Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:"

Transcriptie

1 1 september 2005 BESLUIT RBD0166(H10) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvulling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud Universiteit Nijmegen te Nijmegen; het advies van de Commissie biotechnologie bij dieren uitgebracht op 17 februari 2005, kenmerk CBD/05.30/RT; het ontwerpbesluit van 8 april 2005; de hoorzitting gehouden op 10 mei 2005; de ingebrachte schriftelijke bedenkingen tegen het ontwerpbesluit van een anonieme indiener van 18 mei 2005 met de aanvulling hierop van 24 mei 2005, van de heer Super uit Halsteren van 20 mei 2005 van de heer Destreé uit Hoofddorp van 23 mei 2005 en van de Partij voor de Dieren van 24 mei 2005; de reactie van de Commissie biotechnologie bij dieren op de bedenkingen van 11 juli 2005, kenmerk CBD/05.167/RT. Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 66, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt verleend aan de Radboud Universiteit Nijmegen te Nijmegen. 2. De vergunning wordt verleend voor de werkzaamheden omschreven in beperking 2 en zoals omschreven in de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvulling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud Universiteit Nijmegen te Nijmegen, met inachtneming van de in deze vergunning opgenomen voorschriften en beperkingen. Beperking 1 De biotechnologische handelingen mogen uitsluitend plaatsvinden in het Nijmegen Center for Molecular Life Sciences (NCMLS), Geert Grooteplein Zuid 28 te Nijmegen. Beperking 2 1. De onderhavige vergunning heeft uitsluitend betrekking op het navolgende, zoals beschreven in de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvulling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud Universiteit Nijmegen te Nijmegen: a) micro-injectie van DNA samen met spermacellen in onbevruchte eieren van de Zuid-Afrikaanse klauwkikker (Xenopus laevis); b) daarbij wordt gebruik gemaakt van de volgende genen en genconstructen: genen coderend voor eiw itten met een rol in de s ecretieroute van zenuwcellen en endocriene cellen: p24, Ac45, HSBP1, Hsp70, Hsp27, Hsp40, αb-crystallin, polyglutamine, chaperoneeiwitten betrokken bij eiwitvouwing en mutanten daarvan (puntmutatie, insertie, deletie); genen coderend voor eiwitten met een rol bij de neurogenese en neurodegeneratie van de zenuwcel: neuroserpine, BDNF (en de receptor daarvoor), APP, synucleïne-eiwit, prion-eiwit, cadherine, integrine, semaphorines, neuropilines en mutanten van al deze eiwitten; BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 1

2 genconstructen uit het moleculaire standaardinstrumentarium (zie bijlage 1 van het advies van de Commissie biotechnolgie bij dieren). 2. Bij de in het kader van deze vergunning toegestane biotechnologische handelingen mogen in totaal maximaal 60 transgene lijnen worden gegenereerd waarbij maximaal 20 dieren per lijn zijn betrokken. 3. De biotechnologische handelingen bij dieren dienen binnen 5 jaar na dagtekening van het definitieve besluit te zijn verricht. Voorschrift 1 Het bij de werkzaamheden betrokken personeel dient van de bepalingen van deze vergunning op de hoogte te zijn. Voorschrift 2 Indien zich (bij-)effecten voordoen, waardoor de gezondheid of het welzijn van de betrokken dieren ernstig benadeeld wordt, worden de dieren waarvan de gezondheid of het welzijn ernstig benadeeld wordt, onverwijld gedood. Van deze dieren wordt een pathologierapport opgesteld dat toegevoegd wordt aan het in voorschrift 4 genoemde logboek. Voorschrift 3 Van (bij)effecten die niet als beoogd of verwacht worden genoemd in de aanvraag van 8 november 2005 met de aanvulling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud Universiteit Nijmegen te Nijmegen en derhalve onverwacht zijn, en waardoor de gezondheid of het welzijn van de betrokken dieren ernstig wordt benadeeld, wordt onverwijld door middel van een aangetekend schrijven aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit melding gemaakt, onder vermelding van het nummer van deze vergunning, het gebruikte genconstruct en de waargenomen onverwachte effecten. Tevens dienen de betrokken dieren conform voorschrift 2 onverwijld te worden gedood en dient er van deze dieren een pathologierapport opgesteld te worden dat toegevoegd wordt aan het in voorschrift 4 genoemde logboek. Voorschrift 4 1. Gedurende het uitvoeren van de in beperking 2, eerste lid, beschreven handelingen en gedurende het onderzoek dat door de vergunninghouder met de vervaardigde genetisch gemodificeerde dieren w ordt verricht, w ordt een logboek of database als bedoeld in de Code of Practice, welzijns bew aking van proefdieren van de Keuringsdiens t van Waren bijgehouden. 2. Het logboek of de database, beschreven in het eerste lid, dient aanwezig te zijn in de inrichting waar de betrokken dieren gehuisvest zijn. 3. Het logboek of de database, beschreven in het eerste lid, omvat tenminste de volgende gegevens: het aantal dieren gebruikt bij de biotechnologische handeling; het aantal dieren dat de genetische modificatie (chimaera en transgenen) bezit; gegevens met betrekking tot de algemene gezondheids- en welzijnstoestand van de bij het onderzoek betrokken dieren, te weten: de eetlust, het gewichtsverloop, het gedrag van de dieren, en gegevens met betrekking tot eventuele opvallende kenmerken of afwijkingen van de genetisch gemodificeerde dieren (chimaera en transgenen). 4. De vergunninghouder is verplicht aan toezichthoudende ambtenaren op hun verzoek inzage te verlenen in het logboek of de database. Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfs leven. Het beroepschrift moet -vergezeld van een afschrift van dit bes luit- binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit worden verzonden naar: Het College van Beroep voor het bedrijfsleven Postbus EZ Den Haag. BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 2

3 Voor de behandeling van het beroepsschrift is een griffierecht verschuldigd, dat voor natuurlijke personen 138,-- bedraagt en voor andere dan natuurlijke personen 276,-- bedraagt. Op grond van artikel 72, aanhef en onder d, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bestaat in ieder geval de bevoegdheid tot onmiddellijke schorsing, intrekking of wijziging van deze beschikking indien wordt gehandeld in strijd met de aan deze vergunning verbonden voorschriften of met de beperkingen waaronder deze vergunning is verleend. Den Haag, 1 september 2005 DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, Voor deze: DE DIRECTEUR-GENERAAL, mr. A. Oostra BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 3

