KADERWETGEVING DECENTRALISATIE

Transcriptie

1 KADERWETGEVING DECENTRALISATIE (2007) 1. Wet van... houdende wijzigingen van de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B No.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 No.38) (De Grondwet van de Republiek Suriname) Blz 2 2. Wet van... tot wijziging van de Wet houdende regels betreffende de inrichting en de bevoegdheden van de Regionale Organen (S.B No.44) (Wet Regionale Organen) Blz Wet van [ ] houdende regels betreffende de invoering, heffing en invordering van districtsbelastingen (Algemene Wet Districtsbelastingen Blz Wet van houdende regels inzake de financiële verhouding tussen de Staat en de districten (Wet Financiële verhouding) Bblz ( Verordening heffing op het genot van gebouwen in District X ) DISTRICTSVERORDENING van... van , houdende vaststelling van regels met betrekking tot de heffing en invordering van de heffing op het genot van gebouwen in District X Blz ( Verordening heffing op waardevermeerdering in District X ) DISTRICTSVERORDENING van... van , houdende vaststelling van regels met betrekking tot de heffing en invordering van de heffing op waardevermeerdering Blz WET van houdende aanpassing van tarieven in wettelijke regelingen ter zake belasting en niet-belasting middelen ten behoeve van de districtsfondsen ( ) Blz MODEL-OVEREENKOMST tussen DC s en Directeur van GLIS Blz 91 MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

2 1. Wet van... houdende wijzigingen van de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B no.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 no.38) (De Grondwet van de Republiek Suriname) ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME In overweging genomen hebbende, dat het wenselijk is de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B No.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 No.38) nader te wijzigen; Heeft, na goedkeuring door De Nationale Assemblee, de Staatsraad gehoord, bekrachtigd de onderstaande wet: In de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B No.116) worden de navolgende wijzigingen aangebracht: Art1kel 1 In artikel 159 worden aan het slot de woorden bestuur en regelgeving omgewisseld. Artikel 2 In lid 1 van artikel 160 worden de woorden zullen en gelden geschrapt en wordt tussen de woorden: ressorten en de, het woord gelden toegevoegd. Artikel 3 Na het tweede lid van artikel 161 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende als volgt: 1. Behoudens andere wettelijke eisen voor verkiesbaarheid in de vertegenwoordigende lichamen, dienen de kandidaten voor een districtsraad of een ressortraad hun MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

3 woonplaats en hoofd- of werkelijk verblijf te hebben in het betreffende district of ressort. Artikel 4 Het woord DISTRICTSRADEN als kop van artikel 162 wordt geschrapt. Artikel 5 1. Het woord RESSORTRADEN als kop van artikel 163 wordt geschrapt. 2. In artikel 163 wordt de laatste volzin luidende: Behoudens andere wettelijke eisen voor verkiesbaarheid in de vertegenwoordigende lichamen, dienen de kandidaten voor een districtsraad of een ressortraad hun woonplaats en hoofd- of werkelijk verblijf te hebben in het betreffende district of ressort geschrapt. Artikel 6 In artikel 164 wordt de zin De overige specifieke taken worden nader bij wet geregeld vervangen door de zin: Deze taak en hun overige taken worden bij wet geregeld. Artikel 7 In artikel 165 wordt het woord in vervangen door het woord aan en de woorden te bevorderen worden geschrapt. Artikel 8 Het woord WERKWIJZE wordt als kop van de VIJFDE AFDELING Hoofdstuk XXI vervangen door het woord PARTICIPATIE. Artikel 9 1. In artikel 168 lid 1 wordt het woord kunnen geschrapt. 2. In artikel 168 lid 3 worden de woorden zullen en hebben geschrapt en komt het woord hebben te staan tussen de woorden districtsraden en de. Artikel 10 MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

4 Aan het woord REGIONALE REGELGEVING als kop van Hoofdstuk XXII worden de woorden EN BESTUUR toegevoegd. Artikel 11 Lid 2 van artikel 169 wordt in twee leden opgesplitst die genummerd worden 2 en 3 die als volgt luiden: 2. De districtsraad maakt de districtsverordeningen die hij in het belang van het district nodig oordeelt binnen de grenzen van de Grondwet en de wetten en voorschriften van de Regering. 3. Bij wet wordt aangegeven ten aanzien van welke onderwerpen de districtsraad wetgevende bevoegdheid heeft. Artikel 12 De leden 1 en 2 van artikel 170 worden vervangen door drie nieuwe leden, luidende als volgt: 1. Districtsverordeningen dienen, alvorens in werking te treden door de Regering te worden goedgekeurd; zij worden met het oog daarop door de districtsraad ter kennis van de Regering gebracht. 2. De Regering kan zijn goedkeuring aan een districtsverordening onthouden wegens strijd met het recht, voorschriften van de Regering, het algemeen belang of enige doelstelling of maatregel van het Regeringsbeleid. 3. Nadere regels betreffende de inwerkingtreding van de districtsverordening worden bij wet vastgesteld. Artikel 171 vervalt. Artikel 13 Artikel 14 Artikel 172 wordt vervangen door een nieuw artikel luidende als volgt: Districtsverordeningen kunnen na hun inwerkingtreding wegens strijd met het recht of het algemeen belang door De Nationale Assemblee worden vernietigd. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

5 Artikel 15 Artikel 173 wordt vervangen door twee nieuwe leden, luidende als volgt: 1. Het repressief toezicht op de besluiten van de districtsraad, die geen districtsverordeningen zijn, wordt door de Minister belast met de zorg voor het regionaal beleid uitgeoefend. Indien deze besluiten geacht worden in strijd te zijn met het recht, voorschriften van de Regering of het algemeen belang, worden ze door de Minister geschorst. 2. Indien na schorsing, de districtsraad van oordeel is dat er geen grond voor schorsing aanwezig is, wordt het geschil voorgelegd aan de President, die een bindend besluit neemt. Artikel 16 Het woord REGIONALE OVERHEDEN wordt als kop van de VIJFDE AFDELING van Hoofdstuk XXI vervangen door het woord DAGELIJKS BESTUUR. Artikel 17 Artikel 174 lid 2 wordt vervangen door een nieuw lid, luidende als volgt: 2. Leden van het districtsbestuur zijn: a. de Districts Commissaris, die tevens voorzitter is; b. de Districts Secretaris en de Districts Administrateur en c. de districtsfunctionarissen die als zodanig door de districtsraad zijn benoemd. Artikel 18 In artikel 175 wordt de huidige tekst lid 1 en wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende als volgt: MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

