Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Maatschappelijk Werk en Dienstverlening"

Transcriptie

1 Studiegids Bacheloropleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening /183

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding Beroepsprofiel Beroep Uitwerking van beroepsprofiel Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Opleidingsprofiel Algemeen Doelstelling opleiding Het hbo-niveau van de opleiding Didactische uitgangspunten Inrichting opleiding Opleidingsvarianten Verkorte en versnelde opleidingsroutes Getuigschriften Graden en titulatuur Opleidingsstructuur Propedeuse Studieadvies Overstappen Hoofdfase Toelating hoofdfase Programma s Curriculumoverzicht Utrecht MWD jaar 2 t/m jaar Stages en stagewaardigheid Profileringsruimte Excellentie Afstuderen Vervolgopleidingsmogelijkheden Examencommissie Instelling en benoeming Samenstelling Taken en bevoegdheden Verzoekschrift Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Voorzieningen Begeleiding Algemeen Studentenmail Sharepoint OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy Registratie studievoortgang Onderwijsbalie Studievereniging Opleidingscommissies Contactgegevens Cursussen Cursusdeelname Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht /183

3 3.4 Beginvereisten Cursusbeschrijvingen Tentamens en examens Introductie Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en -duur Tentamenrooster Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen in geval van een functiebeperking Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling Toekennen resultaat en inzage Diplomering Procedure afgifte getuigschrift Aantekening cum laude of met genoegen Roosters Jaarrooster Vakanties en vrije dagen Lesdagen en tijden Roosterinformatie en -wijzigingen Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Beroep aantekenen Hoger beroep Klachten Klacht indienen Herzieningsverzoeken bij klachten Ongewenst gedrag Studentzaken Studiebegeleiding Profileringsfonds Studentendecaan Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Studeren met een functiebeperking Verbetering taal- en schrijfvaardigheden Mediatheek International Office Study abroad Stage in het buitenland Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs Topsport Trajectum Sport Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren /183

4 8.19 Verzekeringen: Wettelijke aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering Werken naast je studie Huisvesting Over de HU Algemene informatie Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Orderegels Kwaliteitszorg Organogram HU Locaties HU Algemene informatie faculteit Maatschappij & Recht Algemeen Organogram faculteit Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Faciliteiten In- en uitschrijven voor de opleiding Toelatingsonderzoek Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming Collegegeld Kosten voor boeken en leermiddelen Overige kosten Financiële tegemoetkoming Cursusbeschrijvingen 98 15uur uur Bijlagen 183 Onderwijs- en examenregeling Deze studiegids is op 26 juni 2012 vastgesteld door Coen van der Linden Instituutsdirecteur / na advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 28 juni /183

5 1 Voorwoord Beste student, Voor je ligt de studiegids van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. We hopen dat je bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd hebt. In deze studiegids vind je belangrijke spelregels en informatie die je daarbij kunnen helpen. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs aan. Competentiegericht:dat wil zeggen dat jij goed voorbereid bent als je het beroepsleven begint (zie ). Vraaggestuurd: we streven ernaar het onderwijs en ook de ondersteuning eromheen zo in te richten dat jij je in en tijdens je studie kunt ontwikkelen op een manier die jíj belangrijk vindt en die bij je past. Hieronder vind je informatie over de belangrijkste aspecten van je studie en de keuzes die jij kunt maken. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld of verbeterd op initiatief van je medestudenten. De hogeschool beschouwt je als partner, je maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht daarom veel waarde aan jouw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar je als student je oordeel en verbetertips kan geven. Ook organiseren we op opleidingen of faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over je opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.12). We vragen je elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En ben je bijzonder tevreden over het onderwijs van de ene docent (e); nomineer hem/haar als docent(e) van het jaar! Excelleren De HU kent verschillende vormen van excellentie. Als je uitstekende resultaten in je studie haalt, kan je bij je diploma de aantekening cum laude of met genoegen ontvangen (5.2). Maar je kan ook uitblinken op andere aspecten als innovatie en leiderschap. Ook dat wil de HU graag onderstrepen, en hiervoor is het SIRIUS-programma ontwikkeld. Je kan sterren verzamelen, en als je erg goed bent, ontvang je het predicaat Excellente student (2.5.5.). Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen, waarin je je kunt specialiseren op een onderdeel van je vakgebied. Daarnaast kennen de meeste opleidingen de zogenaamde vrije profileringsruimte (van 30 EC, een half jaar), die je kunt gebruiken om je te verdiepen binnen je eigen vakgebied, maar ook om kennis te maken met een geheel ander vakgebied. Binnen jouw faculteit, een opleiding van een andere faculteit, maar ook een cursus aan een andere instelling is vaak mogelijk (2.5.4). Ook kan je een eigen examenprogramma ontwikkelen, je studieloopbaanbegeleider (SLB er, 2.8.1) kan je hierover adviseren. De examencommissie van je opleiding (2.6) moet daar toestemming voor geven. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? Je kunt je studietijd natuurlijk ook willen benutten om je zo breed mogelijk te ontwikkelen, en juist ervaring buiten je reguliere studie op te doen. Wil je een tijdje studeren in het buitenland (8.11)? Of dacht je erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld je studievereniging, je gezelligheidsvereniging of je studentensportclub? (8.14, 8.17). Hiervoor noemden we al medezeggenschap en opleidingscommissies. Of combineer je topsport met een studie (8.15)? Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan ook dat je studie door allerlei oorzaken niet verloopt zoals je dat graag zou willen. Als dat komt door oorzaken waar jij niets aan kunt doen, bijvoorbeeld ziekte of relatieproblemen, zijn er verschillende regelingen zijn waarop je een beroep kunt doen. Als je door jouw persoonlijke situatie tentamens mist, kan je om een extra herkansing vragen (4.3.3). Haal je te weinig studiepunten en dreig je een negatief studieadvies te krijgen, dan krijg je hulp bij een studieplanning waar de examencommissie wel rekening 1 De nummers verwijzen naar een paragraaf in de studiegids 5/183

6 mee moet houden (2.4.1). En had je een studiebeurs, maar studeer je door deze omstandigheden zo lang dat je geen er recht meer op hebt? Dan is er een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8.) In al deze gevallen geldt: meldt het zo spoedig mogelijk aan je studieloopbaanbegeleider (2.8.1) of je studentendecaan (8.3)! Als je te lang over je studie doet, kan je langstudeerder worden. Om dat te voorkomen bieden opleidingen soms extra inhaaltrajecten aan. Die worden via Sharepoint bekend gemaakt. En heb je een functiebeperking? Dan kan je mogelijk langer over je studie doen, maar dat hoeft lang niet altijd. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die jou in je studie kunnen ondersteunen (8.8). Problemen en klachten Heb je problemen die je studie negatief beïnvloeden? Of vragen omdat je niet precies weet waar je terecht kunt? Bij je SLO er (2.8.1) of een studentendecaan (8.3) ben je aan het juiste adres, zij kunnen je adviseren of doorverwijzen. Als je klachten hebt over de bejegening door studenten of medewerkers, kun je ook een vertrouwenspersoon (8.4) inschakelen. Zijn er bijvoorbeeld samenwerkingsproblemen in je projectgroep: als je ze op tijd inschakelt kunnen onze studentmediators vaak escalatie voorkomen en de samenwerking weer herstellen (8.7). En gaat er binnen de HU iets fout of ben je het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar je terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Wat verwacht de HU van jou? Wij streven ernaar je een opleiding en studieklimaat te bieden waarin je je optimaal kunt ontplooien. We willen niet dat dit door andere studenten wordt verpest door ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hat s, verbaal of fysiek geweld), en verwachten dan ook dat je je aan onze interne regels houdt (9.1.4) Als je een diploma haalt, moet je dat ook verdiend hebben. Fraude wordt niet getolereerd. Zeker als het gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kunnen leiden tot verwijdering van de opleiding. Je ziet, er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. Je vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door, voordat je aan je studie begint. Via de inhoudsopgave kun je altijd achterhalen waar je iets kunt vinden. Maar is het niet duidelijk of kun je het niet vinden: kijk op Sharepoint, of vraag het je SLB er of bij de onderwijsbalie. We wensen je een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar, Mede namens alle collega s die aan jouw opleiding bijdragen, Coen van der Linden Directeur Instituut voor Social Work 6/183

7 2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel Het tot stand komen van een visie op het beroep maatschappelijk werk is gebaseerd op de actuele ontwikkelingen binnen de samenleving, ook het werkveld heeft hierin een innoverende rol gespeeld. Het beroep zal zich moeten blijven ontwikkelen om cliënten of potentiële cliënten binnen de samenleving adequaat en professioneel te helpen en te steunen. Vandaar dat de visie en de uitvoering van werkzaamheden zich meebeweegt met de maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn er ook nieuwe taken voor het maatschappelijk werk ontstaan die ook binnen de opleiding een plaats krijgen om beginnende professionals toe te rusten voor hun taak Beroep De missie van het maatschappelijk werk is kort gezegd: bevorderen dat mensen in onze samenleving tot hun recht komen, als mens en burger. Maatschappelijk werkers streven ernaar dat mensen zich in wisselwerking met hun sociale omgeving zo goed mogelijk kunnen ontplooien, naar hun eigen aard, behoeften en opvattingen, en dat ze rekening houden met anderen met wie zij samenleven.(beroepsprofiel van de maatschappelijk werker, NVWM, 2009) Draagkracht en draaglast In elke tijd, en hoe de samenleving ook is vormgegeven, zijn er mensen die door lichamelijke, psychische of sociale oorzaken kortere of langere tijd kwetsbaar zijn. De manier waarop we ons leven vormgegeven hebben schept uitvallers; mensen die niet kunnen of willen voldoen aan de eisen die de samenleving stelt. Door uiteenlopende oorzaken komen mensen in de knel. De oorzaken kunnen binnen of buiten de persoon liggen, materieel of immaterieel van aard zijn, maar ook de leefstijl, de wijze waarop men conflicten oplost of anderen bejegend kunnen problemen veroorzaken. De balans tussen draagkracht en draaglast raakt verstoord. Werkwijze De werkwijze van de maatschappelijk werker wordt gekenmerkt door een combinatie van betrokkenheid en directiviteit. Onder persoonlijk betrokkenheid wordt hier verstaan: echtheid en empathie, positieve waardering, belangstelling, bemoediging, troost en ondersteuning. Deze betrokkenheid vormt de basis waarop zonodig confrontatie en begrenzing kunnen plaatsvinden. De maatschappelijk werker weet te kiezen voor een mix van nabijheid en afstand die een specifieke cliënt nodig heeft. Met gevoel en verstand voegt hij zich (tijdelijk) in de wereld van de cliënt. De waarden die hij vertegenwoordigt maakt hij zichtbaar in doen en laten. Bij directiviteit gaat het om een activerende, praktische aanpak waarbij met gebruik van sturing en structurering, steeds in dialoog met de cliënt, gewerkt wordt aan concrete doelen. De samenwerkingsrelatie Essentieel voor het werk van de maatschappelijk werker is de samenwerkingsrelatie; werker en cliënt moeten op zijn minst gedeeltelijk eens worden over wat er aan de hand is, en wat er gebeuren moet. Zeker als de cliënt zelf niet om contact gevraagd heeft, of zijn perspectief sterk verschilt van dat van de werker wordt er geprobeerd zoveel mogelijk op een lijn te komen. De maatschappelijk werker zoekt naar ten minste gedeeltelijke overeenstemming, en legt daarmee een basis in het contact voor de taken die verricht moeten worden. Specifieke aandacht is vereist voor de samenwerkingsrelatie tussen maatschappelijk werkers en ouders/opvoeders. In alle varianten van betrokkenheid; van meedenken tot waar nodig overnemen van opvoeding(taken) geldt het bovenstaande; er wordt gezocht naar een optimale samenwerkingsrelatie. De cliënt en zijn omgeving Het maatschappelijk werk richt zich op individuen, groepen, hun sociale omgeving en de brede maatschappelijke context. Door deze brede gerichtheid levert het maatschappelijk werk een bijdrage aan sociaal beleid van geval tot geval, maar ook aan het functioneren van sociale verbanden en de samenleving als geheel. 7/183

8 De maatschappelijk werker kan zich ook primair richten op de omgeving. Het gaat er dan om omstandigheden te verbeteren, belemmeringen weg te nemen, of positieve krachten te versterken. De werkwijze is: optimaal gebruik maken van krachten uit de omgeving, samenwerking zoeken en waar nodig een coördinerende rol spelen. Waar dat nodig is zal de maatschappelijk werker de omgeving ook confronteren met de ongunstige gevolgen van gedrag of acties uit de omgeving, bijvoorbeeld gebaseerd op onjuiste beelden. Confrontatie gaat hij niet uit de weg, maar streeft wel naar een uitkomst waarin iedereen optimaal tot zijn recht komt. Voor de maatschappelijk werker staat zowel het perspectief van het individu als zijn omgeving centraal. Beide perspectieven bepalen de inhoud van de hulpverlening. Het doel blijft steeds het activeren van de cliënt en andere betrokkenen. Faciliteren, enthousiasmeren, initiëren, en ondernemen zijn centrale begrippen. Sociaal economische status Een belangrijk deel van de cliënten van het maatschappelijk werk hebben te maken met meerdere problemen die onderling samenhangen; geen werk of zwaar lichamelijke werk met het bijbehorende uitval risico, financiële onzekerheid, slechte huisvesting, gezondheidsproblemen, geringe scholing, relatie en opvoedingsproblemen. Een deel van deze cliënten heeft al van generatie op generatie met deze problemen te maken, en vaak zijn zij langdurig, of met tussenpozen cliënt. Met enige regelmaat ontstaan er nieuwe groepen cliënten zoals verslaafden, alleenstaande moeders, vluchtelingen en illegalen en veelplegers van delicten, die door hun omstandigheden in vergelijkbare problemen terecht komen. Cliënten uit alle sociale milieus Hoewel de bovengenoemde groep het grootste deel van de cliëntenpopulatie uitmaakt kent het maatschappelijk werk, afhankelijk van de werksoort, ook andere groepen cliënten. In principe kan elke burger, door de omstandigheden waarin hij verkeert tijdelijk of langer afhankelijk worden van hulp. Normatieve professionaliteit Het maatschappelijk werk is een vak waarbij kennis en kunde alleen niet voldoende sturing geven aan handelen. Het werk heeft een uitgesproken ethisch component. We spreken van normatieve professionaliteit. Interventies van de maatschappelijk werker zijn altijd waardegebonden. Zij baseren zich in eerste plaats op de centrale waarde van het beroep: het tot zijn recht laten komen van de mens in zijn sociale omgeving. In de tweede plaats gelden voor de beroepsuitoefening gedragsregels die zijn afgeleid van de sociale ethiek die voor alle burgers geldt; het autonomiebeginsel, het neutraliteitsbeginsel en het schadeprincipe. Deze begrippen geven aan dat (zonder dat de overheid zich daarmee bemoeit) mensen de grootst mogelijke vrijheid krijgen om het leven op een eigen manier in te richten. De grens ligt daar waar de vrijheid van de een ten koste dreigt te gaan van de vrijheid van de ander. Zo nodig wordt er dan ingegrepen en het maatschappelijk werk kan daarin een rol spelen (denk aan vormen van bemoeizorg, Raad van Kinderbescherming) Door beroepsethiek en sociale ethiek steeds met elkaar in relatie te brengen kan voorkomen worden dat het maatschappelijk werk zich afwendt van de maatschappelijke werkelijkheid, en tegelijkertijd niet gaat functioneren als een uitvoerder van beheersdwang en overheidsrepressie. In de beroepscode zijn professionele waarden en normen voor de uitoefening van het beroep uitgewerkt. Uitgangspunt voor de maatschappelijk werker is de cliënt in zijn eigenheid laten. De cliënt doet er toe, zijn verhaal doet er toe. Het belang van het registreren en signaleren van nieuwe problemen, maar vooral het analyseren daarvan. Maatschappelijk werkers bevinden zich in de positie waarin zij onmiddellijk geconfronteerd worden met de consequenties van maatschappelijke veranderingen; cliënten met steeds nieuwe typen problemen melden zich aan. Via het registreren van deze verschuivingen en het analyseren van de betekenis daarvan kunnen belangrijke verschuivingen in de samenleving in kaart worden gebracht. Maatschappelijk werkers kunnen op die manier fungeren als,,waakhond en als,,geleidehond : op basis van geanalyseerde gegevens kan aangegeven worden welk beleid nodig is om uitval en marginalisering te voorkomen. Onderzoeksgerichtheid In een gecompliceerde samenleving is het nodig te onderzoeken welke krachten welke personen in verdrukking brengen, welke dynamiek er bestaat tussen maatschappelijke en persoonlijke factoren, welke beïnvloeding er in welke richting mogelijk is. Om een zo goed mogelijk antwoord te hebben op de vragen en 8/183

9 problemen die maatschappelijk werkers tegenkomen is onderzoek van die werkelijkheid noodzakelijk en worden op basis daarvan beslissingen genomen over innovatie en beleidsaanpassingen. Innovatief werken Onderzoek naar de aard van nieuwe typen problemen moet samengaan met het ontwikkelen van nieuwe interventies en het zoeken naar optimale structuren in het welzijnsveld. Het vraagt blijvende aandacht voor methodiekontwikkeling en verdere professionalisering. Goed gebruik van standaarden en protocollen In het verlengde van de drie bovengenoemde items is een gewogen gebruik van standaarden en protocollen voor de handliggend. Dit kan transparantie en meetbaarheid bevorderen. Er op af Een veranderende samenleving vraagt een veranderende opstelling van het maatschappelijk werk. Waar eerder alleen de gemotiveerde cliënt, die zich zelf had aangemeld in aanmerking voor hulp, vraagt onze samenleving nu om een proactieve opstelling van iedereen die in het veld van zorg en welzijn actief is. Een groeiende groep mensen is uitgesloten van deelname aan het maatschappelijk bestaan. Gedesillusioneerd in de werking van instituties of onbekend hiermee komt deze groep niet tot acties die nodig zijn om een hulpverleningsproces te laten starten. Dat betekent dat de maatschappelijk werker,bereid moet zijn om ongevraagd mensen te benaderen. Opvangen van signalen van anderen, intensief samenwerken, het er niet bij te laten zitten en compassie tonen zijn de uitdagingen. Netwerken en samenwerken Samenwerken ten behoeven van de cliënt betekent over de grens van de eigen instelling partners zoeken in hulpverleningsprocessen, vertrouwen in deskundigheid van anderen en hiermee een optimale samenwerkingsrelatie opbouwen het ontwikkelen van een netwerk waaruit een verscheidenheid aan deskundigheden kan worden ontleend. Diversiteit De vragen zijn divers, zo ook degenen die ze stellen. Die diversiteit komt de maatschappelijk werker niet alleen bij zijn cliënten tegen, maar ook bij zijn collega's, beroepsgenoten en andere (groepen) mensen met wie hij te maken krijgt. De maatschappelijk werker beweegt zich zo tussen een verscheidenheid aan mensen, of het nu gaat om leeftijd, levensbeschouwing, geloofsovertuiging, sociale klasse, cultuur, etniciteit, seksuele voorkeur, sekse of samenlevingsvorm. Diversiteit heeft vaak gevolgen voor de sociale positie van personen en groepen die zich onderscheiden Uitwerking van beroepsprofiel De missie en doelstelling van het beroep van de maatschappelijk werker wordt verder geconcretiseerd in de volgende beroepstaken van de maatschappelijk werker: De maatschappelijk werker biedt een (competentiegerichte) veranderings-, ondersteunende en/of stabiliserende begeleiding, geeft concrete en informatieve hulpverlening en doet aan individuele belangenbehartiging en/of conflictbemiddeling. De maatschappelijk werker onderzoekt en rapporteert. De maatschappelijk werker signaleert en werkt tevens of zet aan tot preventie activiteiten en biedt na signalering collectieve belangenbehartiging, coacht en begeleid vrijwilligers en netwerkwerkgroepen. De maatschappelijk werker levert casemanagement, zorgcoördinatie, zorgbemiddeling en zorgafstemming, indien nodig bouwt en ondersteunt hij sociale netwerken voor de cliënt. De maatschappelijk werker initieert zelf, indien noodzakelijk, een outreachende benadering en biedt gevraagd of ongevraagd crisisinterventie. De maatschappelijk werker levert een bijdrage aan beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en beheer. De maatschappelijk werker werkt intercollegiaal samen en laat zich begeleiden in het werken en leren op basis van een lerende organisatie. 9/183

10 De maatschappelijk werker werkt mee aan het tot stand komen van samenwerkingsverbanden en participeert hierin en kan het eigen beroep en beroepshandelen binnen deze verbanden profileren en verantwoorden en/of consulteert, adviseert en coacht andere professionals. De maatschappelijk werker reflecteert op eigen handelen en planning van eigen competentieontwikkeling. De maatschappelijk werker levert een bijdrage aan opleiding van toekomstige vakgenoten, vertaald maatschappelijke ontwikkelingen in nieuwe beroepsopgaven, werkt mee aan kennisontwikkeling en verspreid deze nieuwe kennis. De HBO bacheloropleiding Maatschappelijke Werk en Dienstverlening (MWD) leidt studenten op tot maatschappelijk werker. De opleiding is geaccrediteerd en is daardoor bevoegd om studenten bij voldoende resultaten een maatschappelijk erkend Bachelordiploma Maatschappelijk Werk en Dienstverlening te verstrekken dat valt onder het bachelordomein Social Work. De bezitter van een dergelijk diploma beschikt over de vereiste en gespecificeerde startkwalificaties om het beroep uit te oefenen. Ofwel, de betreffende persoon is een gekwalificeerd maatschappelijk werker. De opleiding heeft een set aan eindkwalificaties opgesteld in een proces waaraan naast de opleidingen MWD in den lande een breed spectrum aan stakeholders (van overheid, werkgevers, professionals en wetenschappers) heeft deelgenomen. Het opleidingsprofiel MWD is gevalideerd door deze stakeholders en op basis van deze validatie vastgesteld door de HBO-raad. De achttien opleidingen MWD dienen de in het opleidingsprofiel beschreven eindkwalificaties volledig en aantoonbaar ten grondslag te leggen aan hun onderwijs, of het nu gaat om voltijd-, deeltijd- of duaal onderwijs. Uitgangspunt is dat elke gediplomeerde, startende maatschappelijk werker inzetbaar is als beginnend maatschappelijk werker in de praktijk van het maatschappelijk werk. Het leerplan van de opleiding omvat het gehele onderwijsaanbod van de vier opleidingsjaren en is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Tenminste 70 % van het onderwijs is gericht op de verwerving van de competenties uit het beroepsprofiel MWD. Er is in het aanbod een evenwichtige verhouding tussen het verwerven van theoretische kennis, beroepsvaardigheden en de ontwikkeling van een beroepshouding Het onderwijs is op hbo-niveau Het onderwijs vindt plaats in realistische, d.w.z. op de beroepspraktijk lijkende leeromgevingen Het onderwijs bevordert het zelfstandig functioneren en leren van de student Het onderwijs bevordert samenwerking tussen studenten, docenten en professionals uit het werkveld Het onderwijs is gericht op de vorming van kritische beroepsbeoefenaren met een brede kijk op het werkveld in relatie tot ontwikkelingen in de (internationale) samenleving Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Competenties zijn de kwaliteiten die je nodig hebt om de beroepstaken adequaat uit te voeren. In de onderstaande tabel een overzicht van de stamcompetenties van alle sociale professionals. Het verwerven van deze competenties staat centraal in de opleiding. 10/183

11 COMPETENTIEPROFIEL SOCIALE PROFESSIONAL Segment A: Werken met, namens en ten behoeve van personen en systemen, (doel)groepen en netwerken A1 Interactie De sociale professional initieert, onderhoudt en beëindigt contacten, relaties en netwerken. A2 Oriënteren De sociale professional signaleert en verheldert vraagstukken. A3 Analyseren De sociale professional analyseert vraagstukken. A4 Plannen De sociale professional stelt doelen en maakt plannen. A5 Realiseren De sociale professional realiseert plannen en doelen. A6 Afronden De sociale professional evalueert en rapporteert over werkzaamheden. Segment B: Werken in en vanuit een arbeidsorganisatie B1 Samenwerken De sociale professional initieert en onderhoudt samenwerkingsverbanden en netwerken. B2 Leiden De sociale professional voert basale leidinggevende taken uit. B3 Beleid De sociale professional draagt bij aan ontwikkeling, vaststelling, invoering, uitvoering en evaluatie van beleid. B4 Kwaliteitszorg De sociale professional draagt bij aan ontwikkeling en uitvoering van kwaliteitszorg. B5 Beheren De sociale professional draagt bij aan beheer van de eigen werkomgeving. Segment C: Werken aan professionaliteit en professionalisering C1 Zelfsturing De sociale professional stuurt zichzelf aan. C2 (Re)presenteren De sociale professional presenteert zichzelf en zijn werkzaamheden, en representeert zijn organisatie en professie. C3 Onderzoeken De sociale professional verricht praktijkonderzoek. C4 Innoveren De sociale professional draagt bij aan behoud en vernieuwing van de beroepsuitoefening. Naast het adequaat kunnen uitvoeren van alle beroepstaken, vraagt de beroepspraktijk ook om een bepaald type professional dat de taken op een bepaalde manier en met een bepaalde instelling uitvoert. De belangrijkste kenmerken van een hedendaagse sociale professional staan in de onderstaande tabel weergeven. 11/183

12 PROFESSIONALITEITPROFIEL SOCIALE PROFESSIONAL B HBO (oriëntatie en niveau): professional P1 Brede professional De sociale professional handelt vanuit een overkoepelende visie en vanuit een integrale en interdisciplinaire insteek. Hij levert zijn specifieke bijdragen vaak in samenwerkingsverbanden. P2 Reflectieve professional De sociale professional hanteert complexe beroepssituaties met een grote mate van zelfstandigheid en flexibiliteit, creativiteit en transfer. P3 Methodische professional De sociale professional gaat in zijn handelen methodisch, systematisch en gefaseerd te werk, op grond van een regulatieve cyclus. Belangrijke elementen hierbij zijn: oriëntatie, onderzoek, analyse, ontwerp, planvorming, realisering, evaluatie, verantwoording, verslaglegging. Het methodisch handelen heeft doorgaans een iteratief karakter; hierbij vervullen reflectie en bijsturing een cruciale rol. P4 Kenniswerker De sociale professional combineert bestaande kennis en genereert nieuwe kennis, ten behoeve van de beroepsuitoefening en de vernieuwing daarvan. P5 Lerende professional De sociale professional ontwikkelt zichzelf en zijn deskundigheid voortdurend, vooral ook in en door de uitoefening van zijn professionele werkzaamheden. SW (domein): sociale professional P6 Normatieve professional De sociale professional handelt vanuit respect, betrokkenheid en engagement, en is gericht op empowermen en het benutten van diversiteit. Hij streeft naar: het tot hun recht komen van personen, het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving, en het versterken van de sociale cohesie. P7 Ondernemende professional De sociale professional handelt vanuit een ondernemende instelling. Hij is proactief en outreachend. Hij ziet en grijpt kansen en mogelijkheden, en neemt verantwoordbare risico s. P8 Nabije professional De sociale professional staat dicht bij klanten, verricht zonodig basistaken en weet bruggen te bouwen en netwerken te creëren. P9 Evenwichtige professional De sociale professional weet in zijn handelen een goede balans te vinden tussen principes en belangen die met elkaar op gespannen voet staan Vaardigheden afgestudeerde De werkwijze van de maatschappelijk werker kenmerkt zich door: Pro-actief werken De maatschappelijk werker wacht niet af tot hem vragen of problemen voorgelegd worden, maar is zelf actief in het signaleren van mogelijke vragen en behoeften en onderneemt vervolgens actie. Vraaggericht werken Vraaggericht werken wil zeggen dat in elke fase van de hulp- en dienstverlening de vraag en de behoefte van de cliënt primair bepalend zijn voor de vorm die hulp- en dienstverlening aannemen. Dat betekent nadrukkelijk niet de cliënt vraagt, de maatschappelijk werker draait'. Het betekent wel dat de maatschappelijk werker dient te verantwoorden (naar de cliënt en andere betrokkenen): 12/183