4 Bijlage I bij besluit RBD0166(H10) Gelezen de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvulling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud Universiteit Nijmegen te Nijmegen met het verzoek om een vergunning als bedoeld in artikel 66, eerste lid, onderdeel a en b, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, in het kader van het Besluit biotechnologie bij dieren; gelet op het ontwerpbesluit van 8 april 2005; de ingebrachte bedenkingen van 18 mei 2005 met de aanvulling hierop van 24 mei 2005 van een anonieme indiener, van 20 mei 2005 van de heer Super uit Halsteren, van 23 mei 2005 van de heer Destrée uit Hoofddorp en van 24 mei 2005 van de Partij voor de Dieren; de reactie van de Commissie biotechnologie bij dieren op deze bedenkingen van 11 juli Aan het besluit liggen de volgende feiten en overwegingen ten grondslag. I. Aanvraag De aanvraag en de aanvullende informatie hebben betrekking op: a) micro-injectie van DNA tezamen met spermacellen in onbevruchte eieren van de Zuid-Afrikaanse kla uw kikke r (Xenopus laevis); b) waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende genen en genconstructen: genen coderend voor eiw itten met een rol in de s ecretieroute van zenuwcellen en endocriene cellen: p24, Ac45, HSBP1, Hsp70, Hsp27, Hsp40, αb-crystallin, polyglutamine, chaperoneeiwitten betrokken bij eiwitvouwing en mutanten daarvan (puntmutatie, insertie, deletie); genen coderend voor eiwitten met een rol bij de neurogenese en neurodegeneratie van de zenuwcel: neuroserpine, BDNF (en de receptor daarvoor), APP, synucleïne-eiwit, prion-eiwit, cadherine, integrine, semaphorines, neuropilines en mutanten van al deze eiwitten; Genconstructen uit het moleculaire standaardinstrumentarium (zie bijlage 1 van het advies van de Commissie biotechnologie bij dieren); c) de biotechnologische handelingen bij dieren zijn onderdeel van een langlopend onderzoek. Er wordt voor 5 jaar een vergunning aangevraagd; d) bij de in het kader van deze vergunning toegestane biotechnologische handelingen mogen maximaal 60 lijnen gemaakt w orden, waarvoor maximaal 20 dieren per lijn gebruikt mogen worden; e) de lijnen zullen als foklijn w orden aangehouden of behouden blijven door middel van cryopreservatie. Het onderzoek richt zich op het genereren van transgene klauwkikkers. Het doel hiervan is het onderzoeken van de invloed van de aanmaak van bepaalde transgenproducten op het functioneren van melanotrope cellen van de hypofyse middenkwab en oogzenuwcellen. Met dit cel- en diermodel w il de aanvrager inzicht verkrijgen in de moleculaire mechanismen van de regulatieprocessen in endocriene cellen en zenuwcellen. In de transgene klauwkikkers zullen met behulp van weefselspecifieke promotoren bepaalde genen tot expressie worden gebracht. Op lange termijn wil de aanvrager de invloed van de aanmaak van de betreffende eiwitten op het functioneren van deze cellen onderzoeken. Hierdoor kan de functie van een aantal eiwitten met een nu nog onbekende rol binnen de zenuwcellen en endocriene cellen worden onderzocht. Een betere kennis van het functioneren van deze cellen is van belang voor het zoeken naar behandelingsmethoden voor endocriene en neurologische aandoeningen. Voorbeelden hiervan zijn een niet goed functionerend regulatie- en secretie-apparaat van de endocriene cel, de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson. Deze ziekten vormen een toenemend probleem in een vergrijzende samenleving. II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Overzicht van de procedure Ontvangst aanvraag Publicatie ontvangst van de aanvraag Verzoek aanvullende informatie aanvrager BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 4

5 Ontvangst aanvullende informatie Ontvangst advies van de Commissie Biotechnologie bij dieren Ontwerpbesluit Publicatie ontwerpbesluit Hoorzitting Ontvangst schriftelijke bedenkingen van een anonieme indiener Ontvangst aanvullende informatie van de anonieme indiener Ontvangst s chriftelijke bedenkingen van de heer Super uit Hals teren Ontvangst schriftelijke bedenkingen van de heer Destrée uit Hoofddorp Ontvangst schriftelijke bedenkingen van de Partij voor de Dieren Ontvangst reactie op de bedenkingen van de Commissie biotechnologie bij dieren III. Ingewonnen advies en ingebrachte bedenkingen Het ontwerpbesluit is genomen op basis van de aanvraag met de aanvulling hierop en het advies van de Commissie biotechnologie bij dieren (verder: de Commissie) van 18 februari, kenmerk CBD/05.30/RT. Na publicatie van het ontwerpbesluit is er op 10 mei 2005 door de vergunningverlener een hoorzitting georganiseerd waarbij een gedachtewisseling over het ontwerp van het besluit heeft plaatsgevonden en eenieder in gelegenheid is gesteld tot het mondeling inbrengen van bedenkingen daartegen. Het verslag van deze hoorzitting is bijgevoegd (bijlage II). Na de hoorzitting zijn op 18 mei 2005, met een aanvulling hierop op van 24 mei 2005, en op 20 mei 2005, op 23 mei 2005 en op 24 mei 2005 schriftelijke bedenkingen ingebracht. Deze bedenkingen en de reactie van de Commissie hierop, kenmerk CBD/05.167/RT, zijn als bijlage bij deze toelichting gevoegd (bijlagen III en IV). De Commissie heeft in de ingebrachte bedenkingen geen aanleiding gezien haar advies te herzien. Vergunningverlener heeft besloten voorschrift 4 uit het ontwerpbesluit niet meer in dit besluit op te nemen. Tevens is de tekst redactioneel aangepast. Ingebrachte bedenkingen In het algemeen merkt de Commissie op dat zij heeft gereageerd op de bedenkingen ten aanzien van het ontwerpbesluit voorzover deze enerzijds betrekking hebben op het advies van de Commissie biotechnologie bij dieren dat ten grondslag heeft gelegen aan het genoemde ontwerpbesluit en anderzijds uit de door u aan de Commissie gezonden brieven zijn te destilleren. Met name met betrekking tot dat laatste wenst de Commissie op te merken dat er in sommige brieven stukken tekst zijn opgenomen waarvan de strekking of relevantie soms niet geheel duidelijk w as. Voorzover dat mogelijk was heeft de Commissie dergelijke passages geïnterpreteerd en erop gereageerd. Echter, de Commissie acht het niet haar taak om voor anderen bedenkingen te formuleren. Passages waaruit geen bedenking viel te destilleren zijn voor kennisgeving aangenomen. Ook merkt de Commissie in dat verband op dat er bij sommige brieven tal van bijlagen zijn gevoegd. Het gaat om een stroom van algemene informatie, die voor een belangrijk deel afkomstig is van het internet en die door de indiener bovendien niet in verband w ordt gebracht met concrete punten uit haar advies en concrete bedenkingen. De Commissie acht het niet haar taak om zelf dat verband te leggen. De Commissie signaleert verder dat er in de bedenkingen soms uiting wordt gegeven aan het ongenoegen over het toestaan van biotechnologische handelingen bij dieren en over dierproeven in het algemeen. De Commissie heeft daar begrip voor en vermoedt dat deze uitingen voortkomen uit een gevoel van onmacht bij de indieners om de bestaande praktijk vanuit hun perspectief ten goede te veranderen. De Commissie laat deze gevoelens van ongenoegen en onmacht zeker meewegen in haar beschouwingen maar kan er in de concrete argumentatie voor haar adviezen niet veel mee beginnen. Tenslotte constateert de Commissie dat sommige bedenkingen w orden ingebracht in de vorm van vragen, zonder dat daaruit blijkt dat dit moet worden gezien als een bedenking. Voorzover deze vragen direct met het betreffende advies te maken hebben, is de Commissie bereid daarop waar mogelijk antw oord te geven. BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 5