6 2 Het districtsbestuur is bevoegd districtsbesluiten uit te vaardigen, ter uitvoering van een bepaling van een districtsverordening dan wel ter ordening van een op het district betrekking hebbend onderwerp, dat bij of krachtens wet niet uitputtend is geregeld, voor zover de bevoegdheid daartoe niet aan de districtsraad of een ander orgaan is voorbehouden. Artikel Deze wet wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd. 2. Zij treedt in werking met ingang van de dag volgende op die der afkondiging. * MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

7 Wet van... houdende wijzigingen van de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B no.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 no.38) (De Grondwet van de Republiek Suriname) ONTWERP MEMORIE VAN TOELICHTING A. ALGEMEEN Inleiding De Grondwet van 1987 (S.B no.116) legt in artikel 159 de grondslag voor de democratische ordening van het bestuur op regionaal niveau. De beginselen die de wetgever bij de uitwerking daarvan in moet nemen zijn die van de participatiedemocratie en decentralisatie van regelgeving en bestuur. Bij de inwerkingtreding van de Wet op Regionale Organen (S.B no.44) werd een raamwerk gecreëerd voor politiek-bestuurlijke decentralisatie. De beoogde politieke decentralisatie is door de verkiezing van ressortraden en districtsraden in zekere zin geëffectueerd maar de bestuurlijke decentralisatie is door het uitblijven van noodzakelijke uitvoeringswetgeving niet geoperationaliseerd. Het onderhavige wetsontwerp heeft tot doel hieraan tegemoet te komen. De Regering heeft in samenwerking met de Inter-American Development Bank sinds 2002 de bestuurlijke decentralisatie in het kader van het Decentralization and local Government Strenghtening Program voorbereid. Dit Program beoogde de operationalisering van beperkte financiële en fiscale autonomie als eerste stap naar volledige regionale bestuurlijke decentralisatie. Autonomie Artikel 169 van de Grondwet legt de bevoegdheid van autonome regelgeving en bestuur van het district bij de districtsraad. Het is de bedoeling om de bestuurlijke decentralisatie van de districten te operationaliseren, in eerste instantie doordat een beperkt aantal taken betreffende de districtshuishouding op grond van de Wet Regionale Organen (S.B. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

8 1989 No.44) door de centrale overheid daadwerkelijk aan de districtsraad worden overgelaten. De aldus verleende autonomie is onderworpen aan een aantal beginselen. Deze zijn met name het legitimiteitsbeginsel op grond waarvan de onderwerpen van autonomie bij wet geregeld dienen te zijn 1, het beginsel van hiërarchie van regelgeving waarvan het gevolg is dat districtsverordeningen ondergeschikt zijn aan wetten en staatbesluiten 2 en de eis dat de interne organisatie en bevoegdheden van autonome lichamen bij wet geregeld moeten zijn 3. Voorts het beginsel van toezicht dat de centrale overheid ter waarborging van de eenheidsstaat uitoefent op regelgeving en bestuur door de districtsraad 4 en het voorschrift dat de bronnen van de inkomsten voor de uitoefening van autonome taken en de aard van besteding daarvan bij wet zijn geregeld 5. In dit verband zullen behalve aanpassingen in de Wet Regionale organen twee nieuwe wetten ter regeling van de verdeling van afdrachten van de centrale overheid aan de districten en van uniforme elementen voor de heffing en invordering van districtsbelastingen dienen tot stand te komen. 6 B. Artikelsgewijs Inhoudelijke wijzingen Op twee onderdelen wordt in de onderhavige wet een inhoudelijke wijzing voorgesteld van de voorzieningen die in 1987 ten aanzien van de verzelfstandiging van het regionaal bestuur grondwettelijk zijn vastgesteld. Het eerste onderwerp betreft de samenstelling en de bevoegdheden van het districtsbestuur. Het huidige artikel 174 lid 2 bepaalt dat het districtsbestuur bestaat uit de Districts Commissaris en de vertegenwoordigers van de verschillende ministeries in het district. Deze bepaling legt de overheersende ambtelijk-bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de huishouding van het district bij de centrale overheid. Dit past niet in een gedecentraliseerd bestuur. Daarom wordt voorgesteld artikel 174 lid 2 te wijzigen 1 Zie GW artikel 169 en Wet RO artikel Zie GW artikel 172 en Wet RO artikel Zie GW artikel 159 en Wet RO. 4 Zie GW artikelen 166, 170, 172, 173 en Wet RO artikel Zie GW artikel 165 en Wet RO artikel De desbetreffende wettelijke regelingen worden de Wet Financiële verhoudingen en de Algemene Wet Districtsbelastingen MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

9 (artikel 17) en te bepalen dat het districtsbestuur behalve uit de Districts Commissaris die als zodanig de voorzitter van het districtsbestuur is zal bestaan uit personen die door de districtsraad als zodanig zijn benoemd. Deze personen zijn de Districts Secretaris en de Districts Administrateur en een aantal functionarissen die daarvoor zijn aangesteld. Artikel 175 van de Grondwet bepaalt slechts dat het districtsbestuur belast is met het dagelijks bestuur van het district. Over rechtshandelingen die het districtsbestuur uit dien hoofde mag plegen zwijgt de Grondwet. Voorgesteld wordt om daarom aan het huidige artikel 175 een nieuw lid (artikel 18) toe te voegen waarin wordt bepaald dat het districtsbestuur bevoegd is districtsbesluiten uit te vaardigen ter uitvoering van een bepaling van een districtsverordening dan wel ter ordening van een op het district betrekking hebbend onderwerp, dat bij of krachtens wet niet uitputtend is geregeld, voor zover de bevoegdheid daartoe niet aan de districtsraad of een ander orgaan is voorbehouden De tweede inhoudelijke wijziging betreft de uitoefening van toezicht. De rechtshandelingen die ingevolge de Grondwet het onderwerp van toezicht zijn, zijn de districtsverordeningen en de besluiten van de districtsraden die geen districtsverordeningen zijn. Artikel 166 bepaalt dat het toezicht op de districten wordt uitgeoefend door de Regering. Kennelijk wordt hiermede bedoeld het sturend toezicht dat bestaat uit voorschriften van de Regering zoals voorzien in artikel 169 lid 2 voor wat betreft de verordenende bevoegdheid van de districtsraad. Het werend toezicht, zowel het preventief als het repressief toezicht berust voor wat districtsverordeningen betreft bij De Nationale Assemblee. Het gevoel is dat dit een onpraktische regeling is en daarom wordt voorgesteld om de artikelen 170 en 172 van de Grondwet zodanig te wijzigen (artikelen 12 en 14) dat het preventieve toezicht op districtsverordeningen komt te liggen bij de Regering en het repressief toezicht bij De Nationale Assemblee. Door de invoering van deze wijzigingen is de bepaling van artikel 171 van de Grondwet overbodig geworden.(artikel 13). De Grondwet voorziet thans ten aanzien van besluiten van de districtsraad uit sturend toezicht van artikel 169 lid 2 en ingevolge artikel 173 lid 1 in repressief toezicht van de Regering en de mogelijkheid van beroep bij De Nationale Assemblee. Om praktische De tussen haakjes geplaatste vetgedrukte artikelen verwijzen naar de artikelen in de tekst van de onderhavige wet tot de wijziging van de Grondwet. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

