FINANCIËLE DECENTRALISATIE EN VERSTERKING VAN HET DISTRICTSBESTUUR IN SURINAME

Transcriptie

1 1 Decentralisatie SURINAME MINISTERIE VAN REGIONALE ONTWIKKELING Projectinformatie (Projectinfodocument I) IDB - PROJECT DECENTRALIZATION AND LOCAL GOVERNMENT STRENGTHENING PROGRAM FINANCIËLE DECENTRALISATIE EN VERSTERKING VAN HET DISTRICTSBESTUUR IN SURINAME Een uitgave van Project Preparation Team (PPT) 30 APRIL 1999 PPIU-Office: Anton Dragtenweg 208, Paramaribo, phone , fax , viarecta@cq-link.sr 1

2 2 INHOUDSOPGAVE I. ALGEMENE PROJECTINFORMATIE 3 II. HET EERSTE PROFIEL VAN HET DECENTRALISATIE PROGRAMMA 4 III. OVERZICHT ACTIVITEITEN 10 IV. INVENTORY ROAD NETWORK 12 V. INTER GOVERNMENTAL FISCAL REFORM 13 VI. LOCAL GOVERNMENT CAPACITY BUILDING 17 VII. DE FISCALE DECENTRALISATIE IN SURINAME (Een nieuwe financiële verhouding tussen de staat en de districten in wording) 22 2

3 3 I. ALGEMENE PROJECTINFORMATIE IDB-Project: : Decentralization and Local Government Strengthening Program Doel : om de districten: a) eigen budgettaire bevoegdheden te geven, b) eigen inkomen te garanderen en c) het bestuursapparaat zodanig te versterken dat de districten - financieel en organisatorisch- het management van de autonome taken zullen kunnen uitvoeren Project Nummer : SU-0019 Country Team : Leider: Robert Daughters; overige teamleden: Jacob Greenstein, Jorge Febres, gezeteld in het Hoofdkwartier IDB te Washington D.C./USA Lener : De Surinaamse Overheid Uitvoerend Ministerie : Ministerie van Regionale Ontwikkeling Verantwoordelijke Minister : Mw Yvonne Raveles - Resida Financieringsplan : Lener : US$ 1.3 million Inter-American Development Bank (IDB) : US$ 3 million Total : US$ 4.3 million Project Preparation Team (PPT) : Coordinator: Mr. B. Ahmadali Project Implementation Unit geassisteerd door: a) part time locale experts zoals: civiel ingenieur, fiscaal-econoom, bedrijfseconoom, fiscaal jurist. b) internationale experts op het gebied van fiscale decentralisatie, infrastructuur, financieel management en capacity building Start datum : 15 november 1998 Periode PPT (1e fase PPF) : 15/11/98-15/4/200; 15/4/ juli 2000 Coordinator Ministerie van Regionale Ontwikkeling : Drs. Paul Rogers Coordinatoren Ministerie van Financien: Directie Belastingen : Mw Mr. Rinia Terborg Algemeen Directoraat : Mr. R.W. Braam Regeringsstandpunt: Twee citaten van de President van de Republiek Suriname, Drs. J.A. Wijdenbosch (uit het Verslag van een bespreking van de President met alle Ministers, Ambassadeurs en Districts Commissarissen op 18 december 1998 op zijn Kabinet) 1. De huidige grondwet van Suriname gaat evenwel uit van een gedecentraliseerde eenheidsstaat, terwijl de praktijk aangeeft dat Suriname een gecentraliseerde staat is. De hele bestuursvorm is in strijd met de grondwet, vandaar dat decentralisatie van bestuur hoge prioriteit heeft 2. Ontwikkeling van een district is en blijft een onderdeel van de Nationale Ontwikkeling. Het beleid van de districten moet gericht zijn op het nationaal beleid. Onderdelen die specifiek te maken hebben met het district zullen autonoom worden uitgevoerd, terwijl de rest een samenspel wordt tussen de verschillende bestuurslagen van het complementair bestuur Historisch: 1961 : Regering Emanuels: dient een Ontwerp-Landsverordening betreffende invoering Districtsraden in bij de toenmalige Staten van Suriname; 1969 :Regering Sedney-Lachmon: stelt het Ministerie van Districtsbestuur en Decentralisatie in en dient een nieuw Ontwerp-Landsverordening in; : Regeringen Chin A Sen, Nijhorst, Alibux, Radhakishun en Wijdenbosch: introduceren in de districten de volksstructuren (volkscomite s, ressortbesturen, ressortraden, districtsraden, districtskabinetten) op basis van de participatie-representatie-democratie-gedachte 1987: : Regering Shankar: voert de Wet op Regionale Organen (SB 1989/44) in; : Regering Wijdenbosch/Radhakishun: realiseert bereid met IDB voor de invoering van de fiscale decentralisatie in het streven om de districten autonomie te geven als een belangrijke fase in het decentralisatieproces. 3