6 Bedenkingen van de heer Super tegen het ontwerpbesluit RBD0166 (H10). De Commissie merkt op: De Commissie constateert dat de bedenkingen van de heer Super tegen deze drie ontwerpbesluiten (RBD0164(H08), RBD0166(H 10) en RBD0168(H 12), red.) vrijwel aan elkaar gelijk zijn. Evenmin wijken ze wezenlijk af van de bedenkingen die de heer Super eerder indiende tegen bijvoorbeeld het ontwerpbesluit RBD0165(H09). Het is de Commissie niet ontgaan dat de heer Super zijn tekst op details heeft aangepast. De strekking ervan is echter gelijk gebleven. De Commissie meent dan ook dat het hier niet zozeer gaat om bedenkingen van de heer Super tegen de individuele ontwerpbesluiten die in deze procedure ter tafel liggen, maar om bedenkingen tegen dierproeven in het algemeen, tegen de claims dat met die dierproeven substantiële resultaten bereikt kunnen worden en tegen de werkwijze van de medische wereld en de farmaceutische industrie. De Commissie is op de hoogte van de kritische publicaties (vooral op het internet) waarop de heer Super een belangrijk deel van zijn bedenkingen baseert. De Commissie meent dat een kritische houding ten aanzien van de (commerciële) belangen van onderzoekers en farmaceutische bedrijven op zijn plaats is, maar heeft al eerder betoogd dat de publicaties waar het om gaat te weinig zijn toegespitst op de problematiek die aan de orde is en over het algemeen geen bruikbare oplossingen aandragen. De Commissie heeft in het verleden steeds (vaak zelfs uitgebreid) haar visie gegeven op de kwesties die de heer Super in zijn bedenkingen aansneed, ook als die bedenkingen weinig te maken hadden met de ontwerpbesluiten waar het over ging. De Commissie wil zich nu beperken tot die bedenkingen van de heer Super die specifiek betrekking hebben op het voorliggende ontwerpbesluit èn die niet eerder door de Commissie zijn beantwoord of becommentarieerd. De Commissie zal niet ingaan op de overige bedenkingen. Zij verwijst naar de antwoorden die zij gaf op de bedenkingen van de heer Super bij vorige ontwerpbesluiten. Na gedetailleerde bestudering van de brieven met bedenkingen komt de Commissie tot de conclusie dat uitsluitend de brief met bedenkingen tegen het ontwerpbesluit RBD0168(H12) twee bedenkingen bevat met nieuwe elementen die direct betrekking hebben op dit ontwerpbesluit en kunnen worden opgevat als een bedenking daartegen. Alle overige bedenkingen in alle brieven zijn reeds eerder behandeld en/of hebben geen betrekking op de voorliggende ontwerpbesluiten. Reactie op de bedenkingen van de Partij voor de Dieren (PvdD) bij het ontwerpbesluit RBD0166 (H10). 1. Het resultaat van het onderzoek is moeilijk voorspelbaar. De effecten op de dieren zijn moeilijk voorspelbaar. Er worden regelmatig dode, opgezwollen dieren gevonden zonder dat de oorzaak bekend is. Toch komt de CBD tot de conclusie dat het belang van het onderzoek opweegt tegen de schade voor de dieren. Dat kan niet. De Commissie antwoordt: De doelstelling en de potentiële resultaten van dit onderzoek zijn naar het oordeel van de Commissie volstrekt duidelijk. De PvdD maakt er helaas een gewoonte van om losse zinnen uit de context van de aanvraag te lichten en daaraan vervolgens vergaande conclusies te verbinden. De aanvrager wil de normale fysiologische functies van een aantal eiwitten met een nog onbekende rol binnen de zenuwcel en de endocriene cel onderzoeken. Hij doet dat in een goed gedefinieerd en gekarakteriseerd modelsysteem. De aanvrager heeft met zijn onderzoek in klauwkikkers aansprekende resultaten gehaald die in vooraanstaande tijdschriften zijn gepubliceerd. Het is onjuist dat de te verwachten effecten op de dieren niet bekend zijn. De Commissie is daar in paragraaf 2, 3 en 4 van deel II van haar advies uitvoerig op ingegaan. Verder is het zo dat circa 0,5% van de transgene kikkers dood werd aangetroffen. Dit percentage wijkt niet af van dat bij niet transgene kikkers. Voor een deel is de oorzaak bekend (balloon disease), voor een ander deel is de oorzaak niet bekend, maar dat laatste is ook het geval bij niet transgene kikkers. Spontane sterfte in deze aantallen is een normaal verschijnsel. Alleen indien er sprake zou zijn van een opmerkelijk hoge sterfte of sterfte die verband lijkt te houden met de genetische modificatie ligt het voor de hand om daar onderzoek naar te doen. De Commissie meent op grond van het voorgaande dat zij wel degelijk een ethische afweging kon maken. BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 6

7 2. De klauwkikkers worden blind. Dat is een ernstige aantasting van hun gezondheid en welzijn en integriteit. De Commissie: De Commissie acht het niet waarschijnlijk dat de dieren als gevolg van de genetische modificatie blind zullen worden. Dit valt noch in de aanvraag, noch in het advies van de Commissie te lezen. 3. Er wordt onderzocht om te onderzoeken. Het onderzoek kent geen substantieel maatschappelijk belang, zoals het vinden van een geneesmiddel tegen een dodelijke ziekte. De Commissie antwoordt: Het betreft hier naar het oordeel van de Commissie belangrijk fundamenteel onderzoek naar de functies van eiwitten binnen zenuwcellen en endocriene cellen. Dit onderzoek draagt daarmee bij aan een reservoir van kennis dat gebruikt kan worden bij verder onderzoek naar de vraag waarom bij aandoeningen als de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson bepaalde cellen niet goed functioneren. Met die kennis kan men vervolgens gerichter zoeken naar therapieën en preventieve strategieën voor deze aandoeningen. 4. In voorschrift twee staat dat dieren waarvan de gezondheid en het welzijn ernstig benadeeld wordt, onverwijld dienen te worden gedood. Dit is in het verleden nooit gebeurd, terwijl er wel dieren sterven zonder dat er een oorzaak gevonden wordt. De Commissie merkt op: De Commissie heeft geen aanwijzingen dat er in het verleden dieren zijn gestorven als gevolg van effecten van de genetische modificaties die ernstig ongerief veroorzaakten. Dat blijkt ook niet uit de informatie van de aanvrager. 5. De resultaten van het onderzoek zullen niet extrapoleerbaar zijn naar de mens. De Commissie legt uit: De aanvrager en de Commissie hebben uitvoerig uitgelegd w at de aanvrager wil. De functie onderzoeken van eiwitten in bepaalde celtypen. De klauwkikker is voor dit fundamentele onderzoek naar de mening van de Commissie een goed model. De PvdD draagt ook geen steekhoudende argumenten aan waarom dit niet zo zou zijn (waarom bijvoorbeeld het verschil tussen warm- en koudbloedig in dit geval relevant zou zijn). 6. In het meest ongunstige geval zullen embryo s en volwassen dieren voor het onderzoek worden gebruikt. De techniek vergt te veel dieren en is daarom niet ethisch verantwoord. De Commissie legt uit: De vergunning heeft betrekking op maximaal 1200 dieren die gebruikt worden om 60 lijnen te genereren. Naar verwachting zullen dat er veel minder zijn. Naar het oordeel van de Commissie betreft het hier een efficiënte techniek. Dit wordt in paragraaf 2 van deel II van het advies van de Commissie uitgelegd. Het overgrote deel van de vervolghandelingen vindt plaats met embryo s. De Commissie constateert met verbazing dat de PvdD suggereert dat de dieren gedood worden door ze in kokend water te plaatsen. Dit is nergens in het dossier terug te vinden. Reactie op de bedenkingen van de heer E.A. Destrée bij het ontwerpbesluit RBD0166 (H10). De Commissie: Gezien de wijze waarop de heer Destrée zijn bedenkingen formuleert, wil de Commissie vooraf opmerken dat zij uitsluitend ingaat op die gedeelten van de brief die als bedenking kunnen worden opgevat. Nogal wat passages in de brief bestaan uit suggestief commentaar, waaruit geen bedenking te destilleren valt. De Commissie gaat daar niet op in. 1. In de aanvraag wordt het aantal bijlagen niet vermeld. De stukken waarvan wordt vermeldt dat ze zijn bijgevoegd, zijn niet in het dossier aanwezig, of althans niet ter inzage gelegd. De Commissie antwoordt: De heer Destrée merkt terecht op dat deze stukken ontbreken. Ze zijn wel aanwezig in het archief van de Commissie, in het dossier van de ingetrokken aanvraag RBD0163(H07). De leden van de Commissie hebben de genoemde stukken ontvangen en bij de besluitvorming kunnen betrekken. In het dossier van RBD0166(H10) ontbreken de stukken, vermoedelijk omdat de aanvrager bij het indienen van een gewijzigde aanvraag geen reden zag om nogmaals de gelijk gebleven bijlage in te sturen. Het is juist dat geen enkele beoordeling van andere instanties is bijgevoegd. De aanvrager stelt ook nergens dat hij die mee zal sturen en hoeft dat ook niet te doen. De Commissie zag in dit geval geen reden om ze op te vragen. BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 7