10 redenen wordt thans voorgesteld om dit toezicht in eerste instantie te leggen bij de Minister met de mogelijkheid van beroep bij de President (artikelen 11 en 15). Overige wijzigingen Niet inhoudelijke wijzingen worden voorgesteld uit taalkundige en redactionele overwegingen. De taalkundige wijzigingen betreffen onder andere het gebruik van de toekomstige tijd waar de tegenwoordige tijd meer recht doet aan het actuele gezag van de Grondwet en bij de redactionele wijzigingen gaat om gevallen van onjuist of inconsistent gebruik van titels bij hoofdstukken en artikelen (artikelen 1 t/m 10 en 16). ==================** MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

11 2.Wet van... tot wijziging van de Wet houdende regels betreffende de inrichting en de bevoegdheden van de Regionale Organen (S.B No.44) (Wet Regionale Organen) Ontwerp DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME In overweging genomen hebbende, dat het nodig is de Wet houdende regels betreffende de inrichting en de bevoegdheden van de Regionale Organen (S.B No.44) (Wet Regionale Organen) te wijzigen; Heeft, na goedkeuring door De Nationale Assemblee, de Staatsraad gehoord, bekrachtigd de onderstaande wet: In de Wet Regionale Organen worden de volgende wijzigingen aangebracht: Artikel 1 Na lid 3 van artikel 1 worden er twee nieuwe leden toegevoegd, luidende als volgt: 4. Onder een districtsfunctionaris wordt verstaan een landsdienaar die krachtens de wet door het daartoe bevoegde districtsorgaan als ambtenaar is aangesteld of als arbeidscontractant in dienst is genomen voor het verrichten van werkzaamheden in het district. 5. Onder een bestuursportefeuille wordt verstaan een groep activiteiten van het dagelijks bestuur van het district, die wordt uitgevoerd onder leiding van een districtsfunctionaris die uit dien hoofde deel uitmaakt van het Districtsbestuur. Artikel 2 1. Artikel 3 lid 3 wordt vervangen door een nieuw lid, luidende als volgt: 3. De Districtsraad kiest uit zijn midden een Voorzitter; hij geeft leiding aan de activiteiten van de Districtsraad. 2. In artikel 3 lid 4 wordt de zinsnede die bij verhindering of ontstentenis van de Districts-Commissaris als Voorzitter van de Districtsraad optreedt vervangen door MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

12 de zinsnede die bij verhindering of ontstentenis van de Voorzitter van de Districtsraad hem vervangt. Artikel 3 Artikel 8 lid 2 wordt geschrapt evenals de nummering van lid 1. Artikel 4 1. Artikel 9 lid 1 wordt vervangen door een nieuw lid, luidende als volgt: De Districts Secretaris functioneert als secretaris van de Districtsraad.. 2. In artikel 9 lid 2 wordt de Districts-Commissaris vervangen door de Voorzitter van de Districtsraad. Artikel 5 In artikel 11 lid 1 wordt de Districts-Commissaris vervangen door de Voorzitter van de Districtsraad. Artikel 6 1. In artikel 13 lid 1 wordt na de zinsnede hetzij door een commissie uit zijn midden bij toegevoegd: de Districts-Commissaris en. 2. Artikel 13 lid 2 wordt lid 3 en het nieuw lid 2 luidt als volgt: Het Districtsbestuur kan de vergaderingen van de Districtsraad bijwonen. Zij heeft in die vergaderingen een raadgevende stem. 3. In oud lid 2 van artikel 13, dat nieuw lid 3 is, wordt de Districts-Commissaris vervangen door de Voorzitter van de Districtsraad. Artikel 7 In artikel 14 lid 2 wordt de Districts-Commissaris vervangen door het Districtsbestuur. Artikel 8 In artikel 15 lid 2 wordt eind maart vervangen door één mei. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

13 Artikel 9 In artikel 16 wordt in lid 1 goedgekeurd vervangen door het woord voorbereid en in lid 2 wordt het woord goedgekeurd geschrapt. Artikel 10 In artikel 25 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, luidende als volgt: 3. De Districtsraad en het Districtsbestuur zijn gehouden om de Ressortraad te informeren over genomen besluiten en ingenomen standpunten die het ressort betreffen. Artikel In artikel 28 lid 2 wordt het onderdeel b vervangen en wordt een nieuw onderdeel c toegevoegd, luidende als volgt: b. de District Secretaris en de Districts Administrateur en c. districtsfunctionarissen die als zodanig door de Districtsraad zijn benoemd. 2. In artikel 28 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd luidende: Het lidmaatschap van de Districtsraad en van het Districtsbestuur zijn onverenigbaar. 3. Het oude lid 3 van artikel 28 wordt vernummerd tot lid 4 en daarin wordt de zinsnede De functionarissen, die het Districtsbestuur uitmaken vervangen door: De leden van het Districtsbestuur. Artikel 12 Na artikel 30 wordt er een nieuw artikel 30a toegevoegd, luidende als volgt: Artikel 30a 1. De Districts-Commissaris geeft aan de Districtsraad kennis van de besluiten van het Districtsbestuur. 2. Indien de Districtsraad van oordeel is, dat een besluit van het Districtsbestuur strijdig is met een districtsverordening of een besluit van de Districtsraad wordt het bij besluit van de Districtsraad vernietigd. 3. Indien het besluit van het Districtsbestuur niet binnen zes weken na de dagtekening van de mededeling van de Districts-Commissaris is vernietigd, blijft het van kracht. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

