouder, rug, bekken, heup en extremiteiten. Bij geen enkel letsel bleek er een verband tussen het tijdsverloop en de kans op sterfte (p>0,05). Patiënten met een initiële (op de plaats van het ongeval) T-RTS van lager dan 10 hadden in 45,2% van de gevallen een base-excess lager dan -6 terwijl patiënten 119
6 Tabel 1. Baseline karakteristieken Variabele Totaal Overlevenden Overledenen (n=507) (n=407) (n=100) Leeftijd (jaren) 36,8±19,6 34,9±18,1 44,4±23,4 Geslacht (% mannen) 367 (72) 293 (72) 74 (74) Intubatie (%) 75 (15) 36 (9) 39 (39)) Infuus (%) 424 (87) 337 (87) 87 (89) T-RTS 10,3±2,5 10,9±1,7 8,0±3,5 HTI-ISS 26,5± ,5±10,2 34,8±18,6 Gemiddelde totale tijd buiten UMCU (min.) 61,9±26,8 61,9±24,7 62,1±33,4 Gemiddelde tijd ter plaatse (min.) 29,4±16,2 29,6±16,2 28,6±16,1 Vervoerstijd (min.) 17,8± ,2±10,5 16,5±12,5 Base-excess (mmol/l, mediaan: minimum, maximum) -3,3; -26,1-6,12-3,1; -22,3-6,12-4,2; -26,1-2,4 Hb (mmol/l) 7,6±1,4 7,7±1,3 7,1±1,6 Waarden zijn gemiddelden±sd, tenzij anders aangegeven. met initiële T-RTS van 10, 11 of 12 in respectievelijk 19,2%,16,4% en 19,2% een base-excess lager dan -6 hadden (p<0,001). Bij patiënten met een HTI-ISS lager dan 34 was de base-excess in 38,4% van de gevallen lager dan -6 versus 61,6% bij patiënten met een HTI-ISS hoger dan 34 (p<0,001). Er bestond geen relatie tussen de hoogte van de base-excess en het tijdsverloop tussen het ongeval en de aankomst in het UMCU gecorrigeerd voor de T-RTS en de HTI-ISS (p=0,618). Tabel 2 laat de relaties zien tussen een aantal patiëntkarakteristieken en variabelen gemeten op de baseline en de kans op sterfte binnen 1,5 jaar na het ongeval. Univariate analyse liet zien dat per jaar toename in leeftijd er 2% meer kans was op sterfte. Patiënten van 55 jaar en ouder hadden een 2,2 maal (BI 1,5 3,4; p<0,001) hogere kans op sterfte dan patiënten jonger dan 55 jaar. Indien de patiënt ter plaatse was geïntubeerd was de kans op sterfte 4,5 maal verhoogd. Per punt toename van de T-RTS was er een 30% lagere kans op sterfte. Ook bij de HTI-ISS score was een vergelijkbare (maar omgekeerde) tendens aanwezig. Per toename van de HTI-ISS score van 1 punt was er een 5% hogere kans op sterfte. De base-excess (BE) en het haemoglobine (Hb) gehalte hadden een duidelijke 120
7 Tabel 2. Cox regressie analyse van patiëntkarakteristieken en baseline metingen als determinanten van sterfte binnen 1,5 jaar Hazard ratios (95% BI) Univariaat Multivariaat Leeftijd (jaren) 1,02 (1,01-1,03)* 1,02 (1,01-1,03)* Geslacht (man) 0,6 (0,7-1,7) Intubatie (ja/nee) 4,5 (3,0-6,7)* 1,1 (0,7-1,9) Infusie (ja/nee) 1,2 (0,6-2,2) T-RTS 0,7 (0,7-0,8)* 0,8 (0,7-0,9)* HTI-ISS 1,1 (1,0-1,1)* 1,02 (1,01-1,04)** Tijd tussen ongeval en aankomst ZH (minuten) 1 (0,99-1,01) Tijd op de plaats ongeval (minuten) 0,99 (0,98-1,01) Vervoerstijd naar ZH (minuten) 0,98 (0,96-1,01) Base-excess (mmol/l) 0,92 (0,89-0,95)* 0,95 (0,91-0,99)** Hb (mmol/l) 0,78(0,69-0,88)* 0,89 (0,77-0,99) Neurotrauma Geen Referentie Referentie In combinatie met andere letsels 1,6 (1,0-2,7)** 1,5 (0,9-2,4) Geïsoleerd 3,4 (2,1-5,8)* 4,3 (2,4-7,7)* 95% BI = 95% betrouwbaarheidsinterval. *p<0,001, **p<0,05. De significante variabelen uit de eerste kolom zijn multivariaat geanalyseerd. relatie met de kans op sterfte, waarbij de kans op sterfte per mmol/l lagere BE 8% hoger was en per mmol/l lager Hb 22% hoger. De kans op sterfte was 3,4 maal hoger bij geïsoleerd neurotrauma. In de multivariate analyse veranderden deze verbanden eigenlijk nauwelijks, alleen de verbanden met het al dan niet geïntubeerd worden op de plaats van het ongeval en het hemoglobine gehalte verdwenen. Iets meer dan de helft van alle overledenen (51,9%) stierf in de eerste 24 uur na het ongeval en 80,2% binnen één week. Tweeëntwintig patiënten overleden op de afdeling SEH, waarvan twaalf patiënten reeds bij aankomst in het UMCU gereanimeerd werden dan wel direct reanimatie behoeftig bleken. De doodsoorzaken van de patiënten die op de afdeling SEH overleden waren verbloeding (acht patiënten), ernstig schedelhersenletsel (tien patiënten), hoge dwarslaesie (een patiënt) en compressie letsels van borst en buik (een patiënt). De doodsoorzaken van alle patiënten die binnen 121