8 2. De heer Destrée heeft bezwaar tegen de in het ontwerpbesluit gebruikte terminologie, met name tegen het gebruik van het begrip ongerief. De Commissie legt uit: De term ongerief is een technische term afkomstig uit de Wet op de dierproeven. De Commissie heeft al eerder gereageerd op bezwaren tegen het gebruik van deze term en wil het daar voor nu bij laten. 3. De onderzoeker legt voorschrift 2 van de vergunning bij voorbaat naast zich neer. Als zich ernstig ongerief voordoet zal hij overleggen met de artikel 14 functionaris, zo valt in de aanvraag te lezen. De Commissie antwoordt: In de aanvraag staat dat de aanvrager de dieren in een dergelijk geval in overleg met de artikel 14 functionaris zal doden. 4. De kikkers zijn door de modificatie in elke cel transgeen. Toch stelt de aanvrager dat er een verschillende mate van expressie van het transgen optreedt. Noch de aanvrager, noch de CBD legt uit hoe dit kan. De Commissie legt uit: Het verschil in expressieniveau wordt veroorzaakt door een verschil in het aantal kopieën van een gen dat is geïntegreerd in het genoom van het ontvangende dier. Ruwweg geldt: hoe meer kopieën, des te hoger de expressie. Dit is een algemeen verschijnsel bij transgenese. 5. De Commissie legt niet uit waarom de klauwkikker een geschikt model is. De Commissie merkt op: Zowel de Commissie als de aanvrager doen dat uitvoerig. De Commissie verwijst naar paragraaf 2 van deel II van haar advies. 6. Het ontwerpbesluit vermeldt niet hoeveel dieren er gebruikt mogen worden. De aanvrager geeft niet aan welke genen hij gaat gebruiken. De Commissie: In het ontwerpbesluit staat dat de aanvrager maximaal 60 lijnen mag maken en daarvoor maximaal 20 dieren per lijn mag gebruiken. Dat zijn dus maximaal 1200 dieren. Het aantal van 60 lijnen is tot stand gekomen door de ca. 20 genen/eiwitten die de aanvrager noemt te vermenigvuldigen met drie. De aanvrager wil namelijk ca. 3 lijnen per transgen produceren, teneinde dieren met een verschillend expressieniveau voor het onderzoek te kunnen gebruiken. De aanvrager noemt alle genconstructen die hij gaat gebruiken onder vraag 11. De Commissie heeft uit de brief van een anonieme indiener geen bedenkingen bij het ontwerpbesluit kunnen destilleren. De vergunningverlener heeft erop toegezien dat bovenstaande argumenten van de Commissie, in reactie op de ingebracht bedenkingen, zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De vergunningverlener onderschrijft bovenstaande argumenten en neemt deze over. Samengevat meent de Commissie: De Commissie hecht sterk aan haar ethische opdracht om bij de toetsing van de vergunningaanvraag uit te gaan van de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier. Dit betekent dat de principes van geen schade doen en respect voor integriteit het uitgangspunt vormen voor de toetsing. Het nee, tenzij beleid ten aanzien van biotechnologie bij dieren is gebaseerd op de gedachte dat het genetisch veranderen van dieren op zichzelf moreel problematisch is. Dit impliceert dat het schaden van de gezondheid en het welzijn van de dieren en het aantasten van hun integriteit middels genetische modificatie uitsluitend aanvaardbaar is indien dit geschiedt voor een doel dat van substantieel belang is, waarvan aannemelijk is dat het gerealiseerd zal worden en dat opweegt tegen de schade voor de dieren. Ook mag er geen reëel alternatief zijn voor het realiseren van de doelstelling. De Commissie heeft daarom eerst getoetst of het doel van het onderzoek van voldoende substantieel belang is om het w ijzigen van de bes taande genetische code van het dier, met artificiële constructen afkomstig van andere diersoorten, te rechtvaardigen. Het gaat daarbij om een doelstelling op korte termijn en een doelstelling op lange termijn (zie paragraaf II.1 Met betrekking tot de doelstelling). De korte termijn doelstelling en de lange termijn doelstelling worden door de Commissie beide in de afweging betrokken. BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 8

9 Wetenschappelijk is het onderzoek van belang omdat het de functie onderzoekt van bepaalde eiwitten in zenuwcellen en endocriene cellen. Daarmee krijgt men een beter inzicht in hoe deze cellen functioneren en onderling met elkaar communiceren. Dat leidt uiteindelijk tot een beter begrip van de werking van het zenuwstelsel en het (neuro-)endocriene systeem. Maatschappelijk is het onderzoek van belang, omdat een grote verscheidenheid aan ziekten is terug te voeren op niet goed functionerende zenuwcellen en endocriene cellen en een verstoorde communicatie tussen die cellen. Pas als de functies van de eiwitten binnen deze cellen tot in detail bekend zijn, kan men gaan doorgronden waarom deze cellen bij bepaalde aandoeningen niet goed functioneren en kan men gericht gaan zoeken naar therapieën voor deze aandoeningen. Hormonale aandoeningen en neurologische aandoeningen als de Ziekte van Parkinson en de Ziekte van Alzheimer vormen een toenemend probleem in een vergrijzende samenleving. Het onderzoek dient niet alleen van substantieel belang te zijn, maar dient ook te voldoen aan bepaalde wetenschappelijke kwaliteitseisen. Wanneer de wetenschappelijke kwaliteit en de gekozen methoden onder de maat zouden zijn, dan: 1) vermindert dat de kans dat de op zichzelf substantiële doelstelling van het onderzoek wordt gerealiseerd. Aangezien het s ubs tantiële belang van de doels telling van het onderzoek de rechtvaardiging vormt voor het toebrengen van schade aan de dieren en het aantasten van hun integriteit, dient er naar te worden gestreefd deze kans zo groot mogelijk te laten zijn; 2) vergroot dat de kans dat er onnodig veel dieren worden gebruikt die bovendien een groter risico lopen meer dan nodig is te worden aangetast in hun gezondheid, welzijn en integriteit. Dat is in strijd met de principes van niet schaden en respect voor integriteit. De Commissie hecht daarom veel waarde aan de beoordeling van de wetenschappelijke opzet van de experimenten door onafhankelijke vakgenoten. In dit geval stelt ze vast dat het onderzoek van de aanvrager mede wordt gefinancierd door NWO en de EU. Deze organisaties maken bij het toekennen van subsidies en financiering voor onderzoek gebruik van onafhankelijke vakgenoten die het onderzoek beoordelen. Voor de Commissie is dat een belangrijke aanvullende reden om aan te nemen dat het onderzoek wetenschappelijk van belang, van goede kwaliteit en haalbaar is. Op grond van al hetgeen hiervoor is gesteld, is de Commissie van mening dat het hier gaat om onderzoek dat haalbaar en van een dusdanig substantieel belang is, dat in beginsel het verbod op het verrichten van biotechnologische handelingen, zoals dat is omschreven in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor dit specifieke onderzoek kan worden opgeheven. De Commissie hecht er sterk aan dat geen dieren genetisch worden gemodificeerd, wanneer de bovengenoemde doelstelling ook te realiseren valt met lagere organismen zoals bacteriën, virussen en schimmels, of door middel van in vitro onderzoek, bijvoorbeeld met cellijnen of in weefselkw eken. Ze is nagegaan of er reële alternatieven voor dit onderzoek bestaan, omdat de vraag naar het bestaan van eventuele alternatieven onderdeel uitmaakt van de ethis che toets die de Commiss ie op grond van de wet dient uit te voeren. Ze heeft geconstateerd dat er geen reële alternatieven voorhanden zijn, omdat het effect van de te bestuderen behandelingen op dit moment slechts onderzocht kan w orden in een geheel (intact) dier. De Commissie tekent daarbij aan dat het onderzoek met deze transgene klauwkikkers op zichzelf al gezien kan worden als een verfijningsalternatief. De Commissie constateert dat het substantiële belang van de doelstelling, in afwezigheid van reële alternatieven, het genetisch veranderen van dieren in principe moreel rechtvaardigt. Dan nog echter, dient men in de dierethiek af te wegen of dit belang, in dit geval een bepaald goed voor de mens, opweegt tegen wat het dier wordt aangedaan. Het kan gaan om een inbreuk op het ethische beginsel van geen kwaad doen, wat tot gevolg kan hebben dat het dier schade aan gezondheid en welzijn ondervindt, maar het kan ook gaan om een inbreuk op het principe van respect voor integriteit. De Commissie heeft daarom bekeken of de dieren als gevolg van de biotechnologische handelingen eventueel schade aan gezondheid en welzijn zullen ondervinden en of hun integriteit door de handelingen wordt aangetast. BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 9