14 Artikel 13 In artikel 31 worden de leden 2 tot en met 4 vernummerd tot onderscheidenlijk 3 tot en met 5 en lid 1 van artikel 31 wordt vervangen door 2 nieuwe leden, luidende als volgt: 1. De Districts-Commissaris staat aan het hoofd van het Districtsbestuur en vertegenwoordigt als zodanig het district in en buiten rechte. 2. Hij is in het district ook de vertegenwoordiger van de Regering. Artikel 14 Na artikel 32 wordt er een nieuw artikel 32a toegevoegd, luidende als volgt: Artikel 32a 1. Bij Districtsverordening worden de taken van het Districtsbestuur verdeeld in een administratieve bestuursportefeuille, een financiële bestuursportefeuille en overige bestuursportefeuilles en wordt het aantal leden van het Districtsbestuur vastgesteld. 2. De Districts Secretaris wordt met goedkeuring van de Minister benoemd door de Districtsraad en is belast met de leiding van de activiteiten van de administratieve bestuursportefeuille. 3. De Districts Administrateur wordt met goedkeuring van de Minister van Financien benoemd door de Districtraad en is belast met de leiding van de activiteiten van de financiële bestuursportefeuille. 4. De districtsfunctionarissen aan wie de leiding van activiteiten van een of meer andere bestuursportefeuilles door de Districtsraad is opgedragen, maken als zodanig tevens deel uit van het Districtsbestuur. 5. Regelen betreffende de functievereisten en taakomschrijvingen van districtsfunctionarissen die deel uitmaken van het Districtsbestuur worden met in achtneming van de richtlijnen van de Minister en voor zover het betreft de functievereisten en taakomschrijving van de Districts Administrateur, met in achtneming van de richtlijnen van de Minister van Financien, door de Districtsraad vastgesteld. Artikel 15 In artikel 37 wordt lid 1 vervangen door een nieuw lid, luidende als volgt: 1. Onverminderd het elders in deze wet bepaalde kunnen bij districtsverordening worden geregeld a. de instandhouding en het onderhoud van: MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

15 (i) voor openbare diensten bestemde werken, als in artikel 47 lid 1 onder e bedoeld; (ii) voor openbaar gebruik bestemde plaatsen, als in artikel 47 lid 1 onder f bedoeld. (iii) openbare markten b. de ophaal en verwerking van vuil c. de voorziening en distributie van drinkwater d. de rechtspositie van personeel in dienst van het district e. de bescherming van het milieu f. de deelname van de bevolking bij de voorbereiding en uitvoering van regelgeving en bestuur. Artikel 16 Na artikel 37 wordt een nieuw artikel 37a toegevoegd, luidende als volgt: Artikel 37a De Districtsraad oefent de bevoegdheden uit, die haar bij of krachtens enige wet zijn toegekend, voor zover die niet in strijd met de bepalingen van deze wet zijn. Artikel 17 Artikel 38 wordt vervangen door een nieuw artikel, luidende als volgt: Indien en voor zover de wet daarin voorziet kunnen in de districten bij districtsverordening: a. belastingen en heffingen worden opgelegd. b. bestemmingsheffingen worden ingevoerd. Artikel 18 In artikel 39 worden de woorden van ten hoogste duizend gulden vervagen door van ten hoogste [ ] Artikel 19 Na artikel 39 wordt er een nieuw artikel 39a toegevoegd, luidende als volgt: Artikel 39a 1. Met inachtneming van de voorschriften van de Regering worden bij districtsverordening de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

16 financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van het district vastgesteld. Deze districtsverordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. 2. Met inachtneming van de voorschriften van de Regering worden regels vastgesteld voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van het district. Deze districtsverordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst. Artikel 20 In artikel 40 wordt lid 2 vervangen door een nieuw lid, luidende als volgt: 2. In het Districtsfonds worden gestort: a. door het district zelf gegeneerde inkomsten in de vorm van: (i) belastingen en heffingen als in artikel 38 van de Wet bedoeld; (ii) opbrengsten van verbeurd verklaarde goederen als in artikel 39 lid 1 van de Wet bedoeld en (iii) geldboeten als in artikel 39 lid 2 van de Wet bedoeld; b. afdrachten uit staatskas in de vorm van (i) algemene afdrachten (ii) bijzondere afdrachten c.andere bij staatsbesluit aan te geven inkomsten. Artikel 21 In artikel 41 lid 1 wordt het woord districtsverordening vervangen door het woord districtsverordeningen en de zinsnede de Districts-Commissaris of door leden van de Districtsraad vervangen door elk lid van de Districtsraad. Artikel 22 Artikel 42 wordt vervangen door een nieuw artikel luidend als volgt: 4. Districtsverordeningen dienen, alvorens in werking te treden door de Regering te worden goedgekeurd; zij worden met het oog daarop door de districtsraad ter kennis van de Regering gebracht. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

17 5. De Regering kan zijn goedkeuring aan een districtsverordening onthouden wegens strijd met het recht, voorschriften van de Regering, het algemeen belang of enige doelstelling of maatregel van het Regeringsbeleid. Artikel 23 Artikel 43 wordt vervangen door een nieuw artikel waarvan de tekst luidt als volgt: 1. Indien de Regering niet binnen zes weken nadat de districtsverordening ter kennis van hem is gebracht, besloten heeft om zijn goedkeuring daaraan te onthouden, wordt de districtsverordening op voordracht van de Minister door de President vastgesteld waarna zij in het Staatsblad van de Republiek Suriname wordt bekendgemaakt. 2. Tenzij de districtsverordening zelf in een latere ingangsdatum voorziet treedt zij in werking met ingang van de dag volgende op haar bekendmaking. Artikel 24 Artikel 44 wordt vervangen door een nieuw artikel luidende als volgt: 1. Districtsverordeningen kunnen na hun inwerkingtreding wegens strijd met het recht of het algemeen belang door De Nationale Assemblee worden vernietigd. 2. De Minister draagt er zorg voor dat het besluit tot vernietiging in het Staatsblad van de Republiek Suriname wordt bekendgemaakt. Artikel 45 lid komt te vervallen. Artikel 25 Artikel 26 In artikel 46 wordt lid 3 vernummerd tot lid 4 en wordt er een nieuw lid 3 toegevoegd luidende als volgt: 3. De Districtsfunctionarissen die deel uitmaken van het Districtsbestuur zijn belast met de leiding van de taken die deel uitmaken van de bestuursportefeuilles die aan hen zijn toevertrouwd. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