8 24 uur overleden (n=42) waren schedel-/hersenletsel (23 patiënten; 54,8%), verbloeding (twaalf patiënten; 28,6%), hartritmestoornis (vier patiënten; 9,5%), respiratoire insufficiëntie (twee patiënten; 4,8%) en hoge dwarslaesie (een patiënt; 2,4%). Bij de patiënten die overleden ten gevolge van schedel-/hersenletsel was de baseexcess gemiddeld -5,36 versus -12,93 bij patiënten die overleden als gevolg van verbloeding (p=0,008). Bespreking Het doel van deze studie was om voorspellers van het risico op sterfte bij ernstig gewonde patiënten te onderzoeken. De totale sterfte van de onderzoekspopulatie met een HTI-ISS van 16 of meer bedroeg 19,7%. Ongeveer de helft van deze sterfte trad op in de eerste 24 uur na het ongeval. Bij deze patiënten was schedel-/hersenletsel de belangrijkste doodsoorzaak (ruim de helft) gevolgd door verbloeding (ongeveer een derde van de gevallen). De leeftijd van patiënten speelt een cruciale rol bij de sterfte kans. Dit is vaker beschreven in de literatuur en hangt samen met een grotere kans op complicaties, met een afname van de lichaamsreserves en aanwezige co-morbiditeit bij oudere patiënten. 9 In het bijzonder hadden patiënten van 55 jaar en ouder een verhoogde kans op sterfte. De kans op sterfte was sterk afhankelijk van de mate van verwonding zowel bij de T-RTS score als bij de HTI-ISS score. Per punt toename van de T-RTS was de kans op sterfte met 30% afgenomen. Het tijdsverloop tussen het ongeval en de aankomst in het ziekenhuis was niet verschillend tussen overlevenden en overledenen en had geen invloed op de sterftekans. Wel was de verblijfstijd op de plaats van het ongeval van gemiddeld ongeveer 30 minuten lang te noemen, gelet op de streeftijd van 10 minuten bij instabiele patiënten die genoemd wordt in het Landelijk Protocol Ambulancezorg. 10 De sterk verhoogde kans op sterfte bij de patiënten die ter plaatse waren geïntubeerd kon grotendeels verklaard worden door de ernst van het letsel, maar was nog licht verhoogd na correctie voor leeftijd, T-RTS score, BE, Hb en neurotrauma. Modellen voor het voorspellen van sterfte zijn door verschillende onderzoeksteams voorgesteld. Guzzo, JL et al. hebben een model ontwikkeld met als variabelen de GCS, base-excess, transfusiebehoefte, ISS en leeftijd. Dit model voorspelt de mortaliteit met een sensiviteit van 45% en een specificiteit van 96%. 11 Andere onderzoekers hebben aangetoond dat een negatieve base-excess duidelijk de ernst van de verwondingen aangeeft en sterfte voorspelt
9 Van de patiënten, die prehospitaal werden gereanimeerd dan wel reanimatiebehoeftig waren bij binnenkomst op de afdeling SEH, heeft niemand het ongeval overleefd. Er waren geen overlevenden met een T-RTS van 0 of 1 (allen met stompletsel). Dit zou ervoor kunnen pleiten om bij ongevallen met meer gewonden, waarbij de behandelingscapaciteit beperkt is, bij dergelijke patiënten niet over te gaan tot reanimatie. Stockinger ZT et al. vonden geen overlevenden bij penetrerend letsel en minder dan 1% overleving bij alle andere letsels bij patiënten met een T-RTS = Deze bevindingen sluiten aan bij de richtlijnen voor het ter plaatse stoppen van de reanimatie van de National Association of Emergency Physicians (NAEP) en the American College of Surgeons Committee on Trauma in de VS. Volgens deze richtlijnen moeten slachtoffers met penetrerende letsels met een T-RTS score = 0 (combinatie van ademhalingsstilstand, geen bloeddruk en een Glasgow Coma Schaal van 3) beschouwd worden als overleden op de plaats ongeval. 23 Hier tegenover geven Pickens JJ et al. aan dat deze richtlijn niet moet worden opgevolgd totdat er grondige studies zijn uitgevoerd. In hun retrospectief cohort studie bleek 7,6 % van de patiënten die voldeden aan de richtlijnen om niet te behandelen levend het ziekenhuis verlieten. 24 Meer onderzoek is nodig om te bepalen bij welke categorie ongevalspatiënten reanimatie zinvol is. In onze studie heeft een langere duur tussen het ongeval en aankomst in het ziekenhuis niet geleid tot een hogere sterftekans bij alle onderzochte letsels. De factor tijd lijkt bij de prehospitale zorg van ernstige traumapatiënten van ondergeschikt belang te zijn. Dit komt overeen met de publicatie van Lerner die aantoonde dat na correctie voor ISS, patiëntenkarakteristieken en behandelingsaspecten er geen relatie was tussen de verstreken tijd vanaf het moment van het ongeval tot de aankomst in het ziekenhuis enerzijds met de sterfte kans anderzijds. 