4 4 II. HET EERSTE PROFIEL VAN HET DECENTRALISATIE PROGRAMMA *) ACHTERGROND De overheid van Suriname heeft een verzoek gericht aan de IDB ter versterking van de institutionele en financiële bevoegdheden van de lokale overheid, alsmede het hervormen van het wetgevend en regulerend kader, waarbinnen de lokale overheid fincieel autonoom kan functioneren. Onder de huidige wetgeving is de opnebare sector in Suriname sterk gecentraliseerd. De ministeries en parastatale bedrijven hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de levering van basisdiensten. Een sleutelministerie in deze is het Ministerie van Regionale Ontwikkeling, welke verantwoordelijk is voor de functionering van de lokale overheid en alszodanig belast is met de verzorging van diensten in de districten, zoals het onderhoud van secundaire en tertiaire wegen, afwateringssystemen, vuilophaaldiensten en openbare markten. Territoriaal is Suriname verdeeld in 10 districten, welke in grootte variëren van inwoners (Coronie) naar inwoners (Paramaribo). De administratieve structuur van het Districtsbestuur is elementair. In de uitvoeringssfeer is elk district voorzien van een benoemde Districts-Commissaris. De Districts-Commissaris beschikt over een klein budget, dat door het Ministerie van Regionale Ontwikkeling beschikbaar wordt gesteld. Dit budget houdt de relatie centrale en lokale overheid in stand, zo ook het districtsapparaat om het Ministerie van Regionale Ontwikkeling te assisteren bij het uitvoeren van haar openbare taken in de districten. De Districts-Commissaris was tot de invoering van de Districtsraden in 1989 de enige lokale autoriteit. De Districts raad heeft als voorzitter de Districts-Commissaris. De Districtsraad heeft de regelgevende, budgettaire en controlerende taken. Ondanks de invoering van de Districtsraad, is de fiscale autonomie erg elementair. De lokale overheid heeft geen verantwoordelijkheden om inkomsten voor het district te genereren en ook geen verantwoordelijkheden om eigen begrotingen op te stellen en uit te voeren. De centrale overheid geeft weinig of geen compensatie voor het gemis aan genereren van eigen opbrengsten aan de lokale overheid. SECTOR STRATEGIE EN UITEENZETTING VAN ACTIE VAN DE (IDB) BANK De overheid van Suriname wil het decentralisatieproces krachtig aanpakken, waarbij de lokale overheid fiscaal en institutioneel wordt versterkt, zodat de lokale overheid initiatieven kan nemen en verantwoordelijkheid kan dragen. Gelet op het laag niveau van fiscale autoriteit en institutionele capaciteiten bij de lokale overheid, alsmede de beperkte ervaring van de overheid op dit gebied, is begrepen dat het uiteindelijk doel slechts stapsgewijs kan worden bereikt. Gelet op het bovenstaande, stelt de overheid een verkennende operatie voor bankfinanciering voor. Beperkt tot een uitvoering van twee jaar, zal de operatie zich richten op de basistaken, hervorming van het fiscaal beleid en de invoering van systemen gericht op lokale planning en financiële management, zodat de lokale overheid een actievere rol kan vervullen in het verlenen van publieke diensten. In de eindfase van het project moet de overheid van Suriname kunnen anticiperen op een volwaardig geimplementeerd financieel stelsel om eigen investeringsprojecten en ontwikkelingsactiviteiten te kunnen voorbereiden en uitvoeren. De landenstrategie in Suriname van de Bank, zoals gedefinieerd in het 1997-Memorandum, identificeert vier belangrijke uitdagingen voor ontwikkeling: consolidatie van macro-economische stabiliteit, verbeteren van de omgeving voor de particuliere sector, verbeteren van het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en het milieu en modernisering van het overheidsapparaat. In het laatste geval vraagt het Memorandum speciale aandacht voor de hoge mate van centralisatie bij de overheid, waarbij er weinig ruimte is voor de lokale overheid om inkomsten te genereren. Voor dit geval geeft het programma antwoord hoe er een bijdrage kan worden geleverd aan de modernisering c.q. verbetering van het overheidsapparaat en vermindering van afhankelijkheid van de centrale overheid. *) Profile 1, Nov. 23,1998 4

5 5 DOEL VAN HET PROGRAMMA EN BESCHRIJVING De voornaamste doelen van het programma zijn: het toekennen van wettelijke bevoegdheden aan de districten om eigen inkomsten te genereren en eigen begrotingen te kunnen voorbereiden en uitvoeren (budgetary and expenditure authority); het versterken van het districtsapparaat, zodat de districten hun eigen investeringsprojecten kunnen voorbereiden en uitvoeren (capacity building); het klaarmaken van pre-investeringsprojecten op het gebied van de rehahabilitatie en onderhoud van de zandwegen, alsook het voorbereiden van een follow up investeringsprogramma voor alle 10 Districten op velerleid gebieden. Om op deze doelen te kunnen richten, zal het programma mede de vorm hebben van een verkenningsprogramma, uitgevoerd binnen een tijdsbestek van twee jaar. Er zullen 3 of 4 Districten worden geselecteerd voor de samenstelling en toepassing van een basis pakket van institutionele management systemen voor de lokale overheid in Suriname. Het project zal naar schatting US$ 4.3 miljoen kosten, inclusief een Bankfinanciering van US$ 3. Het project wordt uitgewerkt langs 4 actielijnen: 1. Hervorming inter-gouvernementeel fiscaal beleid Dit houdt beleidshervormingen in, waarbij de lokale overheid de mogelijkheid wordt geboden om fiscale verantwoordelijkheden te dragen. 2. Het invoeren van basis systemen en stelsels op districtsniveau Een basis pakket aan stelsels en financiele mechanismen zal worden ontworpen, gericht op inkomsten genererende sytemen, begrotings-en financieel beheer, controle systemen, versterking van human resource aen manaegement. 3. Voorinvestering voor de tweede fase operatie Tijdens de formulering van haar strategische plannen zullen de districten in de gelegenheid worden getseld om 2 kleine investeringsprojecten uit te voeren: een, betreffende rehabilitatie -en een, betreffende het onderhoud van secundaire en tertiaire zandwegen. Het Decentralisatie programma zal voor financiering van deze projecten zorgdragen om de civieltechnische diensten in de districten on the job training te geven en hen zodoende in staat te stellen zelf kleine investieringsprojecten uit te voeren. 4. Management van het programma De Technische dienst van het Ministerie van Regionale Ontwikkeling zal worden versterkt om het Ministerie bij de uitvoering van projecten in de districten te assisteren. Middelen worden door het programma beschikbaar gesteld voor personeel en materiaal om deze Dienst te ondersteunen. Middelen worden eveneens beschikbaar gesteld voor het monitoren en evalueren van de ingevoerde institutionele technieken alsmede voor het ontwerpen en opstarten van lange termijn institutionele mechanismen ter uitvoering van de tweede fase van het programma. ERVARING VAN DE BANK EN OVERIGE DONOREN De Bank heeft geen eerdere ervaringen opgedaan met de lokale overheid in Suriname. Dit geldt eveneens voor andere donoren met uitzondering van de Nederlandse overheid. Gelet op de huidige betrekking tussen beide landen wordt er geen verdere assistentie verwacht in de toekomst. De Bank geeft momenteel technische assistentie aan de Surinaamse overheid op het gebied van de belastingadministratie. Tevens is zij ook bezig met andere studies in Suriname. HET VRAAGSTUK Onder de huidige wetgeving heeft het Districtsbestuur weinig financiele bevoegdheid met betrekking tot eigen inkomsten en uitgaven van het district. Zonder een minimum pakket aan bevoegdheden 5