18 Artikel In artikel 47 lid 1 onderdeel d. komt de zinsnede die volgt na het woord Districtsfonds te vervallen. 2. Artikel 47 lid 2 wordt vervangen door een nieuw lid 2 luidende als volgt: 2. Bij de uitoefening van het dagelijks bestuur maakt het Districtsbestuur gebruik van de bevoegdheden die aan de wet worden ontleend, van de bevoegdheden die door de Districtsraad aan het Districtsbestuur zijn gedelegeerd en van de bevoegdheden die voor de uitoefening medebewind taken aan het Districtsbestuur zijn toegekend. Artikel 28 Na artikel 47 wordt er een nieuw artikel 47a toegevoegd, luidende als volgt: Artikel 47a Tot het dagelijks bestuur behoort ook het vorderen en innen van de belastingen en heffingen als bedoeld in artikel 38 van de Wet. Artikel 29 In artikel 54 wordt lid 2 vervangen door een nieuw lid, luidende als volgt: 2. De districtsbegroting wordt ingericht volgens de richtlijnen, gegeven door de Minister belast met financiële aangelegenheden, en wel zodanig dat daarin duidelijk blijkt, welke opgebrachte kosten worden bestreden uit middelen die het district zelf genereert, welke opgebrachte kosten uit algemene afdrachten worden bestreden en welke opgebrachte kosten uit bijzondere afdrachten worden bestreden en onder welk directoraat deze kosten ressorteren. Artikel Lid 2 van artikel 58 wordt gewijzigd als volgt: 2. Indien de Minister van oordeel is dat een besluit als in lid 1 bedoeld in strijd is met het recht, voorschriften van de Regering of het algemeen belang dan is de Minister gedurende drie weken vanaf de kennisgeving bevoegd het besluit te schorsen. 2. Er wordt een lid 3 aan artikel 58 toegevoegd, luidende als volgt: MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

19 3. Indien na schorsing de districtsraad van oordeel is dat er geen grond voor schorsing aanwezig is wordt het geschil voorgelegd aan de President die binnen dertig dagen een bindend besluit neemt. Artikel 31 Artikel 61 wordt vervangen door een nieuw artikel, luidende als volgt: 1. In geval het Districtsbestuur de uitvoering van taken die gebaseerd zijn op een districtsverordening of een besluit van de Districtraad schromelijk verwaarloost, neemt de Districtsraad deze taken zelf over. 2. In geval het Districtsbestuur de haar bij wet of in medebewind opgedragen taken schromelijk verwaarloost, wordt door de Minister bepaald, dat haar bevoegdheden tijdelijk door de Districts Commissaris worden uitgeoefend. Artikel Deze wet wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd. 4. Zij treedt in werking met ingang van de dag volgende op die der afkondiging. 5. De Minister van Regionale Ontwikkeling is belast met de uitvoering van deze wet. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

20 Wet van... tot wijziging van de Wet houdende regels betreffende de inrichting en de bevoegdheden van de Regionale Organen (S.B no.44) (Wet Regionale Organen) Ontwerp MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemeen De Regering heeft in samenwerking met de Inter-American Development Bank (IDB) vanaf 2002 het Decentralization and local Government Strengthening Program (DLGP) uitgevoerd. De bedoeling van dit programma was de financiële en fiscale decentralisatie van regionale regelgeving en bestuur. Uitvoering van de resultaten van dit programma vereist wijziging van de Wet houdende regels betreffende de inrichting en de bevoegdheden van de Regionale Organen (S.B no.44) (Wet Regionale Organen). Dit wetsontwerp beoogt die wijzigingen tot stand te brengen. Hoewel de Grondwet in Hoofdstuk XXI sinds 1987 voorziet in de decentralisatie van regionale regelgeving en bestuur is deze tot nu toe uitgebleven. In 1989 is de Wet Regionale Organen in werking getreden maar daadwerkelijke operationalisering van het concept van decentralisatie heeft nog niet plaatsgevonden. Bevoegdheden betreffende de huishouding van de districten zijn bij de centrale overheid gebleven en worden uitgeoefend door de Directoraten van de ministeries en de Districts Commissaris als ambtenaar van de centrale overheid 7. Met de uitvoering van het DLPG is deze operationalisering thans voorbereid. Het concept van decentralisatie dat aan de Wet Regionale Organen ten grondslag ligt, omvat in beginsel de gehele huishouding van het district 8. De omvang van de werkelijk geoperationaliseerde decentralisatie is evenwel afhankelijk van de bevoegdheden van de centrale overheid die effectief worden overgeheveld naar de regionale organen. De Regering heeft gekozen voor een gefaseerde operationalisering van decentralisatie en het DLGP heeft de eerste fase voorbereid die bestaat uit de overheveling van een aantal 7 Zie Wet RO artikel 28 en artikel Zie Wet RO Artikel 12 en artikel 36. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