13 op welke wijze de gekozen vorm van hulp- en dienstverlening aansluit op de gestelde vraag van de cliënt; of, en in hoeverre hij de vraagstelling heeft vertaald of geïnterpreteerd alvorens tot een vorm van hulpen dienstverlening te komen. Multidisciplinair werken De maatschappelijk werker kiest weloverwogen of (gedeeltelijke) verwijzing naar en/of samenwerking met aangrenzende beroepsgroepen nodig en wenselijk is en legt daarover verantwoording af. Om dat te kunnen doen heeft hij een open oog voor de zienswijze, de aanpak en de doelstelling van aangrenzende beroepen. Integratief werken Vanwege de complexiteit en/of verwevenheid van problemen zoekt de maatschappelijk werker een adequaat antwoord in een (meestal) geïntegreerde vorm van hulp- en dienstverlening. Integratief werken betekent het in een optimale mix: hanteren van verschillende methodieken en methoden van hulp- en dienstverlening; werken met individuen en met verschillend samengestelde groepen; hanteren van verschillende vormen van gespreksvoering binnen de hulp- en dienstverlening (begeleiden, adviseren, bemiddelen). Werken met verschillende aspecten en op verschillende niveaus De maatschappelijk werker zorgt ervoor dat in de hulpverlening de volgende aspecten evenredig aan de orde komen: het objectieve aspect: kennis en inzichten die de cliënt heeft of die over de cliënt of situatie bekend zijn; het subjectieve aspect: de met de situatie verbonden beleving (gevoelens, creativiteit, intuïtie, zingeving); het algemeen menselijke en sociale aspect: de zin die betrokkenen aan de situatie ontlenen of eraan geven; de waarden en normen van betrokkenen; gewetensvragen; de cultuur. Deze aspecten herkent de maatschappelijk werker op verschillende niveaus: in de situatie, in het probleem van de cliënt, in de relatie tussen cliënt en werker en in de reflectie op het beroep(handelen). Kunnen omgaan met spanningsvelden De maatschappelijk werker kan zich in spanningsvelden bewegen en daarin keuzen maken en zich ervoor verantwoorden. Te denken valt aan de volgende spanningsvelden: zakelijkheid en betrokkenheid; afstand en nabijheid; vrijwilligheid en dwang uit de samenleving; belangen van verschillende partijen; verschillen in visie en levensbeschouwing. Werken vanuit de eigen zijns- en zienswijzen van de cliënt De diversiteit van het cliëntsysteem is al eerder aan de orde gekomen. De maatschappelijk werker herkent en erkent de eigen zijns- en zienswijzen van de cliënt en neemt die als uitgangspunt voor zijn werken. Hij sluit aan bij de achtergronden van de cliënt, diens leeftijd, geslacht, seksuele voorkeur, levensbeschouwing en de culturele bagage. De maatschappelijk werker is zich daarbij bewust van zijn of haar eigen zijns- en zienswijzen en de manier waarop die in de hulp- en dienstverlening doorwerken. Gefaseerd en methodisch werken De maatschappelijk werker voert zijn taken (en niet alleen het hulp- en dienstverlenen) procesmatig uit en doorloopt daarbij de volgende fasen: oriënteren ontwerpen uitvoeren evalueren. 13/183

14 Mondeling en schriftelijk communiceren De maatschappelijk werker kan zich schriftelijk en mondeling adequaat uitdrukken en maakt hierbij actief gebruik van informatie- en communicatiemiddelen en media Werkveld en functies Het werkterrein van de maatschappelijk werker is dynamisch en kent een grote verscheidenheid. Maatschappelijk werkers zijn werkzaam bij bedrijven en bij overheidsinstanties, bij instellingen van verschillende aard, in vrijwilligersorganisaties en organisaties met professionals, in project- en zorgteams. Ook zijn er maatschappelijk werkers die zich zelfstandig vestigen. Het werkveld wordt ingedeeld in de volgende sectoren: Algemeen maatschappelijk werk Samen met thuiszorg en huisartsen verzorgt het algemeen maatschappelijk werk de eerstelijns hulp- en dienstverlening. Het speciale van deze werksoort is de makkelijke bereikbaarheid voor burgers met allerlei psychosociale en andere hulpvragen. De sector kan door een gedegen kennis van de sociale kaart verwijzen naar meer specialistische vormen van hulp- en dienstverlening in samenwerking. Er wordt nauw samengewerkt met andere lokale hulp- en dienstverleners. Justitieel maatschappelijk werk Deze sector omvat het werk van de Raden voor de Kinderbescherming, reclassering, slachtofferhulp en maatschappelijk werk in penitentiaire (straf)inrichtingen. Jeugdhulpverlening Verschillende instanties houden zich bezig met de hulpverlening aan jongeren en hun opvoeders. Speciaal gericht op jongeren zijn instellingen als Bureau Jeugdzorg, Kindertelefoon, Boddaert Centra en internaten. In de hulp- en dienstverlening aan jongeren vinden belangrijke wijzigingen plaats. Nieuwe organisaties ontstaan en hulpverleners gaan nauwer regionaal samenwerken. De instellingen houden zich bezig met vragen op de terreinen van relaties met ouders, onderwijs, huisvesting en inkomen, werk en scholing, vriendschap en seksualiteit. Maatschappelijk werk in de gezondheidszorg Deze vorm van maatschappelijk werk vindt plaats in ziekenhuizen, revalidatiecentra en psychiatrische ziekenhuizen. Het werk beweegt zich op het grensvlak tussen de kliniek en de thuissituatie. De maatschappelijk werker helpt bij het wennen aan de nieuwe woonomgeving, het verkrijgen van bepaalde voorzieningen of de terugkeer naar huis, zowel in materiële als in immateriële zin. Hulp- en dienstverlening aan vluchtelingen en allochtonen De maatschappij heeft zich de laatste decennia ontwikkeld tot een multi-etnische samenleving. Maatschappelijk werkers begeleiden en ondersteunen nieuwkomers bij het inburgeren in de Nederlandse samenleving. Nieuwkomers vragen steeds meer aandacht van instellingen voor maatschappelijke dienstverlening op de terreinen van taal en cultuur, werk, inkomen en huisvesting. In de gezinnen van migranten doen zich vaak opvoedings- en gedragsconflicten voor, die te maken hebben met botsende culturen. Ouderenwerk In Nederland neemt het aantal ouderen toe en daarmee de vraag naar moderne voorzieningen voor ouderen. Uitgangspunt voor het beleid is om de ouderen in de eigen leefomgeving te ondersteunen met zorg- en dienstverlening, waardoor zelfstandigheid zo lang mogelijk gehandhaafd kan blijven. De maatschappelijk werker in het ouderenwerk heeft als taak om het hulp- en voorzieningenaanbod af te stemmen op de vragen van ouderen. Dit vraagt om coördinatie van allerlei instellingen zoals verpleeg- en verzorgingstehuizen, vormen van dagverpleging, thuis- en mantelzorg en geriatrische voorzieningen. 14/183

15 Maatschappelijk werk voor gehandicapten en hun familie Deze tak van maatschappelijk werk is gericht op de begeleiding van verstandelijk, lichamelijk en meervoudig gehandicapten en hun familie. De maatschappelijk werker is werkzaam bij sociaal pedagogische diensten voor verstandelijk gehandicapten, in inrichtingen en gezinsvervangende huizen, in de revalidatie en bij woonvormen voor lichamelijk gehandicapten. Bedrijfsmaatschappelijk werk In grotere organisaties kunnen zich sociale problemen voordoen die voortkomen of samenhangen met de verdeling en organisatie van het werk, de omstandigheden waaronder gewerkt moet worden, samenwerking, communicatie en werkklimaat. De maatschappelijk werker in een bedrijf werkt nauw samen met allerlei functionarissen die betrokken zijn bij het sociale beleid van een onderneming. De laatste jaren wordt in deze sector ook steeds meer aandacht besteed aan vroegtijdig opsporen van welzijnsrisico s en advisering van het management met betrekking tot sociale aspecten van arbeid en organisatie. De maatschappelijk werker beweegt zich tevens op aanpalende terreinen van andere beroepen. De voornaamste gebieden waarop maatschappelijk werk en dienstverlening grenst aan andere beroepen, zijn (gezondheids)zorg en welzijn, dienstverlening en arbeid. Maatschappelijk werk is steeds minder een nationale aangelegenheid. De geografische landsgrenzen vallen steeds minder samen met de beroepsgrenzen. Het werkterrein wordt beïnvloed door internationale en met name Europese ontwikkelingen waarmee de maatschappelijk werker actief rekening dient te houden. 2.2 Opleidingsprofiel Algemeen De opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening leidt studenten op die na 4 na vier jaar onderwijs klaar zijn om de beroepspraktijk te versterken als ondernemende, kritische professionals die werken binnen het spanningsveld van het individu en de samenleving. Hierbij zijn zij in staat zijn om ethisch en methodisch handelen adequaat vorm te geven en te verantwoorden. Vanzelfsprekend vormt de Beroepscode 2 en het Beroepsprofiel van de maatschappelijk werker 3 daarbij immer hun uitgangspunt.. Het bachelorniveau van een beginnend maatschappelijk werker wordt gekarakteriseerd door: een sterke oriëntatie op de beroepspraktijk; het vermogen om relevante wetenschappelijke kennis en inzichten te begrijpen, te verwerken en toe te passen in het professioneel handelen; het vermogen om methodisch reflectief te handelen, gebaseerd op kennis van, inzicht in en ervaring met beproefde methoden. zo nodig in staat om op basis van praktijkervaring en praktijkonderzoek zelf een eigen methodische benadering te kiezen en te verantwoorden; het vermogen om samen te werken met professionals van eigen en andere disciplines; het vermogen om overwegingen, bevindingen, resultaten mondeling en schriftelijk over het voetlicht te brengen aan leken (cliënten), de organisatie en professionals; analytische en probleemoplossende vermogens op basis van een breed spectrum aan informatie; zelfwerkzaamheid, zelfstandigheid en het dragen en nemen van verantwoordelijkheid; het vermogen verworven competenties toe te passen in nieuwe situaties; het vermogen om zelf richting te geven aan persoonlijke groei en ontwikkeling. 2 NVMW, Utrecht 2009, Beroepscode voor de maatschappelijk werker. 3 NVMW, Utrecht 2009, Beroepsprofiel van de Maatschappelijk Werker. 15/183

16 2.2.2 Doelstelling opleiding De opleiding stelt zich tot doel studenten te kwalificeren tot beginnend beroepsbeoefenaar in Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, waarbij hij/zij goed is toegerust voor een brede variëteit van functies op hbo-niveau. De afgestudeerde is in staat zelfstandig te functioneren op uitvoerend en voorwaardenscheppend niveau en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep. Hij/zij werkt samen met professionals uit de eigen en andere discipline(s), zowel binnen de instelling als daarbuiten. Het onderwijsprogramma is primair gericht op het realiseren van deze doelstelling. Vanaf het eerste jaar vormen de kerncompetenties van het beroep het uitgangspunt voor de inrichting van het onderwijs. Hierbij is het onderwijsprogramma geënt op de beroepspraktijk en komen de leeropdrachten overeen met beroepstaken. Op deze wijze verwerven de studenten de beroepscompetenties, telkens op het beheersingsniveau van de betreffende opleidingsfase. Een belangrijke voorwaarde is dat de opleiding voldoende aansluit bij actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Zij doet dit door op verschillende wijzen samen te werken met praktijkinstellingen, beroepsorganisaties en andere kennisorganisaties. Naast de zorg voor actueel en realistisch onderwijs wil de opleiding op deze wijze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kennis omtrent actuele beroepsvraagstukken Het hbo-niveau van de opleiding De HU heeft als taak om jou als student op te leiden voor een functie op hbo-niveau. Daarom moet je als afgestudeerde voldoen aan een groot aantal (beroeps)competenties die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd: Hogeschool Utrecht heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op hbo-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. De eindtermen van de opleiding zijn op haar beurt weer afgeleid van die beroepsvereisten. Het HBO-niveau is samengesteld uit enerzijds het algemene bachelor niveau (van HBO en WO gezamenlijk) en anderzijds een toespitsing van dit Bachelor niveau op beroepsgerichte opleidingen. Het Bachelor niveau wordt beschreven door de zogeheten Dublin descriptoren. Deze zijn in de onderstaande tabel weergegeven. Dublin descriptoren Bachelor kennis en inzicht: heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied is vereist. toepassen kennis en inzicht: Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. oordeelsvorming: is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. communicatie: is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. leervaardigheden: bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. 16/183

17 De generieke kernkwalificaties kunnen worden opgevat als een toespitsing van het Bachelor niveau op beroepsgerichte opleidingen. Generieke kernkwalificaties HBO brede professionalisering: voert zelfstandig taken uit als beginnend beroepsbeoefenaar in een organisatie en is toegerust voor de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening. multidisciplinaire integratie: integreert vanuit het perspectief van beroepsmatig handelen kennis, inhoud en vaardigheden op verschillende vakgebieden. probleemgericht werken: definieert en analyseert complexe probleemsituaties zelfstandig. wetenschappelijk onderzoek: past uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek toe bij vraagstukken waarmee hij in zijn beroepsuitoefening wordt geconfronteerd. creativiteit en complexiteit in handelen: weet om te gaan met vraagstukken waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn. methodisch en reflectief denken en handelen: stelt realistische doelen, pakt werkzaamheden planmatig aan en reflecteert op het beroepsmatig handelen. besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid: toont zich betrokken bij maatschappelijke, in het bijzonder ethische vragen die samenhangen met de beroepspraktijk. sociaalcommunicatieve bekwaamheid: communiceert en werkt samen met anderen in een multiculturele, internationale of multidisciplinaire werkomgeving. basiskwalificering voor managementfuncties: kan eenvoudige leidinggevende en managementtaken uitvoeren. transfer en brede inzetbaarheid: past kennis, inzichten en vaardigheden toe in uiteenlopende beroepssituaties. Gerelateerd aan de competenties (zie verderop) komt het niveau van de opleiding vooral tot uitdrukking in de beheersingsniveaus van de competenties. Deze beheersingsniveaus worden uitgedrukt in de mate van zelfstandigheid en complexiteit. Daarbij worden de volgende indelingen gehanteerd: BEHEERSINGSNIVEAUS COMPETENTIES Complexiteit Niveau Omschrijving 0 De student is niet in staat enkelvoudige taken met een voorspelbaar verloop en resultaat uit te voeren. 1 De student voert enkelvoudige taken met een voorspelbaar verloop en resultaat uit. 2 De student voert meervoudige taken uit in een omgeving waarop meerdere en veranderlijke factoren van invloed zijn. 3 De student voert meervoudige taken uit in een deels onvoorspelbare omgeving waarin belangen- en of waardetegenstellingen een rol spelen. 4 De student voert meervoudige taken uit in een onvoorspelbare omgeving waarin sprake is van kritieke situaties. Zelfstandigheid Niveau Omschrijving 0 De student is niet in staat om zelfstandig op grond van een aangereikte opdracht, een aangereikte planning en aangereikte criteria tot een bevredigend resultaat te komen. 1 De student bereikt zelfstandig een resultaat in het kader van een aangereikte opdracht, een 17/183

18 aangereikte planning en aangereikte criteria. 2 De student bereikt en verantwoordt zelfstandig een resultaat volgens een zelf opgestelde planning in het kader van een aangereikte opdracht en aangereikte criteria. 3 De student formuleert zelfstandig een opdracht, stelt zelfstandig een planning op, bereikt zelfstandig een resultaat en verantwoordt dit alles op grond van aangereikte criteria. 4 De student formuleert zelfstandig criteria en een opdracht, stelt zelfstandig een planning op, bereikt zelfstandig een resultaat en verantwoordt dit alles Didactische uitgangspunten Alle opleidingen van Hogeschool Utrecht zijn opgebouwd volgens een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is de combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig is om een taak in een bepaalde (beroeps)context uit te oefenen. Voor ons onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs richt zich op het verwerven van beroepscompetenties: het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken worden uitgevoerd binnen of buiten Nederland, in een internationale context; Leren is een doelgerichte activiteit van jou als student. Het onderwijs stimuleer daarom actief en zelfstandig leren; De docent ondersteunt en coacht jouw leerproces en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied; Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Moderne media worden ingezet; Het onderwijs baseert zich op het concurrency-principe. Leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk beïnvloeden elkaar positief; Leren is een sociaal en interactief proces en doe je nooit alleen. Daarom werk je in je opleiding veel samen: met andere studenten, met docenten en met professionals uit de praktijk. Om vast te stellen op welk niveau je de competenties beheerst, zijn er periodiek toetsen waaraan je deelneemt. De toetsen worden beoordeeld en geven je inzicht in de vorderingen van je leerproces. Het voorgaande betekent dat de opleiding verschillende onderwijsvormen kent: - Studieloopbaanbegeleiding: ondersteuning en coaching van het binnen en buitenschoolse leren. - Theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten. - Practicumonderwijs/werkgroepbijeenkomsten: trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop gericht zijn dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent. - Praktijkbegeleiding: begeleiding van de praktijkperiode vanuit de opleiding en de instelling. - Supervisie: in kleine groepen met docent gericht op reflectie op eigen beroepsontwikkeling. 2.3 Inrichting opleiding Opleidingsvarianten Je kunt je opleiding volgen in voltijd, deeltijd of duaal. 18/183

19 Voltijdopleiding Een voltijdopleiding veronderstelt dat je 40 uur per week beschikbaar bent voor het volgen van onderwijs aan de hogeschool. Voltijdopleidingen zijn bedoeld voor studenten die rechtstreeks van de havo, het vwo of mbo (niveau 4) komen. Deeltijdopleiding Heb je een baan en wil je daarnaast studeren? Dan is er ook de mogelijkheid om te kiezen voor een deeltijdopleiding. Deeltijd wil zeggen dat je een beperkt aantal dagen per week en/of in de avonduren de opleiding volgt. In een deeltijdopleiding is veel aandacht voor hetgeen je parallel aan je studie in de beroepspraktijk leert. Om toegelaten te worden tot de deeltijdopleiding dien je als student aan dezelfde vooropleidingseisen te voldoen als bij de voltijdopleiding, Het diploma van de deeltijdopleiding is dan ook gelijkwaardig aan dat van de voltijdopleiding. Voor eisen die gesteld worden aan je baan, verwijzen we je naar de praktijkgids. Duale opleiding Een duale opleiding is een combinatie van onderwijs volgen en werken, waarbij werk en studie op elkaar zijn afgestemd. Dit betekent dat een deel van de leerdoelen wordt gerealiseerd op het werk en een deel op school. De afstemming tussen werk en studie gebeurt op basis van bindende afspraken tussen de opleiding en jouw werkgever, die in een zogeheten onderwijsarbeidsovereenkomst worden vastgelegd. Hierin staat aangegeven: De duur van de overeenkomst; De inhoud en omvang van het deel van het curriculum dat niet op de hogeschool wordt verzorgd; De beoordeling, de inhoud en omvang van de begeleiding vanuit het bedrijf; Hoe en wanneer de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden Verkorte en versnelde opleidingsroutes Bij iedere opleiding van het Instituut voor Social Work bestaat de mogelijkheid om een verkorte opleidingsroute te doen. Per relevante vooropleiding wordt de studieduur bepaald. Iedere student die denkt in aanmerking te kunnen komen voor een verkorte opleiding, dient contact op te nemen met de instroomcoördinator van de opleiding (zie voor meer informatie: verkorteroutessw.hu.nl) Een verkorte route is mogelijk doordat je vrijstellingen voor delen van het curriculum kunt krijgen.voor meer informatie over vrijstellingen: zie paragraaf 0. Versneld wil zeggen dat je in een aangepast hoger tempo het onderwijs volgt (en aan het einde 240 EC in minder dan 4 jaar hebt behaald) Getuigschriften Als bewijs dat je (een deel van) de opleiding hebt afgerond (Propedeuse, Ad of Bachelor), wordt door de examencommissie een diploma uitgereikt. De wettelijke term hiervoor is getuigschrift, maar omdat wij in het gangbare taalgebruik binnen de HU over diploma s spreken, zullen we in deze studiegids de term diploma gebruiken. We kennen de volgende diploma s: Het propedeutisch diploma na het behalen van het propedeutisch examen; Het bachelordiploma na het behalen van het afsluitend examen. De voorzitter en een lid van je examencommissie ondertekenen het diploma. Aan het bachelordiploma en de Ad wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Het IDS geeft inzicht in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het diploma. 19/183

20 Je ontvangt per opleiding slechts één propedeutisch en één bachelordiploma. Zie par voor de procedure voor afgifte van het diploma. Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op jouw verzoek kan er ook een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Als je meer dan één tentamen met goed gevolg hebt afgelegd, maar je krijgt geen diploma, dan kun je de examencommissie vragen een verklaring af te geven. Daarop worden de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt net als het diploma ondertekend door de voorzitter en een lid van je examencommissie Graden en titulatuur Als je een zogenaamde degree opleiding (Associate Degree of Bachelor) bij de HU afrondt, krijg je een graad en mag je een titel voeren. De graad wordt namens het College van Bestuur verleend door de examencommissie. Een graad geeft het recht op het voeren van een titel. Bij een bacheloropleiding wordt de graad Bachelor en bij een Associate degree-programma wordt de graad Associate degree verleend, als je met goed gevolg het afsluitend examen hebt afgelegd. Aan de graad wordt een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze, afgekort tot B (met eventuele toevoeging) achter je eigen naam te vermelden. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan je ook gebruiken: De titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand aan de naam, indien het een andere opleiding betreft. Afgestudeerden van de opleiding MWD hebben als titel Bachelor of Social Work Opleidingsstructuur Studiefases De opleiding bestaat uit twee studiefases, die in dit hoofdstuk verder uitgewerkt worden: de propedeutische fase en de hoofdfase. De opleiding begint met een propedeutische fase van een jaar. Deze fase sluit je af met het behalen van een propedeutisch diploma. Na de propedeuse volgt de hoofdfase van drie jaar. Deze fase sluit je af met het behalen van een bachelorsdiploma. Zie verder par. 2.4 en 2.5. Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast van de opleiding en de bijhorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten (EC s) volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een gemiddelde studielast van 60 EC s, oftewel 1680 uur, per studiejaar als uitgangspunt genomen. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt dus 240 EC s. De studiepunten zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: propedeuse: 60 EC s hoofdfase: 180 EC s (major van 150 EC s + profileringsruimte van 30 EC s). Tabel verdeling studielast over opleiding: 20/183

21 Propedeuse (60 EC.) Major (150 EC.) Hoofdfase (180 EC.) Profileringsruimte (30 EC.) In de cursusbeschrijving is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. EC worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen. Als er deeltentamens worden afgenomen, krijg je pas studiepunten als alle deeltentamens van een cursus zijn afgelegd en gezamenlijk tot een voldoende resultaat leiden. Zie ook par 4.4. De studiebelasting bestaat uit contacttijd en zelfstudie, individueel en in groepsverband. De zelfstudie in de loop van de studieweken is mede gericht op de voorbereiding van het tentamen. Bij de term tentamen moet de lezer denken aan elke vorm van toetsing, dus ook werkstukken, presentaties etc. Docenten geven in de studiehandleiding verantwoording van de studiebelasting van het door hen verzorgde onderdeel. Contacttijd om grotere of kleinere verbanden, zelfstudie individueel of in groepsverband, toetsing in velerlei vormen en studiemateriaal in boeken, readers en moderne media doen recht aan het beginsel van didactische diversiteit. Er zijn geen vaste normen voor de gewichtsverhouding tussen de diverse werkvormen. Het curriculumoverzicht, de cursusomschrijvingen in de studiegids en de meer gedetailleerde informatie in de studiehandleidingen geven een beeld van de feitelijke verscheidenheid in didactische benaderingen. In de cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. Zie hiervoor OSIRIS ( Studiepunten worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met de bijbehorende toets (c.q. alle deeltoetsen). 2.4 Propedeuse De splitsing van de opleiding in een propedeutische fase en een hoofdfase is niet voor niets. De overheid markeert het eerste jaar (de propedeuse) omdat het drie belangrijke functies heeft: Oriëntatie Voor je studievoortgang is het van groot belang dat je een opleiding volgt die bij je past. Dat betekent dat de inhoud van de opleiding, het beroepenveld waarvoor je wordt opgeleid en de wijze waarop je opleiding is georganiseerd je moeten aanspreken. De propedeuse is er mede voor bedoeld om te kijken of dat het geval is en is daar ook op ingericht. Selectie Aan het einde van je eerste studiejaar wordt de balans opgemaakt. Zit je wel op de juiste opleiding? Kun je het niveau aan? Is je studievoortgang voldoende? De antwoorden op die vragen blijken een grote voorspellende waarde te hebben voor het uiteindelijk behalen van je diploma in de termijn die daarvoor staat. Binnen de HU maken we de balans op met een individueel studieadvies op basis van het begeleidingstraject. Daarbij wordt gekeken naar het aantal behaalde EC s. Het is heel belangrijk dat je de norm van dit studieadvies kent, en ook de regels die rondom deze norm gelden. Lees daarom paragraaf Studieadvies, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Er geldt namelijk: wie niet aan de norm voldoet en een bindend negatief studieadvies krijgt, mag de opleiding niet vervolgen. Verwijzing Als je onverhoopt niet op een juiste opleiding zit, raak dan niet in paniek. Van belang is dat je tijdig aankaart dat je twijfelt aan je studiekeuze. Wellicht is dat onterecht en zijn je beelden nog niet compleet. Er zijn voorzieningen die je ondersteunen bij studietwijfel. Je kunt bijvoorbeeld terecht bij Centrum Studiekeuze een en studiekeuzetest doen. Belangrijk: neem in geval van twijfel altijd tijdig contact op met je studieloopbaanbegeleider. 21/183

22 2.4.1 Programma Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van zowel de gehele studie als van de onderdelen vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van de propedeuse zijn hieronder aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC s en de OSIRIS-code. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je achterin deze studiegids en in OSIRIS ( Onderwijsprogramma studiepunten OSIRIS-code 2012 studieloopbaan en beroepsoriëntatie: - studie en beroepsvaardigheden 5 AMW- V1SBVSL inleiding in het beroep 5 AMW- V1INLBER-04 - werksoortkennis 5 AMW-V1WSK studium generale 5 AMW- V1STUGE-04 methodiek en Training: - projectmatig werken 5 AMW- V1PROMW-04 - omgaan met diversiteiten 5 AMW-V1DIVER beroepsgericht presenteren 5 AMW- V1BGPRE-04 - plan- en procesmatig leren 5 AMW-V1PPMW training beroepsmatig handelen 5 AMW-V1BRMH beroepsgerichte gespreksvoering 5 AMW- V1BGGV materiële problematiek 5 AMW-V1MP-04 theorieonderwijs: - filosofische menswetenschappen 5 AMW-V1FIMW levenslooppsychologie 5 AMW- V1LLPSYCHO sociologie 5 AMW-V1SOCIO- 4 - inleiding psychologie 5 AMW- V1PSYCHO-04 - groepsdynamica 5 AMW- V1GDYNA-04 - recht voor maatschappelijk werk 5 AMW-V1REMW- 04 beroepspraktijkvorming: - beroepspraktijkvorming: oriënterende fase 5 AMW-V1OFP-04 22/183

23 totaal aantal studiepunten jaar 1 60 CURRICULUM 1 e JAAR Elke module in de propedeuse staat voor 5 european credits (ec s) of studiepunten; iedere module heeft een nummer én een naam: P1: Verhelderen van de vraag van de cliënt P2: Activeren van personen en groepen P3: Ontwerpen van plan van aanpak P4: Creatief onderzoeken van cultuur en diversiteit P5: Verkennen van het werkveld P6: Verrichten van cliënt (tevredenheids) onderzoek P7: Uitbrengen van een beleidsadvies P8: Innoveren van de beroepspraktijk P9: Sturen van de eigen (loopbaan en) ontwikkeling P10 Werken in de beroepspraktijk A P11: Werken in de beroepspraktijk B P12: Oriënteren op het beroep : Structuurrooster 1ste jaars Voltijd Amersfoort Groep Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 A B P3: ASWA- V1P3-12 Ontwerpen van plan van aanpak P5: ASWA- V1P5-08 Verkennen van het werkveld P3: ASWA- V1P3-12 Ontwerpen van plan van aanpak P5: ASWA- V1P5-08 Verkennen van het werkveld P2: ASWA- V1P2-10 Activeren van personen en groepen P1: ASWA- V1P1-12 Verhelderen van de vraag van de cliënt P6: ASWA- V1P6-07 Verrichten van (cliënttevredenheids) onderzoek P1: ASWA- V1P1-12 Verhelderen van de vraag van de cliënt P6: ASWA- V1P6-07 Verrichten van (cliënttevredenheids) onderzoek P4: ASWA- V1P4-12 Creatief onderzoeken van cultuur en diversiteit P2: ASWA-V1P2-10 Activeren van personen en groepen P7: ASWA- V1P7-08 Uitbrengen van een beleidsadvies) P4: ASWA- V1P4-12 Creatief onderzoeken van cultuur en diversiteit P7: ASWA- V1P7-08 Uitbrengen van een beleidsadvies) P3: ASWA- V1P3-12 Ontwerpen van plan van aanpak P4: ASWA- V1P4-12 Creatief onderzoeken van cultuur en diversiteit P8: ASWA- V1P8-07 Innoveren van de beroepspraktijk P2: ASWA- V1P2-10 Activeren van personen en groepen P8: ASWA- V1P8-07 Innoveren van de beroepspraktijk P1: ASWA- V1P1-12 Verhelderen van de vraag van de cliënt C D P5: ASWA- V1P5-08 Verkennen van het werkveld P4: ASWA- V1P4-12 Creatief onderzoeken van cultuur en diversiteit P5: ASWA- V1P5-08 Verkennen van het werkveld P7: ASWA- V1P7-08 Uitbrengen van een beleidsadvies) P2: ASWA- V1P2-10 Activeren van personen en groepen P7: ASWA- V1P7-08 Uitbrengen van een beleidsadvies) P8: ASWA- V1P8-07 Innoveren van de beroepspraktijk P3: ASWA- V1P3-12 Ontwerpen van plan van aanpak P8: ASWA- V1P8-07 Innoveren van de beroepspraktijk P6: ASWA- V1P6-07 Verrichten van (cliënttevredenheids) onderzoek P1: ASWA- V1P1-12 Verhelderen van de vraag van de cliënt P6: ASWA- V1P6-07 Verrichten van (cliënttevredenheids) 23/183