10 De Commissie constateert dat bij de dieren naar verwachting niet meer dan geringe schade aan gezondheid en welzijn zal optreden als gevolg van de biotechnologische handelingen. Mocht er onverhoopt toch meer dan geringe schade aan gezondheid en welzijn optreden, dan meent de Commissie dat de dieren bij meer dan gering ongerief dienen te worden gedood. De Commissie constateert dat bij enkele dieren een matige aantasting van de integriteit op zou kunnen treden. De aantasting heeft betrekking op afwijkingen in het visuele systeem en een mogelijke verstoring van het proces van ondergrondadaptatie. Hoewel ze bij haar oordeel rekening houdt met het feit dat er in de samenleving reële zorgen bestaan omtrent biotechnologische handelingen die bij dieren worden uitgevoerd zorgen die voor een deel berusten op ethische overwegingen en die hebben geleid tot wettelijke maatregelen op dit punt constateert ze dat er, in verband met biotechnologische handelingen bij dieren, altijd ethische bezwaren kunnen worden aangevoerd. Waar het naar de mening van de Commissie echter om gaat is of deze ethische bezwaren doorslaggevend zijn, met andere woorden of deze in moreel opzicht van groter gewicht zijn dan de waarde van de te verwachten baten. Ze meent dat het criterium genoemd in artikel 66, lid 3 onder b van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aldus dient te worden uitgelegd. Op grond van het voorgaande komt de Commissie tot de conclusie dat het in de onderhavige aanvraag gaat om een toetsbare eenheid, om onderzoek dat zowel wetenschappelijk als maatschappelijk van belang is en w aarvoor geen reële alternatieven bestaan. Verder heeft ze geconstateerd dat gezondheid en het welzijn en de integriteit van de dieren die genetisch gemodificeerd worden naar verwachting zal worden aangetast, maar niet in die mate dat het moreel zwaarder w eegt dan het doel van het onderzoek. De Commiss ie acht derhalve de biotechnologis che handelingen waarvoor vergunning is aangevraagd moreel aanvaardbaar en meent dat het verbod op het verrichten van biotechnologische handelingen bij dieren, zoals omschreven in art. 66 lid 1 van de Gezondheids- en w elzijnsw et voor dieren, kan w orden opgeheven. Aanvullend wil de Commissie nog opmerken dat de hiervoor uiteengezette afweging met betrekking tot de aanvaardbaarheid van de biotechnologische handelingen uitsluitend betrekking heeft op het onderzoek waarvoor de aanvraag is ingediend. Ze is zich echter bewust van de mogelijkheid dat de aanvragers de gegenereerde lijn voor andersoortig onderzoek beschikbaar zullen stellen aan derden. Ze heeft daar in beginsel geen bezwaar tegen, omdat op die manier voorkomen kan worden dat dezelfde lijn door anderen opnieuw gegenereerd wordt. ( ) De Commissie biotechnologie bij dieren adviseert ( ) een vergunning te verlenen onder de volgende voorwaarden: - de dieren dienen indien meer dan gering ongerief ontstaat onverwijld te worden gedood; - ten behoeve van het vaststellen van de schade aan de gezondheid en het welzijn van de dieren als gevolg van het onderzoek, dient een welzijnsdagboek conform het gestelde in de Code of Practice welzijnsbewaking proefdieren te worden bijgehouden; - indien blijkt dat er elders een Xenopus-lijn, die de aanvrager wenst te genereren, beschikbaar is, dan mag deze lijn niet meer door de aanvrager gegenereerd worden; - indien de dieren aan derden ter beschikking worden gesteld, dan dient de vergunninghouder dit te melden. en onder de volgende beperking: - de biotechnologische handelingen mogen gedurende vijf jaar na afgifte van de vergunning worden uitgevoerd; De vergunningverlener onderschrijft het advies van de commissie en neemt het advies over. BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 10

11 IV. Wettelijk kader en beoordeling Een vergunning tot het verrichten van biotechnologische handelingen bij dieren kan op grond van artikel 66 van de Gezondheids- en welzijnswet bij dieren slechts worden verleend indien naar het oordeel van de Minis ter van Landbouw, Natuur en Voeds elkwaliteit tegen de handelingen 1. geen ethische bezwaren bestaan en 2. de handelingen geen onaanvaardbare gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van dieren. Op grond van artikel 66, vijfde lid, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kunnen aan een vergunning voorschriften worden verbonden en kan een vergunning onder beperkingen worden verleend. Op grond van artikel 72, aanhef en onder d, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan een vergunning in ieder geval met onmiddellijke ingang worden geschorst, gewijzigd of ingetrokken indien wordt gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of met de beperkingen waaronder de vergunning is verleend. Voorafgaand aan zijn beslissing op een aanvraag voor een vergunning dient de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Commissie biotechnologie bij dieren als bedoeld in artikel 69 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren te horen (zie onderdeel III, voorgaand). Met betrekking tot de duur van het biotechnologisch onderzoek is de Commissie van mening dat: "Uit de vergunningaanvraag blijkt dat de biotechnologische handelingen in elk geval tot en met 2010 verricht zullen worden. Gedurende de eerste twee jaar zullen transgene dieren gemaakt worden. In de daarop volgende jaren zullen de dieren worden geanalyseerd. Naar aanleiding van de analyses zal worden besloten welke lijnen dan gemaakt worden. Dit alles gebeurt binnen een tijdsbestek van vijf jaar. Bij de lijnen die dan worden gemaakt zal het meestal gaan om mutanten van de eiwitten waar dit onderzoek zich op richt. Deze conclusies en overwegingen van de Commissie biotechnologie bij dieren worden onderschreven en overgenomen door de vergunningverlener. Ad 1. Toetsing op ethische bezwaren Het oordeel of ethische bezwaren bestaan is afhankelijk van de (deels samenhangende) beantw oording van de volgende vragen: 1. Is de doelstelling van het onderzoek zodanig belangwekkend dat een opheffing van het verbod op het verrichten van biotechnologische handelingen bij dieren in principe acceptabel kan zijn? 2. Bestaat er een reëel alternatief voor het onderzoek? 3. Indien de handeling op korte of langere termijn negatieve effecten heeft of kan veroorzaken (aantasting van de integriteit van dieren, gevolgen voor individuele dieren, gevolgen voor gezondheid en welzijn van mensen), zijn deze effecten - in het licht van het belang van het onderzoek - zodanig dat de mogelijke gevolgen onaanvaardbaar zijn? Beoordeling Ten aanzien van de doelstelling is de Commissie ondermeer van mening: Op korte termijn wil de aanvrager cel- en diermodellen genereren voor het verwerven van inzicht betreffende regulatieprocessen in zenuwcellen en endocriene cellen, in het bijzonder regulatiemechanismen in de secretieroute en tijdens de embryonale ontwikkeling van de hypofyse en het oogzenuwsysteem. Het gaat om het maken van transgene klauwkikkers waarbij met behulp van weefselspecifieke promoters bepaalde genen specifiek tot expressie worden gebracht in de melanotrope cellen van de hypofyse middenkwab en oogzenuwcellen. Op lange termijn wil de aanvrager de transgene dieren analyseren. Het gaat daarbij vooral om het onderzoeken van de invloed van de aanmaak van de betreffende eiwitten op het functioneren van deze cellen. Dit gebeurt met fysiologische, biochemische, celbiologische en morfologische methoden. Op die manier kunnen de normale functies van een aantal eiwitten met een nu nog onbekende rol binnen de zenuwcellen en endocriene cellen worden onderzocht. Een betere kennis van het functioneren van zenuwcellen en endocriene cellen is van belang voor het zoeken naar betere behandelingsmethoden voor endocriene en neurologische BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 11