21 autonome bevoegdheden die rechtstreeks verband houden met financiële en fiscale aspecten van de huishouding van de districten 9. Daarnaast zullen ook niet specifiek aan financiële en fiscale decentralisatie gerelateerde autonome bevoegdheden van districtsorganen die noodzakelijk zijn voor of dienstbaar zijn aan deze operationalisering, in werking treden. Deze tweede categorie bevoegdheden ligt vooral op het vlak van budgettering en planning. 10 De essentie van de operationalisering van de autonomie van het district ligt in de operationalisering van de in de Wet Regionale Organen verankerde autonome bevoegdheden van de Districtsraad. Deze bevoegdheden mag de Districtsraad wanneer de operationalisering een feit is, binnen wettelijke grenzen en behoudens eventueel toezicht van een hoger orgaan zoals De Nationale Assemblee, de Regering of de Minister, naar eigen inzichten daadwerkelijk uitoefenen. Het is verwachtbaar dat naarmate de districten in staat blijken te zijn hun autonome bevoegdheden effectief en efficiënt uit te voeren centrale overheidsorganen ook bevoegdheden in medebewind zullen opdragen aan bestuursorganen van het district. Het onderscheid tussen bevoegdheden die als autonome bevoegdheden bij wet uit de bevoegdheidssfeer van de centrale overheid worden overgeheveld naar de districten en bevoegdheden die de centrale overheid aan de districten overdraagt om in medebewind te worden uitgeoefend, is niet alleen van belang voor de beleidsvrijheid van de bestuursorganen van het district maar onder andere ook voor de wijze waarop fondsen voor de uitoefening van de aan de bevoegdheden gerelateerde taken door de centrale overheid beschikbaar worden gesteld. Autonome taken zullen door de centrale overheid worden medegefinancierd middels algemene afdrachten en de taken die in medebewind worden uitgeoefend middels bijzondere afdrachten. De regeling hiervan vindt plaats in de Wet Financiële verhoudingen. 11 De beoogde operationalisering van de financiële en fiscale decentralisatie heeft behalve voor de bevoegdheden van met name de Districtsraad, ook gevolgen voor de 9 Zie Wet RO de artikelen 12, 36, 37, 38, en Zie Wet RO de artikelen 32a, 39a, 52 en Zie Wet RO artikel 40. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

22 benoeming en samenstelling van de Districtsraad en het Districtsbestuur. Het wordt wenselijk geacht om de in de Grondwet kennelijk beoogde scheiding van politiekbestuurlijke en ambtelijk-bestuurlijke verantwoordelijkheden met de operationalisering van de autonomie, verder gestalte te geven. Daarom zal de Districts Commissaris niet meer fungeren als voorzitter van de Districtsraad.Deze zal zelf uit zijn midden een voorzitter kiezen. Bovendien wordt het in het kader van de operationalisering van de autonomie van de districten wenselijk geacht dat de ambtelijk-bestuurlijke verantwoordelijkheid van de centrale overheid plaats maakt voor een grotere ambtelijkbestuurlijke verantwoordelijkheid van de districten. Daarom wordt voorgesteld om het Districtsbestuur niet langer te laten bestaan uit ambtenaren van de centrale overheid, maar met uitzondering van de Districts Commissaris uit door de Districtsraad benoemde districts-ambtenaren. Het District heeft recht op een eigen begroting. In het kader van de beoogde decentralisatie zal dit recht worden geëffectueerd met betrekking tot de onderdelen van de huishouding van de districten die als autonome taken en als in medebewind overgedragen taken door de districten worden uitgevoerd. Richtlijnen voor het opstellen van de districtsbegroting zijn bereids door de Minister van Financien goedgekeurd. Met het oog op de waarborging van het beginsel van de eenheidsstaat kent de Wet Regionale Organen een logische afbakening van de grenzen van de autonomie van de districten 12. Met hetzelfde doel voor ogen voorziet de wet ook in verschillende gevallen en vormen van toezicht op de uitoefening van bevoegdheden door de districten 13. Ten aanzien van de regelgevende bevoegdheid van de Districtsraad wordt voorzien in repressief toezicht van De Nationale Assemblee en preventief toezicht van de Regering 14 en ten aanzien ten aanzien van de besluiten van de Districtsraad die geen algemeen karakter hebben wordt repressief toezicht uitgeoefend door de Minister van Regionale Ontwikkeling met de mogelijkheid van beroep bij de President. 15 De Wet kent ook een aantal gevallen waarin districtsorganen worden opgedragen om bij de uitoefening van hun bevoegdheden richtlijnen van de Regering of instructies van de 12 Zie Wet RO de artikelen 12 en Zie Wet RO de artikelen 42, 44 en Zie Wet RO de artikelen 42 en Zie Wet RO artikel 58. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

23 Minister in acht te nemen. 16 Dit sturend toezicht past bij een proces van opstart van gedecentraliseerd Districtsbestuur. B. Artikelsgewijs Artikel 1 Belangrijke veronderstellingen van de definitie van districtsfunctionarissen zijn (i) dat districten voor wat betreft hun rechtspositie van districtsfunctionarissen niet worden beschouwd als uitgezonderde rechtspersonen als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Personeelswet 17 en (ii) dat districtsfunctionarissen in dienst zijn van het Land. Degenen die ingevolge artikel 3 lid 4 van de Personeelswet 18 als arbeidscontractanten in dienst zijn van het district worden beschouwd als werknemers van het district ( districtspersoneel ). Bestuursportefeuilles ontstaan door groepering (bij districtsverordening) van de activiteiten die tot het dagelijks bestuur van het district behoren. Degenen die belast zijn met de leiding over de coördinatie, de administratie en de financiën van het district (respectievelijk de Districts Commissaris, de Districts Secretaris en de Districts Administrateur) maken qualitate qua deel uit van het Districtsbestuur. De overige leden van het Districtsbestuur zijn districtsfunctionarissen die door de Districtsraad als zodanig zijn benoemd Zie Wet RO de artikelen 32a, 39a, 40, 47 en Artikel 1 lid 2 van de Personeelswet: Onder het Land zijn, voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet, begrepen de van landswege opgerichte rechtspersonen, met uitzondering van: a. die voor welke bij of krachtens wet afzonderlijke voorschriften omtrent de rechtstoestand van het personeel zijn vastgesteld; b. naamloze vennootschappen. 18 Artikel 3 lid 4 van de Personeelswet: Bevoegd tot het sluiten van arbeidsovereenkomsten voor rechtspersonen die ingevolge artikel 1, tweede lid, onder het Land zijn begrepen, zijn organen welke daartoe in de statuten of bijzondere wettelijke voorschriften zijn aangewezen. Bij gebreke van zodanige aanwijzing komt die bevoegdheid toe aan de Minister onder wiens departement de rechtspersoon ressorteert. 19 Zie Wet RO de artikelen 28 en 32a. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