24 onderzoek Alle P9: ASWA-V1P9-11 Sturen van de eigen (loopbaan en) ontwikkeling Alle P10: ASWA-V1P10-10 Werken in de beroepspraktijk A P11: ASWA-V1P11-10: Werken in de beroepspraktijk B Alle P12:ASWA-V1P12 Oriënteren op het beroep ASWA-V1P12SP-12 / ASWA-V1P12SOM-10 / ASWA-V1P12CTB-07/ ASWA-V1P12CTD-10/ ASWA-V1P12CTM-07/ ASWA-V1P12MW-11 Curriculum Propedeuse Social Work Deeltijd/Duaal Amersfoort Examenprogramma ASWA-PROPD-12 Blok 1 ASWA-D1P1-09 P1: Verhelderen van de vraag van de klant/cliënt studiepunten 5 ASWA-D1P5-11 P5: Verkennen van het werkveld 5 Blok 2 ASWA-D1P3-09 P3: Ontwerpen van een plan van aanpak 5 ASWA-D1P6-10 P6: Verrichten van onderzoek 5 Blok 3 ASWA-D1P2-09 P2: Signaleren en preventie 5 ASWA-D1P7-11 P7: Beleidsadvisering 5 Blok 4 ASWA-D1P4-09 P4: Creatief onderzoeken van cultuur en diversiteit 5 ASWA-D1P8-10 P8: Innoveren van de beroepspraktijk 5 Gehele jaar ASWA-D1P9AB-11 P9: Sturen van de eigen loopbaan en ontwikkeling AB 5 ASWA-D1P9CD-09 P9: Sturen van de eigen loopbaan en ontwikkeling CD 5 ASWA-D1P10-12 P10: Professionalisering in de praktijk 10 Totaal 60 24/183

25 De deeltijd / duaal propedeuse bestaat uit 30 ec cursorisch aanbod (binnenschools) en 30 ec praktijkervaring Studieadvies Zoals aangegeven wordt in de propedeuse de balans opgemaakt met een studieadvies. Je krijgt tijdens het eerste jaar van inschrijving twee maal een schriftelijk advies over de voortzetting van je studie. Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving ontvang je een definitief studieadvies. Hieronder staan de regels die daarover zijn vastgesteld. De peildatum voor afgifte van het bindend studieadvies is 1 mei. Sta je op deze datum ingeschreven, dan krijg je uiterlijk aan het einde van het eerste jaar een bindend studieadvies. Stop je met de opleiding en ben je voor 1 mei uitgeschreven, dan krijg je dat studiejaar geen bindend studieadvies. Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar ontvang je van de Examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van je studie. Dit tussentijds advies bevat naast een advies een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Het betreft een: Positief tussentijds advies: 25 of meer studiepunten Waarschuwend tussentijds advies: 20 of minder studiepunten Boek je niet voldoende studievoortgang, dan krijg je een waarschuwend advies van de Examencommissie. Neem in dat geval contact op met je studieloopbaanbegeleider om een studieplan te maken. Met een studieplan kun je er voor zorgen dat je weer op schema komt. Als bijzondere omstandigheden de oorzaak zijn van je studieachterstand, neem dan onmiddellijk contact op met de studentendecaan. Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste jaar krijg je in de regel een definitief advies van de Examencommissie. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Aan een negatief studieadvies zit doorgaans een afwijzing verbonden. Een negatief advies met afwijzing is een bindend negatief studieadvies. Een student aan wie een bindend advies met afwijzing is gegeven kan niet meer bij het Instituut voor Social Work als student of extraneus worden ingeschreven. De Examencommissie kan aan de afwijzing wel een termijn verbinden. Een positief studieadvies krijg je als : Je de propedeuse hebt gehaald, of minimaal 45 EC van het propedeuseprogramma hebt behaald, [OPTIONEEL waaronder de volgende geoormerkte cursussen: Voor de berekening of je het bovenstaande aantal van 45 EC hebt behaald, tellen niet mee: a. EC voor verleende vrijstellingen b. EC behaald in een eerder jaar van inschrijving. Het moet dus gaan om studiepunten die je daadwerkelijk dit jaar hebt behaald. c. Resultaten behaald voor deeltentamens, als nog niet het volledige tentamen met goed gevolg is afgelegd. Kan je door de hierboven uitgezonderde resultaten geen 45 EC meer uit de propedeutische fase halen, dan zal je dus aan het eind van het studiejaar de volledige propedeuse behaald moeten hebben om een positief studieadvies te krijgen. Een negatief studieadvies (afwijzing) krijg je als je niet aan de norm voor het positief advies hebt voldaan. In geval van een bindend negatief studieadvies moet deze afwijzing zijn gemotiveerd. Daarnaast moet zijn opgenomen: een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor jou als student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de Examencommissie, en wordt binnen een week na 25/183

26 ondertekening aangetekend aan jou verzonden of persoonlijk uitgereikt. Als je een bindend negatief advies hebt gekregen dan kan je niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De Examencommissie stelt je in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een bindend negatief studieadvies met afwijzing af te geven. Ga je al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl je nog in aanmerking komt voor een studieadvies, let dan wel goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken. Het aantal in de hoofdfase behaalde EC s voor deze beoordeling telt niet mee. Leg daarom altijd prioriteit bij het behalen van de vakken uit de propedeuse. Extra tentamenkans bij bepaalde verkorte routes Studenten die: a. een verkorte route volgen en daardoor meer dan 15 EC s aan vrijstellingen hebben, en b. in het eerste jaar van inschrijving vanwege de verkorte route een door de opleiding vastgesteld programma volgen dat tevens cursussen uit de hoofdfase omvat; kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra herkansing in de laatste tentamenperiode voor een module uit de propedeutische fase die nog niet is behaald. De examencommissie kent dit verzoek toe indien hierdoor de mogelijkheid ontstaat dat de student aan de bsa-norm kan voldoen. Opgeschort advies voor studenten in het eerste jaar van inschrijving wegens bijzondere omstandigheden De Examencommissie dient bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging door persoonlijke omstandigheden. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: Ziekte; Lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; Zwangerschap; Bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie je samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; Het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; Andere omstandigheden waarin je als student activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) de HU, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; Het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur, krachtens de Profileringsfondsregeling HU, erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; Andere situaties waarin je als student door overmacht niet hebt deelgenomen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de Examencommissie. Als de Examencommissie persoonlijke omstandigheden aanwezig acht wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het einde van het tweede studiejaar van je inschrijving. Aan het eind van het tweede studiejaar moet je aan de norm van een positief advies te voldoen, zoals die in dat volgende studiejaar geldt. Heb je vorig jaar (of een eerder jaar) een opgeschort advies ontvangen en kom je daardoor dit jaar nog in aanmerking voor een bindend studieadvies, dan geldt voor jou de norm van dit studiejaar. Oftewel 45 EC en eventuele geoormerkte cursussen. Let hierbij wel op dat de EC die je in een eerder jaar hebt behaald, net als verkregen vrijstellingen, niet meetellen bij de berekening van je aantal behaalde EC uit de propedeuse. Eerder in deze paragraaf vind je uitgebreide informatie over de norm en wat wel en niet meetelt voor de berekening van je aantal EC. Voor een opgeschort advies geldt dezelfde procedure als voor het reguliere studieadvies. Is je studievertraging ontstaan door één van bovengenoemde bijzondere omstandigheden? Meldt dit dan zo spoedig mogelijk schriftelijk bij de Examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij het afgeven van het studieadvies. Benader ook zo snel mogelijk de studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider. Zij adviseren de Examencommissie. Zie ook paragraaf /183

27 Hieronder wordt in modelvorm een overzicht van de norm voor het bindend studieadvies gegeven. Inschrijving Norm* Wat telt niet mee? 15 EC of meer die niet meetellen 1 e jaar, 1 e keer 45 EC Vrijstellingen Norm is feitelijk P Nieuwe start na staking (onderbreking inschrijving). 45 EC Vrijstellingen Eerder behaalde Norm is feitelijk P resultaten 2 e jaar (zonder onderbreking na opgeschort advies 45 EC Vrijstellingen Eerde r behaalde resultaten Norm is feitelijk P *incl. geoormerkte vereisten 27/183

28 Heb je eerder studiepunten gehaald in het hoger onderwijs? (hbo of universiteit) ja nee 1. Instromer nee Voor een positief studieadvies moet je minimaal 45 EC binnen je propedeuse halen, waarvan minimaal 30 EC uit het cursorisch pakket. Vrijstellingen tellen niet mee. Was dit bij een opleiding van de HU? nee Heeft dit geleid tot vrijstellingen voor je huidige opleiding? ja Heeft dit geleid tot vrijstellingen voor je huidige opleiding? ja ja 2. Instromer met vrijstellingen Heb je 15 EC of meer aan vrijstellingen binnen je propedeuse? nee Voor een positief studieadvies moet je minimaal 45 EC binnen je propedeuse halen, waarvan minimaal 30 EC uit het cursorisch pakket. Vrijstellingen tellen niet mee. nee ja Voor een positief studieadvies moet je je propedeuse afronden (60EC). Vrijstellingen tellen wel mee. Heb je je voor ingeschreven voor een andere opleiding dan waar je eerder voor stond ingeschreven? ja 3. Omzwaaier Voor een positief studieadvies moet je minimaal 45 EC binnen je propedeuse halen, waarvan minimaal 30 EC uit het cursorisch pakket. Vrijstellingen tellen niet mee. nee Heb je je in je eerdere jaar van inschrijving vóór 1 mei uitgeschreven als student van de HU? nee ja 4. Doorstromer Heb je in je eerdere jaar van inschrijving 15 EC of meer aan vakken gehaald binnen je propedeuse? nee Voor een positief studieadvies moet je minimaal 45 EC binnen je propedeuse halen, waarvan minimaal 30 EC uit het cursorisch pakket. Vrijstellingen en vakken die je in je eerdere jaar van inschrijving hebt gehaald tellen niet mee. Je hebt in je eerdere jaar van inschrijving reeds een studieadvies gehad. ja Voor een positief studieadvies moet je je propedeuse afronden (60EC). Vrijstellingen tellen wel mee. 28/183

29 2.4.2 Overstappen Als je tijdens het studiejaar wilt overstappen naar een andere opleiding binnen de hogeschool, moet je je daarvoor volledig opnieuw inschrijven en moet de (nieuwe) opleiding daarvoor toestemming geven. Omzwaaien naar een andere Social Work-opleiding? Een student die ingeschreven staat bij de propedeuse Social Work heeft bij inschrijving aangegeven welke opleiding hij volgt, namelijk CMV, SPH, MWD of CT (dit laatste alleen in Amersfoort). Mocht de student van opleiding willen veranderen gedurende het eerste jaar dan vult de student daarvoor een zogenaamd omzwaaiformulier in. Deze is te verkrijgen bij de onderwijssecretariaten in Utrecht en Amersfoort. Hoe kan worden omgegaan met het behalen van de beroepsspecifieke module P12 bij een verandering van opleiding gedurende het jaar? De student heeft deel genomen aan de P12 van de nieuwe opleiding vanaf de start en neemt deel aan de toetsonderdelen De student rondt de P12 af bij de huidige opleiding t/m periode B en stapt daarna over naar de nieuwe opleiding De student rondt de P12 af bij de huidige opleiding t/m periode D en stapt in de hoofdfase over naar de nieuwe opleiding. Er worden geen aanvullende eisen gesteld bij overstap naar nieuwe opleiding gedurende de propedeuse of na afloop van de propedeuse. 2.5 Hoofdfase De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase omvat nominaal drie studiejaren en bestaat uit: Een major (hoofdprogramma) van 150 EC s; Een profileringsruimte (keuzeprogramma) van minimaal 30 EC s Toelating hoofdfase Heb je de propedeuse van de opleiding afgerond en het propedeutisch diploma van de opleiding behaald, dan word je toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Heb je bij een andere opleiding een propedeutisch diploma behaald, dan beoordeelt de opleiding of je met dat diploma kan instromen in de hoofdfase. Je moet dan om toelating tot de hoofdfase verzoeken op grond van jouw elders behaalde propedeuse. Als je wordt toegelaten tot de hoofdfase, kan je geen propedeutisch diploma van de HU krijgen. Zie ook paragraaf 0 (vrijstellingen). Ga je al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl je nog in aanmerking komt voor een studieadvies als bedoeld in paragraaf 2.4.1, let dan nogmaals goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken. Als je er dus voor kiest om wel al vakken uit de hoofdfase te gaan volgen, maar op het moment dat het studieadvies wordt afgegeven nog niet voldoende studiepunten uit de propedeuse hebt behaald, dan kun je alsnog een bindend negatief studieadvies ontvangen. Dat betekent dat je met de opleiding moet stoppen. Het aantal studiepunten dat je al in de hoofdfase hebt gehaald, speelt hierbij geen rol. 29/183

30 2.5.2 Programma s Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van de hoofdfase vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van de hoofdfase zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC s en de OSIRIS-code. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden achterin deze studiegids en in OSIRIS. De structuur De hoofdfase begint na de propedeuse. Kenmerkend voor de hoofdfase is de verdere uitbouw van wat je je in de propedeuse aan kennis, inzicht en vaardigheid hebt eigen gemaakt. Speciale aandacht wordt in de hoofdfase besteed aan zowel de diepgang als de omvang van de theoretische kennis en de praktische vaardigheden die je nodig hebt om je te vormen als beginnende beroepsbeoefenaar. Deze verdieping toegespitst op het beroep van mwd er wordt de beroepsvormende fase genoemd. Voor de deeltijdstudenten De deeltijdopleiding is van oudsher geënt op het samen opgaan van de theorie en praktijk. Wij gaan ervan uit dat werken in de praktijk in combinatie met het bestuderen van theorie voor een beroepsopleiding zeer effectief is. Deze combinatie betekent namelijk dat er een directe integratie van theorie en praktijk kan plaatsvinden en dat er een snelle terugkoppeling van de ervaringen en vragen uit de praktijk naar de lesinhouden en antwoorden van de opleiding mogelijk is. Uitgangspunt is dan ook dat de student integratief leert: hij leert tegelijkertijd op de opleiding en in de praktijk. Met andere woorden, de student / werker maakt zich de competenties van het beroep eigen door middel van het leren in de praktijk en door middel van het leren op de opleiding. Eisen aan de praktijk Voor meer informatie betreffende de praktijk verwijzen we je naar de praktijkgids. Voor de voltijdstudenten Als uitgangspunt voor het praktijkleren zijn een aantal zaken vooraf geformuleerd. In de eerste plaats hebben we ervoor gekozen om het praktijkleren niet gescheiden van het leren op de opleiding te laten plaatsvinden. Beide manieren om te leren gaan gelijk op en de leertaken zijn daarom zo opgebouwd, dat je tegelijkertijd in de praktijk en in de opleiding kan leren. Ons tweede uitgangspunt is dat praktijkleren op verschillende manieren vorm kan krijgen. Het kan betekenen dat je als stagiair, als vrijwilliger of als uitvoerder van een project werkt in de praktijk. Ons uitgangspunt is dat in de hoofdfase, de beroepsvormende fase, de nadruk ligt op het leren in de praktijk door middel van stage. In alle periodes dat je stage loopt zijn er eveneens praktijkopdrachten geformuleerd. Dit betekent dat je in de tijd van de stage opdrachten door de opleiding gegeven, moet uitvoeren. De toetsing van de stage gebeurt door middel van evaluaties. Hierin toont de student aan dat hij de leerdoelen die hij met name door middel van het werken in de praktijk moet behalen, heeft bereikt. De stagedocent beoordeelt de stage aan de hand van deze evaluatieverslagen en aan de hand van het commentaar van de praktijkbegeleider. Stageopdrachten Binnen de leertaken worden opdrachten geformuleerd die je in de stage moet uitvoeren. Deze opdrachten zijn integraal onderdeel van de leertaak. De stageopdrachten horen bij de stage, je voert ze dus uit in de tijd van de stage. De stageopdrachten horen daarmee bij de praktijklijn. Voor de duale studenten Voor duaal geldt dat de hoofdfase eveneens bestaat uit acht periodes van elk 7 weken. In deze fase blijft de duale student minimaal 24 uur per week leren en werken in de beroepspraktijk. Daar werkt hij aan de (verdere) ontwikkeling van beroepscompetenties. Daarnaast volgt hij één dag in de week op Instituut voor Social Work hetzelfde onderwijsprogramma als de deeltijdstudenten, met dien verstande dat hij een extra gecoacht wordt. 30/183

31 Net als voor de deeltijdstudenten begint de tweede fase voor duaalstudenten na de propedeuse. Duale studenten werken met dezelfde periodeboeken als de deeltijdstudenten. Daarnaast is er voor hen een aparte praktijk- en begeleidingsgids duaal beschikbaar. Hierin is informatie te vinden over: de relatie tussen het leren op de opleiding en het leren op de werkplek; functie en doelstelling van de duale praktijkcomponent; eisen die aan de duale werkplek worden gesteld; organisatie van de duale praktijk en wie daarbij de belangrijkste betrokkenen zijn; het programma-onderdeel Coachen op competenties waarin ook het SLO-programma is verwerkt; de competenties waaraan de student in de praktijk werkt (beschreven per opleidingsjaar en per periode). Leren in de duale praktijk Voor duaalstudenten is alle informatie over leren in de praktijk opgenomen in de eerdergenoemde Praktijk- en begeleidingsgids duaal. Elke duale student wordt geacht kennis te nemen van de informatie in zowel de studiegids als de Praktijk- en begeleidingsgids duaal. Studiehandleidingen Het curriculum per periode vind je terug in de betreffende studiehandleiding. De supervisie, SLO en praktijk/stage vind je in aparte studiehandleiding. De informatie over het werken in de praktijk vind je in de praktijknota. Bij de beschrijving per periode vind je de betreffende leertaken en de daarbij behorende studiepunten en toetsvormen terug. 31/183

32 Curriculumoverzicht Utrecht MWD jaar 2 t/m jaar 4 Curriculumoverzicht MWD Voltijd e jaar Cursusnaam Aantal studiepunten Lesperi ode Psychosociale hulpverlening 5 A Casemanagement 5 B Materiële Hulpverlening 5 B Gezondheid, lichaam en 5 C geest Praktijkgericht onderzoek 5 C+D Preventie en 5 D belangenbehartiging Studieloopbaanontwikkeling 5 A t/m D Beroepspraktijkvorming 10 A + B tussenevaluatie Beroepspraktijkvorming 10 C + D eindevaluatie Keuzemodule 5 A t/m D Curriculumoverzicht MWD Deeltijd e jaar Cursusnaam Aantal studiepunten Lesperiode Psychosociale hulpverlening 5 A Casemanagement 5 B Materiële Hulpverlening 5 B Gezondheid, lichaam en geest 5 C Preventie en belangenbehartiging 5 D Studieloopbaanontwikkeling 5 A t/m D Beroepspraktijkvorming tussenevaluatie 10 A + B Beroepspraktijkvorming eindevaluatie 15 C + D Keuzemodule 5 A t/m D 32/183

33 Curriculumoverzicht MWD Voltijd e jaar Cursusnaam Aantal studiepunten Lesperiode Jeugd en gezin 5 A Outreachend werken 5 B Hulpverlening bij huiselijk geweld 5 C Hulpverlening in gedwongen kader 5 D Studieloopbaanbegeleiding en supervisie 5 A t/m D Beroepspraktijkvorming tussenevaluatie 15 A + B Beroepspraktijkvorming eindevaluatie 15 C + D Keuzemodule 5 A t/m D Curriculumoverzicht MWD Deeltijd e jaar Cursusnaam Aantal studiepunten Lesperiode Jeugd en gezin 5 A Outreachend werken 5 B Hulpverlening in gedwongen kader 5 C Hulpverlening bij huiselijk geweld 5 D Praktijkgericht onderzoek 5 A+B Studieloopbaanbegeleiding en Supervisie 5 A t/m D Beroepspraktijkvorming 25 A t/m D Keuzemodule 5 A t/m D 33/183

34 Curriculumoverzicht MWD Voltijd e jaar Cursusnaam Aantal studiepunten Lesperiode Minor of vrije profilering 30 A + B Portfolio en eindgesprek 5 C + D Artikel 5 C + D Afstudeeropdracht 20 C + D Curriculumoverzicht Deeltijd e jaar Cursusnaam Aantal studiepunten Lesperiode Deeltijdminor of vrije profilering 15 A + B Afstudeeropdracht 10 C + D Portfolio en eindgesprek 5 C + D Artikel 5 C+D Praktijk 25 A t/m D Curriculumoverzicht MWD Februarigroep Voltijd e jaar Cursusnaam Aantal studiepunten Lesperiode Artikel 5 C + D Afstudeeropdracht 20 C + D Minor of vrije profilering 30 A + B Portfolio en eindgesprek 5 A + B 34/183

35 2.5.3 Stages en stagewaardigheid Voor de voltijd student geldt dat je kunt starten met stage in het 2 de studiejaar, als je voldoet aan de volgende toelatingsvoorwaarden: - 45 EC s behaald in het 1ste jaar; - P10 en P11 (de stage) van het 1 ste jaar zijn met voldoende afgerond; - P 9 is met een voldoende afgerond. Deze toelatingsvoorwaarden gelden niet voor de instromers in het 2 de jaar. Om te starten met stage in het 3 de jaar geldt voor de voltijd student dat je voldoet aan de volgende toelatingsvoorwaarden: - De stage van het 2de jaar is met voldoende afgerond; - Je hebt de propedeuse afgerond (geldt niet voor instromers); - Je hebt een voldoende voor SLO uit het 2 de jaar; - Je hebt tenminste 45 EC s behaald in het 2 de jaar. Deze toelatingsvoorwaarden gelden niet voor instromers in het 3 de jaar. Bij het praktijkbureau is de stage-/praktijkgids te verkrijgen. Hierin vind je alles over stages, stagewaardigheid en praktijktijd. Praktijkbureau Social Work Amersfoort: (088) /2411, praktijksocialworkamersfoort@hu.nl Praktijkbureau Social Work Utrecht: (088) of (088) /9627, praktijksocialworkutrecht@hu.nl Wat te doen als je niet stagewaardig bent. Studenten die niet stagewaardig zijn krijgen na week E8 van de logistiek assistent van de opleiding bericht (per mail) en de opdracht het volgende te doen: 1. Een overzicht maken van de vakken die ze nog missen 2. Een plan van aanpak maken hoe de student denkt dit te gaan inhalen (met tijdspad) 3. Dit plan inleveren dit bij de LA aan via de mail De coördinator jaar 3 beslist wie er onder voorbehoud stagewaardig is en welke studenten eerst uitgenodigd worden voor een persoonlijk gesprek, om het plan van aanpak toe te lichten. De studenten worden hiervan per mail op de hoogte gesteld. Dit gesprek zal plaatsvinden in de eerste week van het nieuwe schooljaar Profileringsruimte De opleiding kent naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 30 EC s, de zogenaamde profileringsruimte. Met deze profileringsruimte kan je een eigen accent aan de studie geven, gericht op verbreding en verdieping. We kennen de volgende mogelijkheden: een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen); een pre-master (= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding); Een studieperiode in het buitenland (Study Abroad). Je volgt dan gedurende twee ken onderwijs aan een hogeschool of universiteit in het buitenland. een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Je kan de profileringruimte ook gebruiken om te werken aan excellente prestaties. De HU heeft een uitgebreid aanbod van minors en losse keuzecursussen dat door alle faculteiten van de HU gezamenlijk is ontwikkeld. Maar je kunt ook gebruikmaken van het aanbod van andere hogescholen en universiteiten (ook in het buitenland, zie par ). Daarnaast is het mogelijk om in samenspraak met je studieloopbaanbegeleider je profileringsruimte in te vullen met een zelf samengesteld pakket aan keuzecursussen. 35/183

36 Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kan je terecht bij de studieloopbaanbegeleider (zie ook par. 8.1.). In samenspraak stel je een profileringsplan op waarin jouw keuze uit het profileringsaanbod van de HU-Onderwijscatalogus en eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. Elke invulling van de profileringsruimte is dient vooraf te worden goedgekeurd door je Examencommissie. Je studieloopbaanbegeleider kan je adviseren je profileringsplan nader te motiveren met het oog op goedkeuring door de examencommissie. De examencommissie kan goedkeuring weigeren als de keuzecursus of minor niet van hbo-niveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Ook een tweede externe minor kan geweigerd worden. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op Informatie over een studieperiode in het buitenland (Study Abroad) is te vinden op Let op, de inschrijving voor een Study Abroad opent en sluit veel eerder dan voor een reguliere minor. De deadline is op 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waarin je op Study Abroad wilt gaan. Zie hierna paragraaf Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en pre-masters, en voor inschrijving kan je terecht op Ook kan je een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in maart wordt gehouden en waarbij alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. Meer informatie over pre-master trajecten vind je in de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU en op Studenten kunnen vrijstelling aanvragen voor de vrije profilering, indien ze kunnen aantonen voldoende EC s te hebben behaald op hbo-hoofdfase niveau of op universitair niveau. Uiteraard moet ook hierbij worden aangetoond dat er geen substantiële overlap met het reeds gevolgde studieprogramma is. De Examencommissie beslist of vrijstelling wordt verleend. Zie ook paragraaf. over Vrijstellingen. Keuzeprogramma in jaar 2 en 3 In jaar 2 kan je kiezen uit een 5-tal keuzevakken die aanvullend zijn op het curriculum van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Deze keuzevakken zijn alleen toegankelijk voor studenten van de opleiding MWD. In jaar 3 kan je kiezen uit meerdere keuzevakken die toegankelijk zijn voor alle studenten van het Instituut voor Social Work. Daarnaast kan de Keuze benut worden voor eigen projecten, de internationale stage voorbereiding of kortlopende student-assistentschappen. Indien het logistiek mogelijk is kan zelfs het volgen van programma s bij andere opleidingen recht geven op punten in de Keuze. Kortom een veelheid aan mogelijkheden, waar iedere student geheel op eigen initiatief en met een eigen verantwoordelijkheid zijn competenties kan vergroten. Meer informatie over de keuze is te vinden op de OISW site. Bij specifieke informatie voor bepaalde groepen of personen gebeurt de informatievoorziening via je eigen HU-mail. Accentroutes In het voltijd curriculum van alle opleidingen binnen Social Work worden accentroutes aangeboden. Accentroutes zijn gespecialiseerde trajecten, waarbij studenten kiezen voor een bepaalde sector, een specifieke doelgroep of verdieping van de creatief agogische profilering. Hierbij gaat het om verdieping met betrekking tot een bepaald gebied, thema of beroepssector. Je ontvangt na het volgen van een accentroute naast je reguliere Hbo- diploma dat behoort bij CT, MWD, CMV of SPH een aparte verklaring, die aangeeft dat je je verdiept hebt in het vermelde gebied. De accentroutes zijn alleen toegankelijk voor de voltijdstudenten. Waarom accentroutes? Het beroepenveld geeft regelmatig aan dat Hbo ers nodig zijn met verdiepende kwalificaties binnen een betreffende sector of doelgroep. Er is in het werkveld blijkbaar behoefte aan generalisten met daarbij expertise op een bepaald gebied. Door het aanbieden van accentroutes wil Social Work hieraan tegemoet komen. 36/183

37 De opleidingen bieden de volgende accentroutes aan: Opleiding Accentroute Minor Keuzeprogramma CMV Utrecht CMV Utrecht CMV Utrecht Social Management (CMV) Social Management (CMV) Arts + Community Utrecht Media + Community Utrecht Sport + Community Utrecht Jeugd en jongeren Amersfoort (nog in ontwikkeling!) Community Development Amersfoort (nog in ontwikkeling!) Kunst- en Cultuureducatie Media en Cultuur: maken van mediaproducties in je eigen beroepspraktijk Jeugd, sport en bewegen Jeugdproblematiek in school en buurt Wijkontwikkeling: welzijn nieuwe stijl Kunst als podium Digitale communicatie, media en webdesign in de beroepspraktijk Sociaal agogische sportprojecten Jeugd en vrije tijd Intercultureel Management MWD GGZ GGZ agoog 1. Kinder- en jeugdpsychopathologie 2. Herstelondersteunende zorg MWD Werken in justitieel kader Werken in gedwongen Kader MWD Jeugd 1. Agressie en huiselijk geweld 2. Adviserend samenwerken met ouders MWD Ouder worden we allemaal Beroepsmatig omgaan met rouw- en verliessituaties 1. Jeugdcriminologie 2. Werken met jongeren in residentiële setting 1. Communiceren met kinderen/jongeren van 4-21 jaar 2. Jeugdcriminologie 3. Kinder- en jeugdpsychopathologie 4. Werken met jongeren in residentiële setting Werken met ouderen SPH GGZ GGZ agoog 1. Kinder- en jeugdpsychopathologie 2. Herstelondersteunende zorg SPH Werken in justitieel kader Werken in gedwongen Kader SPH Jeugd 1. Agressie en huiselijk geweld 2. Adviserend samenwerken met ouders SPH SPH Ouder worden we allemaal Verstandelijk gehandicapten Beroepsmatig omgaan met rouw- en verliessituaties Lef & Liefde: innovatief samenwerken met mensen met verstandelijk handicap 1. Jeugdcriminologie 2. Werken met jongeren in residentiële setting 1. Communiceren met kinderen/jongeren van 4-21 jaar 2. Jeugdcriminologie 3. Kinder- en jeugdpsychopathologie 4. Werken met jongeren in residentiële setting Werken met ouderen LVG: Werken met mensen met een licht verstandelijke beperking en psychiatrische/ 37/183