12 aandoeningen. Het gaat dan om hormonale afwijkingen en hersenziekten zoals de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson. Wetenschappelijk is het onderzoek van belang omdat het de functie onderzoekt van bepaalde eiwitten in zenuwcellen en endocriene cellen. Daarmee krijgt men een beter inzicht in hoe deze cellen functioneren en onderling met elkaar communiceren. Dat leidt uiteindelijk tot een beter begrip van de werking van het zenuwstelsel en het (neuro-)endocriene systeem. Het onderzoek van de aanvrager is zowel nationaal als internationaal goed ingebed in de onderzoeksinspanningen die op dit moment gaande zijn. Het onderzoek van de aanvrager heeft hierin een belangrijke plaats. Maatschappelijk is het onderzoek van belang, omdat een grote verscheidenheid aan ziekten is terug te voeren op niet goed functionerende zenuwcellen en endocriene cellen en een verstoorde communicatie tussen die cellen. Pas als de functies van de eiwitten binnen deze cellen tot in detail bekend zijn, kan men gaan doorgronden waarom deze cellen bij bepaalde aandoeningen niet goed functioneren en kan men gericht gaan zoeken naar therapieën voor deze aandoeningen. Hormonale aandoeningen en neurologische aandoeningen als de Ziekte van Parkinson en de Ziekte van Alzheimer vormen een toenemend probleem in een vergrijzende samenleving. De aanvrager heeft in het kader van eerder onderzoek met succes klauwkikkers genetisch gemodificeerd en de resultaten van onderzoek met deze dieren gepubliceerd. De Commissie acht het derhalve aannemelijk dat hij in staat is de voorgenomen genetis che modificatie van klauwkikkers uit te voeren en hiermee publiceerbare wetenschappelijke resultaten te verkrijgen. Ten aanzien van de beschikbaarheid van reële alternatieven overweegt de Commissie biotechnologie bij dieren ondermeer: De aanvrager stelt dat celkweken, ook celkweken van genetisch gemanipuleerde cellen, geen antwoord kunnen geven op de vragen die hij met zijn onderzoek wil beantwoorden. Gekweekte zenuwcellen en endocriene cellen verliezen hun neuro-endocriene eigenschappen. De gereguleerde secretieroute in gekweekte cellen verandert, waardoor de communicatie tussen cellen verandert. Ook zijn in celsystemen niet de vele factoren aanwezig die er voor zorgen dat het uitgroeien van zenuwcellen verloopt, zoals dat normaal in een levend organisme verloopt. De Commiss ie is met de aanvrager van mening dat dit onderzoek op dit moment niet kan worden gedaan in in vitro systemen. De aanvrager heeft stilgestaan bij de vraag of hij zijn onderzoek zou kunnen uitvoeren in muizen of zebravissen. Voor de specifieke vraagstelling die de aanvrager heeft is de klauwkikker op dit moment echter het meest geschikte dier. Dat heeft te maken met het feit dat deze kikkers na genetische modificatie volledig transgeen zijn, terwijl muizen en zebravissen vaak slechts in een deel van hun cellen transgeen zijn (mozaïekverdeling). Voor een efficiënte celspecifieke expressie van het transgen is dat van belang. Een voordeel van de klauwkikker ten opzichte van zoogdieren is dat de eieren groot en gemakkelijk toegankelijk zijn en dat de embryonale ontwikkeling buiten het moederlichaam plaatsvindt. Dit voordeel deelt de klauw kikker overigens met de zebravis. Voor dit onderzoek is echter vooral van belang dat de klauwkikker in staat is om zijn kleur aan te passen aan de ondergrond waarop hij zich bevindt (ondergrondadaptatie). Voor dit onderzoek wordt de neuro-endocriene melanotrope cel van de hypofyse van de klauwkikker als model gebruikt voor het bestuderen van moleculaire regulatiemechanismen in neuro-endocriene cellen. De cellen waar het om gaat zijn al dan niet actief afhankelijk van de kleur van de ondergrond waarop het dier zich bevindt. Bevindt het dier zich op een zwarte ondergrond dan is dit celtype zeer actief om de verspreiding van pigmentkorrels in de huid aan te sturen. Bij een witte ondergrond is de cel inactief. Op deze manier kunnen de onderzoekers dus heel eenvoudig de activiteit van de cel sturen door de kleur van de ondergrond waarop de kikker zich bevindt te veranderen. Dat is in andere diersoorten zonder dit systeem van ondergrondadaptatie veel moeilijker. Voor het visuele systeem van de klauwkikker geldt dat dit zeer goed in de literatuur beschreven is, wat het doen van onderzoek aan de retinale ganglioncellen van deze diersoort vergemakkelijkt. Onderzoek aan minder complexe, ongewervelde diersoorten vormt geen alternatief omdat in deze diersoorten de moleculaire regulatiemechanismen binnen de zenuwcellen en endocriene cellen BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 12

13 onvoldoende overeenkomsten vertonen met die van de mens. Voor de eiwitten waar het hier om gaat geldt bovendien dat de eiwitten van de klauwkikker sterk lijken op die van de mens. Gelet op de doelstelling van de biotechnologische handelingen zijn er, in het licht van de stand van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek, naar de mening van de Commissie op dit moment geen reële alternatieven beschikbaar. De Commissie wenst echter wel op te merken dat de aanvrager nauwlettend in de gaten dient te houden of, op het ogenblik dat de biotechnologische handelingen uitgevoerd gaan worden om een bepaalde Xenopus-lijn te maken, een dergelijke lijn elders al niet aanwezig en beschikbaar is. Indien elders een relevante lijn beschikbaar is, dan is de Commissie van mening dat er een reëel alternatief bestaat en dient de aanvrager de houder van die lijn te verzoeken om daarvan gebruik te mogen maken. (..) De Commissie wenst daarmee aan te geven dat doublures in de biotechnologische handelingen bij dieren zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden. Ten aanzien van de aantasting van de integriteit overw eegt de Commissie biotechnologie bij dieren ondermeer: In het Nee, tenzij beleid ten aanzien van biotechnologie bij dieren zijn biotechnologische handelingen bij dieren niet alleen problematisch vanwege de mogelijke effecten op de gezondheid en welzijn van de dieren, maar ook omdat door middel van het veranderen van genetis ch materiaal de eigenheid van het dier door de mens w ordt veranderd. Door het genetisch modificeren van dieren, zoals hier wordt bedoeld, worden hun eigenschappen doelbewust en gericht gewijzigd ten nutte van de mens. Deze genetische modificaties worden omschreven als een aantasting van de integriteit van het dier. In dit onderzoek worden aan het genoom van de klauwkikker DNA constructen toegevoegd. Hierdoor zal de genotypische integriteit van het dier aangetast worden. De Commissie meent dat de mate van aantasting van de integriteit die optreedt apart beoordeeld dient te w orden. Ze w il daarmee aangeven dat het bij de beoordeling van de aantasting van de integriteit gaat om andere zaken dan die bij de aantasting van de gezondheid en het welzijn beoordeeld zijn. Om de mate van aantasting van die integriteit verder te beoordelen let de Commissie vooral op fenotypis che kenmerken zoals het gedrag, het uiterlijk, de mate van zelfredzaamheid, de fenotypische identiteit en de (toegenomen) bevattelijkheid voor ziekte(n) van het dier. Als gevolg van de biotechnologis che handelingen zullen naar verw achting bij de klauwkikkers niet of nauwelijks verstoringen optreden in de normale fysiologie. Afwijkingen aan het visuele systeem die niet tot blindheid leiden behoeven op zichzelf niet hinderlijk te zijn voor het dier. Indien dit er echter toe zou leiden dat het dier zich in laboratoriumomstandigheden of daarbuiten minder goed kan redden, dan beschouwt de Commissie dat als een matige aantasting van de integriteit. Ook een niet goed functioneren van het proces van ondergrondadaptatie kan gezien worden als een matige aantasting van de integriteit, omdat het uiterlijk van het dier verandert en de zelfredzaamheid wordt aangetast. Het systeem van ondergrondadaptatie is immers een systeem waarmee het dier zich beschermt tegen predatoren. De Commissie begrijpt dat er in een laboratoriumsituatie geen predatoren zijn, maar dat is bij een beoordeling van de aantasting van de integriteit niet relevant. De Commissie komt dan ook tot de conclusie dat, op grond van de criteria die zij hanteert, bij een beperkt aantal dieren sprake zou kunnen zijn van een matige aantasting van de integriteit. Conclusie: Gelet op de bovenvermelde overwegingen van de Commissie biotechnologie bij dieren, welke overwegingen door de vergunningverlener worden overgenomen, gelet op het doel van het beschreven onderzoek, gelet op het ontbreken van reële alternatieven, gelet op de niet op voorhand onaanvaardbaar geachte aantasting van integriteit van de dieren, gelet op het aantal dieren dat ten behoeve van het vervaardigen van de genetisch gemodificeerde klauw kikkers w ordt gebruikt en gelet op de conclusie van de Commissie biotechnologie bij dieren dat genoemde ethische bezwaren niet opwegen tegen het belang van de doelstelling van het onderzoek en derhalve niet onaanvaardbaar worden geacht welke conclusie wordt onderschreven en overgenomen-, wegen de ethische bezwaren tegen het generen van genetisch gemodificeerde klauwkikkers en micro-injectie van DNA BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 13