25 De conclusies van Lerner s studie en van ons onderzoek moeten echter met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Het betekent niet dat de gangbare regel in de Ambulancezorg om ter plaatse slechts noodzakelijke handelingen uit te voeren en vervolgens de patiënt snel naar het ziekenhuis te vervoeren ontmoedigd worden. Reanimatie op de plaats van het ongeval en op de afdeling SEH verschilt en wordt uitgevoerd door teams met verschillende expertise en training. Dit betekent dat het noodzakelijk is ernstige gewonde ongevalspatiënten zo snel mogelijk te presenteren in een traumacentrum. Voor de Ambulancezorg geldt dat eerst nader prospectief gerandomiseerd onderzoek duidelijkheid moet geven wat de beste werkwijze is. Onze bevindingen tonen aan dat de sterfte kans van traumapatiënten steeg bij een slechte orgaanperfusie. De base-excess, die daalt bij onvoldoende weefselperfusie 123
10 als gevolg van anaerobe verbranding, was significant lager bij de patiënten die overleden. Bij patiënten die overleden ten gevolge van verbloeding was de base-excess significant lager dan bij patiënten die overleden ten gevolge van schedel-/hersenletsel. Deze waarneming komt overeen met Kaplan et al. die hebben aangetoond dat de hoogte van het base-excess goed in staat is de overlevers te onderscheiden ten opzicht van de overledenen bij ernstig vaatletsel. 26 De kans op sterfte was lager bij een hoger hemoglobine gehalte bij aankomst op de afdeling SEH. Conclusie De sterftekans na presentatie van ernstig gewonde ongevalspatiënten in het ziekenhuis wordt vooral bepaald door de T-RTS, de leeftijd, eventueel geïsoleerd neurologisch letsel, de base-excess en het Hb. Schedelhersenletsel en verbloeding lijken de belangrijkste doodsoorzaken in de eerste 24 uur na het ongeval. De tijd die verstrijkt tussen ongeval en aankomst in het ziekenhuis lijkt niet van invloed op de sterftekans. 124
11 Literatuur 1. Cales RH, Trunkey DD. Preventable trauma deaths. A review of trauma care systems development. JAMA 1985; 254(8): Lerner EB, Moscati RM. The golden hour: scientific fact or medical urban legend? Acad Emerg Med 2001; 8(7): Davis JW, Kaups KL, Parks SN. Base deficit is superior to ph in evaluating clearance of acidosis after traumatic shock. J Trauma 1998; 44(1): Siegel JH, Rivkind AI, Dalal S, Goodarzi S. Early physiologic predictors of injury severity and death in blunt multiple trauma. Arch Surg 1990; 125(4): Davis JW, Kaups KL. Base deficit in the elderly: a marker of severe injury and death. J Trauma 1998; 45(5): Baker SP, O Neill B, Haddon W, Jr., Long WB. The injury severity score: a method for describing patients with multiple injuries and evaluating emergency care. J Trauma 1974; 14(3): Champion HR, Sacco WJ, Copes WS, Gann DS, Gennarelli TA, Flanagan ME. A revision of the Trauma Score. J Trauma 1989; 29(5): Teasdale G, Jennett B. Assessment of coma and impaired consciousness. A practical scale. Lancet 1974; 2(7872): Perdue PW, Watts DD, Kaufmann CR, Trask AL. Differences in mortality between elderly and younger adult trauma patients: geriatric status increases risk of delayed death. J Trauma 1998; 45(4): Hartman JAM, Lichtveld RA, Vries de GMJ, Wolde W.L.M. Landelijk Protocol Ambulancezorg. Zwolle: Stichting LAMP, Guzzo JL, Bochicchio GV, Napolitano LM, Malone DL, Meyer W, Scalea TM. Prediction of outcomes in trauma: anatomic or physiologic parameters? J Am Coll Surg 2005; 201(6): Davis JW, Mackersie RC, Holbrook TL, Hoyt DB. Base deficit as an indicator of significant abdominal injury. Ann Emerg Med 1991; 20(8): Davis JW, Kaups KL, Parks SN. Effect of alcohol on the utility of base deficit in trauma. J Trauma 1997; 43(3): Huerta S, Bui T, Porral D, Lush S, Cinat M. Predictors of morbidity and mortality in patients with traumatic duodenal injuries. Am Surg 2005; 71(9): Kincaid EH, Chang MC, Letton RW, Chen JG, Meredith JW. Admission base deficit in pediatric trauma: a study using the National Trauma Data Bank. J Trauma 2001; 51(2): Martin MJ, Weng J, Demetriades D, Salim A. Patterns of injury and functional outcome after hanging: analysis of the National Trauma Data Bank. Am J Surg 2005; 190(6):