38 gedragsproblematiek CT Therapeutische zorg De vaktherapeut/ vakagoog in herstelondersteunen-de zorg Creatieve middelen in therapeutische zorg: De kunst van het aansluiten Om de verklaring bij het diploma te kunnen ontvangen moet aan de volgende eisen zijn voldaan: 1. In het derde jaar moet je een aangewezen keuzeprogramma doen voor 5 EC s. Mocht je het betreffende keuzeprogramma al in het huidige tweede jaar hebben gedaan, dan is dat goed. In het derde jaar doe je een stage binnen de sector van de door jou gekozen accentroute. Dit levert je 15 EC s op. 2. In het vierde jaar volg je een minor die door de opleiding is vastgesteld voor de betreffende accentroute. De minor kent 30 EC s. 3. Ten slotte geeft de opleiding aan welk deel van het afstuderen (major deel) aan de accentroute gekoppeld is. Dit deel van het afstuderen levert 10 EC s op. 4. Een accentroute heeft 60 EC s. Bij te geringe inschrijving op een bepaalde accentroute behouden de opleidingen het recht om een accentroute geen doorgang te laten vinden Excellentie In het kader van het excellentie-programma binnen de HU, heb je de mogelijkheid als student om jouw ondernomen activiteiten te laten erkennen als een excellente prestatie. De basis voor excellentie wordt gevormd door het sterrensysteem. Vijf aspecten van excellentie (i.c. leiderschap; reflectieve professional en vakmanschap; visie, gedrevenheid en passie; internationalisering; innovatie en disseminatie) die nader zijn geoperationaliseerd in beoordelingscriteria. Op elk van deze aspecten kan je aantonen excellent te zijn en daarmee een Ster verdienen. Om het volledige predicaat Excellent te krijgen moet je op meerdere aspecten hebben laten zien dat je excellent bent en in principe minstens een half jaar van je studietijd daarin geïnvesteerd hebben. Activiteiten die in aanmerking komen voor excellentie kunnen zowel door de HU als door jezelf ingebracht worden. De activiteiten worden beoordeeld aan de hand van een beoordelingsprocedure. De examencommissie is belast met de procedurele borging van het toetsbeleid. Informatie over het excellentieprogramma binnen jouw faculteit is te vinden op de SharePointsite Procedures Verkrijgen van aspecten van excellentie 1) Je kan zowel meedoen aan opleidingstrajecten die leiden tot het behalen van één of meer Sterren, als zelf voorstellen doen om eigen activiteiten/projecten hiervoor in aanmerking te laten komen. In dat laatste geval doe je een voorstel aan de daarvoor aangewezen examinator of Excellentiecommissie van je opleiding. 2) De aangewezen examinator of beoordelingscommissie beoordeelt het voorstel conform de vastgestelde beoordelingsprocedure en informeert je over de uitkomst hiervan. 3) Bij een positief besluit rond je waar nodig de activiteit(en) af. Beoordeling vindt plaats door de betreffende examinator of Excellentiecommissie, conform de vastgestelde beoordelingscriteria. De als voldoende gekwalificeerde excellente prestatie(s) word(t)(en) vastgelegd. Verkrijgen van schriftelijke erkenning van excellentie 1) Wanneer je van mening bent aantoonbaar aan alle vereisten voor het predicaat Excellent te voldoen en daarmee voor het predicaat Excellent in aanmerking komt, presenteer je de ondernomen prestaties voor een Excellentiecommissie. 2) Bij afstuderen ontvang je een schriftelijke erkenning wanneer het predicaat Excellent is behaald. Ook voor het behalen van afzonderlijke Sterren ontvang je een schriftelijke erkenning, waarin duidelijk is vermeld om welke aspecten/sterren het gaat. 38/183

39 2.5.6 Afstuderen Studeren aan de HU betekent dat je je opleiding afrondt met een vorm van een afsluitend examen, technisch ook wel de afstudeereenheid genoemd. De afstudeereenheid kun je alleen met succes afronden als je het beoogde eindniveau van de opleiding behaald hebt. Voor deze afstudeereenheid of onderdelen daarvan kan je nooit een vrijstelling krijgen. Iedereen die een diploma wil krijgen, moet derhalve de afstudeereenheid met goed gevolg afronden. Met afstuderen wordt bedoeld het voltooien van de studie door het behalen van het getuigschrift. De laatste dag waarop de student een studieactiviteit verricht is bepalend voor het moment waarop de studie wordt beëindigd. De uitreiking van het getuigschrift wordt niet als een studieactiviteit beschouwd. Een getuigschrift wordt pas overhandigd, nadat aan alle verplichtingen jegens de faculteit is voldaan. Vóór de uitreiking van het getuigschrift wordt door de studentenadministratie en andere diensten gecontroleerd of door de desbetreffende student de financiële zaken met de faculteit zijn afgewikkeld en al het geleende mediatheek- en/of ander materiaal is ingeleverd. Invulling van het voltijd afstudeerprogramma voor MWD Utrecht en Amersfoort Het vierde jaar bestaat uit een minor of een vrije profileringspakket (30 ec s) en een afstudeerprogramma (30 ec s). Het afstudeerprogramma bestaat uit praktijkonderzoek en de uitwerking hiervan (20 ec s), een artikel (5 ec s) en een eindgesprek (5 ec s). Het praktijkonderzoek, de presentatie ervan aan en het praktijkproduct worden geïntegreerd tot 20 EC s, waarbij studenten samenwerken in 3-4 tallen. De presentatie vindt plaats bij de opdrachtgever/ c.q. kenniskring. Studenten worden in periode A+B (tijdens minor) via enkele colleges/workshops voorbereid op het doen van onderzoek. Naast het grote praktijkonderzoek schrijft iedere student individueel een artikel (5 EC s). Het artikel wordt in periode A+B ingeleid via twee colleges. Het majorprogramma wordt afgerond via een integraal afrondend gesprek. Als voorbereiding op dit eindgesprek stelt iedere student een portfolio samen, waarin reflecties zitten op leerervaringen t.a.v. alle vierdejaars studieonderdelen en het toekomstige loopbaan. Te denken valt aan reflecties op de minor; het artikel; het afstudeeronderzoek; het IST-traject; de samenwerking en kerntaken i.v.t. de competentieontwikkeling van de beginnende beroepskracht MWD. Bij een voldoende beoordeling ontvangt iedere student individueel 5 EC s ( eind periode D). Hiermee worden de 30 EC s van de Majoropleiding gevuld. Invulling programma deeltijd/duaal MWD Utrecht en Amersfoort voor Het deeltijdprogramma strekt zich uit over het gehele studiejaar. De 30 EC s voor de praktijk worden via Persoonlijke ontwikkelplannen gekoppeld aan de beroepscompetenties en twee keer per jaar getoetst via persoonlijke verslagen en tweetal voortgangsgesprekken. In periode A en B kan de deeltijdstudent een vrije profileringspakket samenstellen voor 15 ec s. Daarnaast worden er 10 EC s toegekend aan het praktijkonderzoek (in 3-4 tallen), dat verplicht een methodisch onderwerp heeft en wordt afgerond met een praktijkproduct en presentatie. Zie uitwerking voltijd programma. In periode A/B wordt het praktijkonderzoek ingeleid door colleges en workshops. Net als in de voltijd opleiding wordt de opleiding individueel afgerond via een integrale afsluiting van 5 studiepunten. (zie integraal afrondend gesprek hierboven). Voor duale studenten zijn er gedurende het studiejaar drie voortgangsgesprekken in de praktijk; twee binnen de instelling en één op de opleiding. De duale studenten volgen het programma van de deeltijd. Zie par. 5.1 voor meer informatie over het examen en het diploma. en voor uitschrijving na afstuderen. Digitaal aanleveren en publiceren van scripties en onderzoeksartikelen De HU is één van de hogescholen die actief deelneemt aan de HBO-Kennisbank. Hierop worden publicaties, zoals scripties en onderzoeksartikelen, die binnen hogescholen worden geproduceerd digitaal 39/183

40 beschikbaar gesteld aan geïnteresseerden van over de hele wereld. Ze kunnen omgekeerd ook weer een rol spelen bij onderwijs en onderzoek. Rond jij je afstudeerscriptie af met het cijfer 7 of hoger, dan mag je je scriptie kosteloos digitaal laten publiceren op de HBO-Kennisbank. Belangrijke voorwaarde is wel dat je stagebedrijf hiermee akkoord gaat en dat er geen vertrouwelijke informatie in voor komt. Voor meer informatie: Vervolgopleidingsmogelijkheden Vanaf 1 januari 2007 is er een Centrum voor Studiekeuze, een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht. Wil je doorstuderen na je bachelor-diploma, dan kun je hier terecht voor advies en ondersteuning met betrekking tot je studiekeuze. Ga naar je studentendecaan voor meer informatie of kijk op Hou er wel rekening mee dat je om een masteropleiding op de universiteit te kunnen volgen, vaak extra onderwijs moet volgen om aan de ingangseisen te voldoen. In sommige gevallen zijn er voor afgestudeerde hbo ers pre-masters ontwikkeld. Dit zijn speciaal samengestelde vakkenpakketten waarmee je de deficiënties in je vooropleiding kunt wegwerken. 2.6 Examencommissie Instelling en benoeming Binnen elke opleiding van de HU is een examencommissie actief. Een examencommissie ziet toe op de kwaliteit van toetsing en is de instantie die namens het College van Bestuur een diploma verstrekt. De examencommissie is onafhankelijk in haar oordeelsvorming ten opzichte van het management van een opleiding. Jouw opleiding valt onder de examencommissie Social Work. De bereikbaarheid van de examencommissie Social Work kun je vinden op sharepoint, onder het kopje: OISW, tentamens en cijfers Samenstelling Elke Examencommissie bestaat uit tenminste drie leden, te weten een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en één of meer leden. De examencommissieleden vertegenwoordigen elk een opleiding binnen het Instituut voor Social Work. De leden van de Examencommissie worden door de faculteitsdirectie benoemd. Voorafgaand aan de benoeming hoort de faculteitsdirectie eerst de reeds zittende leden van Examencommissie. Bij de benoeming wordt aangegeven wie de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter is en er is een ambtelijk secretaris. Tenminste één lid van de Examencommissie is als docent verbonden aan één van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort. Ook kan een externe deskundige als lid van de Examencommissie benoemd worden. Als lid van de Examencommissie kan niet benoemd worden diegene die een functie bekleedt waardoor er een (schijn van) belangenverstrengeling zou kunnen ontstaan., waaronder in elk geval begrepen leidinggevende binnen de betreffende opleiding of groep van opleidingen. De benoeming van de leden van de Examencommissie geschiedt voor een bepaalde periode die is vastgelegd in het benoemingsbesluit. Het lidmaatschap eindigt indien: de benoemingsperiode is verstreken 40/183

41 doordat de betrokkene een leidinggevende functie bij de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen krijgt waardoor de schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan. doordat betrokkene niet meer aan de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen is verbonden, tenzij de faculteitsdirectie hier anders over beslist. Facultair Ambtelijk Secretariaat De Faculteit Maatschappij & Recht heeft een gezamenlijk, facultair ambtelijk secretariaat dat de examencommissies per instituut ondersteunt. De ambtelijk secretaris is veelal het eerste aanspreekpunt voor de student wanneer hij/zij contact zoekt met de examencommissie. Het ambtelijk secretariaat is gevestigd op de locatie Uithof te Utrecht, Heidelberglaan 7 (FMR gebouw), kamer Op het bord naast de ingang van deze kamer, maar ook op de website van de examencommissie ( kunt u de dagen en tijden vinden van de spreekuren van de examencommissie. Op de website van de examencommissies is te vinden hoe verzoeken of bezwaren aan de examencommissie gericht kunnen worden. Als verzoeken of bezwaren niet op de beschreven manier worden ingediend kan de examencommissie ze niet in behandeling nemen. De ambtelijk secretaris van de examencommissie van uw opleiding is mevrouw M. Rosenboom Taken en bevoegdheden De taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van de OER-HU bacheloropleidingen en in het (facultair) Reglement Examencommissies HU. De examencommissie ziet er onder andere op toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs, tentamens en examens, zoals opgenomen in de OER-HU bacheloropleidingen en studiegidsen op correcte wijze worden uitgevoerd. Daarnaast waarborgt de examencommissie de kwaliteit van de tentamens en de examens, adviseert ze bij het vaststellen van toetsbeleid, wijst de commissie examinatoren aan, verleent ze vrijstellingen en reikt ze studieadviezen en diploma s uit. Naast de kaderstelling in eerder genoemde reglementen, kan de examencommissie bijkomende regels vaststellen ten aanzien van: De gang van zaken bij schriftelijke tentamens (tentamenreglement); De surveillance bij schriftelijke tentamens (surveillanteninstructie); De gang van zaken bij mondelinge tentamens (tentamenprotocol); Het maken en beoordelen van tentamens (tentamenrichtlijnen); Het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprocedure), waaronder het ongeldig verklaren van tentamenresultaten Verzoekschrift De docenten/examinatoren en de examencommissie voeren de regels van de OER-HU bacheloropleidingen en de studiegids uit.. Als jij vindt dat er voor jou een afwijking van de regels moet gelden, bijvoorbeeld een extra tentamenkans of een afwijkend examenprogramma, dan kun je een verzoekschrift indienen bij de examencommissie. Let er wel op dat je een verzoek tijdig indient. Als je bijvoorbeeld aan een komende tentamenronde deel wilt nemen, moet je rekening houden met een behandeltermijn van de examencommissie van 3 weken. Denk eraan, dat je bij een verzoekschrift ten minste de volgende zaken toevoegt: a. Naam, adresgegevens en studentnummer; b. Datum; c. Het verzoek en de redenen van het verzoek; 41/183

42 d. De opleiding en variant (voltijd, deeltijd, duaal) waaraan je staat ingeschreven; e. Eventuele bewijsstukken. Vergeet niet jouw verzoekschrift ook te ondertekenen. Het verzoekschrift kun je vinden op de website van de examencommissie: Let op! Voor een verzoek om vrijstellingen gelden aanvullende regels, zie paragraaf 0. Er is verschil tussen een verzoek en een bezwaar- of beroepschrift. Een verzoek dien je in als je een (bijzonder) besluit van de examencommissie wilt krijgen. Als je het niet eens bent met het besluit van de examencommissie, dan kan je bezwaar (en beroep) instellen. Dat werkt als volgt: Je dient binnen twee weken (de bezwaartermijn,) nadat je het besluit van de examencommissie hebt ontvangen, direct bij de examencommissie of via het facultair loket rechtsbescherming een bezwaarschrift in; Als hoofdregel geldt dat de examencommissie binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar een besluit moet nemen; Als je het niet eens bent met het besluit op bezwaar, bestaat er de mogelijkheid om daartegen in beroep te gaan. Dit doe je bij het HU Loket Rechtsbescherming Studenten. Een beroep wordt behandeld door het College van Beroep voor de Examens. De beroepstermijn bedraagt zes weken, nadat je het besluit op bezwaar van de examencommissie hebt ontvangen. Zie voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift of een beroepschrift hoofdstuk 7 of kijk op Speodeisende zaken worden door de examencommissie met voorrang behandeld. 2.7 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Bovengenoemde activiteiten zijn deel van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deelname is verplicht. Studenten die door overmacht en/of persoonlijke omstandigheden (waaronder financiële problemen) niet kunnen deelnemen, kunnen een financiële voorziening vragen of kunnen in aanmerking komen voor een vervangende opdracht. Hiervoor kan je een verzoek indienen bij het facultair loket. zie hiervoor par De kosten voor de introductie zijn 25,- 2.8 Voorzieningen Begeleiding Als HU-student heb je recht op studieloopbaanbegeleiding. De HU heeft veel docenten aangewezen als studieloopbaanbegeleider. Zij fungeren als spil tussen jou als student en je opleiding. Je kunt bij hem of haar terecht met vragen en problemen over je studie. Denk daarbij aan je studievoortgang of keuzes die je kunt maken in het curriculum. Als je een waarschuwend tussentijds studieadvies hebt ontvangen stel je samen met je studieloopbaanbegeleider een studieplan op. Voor duale opleidingen geldt dat er gedurende het hele studietraject twee aanspreekpunten zijn: vanuit de opleiding een docentbegeleider en een door de werkgever aangewezen bedrijfsbegeleider. Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin je je eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat je: Inzicht krijgt in het beroep en in de eisen die de beroepspraktijk stelt; 42/183

43 Op basis daarvan kunt beoordelen of je jezelf in het beroep wil bekwamen en ontplooien; Je daadwerkelijk ontwikkelt in de beroepsuitoefening, zodat je na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; Optimaal gebruik maakt van de beschikbare middelen en tijd om een maximaal studierendement te bereiken. De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken, groepsbijeenkomsten en opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk afnemen ICT-faciliteiten Algemeen De HU biedt je een aantal standaard ICT-faciliteiten aan. Met je eigen HU-inlognaam en wachtwoord heb je toegang tot deze faciliteiten. Je inlognaam en wachtwoord ontvang je kort voor aanvang van je studie via . Na ontvangst kun je inloggen op: Je eigen mailadres (via ; De computers aanwezig op de HU. Je kunt ook met je eigen laptop binnen de gebouwen van de HU gebruikmaken van het draadloze netwerk (Eduroam, ; De online catalogus van de mediatheek ( ; Het intranet van de HU ( ; Je eigen ruimte om bestanden op te slaan (Sharepoint, My Site) ; OSIRIS Student ( ; Een aantal openbare sites, zoals Surfspot ( Hier kun je tegen gereduceerde prijs hard- en software kopen. Meer informatie over de ICT-faciliteiten en actuele ontwikkelingen vind je op de site van ICT ( Studentenmail Binnen de HU heb je een eigen HU adres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om je op de hoogte te houden van actuele informatie over je opleiding. De opleiding communiceert alleen via je HU-mailadres. De mailbox is toegankelijk via: webmail.hu.nl. Je kunt inloggen met je HU-inlognaam en wachtwoord. Het is je eigen verantwoordelijkheid om je HU-mailadres regelmatig te bekijken. Met je studentenmail kun je gemakkelijk mailen met je medestudenten en docenten. Via het adresboek kun je alle adressen opzoeken. Ook beschik je over een agenda en een taken- en een contactpersonenlijst. Verder is het natuurlijk mogelijk om automatisch naar je privé adres door te sturen. Het is ook mogelijk om de mail, agenda en contactpersonen te synchroniseren met je GSM of Smartphone Sharepoint Het intranet van de HU draait op SharePoint. Steeds meer systemen aan de HU gebruiken SharePoint om hun informatie aan de gebruiker door te geven. SharePoint werkt optimaal samen met Microsoft Office, waardoor gezamenlijk werken aan documenten, presentaties of spreadsheets eenvoudig is. Intranet Het intranet van de HU bevat informatie van alle faculteiten, instituten en HU Diensten. Alle informatie met betrekking tot het onderwijs en de organisatie is hier te vinden. Het intranet van je opleiding bevat links naar cursussen, mededelingen en belangrijke data van de HU, de faculteit en je opleiding, ziekmeldingen van docenten en het laatste nieuws. 43/183

44 Portfolio Cursussen Veel cursussen die digitaal worden ondersteund hebben een site in SharePoint. Gebruik van deze cursussite kan variëren van het uitwisselen van gegevens bijvoorbeeld PowerPointpresentaties van de docent tot het samenwerken met medestudenten aan projecten of opdrachten. MySite De MySite is een persoonlijke pagina op SharePoint. Hier kun je bestanden plaatsen die je zowel thuis als op school kunt openen en wijzigen. Ook kan je werkruimtes maken om alleen of met andere studenten aan een project, werkstuk of opdracht te werken. Daarnaast kan je een blog aanmaken om je kennis te delen met anderen OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. De HU gebruikt dit systeem voor de registratie van de studievoortgang. Hierin worden al jouw gegevens, cijfers en (deel)tentameninschrijvingen bijgehouden. Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via Eenmaal ingelogd kun je gebruikmaken van de volgende basisfunctionaliteiten: Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten zie je welke cijfers je voor de laatste 15 (deel)tentamens hebt behaald. Tevens is een statistisch overzicht beschikbaar over hoe het (deel)tentamen gemiddeld gemaakt is. Wil je alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vind je een overzicht van de resultaten die je gedurende je hele studie hebt behaald. Je kunt zelf bepalen of je alles wilt zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. Je wordt geacht zelf je cijfers te controleren zodra ze online staan. Mogelijke fouten moet je altijd melden binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in OSIRIS. Dit doe je bij de examinator die bij het cijfer vermeld staat of bij de examencommissie. Studievoortgang Wil je weten welke vakken je nog moet volgen voor je kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteer je de opleiding die je volgt en geef je aan dat je nog te volgen onderwijs wilt zien. OSIRIS vergelijkt jouw resultaten dan met het curriculum dat je volgt en geeft aan wat je gehaald hebt en wat je nog moet doen. Aanvragen vrijstellingen Je kan een aanvraagformulier voor vrijstellingen invullen bij Studievoortgang vrijstelling aanvragen. Hier wordt je eigen curriculum getoond en op basis daarvan kan je een vrijstellingsaanvraag invullen en uitprinten. Meer informatie over de verlening van vrijstellingen vind je in paragraaf 0. Toets- en Cursusinformatie informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen en over de wijze van inschrijven, is te vinden in OSIRIS. Inschrijven voor cursussen en toetsen Via het tabblad Inschrijven kan je via een eenvoudige wizard kiezen of je je wilt inschrijven voor een cursus, toets of minor. Zo kan je een keuze maken uit de cursussen uit je verplichte curriculum of een cursus zoeken uit het complete cursusaanbod van de HU.. Informatie over de inschrijfperiode vind je terug in paragraaf van deze studiegids. Meer informatie over de inschrijving is ook te vinden in paragraaf 3.2 van deze studiegids. Overzicht inschrijvingen 44/183

45 Wil je weten voor welke cursussen en toetsen je bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment gegeven worden of in de toekomst liggen. Bevestiging inschrijving Soms denk je dat je je correct hebt ingeschreven voor een cursus of toets, maar is jouw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijg je na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op je HU adres. Controleer altijd of je dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed. Uitschrijven voor cursussen en toetsen Ben je ingeschreven voor een cursus of een toets en wens je hiervoor uitgeschreven te worden, klik dan op het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen of toetsen) aan waarvoor je je wilt uitschrijven en kies voor uitschrijven. Een uitschrijving voor een cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvang je een bevestigingsmail. Bewaar deze goed. Personalia wijzigen Op het tabblad Personalia kun je zelf je adres wijzigen en een (nieuwe) pasfoto uploaden. Deze pasfoto wordt gebruikt voor de collegekaart die je jaarlijks opgestuurd krijgt. Staan er onjuistheden bij het scherm personalia, neem dan contact op met Bureau Inschrijving. Een adreswijziging kan je ook via Studielink doorgeven. bij resultaat Als je op de link Aanvullende informatie klikt kun je jezelf aanmelden voor het bericht bij een resultaat. Als ' resultaten' op 'Aangemeld' staat krijg je een wanneer in OSIRIS een resultaat wordt vastgelegd. Als je het instelt op 'Afgemeld' krijg je geen s Wachtwoord Na verloop van tijd verloopt je HU-wachtwoord. Je krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de HU. Vanuit huis kun je jouw wachtwoord wijzigen via Het nieuwe wachtwoord moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Via deze website kun je ook je wachtwoord resetten als je het vergeten bent. Je krijgt via een eenmalige SMS een nieuw wachtwoord toegestuurd. Let op: voor sommige programma s die je binnen je eigen opleiding gebruikt gelden afwijkende wachtwoorden. Voor vragen en ondersteuning met betrekking tot je wachtwoord kun je je wenden tot de servicebalie zie par ) en de website Informatiebeveiliging en privacy De HU hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Op infrastructureel gebied hebben we maatregelen genomen om alle gegevens binnen de HU zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de HU: de ICTgedragsregels (zie Je wordt geacht deze regels te kennen en je hieraan te houden. Als gebruiker kan je zelf ook een en ander doen om de veiligheid te vergroten: De pc waarop je bent aangemeld niet onbeheerd achter te laten; Je wachtwoord niet aan anderen te geven; Brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op te halen; 45/183

46 Mail vragen en/of opmerkingen op het gebied van vertrouwelijkheid aan: De HU kent daarnaast een privacyreglement op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Op de site lees je meer hierover Registratie studievoortgang Je studieresultaten worden geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 0. De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten volgens het European Credit Transfer System (EC s). Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende EC s toegekend. Voor deeltentamens worden geen EC s toegekend. Zie ook par Onderwijsbalie Bij de onderwijsbalie kun je dagelijks terecht met vragen over onder andere inschrijvingen voor tentamens, inleveren van werkstukken, studievoortgang, groepsindelingen. De medewerkers van het onderwijsloket van de diverse opleidingen binnen ISW werken samen in de back-office. Elke opleiding heeft een eigen logistiek assistent. De front-office wordt wisselend bezet; kijk voor openingstijdenvan het loket per locatie Studievereniging Studieverenigingen hebben als doel je studententijd zo leuk mogelijk te maken. Studieverenigingen organiseren niet alleen leuke en gezellige activiteiten, ze zorgen ook voor betrokkenheid bij je studie, de hogeschool en je toekomstige vakgebied. De studieverenigingen binnen de HU zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt. Voor meer informatie zie de website van OSHU: Faculteit Studie Vereniging Informatie Contactgegevens FEM S.v. Pecunia Faculteitsbrede vereniging info@svpecunia.nl FNT UVIS Studievereniging Informatica bestuur@uvis.nl FNT SROT Studievereniging Operationele Technologie FNT VIA Studievereniging Industriële Automatisering srot@hu.nl via@hu.nl FNT Cabo Bianci Faculteitsvereniging FNT voorzitter@cabobianci.nl FNT U.T.V. Utrechtse Technische vereniging bestuur@utvweb.nl afdeling Bouwnijverheid FNT S!GN Studievereniging voor Product Design & sign@hu.nl Engineering FNT Uranymus Studievereniging voor Institute for Life voorzitter@uranymus.nl Sciences & Chemistry FNT Micros Studievereniging voor HBO- micros@hu.nl Werktuigbouwkunde, variant Integrated Product Development FNT Arttech Studievereniging Media Technologie bestuur@arttechmedia.nl media FNT VET Studievereniging Elektrotechniek vet@hu.nl FNT BG Utrecht Studievereniging Technische bestuur@bgutrecht.nl 46/183

47 Bedrijfskunde FG Paramedus Faculteitsvereniging FG FCJ LeF Studievereniging voor Journalistiek FCJ Stichting Vox Studievereniging Communicatie en Management FMR SVP Studievereniging Voor Pedagogiek (opstartfase) FMR SV Codex Studievereniging HBO Recht FMR MAD Studievereniging voor Communicatie en Media Design Faculteit Vereniging Informatie Contactgegevens HU breed MUST Medezeggenschapsvereniging HU breed OSHU Koepel studieverenigingen HU breed HU Roeiploeg Sloeproei vereniging HU HU breed Conventus Studentenvereniging HU Amersfoort Comus HU breed StuRa Studentenvereniging HU Amersfoort Opleidingscommissies De opleiding heeft ook een opleidingscommissies (OC). De commissie is een adviesorgaan van de instituutsdirectie. Adviezen gaan bijvoorbeeld over de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die wordt aangeboden en de praktijkcomponent van een opleiding. In de opleidingscommissie zitten altijd studenten. Als je een goed idee hebt voor de verbetering van jouw opleiding, laat het dan vooral weten aan de OC! Wil je zelf lid worden van de opleidingscommissie? Stel je dan kandidaat voor de eerstkomende verkiezingen. Meer informatie kun je krijgen bij de coach Bestuurlijke participatie studenten, die te bereiken is via De coach verzorgt ook ondersteuning van de actieve opleidingscommissies. 2.9 Contactgegevens Instituut voor Social Work, locatie Utrecht Opleiding MWD (voltijd en deeltijd) Heidelberglaan CS Utrecht Postbus AJ Utrecht Telefoon (088) Instituut voor Social Work, locatie Amersfoort Opleiding MWD (voltijd, deeltijd, duaal) De Nieuwe Poort PA Amersfoort Telefoon (088) /183

48 48/183

49 3 Cursussen 3.1 Cursusdeelname Het onderwijsprogramma van je opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zogenaamde cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in EC s. Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen. Alle cursussen staan achterin deze studiegids vermeld en worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd in OSIRIS ( en in de cursusomschrijving in par Inschrijving voor cursussen Deelname aan cursussen is alleen mogelijk als je tijdig bent ingeschreven in OSIRIS ( Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Controleer dus altijd of je bent ingeschreven en print je inschrijfbevestiging. Als je niet correct bent ingeschreven, heb je geen toegang tot de cursus. Inschrijven (en eventueel uitschrijven) is mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Als je voor een cursus bent ingeschreven, wordt je automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen volgend op de cursus. Als je niet wilt deelnemen aan dit tentamen moet je je uiterlijk drie weken voor het tentamen uitschrijven. Zie par Inschrijving voor een minor houdt tevens een inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor. Door het Bureau Onderwijsondersteuning Social Work worden alle studenten ingeschreven bij alle programmaonderdelen die voor hun jaargroep zijn gepland (standaard studieroute). Wie sneller of langzamer wil studeren, dient dit zelf te regelen door zich in te schrijven voor andere programmaonderdelen dan die voor de eigen. Voor alle afwijkingen van de standaardplaatsing is overleg met en goedkeuring van de SLB er noodzakelijk. Overzicht data in- en uitschrijving voor cursussen: Onderwijsperiode Data inschrijving Periode A ( 1) t/m Periode B ( 2) t/m Periode C ( 3) t/m Periode D ( 4) t/m Periode E ( 5) Geen cursussen Minorinschrijving 1 e ronde minorinschrijving 2012/ t/m e ronde minorinschrijving 2012/ t/m De minormarkt zal 21 maart 2013 worden georganiseerd (datum onder voorbehoud van wijzigingen). 3.3 Aanwezigheidsplicht Voor je studievoortgang is het van groot belang dat je aanwezig bent bij alle bijeenkomsten. Je leert niet alleen van je docent, maar ook van de interactie met klasgenoten. Bovendien blijkt jaar in jaar uit dat studenten die altijd aanwezig zijn betere studieprestaties boeken en hun opleiding sneller afronden. Sommige cursussen hebben een aanwezigheidsplicht. Dit staat per cursus vermeld in de studiehandleidingen en cursusomschrijving. Zie par. 3.5 Bij lessen met een aanwezigheidsverplichting geldt het volgende: 49/183