6 6 op het gebied van eigen inkomsten en uitgaven, zullen de districten niet in staat zijn op de voordelen van dit programma in te spelen. Gelet hierop, zijn de Ministeries van Regionale Ontwikkeling en Financiën gestart met de bestudering van alternatieve korte termijn scenario s voor versterking van de lokale opbrengsten en overdracht van bevoegdheden met betrekking tot de uitgaven. De huidige zwakheden van het overheidspersoneel heeft niet alleen effecten op de uitvoering van de werkzaamheden van het Ministerie van Regionale Ontwikkeling, maar heeft ook zijn effect op de districten bij d eformulering en uitvoering van hun strategische plannen. Daaom zal dit programma zorgdragen voorde financiering van externe deskundigen om het locale team van de centrale overheid te technisch bijstand te verlnen bij de voorbereiding en uitvoering van het project. STATUS EN VOORLOPIGE ACTIEPLANNEN Met de assistentie van de door de Bank gefinancierde adviseurs is er onlangs een studi egedaan van de lokale overheid. Een identificatie missie van de Bank heeft in de periode van maart tot september 1998verschillende bezoeken aan Suriname gebracht, waavan het resultaat in dit profie is vastgelegd (Profile I)l. Als resultaat van de September-Mmissie is een project team, bestaande uit lokale adviseurs, samengesteld. Dit team, staat het Ministerie van Regionale Ontwikkeling bij bij de uitvoering van het programma. Dit team, t.w. het Project Preparation team (PPT), heeft met assistentie van internationale adviseurs een voorstudie verricht, gericht op het verzamelen van informatie voor het samenstellen van profile II ten behoeve van het vervolgprogramma. HET DECENTRALISATIE PROGRAMMA (nadere toelichting en uitwerking van profiel I) Het gezamenlijk doel van het Ministerie van Regionale Ontwikkeling c.q. de Regering van Suriname en de Inter-American Development Bank (IDB) is : het formuleren en implementeren van: 1. een nationaal beleid voor de ondersteuning van de administratieve en wettelijke hervormingen, die noodzakelijk zijn voor de verzekering van de vereiste overdracht van budgettaire bevoegdheden inzake inkomsten en uitgaven aan de locale overheden (districten); 2. het invoeren van een districtenbelastingstelsel om eigen inkomen te genereren; 3. het versterken van het districtsapparaat/-organen, waarbij het gaat om reorganisatie, het ontwikkelen van nieuwe organisatievormen / instituten, management, vorming, opleiding en training van staf en personeel om de autonome taken te kunnen uitvoeren; 4. het doen van investeringen, die gericht zullen zijn op de financiering van uitgebreide drie-jaren programma s, inhoudende: a) onderhoud van het secondaire en tertiare wegennet met de daarin gelegen kunstwerken, alsmede het rehabiliteren van enkele meest deplorabele werken, b) drinkwatervoorziening en c) ophaal van huisafval. Kortweg: het in staat stellen van de locale overheden (de districtsorganen) om krachtens eigen fiscaal stelsel eigen middelen te kunnen genereren en garanderen, om krachtens budgettaire bevoegdheden eigen districtsbegroting van inkomen en uitgaven te kunnen maken en autonoom over de districtsmiddelen te beschikken ten behoeve van de districtshuishouding. KEUZES EN BEPERKINGEN 1. er is niet gekozen voor een grootse (integrale) aanpak; 2. er is niet gekozen voor alle districten tegelijk, maar als pilot voor de districten Nickerie, Saramacca, Wanica en Para; de expertise in deze districten wordt gebruikt voor de overige districten; 3. er is niet gekozen voor delegatie en deconcentratie van al de daarvoor in aanmerking komende tertiaire bevoegdheden en taken van alle departementen van algemeen bestuur, maar voor het verlenen van autonomie, zodat de districten naast de medebewindstaken ook taken, die direct 6

7 7 met de districtsbevolking te maken hebben, te kunnen initieren, begroten en om uit EIGEN INKOMEN te mogen uitvoeren. Wel draagt het Ministerie van Regionale Ontwikkeling de bevoegdheden en taken met betrekking tot het onderhoud van de secundaire -en tertiare wegen, distributie van drinkwater en ophaal van huisvuil volledig over; de juiste taakstelling tussen de centrale-en locale overheid wordt vooraf goed geregeld; 4. er is niet gekozen voor een top-down benadering, maar voor een bottum-up benadering, dus vanuit de basis (ressorten); 5. er is gekozen voor een periode van voorbereiding van 2 jaar; het jaar 1999 is het jaar van de voorstudie, analyses, beschrijven van het Programma en het verkrijgen van de goedkeuring, terwijl het jaar 2000 (de investeringsfase) is voorbehouden voor de implementatie van het Programma / Plan of Operation. In de pre-investeringfase (november 1998/april 1999) moesten de 3 Studies, waarlangs het IDB- Programma door Internationale Consultants is uitgewerkt, voltooid zijn, hetgeen ook gebeurd is. - de Studie over de FISCALE DECENTRALISATIE (districtsmiddelen, districtsbegroting van inkomen en uitgaven); - de Studie over de CAPACITY BUILDING (Management Systemen, District Staffing en Institutional Building) - de Studie over de PRE-INVESTMENT IN THE INFRASTRUCTURE (investeringsbehoeften voor de verbetering van de infrastructuur, gericht op de secundaire en tertiaire wegen) DISTRICTSMIDDELEN (INKOMEN) Een groot onderdeel van dit Meerjaren Decentralisatie Programma omvat in deze fase de studie over: a) De fiscale decentralisatie, waarbij het gaat om overdracht van bevoegdheden aan de locale overheid in de districten tot de inning van bepaalde belastingmiddelen (ter dekking van de algemene kosten), die bij uitstek bij de locale overheden thuis horen, zoals de huurwaardebelasting, vermakelijkheidsbelasting en de niet-belastingmiddelen, zoals: erfpachtscanon, grondhuuur, leges, zegelrecht, vuurwapenvergunningrecht en jachtrecht, marktvergunningen, autobusvergunning, visvergunningen, gedistilleerdrecht, bouwvergunningsrecht, (minor taxes), etc ter generering van eigen inkomen, en dit inkomen ook te beschermen en te garanderen; b) Inter-gouvernementele relatie tussen de centrale en de locale overheid, waarmee wordt bedoeld: de automatische overheveling van een deel van de Directe Belastingen (major taxes) naar de locale overheden volgens de methode van: - Tax Sharing: bijvoorbeeld: een bepaald percentage van de belastin, gaat terug naar het district waar het is ontstaan (belasting, retributies, rechten, heffingen op hout, goud, zand, grind, olie) - General Grants: bijvoorbeeld: 3% van een groep (pool) van de Directe Belastingen (invoerrechten, inkomsten-, loon-en dividendbelasting), wordt bij de inning direct en automatisch overgeheveld naar de districten volgens een bepaalde formule (formula base), rekening houdende met de sterkte van de bevolking, oppervlakte van het district, het sociale karakter van het district, omvangrijkheid van het districtsbudget voor de generering van eigen inkomen. c) De districten kunnen (in een latere fase na invoering van alle stelsels) ook meer eigen inkomen genereren met exploitatie van districtsbedrijven, eigen bezittingen en vermogen, boetes van verkeersovertredingen en van diverse andere wetten, milieuheffingen (rioolrechten, reinigingsrechten, en de afvalstofheffing), begrafenisrechten, marktgelden, bestemmingsheffingen en met toepassing van de zgn. Bettermentax/bestemmingsheffing (krachtens districtsverordening). d) Een ander belangrijk inkomen kunnen de districten verkrijgen door medewerking te verlenen aan de centrale overheid bij de uitvoering van hun taken (medebewind) in het district door een economisch beter verantwoorde wijze van aanpak aan te dragen (voordeel zowel voor de centrale als de lagere overheid.. 7