12 17. Nirula R, Gentilello LM. Futility of resuscitation criteria for the young old and the old old trauma patient: a national trauma data bank analysis. J Trauma 2004; 57(1): Peterson DL, Schinco MA, Kerwin AJ, Griffen MM, Pieper P, Tepas JJ. Evaluation of initial base deficit as a prognosticator of outcome in the pediatric trauma population. Am Surg 2004; 70(4): Rutherford EJ, Morris JA, Jr., Reed GW, Hall KS. Base deficit stratifies mortality and determines therapy. J Trauma 1992; 33(3): Tremblay LN, Feliciano DV, Rozycki GS. Are resuscitation and operation justified in injured patients with extreme base deficits (less than -20)? Am J Surg 2003; 186(6): Rixen D, Raum M, Bouillon B, Lefering R, Neugebauer E. Base deficit development and its prognostic significance in posttrauma critical illness: an analysis by the trauma registry of the Deutsche Gesellschaft fur unfallchirurgie. Shock 2001; 15(2): Stockinger ZT, McSwain NE, Jr. Additional evidence in support of withholding or terminating cardiopulmonary resuscitation for trauma patients in the field. J Am Coll Surg 2004; 198(2): Hopson LR, Hirsh E, Delgado J, Domeier RM, Krohmer J, McSwain NE, Jr. et al. Guidelines for withholding or termination of resuscitation in prehospital traumatic cardiopulmonary arrest. J Am Coll Surg 2003; 196(3): Pickens JJ, Copass MK, Bulger EM. Trauma patients receiving CPR: predictors of survival. J Trauma 2005; 58(5): Lerner EB, Billittier AJ, Dorn JM, Wu YW. Is Total Out-of-hospital Time a Significant Predictor of Trauma Patient Mortality? Acad Emerg Med 2003; 10(9): Kaplan LJ, Kellum JA. Initial ph, base deficit, lactate, anion gap, strong ion difference, and strong ion gap predict outcome from major vascular injury. Crit Care Med 2004; 32(5):
13
14
De bruikbaarheid van de Triage-Revised Trauma Score in de Ambulancezorg
6 De bruikbaarheid van de Triage-Revised Trauma Score in de Ambulancezorg Samenvatting Doel Het doel van deze studie was het bepalen van de bruikbaarheid en de betrouwbaarheid van de Triage-Revised Trauma
Nadere informatieVerandering van de Triage-Revised Trauma Score tussen ongeval en aankomst ziekenhuis als voorspeller van sterfte
7 Verandering van de Triage-Revised Trauma Score tussen ongeval en aankomst ziekenhuis als voorspeller van sterfte R.A. Lichtveld, A.T.E. Spijkers, J.M. Hoogendoorn, I.F. Panhuizen, Chr. van der Werken
Nadere informatieSamenvatting hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 ttin a v n e m a S 0 1 k tu s fd o o 144
10 Samenvatting Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de impact van ongevallen met name op de Nederlandse samenleving, alsmede de achtergronden en vraagstellingen van de verschillende verrichte onderzoeken
Nadere informatieAmbulancezorg van ernstig gewonde ongevalslachtoffers: resulteert intensieve opleiding en toetsing in een beter resultaat voor de patiënt
5 Ambulancezorg van ernstig gewonde ongevalslachtoffers: resulteert intensieve opleiding en toetsing in een beter resultaat voor de patiënt R.A. Lichtveld, R. Adema, R.J. Brendel, Chr. van der Werken Nederlands
Nadere informatieR.A. Lichtveld, A.T.E. Spijkers, I.F. Panhuizen, H.R. Holtslag, Chr. van der Werken. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 7 oktober 2006;
9 Achtergronden en gevolgen van het missen van letsels in de Ambulancezorg bij ernstig gewonde ongevalspatiënten die vervoerd werden naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht, 1999-2000 R.A. Lichtveld,
Nadere informatie11 Algemene discussie
11 Algemene discussie Algemene discussie Ernstige ongevallen hebben grote gevolgen, niet alleen voor de slachtoffers maar ook voor de samenleving. Ambulancezorgverleners zijn meestal de eerste professionele
Nadere informatieKwaliteitsindicator ZIN multitrauma; achteraf is makkelijk praten
Kwaliteitsindicator ZIN multitrauma; achteraf is makkelijk praten Nancy ter Bogt PhD, epidemioloog 1 Danique Hesselink MSc, beleidsadviseur / onderzoeker 2 Mariska de Jongh PhD, klinisch epidemioloog 3
Nadere informatieIntroductie. Evaluatie van kwaliteitsaspecten van de Ambulancezorg
1 Introductie Evaluatie van kwaliteitsaspecten van de Ambulancezorg Inleiding Volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) overlijden in ons land jaarlijks ruim 5.000 personen ten gevolge van een
Nadere informatieWanneer is een circulatie slecht?