50 1. De student wordt geacht 100 % aanwezig te zijn; aanwezigheid van 80 % van de onderwijsactiviteiten wordt als toereikend beschouwd. 2. Bij aanwezigheid van 60 % tot 80 % van de onderwijsactiviteiten wordt voor alle gemiste onderdelen een vervangende opdracht vastgesteld, die redelijkerwijs leidt tot de beoogde competenties. Dit betekent dat voor de vervangende opdracht ook aanwezigheid kan worden vereist. 3. Een aanwezigheid van minder dan 60 % is dermate ontoereikend, dat het programma beschouwd wordt als niet te zijn gevolgd. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen. Wanneer de afwezigheid meer dan 20% bedraagt, kan de docent besluiten om de betrokken student uit te schrijven. Dat houdt in dat de student van verdere deelname aan dit programmaonderdeel wordt uitgesloten en dat de cursus opnieuw moet worden gevolgd. Wanneer het daarbij gaat om een cursus die maar eenmaal per studiejaar wordt aangeboden en waarvan de afronding voorwaarde is voor het volgen van verdere cursussen (bijvoorbeeld de stage), kan te grote absentie ernstige consequenties hebben voor de studievoortgang van de student. 3.4 Beginvereisten Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen in hoofdstuk 10. Voldoe je niet aan deze vereisten dan kan je niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming geeft. Zie voor meer informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie par Cursusbeschrijvingen De cursusbeschrijvingen van jouw opleiding staan achterin deze studiegids vermeld. In de cursusbeschrijving vind je alle relevante informatie over de cursussen van je opleiding. 50/183

51 4 Tentamens en examens 4.1 Introductie Tentamens Een cursus wordt afgerond met een tentamen. Elk tentamen toetst je kennis, inzicht en vaardigheden. Een tentamen kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Tentamens (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. De examencommissie wijst voor het afnemen van tentamens, het vaststellen van de uitslag en de invoering daarvan in OSIRIS examinatoren aan. Een tentamen kan onderverdeeld zijn in deeltentamens. Een tentamen of examen is met goed gevolg afgelegd als hiervoor vóór afronding ten minste het cijfer 5,5 is behaald (zie paragraaf ). Als er deeltentamens zijn, is het tentamen pas behaald als alle deeltentamens zijn afgelegd en gezamenlijk tot een voldoende leiden. In de cursusbeschrijving is de onderlinge weging aangegeven. Hierin staat ook vermeld als voor een bepaald deeltentamen minimaal een bepaald cijfer moet zijn behaald. Examens Iedere opleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen de afsluiting van de propedeutische fase en de hoofdfase. Je slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als je voor dat deel voldoet aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de tentamens van de betrokken studiefase met een voldoende zijn beoordeeld en alle benodigde EC s (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Je kan het eindexamen alleen afleggen als het propedeutisch examen is behaald. Zodra je het programma van de propedeutische fase of hoofdfase hebt afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering jouw resultaten. Ben je geslaagd en voldoe je aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding, dan reikt de examencommissie het diploma uit. Daarvoor gelden procedurele regels, zie paragraaf 5.1. Afstudeereenheid Iedereen die een diploma wil krijgen, moet derhalve de afstudeereenheid met goed gevolg afronden. De afstudeereenheid is een vorm van eindexamen en kan een afstudeerscriptie/opdracht- of project omvatten. Hij kan ook worden samengesteld uit meerdere samenhangende kernmodules waaruit een goed beeld van je eindniveau gedestilleerd kan worden. De afstudeereenheid omvat minimaal 15 EC en hiervoor mag je geen vrijstellingen hebben (tenzij de vrijstelling voor 1 september 2012 afgegeven is). De afstudeereenheid kan uit 1 onderwijseenheid bestaan, maar kan ook uit meerdere door de opleiding aangewezen cursussen uit het derde of vierde jaar bestaan. Je mag pas deelnemen aan de afstudeereenheid als je de propedeuse behaald hebt. In beginsel is er altijd een vertegenwoordiger van het werkveld als adviseur betrokken. Afstudeereenheden MWD voor de voltijdopleiding: Portfolio en eindgesprek Artikel Afstudeeropdracht 5 ec 5 ec 20 ec Afstudeereenheden MWD voor de deeltijdopleiding: Afstudeeropdracht Portfolio en eindgesprek Artikel 10 ec 5 ec 5 ec 51/183

52 4.2 Vrijstellingen De examencommissie kan je vrijstelling verlenen van (deel)tentamens. Vrijstelling van een tentamen of examen betekent dat je niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen) en dat je de studiepunten voor de betreffende cursus krijgt toegekend. Een vrijstelling kan op grond van de wet pas verleend worden als je bent ingeschreven. HU heeft ervoor gekozen alleen vrijstellingen te verlenen op grond van eerder behaalde tentamens of examens. Deze kan je behaald hebben in: - De vooropleiding op grond waarvan je toegelaten bent tot deze opleiding; - Tentamens of examens die je hebt behaald binnen een geaccrediteerde opleiding; - Tentamens of examens van een opleiding waarvan de kwaliteitsborging vergelijkbaar is met het accreditatiesysteem. Dat is bijvoorbeeld van belang bij buitenlandse opleidingen. In Nederland betekent geaccrediteerd dat er een onafhankelijke externe controle van de opleiding heeft plaatsgevonden door de NVAO. Praktisch gezien voldoen alle HBO- en WO-opleidingen waarvoor je via Studielink kunt inschrijven aan dit criterium. Als het andere opleidingen betreft, vooral buitenlandse, zal de examencommissie nagaan of de kwaliteit op een vergelijkbare manier geborgd is. Voor de afstudeereenheid (c.q. afstudeerproject./scriptie/opdracht) wordt geen vrijstelling verleend. Wel geldt dat in vorige jaren de HU een ruimere regeling had voor het toekennen van vrijstellingen. Reeds toegekende vrijstellingen blijven geldig en komen niet te vervallen. Vrijstellingen zijn zes jaar geldig en worden verstrekt door de examencommissie op basis van de procedure als vermeld in artikel 40 OER HU bacheloropleidingen In bijzondere gevallen kan de examencommissie van de termijn van zes jaar afwijken. Zie par voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Let op: Als je meer dan 15 studiepunten aan vrijstelling in de propedeuse hebt, heeft dit gevolgen voor de norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies. Meer hierover kan je vinden in paragraaf van deze studiegids. Overleg eerst met je studieloopbaanbegeleider of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een verzoek wordt ingediend, moet daar altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) zijn bijgevoegd. Vrijstellingen worden binnen OSIRIS weergegeven als VRY-O (op grond van eerder gevolgd onderwijs). In vorige jaren was ook registratie als, VRY-A (op grond van een assessment van een gecertificeerd EVC-bureau) of VRY-E (op grond van elders opgedane kennis en vaardigheden zonder EVC assessment), of VRY (niet nader gespecificeerd) mogelijk. De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij een eventuele berekening van een gemiddelde. Vrijstellingen voor vakken uit de hoofdfase kan je pas aanvragen als je formeel tot de hoofdfase bent toegelaten. 4.3 Organisatie tentamens Tentamenvorm en -duur Tentamens zijn bedoeld om jouw studieresultaten te toetsen en te beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: Tentamens met gesloten vragen; Tentamens met open vragen; Tentamens met meerkeuzevragen; Werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten; Portfolio s; 52/183

53 Reflectieverslagen; Het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; Een mondeling tentamen. In de cursusbeschrijving wordt aangegeven of een tentamen eventueel leerwegonafhankelijk is. Dit houdt in dat je het tentamen ook zou kunnen afleggen zonder dat je de cursus hebt gevolgd. Dit is belangrijk als je door werk, andere ervaringen of een niet erkende vorm van scholing al denkt te beschikken over de competenties, Zoals je hiervoor kan lezen (0.) kent de hogeschool alleen een vrijstelling toe op grond van scholing, en niet op grond van andere ervaring. Maar door een leerwegonafhankelijk tentamen kan je deze ervaring toch binnen je opleiding te gelde maken en je opleiding versnellen. De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een tentamen betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De beschikbare tijdsduur voor tentamens wordt in OSIRIS en op het opgavenblad vermeld en wordt tevens door de surveillant bekend gemaakt. De beschikbare tijdsduur voor tentamens is 2 uur. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren Tentamenrooster De meeste tentamens worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk ) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekendgemaakt (al dan niet als onderdeel van het semesterrooster). Aan de hand van het jaarrooster kan je zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Herkansingen vinden plaats in de week voorafgaand aan de afsluitingsweek van de periode. Uitzonderingen vormen de herkansingen voor de tentamenonderdelen van de laatste periode. Deze worden ingeroosterd in de laatste volle week van augustus voorafgaand aan het nieuwe studiejaar (start 1 september). Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de toets (of herkansing) plaatsvindt. Tentamens worden zoveel mogelijk gepland op hetzelfde tijdstip als de lessen. Om je de mogelijkheid te geven om te versnellen kan het voorkomen dat hiervan wordt afgeweken. Tabel schriftelijke tentamentijden Tentamentijd Tijden Tentamentijd 1 10:00-12:00 uur Tentamentijd 2 13:00-15:00 uur Tentamentijd 3 16:00-18:00 uur Tentamentijd 4 19:00-21:00 uur Inschrijving en deelname (her)tentamens Inschrijving tentamens Deelname aan tentamens is alleen mogelijk als je tijdig bent ingeschreven in OSIRIS ( Je bent hier zelf verantwoordelijk voor. Controleer dus altijd of je bent ingeschreven en print je inschrijfbevestiging. Als je niet correct bent ingeschreven, heb je geen toegang tot het tentamen. Als je voor een cursus bent ingeschreven, word je automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen volgend op de cursus. Als je niet wilt deelnemen aan dit tentamen moet je je uiterlijk drie weken voor het tentamen uitschrijven. Als je wel stond ingeschreven, maar niet hebt deelgenomen aan het 53/183

54 tentamen wordt in Osiris NA (niet aanwezig) als tentamenresultaat geregistreerd. Dit is een tentamenuitslag en daarmee verlies je dus een tentamenkans. Voor tentamens die je los van de cursus wilt doen (hertentamens) dien je je zelf in te schrijven. Inschrijven nà de officiële inschrijvingstermijn Er is een mogelijkheid om nà de officiële inschrijvingstermijn nog voor je toetsing te worden ingeschreven. Je betaalt dan per toets 15,00 voor extra organisatie- en administratiekosten, met een maximum van 60,00 per periode. Dit kan tot uiterlijk de vrijdagochtend (tot uur) van onderwijsweek 6 in periode A en van onderwijsweek 7 in de periodes B t/m D. Hiertoe dien je je te melden bij het onderwijssecretariaat. Vervolgens kun je je met een bewijs van betaling alsnog handmatig laten inschrijven door het onderwijssecretariaat. Restitutie wordt niet verleend. Onderwijsperiode Data Periode A ( 1) t/ Periode B ( 2) t/m Periode C ( 3) t/m Periode D ( 4) t/m Periode E ( 5) t/m Tentamenkansen / herkansingen / vervangende opdracht Het aantal keer dat een tentamen per jaar aangeboden wordt, wordt uitgedrukt in tentamenmogelijkheden. Het aantal keer dat een student het tentamen per jaar mag afleggen, wordt uitgedrukt in het aantal tentamenkansen. Gedurende het studiejaar zijn er per cursus meerdere data waarop je een tentamen kan afleggen, dit zijn de tentamenmogelijkheden. Zie OSIRIS voor deze data De student kan aan maximaal twee toetsmogelijkheden per cursus meedoen, namelijk in de periode dat de student hiervoor staat ingeschreven en de daarop volgende periode. De Examencommissie kan daar indien zij dit noodzakelijk acht van afwijken. Dit geldt voor alle toetsvormen Voor sommige cursussen is slechts een tentamenkans verbonden, omdat herkansing in hetzelfde studiejaar redelijkerwijs niet mogelijk is gelet op de aard van de cursus. Bijvoorbeeld in het geval van stages. In hoofdstuk 3 in de cursusomschrijving wordt aangegeven wanneer dit het geval is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Alleen onvoldoendes (dus 5.4 of minder) kunnen herkanst worden. Als je geen tentamenkans meer hebt, maar je hebt het tentamen nog niet gehaald, kan je in de volgende situaties de examencommissie verzoeken om nog een extra tentamenkans toe te kennen. Overmacht Kan je door overmacht niet aan een tentamen deelnemen? Verzoek dan de Examencommissie om een extra tentamenkans. Van overmacht is sprake als zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: Ziekte; Lichamelijke of andere functiestoornis; Zwangerschap; Bijzondere familieomstandigheden; Andere situaties van overmacht, dit ter beoordeling van de Examencommissie. De opleiding kan ook een extra tentamenkans toekennen indien dat deel uitmaakt van een vastgesteld beleid gericht op (potentiële) Langstudeerders. 54/183

55 De student dient als bewijs altijd een schriftelijke verklaring van de decaan te overleggen aan de examencommissie. Tentamenmogelijkheid bij niet halen bsa-norm in geval van verkorte route Studenten die: a. een verkorte route volgen en daardoor meer dan 15 studiepunten aan vrijstellingen hebben, en b. in het eerste jaar van inschrijving vanwege de verkorte route een door de opleiding vastgesteld programma volgen dat tevens cursussen uit de hoofdfase omvat; kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra herkansing in de laatste tentamenperiode voor een module uit de propedeutische fase die nog niet is behaald. De examencommissie kent dit verzoek toe indien hierdoor de mogelijkheid ontstaat dat de student aan de bsanorm kan voldoen. Studievertraging van ten minste 3 maanden Studenten die: a. Tenminste 1 maal heeft deelgenomen aan het tentamen, en b. Er een studie- of afstudeervertraging van ten minste 3 maanden dreigt te ontstaan. Afstudeerfase Studenten die: Nog één onderdeel open hebben staan voor het afstuderen Tentamenmogelijkheid bij wijziging of vervanging van een cursus In opvolgende studiejaren kunnen de naam, vorm en/of inhoud van cursussen en tentamens wijzigen of worden vervangen. In het collegejaar ná deze wijziging/vervanging krijg je twee keer de mogelijkheid om op basis van de oude cursus een tentamen af te leggen. Naast een extra tentamenkans kan je de examencommissie ook om een vervangende opdracht vragen. Dit houdt in dat je het tentamen in een andere dan de reguliere toetsvorm aflegt. De examencommissie kan een dergelijk verzoek toekennen als; a. Je recht hebt op een tentamenkans, en b. Je al minimaal 2 keer hebt deelgenomen aan het reguliere tentamen, en c. een vakdocent een positief advies geeft, en d. er een studie- of afstudeervertraging van ten minste 3 maanden dreigt te ontstaan. De examencommissie kent ook een vervangende opdracht toe als de student door overmacht of persoonlijke omstandigheden, waaronder financiële, niet deel kan nemen aan een verplichte introductie, excursie of werkweek. Herkansen van de toetsing uit de laatste lesperiode D Herkansen van deze toetsing gebeurt in toetsperiode E. Zie hiervoor het jaarrooster. Het inschrijven hiervoor wordt nader bekend gemaakt Voorzieningen in geval van een functiebeperking Algemeen Als je een functiebeperking of chronische ziekte hebt kan je de examencommissie verzoeken om voorzieningen te treffen, waardoor je een examen of tentamen op aangepaste wijze kan afleggen. Neem als je een functiebeperking of chronische ziekte hebt dan zo snel mogelijk contact op met de studentendecaan (zie par. 8.8). De studentendecaan kan je informeren over de mogelijkheden en helpen bij het indienen van het verzoek. Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychische aandoeningen die chronisch, dus langdurig van aard, zijn. Soms is een beperking goed te zien of te horen, zoals een visuele 55/183

56 beperking of chronisch stotteren. Het komt echter vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, RSI, reuma, psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Zie par. 8.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Een verzoek voor aangepaste voorzieningen moet je tijdig en schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring indienen bij de examencommissie. Tijdig houdt in dat de opleiding voldoende tijd heeft om het verzoek te behandelen en de logistieke planning in gang te zetten voor de start van de tentamens waarop de aanvraag betrekking heeft. De studentendecaan kan je begeleiden bij het indienen van het verzoek. Voorzieningen en faciliteiten De HU biedt de volgende voorzieningen aan: - Aangepast tentamenmateriaal (bijvoorbeeld vergroot lettertype, een andere kleur papier in verband met dyslexie of visuele beperkingen); - Het gebruik van een laptop bij een tentamen; - Verlenging van de tentamentijd; - Fysieke voorzieningen in de gebouwen (bijvoorbeeld de toegankelijkheid van het schoolgebouw). Daarnaast biedt Hogeschool Utrecht ook de volgende faciliteiten aan: - Digitale programma s als Kurzweil, met name bedoeld voor dyslexiestudenten; - Rustruimte; - Studentenpsycholoog. Extra faciliteiten bij een functiebeperking Studenten die menen recht te hebben op extra tijd (bijv. bij dyslexie) kunnen dit aan het begin van het studiejaar (in september) aangeven bij de Examencommissie. Als de Examencommissie de aanvraag honoreert, kunnen studenten bij alle tentamens in het betreffende studiejaar een halfuur extra tijd krijgen. Hiervoor moeten zij, naast de reguliere inschrijving, een speciaal formulier bij de onderwijsbalie ophalen. Daarop moet per tentamenperiode bij het Onderwijssecretariaat van Social Work worden aangegeven voor welke tentamens extra tijd wordt aangevraagd. Dit formulier moet binnen de inschrijfperiode worden ingeleverd op de onderwijsbalie. Ook moet op het formulier worden aangegeven welke extra faciliteiten nog meer nodig zijn, zoals bijvoorbeeld het gebruik van een laptop, ingesproken CD, vergroot tentamenformulier, speciale stoel of apart lokaal. Elke periode dient bij het Onderwijssecretariaat van Social Work de voorzieningen per tentamen doorgegeven te worden. Let op: elke periode dient bij het Onderwijssecretariaat van Social Work de voorzieningen per tentamen doorgegeven te worden. Algemene geldigheid van voorzieningen Kent de Examencommissie een voorziening toe vanwege een functiebeperking en/of chronische ziekte, dan stelt zij tevens de duur van de voorziening vast. Je hebt tijdens de vastgestelde periode recht op dezelfde voorziening bij het afnemen van een examen of tentamen aan een andere opleiding als: De toegekende voorziening bij inschrijving en voor het tentamen of examen is gemeld bij de Examencommissie van de andere opleiding; Je bij aanvang van tentamen of examen het schriftelijk besluit kan tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; De Examencommissie van de andere opleiding de gemelde voorziening niet heeft geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan jou als student worden 56/183

57 bekendgemaakt) Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Voor deelname aan schriftelijke tentamens ben je verplicht je te legitimeren met een geldige collegekaart van de HU. Met het oog op fraudepreventie moet je je daarnaast altijd kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Daar kan tijdens een tentamen om gevraagd worden. Zorg er dus voor dat je dat altijd bij je hebt. Zonder legitimatie krijg je geen tentamenpas en kun je niet deelnemen aan het tentamen, je verliest dan een tentamenkans. Een geldig legitimatie bewijs is een geldig: - paspoort, - Europese identiteitskaart, - Nederlands of - internationaal rijbewijs of vluchtelingendocument). Heb je geen collegekaart, omdat je die nog niet ontvangen hebt, dan kan je in de week voorafgaand aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. Heb je geen collegekaart, omdat je die door verlies of diefstal bent kwijtgeraakt, dan kan je een tentamenpas (dagpas) aanvragen tijdens de tentamenperiode. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. In dit geval zijn er aan de tentamenpas kosten verschuldigd van 25,- per pas tot een maximum van 100,- per tentamenperiode. Je hebt recht op restitutie van het bedrag als je kan aantonen dat je door overmacht (zoals bijvoorbeeld diefstal waarvan een proces-verbaal overlegd kan worden) je collegekaart bent verloren. De tentamenpas wordt alleen afgegeven als je: Rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan de HU; Bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; Staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen. Ben je je collegekaart kwijtgeraakt, dan dien je dit direct te melden bij de centrale studentenservicebalie. Hier kun je een nieuwe collegekaart aanvragen tegen betaling van vervangingskosten Gang van zaken tijdens tentamens 1. Aan studenten wordt geadviseerd 15 minuten voor de start van een schriftelijk tentamen aanwezig te zijn, zodat het tentamen op tijd kan aanvangen. De aanvangstijd van het tentamen is te vinden op het tentamenrooster van de opleiding. Studenten hebben na aanvang van het tentamen geen toegang meer tot het lokaal. Zij kunnen niet deelnemen aan het tentamen en verliezen tevens de mogelijkheid het tentamen op een ander tijdstip te doen. Wel komt men in aanmerking voor een herkansing voor zover de student daar nog recht op heeft. 2. Studenten leggen hun collegekaart en een geldig identiteitsbewijs zichtbaar op tafel. 3. Tijdens het tentamen zijn surveillanten aanwezig. 4. Studenten die klaar zijn met het tentamenwerk maken door middel van hand opsteken duidelijk dat zij de ruimte wensen te verlaten en leveren individueel op een teken van de surveillant het tentamen in en verlaten in alle rust de ruimte. De laatste 15 minuten mag niemand het lokaal verlaten tot het einde van de tentamentijd. Bij inlevering van het tentamen tekent de student de aanwezige presentielijst en controleert de surveillant de collegekaart. 5. Indien een student zich heeft ingeschreven voor het tentamen, maar niet voorkomt op de presentielijst, verwijst de surveillant de student naar de toetsorganiserende afdeling (onderwijssecretariaat). Het tentamen kan onder voorbehoud van onderzoek naar de geldigheid van inschrijving worden gemaakt. 57/183

58 Hiertoe moet de student (na het maken van het tentamen onder voorbehoud) een verzoek indienen bij de Examencommissie. Indien blijkt dat de student zich niet heeft ingeschreven, zal het tentamen als ongeldig worden verklaard en verliest de student een tentamenkans. 6. De gang van zaken tijdens mondelinge tentamens en/of bij practicumonderdelen is gedelegeerd aan de desbetreffende vakdocenten. Zij bepalen de gang van zaken tijdens de tentamens. Studenten die willen afwijken van deze regel kunnen dit alleen maar met toestemming van de Examencommissie. Herkansingen voor deze onderdelen vinden altijd plaats na individueel overleg met deze docent. 7. Studenten die door bijzondere persoonlijke omstandigheden of overmacht niet kunnen deelnemen aan een tentamen/herkansing dienen dit schriftelijk binnen twee weken na de tentamendatum te melden bij de Examencommissie. Deze regel geldt voor studenten die de betreffende cursus moeten afronden in het betreffende studiejaar (bijvoorbeeld in verband met het studieadvies voor eerstejaarsstudenten of in verband met de stagewaardigheid) en die geen twee tentamenmogelijkheden hebben gehad. De Examencommissie oordeelt of de reden van afwezigheid onder de zogenaamde bijzondere omstandigheden valt (zie artikel 34 en 39 van de OER FMR). Indien de reden onder de bijzondere omstandigheden valt, bekijkt de Examencommissie in overleg met de vakdocent of er nog een herkansing in het betreffende studiejaar mogelijk is. Deze bijzondere omstandigheden dienen altijd ondersteund te worden door de decaan. 8. Tijdens het maken van een schriftelijk tentamen is het verboden met elkaar te overleggen of met elkaar te praten. Iedere vorm van onregelmatigheid maakt het tentamen ongeldig. De surveillant registreert dit en meldt dit bij de Examencommissie. 9. Het gebruik van elektronische apparaten (GSM, buzzer, message watch, organizer, portable computer, etc.) tijdens de tentamens is verboden, tenzij expliciet op het tentamen is vermeld dat dit wel toegestaan is. Genoemde apparaten moeten dus tijdens het tentamen zijn uitgeschakeld en opgeborgen. 10. Indien een student op basis van een inschrijving van een andere student aan het tentamen heeft deelgenomen dan is het tentamenwerk ongeldig. 11. De student kan bezwaar aantekenen bij de Examencommissie. 12. Een docent is gerechtigd de beoordeling niet uit te voeren van tentamens die niet in correct en duidelijk leesbaar Nederlands zijn gesteld. Indien het tentamen niet voldoet aan de eisen aan werkstukken dan verliest de student een tentamenkans. 4.4 Beoordeling Toekennen resultaat en inzage Tentamenbeoordeling De beoordeling van een (deel)tentamen wordt uitgedrukt in: Een cijfer op een schaal van 1 t/m 10 zonder decimalen; Een cijfer op een schaal van 1,0 t/m 10,0 en tot op tienden nauwkeurig; Een woordbeoordeling: VRY 4 (vrijstelling) Voldaan, Niet Voldaan, Onvoldoende, Voldoende, Ruim voldoende, Goed, Zeer goed, Uitmuntend. De uitdrukking in woorden verhoudt zich tot de tienpuntsschaal als aangegeven in deze tabel: uitmuntend 10 zeer goed 9 goed 8 ruim voldoende 7 voldoende 6 onvoldoende 5 Als je wel ingeschreven staat voor een tentamen, maar daar niet aan deelneemt, wordt het tentamenresultaat NA (niet aanwezig) in Osiris geregistreerd. Dit wordt beschouwd als een 4 Vrijstellingen worden weergegeven als VRY-O (op grond van eerder gevolgd onderwijs), en tot vorig studiejaar met VRY-A (op grond van een assessment van een gecertificeerd EVC_bureau) of VRY-E (op grond van elders opgedane kennis en vaardigheden zonder EVC assessment, of VRY (niet gespecificeerd). 58/183

59 tentamenuitslag en daarmee verlies je dus een tentamenkans. Als je dus niet wenst deel te nemen aan een tentamen, zorg er dan voor dat je je tijdig uitschrijft. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. Een (deel)tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 5,5 of hoger, of bij een voldoende of hoger of bij de beoordeling VRY-O. Een (deel)tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 5,5 of hoger, of bij een voldoende of hoger of bij de beoordeling VRY-O. Een cijferbeoordeling moet wel minstens een 5,5 zijn vóór afronding. Hierbij geldt dat wanneer een cijfer vóór afronding lager is dan een 5,50 dit wordt afgerond naar een 5,4 (dan wel naar een 5 als de beoordeling zonder decimalen wordt uitgedrukt). Dus een 5,49 wordt afgerond naar een 5,4 en niet naar een 5,5. Dit is dus geen voldoende beoordeling. Als een tentamen uit meerdere deeltentamens bestaat, kan het zo zijn dat niet alleen eisen worden gesteld aan het gewogen gemiddelde, maar eveneens aan de hoogte van de beoordelingen van de afzonderlijke deeltentamens. Als er sprake is van een zogenaamd bodemcijfer dan staan deze eisen vermeld in de cursusbeschrijving in hoofdstuk 10. Als een tentamen in zijn geheel met goed gevolg is afgelegd, worden de EC van de desbetreffende cursus toegekend. Voor een voldoende voor een deeltentamens krijg je dus geen EC toegekend. Bekendmaking tentamenresultaten Als bewijs dat een tentamen is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekendgemaakt in OSIRIS ( Tentamenresultaten worden altijd bekendgemaakt onder voorbehoud van rekenkundige, type- en andere fouten. Je kan zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren. Je wordt als student geacht zelf je cijfers te controleren. Mogelijke fouten moet je binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in OSIRIS melden bij de examinator of de examencommissie. Een cijfer in OSIRIS kan onder andere nog wijzigen na controle bij inzage, wijzigingen in de normering of bij een kennelijke fout bij de invoering. Na deze vier weken na bekendmaking worden cijfers geacht definitief te zijn. Daarna kunnen resultaten slechts met goedkeuring van de examencommissie nog gewijzigd worden. Zie ook art. 37 lid 4 OER-HU bacheloropleidingen. Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen 5 : Uiterlijk drie weken na afname van een tentamen,; Bij een mondeling tentamen, op de dag van afname. Het tentamen resultaat dient binnen drie weken in Osiris vermeld te worden. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits de studentenbelangen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Zie ook art. 31 en 37 OER-HU bacheloropleidingen. Inzage tentamenwerk Als student heb je recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk al dan niet gekoppeld aan een nabespreking. Je kunt je werk inzien tot drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag, maar uiterlijk voor het hertentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, op voorwaarde dat de belangen van studenten niet onevenredig worden geschaad. Het moment van inzage wordt in het jaarrooster vermeld. Deelname aan nabesprekingbijeenkomsten is niet verplicht. Tijdens de nabespreking heb je het recht om jouw schriftelijke werk in te zien. Ook krijg je een toelichting op de beoordeling van tentamenwerk. De docent presenteert de juiste antwoorden op de opgaven. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de vergelijking tussen jouw schriftelijke werk en de modelantwoorden die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen. 5 Een week is een periode van 7 aaneengesloten dagen. Erkende feestdagen die in Osiris staan vermeld, tellen hierbij niet mee. 59/183