8 8 DISTRICTSBEGROTING VAN INKOMEN EN UITGAVEN Als eenmaal het districtsinkomen is gegarandeerd, dan heeft WEL zin om de Districtsbegroting te maken en uit te voeren, anders NIET. De samenstelling en inrichting van een districtsbegroting van inkomen en uitgaven, waarbij wordt gedacht aan de invoering van Finaciele Diensten in de districten met eigen begrotings en comptable zaken, betaaldienst en comptabiliteit, inspectie, ontvangkantoor en controle. Voor de controle op de districtsuitgaven blijven de Afdelingen Comptabiliteit en Clad van het Ministerie van Financien bevoegd, terwijl de werking van het controle systeem van de Rekenkamer eveneens ongewijzgd blijft. Bij de uitwerking van de financiele mechanismen op districtsnivo worden de modellen van de centrale overheid gehanteerd, aangezien het overheidspersoneel (ook in de districten) vertrouwd is met het huidig financieel comptabele systeem. MANAGEMENT SYSTEMEN, DISTRICT STAFFING EN INSTITUTIONAL BUILDING Betreft een algehele studie over het DISTRICTSBESTUUR op het gebied van organisatie en planning, wetgeving, bemensing (staf en personeel) en technische kwaliteiten. De belangrijke aspecten hierbij zijn: a) de functionaliteit van de organisatievormen in de districten en de ressorten (nivo, verantwoordelijkheid, controle mechanismen, overlapping van functies); b) management kwaliteiten en vaardigheden (bestaande strategische plannen, prioriteiten, gebreken in het wegenbeheer, gebreken in het interne controlesysteem); c) staf en personeel (beleid, trainingsactiviteiten, behoeften); handleidingen/manuals, modellen; d) technische voorzieningen (computer equipment / hardware / software, communicatiefaciliteiten, overige dringende behoeften, zoals renovatie kantoorfaciliteiten). INVESTERINGSBEHOEFTEN VOOR DE VERBETERINGVAN DE INFRASTRUCTUUR A: Het wegennet, de weglozing en de daarin gelegen kunstwerken (secundair en tertiair van aard). - onderzoek naar de organisatievorm met betrekking tot de huidige en toekomstige werkload, voor wat betreft staf, technische en management vaardigheden inzake wegenbeheer (planning, ontwerpen, constructie en onderhoud); - het evalueren van het wegennet, weglozing en kunstwerken (secundair en tertiair) in het veld (ligging, condities: goed, redelijk, slecht, zeer slecht, verkeersfrekwentie, afmetingen, nodige materiaal voor onderhoud, rehabilitatie, etc) - het aangeven van hetgeen nodig is in financieel en management opzicht voor het onderhoud in een periode van 3 jaar; - het maken van financieel-economische analyses van de kosten van de geinventariseerde infrastrukturele werken; - het voorbereiden van jaarplannen betreffende routinematig onderhoud; - het opmaken van een strategisch plan voor een gezamenlijke vergadering van de centrale overheid (de ministeries van RO en Financiën) met de districtsorganen. B: De overige infrastructurele faciliteiten Voorbereiden van een rapport om aan te geven wat precies moet worden gedaan met betrekking tot drinkwatervoorziening en drinkwaterdistributie in droge seizoenen, alsmede ophaal en verwerking van huisafval. TAAKVERDELING TUSSEN DE CENTRALE OVERHEDEN DE LOCALE OVERHEID De relatie, maar vooral de taakverdeling tussen de centrale overheid en de locale overheid is van grote invloed op de financiele verhouding, zoals eerder opgemerkt, en voorts op het bestuurlijke -en technische vlak, als op het gebied van controle en toezicht, etc., zoals; 8

9 9 a) de waarborging van de gedecentraliseerde eenheidsstaat, uniformiteit en continuiteit van bestuur De bedoeling is om het PROJECT PREPARATION TEAM (PPT), verbonden aan het Ministerie van Regionale Ontwikkeling te continueren als PROJECT IMPLEMENTATION TEAM (PIU) op weg naar de implementatie van het Programma. Gedacht wordt om dit team in de post-decentrale periode om te schakelen in een semi-overheidsinstelling voor het formuleren en ondersteunen van het ministerieel beleid en voor het verlenen van technisch bijstand aan de de districten op het gebied van infrastruktuur, bestuurszaken, planning, management, training, vorming en opleiding van staf en personeel. Een dergelijk instituut wordt ook van groot belang geacht voor het waarborgen van de gedecentraliseerde eenheidsstaat (het houden van controle en toezicht op de functionering van de locale overheden, alsmede het geven van richtlijnen ter wille van o.a. eenduidigheid en uniformiteit, als ook voor de bestendiging van de continuiteit van bestuur). b) de financiele controle van staatswege op de districtsuitgaven; Zoals eerder aangegeven, blijven de Afdelingen Comptabiliteit en Clad van het Ministerie van Financien bevoegd controle uit te oefenen op de financiele administratie van de districten, terwijl het controle systeem van de Rekenkamer van Suriname ongewijzigd blijft. c) de Departementen van Algemeen Bestuur, belast met staatszorg Er komt weinig of geen verandering in de wijze waarop de Departementen zijn vertegenwoordigd in het Districtsbestuur c.q. in de Districtskabinetten. Wel zal aandacht moeten worden besteed aan de capacity building (human resource/benoemingsbeleid / management). Elk Departement blijft verantwoordelijk voor haar deel van de staatszorg c.q. voor de uitvoering van nationale taken, waarbij desgewenst in het kader van medebewind de medewerking van de districten kan worden ingeroepen. Het Departement kan ook medebewindstaken aan de districten opdragen en daarbij de nodige middelen beschikbaar stellen. De districten kunnen ook middels aanvraag van autorisaties uit de nationale begroting een ministerie vragen bepaalde taken, waaraan het district prioriteit verleent, te helpen uitvoeren, De Departementen kunnen naar behoefte en gefaseerd in de toekomst bepaalde taken van tertiaire aard deconcentreren naar de locale overheden, zoals onderhoud van schoolterreinen, poliklinieken, landsgebouwen, lokaal openbaar vervoer, drinkwaterdistributie, ophaal van huisvuil etc., zodat het verantwoordelijk Departement ontlast wordt en inhoudelijk meer aandacht geeft aan de grote beleids (taken) zaken. Zoals eerder opgemerkt, is het de bedoeling dat het Ministerie van Regionale Ontwikkeling haar taken en bevoegdheden SLECHTS VOOR WAT BETREFT DE TAKEN, genoemd bij de punten h (vuilophaal), i (secundaire-en tertiaire civieltechnische werken) en j (markten) van het Staatsbelsuit TAAKOMSCHRIJVING DEPARTEMENTEN 1991 overdragen aan de districten (waarvoor er ook IDB-middelen vrijkomen). d) de rol van de centrale overheid bij de goedkeuring van de dstrictsbegroting. de goedkeuring van de Districtsbegroting door de Districtsraad en door De Nationale Assemblee en de bekrachtiging door de president van de Republiek Suriname. Via het Districtskabinet zijn alle (Lijn) ministeries betrokken bij de voorbereiding van de ressortplannen, districtsplannen en districtsbegrotingen. Ook De Nationale Assemblee komt aan te pas om uiteindelijk de Districtsbegroting goed te keuren en na Publicatie door de President van de Republiek Suriname bekrachtigd / verheven tot Districtsverordening. In discussie is de vraag of deze lange procedure niet verlammend zal werken op de uitvoering van de Districtsbegroting!. In de tussenfase van het decenrtalisatieprogramma zal worden geexperimenteerd de districten zelf te laten beslissen over hun eigen inkomen en over de voorbereiding en uitvoering van hun eigen districtsbegroting, uiterard onder strakke voorschriften van de Minister van Financien, zoals de Wet op Regionale Organen dat vooschrijft. 9