14 tezamen met spermacellen in onbevruchte eieren van de Zuid-Afrikaanse klauwkikker, niet op tegen het belang van de doelstelling van het onderzoek. Ad 2. Toetsing op gezondheid en welzijn van dieren Het oordeel of onaanvaardbare effecten op de gezondheid en het welzijn van dieren optreden wordt geveld op grond van een beoordeling van de mogelijke gezondheids- en welzijnsrisico s verbonden aan de voorgenomen werkzaamheden en is afhankelijk van de (deels samenhangende) beantw oording van de volgende vragen: 1. In welke mate wijzigen de biotechnologische handelingen de normale fysiologie van het dier? 2. Heeft de wijziging van de normale fysiologie van het dier naar verwachting negatieve gezondheids- en welzijnseffecten? 3. Indien de biotechnologische handelingen naar verwachting negatieve gezondheids - en welzijnseffecten kunnen hebben, zijn deze effecten zodanig dat de gevolgen - gelet op het belang van het onderzoek - onaanvaardbaar zijn? Beoordeling De Commissie biotechnologie bij dieren overweegt ondermeer het volgende: Ondanks het feit dat de aanvrager veel ervaring heeft met onderzoek bij de klauwkikker, blijft het moeilijk om de effecten van overexpressie van bepaalde eiwitten te voorspellen. De aanvrager heeft in de afgelopen jaren slechts in één geval een afwijking geconstateerd in het functioneren van een dier. Het ging om een verstoring van het proces van ondergrondadaptatie dat eerder beschreven is (bij de beoordeling van de beschikbaarheid van reële alternatieven). Van belang is dat de aanvrager bepaalde eiwitten verhoogd tot expressie wil brengen in een beperkt aantal celtypen, door gebruik te maken van weefselspecifieke promoters. Zelfs indien dit ertoe zou leiden dat de betreffende cellen in het geheel niet meer functioneren, dan nog schat de Commissie in dat dit slechts beperkte effecten zal hebben. Het meest voor de hand ligt dat het gaat om afwijkingen in het visuele systeem, omdat een deel van de retinale ganglioncellen afwijkend of niet functioneert, of een verstoring van het proces van ondergrondadaptatie dat beschreven is in de vorige paragraaf. De Commissie ziet in beide mogelijke afwijkingen eerder een aantasting van de integriteit, dan van gezondheid en welzijn. Het is bijvoorbeeld zeer moeilijk een uitspraak te doen over wat een klauwkikker ervaart indien hij niet meer in staat is zijn kleur aan te passen aan de ondergrond waarop hij zich bevindt. De Commissie constateert dat naar verwachting niet meer dan gering ongerief zal optreden als gevolg van de genetische modificaties. Indien, ondanks hetgeen de Commissie hiervoor opmerkt, als gevolg van de biotechnologische handelingen, voorzien of onvoorzien, meer dan gering ongerief optreedt, dienen de dieren onverwijld te worden gedood, zodat de schade aan de gezondheid en het welzijn van de dieren van korte duur zal zijn. Om de schade aan de gezondheid en het welzijn, die bij dit onderzoek eventueel optreedt, vast te kunnen stellen, meent de Commissie dat door de onderzoekers een welzijnsdagboek conform het gestelde in de Code of Practice welzijnsbewaking van proefdieren van de Keuringsdienst van Waren dient te worden bijgehouden, waarin de verrichte handelingen (ingrepen) en het verloop van het welzijn alsmede de genomen maatregelen worden vastgelegd. Conclusie: de mogelijk optredende negatieve effecten op de gezondheid en het welzijn van de dieren in het kader van dit onderzoek worden, gelet op bovenstaande overwegingen van de Commissie biotechnologie bij dieren, welke overwegingen door de vergunningverlener worden onderschreven en overgenomen, gelet op het doel van het bes chreven onderzoek, gelet op het ontbreken van reële alternatieven, gelet op het aantal dieren dat ten behoeve van het vervaardigen van de genetisch gemodificeerde klauwkikkers wordt gebruikt en gelet op de conclusie van de Commissie biotechnologie bij dieren dat de bezw aren op grond van de aantasting van de gezondheid en het w elzijn van de dieren niet opw egen tegen het belang van het onderzoek, mits ernst en duur van de schade voor de dieren beperkt wordt, niet onaanvaardbaar geacht, mits de dieren gedood worden bij verdenking van ernstig leed (zie voorschrift 2 en het navolgende onder V). BESLUIT VERGUNNING RBD0166(H10) pag. 14

de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvu ling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud

de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvu ling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud 8 april 2005 ONTWERPBESLUIT RBD0166 (H10) Gelet op: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, ONTWERPBESLUIT BD nr. 01. 262 (E20) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01.284 (E21) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 10

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 17 september 2004 ONTWERPBESLUIT RBD0157/o Inboeknummer VVA/BD04.134(H05) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning

Nadere informatie

Bijlage I bij besluit RBD0217(M09)

Bijlage I bij besluit RBD0217(M09) Bijlage I bij besluit RBD0217(M09) Gelezen de aanvraag van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam van 31 oktober 2008 met de aanvulling hierop van 19 januari 2009 met het verzoek

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: ONTWERPBESLUIT BD nr 02.448 (F12) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag d.d.

Nadere informatie

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd.

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0212(M04) Gelezen de aanvraag van het Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden van 10 juni 2008 met de aanvulling hierop van 29 juli 2008 met het verzoek om een vergunning

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 27 juni 2005 BESLUIT RBD0165(H09) Gelet op: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01. 242 (E18) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d.

Nadere informatie

Utrecht, 25 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN

Utrecht, 25 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Utrecht, 25 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 26 april 2006 ONTWERPBESLUIT RBD0184(K01) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 02.190 (F09) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 22

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 13 april 2006 ONTWERPBESLUIT RBD0182(J07) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01. 241 (E17) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d.

Nadere informatie

ADVIES COMMIS S IE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN

ADVIES COMMIS S IE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN 11-02-2004 Utrecht, 28 januari 2004 ADVIES COMMIS S IE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit betreffende de vergunningaanvraag

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 25 juni 2003 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 19 februari 2008 ONTWERPBESLUIT RBD0206(L08) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, ONTWERPBESLUIT BD nr. 01.235 (E07) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd.

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0215(M07) Gelezen de aanvraag van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam van 14 juli 2008 met het verzoek om een vergunning als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 15-07-2003 ONTWERP-BESLUIT BD nr. 03.47(G02) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, ONTWERPBESLUIT BD nr. 01.151 (E12) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 19 december 2007 BESLUIT RBD0202(L04) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, 17 september 2003 BESLUIT BD nr. 02.469 (F13) Gelet op: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 28 mei 2008 BESLUIT RBD0210(M02) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag van

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 19 december 2007 ONTWERPBESLUIT RBD0204(L06) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0213(M05)

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0213(M05) Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0213(M05) Gelezen de aanvraag van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam van 10 juli 2008 met de aanvulling hierop van 28 augustus 2008 met het

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 27 februari 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 27 november 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Op 15 oktober 2002 verzocht de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de Commissie biotechnologie bij dieren om opnieuw advies

Nadere informatie

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd.

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd. Utrecht, 11 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 13 april 2006 ONTWERPBESLUIT RBD0186(K03) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 25 januari 2007 ONTWERPBESLUIT RBD0195(K11) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0220(N03)

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0220(N03) Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0220(N03) Gelezen de aanvraag van het Academisch Medisch Centrum bij de Universiteit van Amsterdam te Amsterdam van 23 april 2009 met het verzoek om een vergunning als bedoeld

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01.89 (E04) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 24

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 10 januari 2005 BESLUIT VVA/BD 04.126 (H02) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 26 maart 2003 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag met

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 27 juni 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 24 augustus 2007 ONTWERPBESLUIT RBD0201(L03) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies. Postbus BD Dordrecht

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies. Postbus BD Dordrecht Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Postbus 1191 3300 BD Dordrecht 02-09-2004 info bdk (CBD) CBD/04.202/RT 27-09-2004 Bedenkingen BD04.44(H03) Hierbij doe ik u toekomen de reacties op de bedenkingen

Nadere informatie

Biotechnologie bij dieren

Biotechnologie bij dieren Hieronder treft u de tekst aan uit de brochure biotechnologie bij dieren. De brochure kunt u bestellen bij de infotiek van het ministerie LNV Email: infotiek@dv.agro.nl Telefoon infotiek: 070-3784062 Biotechnologie

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Ir. G.A. Koopstra Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Ir. G.A. Koopstra Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De directeur VVA, Ir. G.A. Koopstra Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. 03-06-2002 BD02.267 CBD/02.199/RT 27-06-2002 Nader advies BD 01.367 (E22) en BD 01.409 (E23) 2 Hierbij doe

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 1 mei 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 1 mei 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

146

146 145 146 Bij genetische modificatie door middel van transgenese worden met behulp van biotechnologische technieken erfelijke eigenschappen veranderd of van het ene naar het andere organisme overgebracht.