60 4.4.2 Onregelmatigheden / fraude Fraude bij tentamens en examens is verboden. Hier wordt zeer streng tegen opgetreden, Maak je je schuldig aan fraude, (of andere vormen van onregelmatigheden zie artikel 38 OER-HU bacheloropleidingen ) dan kan de examencommissie één of meer van de volgende maatregelen nemen: Ontzeggen van deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste een kalenderjaar; Onthouden van het diploma, verklaring of certificaat; Afnemen van een nieuw examen op door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze; In ernstige gevallen zal de examencommissie de faculteitsdirectie adviseren om je inschrijving definitief te beëindigen. Je kunt je dan niet opnieuw voor dezelfde opleiding aan de HU inschrijven. Dit advies kan worden gegeven als: 1. Je je eerder schuldig hebt gemaakt aan onregelmatigheden en je daarvoor ten minste een half jaar de deelname aan tentamens is ontzegd, of; 2. Er sprake is van verzwarende omstandigheden, bijvoorbeeld van strafrechtelijke aard, zoals: o bedreiging of geweld; o je gebruik maakt van vervalste documenten (bijvoorbeeld diploma s en cijferlijsten); 3. Je zonder toestemming van de docent beschikt over (een deel van) het tentamen en/of de normuitwerking (bijvoorbeeld door diefstal/verduistering/heling of doordat je dit van een medestudent hebt gekregen. Voordat de examencommissie een besluit neemt word je gehoord. De examencommissie stelt je zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 weken, op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU ( Schrijf je je uit als je een sanctie opgelegd hebt gekregen, dan wordt de sanctie opgeschort en herleeft de sanctie bij herinschrijving. De examencommissie moet instaan voor de kwaliteit van de toetsing en kan om die reden ook genoodzaakt zijn maatregelen te treffen die ook de belangen van overige studenten raken. Soms kunnen daarom alle tentamenresultaten ongeldig verklaard worden. Het kan ook gebeuren dat de examinatoren of de examencommissie goede redenen hebben om fraude te vermoeden, maar dit niet voldoende kunnen bewijzen en geen sanctie kunnen opleggen. Wel bestaat er dan ernstige twijfel over de vraag of je het resultaat op eigen kracht hebt bereikt. In zo n geval kan de examencommissie een aanvullend tentamen afnemen. Als je dat niet haalt, wordt dat beschouwd als een bevestiging dat de twijfel terecht was, en vervalt het resultaat (code NV). Als het aanvullend onderzoek wel met een voldoende wordt afgesloten, wordt het oorspronkelijke (eerste) resultaat gehandhaafd Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Alle tentamens en examens worden in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Voor afstudeerproducten geldt een termijn van twee jaar die ingaat na diplomering. In het geval de opleiding tentamens, examens en afstudeerproducten digitaal archiveert, bedraagt de bewaartermijn 7 jaar. Pas na afloop van de bewaartermijn kan je op eigen verzoek het tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te krijgen. Alle documenten met betrekking tot: 60/183

61 (Voldoende) tentamen- of examenuitslagen; Vrijstellingen; De inschrijving van de student; De afgifte van diploma s of verklaringen; worden bewaard gedurende een periode van dertig jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. De instituuts- dan wel afdelingsdirecteur ziet daarop toe Geldigheidsduur resultaten De resultaten van tentamens, deeltentamens, stages, praktische oefeningen en van afgegeven vrijstellingen zijn zes jaar geldig. Als de geldigheidsduur is verstreken kan je de examencommissie verzoeken deze geldigheidsduur te verlengen of een aanvullend of vervangend tentamen op te leggen. Resultaten van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen en van een met goed gevolg afgelegd Associate degree zijn onbeperkt geldig. 61/183

62 5 Diplomering 5.1 Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift (ook wel diploma) af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Daarvoor wordt onderzocht of je aan alle verplichtingen jegens de opleiding hebt voldaan. Zo moeten onder meer alle tentamens van het examenprogramma zijn behaald, dien je rechtsgeldig als student te zijn ingeschreven en moet je aan alle betalingsverplichtingen hebben voldaan. Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op jouw verzoek kan er ook een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement dat kosteloos bij het Bachelordiploma en de Associate degree wordt verstrekt, wordt altijd in het Engels opgesteld. Per opleiding kan je maar 1 keer een diploma krijgen. Heb je al een diploma voor de betreffende opleiding ontvangen, maar doe je vervolgens nog extra cursussen, of rond je nog een tweede afstudeerrichting af, dan krijg je niet nog een diploma, maar krijg je hiervoor een verklaring. Degene die aanspraak maakt op uitreiking van een diploma, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan en uitreiking op te schorten. Hiervoor moet je tijdig, uiterlijk één week voor het tijdstip waarop je het laatste tentamen of het afsluitend aanvullend onderzoek aflegt, een schriftelijk gemotiveerd verzoek indienen. Als je verzoekt om het diploma nog niet te ontvangen dan zijn er 2 mogelijkheden: 1. Je rondt nog een tweede afstudeerrichting af. In dat geval worden beide afstudeerrichtingen op je diploma vermeld en wordt de diplomadatum de datum van het laatste tentamen (dan wel afsluitende examen) van je tweede afstudeerrichting. 2. Je rondt nog extra cursussen af. In dat geval wordt je diploma afgegeven op het examenprogramma en is de diplomadatum de datum van het laatste tentamen van het examenprogramma (of het afsluitend examen). Voor de extra cursussen krijg je naast je diploma een verklaring waarop de extra cursussen vermeld worden. Getuigschriften dienen persoonlijk te worden opgehaald, waarbij legitimatie wordt getoond. Reden is dat het getuigschrift ter plekke moet worden ondertekend door de student en dat er kopieën voor het archief moeten worden gemaakt. Getuigschriften kunnen dus nooit via de post worden verstuurd. Let op! Als je je diploma behaald hebt, zal je jezelf via Studielink moeten uitschrijven voor de opleiding. Dit gaat niet automatisch. Pas als je uitgeschreven bent voor een opleiding hoef je geen collegegeld meer te betalen. 5.2 Aantekening cum laude of met genoegen Als je hoge cijfers haalt, kom je mogelijk in aanmerking voor een cum laude of met genoegen aantekening op je diploma. Dit gaat niet automatisch, maar moet je, als je denkt dat je hiervoor in aanmerking komt, aanvragen. Want uitsluitend op voorafgaand verzoek van jou als student wordt dit op je diploma weergegeven.. Om een aantekening te krijgen, moet je voldoen aan alle navolgende eisen: Vermelding cum laude (zie ook art. 44 lid 1 OER HU) 62/183

63 aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van ten minste 6.0 vóór afronding verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0 vóór afronding; de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0 vóór afronding; Je bent maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding; je hebt niet meer dan 90 EC aan vrijstellingen gekregen voor je betreffende opleiding; resultaten die zijn uitgedrukt in de woorden Voldaan en Niet voldaan en VRIJ tellen niet mee bij deze beoordeling. Ook extra behaalde studiepunten (bijvoorbeeld bij een excellente route) tellen niet mee bij deze beoordeling. Vermelding met genoegen (zie ook art. 44 lid 2 OER HU) aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 vóór afronding verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0 vóór afronding; de (eind)beoordeling van je afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0 vóór afronding; je bent maximaal vier studiejaren ingeschreven geweest voor je opleiding; je hebt maximaal 90 studiepunten aan vrijstellingen gekregen voor je opleiding; resultaten die zijn uitgedrukt in de woorden Voldaan en Niet voldaan en VRIJ tellen niet mee bij deze beoordeling. Ook extra behaalde studiepunten (bijvoorbeeld bij een excellente route) tellen niet mee bij deze beoordeling. Indien de inschrijvingsduur langer is dan 4 studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat je toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen. Je moet wel voldoen aan alle overige eisen. OPTIONELE TEKST: (indien er een verkort programma is van minder dan 240 EC) Voor een opleiding met een programma dat niet bestaat uit 240 studiepunten geldt een andere maximale studieduur als vereiste voor toekenning van de aantekeningen cum laude en met genoegen. Er wordt in dat geval gekeken naar wat de nominale studieduur van de opleiding is, waarbij wordt uitgegaan van 60 studiepunten per jaar. Ben je langer dan deze nominale studieduur ingeschreven voor deze opleiding, dan kom je niet in aanmerking voor de aantekening cum laude of met genoegen. De examencommissie kan besluiten dat je hier toch voor in aanmerking komt na een beroep op erkende persoonlijke omstandigheden. Judiciumvereisten Voor de helderheid is hieronder vermeld om welke afstudeeropdrachten het hierbij gaat. Deze onderdelen dienen minimaal met een 8,0 (voor cum laude ) of met minimaal een 7,0 (voor met genoegen ) te zijn afgerond voor de opleiding: MWD: Artikel - Eindgesprek naar aanleiding van het portfolio - Praktijkonderzoek Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend op jou van toepassing als je na 1 september 2005 voor het eerst deel hebt genomen aan de hoofdfase van de opleiding. 63/183

64 6 Roosters 6.1 Jaarrooster Zowel tijdens de propedeuse als tijdens de hoofdfase is het onderwijsprogramma ingedeeld in vijf perioden (ken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m E (ofwel als 1 t/m 5). periode A + B ( 1 + 2) vormen samen een semester, net als periode C + D ( 3 + 4). Jaarlijks wordt een overzicht opgesteld waarin de periode-indeling (of indeling) voor dat studiejaar wordt gepresenteerd met vermelding van de lesweken, tentamenweken en vakantieperiodes. Jaarroosters van de faculteiten kan je nalezen op Het jaarrooster studiejaar , onderverdeeld in twee semester-roosters, van de opleiding ziet er als volgt uit: Zie voor roosters: Voor het reserveren van ruimtes kun je mailen naar: (alleen voor studenten van FMR, FEM en HUA). 6.2 Vakanties en vrije dagen Vakantieperiodes De HU kent in het collegejaar de volgende verplichte studentenvakantie en verplichte vrije dagen: 64/183

65 Vakantie Data Kerstvakantie 24 december 2012 t/m 4 januari 2013 Verplichte vrije dagen, inclusief de feestdagen 1 e en 2 e kerstdag 25 en 26 december 2012 Nieuwjaarsdag 1 januari 2013 Goede vrijdag 29 maart e en 2 e paasdag 31 maart en 1 april 2013 Koninginnedag 30 april 2013 Bevrijdingsdag 5 mei 2013 Hemelvaartsdag 9 mei 2013 Dag na hemelvaartsdag 10 mei e en 2 e Pinksterdag 19 mei en 20 mei Lesdagen en tijden Lesdagen De lesdagen worden aan het eind van het schooljaar ervoor bekend gemaakt. De lessen zijn geroosterd van maandag t/m vrijdag van 08:30 uur tot 21:00 uur Lestijden Alle onderwijsprogramma s worden geroosterd in eenheden van 45 minuten. Voor het volgen van lessen dien je op tijd in het lokaal aanwezig te zijn. Als je te laat komt mag de docent je toegang tot de les ontzeggen. Voor de opleiding gelden de volgende lestijden. Tabel lestijden: lesuur begintijd eindtijd uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur /lunchpauze uur uur uur uur uur uur uur uur uur 1715 uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur 6.4 Openingstijden gebouwen 65/183

66 Actuele openingstijden zijn te vinden op: Onderwijsactiviteiten kunnen eventueel in een ander HU-gebouw plaatsvinden. 6.5 Roosterinformatie en -wijzigingen Mededelingen over lessen en tentamens worden via je opleidingsintranet bekendgemaakt en voor zover mogelijk ook via mededelingenborden en je studentenmail. Ook correcties en aanvullingen op deze studiegids worden zo bekendgemaakt. De HU verwacht dat je postadres bij de studentenadministratie klopt en dat je regelmatig je box van je HU-account leest. Het rooster voor een periode wordt twee weken voor aanvang van de periode bekend gemaakt. Roosters en roosterwijzigingen zijn via Internet te vinden op de roostersite: Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid van een docent ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgaan. Mocht de les uitvallen dan wordt je hiervan op de hoogte gesteld via SharePoint en zoveel mogelijk via de mededelingenborden en je studentenmail. De docent overlegt bij terugkeer hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Ben je ziek? Bij cursussen met een aanwezigheidsplicht ben je verplicht je af te melden bij de docent. Bij (dreigende) langdurige ziekte geef je de ziekmelding zo spoedig mogelijk door aan je studieloopbaanbegeleider en neem je contact op met je studentendecaan (zie par. 0). 66/183

67 7 Klachten, bezwaar en beroep 7.1 Inleiding Als je het niet eens bent met een beslissing, als je vindt dat iemand zich tegenover jou niet goed gedragen heeft, of als er iets anders fout is gegaan, dan kun je daar wat aan doen. De eerste stap is zelf direct contact te zoeken met de veroorzaker van het probleem, en proberen het in onderling overleg op te lossen. De HU verwacht van docenten, slb-ers en Examencommissies immers dat ze open staan voor klachten en zich inzetten om deze af te handelen. Maar het kan natuurlijk gebeuren dat je er toch niet uitkomt, of iemand niet zelf aan wilt spreken, bijvoorbeeld bij ongewenst gedrag. Dan staat de formele weg open. De formele weg is binnen de HU op twee niveaus vormgegeven en is te bewandelen door (aankomende) studenten. Eerst wordt een procedure op de faculteit doorlopen. Dit betreft een bezwaar- of klachtprocedure. Je kan je bezwaar of klacht rechtstreeks bij het betrokken orgaan indienen. Als je niet precies weet waar je moet zijn, of behoefte hebt aan advies, kan je je wenden tot het facultaire loket Rechtsbescherming. Dit is digitaal te bereiken via en is in de faculteit ondergebracht bij het Studenten Informatie Punt Er is een standaardformulier waarop je je bezwaren kan vermelden. Het loket zorgt ervoor dat het binnen de faculteit op de juiste plek terecht komt. Dit formulier kun je vinden op de website Het facultaire loket kan je verwijzen naar de studentendecaan of (bij klachten over gedrag) naar de vertrouwenspersoon. Zij kunnen je adviseren over de procedures. En net als de studentmediatoren ondersteunen ze ook bij een oplossing in overleg, zodat de procedure alsnog voorkomen kan worden. Als je niet tevreden bent over de afhandeling op de faculteit, kan je naar het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten gaan. Het gaat dan om een beroep (na de bezwaarprocedure op de faculteit) of een herzieningsverzoek (na de klachtprocedure op de faculteit). Je dient je beroep of herzieningsverzoek in bij het HU-Loket. Zij zorgen ervoor dat je beroep of herzieningsverzoek door het juiste orgaan behandeld wordt. Het HU-Loket kan je ook informeren over de procedures. Je kan ook rechtstreeks in beroep bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten of daar een klacht indienen, dus zonder eerst een bezwaar of klacht op de faculteit te laten behandelen. De procedures op de faculteiten zijn echter speciaal ingesteld omdat deze sneller zijn en minder formeel. Als je het niet eens bent met de uitkomst kan je altijd nog naar het HU-Loket. Het advies is dan ook altijd de extra mogelijkheid op de faculteit te benutten en daar eerst je bezwaar of klacht in te dienen. In de beschrijving hieronder wordt daar ook van uit gegaan. Let vooral op de termijnen! Als je op de faculteit een bezwaar of klacht indient, moet je dat doen binnen twee weken na het besluit of feit waarop dat betrekking heeft. Voor beroepszaken en herzieningsverzoeken geldt dat je je binnen een termijn van 6 weken vanaf de datum dat het besluit op de faculteit is genomen tot het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten moet wenden. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures, waarna aan het einde van dit hoofdstuk de procedure in een schema is weergegeven. 7.2 Bezwaar Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend negatief studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op jou als individuele student. Op het besluit staat ook vaak vermeld dat je een bezwaar kan indienen, maar niet altijd. Je kan bijvoorbeeld ook een bezwaar indienen als je vindt dat de beoordeling van je tentamen niet klopt, maar bij cijfers in OSIRIS staat natuurlijk niet steeds zo n bezwaarclausule. 67/183

68 Je dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij het facultaire loket of de Examencommissie. Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar. Als je het bezwaarschrift bij het loket indient, zorgt het loket voor doorzending aan de Examencommissie. De Examencommissie kan je in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt je tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De Examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing. Je wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet onderbouwd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de Examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan je nog beroep instellen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Dat moet wel gebeuren binnen zes weken na bekendmaking van het besluit op bezwaar. Het kan ook voorkomen dat je bezwaar maakt tegen een besluit van de afdelingsdirectie of faculteitsdirectie, bijvoorbeeld als er een voorziening is geweigerd of een ordemaatregel is getroffen. Dan geldt dezelfde procedure. De volledige bezwaarprocedure is beschreven in het Reglement Rechtsbescherming Studenten, en voor de Examencommissie ook nog eens beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU ( 7.3 Beroep Beroep aantekenen Je kan in beroep gaan tegen besluiten en besluiten op bezwaar die op grond van de onderwijs- en examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend negatief studieadvies). Ook als het besluiten op bezwaar in andere zaken betreft, bijvoorbeeld rondom inschrijving en uitschrijving voor de opleiding, zaken van financiële aard, of ordemaatregelen en dergelijke, kan je daartegen in beroep gaan. Je kan binnen zes weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het HU- Loket Rechtsbescherming Studenten. Dit kan digitaal via maar je moet het ook per post met handtekening nazenden. Het HU-Loket Rechtsbescherming zorgt ervoor dat je beroepschrift door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit kan het College van Beroep voor de Examens (voor vrijwel alle besluiten van de Examencommissie), of de Geschillenadviescommissie (besluiten van de opleidings- of faculteitsdirectie op grond van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek) zijn. Dit zijn onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstanties voor (aankomende) studenten en extraneï van de HU. Ze zijn dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Het beroepschrift moet je ondertekenen en bevat ten minste: Je naam, studentnummer, huisadres, woonplaats en je telefoonnummer; Vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar je bent ingeschreven; Datum; Een duidelijke omschrijving van het besluit met datum waartegen het beroep is gericht, onder vermelding van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; Eén of meer gronden, waarop het beroep berust; Een zo nauwkeurig mogelijk omschreven eis. Daarnaast moet je een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. Het beroepschrift richt je aan het HU-Loket Rechtbescherming Studenten, Postbus 573, 3500 AN Utrecht. 68/183

69 Als het beroep door het College van Beroep voor de Examens wordt behandeld, verklaart deze vervolgens het beroep gegrond of ongegrond. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekend dat vaak dat de examencommissie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep voor de Examens doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. Als het beroep door de Geschillenadviescommissie wordt behandeld, brengt deze na onderzoek een advies uit aan het College van Bestuur, dat op basis daarvan een besluit neemt. Ook de Geschillenadviescommissie adviseert het College van Bestuur een beroep gegrond of ongegrond te verklaren. Als het College van Bestuur het advies overneemt, zal het bij een gegrondverklaring ook de directie opdragen een nieuw besluit te nemen. In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU ( staan de procedures nader beschreven. Zie voor meer informatie Je kan voor informatie en advies ook terecht bij de studentendecaan (zie par. 0) of het secretariaat van het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, tel Hoger beroep Als je het niet eens bent met de uitspraak van het College van Beroep voor de Examens, of het besluit van het College van Bestuur, kan je hiertegen ook nog extern hoger beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het hoger onderwijs in Den Haag. Informatie over de procedure en termijnen kun je vinden op de website Klachten Klacht indienen Tegen een aantal andere besluiten en gedragingen van andere studenten of medewerkers, kan je geen bezwaar aantekenen, maar je kan wel een klacht indienen. Ook dat moet binnen een termijn van twee weken gebeuren, en ook hiervoor kan je het standaardformulier gebruiken. Dit kan je downloaden op Je kunt je klacht indienen bij het facultaire loket of rechtstreeks bij het verantwoordelijke orgaan. Het facultaire loket zorgt er weer voor dat je klacht door het juiste orgaan wordt behandeld. De procedure lijkt veel op de bezwaarprocedure. Het orgaan dat je klacht behandelt, kan je in de gelegenheid stellen om gehoord te worden. Als je klacht betrekking heeft op een collega-student of een medewerker, wordt deze altijd in de gelegenheid gesteld om zijn reactie op jouw klacht te geven. In principe wordt binnen twee weken een beslissing over je klacht genomen. Als je het niet eens bent met deze beslissing, kun je binnen zes weken een herzieningsverzoek indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Je kan een klacht ook mondeling bij het facultaire loket indienen, dan wordt ter plekke het standaardformulier ingevuld. De procedure is niet van toepassing op besluiten van algemene strekking Herzieningsverzoeken bij klachten Als je niet tevreden bent over de afhandeling van je klacht op de faculteit, kan je een verzoek tot herziening indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Hiervoor geldt een termijn van zes weken vanaf de beslissing naar aanleiding van je klacht. Je kan het herzieningsverzoek digitaal indienen bij Je moet het verzoek dan nog wel per post, voorzien van 69/183

70 een handtekening, nazenden. Het adres is: HU-Loket Rechtbescherming Studenten, Postbus 573, 3500 AN Utrecht. Het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten zorgt ervoor dat je verzoek door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit is bij de meeste klachten de Klachtencommissie Studenten, maar als het om klachten over ongewenst gedrag gaat, behandelt de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag jouw klacht, zie hierna onder 7.5. Dit zijn allebei hogeschoolbrede onafhankelijke klachtinstanties en niet verbonden aan een faculteit. Ze brengen advies uit aan het College van Bestuur, dat vervolgens een besluit neemt. In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU en het Reglement inzake Ongewenst Gedrag ( staan de procedures nader beschreven. 7.5 Ongewenst gedrag Het kan voorkomen dat je klacht betrekking heeft op gedrag dat zo intimiderend is dat het onder de regelgeving voor ongewenst gedrag valt. Het gaat bijvoorbeeld om verbale of seksuele intimidatie, waarvan de gevolgen ernstig kunnen zijn. Het facultaire loket zal je altijd wijzen op de mogelijkheid je tot een vertrouwenspersoon (zie 8.4) te wenden. Als je een klacht indient, kan je ervoor kiezen die op de faculteit te laten behandelen (de opleidingsdirecteur onderzoekt de klacht of laat hem onderzoeken), of deze voor te leggen aan de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag van de HU. De klacht wordt dan doorgestuurd naar het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Er geldt een afwijkende termijn voor de indiening van klachten over ongewenst gedrag, namelijk tot twee jaar na de gedraging. 7.6 Schema klachten, bezwaar en beroep Kwestie? Stap 1: Directe benadering (informeel) Stap 2: Facultair loket Bezwaarprocedure Klachtprocedure Stap 3: HU-loket College van Beroep Examens Geschillenadviescommissie Klachtencommissie Studenten Klachtencommissie Ongewenst Gedrag/FG-P 70/183

71 71/183

72 8 Studentzaken 8.1 Studiebegeleiding Inleiding Als afgestudeerd hbo-student word je geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding word je daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Ons type onderwijs stimuleert kritisch en zelfstandig leren door probleemgestuurd- en projectonderwijs. Dat betekent dat je verantwoordelijk bent voor je eigen leerproces en studieloopbaan. De opleidingen van de HU zorgen voor de randvoorwaarden en voor de juiste ondersteuning. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. De HU gaat ervan uit dat je op eigen initiatief gebruik maakt van deze vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Als student heb je recht op begeleiding van een studieloopbaanbegeleider (SLB er). Deze begeleider begeleidt jou in je competentieontwikkeling. Op basis van je competentieontwikkeling en de resultaten monitort de studieloopbaanbegeleider de studievoortgang en handelt hiernaar. De studieloopbaanbegeleider heeft onder andere de volgende taken: Bewaken en bespreken van studieresultaten; Samen met jou een studieplanning opstellen als je een waarschuwing bij een tussentijds studieadvies heeft gehad; Adviseren bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn; Verwijzen naar een studentendecaan indien de vragen en problemen niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep). Zie voor meer informatie over studieloopbaanbegeleiding door de opleiding par Profileringsfonds Het Profileringsfonds is een voorziening voor financiële ondersteuning van studenten. Het Profileringsfonds bestaat uit 4 verschillende regelingen: Afstudeersteunregeling Studenten van de hogeschool, die door bijzondere omstandigheden tijdens hun beursrechtperiode studievertraging hebben opgelopen, worden door deze regeling in staat gesteld hun studie zo spoedig mogelijk af te ronden dan wel voort te zetten. Regeling Bestuursbeurzen Studenten die tijdens hun studie in het bestuur van een vereniging gaan kunnen in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. In deze regeling staat hoe studenten van de hogeschool die tijdens, of binnen 12 maanden na afloop van hun beursrechtperiode, erkende bestuursactiviteiten verrichten, daarvoor gefaciliteerd kunnen worden. Zie paragraaf X. Kennisbeurzen Financiële ondersteuning voor non-eer studenten die instellingscollegegeld in plaats van wettelijk collegegeld dienen te betalen. Topsportregeling Om de combinatie topsport/studie zo goed mogelijk te laten verlopen, stelt de HU een aantal voorzieningen beschikbaar. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden van de student/topsporter. 72/183

73 Elk van de regelingen is opgenomen in een apart hoofdstuk. Daarnaast kent het Profileringsfonds bepalingen van algemene strekking, die op al deze vormen van steunverlening van toepassing zijn. Het Profileringsfonds heeft uitsluitend betrekking op studenten (voltijd of duaal) van de hogeschool die op of na 1 september 1996 voor het eerst studiefinanciering hebben ontvangen voor een opleiding aan deze hogeschool of aan een andere instelling voor hoger of wetenschappelijk onderwijs (prestatiebeursstudenten). Zie voor het Profileringsfonds. Het is belangrijk dat je bijzondere omstandigheden altijd tijdig bij je studentendecaan meldt om later mogelijk in aanmerking te kunnen komen voor het Profileringsfonds. 8.3 Studentendecaan Het studentendecanaat van de HU geeft je informatie, advies en begeleiding. Elke faculteit en HU Amersfoort heeft één of meer studentendecanen. Zij zijn er om jou te ondersteunen bij het aanpakken van je vragen of problemen tijdens je studie. De studentendecaan kan ook doorverwijzen, bijvoorbeeld naar de studentenpsycholoog of studentenarts. Alles wat je bespreekt, blijft vertrouwelijk. De studentendecanen zijn gebonden aan het Reglement Studentendecanen HU en de gedragscode van het Platform Studentendecanen van de HU. Studievoortgang en persoonlijke omstandigheden Tijdens je studie kun je studievertraging oplopen, bijvoorbeeld door familie- of relatieproblemen. Maar ook psychische problemen, een (chronische) ziekte of functiebeperking kunnen een belemmering vormen in de studievoortgang. Of je wilt je studie onderbreken vanwege een langdurige ziekenhuisopname. Ook faalangst kan je studievoortgang keren. De studentendecaan helpt je om het probleem te verhelderen en oplossingen te zoeken. Ook kan de studentendecaan je helpen bij het vinden van een andere vorm van hulpverlening. Studieadvies en procedures De studentendecanen hebben een adviesfunctie in de procedure rondom het uitbrengen van het studieadvies als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Zij zijn goed op de hoogte van regelingen waarin de rechten en plichten van de student en die van de HU staan beschreven. De studentendecaan kan je adviseren en ondersteunen bij bezwaar- en beroepsprocedures. Ook kan je bij het Studentendecanaat terecht bij twijfel over je studie, beroepskeuze en advies over vervolgopleidingen. Bereikbaarheid studentendecanaat FMR, Utrecht, Heidelberglaan 7 In Utrecht is er een studentendecanaat voor studenten van alle opleidingen van locatie Utrecht, Heidelberglaan 7. Voor het maken van een afspraak - bellen naar Miriam van Toor (secretariaat decanaat), telefoon (088) mailen naar decanaatfmr@hu.nl of - langskomen kamer website: Inloopspreekuren: dagelijks van tot uur. De studentendecanen zijn: - Margriet Andriesen - Ivo de Haard - Agnes van Heel - Fred Piek - Maria Smit Bereikbaarheid studentendecanaat HU Amersfoort, De Nieuwe Poort 21, Amersfoort In Amersfoort is er een studentendecanaat voor studenten van alle opleidingen van de locatie Amersfoort In Amersfoort kun je via de mail decanaathua@hu.nl altijd terecht. Voor korte vragen ben je welkom tijdens het inloopspreekuur, dagelijks van uur op kamer C5.48, 73/183