Wanneer is een circulatie slecht? Prof. Dr. J.G. van der Hoeven Afdeling Intensive Care UMC St Radboud Venticare 2010 1 Analyse Inotropicum Vaatverwijder Combinatie Geen actie Nee Is er een probleem met
Nadere informatieChapter 3 Samenvatting
SAMENVATTING Dit proefschrift beschrijft verschillende aspecten met betrekking tot de outcome van polytrauma patiënten, aan de hand van traumapatiënten in Nederland, Duitsland en Australië. Kennis van
Nadere informatieValgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]
Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;
Nadere informatieJoke Kieboom Kinderarts-intensivist. verdrinking circulatiestilstand met hypothermie onderzoek conclusie
Verdrinking Joke Kieboom Kinderarts-intensivist overzicht verdrinking circulatiestilstand met hypothermie onderzoek conclusie 1 Amsterdam 2002 definitie van verdrinking: het proces waarbij de ademhaling
Nadere informatieNeurotrauma : linksom of rechtsom? Prehospitale beslismomenten vanuit ambulanceperspectief. Marieke Bosman Ambulance verpleegkundige Gelderland-Zuid
Neurotrauma : linksom of rechtsom? Prehospitale beslismomenten vanuit ambulanceperspectief Marieke Bosman Ambulance verpleegkundige Gelderland-Zuid SPEERPUNTEN EARLY MANAGEMENT OF SEVERE TRAUMATIC BRAIN
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
* 137 Samenvatting Het doel van deze dissertatie was het beschrijven van lange termijn resultaten van ernstige tot zeer ernstige ongevalslachtoffers. Ernstig werd gedefinieerd als een letselernst van 16
Nadere informatieJaarrapport 2014 Traumaregistratie
Jaarrapport 2014 Traumaregistratie 2 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Algemeen... 8 Aantal traumagevallen... 8 Patiëntkarakteristieken... 10 Geslacht...10 Leeftijd...10 Prehospitaal... 11 Verwijzer naar SEH...11
Nadere informatieNederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.
Nadere informatieoutcome kinderreanimaties. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis. kinderreanimaties buiten het ziekenhuis
Ontwikkelingen in de outcome van Joke Kieboom kinderarts-intensivist UMC / Beatrix kinderziekenhuis Groningen outcome reanimaties ALS BLS reanimaties binnen het ziekenhuis e-cpr conclusies in westerse
Nadere informatieRapportage Traumaregistratie Januari 2008 t/m December 2012 Regio TraumaNet AMC
Rapportage Traumaregistratie Januari 2008 t/m December 2012 Regio TraumaNet AMC Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Algemeen... 5 Aantal traumagevallen... 5 Patiëntkarakteristieken... 6 Geslacht... 6 Leeftijd...
Nadere informatieKwaliteitsregistratie in de traumatologie. Prof. dr. Michiel H.J. Verhofstad, traumachirurg
Kwaliteitsregistratie in de traumatologie Prof. dr. Michiel H.J. Verhofstad, traumachirurg Kwaliteitsregistraties wat moet je er mee Kwaliteitsregistraties wat moet je er mee Kwaliteitsregistraties wat
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
Traumazorg in beeld Landelijke Traumaregistratie 8-12 Rapportage Nederland Voorwoord Mensen met lichamelijk letsel, zoals verkeersslachtoffers, hebben vaak direct professionele medische hulp nodig. Voor
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie
Nadere informatieBehandeling thoraxtrauma in het ziekenhuis. Pieter Hoogland AIOS chirurgie
12-12-2018 Behandeling thoraxtrauma in het ziekenhuis Pieter Hoogland AIOS chirurgie Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Nadere informatieJAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2015
JAARBEELD TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 215 TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie JAARBEELD TRAUMAZORG 215 Voorwoord Voor u ligt het Jaarbeeld 215
Nadere informatieWhat are we waiting for: doorlooptijden op de SEH
What are we waiting for: doorlooptijden op de SEH I.L. Vegting, N. Alam, K. Ghanes, O. Jouini, F. Mulder, M. Vreeburg, T. Biesheuvel J. van Bokhorst, P. Go, M.H.H. Kramer, G.M. Koole 2, P.W.B. Nanayakkara
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
Traumazorg in beeld Landelijke Traumaregistratie 29-213 Rapportage Nederland Voorwoord Mensen met lichamelijk letsel, zoals verkeersslachtoffers, hebben vaak direct professionele medische hulp nodig.
Nadere informatieVloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018
Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018 Wat weten we al? Tussen colloïdale- en kristallijne vloeistoffen bestaat niet veel verschil wat betreft belangrijke uitkomstmaten Dit
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieIs normothermie wel zo cool?