Nadere informatie

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Mw. Ir. W.J. Bezem Postbus 1191 3300 BD Dordrecht

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Mw. Ir. W.J. Bezem Postbus 1191 3300 BD Dordrecht Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Mw. Ir. W.J. Bezem Postbus 1191 3300 BD Dordrecht 19-11-2004 bdk (CBD) CBD/04.305/RT 24-12-2004 Bedenkingen Advies H04A Hierbij doe ik u toekomen de reacties

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, 29-10-2002 BESLUIT BD nr. 02.132 (F07) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel Niet-technische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project onderzoek naar de invloed van taalgenen op de hersenontwikkeling en hersenfunctie 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020

Nadere informatie

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Datum Betreft O 8OKT 2015 Het tentoonstellen

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 4 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Mw. Ir. W.J. Bezem Postbus BD Dordrecht

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Mw. Ir. W.J. Bezem Postbus BD Dordrecht Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Mw. Ir. W.J. Bezem Postbus 1191 3300 BD Dordrecht 26-10-2004 info bdk (CBD) CBD/04.284/RT 07-12-2004 Bedenkingen RBD 0157 (H05) Advies H05 Hierbij doe ik

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 4 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van het antidepressivum vortioxetine op hersenmechanismen in genetische diermodellen voor depressie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 21-06-2004 BESLUIT BD 03.183 (G05) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: BESLUIT BD nr. 02.7 (F01) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 8 januari

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015185 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkeling van vaccins voor de behandeling en ter voorkoming van human papilloma virus (HPV) infecties en HPVgerelateerde

Nadere informatie

F Niet-technische samenvatting 2015301

F Niet-technische samenvatting 2015301 F Niet-technische samenvatting 2015301 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Op naar begrip van en behandeling voor bijniertumoren 1.2 Looptijd van het project 1-12-2015-1-12-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc jaarverslag dierproeven 2013 De VU en VUmc doen onderzoek met behulp van proefdieren. Dat gebeurt met zeer goede redenen en op een verantwoorde manier. Over het gebruik

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De directeur VVA, Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. 11-09-2003 BD 03.251/JT CBD/03.200/HL 29-09-2003 Nader advies BD 03.47 (G02), BD 03.90 (G03) 1 Hierbij doe ik

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 147 Besluit van 3 maart 2005, houdende wijziging van het Besluit biotechnologie bij dieren (Handelingen met betrekking tot dieren waar geen vergunning

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 4 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 7 februari 2008 BESLUIT RBD0203(L05) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage. 01-04-2004 BD 04.98/JT(G07) CBD/04.105/RT 06-05-2004 Bedenkingen BD 03.274 (G07) Hierbij doe ik u toekomen de reacties

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015245 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De rol van Nucleaire Hormoon Receptoren in de regulatie van het glucose- en lipidemetabolisme en de ontwikkeling van type

Nadere informatie

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd.

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Bijlage 1 bij ontwerpbesluit RBD222 (P01) Gelezen de aanvraag van de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek te Lelystad van 21 februari 2012 met het verzoek om een vergunning als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Welke statussen van een organisatie vermeldt de website?

Welke statussen van een organisatie vermeldt de website? Welke statussen van een organisatie vermeldt de website? Inleiding Goededoelenorganisaties die een aanvraag tot erkenning indienen, krijgen gedurende de aanvraagprocedure diverse statussen toegekend. Iedere

Nadere informatie

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Registratienummer: 2016003300 Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Op 22 mei 2015 is namens de heer J.W. Slewe te Overveen een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit handelen in

Nadere informatie

iet-technischesamenvatting

iet-technischesamenvatting iet-technischesamenvatting 1 Algemenegegevens 1.1 Titel van het project Verbetering van dendritische cel functies in anti-kanker therapieen 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2001:AD7620

ECLI:NL:CBB:2001:AD7620 ECLI:NL:CBB:2001:AD7620 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-11-2001 Datum publicatie 27-12-2001 Zaaknummer AWB 00/285 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015246 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontrafelen van de rol die darmflora speelt in het ontstaan van hart- en vaatziekten 1.2 Looptijd van het project 1.3

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 28 juni 2006 BESLUIT RBD0183(J08) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag van

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage. 01-04-2004 BD 04.97/JT (G05) CBD/04.104/RT 06-05-2004 Bedenkingen BD 03.183 (G05) Hierbij doe ik u toekomen de

Nadere informatie

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies 30 juni 2004 info bdk (CBD) CBD/04.161/RT 30 juli 2004 Bedenkingen BD04.8 (H01) Hierbij doe ik u toekomen de reacties op de bedenkingen ten aanzien van het

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten Niet-technische samenvatting 2015322 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelmethoden voor schadelijke afweerreacties 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 10 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van C.A. van Zon, Barrierweg 62 a te Liempde voor het gedeeltelijk verbouwen van het bijgebouw

Nadere informatie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De functie van galzouten in ziekte en gezondheid 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00110064 Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 207 woningen

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 2016403 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Geneesmiddelenontwikkeling voor malaria 1.2 Looptijd van het project 1-4-2016-1-4-2021 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) malaria,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8037 14 februari 2017 Besluit van de Centrale Commissie Dierproeven van 28 oktober 2016, ref CCD 16-15-09, houdende regels

Nadere informatie

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD De regering heeft met belangstelling kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de PVV, D66, GroenLinks, en Partij voor de Dieren, mede namens

Nadere informatie

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT. Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman. Postbus GT AMSTERDAM. Geachte heer Voortman,

Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT. Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman. Postbus GT AMSTERDAM. Geachte heer Voortman, Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman Postbus 94370 1090 GT AMSTERDAM Datum : Uw kenmerk : Ons kenmerk : WABO-2012-0023 2012006989 Behandeld door : R.P. Perquin E-mail

Nadere informatie

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden JAARVERSLAG 2011 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN Universiteit Leiden Inleiding De Dierexperimentencommissie (UDEC) toetst de onderzoeksplannen van de Universiteit Leiden waarbij sprake is

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Konrngskade 4 Den Haag Postbus 16001 2500 OA Den Haag www.anvs.nl Datum 22 mei 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewetvergunning Besluit: KERN ENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN STICHTING ZUYDERLAND MEDISCH

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan:

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan: gemeente Hardinxveld-Giessendam (Ontwerpbesluit)OMGEVINGSVERGUNNING GemHG/UIT/48734 Zaaknummer: O 2018-124 Gezien het verzoek ingekomen op 9 oktober 2018 van Stichting Waardeburgh Vastgoed, Bonkelaarplein

Nadere informatie

Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN

Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN > Retouradres Postbus 19530, 2500 CM Den Haag Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld 1 6525 ED NIJMEGEN Postbus 19530, 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61

Nadere informatie

DEC-advies A. Algemene gegevens over de procedure 1. Aanvraagnummer:2015-0046 2. Titel van het project: Bioequivalentiestudies tbv markttoelating van diergeneesmiddelen 3. Titel van de NTS: Bioequivalentiestudies

Nadere informatie

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO Reg. Nummer: REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DORDRECHT, Gelezen de op 20 maart 2008 ingekomen aanvraag van B.H.Honcoop, Matensestraat Dodewaard om

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Natuur De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 14 mei 2008 2070820070 DN. 2008/1842 3 juli 2008 10 juni

Nadere informatie

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Deze beleidsregels in de zin van artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn vastgesteld door de Centrale Commissie Dierproeven

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00085026 Burgemeester en wethouders hebben op 8 december 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het gedeeltelijk verleggen

Nadere informatie