74 of je kunt telefonisch contact opnemen. Voor informatie over het decanaat HU Amersfoort ga je naar De studentendecanen zijn: Bernadette Poos Suzanne Hennekens Frans Meeuwsen Financiële zaken Financiële problemen zijn vervelend. Zeker als het echt een noodsituatie wordt en je bijvoorbeeld door een overmachtsituatie in (tijdelijke) geldnood komt. In sommige gevallen kun je een beroep doen op een financiële tegemoetkoming uit het Profileringsfonds. Je studentendecaan kan je hierbij adviseren. Kijk voor meer informatie op Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU ( Centrum Studiekeuze Bij Centrum Studiekeuze, een gezamenlijk initiatief van de HU en de Universiteit Utrecht, kan je terecht als je twijfelt over je opleiding, als je bent vastgelopen of als je wilt doorstuderen na je bachelordiploma. Bij Centrum Studie Keuze kan je advies inwinnen en ondersteuning vragen met betrekking tot je studiekeuze. Kijk voor meer informatie op Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon is er voor iedereen (medewerker en student), die te maken heeft (of heeft gehad) met ongewenst gedrag. Bij ongewenst gedrag kan je denken aan fysiek geweld, agressie, verbale en seksuele intimidatie, discriminatie, schending van integriteit en racisme. Maar ook handtastelijkheden, flauwe grappen, pesterijen en intimiderende s of sms jes kunnen als ongewenst worden ervaren. Iedereen bepaalt altijd zelf de grens waarover de ander niet heen mag gaan. Met andere woorden, niet voor iedereen ligt de grens van wat gewenst of ongewenst gedrag is op hetzelfde niveau. Dat kan te maken hebben met verschillen in achtergrond en opvoeding. Ongewenst gedrag kan mensen diep raken, zelfs zo dat ze er ziek van worden. Velen denken dat het gedrag vanzelf overgaat als je er maar geen aandacht aan besteedt. Maar dat gebeurt zelden. Wie last heeft van welke vorm van ongewenst gedrag dan ook, zal de moed moeten opbrengen om dat onder woorden te brengen. De ervaring leert telkens weer dat praten helpt en daarvoor kun je bij de vertrouwenspersoon terecht. Je anonimiteit is gewaarborgd en je gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Na een melding kijkt de vertrouwenspersoon samen met jou als melder hoe het ongewenste gedrag zo snel mogelijk gestopt kan worden. Dit alles gebeurt in goed overleg: er worden geen stappen genomen zonder toestemming van jou als melder. Desgewenst begeleidt de vertrouwenspersoon je enige tijd. De brochure Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon STIP (Studenten Informatie Punt). Meer informatie vind je ook op De Regeling inzake ongewenst gedrag en verdere relevante informatie staan op de openbare site van de HU-vertrouwenspersonen: Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Regeling inzake Ongewenst Gedrag ( Je bent als melder van ongewenst gedrag altijd vrij om de keuze te maken naar een vertrouwenspersoon van een andere faculteit te gaan. Vertrouwenspersonen voor de FMR/Utrecht: Henriette Metsemakers : kamer 0.104, tel , henriette.metsemakers@hu.nl Sytske Teppema: kamer 0.104, tel , sytske.teppema@hu.nl 74/183

75 Vertrouwenspersoon voor de FMR/Amersfoort: Hanny Deelen: tel , Studentenarts Wanneer je in Utrecht niet alleen komt studeren maar ook komt wonen, ben je verplicht je in te schrijven bij de gemeente Utrecht. Ook vanuit je zorgverzekeraar ben je verplicht je in te schrijven bij een huisarts in Utrecht. Als student kan je je, ongeacht waar je in Utrecht woont, inschrijven bij Huisartsenpraktijk Campus Uithof via De huisartsenpraktijk heeft twee vestigingen in Utrecht, op de Uithof in Casa Confetti (Leuvenplein 10-11) en in stadion Galgenwaard (Herculesplein 379). In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het Profileringsfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer je een verklaring over je gezondheid nodig hebt, dien je dit eerst bij je eigen huisarts na te gaan. Indien je eigen huisarts deze niet kan of wil geven, dan kun je naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 8.3). De studentenarts van de HU is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) , Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht. 8.6 Bureau Studentenpsychologen Het kan zijn dat je tijdens je studie moeilijkheden ervaart. Dat kan direct met je studie te maken hebben, maar het kan ook van meer persoonlijke aard zijn en een negatieve invloed hebben op je studievoortgang. Kom je er zelf niet uit, dan kun je terecht bij Bureau Studentenpsychologen van de HU, gevestigd in Utrecht en Amersfoort. In een aantal gesprekken zoekt de studentenpsycholoog samen met jou een oplossing voor je problemen. Het maximum aantal gesprekken is 8 (van 50 minuten). Minder kan uiteraard ook. Behalve individuele gesprekken verzorgt Bureau Studentenpsychologen ook groepstrainingen zoals faalangsttraining, assertiviteitstraining en de training Niet Piekeren (in samenwerking met Indigo). Het kan zijn dat de hulp die de studentenpsycholoog biedt niet aansluit bij jouw problemen en/of hulpverwachting. Dan kan Bureau Studentenpsychologen je helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties. Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kun je langskomen of je telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan jij en het Bureau Studentenpsychologen kennen de inhoud van de gesprekken. En alleen als jij dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Er zijn voor studenten geen kosten aan verbonden. Meer informatie vind je op Mediation Heb je een samenwerkingsprobleem met een medestudent? Een conflict met je docent? Zijn er problemen in je studentenhuis? Er is een grote kans dat een studentmediator je kan helpen! Mediation is een vorm van conflictoplossing. Je gaat met elkaar op zoek naar de oplossing van je conflict, waarbij je begeleid wordt door een neutrale en onafhankelijke mediator. De mediator stelt je in staat om 75/183

76 alles waarover jullie het oneens zijn te bespreken, zorgt voor herstel van de communicatie en helpt je de relatie te verbeteren. De mediator draagt zelf geen oplossingen aan, maar helpt je om de oplossingen te vinden die voor iedereen het beste zijn. Als je meer wilt weten over studentmediation of als je een studentmediator wilt inschakelen, neem dan contact op met HU-Mediation voor advies en/of hulp via (088) of Meer informatie vind je op of onder Studeren met een functiebeperking Als je een functiebeperking of een chronische ziekte hebt, adviseren we je om aan het begin van het studiejaar contact op te nemen met een studentendecaan van je faculteit. Ook als je denkt (nog) geen hulp nodig te hebben. Dit kan je doen per mail, telefonisch of door gewoon aan te kloppen bij de studentendecaan. Op vind je de gegevens van het studentendecanaat op jouw faculteit. Een functiebeperking of een chronische ziekte kan immers belemmeringen veroorzaken die tot studievertraging of studie-uitval kan leiden. Aanpassingen en voorzieningen Het is raadzaam je beperking zo snel mogelijk te melden bij je studieloopbaanbegeleider en bij een studentendecaan van je faculteit. Eventuele voorzieningen kunnen dan op tijd geregeld worden. In een intakegesprek met een studentendecaan van je faculteit bespreek je welke functiebeperking of chronische ziekte je hebt en welke belemmeringen er zijn of kunnen optreden tijdens je studie. Vervolgens wordt onderzocht of er voorzieningen en maatregelen nodig zijn, en zo ja, welke. Hierbij geeft de studentendecaan aan welke reële mogelijkheden er binnen jouw opleiding zijn om met aanpassingen succesvol te kunnen studeren. De studentendecaan zal ook aangeven wanneer iets niet mogelijk is. Als er (nog) geen maatregelen nodig zijn, bespreekt de studentendecaan de vervolgstappen met je op het moment dat er wel belemmeringen optreden. Uiteraard wordt alles wat je met de studentendecaan bespreekt vertrouwelijk behandeld. Wanneer heb je een functiebeperking? Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychologische aandoeningen die chronisch, dus blijvend van aard, zijn. Soms is een beperking te zien of te horen. Het komt vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, RSI, reuma, psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Meer informatie over studeren met een functiebeperking of chronische ziekte vind je in paragraaf van deze studiegids en op Verbetering taal- en schrijfvaardigheden Heb je problemen met je Nederlandse spreek- en schrijfvaardigheden, raadpleeg dan je studentendecaan voor informatie over de mogelijkheden om aan deze vaardigheden te werken. Ook kan je gebruik maken van het digitale taalloket om deze vaardigheden te verbeteren: of een cursus volgen via het James Boswell instituut, zie Mediatheek Als HU-student kun je op vertoon van je collegekaart gratis gebruikmaken van alle HU-mediatheken. Ook kan je gratis lid worden van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Naast boeken en tijdschriften hebben de mediatheken ook een groot digitaal aanbod. Via de website kan je de mediatheken digitaal bezoeken. Via deze site heb je toegang tot de catalogus van de HU waarin je kunt zoeken in alle mediatheekcollecties. En je hebt toegang tot naslagwerken en internetbronnen die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU. Elke faculteit heeft daarnaast een eigen portal waarin de bronnen voor de afzonderlijke vakgebieden bij elkaar staan. 76/183

77 Zie ook artikel 41 Studentenstatuut ( Mediatheek FMR Utrecht De collectie van de mediatheek Utrecht bestaat uit boeken, scripties, videobanden, dvd s, cd s en tijdschriften. Dit alles ter ondersteuning van de opleidingen CMV, IVK, MWD, SPH, SW, P&A, SJD, HBO- Rechten, GDW en Pedagogiek. Op het moment dat deze studiegids gemaakt is, werd een verhuizing van Pedagogiek naar Amersfoort overwogen. De mediatheek biedt via het HU-netwerk o.a. databanken aan als Kluwer Navigator, LexisNexis Newsportal en ArtStor. De uitleentermijn van boeken en scripties is vier weken. De uitleentermijn voor videobanden en dvd s is één dag en voor cd s één week. Tijdschriften zijn niet uitleenbaar. Op het studieplein staan drie printers/ kopieerapparaten, waarvan één kleurenprinter, een scanner, circa 130 pc s, 6 multimedia pc s voor bewerking van digitale video en audio- en video/dvd-afspeelapparatuur. Van alle verplichte literatuur is, naast uitleenbare exemplaren, altijd één exemplaar ter inzage aanwezig. Dit exemplaar is niet uitleenbaar. Openingstijden mediatheek FMR Utrecht: maandag t/m donderdag uur, vrijdag uur. Tijdens de vakanties zijn er gewijzigde openingstijden. Zie hiervoor de mediatheeksite Mediatheek HU Amersfoort Mediatheek HU Amersfoort ondersteunt en faciliteert de opleidingen Social Work (Social management, SPH, MWD en Creatieve therapie). In het Learning Centre op de 1e verdieping bevinden zich: De mediatheek met boeken-, tijdschriften-, spellen en AV- media Studentenwerkplekken (PC's en/of wireless-voorzieningen) Instructielokalen en projectruimten Diverse balies met meerdere loketten voor Uitleen, Informatie, ICT en AV Speciale collecties met o.a. het archief van het Tijdschrift voor Vaktherapie (CT) De collectie voor Social Work omvat de opleidingen Social management, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Creatieve therapie. Collecties van de Utrechtse mediatheeklocaties staan ook voor de studenten in Amersfoort ter beschikking en worden binnen 1 werkweek op de Amersfoortse mediatheeklocatie geleverd. Actuele openingstijden te vinden via Mediatheek of via: : Contact Digitale mediatheek te vinden via Mediatheek of via : Portalen : HU Amersfoort Mediatheekinstructie Om zich informatievaardigheden eigen te maken is voor studenten een complete mediatheekinstructie ontwikkeld. Deze instructie is te vinden op de internetsite van de mediatheek en kan zelfstandig en in eigen tempo bestudeerd worden. Binnen de meeste opleidingen valt de mediatheekinstructie onder een methodisch vak, bijv. onderzoeksvaardigheden. Na het doorwerken van de instructie moet de student in staat zijn om: een onderwerp af te bakenen verschillende zoekstrategieën te gebruiken te zoeken op internet, in de HU catalogus en de catalogus van de Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) de gevonden informatie te beoordelen Zie ook artikel 41 Studentenstatuut ( 77/183

78 8.11 International Office Studenten van de HU hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelorprogramma. Alle andere studenten kunnen ookhun profileringsruimte hiervoor gebruiken. De HU heeft op het gebied van studentenuitwisseling een focus op Europese partners en heeft jarenlange contacten met partners in landen buiten Europa, zoals China, Thailand en Zuid-Afrika. Heb je interesse om een half studiejaar in een ander Europees land te studeren, zoals Frankrijk, Engeland, Duitsland of Spanje? Of wil je naar Canada, de Verenigde Staten of China? Het International Office kan je helpen. Op de FEM en HU Amersfoort is een International Office Desk. Op HU Oudenoord 330 is een Student Service Desk waar je terecht kunt met algemene vragen of formulieren. Ook kun je hier de Study & Internship Abroad Guide halen waarin je alles kunt vinden over studie- en stageperiodes in het buitenland. Meer informatie over de locaties en openingstijden vind je op Voor meer specifieke vragen kan je het beste een afspraak maken via (088) of Of kom naar de Wil Weg Dag om je te laten informeren over studie en stage in het buitenland. International Office organiseert dit evenement jaarlijks op de tweede dinsdag van oktober Study abroad De HU heeft een groot aantal partneruniversiteiten binnen en buiten Europa, waarmee studentuitwisseling plaatsvindt. International Office onderhoudt de contacten met deze partneruniversiteiten, kan je daar aanmelden, informeert de partneruniversiteit tijdens de gehele buitenlandperiode en verzamelt en verwerkt bij terugkomst evaluaties en cijferlijsten. Wil jij je aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale minor van de HU? Kijk dan op onder Study Abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. Onder Grants & Scholarships vind je informatie over beschikbare beurzen. LET OP: De deadline om je aan te melden voor Study Abroad is eind januari. Dit wijkt af van de aanmelding voor andere minoren. De exacte datum wordt bekend gemaakt via SharePoint Stage in het buitenland Wil je stage lopen in het buitenland? Schakel dan je stagecoördinator of het stagebureau van je opleiding in. Zij informeren je over de te volgen procedure en moeten goedkeuring aan je stageplaats verlenen. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplaats. Soms helpt een stagecoördinator of het stagebureau je ook hierbij. Zorg ervoor dat je ruim op tijd begint met zoeken, een jaar van tevoren is meestal wel aan te raden. Zeker als je buiten Europa op stage wilt gaan. Het regelen van een visum en andere praktische zaken kan soms lang duren. Kijk op onder Grants & Scholarships voor meer informatie over beschikbare beurzen of maak een afspraak met één van de International Office medewerkers via (088) Voor stages binnen Europa kun je bijvoorbeeld in aanmerking komen voor een Erasmus Placement beurs. Daarnaast is een goede informatiebron met o.a. handige stagesites en een checklist. Zie par voor meer informatie over stagemogelijkheden binnen je opleiding Medezeggenschap Enthousiaste, betrokken en leergierige studenten zijn onmisbaar voor onze hogeschool. Vind jij het belangrijk om het perspectief van de student voor het voetlicht te brengen en zo bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs én wil je graag bestuurlijke ervaring opdoen tijdens je studie? Ben je nieuwsgierig of kritisch en heb je goede ideeën? Word dan actief in een van de commissies of raden waar je invloed uit kunt oefenen op de inhoud van je eigen onderwijs, de gang van zaken op de faculteit of het hogeschoolbrede beleid. Kijk voor meer informatie op of op Je kunt ook contact opnemen met de Coach Bestuurlijke Participatie Studenten (BPS) via De coach BPS informeert, ondersteunt, en coacht jou als student in de medezeggenschapsraden van de HU 78/183

79 en organiseert in het kader hiervan activiteiten voor bestuurlijk actieve studenten, zoals workshops, trainingsdagen en borrels Inspraakorganen Welke onderwerpen spreken jou het meeste aan? De inhoud van je eigen opleiding? De gang van zaken op de faculteit? Of het strategische hogeschoolbrede beleid? Je kunt op deze drie niveaus participeren in de medezeggenschap en bestuurlijke ervaring opdoen, die je later goed van pas kan komen: Jouw opleiding heeft een Opleidingscommissie, hierover kun je meer info vinden in paragraaf De gang van zaken op de faculteit wordt besproken in de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Het beleid van de faculteitsdirectie wordt ter instemming aan de raad voorgelegd. Je kunt hierbij denken aan het ICT-beleid, het flexibiliseringsbeleid en de faculteitsbegroting. Ook kan een faculteitsraad zelf onderwerpen agenderen en bespreken met het bestuur. Elke faculteit heeft een eigen raad die bestaat uit 9 medewerkers en 9 studenten. De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) is de gesprekspartner van het College van Bestuur (CvB). Het HU brede beleid wordt ter instemming aan de raad voorgelegd. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld het strategisch beleid, de Onderwijs- en Examenregeling (OER), het huisvestingsbeleid en het kwaliteitsbeleid. De CMR bestaat uit 10 personeelsleden en 10 studentleden. De CMR bespreekt daarnaast jaarlijks de gang van zaken met de Raad van Toezicht. De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen opwww.medezeggenschap.hu.nl Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten De HU stimuleert jou als student om bestuurlijk actief te zijn, zodat je bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kan opdoen. Daarnaast zien we graag dat enthousiaste, betrokken en leergierige studenten bijdragen aan de beleidsontwikkeling op de HU. Daarom kan je als bestuurlijk actieve student gebruikmaken van onderstaande voorzieningen: Als studentlid van een inspraakorgaan kan je je gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties; Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie; Via, het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette, intranet ( kan je vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen; Uiteraard doe je het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring ontvang je per vergadering een vergoeding van 40,-. Aan de (totale) financiële compensatie voor bestuursactiviteiten is een maximum verbonden. Zie de desbetreffende regelingen op Wil je graag lid worden van één (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door je kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen ( Je kunt je als persoon kandidaat stellen of via de medezeggenschapsvereniging, zie paragraaf Raadpleeg voor vragen over de OC het secretariaat van je opleiding of stuur een naar de coach BPS (bps@hu.nl). Zie voor meer informatie ook Studium Generale Studium Generale is een plek voor HU-studenten die wat extra uitdaging of verdieping naast hun studie zoeken. De programma s van Studium Generale bieden je de mogelijkheid om onder leiding van gedreven professionals je ondernemersvaardigheden, academische vorming of maatschappelijke idealen te 79/183

80 onderzoeken en aan te scherpen. Tijdens debatten over de ontwikkelingen binnen de HU, het hoger onderwijs en de maatschappij leer je om je mening te onderbouwen en een goed betoog op te bouwen, terwijl je bij de HU Popprijs je muzikale kwaliteiten kunt laten zien. Daarnaast hebben we regelmatig uitdagende opdrachten beschikbaar voor studenten die zich in willen zetten voor een actueel maatschappelijk thema, een lokale activiteit of een (overheids)organisatie die op zoek is naar innovatieve ideeën. In onze maandelijkse nieuwsbrief introduceren we onze activiteiten, op vind je altijd het laatste nieuws Studentenvereniging Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. Verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van alle verenigingen vind je op De HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie wordt gegeven voor structurele - en incidentele activiteiten. Wil je meer weten over het aanvragen van en de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een subsidie? Kijk dan op onder Geldzaken. Ter verduidelijking nog even het volgende: naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan je opleiding. Zie hiervoor par Bestuursbeurs Bestuursbeurs Zit je in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kan je in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die je door je bestuursactiviteiten oploopt en die je buiten je prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kan je vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk D van het Profileringsfonds HU ( Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op onder Profileringsfonds Topsport Doe jij aan topsport en wil je daarnaast studeren? De HU biedt een groot aantal faciliteiten aan studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. De HU beoordeelt op basis van jouw individuele omstandigheden en het niveau waarop je de sport beoefent of je gebruik kunt maken van deze voorzieningen. Je kunt eventueel een beroep doen op de volgende faciliteiten: Begeleiding in het plannen van je studie; Indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens; Samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; De mogelijkheid om gebruik te maken van sportaccommodaties en sportmedische begeleiding; Financiële ondersteuning als je studievertraging oploopt. 80/183

81 Voor meer informatie neem je contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman of (088) ) of met je studentendecaan (zie par. 0) of kijk je op Trajectum Trajectum is het redactioneel onafhankelijke magazine van de HU en verschijnt tweewekelijks. In Trajectum staan verhalen over studenten, studeren, studentenleven, onderwijs en onderzoek, de stad Utrecht, cultuur. Studenten en docenten schrijven columns of leveren andere bijdragen. Op de site vind je elke dag nieuws, prijsvragen, filmpjes, blogs van studenten en docenten en vind je praktische informatie. Trajectum is ook te volgen via Facebook en Twitter Sport Tegen studentenprijzen kun je sporten bij Olympos, het sportcentrum van de HU en Universiteit Utrecht. Olympos heeft onder meer een ruim aanbod aan conditionele sporten en bal-, dans-, vecht- en racketsporten. Kijk op voor uitgebreide informatie over het aanbod, data en tarieven. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut ( Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren De HU hecht groot belang aan een gezonde, veilige en plezierige leer- en werkomgeving, aan zorg voor het milieu en zuinig omgaan met energie. De HU wil je veiligheid en gezondheid waarborgen, door het -tot een aanvaardbaar niveau- verkleinen van risico s op het gebied van arbeidsomstandigheden. Daarom beschikken alle faculteiten en diensten van de HU over een Arbo- en Milieucommissie (A&M-commissie) die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken en de uitvoering coördineert van het Arbo- en Milieubeleid binnen de faculteiten. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt natuurlijk ook bij jezelf. Hoe kun jij bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? We verwachten van je dat je binnen de HU meewerkt aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: weten wat je moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten (zie ook hierna); het voorkomen van CANS (RSI) aandacht hebben voor het milieu, door spaarzaam documenten af te drukken en koffiebekertjes meermaals te gebruiken. Hieronder vind je hierover meer informatie. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Je wordt geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Vluchtroutes en nooduitgangen zijn te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. In alle ruimtes staat vermeld wat je moet doen bij een calamiteit. Bel nooit zelf de brandweer, politie of ambulance. Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer (locatie Amersfoort: 2111, locatie Utrecht 9911). je komt dan in contact met een medewerker(-ster) van de centrale faculteits- of locatiebalie of de receptie. Meld kort en duidelijk: Je naam en lokaal / werkplek; Je telefoonnummer; De actuele situatie (hoe, wat en waar) ; Of er slachtoffers zijn en hoeveel; Waar het is gebeurd. 81/183

82 De medewerker(-ster) alarmeert een EHBO er of, bij een grotere calamiteit, het hoofd Bedrijfshulpverlening (BHV). Blijf altijd kalm, waarschuw iedereen om je heen die in gevaar is en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsorganisatie die bij brand, ongevallen en andere calamiteiten kan worden ingezet. BHV ers zijn tijdens hun inzet herkenbaar aan hun gekleurde hesjes met daarop de tekst BHV er. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift. Blijf buiten op de verzamelplaats die door de BHV er wordt aangewezen en wacht op verdere instructies. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder je af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. Studeren en CANS (RSI) Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek. Misschien heb je pijn in je arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denk je dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Iedereen kan hiermee te maken krijgen. Als je de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: Repeterend werk; Een statische werkhouding; Weinig afwisseling in houding en beweging; Een verkeerde zithouding op je werkplek (informatie over een juiste zithouding staat in de HU-folder Geef CANS geen KANS); Stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven). Tijdens je studie werk je soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maak je steeds dezelfde bewegingen. Je werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig achter een beeldscherm. Niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die je s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. Je kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn: Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc; Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur achter een (standaard desktop opstelling) beeldscherm en niet langer dan 2 uur met een laptop; Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord; Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze; Let op een goede zithouding voor het beeldscherm; Zorg voor voldoende ontspanning/sport naast je studie; Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel verergeren. Met CANS-klachten kan je terecht bij je studieloopbaanbegeleider of studentendecaan. Je kan ook terecht bij de arboadviseur van de faculteit (zie: Zijn je klachten al zo ernstig dat er een arts moeten worden geraadpleegd, ga dan naar je eigen huisarts. (Zie ook paragraaf 8.8 over studeren met een functiebeperking). Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. Je kunt hier zelf een bijdrage aanleveren door: Het licht niet aan te doen wanneer er voldoende licht is; het licht uit te doen als je een lokaal leeg achterlaat; 82/183

83 geen water te verspillen en de spaarknop van de spoelbak (als die er is) te gebruiken; bij warmte het raam niet open te zetten maar de verwarming lager zetten; je computer en het beeldscherm uit te zetten als je klaar bent met je werk; (Chemisch) afval (batterijen, papier, restanten van consumpties) in de daarvoor bestemde afvalbakken te doen, ook in de kantine; het gebouw schoon te houden en zwerfafval te voorkomen; niet binnen het gebouw te roken (verboden). Meer specifieke informatie over Arbo en Milieu, het instellen van beeldschermwerkplekken is na te lezen op de A&M site van de HU: Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kun je terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van je faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU. Kijk voor meer informatie: Verzekeringen: Wettelijke aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering Je bent zelf aansprakelijk voor de (financiële) gevolgen van ongevallen en schade veroorzaakt aan derden. Je kan je hiervoor verzekeren door het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit heeft de HU een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HUonderwijs in het buitenland. Veroorzaak je schade tijdens je stage dan wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Biedt deze geen dekking dan wordt vervolgens jouw WA-verzekering aangesproken. Bieden beide verzekeringen geen dekking, dan kan de verzekering van de HU worden aangesproken. Ga jij in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland sluit dan een aanvullende verzekering af. Wanneer je in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaat ben je verplicht je buitenlandverblijf voor vertrek te registreren. Daarnaast is het mooi meegenomen dat je door je registratie direct aangemeld bent voor de gratis reisverzekering van de HU. Voor meer informatie over registratie en de gratis reisverzekering kun je kijken op: Werken naast je studie Wil je een leuke (bij)baan die goed aansluit op je studie? Campus Recruitment is dé plek in en om Utrecht waar je terecht kunt voor persoonlijk loopbaanadvies, een cv-boost, maar vooral voor een leuke bijbaan of startersfunctie waar je niet wordt afgerekend op te weinig ervaring. Kijk op Je kunt ook in contact komen met kenniscentra waar studenten gezamenlijk onder leiding van een lector toepassingsgericht onderzoek doen, of werken aan productinnovaties. Je mag naast je studiefinanciering beperkt bijverdienen per kalenderjaar, zonder dat dit gevolgen heeft voor je studiefinanciering. Deze bijverdiengrens kan je terugvinden op de site van de DUO (Dienst Uitvoering op Onderwijs, en geldt voor iedereen die recht heeft op studiefinanciering. Werk je zoveel dat je er studievertraging door oploopt, dan is het vaak verstandiger om extra geld te lenen bij DUO. Je studentendecan kan je hierbij adviseren. (zie par. 0) Huisvesting Een leuke betaalbare kamer in Utrecht is niet gemakkelijk te vinden. Houd er rekening mee dat het in de zomermaanden extra druk is op de kamermarkt. Schrijf je in bij of bij 83/183

84 Ook voor een leuke betaalbare kamer in Amersfoort zul je zelf actie moeten ondernemen. Er is geen kamernood in Amersfoort. Stichting Studentenhuisvesting (SSH) beheert alle studentenwoningen in Amersfoort. Zij hebben een eigen studentenwoonpunt binnen het gebouw van HU-Amersfoort, waar je terecht kunt met al je vragen en om je in te schrijven voor een woning in Amersfoort. Meer weten? Kijk op Heb je woonruimte gevonden en ben je verhuisd, schrijf je dan in in het bevolkingsregister van de gemeente. Dit is onder meer nodig om bij DUO aan te tonen dat je uitwonend bent. Inschrijven kan (binnen 5 dagen na je verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee. Geef je nieuwe adres ook door aan de HU. Dit doe je via OSIRIS. Zie ook paragraaf 0 van deze studiegids. Of geef je adreswijziging door via Studielink. 84/183

85 9 Over de HU In dit hoofdstuk vind je meer informatie over Hogeschool Utrecht. 9.1 Algemene informatie Je studeert aan Hogeschool Utrecht. De HU is met ruim studenten en ruim medewerkers een van de grotere hbo-instellingen in Nederland met een breed palet aan opleidingen die verdeeld zijn over zes faculteiten. De meer dan 80 bacheloropleidingen verzorgen onderwijs op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht in zowel Utrecht als Amersfoort. Naast bacheloropleidingen heeft de HU ook masteropleidingen, waar je in diverse richtingen een mastergraad kunt behalen. Door de schaal van de HU zijn we zowel klein als groot: we organiseren het onderwijs per opleiding, daardoor is het voor jou als student overzichtelijk en persoonlijk. Tegelijkertijd maakt onze schaalgrootte dat we je meer kunnen bieden dan alleen je eigen opleiding. Je kunt bijvoorbeeld deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen. Dat kan ook bij andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Denk aan het volgen van een minor of stage lopen Onderwijsprofiel HU Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving De ene hogeschool is de andere niet. De HU maakt net als andere instellingen gerichte keuzes ten aanzien van haar onderwijsprofiel. Met ons onderwijs willen we bijdragen aan een duurzame kennissamenleving. We organiseren ons onderwijs zodanig, dat jij je als student maximaal kunt ontplooien. We vinden het daarom erg belangrijk dat je je thuis voelt bij ons, en investeren daar gericht in. Naast onderwijs verzorgen heeft de HU nog meer taken. Zo investeren we in onderzoek dat ingebed is in kenniscentra. Daarmee leiden we dus niet alleen professionals op, maar dragen ook bij aan de innovatie van de beroepspraktijk waarin professionals werkzaam zijn. Daarom kent de HU een sterke externe oriëntatie op sociale, economische en maatschappelijke vraagstukken. In het onderwijs dat we verzorgen krijg je daar mee te maken. Het voorgaande heeft ertoe geleid dat we voor ons onderwijsprofiel expliciet kiezen voor competentie- en vraaggestuurdheid van ons onderwijs, waarbij we zorgen dat studenten in sterke leeromgevingen kunnen studeren. Wat dat precies betekent, lees je navolgend. Competentiegericht onderwijs Onderwijs is competentiegericht als jij je als student de kennis, vaardigheden en houding aanleert waarmee je een bepaald beroep kan uitoefenen. De opleidingen formuleren, onderschrijven en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we je maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren je om in toenemende mate regisseur te zijn van je eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Je moet in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. Tevens dagen we je uit te werken aan je onderzoeksvaardigheden en je competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele omgeving. Vraaggestuurd onderwijs Ons onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de studenten. Wij matchen jouw kennis en leervragen met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de 85/183