10 10 III. OVERZICHT ACTVITEITEN A. Project Identificatie: 24 maart tot 24 juli 1998: In deze periode zijn er 3 studies verricht door internationale consultants in samenwerking met een counterpart team op het Ministerie en is het project langs 3 lijnen uitgewerkt: 1. Intergovernmental Fiscal Relation Component (J.K. Rosengard); 2. Local Government Capacity Building (Florian Steinberg); 3. Local Infrastructure Investment Financing (Rolf Daudgardt). B. Projectvoorbereiding (Project Preparation): 15 october 1998 tot 01 mei 1999 In deze periode zijn de volgende activiteiten ontplooid c.q. resultaten bereikt: Instelling van een Project Preparation Team (PPT) met als coordinator MR. B. Ahmadali, die in close cooperation met internationale en nationale experts en de ministeries van Regionale Ontwikkeling en Financien het volgende heeft bereikt: 1. november/december 1998: voorlopig rapport: INTERGOVERNMENTAL FISCAL REFORM en Capacity Building (Luiz Villela, Internationale Fiscaal-econoom, verbonden aan de Local Government van Rio de Janeiro in Brazilie) 2. maart/april 1999: eind rapport: INTERGOVERNMENTAL FISCAL REFORM. In dit rapport van Luiz Villela zijn de hoogte van de uitgaven in de 4 pilot districten Nickerie, Saramacca, Wanica en Para uitgewerkt; ook zijn de voor de districten inkomsten genererende bronnen aangegeven, die moeten zorgen voor een sluitende districtsbegroting; deze bronnen zijn: de huurwaardebelasting, de inkomsten uit retributies, boetes en heffingen, canon en grondhuur, gebruikers en concessie fees, betterment tax, general grant op formula base, tax sharing, special transition grants; dit rapport toont aan dat de fiscale decentralisatie in Suriname feasible is; 3. januari 1999: Rapport: FISCALE DECENTRALISATIE IN SURINAME (Mr. B. Ahmadali, Project Coordinator) voorbereid ten behoeve van de Regering van Suriname. Dit rapport beoogt een algemeen beeld te schetsen en een bijdrage te leveren aan het innemen van uniforme standpunten en helpen formuleren van het Decentralisatie Programma van de Regering en de Inter American Development Bank. Hierin is o.a. in een samenhangend verband (historisch perspectief en rechtsvergelijkend) uitgewerkt: ervaringen op het gebied van zelfbestuur, medebewind en autonomie (districten, waterschappen en dorpsgemeenten), de taakverdeling tussen de centrale overheid (stelt kader warbinnen andere overheden hun taken uitvoeren) en de lokale overheid (belast met taken die dicht bij de burger liggen), de eigen inkomsten (own revenues): districtsbelastingen en gebruikersbijdragen, inkomsten uit districtsbedrijven en eigen bezittingen en vermogen, de algemene uitkering van staatswege op formule basis (general grant), tax sharing (een deel van de belasting/heffing gaat terug naar het district waar het is ontstaan), aanvullende uitkering voor sociaal zwakkere districten (special transistion grants), specifieke uitkeringen voor uitvoering van medebewindstaken. 4. februari 1999: Rapport: LOCAL GOVERNMENT CAPACITY BUILDING (Oscar Rodrigues, internationaal expert, ex- city manager uit Texas/USA). In dit rapport word aandacht gegeven aan o.a. staffing en management van het PPT/PIU (Project Preparation and Implementation Unit = PPIU), geintegreerd werkplan met time table betreffende de onderwerpen: PPIU-strategic plan, wettelijke hervormingen, ontwerp programma en PPIU-training, versterking van het districtsapparaat op het gebied van districtsbelastingen en heffingen, alsmede eigen kadaster, beleid gericht op financieel management, personeel management, communicatie tussen bestuur en burger, alsmede volksparticipatie, communicatie openbaar bestuur en marketing programma, Public Decission-making Progress, strategic implementation plan voor de districtsraden, aanhuren van districtsmanagers, overgangsregeling overheidspersoneel, pilot dienstverlening en uitvoeringsprogramma s, stage II programma ontwerpen betreffende: manuals, training, wettelijke aanpassingen, communicatie, reconditionering secundaire en tertiare wegen in de pilot districten, investeringsprogramma s voor infrastructuur, vuilophaal, drinkwater, etc. Het rapport geeft ook een beschouwing over: City Financial Management Policy (te volgen door de Districtsmanager) 5. maart 1999: DOCUMENT LEGAL OPINION (Mr. B. Ahmadali, Mr. F.F. Troon en Mr. M. Tuur) Dit document moest op verzoek van de Mission Chief, Robert Daughters, namens zijn Hoofdkwartier in Washington geproduceerd worden om zeker te zijn dat er geen wettelijke beletselen zijn voor het doorvoeren van het Decentralisatie Programma en dat het ook niet afhankelijk is van wetswijzigingen en wettelijke hervormingen vooral met betrekking tot de DOELEN van het Progamma: a) revenue generating authority (inkomstengenererende bevoegdheid) van de Districtsorganen. b) expenditure authority o.a in de sectoren: secundaire en tertiare wegen, vuilophaal, etc. c) budgetary authority (budgettaire bevoegdheid) 10