Is normothermie wel zo cool? Joyce Honcoop Circulation Practitioner i.o. M. Barnas Medisch begeleider M. Rigter Afdeling begeleider Intensive Care Ziekenhuis Amstelland, Amstelveen 2017-2019 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieRibfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015
Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Casus M: motorrijder versus ander voertuig, van motor gevlogen, helm losgeraakt I: verdenking hematothorax, hoofdwond
Nadere informatieAlcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael
Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:
Nadere informatieRelatie tussen specifieke depressieve symptomen en mortaliteit onder acuut opgenomen ouderen: de Hospital- ADL studie
Relatie tussen specifieke depressieve symptomen en mortaliteit onder acuut opgenomen ouderen: de Hospital- ADL studie Lucienne Reichardt Promovenda, AMC, afdeling ouderengeneeskunde Voetbalster Ajax vrouwen
Nadere informatieMassaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie
Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie Trauma en verbloeding Mondiaal: jaarlijks 6,5 miljoen trauma sterfgevallen In Nederland: Meest voorkomende oorzaak
Nadere informatieJAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2017
JAARBEELD TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2017 TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie JAARBEELD TRAUMAZORG 2017 Voorwoord De traumaregistratie heeft
Nadere informatieOutcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling
Outcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling Ellen Stikkelbroeck, Renal Practitioner i.o., VieCuri Venlo Inleiding Introductie CVVH in Venlo Onderzoek
Nadere informatieSAMENVATTING ONDERWIJSDAG PRESHOPITALE ZORG 2-4-2015
SAMENVATTING ONDERWIJSDAG PRESHOPITALE ZORG 2-4-2015 ZIROP SBAR I-GEL CPAP- FLOWSAFE T-POD VACUUM MATRAS LUNGULTRASOUND (CAT) TOURNIQUETTE (CAT) ZiROP Afspraken (convenant) tussen OLVG (en andere ketenpartners)
Nadere informatieGeautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc
Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc Jorrit Harms OSV: Dr. Kees van Boven Inhoud Achtergrond
Nadere informatieJaarrapport 2013 Traumaregistratie Regio TraumaNet AMC
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie Regio TraumaNet AMC Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Algemeen... 5 Aantal traumagevallen... 5 Patiëntkarakteristieken... 6 Geslacht... 6 Leeftijd... 6 Relatie leeftijd en
Nadere informatiePre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt).
Pre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt). D. Ali, MJ. Fokkert, RJ. Slingerland, R. Tolsma, A. Mosterd, M. Ishak, F. Van Eenennaam, K. Bruheim, J.M. ten Berg, A.
Nadere informatieInvasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS
Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal
Nadere informatieEarly trauma care for the severely injured
Early trauma care for the severely injured Identification, communication and optimization Academisch proefschrift van Annelieke M.K. Harmsen Nederlandse samenvatting Sinds de introductie van het eerste
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
Traumazorg in beeld Landelijke Traumaregistratie 28-212 Acute Zorg Netwerk Noord Nederland Voorwoord Mensen met lichamelijk letsel, zoals verkeersslachtoffers, hebben vaak direct professionele medische
Nadere informatieMinor head injury, a minor problem? Crispijn van den Brand SEH-arts MCH-Bronovo. Crispijn van den Brand Emergency Physician
Minor head injury, a minor problem? Crispijn van den Brand SEH-arts MCH-Bronovo Crispijn van den Brand Emergency Physician 1 Inhoud Definitie en epidemiologie LTH/TBI Risicostratificatie licht traumatisch
Nadere informatieJAARBEELD. TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2016
JAARBEELD TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 216 TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLAND Overzicht uit de regionale traumaregistratie JAARBEELD TRAUMAZORG 216 Voorwoord Dit is alweer het derde jaarbeeld
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
Traumazorg in beeld Landelijke Traumaregistratie 29-213 TraumaNet AMC Voorwoord Mensen met lichamelijk letsel, zoals verkeersslachtoffers, hebben vaak direct professionele medische hulp nodig. Voor deze
Nadere informatieTraumatisch hersenletsel bij kinderen. Maayke Hunfeld
Traumatisch hersenletsel bij kinderen Maayke Hunfeld 08-03-2017 Traumatisch (schedel)hersenletsel Definitie THL: Hersenletsel ontstaat door een oorzaak buiten het lichaam. Van buitenaf wordt een kracht
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieSepsis. Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige
Sepsis Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige Inhoud Inleiding Sepsis Behandeling sepsis Hemodynamiek bij sepsis Onderzoek Resultaten
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.
Nadere informatieDe praktijk van deferred consent bij spoedeisend onderzoek
De praktijk van deferred consent bij spoedeisend onderzoek dr Erwin J.O. Kompanje Universitair docent klinische ethiek Klinisch ethicus Intensive care geneeskunde Het effect van wel/niet gebruik van Deferred
Nadere informatieErytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk.
Erytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk. Amerik de Mol Kinderarts-neonatoloog Albert Schweitzer ziekenhuis 1 e Symposium Regionale Neonatologie Inhoud Cochrane review Eén review, één richtlijn?