86 kwaliteitseisen van de opleiding. We vinden dat je zelf verantwoordelijk bent voor je studieloopbaan en dat de HU je daarbij moet ondersteunen. Je hebt mogelijkheden je studie mede naar eigen inzicht in te richten. Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggestuurde opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die jou inspireert, uitdaagt en waarin je je steeds op de grens van je kunnen begeeft. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Een leeromgeving die indien van toepassing internationaal is georiënteerd. Iedere opleiding kent een, samen met het beroepenveld vastgestelde, kennisbasis. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis en vaardigheden vanuit realistische beroepstaken centraal. Het onderwijs bestaat uit een mix aan werkvormen, zowel individueel als in samenwerking met jou en je medestudenten, waarbij in toenemende mate wordt gewerkt in authentieke beroepssituaties Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool Utrecht voert haar taken uit binnen het Nederlandse onderwijsbestel. Dat betekent dat een reeks van structuureigenschappen, bijvoorbeeld de lengte van opleidingen, wettelijk bepaald zijn. Omdat er in het hoger onderwijs (HBO en WO) twee typen opleidingen zijn, te weten bachelors en masters, wordt ook wel van het bachelor-master stelsel gesproken. Bachelor-masterstelsel Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige hbo-opleiding noem je een bacheloropleiding 6. Na afronding van de opleiding krijg je een bachelorgraad. Op de universiteit kun je in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kun je doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeer je aan een hogeschool, dan kun je recht hebben op studiefinanciering. Bij de deeltijdvariant bestaat er geen recht op studiefinanciering. Zie voor meer informatie over studiefinanciering de website van DUO ( ) Bacheloropleidingen Je bachelordiploma is een internationaal (h)erkenbaar diploma. Dit is handig als je in het buitenland aan de slag wilt. Ook kun je in de meeste gevallen gedurende je opleiding tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan de HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. Je kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Zie verder par (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studie-onderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten, in binnen- en buitenland. Masteropleidingen Na afronding van je bacheloropleiding kun je nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. De HU heeft een groeiend aantal masteropleidingen, ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op Wil je een master volgen aan een universiteit dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om jouw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen, zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld. Deze zogenaamde pre-masters volg je voorafgaand aan de master en geven je direct toegang. Kijk voor meer informatie op of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU. 6 De duur van vier jaar geldt voor de voltijdvariant. Bij deeltijd en duaal kan er sprake zijn van een afwijkende duur. 86/183

87 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen Hogeschool- en faculteitsregelingen De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt de HU als instelling voor Hoger Beroepsonderwijs een aantal verplichtingen op. De HU heeft deze in diverse regelingen verwerkt en nader uitgewerkt. Er zijn regelingen die voor alle studenten binnen de HU gelden. Deze HU-brede regelingen kun je terug vinden op de site Daarnaast zijn er ook regelingen die alleen gelden voor studenten aan een bepaalde faculteit of een specifieke opleiding. Deze regelingen vind je terug op de sharepointsite van jouw faculteit en/of opleiding. HU-brede regelingen De HU-brede regelingen uit de categorieën Student en onderwijs en Medezeggenschap zijn voor jou het meest van belang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: - Het Studentenstatuut HU: Hierin zijn je rechten en plichten als student in algemene zin vastgelegd; - De Onderwijs- en Examenregeling HU: Hierin zijn je rechten en plichten als student ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd; - De Inschrijvingsregeling: Hierin worden de procedurele aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par ; - Het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU: Hierin wordt beschreven wat je kan ondernemen als je het ergens niet mee eens bent. Zie ook hoofdstuk 7 en - Het Profileringsfonds: De verschillende vormen van financiële ondersteuning die de HU jou kan bieden zijn hierin samengevoegd Zie ook par. 0; - Reglement voor de Opleidingscommissies: Hierin wordt alles omtrent de Opleidingscommissie (adviesorganen op afdelingsniveau) geregeld. Zie ook par ; - Regeling Ongewenst gedrag: Hierin worden de gedragsregels binnen de HU beschreven. - ICT Gedragsregels Hierin worden de gedragsregels met betrekking tot het gebruik van de computers en het netwerk op de HU beschreven. Zie voor de meest recente versies van de reglementen: De belangrijkste studentenregelingen, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling en ook deze studiegids, worden jaarlijks herzien en opnieuw vastgesteld. De nieuwe versies vervangen de vorige versies die dan niet meer gelden. Als het nodig is om oude regels te handhaven, wordt een overgangsregeling opgenomen, waarin vermeld is voor wie en tot welke datum bepaalde oude regels nog gelden. De OER-HU bacheloropleidingen en studiegids van een bepaald studiejaar gelden voor alle studenten die in dat studiejaar zijn ingeschreven. Facultaire en opleidingsregelingen De facultaire regelingen kun je vinden via de sharepointsite van de opleiding Denk hierbij aan huisregels, tentamenprotocollen en dergelijke die enkel voor de studenten van de betreffende faculteit gelden. Ook in hoofdstuk 10 van de OER-HU bacheloropleidingen zijn regels opgenomen die gelden voor alle studenten van de betreffende faculteit. Hoofdstuk 10 OER HU van jouw faculteit vind je terug op In de studiegids zijn vervolgens als nadere uitwerking van de OER HU weer 87/183

88 opleidingsregels opgenomen die gelden voor alle studenten aan de betreffende opleiding. Alle studiegidsen van de HU zijn terug te vinden op Orderegels Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie regelt de ordehandhaving binnen de HU. Deze regeling houdt (kort samengevat) het volgende in: Voorschriften en aanwijzingen Om de goede gang van zaken te handhaven, gelden -naast de wet- binnen de HU nadere voorschriften en aanwijzingen, vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Zij kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot, de volgende onderwerpen: Ongewenst gedrag; Fraude en/of onregelmatigheden bij tentamens (Zie par. 0); Het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of -op aanwezige voorzieningen; Afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; Bijzondere omstandigheden. Binnen de HU geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, als dit vanuit de praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is. Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor jou als student in ieder geval de volgende plichten: De plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen; De plicht om je op de hoogte te stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en je studie; De plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; De plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie. Maatregelen Bij overtreding door jou van de voorschriften/aanwijzingen of bij het niet nakomen van de plichten kan de faculteitsdirectie de volgende maatregelen treffen: Het geven van een waarschuwing of berisping; Het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de HU voor de tijd van hoogstens een jaar; Het beëindigen van de inschrijving. Ook is het mogelijk om jouw inschrijving als student bij de HU te weigeren of te beëindigen. Je inschrijving wordt geweigerd of beëindigd als je door je gedrag of uitlatingen hebt laten zien dat je ongeschikt bent voor het beroep waarvoor de opleiding je opleidt of ongeschikt bent voor de praktische voorbereiding daarop. Als jij je als student schuldig hebt gemaakt aan onregelmatigheden kan ook de Examencommissie bepaalde maatregelen treffen. Zo kan de Examencommissie besluiten dat je gedurende een bepaalde periode één of meer tentamens niet mag af leggen. De Examencommissie kan jou het diploma onthouden. Of de Examencommissie kan ook de faculteitsdirecteur adviseren om je inschrijving definitief te beëindigen. Deze sanctiemogelijkheden van de Examencommissie zijn nader uitgewerkt in paragraaf 0 van deze studiegids en artikel 38 OER-HU bacheloropleidingen /183

89 9.1.5 Kwaliteitszorg De HU besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft onder meer betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie en de relatie opleiding-arbeidsmarkt. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe kan worden gewerkt aan eventuele verbetering, hoe jebetrokken bent bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en zetten belangrijke verbeteringen in gang.. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk het beste worden beoordeeld door jou en je mede-studenten. Regelmatig word je daarom benaderd om mee te werken aan een (anonieme) enquête om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. De opleiding verzamelt de informatie en treft wanneer nodig maatregelen. Ook kan bijvoorbeeld in de vorm van studentenpanels met studenten besproken worden wat de uitkomst van de evaluaties zijn; of er kan met behulp van die gesprekken op signalen van studenten worden ingegaan. Daarnaast wordt een keer per jaar een landelijke enquête gehouden, de nationale studentenenquête (NSE). De uitkomsten van dit grote landelijke tevredenheidsonderzoek voor zijn zeer belangrijk, want gaan er zaken niet naar wens dan worden daarover afspraken gemaakt tussen de verschillende directies in hogeschool faculteit instituut. Ook zijn deze uitkomsten onderwerp van gesprek tussen de instituutsdirecties en de opleidingscommissies. Kortom: jullie mening (positief of negatief) wordt gehoord en er wordt ook wat mee gedaan. Dus wil je jouw betrokkenheid bij de kwaliteitszorg vergroten, dan is het invullen van het studenten tevredenheidsonderzoek een absolute aanrader Organogram HU Een organogram van de HU is te vinden op Klik op In het kort en daarna op Organogram' Bij de HU is het onderwijsaanbod georganiseerd in instituten, academies en centra. De bacheloropleidingen worden aangeboden door de instituten. Instituten zijn groepen docenten die ieder voor zich verantwoordelijk zijn voor één of meer opleidingen. Kenniscentra zijn groepen lectoren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van onderzoeksprogramma s. Organisatorisch is de HU ingedeeld in faculteiten. Zie ook par Locaties HU Locaties HU in Utrecht en Amersfoort Adresgegevens en routebeschrijvingen naar alle locaties in Utrecht en Amersfoort vind je op Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op Algemene informatie faculteit Maatschappij & Recht Algemeen De Faculteit Maatschappij & Recht (FMR) maakt deel uit van Hogeschool Utrecht en is een grote, moderne onderwijsinstelling waar het prettig studeren en werken is. De FMR heeft haar hoofdvestiging in Utrecht (De Uithof) en heeft een nevenvestiging in Amersfoort (De Nieuwe Poort 21). De FMR biedt een scala aan opleidingen op het gebied van Recht, Social Work, Pedagogiek, Arbeid & Organisatie en Integrale Veiligheidskunde. Er volgen ongeveer 8400 studenten een studie binnen de FMR en er zijn ongeveer 450 personeelsleden werkzaam. 89/183

90 De Faculteit Maatschappij en Recht verzorgt de volgende bacheloropleidingen in voltijd en deeltijd en de opleiding CMV, MWD en SPH ook duaal. Creatieve Therapie (CT) Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Pedagogiek (PED) Integrale Veiligheidskunde (IVK) Human Resource Management (HRM) Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) HBO-Rechten (HBR) waaronder de afstudeerrichting Kandidaat Gerechtsdeurwaarder (GDW) Kenniscentrum Sociale Innovatie Het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) doet onderzoek naar actuele maatschappelijke vraagstukken op het gebied van hulp- en dienstverlening, sociaal beleid, welzijnswerk, maatschappelijke ondersteuning, personeel en arbeid, recht, justitie en veiligheid. Het maakt deel uit van de Faculteit Maatschappij & Recht (FMR) van Hogeschool Utrecht. Het omvat zeven lectoraten, waar een tiental lectoren aan verbonden zijn. Een lector is op een HBO een expert op een bepaald vakgebied, te vergelijken met een hoogleraar aan een universiteit. Bij het kenniscentrum zijn circa 100 onderzoekers actief. Het is haar missie om een bijdrage te leveren aan de sociale kwaliteit van de samenleving door kennis te verzamelen, te ontwikkelen en door te geven. De ontwikkelde kennis wordt verspreid naar onderwijs en beroepspraktijk. De kennis wordt overgedragen aan professionals en organisaties in het werkveld door publicaties, studiedagen, conferenties, opleidingen en trainingen. Daarnaast wordt de kennis gebruikt in de vele opleidingen van de FMR. Zo levert het kenniscentrum een bijdrage aan vernieuwing van het onderwijs door het geven van colleges en het aanbieden van minoren. Ook draagt het KSI bij aan het ontwikkelen van masteropleidingen. Docenten en lectoren dragen ook kennis over via onderzoeksprojecten. Jaarlijks nemen enkele honderden studenten deel aan deze onderzoeksprojecten. Zo zijn ze betrokken bij Verbinden door voetbal, een project dat de participatie van de leden bij amateurvoetbalclubs wil bevorderen, om zo agressie en spanningen bij de clubs te voorkomen. Studenten ontwikkelden o.a. een Fair Play Cup, om kinderen te verleiden sportief en respectvol te spelen. Maar de studenten doen ook ander zaken, bijvoorbeeld enquêtes en interviews afnemen. Dit laatste is ook het geval bij het project Jongeren en schulden, dat is bedoeld om hoge schulden bij jongeren te voorkomen. Om dit doel te bereiken, houden studenten zich intensief bezig met de zogeheten Geldweek op ROC Midden Nederland. Sommige studenten schrijven analyses en formuleren tevens aanbevelingen. Velen vinden het erg leuk aan deze onderzoeken mee te werken, onder meer omdat ze dikwijls kennismaken met studenten van andere opleidingen bij de HU. De onderzoeken van het kenniscentrum staan open voor studenten van alle studiejaren In 2010 leverde het kenniscentrum de Lector van het Jaar, in de persoon van Stijn Verhagen, lector Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling. Het KSI was uiteraard verheugd over de uitslag van deze landelijke verkiezing, die voor het eerst werd georganiseerd. Heb je ook interesse in de onderzoeken van het kenniscentrum? Of wil je meer weten over het KSI? Check dan de website: 90/183

91 9.2.2 Organogram faculteit Organogram FMR Directiesecretaris lid FMT Liesbeth Aveling Faculteit Maatschappij & Recht Faculteitsdirecteur, voorzitter Facultair Managementteam (FMT) Maarten Hageman Facultaire Medezeggenschapsraad (MR) KennisCentrum Voorzitter Jean-Pierre Wilken Lectoraten Lectoren PZO Jean-Pierre Wilken Doortje Kal PMO Stijn Verhagen HRM Ben Fruijtier Rob Gründemann SBIB JK Anneke Menger Jo Hermanns IMD Lia van Doorn Maarten van der Linde IvR Mies Westerveld Nadja Jungmann IVK Andrea Donker Dienstencentrum Directeur,Lid FMT, Paul v Doorn Dienstencentrum Directeur Paul van Doorn Bedrijfsvoering: Claudia Jansen a.i. P&O: Twan Kemperman (a.i.) Jeanette Wijgand P&C: Martin Stoeten Controller Locatiemanager M&C Marina Paardekooper Onderwijsinnovatie Nienke Zijlstra Studentzaken/FASE Liesbeth Aveling Liesbeth Aveling Decanaat Margriet Andriesen Fred Piek Maria Smit Agnes van Heel Ivo de Haard Vertrouwenspersonen Sytske Teppema Harriet Metsemaekers Instituut voor Social Work Instituutsdirecteur, lid FMT, Coen vd Linden ISW Opleidingsmanagers CT Robert Feith CMV Thom Terwee MWD Louella Rooijer SPH Ed Bouwman Propedeuse Utrecht Jeannet Fennema Propedeuse Amersfoort Marianne Langhout Contractactiviteiten Berendineke Steenbergen Manager Kwaliteitzorg/ Master Social Work Eric Payens Opleidingscommissies (OC) Instituut voor Ecologische Pedagogiek IEP Opleidingsmanagers Pedagogiek Ba dt Pedagogiek Ma Riki Verhoeven Pedagogiek Ba vt vacant Opleidingscommissies (OC) Instituut I voor Arbeid & Organisatie IAO Opleidingsmanagers Human Resource Management Peter Kosterman vt Fred Bergkotte dt Logistiekmanager Marieke Lucas Opleidingscommissies (OC) Instituut voor Veiligheid Instituutsdirecteur, lid FMT, Loes Berendsen IVV Opleidingsmanager Integrale Veiligheidskunde Ronald van Vliet Opleidingscommissies (OC) Instituut voor Recht IVR Opleidingsmanagers SJD vt Thea van Rooijen SJD dt Hans Mreijen HBO-rechten vt Esther Verboon HBO-rechten dt Hans Mreijen Logistiekmanager Sophieke Reijneveld Opleidingscommissies (OC) Contactgegevens Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan CS Utrecht Postbus AJ Utrecht Telefoon: Alarmnummer: FMR (locatie Amersfoort) De Nieuwe Poort PA Amersfoort Telefoon (088) Plattegrond (zie website FMR Faciliteiten plattegronden) Praktische voorschriften en aanwijzingen Binnen de HU gelden de volgende regels: 91/183

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Studiegids Bacheloropleiding deeltijd Maatschappelijk Werk en Dienstverlening 2013-2014 1/194 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Culturele en Maatschappelijke Vorming Afstudeerrichting Social Management 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding. Culturele en Maatschappelijke Vorming Afstudeerrichting Social Management 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming 2013-2014 1/117 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Sociaal Pedagogische Hulpverlening Studiegids Bacheloropleiding voltijd Sociaal Pedagogische Hulpverlening 2014-2015 1/95 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Culturele en Maatschappelijke Vorming

Studiegids. Bacheloropleiding. Culturele en Maatschappelijke Vorming Studiegids Bacheloropleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. III FACULTEIT Maatschappij en Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart 2012. instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. A. Hieronder is voor zover van toepassing

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Sociaal Pedagogische Hulpverlening Studiegids bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Studiegids. Bacheloropleiding. Sociaal Pedagogische Hulpverlening Studiegids bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Studiegids bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 2013-2014 1/161 Hogeschool Utrecht, september 2013 Studiegids bacheloropleiding

Nadere informatie

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 13-02- 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24-04 2014. Deze versie treedt in werking op 1 september 2014

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Student Company op het hbo. Stappenplan

Student Company op het hbo. Stappenplan Student Company op het hbo Tijdens Student Company ontwikkelen de studenten een bedrijfsconcept en rollen dit uit gedurende een collegajaar lang. Ze verdelen functies, bepalen hun doelgroep, brainstormen

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking 1 VOORWOORD Met trots presenteert de Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking (BCMB) de

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd 2019 2020 Sociaal Werk Bachelor of Social Work - Voltijd In het kort Als sociaal werker bied jij ondersteuning aan mensen die in de problemen zitten en er, ook met hulp van familie en bekenden, niet meer

Nadere informatie

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie 2013-2014. Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Creatieve Therapie 2013-2014

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie 2013-2014. Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Creatieve Therapie 2013-2014 Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding voltijd Creatieve Therapie 2013-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek 2015-2016. Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek 2015-2016 1/114

Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek 2015-2016. Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek 2015-2016 1/114 Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek 2015-2016 1/114 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 7 2 Inrichting van de opleiding 9 2.1 Beroepsprofiel... 9 2.1.1 Beroep... 9 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel... 9

Nadere informatie

Studiegids bacheloropleiding Propedeutische Fase Social Work voltijd 2013-2014

Studiegids bacheloropleiding Propedeutische Fase Social Work voltijd 2013-2014 Studiegids bacheloropleiding Propedeutische Fase Social Work voltijd 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Propedeutische Fase Social Work 2013-2014 1/137 Studiegids bacheloropleiding Propedeutische Fase

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiesystemen Afstudeerrichting Bedrijfscommunicatie 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiesystemen Afstudeerrichting Bedrijfscommunicatie 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Communicatiesystemen Afstudeerrichting Bedrijfscommunicatie 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, januari 2013 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Verkorte studiegids. Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO) 2013-2014

Verkorte studiegids. Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO) 2013-2014 Verkorte studiegids Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO) 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 Inrichting van

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie Deeltijd 2013-2014. Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Creatieve Therapie 2013-2014 1/145

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie Deeltijd 2013-2014. Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Creatieve Therapie 2013-2014 1/145 Studiegids Bacheloropleiding deeltijd Creatieve Therapie 2013-2014 1/145 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel...

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwtechnische Bedrijfskunde Voltijd 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwtechnische Bedrijfskunde Voltijd 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde Voltijd 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd

Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd Studiegids Bacheloropleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 14 maart 2016. Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 4 juli 2016. Deze versie treedt in werking op 1

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding HBO-Rechten deeltijd inclusief afstudeerrichting kandidaatgerechtsdeurwaarder 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding HBO-Rechten deeltijd inclusief afstudeerrichting kandidaatgerechtsdeurwaarder 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding HBO-Rechten deeltijd inclusief afstudeerrichting kandidaatgerechtsdeurwaarder Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Studiegids bacheloropleiding HBO-Rechten

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau

Nadere informatie

Grondhouding voor bejegening

Grondhouding voor bejegening Grondhouding voor bejegening Gedragscode hoe te handelen naar het vertrouwen dat je krijgt 1. Gedragscode hoe te handelen naar het vertrouwen dat je krijgt 2. Uitgangspunten vanuit de ODE en Zorgvisie

Nadere informatie

De competente sociaal agoog

De competente sociaal agoog De competente sociaal agoog Elke beroepsopleiding hanteert een eigen competentieprofiel waar de beginnende professional aan moet voldoen. De daaruit komen overeen met de landelijk vastgestelde beroepskwalificaties.

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 2 maart 2015 Met nstemming van de facultaire medezeggenschapsraad A. Nadere facultaire invulling van

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding Pedagogiek. Voltijd 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding Pedagogiek. Voltijd 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Pedagogiek Voltijd 2013-2014 Hogeschool Utrecht, Utrecht, september 2013 Studiegids bacheloropleiding Pedagogiek Voltijd 2013-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Civiele Techniek Voltijd 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding. Civiele Techniek Voltijd 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Civiele Techniek Voltijd 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2014-2015

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2014-2015 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 27 januari 2014 Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op..2014 A. Nadere facultaire invulling

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Pedagogiek 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Pedagogiek 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding deeltijd Pedagogiek 2013-2014 Studiegids bacheloropleiding Pedagogiek deeltijd 2013-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7

Nadere informatie

Studiegids. Associate degree Eventmanager 2012-2013

Studiegids. Associate degree Eventmanager 2012-2013 Studiegids Associate degree Eventmanager 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012 Studiegids Associate degree Eventmanager 2012-2013 2/132 Studiegids Associate degree Eventmanager

Nadere informatie

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. Context Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. 4 Een herkenbare,

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Informatica 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Informatica 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding deeltijd Informatica 2013-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel...

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden AC2 40 n.v.t.

Nadere informatie

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie Deeltijd 2014-2015. Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Creatieve Therapie 2014-2015 1/96

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie Deeltijd 2014-2015. Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Creatieve Therapie 2014-2015 1/96 Studiegids Bacheloropleiding deeltijd Creatieve Therapie 2014-2015 1/96 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel...

Nadere informatie

TBN - Beroepscode Tarotprofessional

TBN - Beroepscode Tarotprofessional De Tarot Beroepsvereniging Nederland zet zich in voor de belangen van tarotprofessionals in Nederland. De bij de Tarot beroepsvereniging aangesloten leden werken door het hele land. Door opleiding en nascholing

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. AD Eventmanager 2015-2016

Studiegids. Bacheloropleiding. AD Eventmanager 2015-2016 Studiegids Bacheloropleiding AD Eventmanager 2015-2016 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep...

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Technische Bedrijfskunde 2014-2015

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Technische Bedrijfskunde 2014-2015 Studiegids Bacheloropleiding deeltijd Technische Bedrijfskunde 2014-2015 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2014 Studiegids Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde Deeltijd 2014-2015 Inhoudsopgave

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Studiegids. Masteropleiding. Special Educational Needs: Communicatief Gehandicapten 2012-2013

Studiegids. Masteropleiding. Special Educational Needs: Communicatief Gehandicapten 2012-2013 Studiegids Masteropleiding Special Educational Needs: Communicatief Gehandicapten 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Facility Management 2013-2014. Versie 1.1. Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013

Studiegids. Bacheloropleiding. Facility Management 2013-2014. Versie 1.1. Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Studiegids Bacheloropleiding Facility Management 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Versie 1.1 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

S TA G E S L I J N 5

S TA G E S L I J N 5 STAGES LIJN5 Wil jij stage lopen bij Lijn5? In de provincie Utrecht biedt Lijn5 behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren met én zonder licht verstandelijke beperking en hun gezin. Lijn5 beschikt

Nadere informatie

Competentiematrix Master Pedagogiek

Competentiematrix Master Pedagogiek Competentiematrix Master Pedagogiek 1. Analyseren en interpreteren in staat is tot -onafhankelijke oordeelsvorming over gewenste en binnen de gegeven context haalbare pedagogische arrangementen; -analyse

Nadere informatie

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag Keuzedeel mbo Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee

Nadere informatie

Studiegids. Associate Degree Kinderopvang. Pedagogiek, deeltijd 2012-2013

Studiegids. Associate Degree Kinderopvang. Pedagogiek, deeltijd 2012-2013 Studiegids Associate Degree Kinderopvang Pedagogiek, deeltijd 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde (duaal)

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde (duaal) Studiegids Bacheloropleiding Milieukunde (duaal) 2016-2017 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2016 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep...

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding 2014-2015 COMMUNICATIESYSTEMEN, AFSTUDEERRICHTING DIGITALE MEDIA EN COMMUNICATIE

Studiegids. Bacheloropleiding 2014-2015 COMMUNICATIESYSTEMEN, AFSTUDEERRICHTING DIGITALE MEDIA EN COMMUNICATIE Studiegids Bacheloropleiding COMMUNICATIESYSTEMEN, AFSTUDEERRICHTING DIGITALE MEDIA EN COMMUNICATIE 2014-2015 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep...

Nadere informatie

Studiegids Bacheloropleiding HBO-Rechten deeltijd, inclusief afstudeerrichting kandidaatgerechtsdeurwaarder 2014-2015 1/94

Studiegids Bacheloropleiding HBO-Rechten deeltijd, inclusief afstudeerrichting kandidaatgerechtsdeurwaarder 2014-2015 1/94 Studiegids Bacheloropleiding HBO-Rechten deeltijd inclusief afstudeerrichting kandidaatgerechtsdeurwaarder 1/94 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiemanagement voltijd 2015-2016

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiemanagement voltijd 2015-2016 Studiegids Bacheloropleiding Communicatiemanagement voltijd 2015-2016 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

Erratum Studiegids Communicatiemanagement voltijd 2015-2016

Erratum Studiegids Communicatiemanagement voltijd 2015-2016 Erratum Studiegids Communicatiemanagement voltijd 201-2016 1 Errata In hoofdstuk 1 Voorwoord dient op bladzijde 6 de tekst (Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) te worden gewijzigd in (zie paragraaf 2.8.3)

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Bijlage A Competenties van de opleiding

Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage A Competenties van de opleiding A.1 Curriculum opleiding Werktuigbouwkunde Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, januari 2013 Studiegids bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde Duaal 2014-2015

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde Duaal 2014-2015 Studiegids Bacheloropleiding Milieukunde Duaal 2014-2015 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep...

Nadere informatie

DEFINITIES COMPETENTIES

DEFINITIES COMPETENTIES DEFINITIES COMPETENTIES A. MENSEN LEIDINGGEVEN A1 Sturen Geeft op een duidelijke manier richting aan een team, neemt de leiding op zich, zet mensen en middelen zodanig in dat doelen met succes worden bereikt.

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Geodesie/Geo-informatica Duaal 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding. Geodesie/Geo-informatica Duaal 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Geodesie/Geo-informatica Duaal 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

BEROEPSCODE VOOR DE PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDE, die lid is van de VERENIGING VOOR PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDEN (VVP)

BEROEPSCODE VOOR DE PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDE, die lid is van de VERENIGING VOOR PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDEN (VVP) BEROEPSCODE VOOR DE PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDE, die lid is van de VERENIGING VOOR PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDEN (VVP) Omschrijvingen: Psychologisch-pedagogisch assistent (PPA) MBO- of MBO + -niveau: Deze

Nadere informatie

Studiegids. Associate Degree Eventmanager 2013-2014

Studiegids. Associate Degree Eventmanager 2013-2014 Studiegids Associate Degree Eventmanager 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, januari 2013 Studiegids AD Eventmanager 2013-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

Propedeutische Fase Social Work Deeltijd

Propedeutische Fase Social Work Deeltijd Studiegids Bacheloropleiding Propedeutische Fase Social Work Deeltijd 2013-2014 1/130 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Farmakunde 2013-2014

Studiegids. Bacheloropleiding. Farmakunde 2013-2014 Studiegids Bacheloropleiding Farmakunde 2013-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel... 7 2.1.3 Competenties

Nadere informatie

Competentieprofiel kaderhuisarts

Competentieprofiel kaderhuisarts profiel kaderhuisarts Versie 2017 Inleiding De kaderhuisarts is het antwoord op de vraag van het werkveld naar huisartsen met specifieke bekwaamheden. Voor huisartsen, specialisten, voorzieningen, instellingen,

Nadere informatie

Brede Propedeuse Zorg & Welzijn. Propedeuse - Voltijd

Brede Propedeuse Zorg & Welzijn. Propedeuse - Voltijd 2018 2019 Brede Propedeuse Zorg & Welzijn Propedeuse - Voltijd In het kort Heb jij de ambitie om mensen verder te helpen? Spreekt het jou aan om in de zorg of hulpverlening te werken? Hogeschool Leiden

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd

Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids Bacheloropleiding Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd 2015-2016 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel...

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

Organisatie: KadeZorg Functie: Verzorgende IG nv. 3

Organisatie: KadeZorg Functie: Verzorgende IG nv. 3 Organisatie: KadeZorg Functie: nv. 3 Kern van de functie De verzorgende levert cliëntgerichte zorg (lichamelijke, geestelijke en sociale hulp, begeleiding en verzorging) aan cliënten binnen de daartoe

Nadere informatie