11 11 Met verwijzing naar de Grondwet en de Wet Regionale Organen is verduidelijkt dat de Districten de genoemde bevoegdheden reeds hebben. Deze kunnen worden geactiveerd door de desbetreffende artikelen van de Wet RO in uitvoering te nemen en de daarbij voorgeschreven staatsbesluiten te maken (Art.40: districtsfonds, eigen inkomsten en eigen uitgaven, art. 54: budgettaire bevoegdheid, art. 47: het takenpakket van de districten, dat bij staatsbesluit kan worden uitgebreid) 6. april 1999: Rapport: INVENTORY ROADS NETWORK AND RELATED DRAINAGE, Districten: Nickerie, Saramacca, Wanica en Para (Ir. G.D. Soerjoesing/Ilaco Suriname) In dit rapport is na gedegen onderzoek en veldwerk- volgens de maatstaven van de IDB-expert Jake Greenstein, alles vastgelegd wat nodig is voor de rahabilitatie en normaal onderhoud van de secundaire en tertiaire wegen in de genoemde pilot districten. 7. maart/april 1999: DOCUMENTEN nodig voor de aanvraag van de lening voor de financiering van de volgende fase (Phase II: 01 mei 1999 tot 01 juli 2000) en aanvraag Lening door de Surinaamse overheid bij de IDB. Voorbereid: a) Aide Memoire voor de komende fase: getekend door de Minister van Regionale Ontwikkeling; b) Loan Request: ingediend door de Minister van Financien; c) PPF (Project Preparation Facilities) request: ingediend door de Minister van Financien; d) Document Legal Opnion: geratificeerd door de Minister van Justitie en ingediend; e) Document betreffende Project Preparation Facility (PPF) met een budget van US$ : principe accoord bereikt tussen de Minister van Regionale Ontwikkeling en de Mission Chief en de vereiste machtigingsbrief verstrekt; f) Letter of Agreement tussen de IDB en de Minister van Financien inzake kredietfacilteiten en het financieel operationaliseren van het Programma wordt getekend na goedkeuring van de PPF-aanvraag door de Bank. De fase van de projectvoorbereiding gaat per 01 mei 1999 over in projectuitvoering met een aantekening van de IDB-Mission Chief good, voor de werkwijze en gemaakte vorderingen.. C. Projectuitvoering (Project Implementation) PPF Timeline (Major Goalmarks) : Start opzet en training van PPIU (Project Preparation & Implementation Team); Uiterlijk op deze datum moet het team compleet zijn met een bedrijfseconoom, civielingenieur en een fiscaaleconoom (tevens Assistent-Manager); : Goedkeuring van alle wettelijke regelingen; : Einde training PPIU; : Goedkeuring van de Lening van de Sur. Overheid door de IDB; : President van de Rep. Suriname kondigt het Decentralisatie Programma af; : de Districtsraden nemen commitment resolutie aan; : District Strategic Plan aangenomen door de Districtsraad; : District Managers moeten bekend zijn (inhuren/aanstellen); : Op voorstel van de District Managers moet het District Management Beleid aangenomen zijn; : Overgangsregeling Districtspersoneel treedt in werking; : Plan m.b.t. pilot Decentralisatie en pre-investering aangenomen; : Start uitvoering Pilot Projecten / Decentralisatie Programma; : Start Pre-Investerings activiteiten voor Stage II voor de verbetering van de infrastructuur (Per district 2 projecten tot bedragen van US$ 50,000,00); : 100% van de pilot projecten / compleet uitgevoerd; : Vervolg Investerings Plan aangenomen; : PPF-periode voltooid. 11

12 12 IV. INVENTORY ROADS NETWORK AND RELATED DRAINAGE (Rapport: Ir. G.D. Soerjoesing/Ilaco Suriname) In dit rapport is na gedegen onderzoek en veldwerk- volgens de maatstaven van de IDBexpert Jake Greenstein, alles vastgelegd wat nodig is voor de rahabilitatie en normaal onderhoud van de secundaire en tertiaire wegen in de genoemde pilot districten. District Lengte in km Rehabilitaite in US$ Routine onderhoud Minimum NICKERIE ,188,830,00 757,029,00 271,591,50 SARAMACCA ,268,50 293,688,00 101,304,00 WANICA ,176,975,00 1,830,701,90 626,239,63 PARA ,00 440,438, ,50 Het IDB - Programma voorziet in de financiering van rehabilitatie c.q. onderhoud van de secundaire en tertiaire wegen in de genoemde districten. Bij wijze van proef zullen de nieuwe District Managers in de gelegenheid worden gesteld in hun district 2 projecten tot bedragen van elk US$ uit te voeren. Gedurende de post-decentrale periode zullen 3-jaren programma s voorbereid en uitgevoerd worden totdat alle wegen zullen zijn gerehabiliteerd en met normaal onderhoud steeds in goede staat kunnen worden gehouden uit de districtsbegroting. 12