Nadere informatieNederlandse Samenvatting. Chapter 5
Nederlandse Samenvatting Chapter 5 Chapter 5 Waarde van MRI scans voor voorspelling van invaliditeit in patiënten met Multipele Sclerose Multipele Sclerose (MS) is een relatief vaak voorkomende ziekte
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieVoorspellende factoren van functionele beperkingen na ernstig letsel*
Onderzoek Voorspellende factoren van functionele beperkingen na ernstig letsel* Akkie N.Ringburg, Suzanne Polinder, Ewout W. Steyerberg, Esther M.M. van Lieshout, Peter Patka, Ed F. van Beeck en Inger
Nadere informatieTriage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Nadere informatieInventarisatiestudie naar de behoefte aan assistentie door het
Inventarisatiestudie naar de behoefte aan assistentie door het Mobiel Medisch Team in de avond en nacht A.N. Ringburg, M.C.P. van Ierland, R. Froklage, P. Patka, I.B. Schipper Auteurs: Drs. A.N. Ringburg,
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
Traumazorg in beeld Landelijke Traumaregistratie 29-213 Acute Zorg Netwerk Noord Nederland Voorwoord Mensen met lichamelijk letsel, zoals verkeersslachtoffers, hebben vaak direct professionele medische
Nadere informatieBIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG
BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG Airway en CWK-immbolisatie, Breathing, Circulation, Disability en Exposure (5 protocollen) Wervelkolom indicaties fixatie en bevrijding (2 protocollen) Triage en keuze
Nadere informatieExamen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008
Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer
Nadere informatieLichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard
Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten Willem Looijaard Disclosures Baxter Fresenius-Kabi 2 Dhr. X. Datum Spier 13 / 03 156,7 cm 2 21 / 03 154,2 cm 2 31 / 03 146,8 cm 2 05 / 04 136,3 cm 2 20
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
TRAUMAZORG IN BEELD Landelijke Traumaregistratie 27-211 Acute Zorg Netwerk Noord Nederland Voorwoord Voorwoord Traumazorg Nederland in beeld Ongevalpatiënten binnen de juiste tijd, op de juiste plaats
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
TRAUMAZORG IN BEELD Landelijke Traumaregistratie 27-211 Netwerk Acute Zorg Limburg Voorwoord Traumazorg Nederland in beeld Ongevalpatiënten binnen de juiste tijd, op de juiste plaats de juiste zorg bieden
Nadere informatieInformatieblad voor deelnemers gedurende opvolging. De CENTER-TBI studie
Informatieblad voor deelnemers gedurende opvolging De CENTER-TBI studie Tijdens de acute fase na uw ongeval, heeft u deelgenomen aan een multicenter onderzoek, gefinancierd door de Europese unie (The Collaborative
Nadere informatieVoorschriften Radboudumc 5.13 versie 5 Definitief / okt Opname- en ontslagcriteria voor volwassenen op IC/MCafd.
Documentgebied: Document: Status: Titel: Voorschriften Radboudumc 5.13 versie 5 Definitief / okt 2016 Autorisator: Beheerder Auteur: Beheerder Opname- en ontslagcriteria voor volwassenen op IC/MCafd. En
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Samenvatting In de diagnose en prognose van hartfalen hebben B-type Natriuretisch Peptide (BNP) en N-terminaal probnp (NT-proBNP) in de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Tegenwoordig
Nadere informatieGewondenspreidingsplan 2013
Gewondenspreidingsplan 2013 Versie: december 2013 vastgesteld in ROAZ Groningen, Friesland en Drenthe Gewonden spreidingsplan per 1 januari 2013. Inleiding Na zo n 10 jaar is het gewondenspreidingsplan
Nadere informatieInhoud. Inleiding (2) Inleiding (1) Inleiding (4) Inleiding (3)
Inhoud van mensen met een dwarslaesie tot 5 jaar na ontslag uit eerste klinische revalidatie Rutger Osterthun, AIOS De Hoogstraat Revalidatie MW Post, FWA Van Asbeck, CM Van Leeuwen, CF Van Koppenhagen
Nadere informatieVerpleegkundig onderzoek van het kind
Verpleegkundig onderzoek van het kind April 2016 Conny Alewijnse Kindertijd Periode van veranderingen Verschillen ontwikkelingsstadium Andere en anders verlopende ziektebeelden Reactie op ziekte en trauma
Nadere informatieInleiding. Arbeidsintegratie op rolletjes? Doel onderzoek. Participanten. Variabelen. Rolstoel capaciteit (1)
Arbeidsintegratie op rolletjes? Judith van Velzen Christel van Leeuwen, Sonja de Groot, Luc van der Woude, Willemijn Faber & Marcel Post 25 maart 2011 Inleiding Werk heeft positieve invloed op kwaliteit
Nadere informatieRegistratiejaren: Regio: TraumaNet AMC Registratiejaar: november Jaarrapport Traumaregistratie Regio TraumaNet AMC
Registratiejaren: 2011 2015 Regio: TraumaNet AMC Registratiejaar: november 2016 Jaarrapport Traumaregistratie 2011 2015 Regio TraumaNet AMC 2 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Algemeen... 7 Aantal traumagevallen
Nadere informatieTechnische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving
Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale
Nadere informatiePrehospitale zorg aan polytraumapatiënten in Nederland. Rob A. Lichtveld
Prehospitale zorg aan polytraumapatiënten in Nederland Rob A. Lichtveld Prehospitale zorg aan polytraumapatiënten in Nederland Evaluatie van kwaliteitsaspecten van de Ambulancezorg ISBN-10 90-393-4420-5
Nadere informatieIdentification of senior at risk (ISAR)
Identification of senior at risk (ISAR) McCusker, J., Bellavance, F., Cardin, S., Trepanier, S., Verdon, J., and Ardman, O. (1999) "Detection of Older People at Increased Risk of Adverse Health Outcomes
Nadere informatieDissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC
Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma Fanny Vuik Keuze Coassistent IC 17-09-2014 Inhoud. Casus Epidemiologie Indeling Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Conclusie Casus Man, 32 jaar.