24 Artikel 2 De Districts Commissaris is niet langer voorzitter van de Districtsraad 20. Het is tenminste twijfelachtig of deze voorziening in overeenstemming was met de tweede volzin van artikel 162 van de Grondwet waarin uitdrukkelijk is bepaald dat de zetels in de Districtsraad worden toegekend aan de in de Ressortraden voor het betreffende district vertegenwoordigde politieke organisaties (...). De Districts Commissaris heeft een tweeledige positie. Hij is zowel orgaan van de centrale overheid als orgaan van het district. 21 In de tweede kwaliteit is hij Hoofd van het Districtsbestuur belast met het dagelijks bestuur van het district. Autonome regelgeving en algemeen bestuur zijn bevoegdheden van de Districtsraad en vallen nu, behoudens betrokkenheid bij de voorbereiding van beleid buiten zijn verantwoordelijkheid. 22 Artikel 3 Het tweede lid van dit artikel, waarin is bepaald dat De Nationale Assemblee als beroepsinstantie beslist over toelating van leden van de Districtsraad is vervallen omdat ervan wordt uitgegaan dat de Districtsraad zelf bindend moet kunnen beslissen over de toelating van haar leden. 23 Artikel 4 Voor het functioneren van de Districts Secretaris als secretaris van de Districtsraad is gekozen als waarborg voor een goede institutionalisering van deze functie. Artikel 6 De Districts Commissaris maakt als bestuursorgaan van het district deel uit van het Districtsbestuur. Maar dat geldt niet voor de Districts Commissaris als ambtelijk orgaan van de centrale overheid. Daarom is het gewenst dat de verplichting tot het verstrekken van informatie in artikel 13 lid 1 ook op de Districts Commissaris in de tweede hoedanigheid wordt gelegd. Het is gewenst dat de Districts Commissaris en de overige leden van het Districtsbestuur in artikel 13 lid 2 wettelijk de bevoegdheid krijgen om uit eigener 20 Als gevolg hiervan zullen de volgende belangen moeten worden aangepast: artikel 9 lid 2, artikel 11 lid 1, artikel 13 lid 2 21 Zie Wet RO artikel Zie Wet RO de artikelen 3 en Zie Wet RO artikel 8. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

25 beweging aan de beraadslagingen van de Districtsraad deel te nemen en daarin een raadgevende stem te hebben. 24. Artikel 7 De voorziening van artikel 14 lid 2 dient als gevolg van de toevoeging in artikel 13 lid 2 mede van toepassing te zijn op het Districtsbestuur. Artikel 8 De Districtsraad dient verslag te doen aan de Minister, Staatsraad en De Nationale Assemblee. Om een tijdsruimte te creëren tussen de verslaggeving van de Districtsraad en het Districtsbestuur dient het verslag van de Districtsraad uiterlijk één mei toegezonden te worden naar de Minister, Staatsraad en De Nationale Assemblee. Artikel 9 Het woord goedgekeurd in lid 1 en lid 2 van artikel 16 wekt verwarring. Het suggereert ten onrechte dat niet de Minister maar een ander orgaan verantwoordelijk is voor de voorbereiding van het Reglement van Orde. Daarom wordt voorgesteld om het woord op beide plaatsen te vervangen door het woord voorbereid. Artikel 10 De bepaling waarvan wordt voorgesteld die op te nemen als artikel 25 lid 3 is ontleend aan artikel 167 van de Grondwet en dient uit praktische overwegingen in de wet te worden herhaald. Artikel 11 De leden van het Districtsbestuur zijn ambtelijke functionarissen. Er bestaat binnen het Districtsbestuur in twee opzochten een hiërarchie. Als districtsfunctionarissen zijn ze in ambtelijke zin ondergeschikt aan de Districts Commissaris. Maar ze zijn als leden van het Districtsbestuur ook in die zin aan het Districtbestuur ondergeschikt dat ze verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het Districtsbestuur. Ze vervullen met leiding geven aan de activiteiten van een bestuursportefeuille niet een zelfstandige functie uit en ze zijn niet een zelfstandig onderdeel (zelfstandig bestuurorgaan) van het district. Elke beslissing van het 24 Naar analogie van artikel 85 van de Grondwet ten aanzien van de positie van de Regering in De Nationale Assemblee MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

26 Districtsbestuur komt voor verantwoordelijkheid van het gehele Districtsbestuur en een lid van het Districtsbestuur kan zijn collega s niet het recht ontzeggen zich met de hem speciaal regarderende zaken in te laten. Het Districtsbestuur treedt als collectief naar buiten. Het gewijzigd artikel 28 bepaalt dat de door de Districtsraad benoemde Districts Secretaris (verantwoordelijk voor de administratieve functie) en Districts Administrateur (verantwoordelijk voor de financiële functie), naast de door de Regering benoemde Districts Commissaris (belast met de coördinerende functie) qualitate qua deel uitmaken van het Districtsbestuur. Daarnaast worden een aantal districtsfunctionarissen, eveneens benoemd door de Districtsraad 25 met de overige bestuursportefeuilles belast. De Districtsraad benoemt de overige leden van het Districtsbestuur door, na bij districtsverordening de overige taken van het Districtsbestuur in bestuursportefeuilles te hebben verdeeld, een of meer districtsfunctionarissen te benoemen tot leden van het Districtsbestuur en hen uit dien hoofde te belasten met de leiding van de activiteiten van bestuursportefeuilles. Onverenigbaarheid van het lidmaatschap van de Districtsraad en het Districtsbestuur past bij het dualisme als grondslag van de relatie tussen Districtsraad en Districtsbestuur en voorgesteld wordt om dit wettelijk vast te leggen in lid 2 van artikel 28. Het woonplaats vereiste van artikel 28 lid 3 geldt voor leden van het Districtsbestuur. Voor de voorzitter geldt volgens artikel 31 lid 4 een striktere norm, vandaar de voorgestelde wijziging van artikel 28 lid 3. Artikel 12 Het nieuwe artikel 30a van de Wet Regionale Organen is een uitvloeisel van het controlerecht dat de Districtsraad ingevolge artikel 46 lid 1 heeft over het Districtsbestuur. Het lijkt wenselijk om uit overwegingen van rechtszekerheid in de leden 2 en 3 van artikel 30a een procedure voor vernietiging van besluiten van het 25 Een districtsfunctionaris die krachtens een aanstelling of arbeidsovereenkomst in dienst is van het Land voor het verrichten van werkzaamheden in het district kan door de Districtsraad benoemd worden tot lid van het Districtsbestuur. Hij kan eveneens door de Districtsraad ontheven worden als lid van het Districtsbestuur. Hij blijft dan wel in dienst van het Land in de hoedanigheid van districtsfunctionaris. Eventueel ontslag als districtsfunctionaris is onderworpen aan de regels van de Personeelswet. Indien de Districtsraad een persoon die geen dienstbetrekking heeft met het Land wil benoemen tot lid van het Districtsbestuur zal de geeigende oplossing zijn dat er een arbeidsovereenkomst met betrokkene gesloten wordt waarvan de geldigheidsduur gelijk is aan de periode dat hij / zij lid is van het Districtsbestuur. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