13 13 V. INTER-GOVERNEMENTAL FISCAL REFORM (Rapport: Luiz A. Villela) Het rapport van Luiz Villela geeft een haarscherpe analyse van de inkomsten en uitgavenzijde van de districtsbegroting in de huidige vorm en simuleert een begroting van inkomsten en uitgaven voor de postdecentralisatie periode. Hieronder zijn de tabellen verkort weergegeven. TABEL 1: BEGROTE BELASTINGOPBRENGSTEN Jaar Directe Belasting Indirecte Belasting Totaal 1997: Voor de berekening van de transfer van de general grant: uitkering aan de districten op formula base, geldt: a) 3% van de belasting pool, bestaande uit: Invoerrechten, Inkomstenbelasting, Loonbelasting en Dividendbelasting. b) te storten in DEF = DISTRICT EQUALIZATION FUND c) transfer naar de districten volgens formule: 10% vast bedrag, 10% gerelateerd aan oppervlakte en 80% gerelateerd aan de bevolkingssterkte of respectievelijk: 30%, 10% en 60%.. Beide scenario s zijn uitgewerkt in tabel IX). Om uit te rekenen hoeveel elk district ontvangt, moet eerst worden vastgesteld hoe groot de inkomsten en uitgaven van de districten zijn. Tabellen II en III zijn hier slechts vermeld voor de orientatie op de huidige situatie. TABEL II: DE BEGROTE UITGAVEN VAN DE PILOT DISTRICTEN 1996 Districten Personele uitgaven Materiele uitgaven Totaal NICKERIE SARAMACCA WANICA PARA TABEL III: DE BEGROTE UITGAVEN VAN DE PILOT DISTRICTEN IN 1999 Districten Personele uitgaven Materiele uitgaven Totaal NICKERIE (82.3%) (17.97%) (100%) SARAMACCA (93.37%) (6.63%) (100%) WANICA (93.16%) (6.84%) (100%) PARA (88.44%) (11.56%) (100%) TABEL IV: EVOLUTIE VAN DE DISTRICTSBEGROTINGEN (Buiten beschouwing gelaten) TABEL V: PILOT DISTRICTEN POST-DECENTRALISATIE GESCHATTE UITGAVEN (Op basis van begroting 1999 en koers US$ 1= Sf 720). Personele kosten blijven in de begroting van het Minisrie van RO) Peronele uitgaven Materiele uitgaven Totaal NICKERIE SARAMACCA WANICA PARA Personeel Inwonertal Oppervlakte km-wegen NICKERIE SARAMACCA WANICA PARA

14 14 TABEL VI: HUURWAARDEBELASTING EN GESCHATTE INKOMEN Districten Minimum 1) Maximum 2) NICKERIE SARAMACCA WANICA PARA ) volgens de huidige wet: basis is 1% van de verkoopwaarde; (60% tax-compiliance); rate is 6% en drempel is sf ,- 2) voorstel: basis is 3% van de verkoopwaarde, (80% tax-compiliance);rate is 6% en er is geen drempel TABEL VII: SCHATTING OVERIG EIGEN INKOMEN VAN DE PILOT DISTRICTEN NICKERIE SARAMACCA WANICA PARA Canon/huur (1) Vergunningen (2) Gedistilleerd recht (3) Vuilophaal (4) Houtretributie Bouwverg/mijnbouw TOTAAL ) proportioneel naar oppervlakte 2) proportioneel naar bevolkingssterkte 3) op basis van begroting ) 80% kostendekkend. TABEL VIII: SCHATTING VAN DE TE FINANCIEREN GAP NICKERIE SARAMACCA WANICA PARA I. GESCHATTE UITGAVEN II. EIGEN INKOMEN a) Scenario (1) -Huurwaardebelasting Overige b) Senario (2) -Huurwaardebelasting Overige III FINANCIELE GAP a) scenario (1) ( ) b) scenario (2) ( ) ( )

15 15 TABEL IX: SCHATTING VAN INTERGOEVERNEMENTELE TRANSFER NAAR DE PILOT DISTRICTEN NICKERIE SARAMACCA WANICA PARA overige Suriname Miljoen Miljoen Miljoen Miljoen Te financieren gap Scenario (1) (42) Scenario (2) (870) 86 (1.124) 54 Budgettaire transfer *1) DEF transfer / general grant *2) Creteria (1): 10% vast bedrag % volgens oppervlakte % naar bevolkingssterkte TOTALE TRANSFER Gap closing proportion n.a 137% n.a 237% Criteria (2) 30% vast bedrag % volgens oppervlakte % naar bevolkingssterkte TOTALE TRANSFER Gap closing proportion n.a 188% n.a 314% Bevolkingssterkte % 3.1% 17.1% 3.4% 68.5% 100% Oppervlakte in km % 2.2% 0.3% 3.3% 91% 100% Geregistreerde woningen % 4.5% 18.8% 4.0% 65.4% 100% Rental Value Tax base n.a n.a n.a na n.a n.a. Km-wegen n.a n.a *1) in 1999 nog geen overheveling personeelskosten; blijft gehandhaafd tot de overgangsregeling in werking treedt. *2) minimum Noot: DEF (District Equalization Fund = waarin de general grant wordt gestort) veronderstelt 3% van een pool van directe belastingen (import, loon, dividend en inkomsten belasting); dit was in 1999 totaal sf 106 miljard(sf 38 mlj uit import en sf 78 uit de 3 overige inkomstenbel.) DE STAPPEN OM DE DISTRICTEN INKOMEN TE GARANDEREN: 1. Het Ministerie van Regionale Ontwikkeling zal de begrotingsmiddelen uit haar begroting naar de desbetreffende pilot districten overhevelen; 2. Het regime van de Huurwaardebelasting wordt wettelijk overgeheveld naar de districten. De administratie en de inning blijft vooralsnog centraal geschieden zolang de districten geen eigen kadaster en administratie hebben. De geinde belastingmiddelen worden overgedragen onder inhouding van een bepaald percentage voor kostenbestrijding; het project voorziet in de nodige investeringen; 3. Canon en grondhuur. Het brengt nu nog niet veel op, maar door aanpassing kan dit een belangrijke bron van inkomen zijn voor de districten; de centrale overheid blijft verantwoordelijk voor het vaststellen van de hoogte, maar de inkomsten zullen van de districten zijn; 4. Vergunningsrechten, gedistilleerd recht en marktgelden dienen volledig te worden beheerst door de districten, niet zozeer om inkomsten te genereren, doch kosten dekkend dienst te verlenen; hetzelfde geldt voor de retributies op hout en mijnbouw voor herstelwerkzaamheden. Ook in gevallen concessionarissen de secundaire-en tertiare wegen beschadigen; dit kan geschieden op basis van TAX-SHARING (een deel van de belasting/heffingen gaan terug naar de districten waar ze ontstaan); een belastingsoort die niet wordt geheven, zal geactiveerd moeten worden, zoals de VERMAKELIJKHEIDSBELASTING; ook de vuilophaaldienst zal worden gereorganiseerd op 15