Nadere informatieNiet reanimeren beleid. Grande Conference Verona, september 2012 Lodewijk Keeris, internist-intensivist
Grande Conference Verona, september 2012 Lodewijk Keeris, internist-intensivist Inhoud presentatie Behandelbeperkingen Reanimatie en outcome/getallen Out-of-hospital Factoren van invloed op de outcome
Nadere informatierapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers
rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatierapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers
rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid
Nadere informatieStandard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep
Standard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep SMR s per specifieke diagnosegroep 2015-2017 De Standard Mortality Ratio s (SMR) geeft per
Nadere informatieSamenvatting 129. Samenvatting
Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
TRAUMAZORG IN BEELD Landelijke Traumaregistratie 2007-2011 Rapportage Nederland Voorwoord Traumazorg Nederland in beeld Ongevalpatiënten binnen de juiste tijd, op de juiste plaats de juiste zorg bieden
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Glasgow Coma Scale (GCS) 23 maart 2012 Review: Invoer: Sandra Joeris E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieTo ventilate or not to ventilate, that s the question
To ventilate or not to ventilate, that s the question Prof Jan Bakker Afdelingshoofd Intensive Care Volwassenen jan.bakker@erasmusmc.nl VRAAG Opname op Intensive Care? JA Kan ik nog niet zeggen Doet opname
Nadere informatieChapter 11. Nederlandse samenvatting
Chapter 11 Nederlandse samenvatting 181 182 Sinds de introductie van het eerste Mobiel Medisch Team (MMT) is er veel discussie geweest over de toegevoegde waarde van een MMT en de geavanceerde therapeutisch
Nadere informatieDialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie. Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam
Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam 13-5-2009 Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding onderzoek Doelstelling en onderzoeksvragen
Nadere informatieInhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox
van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox Bram Ramaekers Bianca de Greef KEMTA Masterclass Inhoud Data Kaplan-Meier curve Hazard rate Log-rank test Hazard ratio Cox regressie
Nadere informatieAnalyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek
Analyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud De relatie tussen ph en [H + ] ionen 300 250 [H + ] nmol/l 200 150 100 50 0 6,4 6,6 6,8 7 7,2 7,4 7,6 7,8 ph
Nadere informatieEarly Warning & Rapid Response Systems
Early Warning & Rapid Response Systems in search of the holy grail Dr. Joris Fuijkschot Algemeen kinderarts Symposium MUMC+ 22 oktober 2015 inhoud Wat weten we? Trends in outcome kinderreanimatie Wat doen
Nadere informatieLandelijke Traumaregistratie
Traumazorg in beeld Landelijke Traumaregistratie 29-213 Netwerk Acute Zorg Zwolle Voorwoord Mensen met lichamelijk letsel, zoals verkeersslachtoffers, hebben vaak direct professionele medische hulp nodig.
Nadere informatiecijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011
cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 211 Sterfte bij vrouwen en mannen Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke oorzaak van overlijden
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieSummary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
Nadere informatieBerekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016
70 kg Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 Voedingstoestand Daling van het gewicht (BMI) en ALSFRS-R gerelateerd, wijst
Nadere informatieKwetsbaarheid na bezoek huisartsenpost
Kwetsbaarheid na bezoek huisartsenpost Onderzoek TOPICS-MDS A. BLOEMHOFF, K. SMULDERS, Y. SCHOON, R. AKKERMANS, K. VAN DEN BERG, S. BERBEN Beeld: https://pulmoncology.roche4professionals.nl/hagaziekenhuis-biedt-zorg-op-maat-voor-de-kwetsbare-oudere-pati%c3%abnt-met-longkanker
Nadere informatierapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014
rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid
Nadere informatieIs er een leven na reanimatie? Maayke Hunfeld, kinderneuroloog Jasmijn Harpman, masterstudent Corinne Buysse, kinderintensivist
Is er een leven na reanimatie? Maayke Hunfeld, kinderneuroloog Jasmijn Harpman, masterstudent Corinne Buysse, kinderintensivist Pediatrisch out of hospital cardiac arrest (OHCA) 9 per 10.000 kinderen per
Nadere informatieRegionale traumaregistratie ZICHT OP DE ONGEVALSPOPULATIE EN DE TRAUMAZORG
Regionale traumaregistratie ZICHT OP DE ONGEVALSPOPULATIE EN DE TRAUMAZORG Leontien M. Sturms, J.P.M. (Pien) Hoogeveen, Peter E. Schenck en Peter A. van Luijt Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd.
Nadere informatieWat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis
Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne
Nadere informatieCHAPTER 12. Samenvatting
CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten
Nadere informatieDeze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.
Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.
Nadere informatieBloedgassen. Homeostase. Ronald Broek
Bloedgassen Homeostase Ronald Broek Verstoring Homeostase Ziekte/Trauma/vergiftiging. Geeft zuur-base en bloedgasstoornissen. Oorzaken zuur-base verschuiving Longemfyseem. Nierinsufficientie Grote chirurgische
Nadere informatie