27 Districtsbestuur wegens strijd met een districtsverordening of een besluit van de Districtsraad te introduceren. Artikel 13 Het is nodig wettelijk vast te leggen wie het district in en buiten rechte vertegenwoordigt. Deze bevoegdheid van de Districts Commissaris is opgenomen in lid 1 van artikel 31 en zijn bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de Regering in het district, in een nieuw lid 2. Omdat het Districtsbestuur bestond uit ambtenaren van de centrale overheid was de koppeling in het oude lid 1 van de functies van de Districts Commissaris als Hoofd van het Districtsbestuur en als vertegenwoordiger van de Regering logisch. Maar bij een concept waarin het Districtsbestuur behalve uit de Districts Commissaris bestaat uit districtsfunctionarissen is een redactionele scheiding van de twee functies te verkiezen. Artikel 14 Het nieuw artikel 32a betreft de organisatie van het Districtsbestuur. De in lid 1 bedoelde Districtsverordening betreffende nadere inrichting en regeling van het bestuur van het district zal o.a. nadere regels stellen betreffende (i) de taken van het Districtsbestuur in relatie tot de districtshuishouding 26 (ii) de verdeling van de activiteiten van de districtshuishouding in bestuursportefeuilles 27 (iii) de functie- en taakomschrijvingen van de districtsfunctionarissen die als leden van het Districtsbestuur de leiding hebben over de activiteiten die zijn verdeeld over de bestuursportefeuilles. Vanwege hun bijzondere positie wordt in lid 2 en lid 3 aan de functies en verantwoordelijkheden van de Districts Secretaris en de Districts Administrateur een wettelijke grondslag gegeven. Voor de definiëring van de functievereisten en taakomschrijving van de Districts Administrateur is voor de interim-periode een Reglement geconcipieerd. Reglementen voor de Districts Secretaris en de Districts Administrateur zullen in de toekomst deel uitmaken van de Regelen als bedoeld in lid Zie Wet RO artikel Zie Wet RO artikel 1 lid 5. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

28 Artikel 15 De wet geeft specifiek aan ten aanzien van welke onderdelen van de huishouding de Districtsraad autonome regelgevende bevoegdheid heeft, te weten (i) de in dit artikel 37 lid 1 met name genoemde onderwerpen (ii) de elders in deze wet genoemde onderwerpen 28 en (iii) andere bij staatsbesluit aangegeven onderwerpen. Deze beperking op het beginsel dat een autonoom orgaan elke taak op zich mag nemen die het de moeite waard vindt, is een uitwerking van artikel 169 lid 3 laatste zin van de Grondwet waarin is bepaald dat bij districtsverordening slechts onderwerpen kunnen worden geregeld die door de wetgever daartoe zijn aangewezen. De lijst van onderwerpen genoemd in lid 1 is uitgebreid met nieuwe autonome taken van het district. De uitvoering en eventuele delegatie van die taken door de Districtsraad aan het Districtsbestuur kan bij districtsverordening nader worden geregeld. Hoewel de wetgever in artikel 37 lid 3 van de Wet RO veronderstelt dat andere dan de in oorspronkelijk in artikel 37 lid 1 bedoelde onderwerpen bij staatsbesluit zullen worden aangegeven verdient de voorziening bij wet de voorkeur. Artikel 16 Door middel van dit nieuwe artikel 37a is de wettelijke grondslag gelegd voor de Districtsraad om haar medebewindstaken uit te voeren. Artikel 17 Dit gewijzigd artikel 38 geeft aan dat districten, slechts indien en voor zover de wet daarin voorziet zelf betreft inkomsten in de vorm van belastingen en heffingen kunnen genereren. 29 Artikel 18 De woorden van ten hoogste duizend gulden in lid 1 van artikel 39 dienen te worden vervangen door de woorden van ten hoogste [ ]. Artikel 19 Deze nieuwe bepaling van artikel 39a verwoordt de algemene kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheid van de Districtsraad ten aanzien van de 28 Zie Wet RO de artikelen 32a, 38, 39a en Zie GW artikel 155. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september

29 gedecentraliseerde financiële taken van het district. De vaststelling van de desbetreffende uitgangspunten ter waarborging dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle worden voldaan, dient gelet op het belang daarvan te geschieden met in achtneming van daaromtrent gegeven voorschriften van de Regering. Artikel 20 Artikel 40 regelt in lid 1 de instelling van het Districtsfonds. Het Districtsfonds is ingevolge het bepaalde in lid 2 van artikel 40 de conduite van de inkomsten en uitgaven van het district. Vanaf de operationalisering van de decentralisatie zullen er drie categorieën inkomsten zijn. De eerste categorie bestaat uit inkomsten die door het district zelf worden gegenereerd uit de belastingen en heffingen, verbeurdverklaring van goederen 31, en de inning van geldboeten 32. De tweede categorie bestaat uit algemene en bijzondere afdrachten uit Staatskas respectievelijk als bijdrage in de kosten van activiteiten uit hoofde van autonome bevoegdheden en ter bestrijding van de kosten van activiteiten die het district door de centrale overheid in medebewind worden opgedragen. 33 De derde categorie bestaat ingevolge lid 3 van artikel 40 uit eventuele andere bij staatsbesluit aan te geven inkomsten. 30 de Artikel 21 Nu de Districts Commissaris niet langer deel zal uitmaken van de Districtsraad is zijn bevoegdheid om ontwerpen van districtsverordeningen bij de Districtsraad in te dienen in artikel 41 geschrapt. Artikelen Voorgesteld wordt dat De Nationale Assemblee om praktische redenen niet belast blijft met het preventieve maar belast wordt met het repressieve toezicht op districtsverordeningen. Het preventieve toezicht komt dan te berusten bij de Regering en wordt geregeld in de nieuwe artikelen 42, 43. In die regeling is de bijzondere procedure voor de gelegenheid geven aan een ieder om bezwaren tegen de totstandkoming van een districtsverordening kenbaar te maken niet gehandhaafd omdat een dergelijke 30 Zie Wet RO artikel Zie Wet RO artikel Zie Wet RO artikel Zie Wet RO artikel 47. MvT Grondwetwijziging concept d.d. 13 september