16 16 basis van kostencalculatie; een strenger optreden bij overtreding van administratieve bepalingen zal leiden tot betere ordening en inkomsten uit boeteheffingen; 5. Betterment Tax / Bestemmingsheffing. Het lokaal bestuur mobiliseert de bevolking voor participatie in overheidsprojecten met geld, arbeid, material; 6. Grant System. Op den duur moet dit systeem worden ingevoerd. De General Grant Trasfer System houdt het volgende in. D.i.een systeem, waarbij, bijvoorbeeld 3% van het totaal bedrag van een pool van de directe belastingen (invoerrechten, inkomsten -, loon - en dividendbelasting) wordt gestort in een CENTRAAL DISTRICTENFONDS (DISTRICT EQUALIZATION FUND =DEF) en de middelen op basis van een formule wordt overgeheveld naar de districten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a) de storting in DEF moet automatisch zijn, reeds bij de inning van de genoemde belastingsoorten en onafhankelijk van autorisatiesystemen; b) om de 2 weken (een keer steeds op een vaste datum) worden de middelen overgemaakt naar de districten krachtens een formule; c) het formule moet vooraf door de regering wettelijk zijn vastgesteld; bijv. naar rato van bevolkingssterkte, oppervlakte, lengte van de secundaire-en tertiaire wegen en een gelijk vast bedrag voor alle districten (zie table IX); Wil de centrale overheid meer of minder genereren dan kan zij altijd sleutelen aan de formule. 7. Financiering en kredietfaciliteiten. De districten moeten zoveel mogelijk self-supporting worden. Wettelijk moet mogelijk worden gmaakt dat zij bij de centrale overheid, overheid investeringsfondsen maar ook bij particuliere bank-en financieringsinstellingen kredieten kunnen opnemen ter financiering van districtsaktiviteiten, die inkomsten genererend zijn (natuurlijk pas in de eindfase van het process). 16

17 17 VI. LOCAL GOVERNMENT CAPACITY BUILDING (Rapport: Oscar Rodríguez) Oscar Rodríguez is een ex-city manager van Austin in de USA en heeft zich tijdens zijn missie in Suriname georienteerd op de vele aspecten van het bestuurlijk apparaat in de districten. In zijn rapport behandelt hij de aanpak om te komen tot een sterk districtsapparaat integraal en komt met duurzame oplossingsmodellen. A. STAFFING PROJECT IMPLEMENTATION UNIT (PIU) Het PPT (Project Preparation Team) gaat over in PPIU en later in PIU. Voor deze Unit is de volgende structuur (zie ook bijlagen) voorgesteld: 1) Director/Project Coordinator: Jurist, Bestuurskundige: geeft leiding en overziet het gehele project; onderhoudt de relatie met de Surinaamse overheid en de IDB; communiceert met non-pilot districten; voorziet in training; 2) Assistent Director: fiscaal jurist of gekwalificeerde projectmanager: assisteert in het management van de PIU; formuleert plannen voor het districtsbestuur; assisteert een van de pilot districten; voorziet in de expertiese op het gebied van Openbaar Bestuur; plaatsvervangend Directeur; 3) Local Government Specialist / een bedrijfseconoom: assisteert 2 of meer districten; voorziet in de expertiese op het gebied van financieel management; 4) Local Government Specialist / een civielingenieur:: assisteert 2 of meer districten; voorziet in de expertiese op civiel en ander technisch gebied; Als eerste wordt de PPIU/PIU-staf gevormd, getraind en versterkt met alle know how op alle gebieden en onderdelen van het Programma door nationale en internationale consultants (interne institutional building). De PIU zorgt voor een netwerk van experts in stad en district, om onder supervisie van de PIU ingezet te worden voor duurzame deskundige training, assistentie en begeleiding van de districtsmanagers en staff in de districten. B. HET PPIU/PIU NETWERK Nationaal: 1. Ministeriele Coordinatoren; 2. Districts Managers/Districts Commissarissen; 3. Districts Coordinatoren (locale consultants); 4. Anton De Kom Universiteit (marketing, training public administration) 5. Project Management Consultant (projectmanagement, strategic planning, personeelsmanagement, districtmanagement, training); 6. Accountanskantoor (fiscaalstelsel, organisatie en financieel management) 7. Wetgevingsjuristen op het gebied van administratiefrecht en fiscaal recht (ontwerpen van staatsbesluiten en andere regelingen en instructies voor overdracht inkomsten regimes, budgettaire bevoegdheden en takenpakket aan de districten) 8. Landmeter/kadaster consultant (districts kadastraal stelsel) 9. Ingeniersburo (pre-investeringsprogramma s voor de sec./tert. Wegen, ophaal huisvuil) 10. Computer Tech en training (levering en installatie equipment/netwerk) 11. Media: Reg. Voorl. Dienst, Staatsradio en TV, ook part. Radio en TV (promotions) 17

18 18 Internationaal: 1. Robert Daughters : IDB Mission Chief, Washington D.C,/USA 2. Jorge Febres : IDB Fiscal Expert; 3. Jake greenstein : IDB Engineer; 4. Luiz Arruda Villela : Fiscal Transfer Systems (Rio de Janairo / Brazil) 5. Oscar Rodrigues : Capacity Building / Management Systems (Texas / USA) 6. Alvaro Manoel : Financial Management (Budgeting and Accounting Systems) Medio 2001 moeten de districten volledig uitgerust zijn om een start te kunnen maken met de autonome taken. Intussen moet veel grondwerk worden verzet. Zie hieronder de time line en het stappenplan. C. PROJECTUITVOERING (PROJECT IMPLEMENTATION) PPF Timeline (Major Goalmarks) JJanuary Jan. 30 May 30 District District start-up management strategic policies plans adopted adopted January Pilot (Y1) service service delivery delivery & investment plan adopted Dec. 31 Y2 service delivery & capital investment plan adopted Nov. 15 Start of program announced & out-reach to districts begins : Start opzet en training van PPIU (Project Preparation & Implementation Team); Uiterlijk op deze datum moet het team compleet zijn met een bedrijfseconoom, civielingenieur en een fiscaaleconoom (tevens Assistent-Manager) : Goedkeuring van alle wettelijke regelingen : Einde training PPIU; : Goedkeuring van de Lening Personnel van de Sur. Overheid door de IDB 100% of : Set-up President & van de Rep. transition Suriname kondigt het Decentralisatie pilot Programma af; : training de Districtsraden of nemen plan commitment kicked resolutie aan investment : PIU District Strategic Plan aangenomen off door de Districtsraad projects : completed District Managers moeten bekend zijn (inhuren/aanstellen) completed : Op voorstel van de District Managers moet het District Management Beleid aangenomen zijn : Overgangsregeling Districtspersoneel treedt in werking : NNNN Novmb Plan m.b.t. pilot Decentralisatie August en pre-investering aangenomen November Jul. 31 Set-up & : Start District uitvoering Pilot Projecten / Decentralisatie Pilot projects Programma training of councils pass started PIU started : Start commitment Pre-Investerings activiteiten voor Stage II voor de verbetering van de infrastructuur (Per resolution district 2 projecten tot bedragen van US$ 50,000,00) : 100% van de pilot projecten / compleet uitgevoerd : Vervolg Investerings Plan aangenomen : PPF-periode voltooid May 1 December III. HET STAPPENPLAN March Hiring of district managers completed April Jun. 1 Preinvestment activities for Stage II begun PPF completed July 18