Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:"

Transcriptie

1 ONTWERPBESLUIT BD nr (F12) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag d.d. 23 oktober 2002, ontvangen op 28 oktober 2002, van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam met de aanvullingen van 10 december 2002, ontvangen op 12 december 2002 en van 27 februari 2003, ontvangen op 4 maart 2003; het advies van de Commissie biotechnologie bij dieren uitgebracht op 26 maart 2003, kenmerk CBD/03.88/HL; Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 66, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt verleend aan het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam. 2. De vergunning wordt verleend voor de werkzaamheden omschreven in beperking 2 en zoals beschreven in de aanvraag van 23 oktober 2002 met de aanvullingen van 10 december 2002 en 27 februari 2003 met inachtneming van de in deze vergunning opgenomen voorschriften en beperkingen. Beperking 1 De biotechnologische handelingen mogen uitsluitend plaatsvinden in het Academisch Medisch Centrum, Afdeling Pathologie, Universiteit van Amsterdam, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam. Beperking 2 1. De onderhavige vergunning heeft uitsluitend betrekking op het navolgende, zoals beschreven in de aanvraag van 23 oktober 2002 van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam met de aanvullingen van 10 december 2002 en 27 februari 2003; A. het vervaardigen van genetisch gemodificeerde muizen door het inbrengen van DNA in de kern van bevruchte eicellen; B. daarbij wordt gebruik gemaakt van de volgende genen en genconstructen (afkomstig van de muis): uit de fibrinolytische systeem-familie: upa, tpa, upar en PAI-1 (genen afkomstig van de muis), uit de CD44-familie: CD44s, CD44v3-v10, CD44v4-v10 en HGF (genen afkomstig van de muis), tevens zal gebruik gemaakt worden van genconstructen uit het moleculaire standaardinstrumentarium (zie bijlage I bij het advies van de Commissie); C. waarbij in het kader van deze vergunning bij de biotechnologische handelingen in totaal maximaal 3600 muizen gebruikt mogen worden voor het genereren van maximaal 24 transgene - of knock-out lijnen; 2. De biotechnologische handelingen bij dieren dienen binnen vijf jaar na dagtekening van het besluit te zijn verricht. 1

2 Voorschrift 1 Het bij de werkzaamheden betrokken personeel dient van de bepalingen van deze vergunning op de hoogte te zijn. Voorschrift 2 Indien zich (bij-)effecten voordoen, waardoor de gezondheid of het welzijn van de betrokken dieren ernstig benadeeld wordt, worden de dieren waarvan de gezondheid of het welzijn ernstig benadeeld wordt, onverwijld gedood. Van deze dieren wordt een pathologie-rapport opgesteld dat toegevoegd wordt aan het in voorschrift 5 genoemde logboek. Voorschrift 3 Van (bij)effecten die niet als beoogd of verwacht genoemd worden in de aanvraag van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam van 23 oktober 2002 en de aanvullingen van 10 december 2002 en 27 februari 2003 en derhalve onverwacht zijn en waardoor de gezondheid of het welzijn van de betrokken dieren ernstig benadeeld wordt, wordt onverwijld door middel van een aangetekend schrijven aan de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij melding gemaakt, onder vermelding van het nummer van deze vergunning, het gebruikte genconstruct en de waargenomen onverwachte effecten. Tevens wordt van deze dieren een pathologie-rapport opgesteld dat toegevoegd wordt aan het in voorschrift 5 genoemde logboek. Voorschrift 4 Indien door de vergunninghouder dieren die in het kader van deze vergunning vervaardigd zijn, dan wel nakomelingen daarvan, aan derden ter beschikking worden gesteld, dan dient de vergunninghouder dit te melden aan de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, onder vermelding van het nummer van deze vergunning, de naam van de rechtspersoon waaraan de dieren ter beschikking worden gesteld, de lijn die beschikbaar gesteld wordt en, indien bekend, het doel waarvoor de betreffende dieren gebruikt zullen worden. Voorschrift 5 1. Gedurende het uitvoeren van de in beperking 2, eerste lid, beschreven handelingen en gedurende het onderzoek dat door de vergunninghouder met de vervaardigde genetisch gemodificeerde dieren wordt verricht, wordt een logboek of database als bedoeld in de Code of Practice, welzijnsbewaking van proefdieren van de Keuringsdienst van Waren bijgehouden. 2. Het logboek of de database, beschreven in het eerste lid, dient aanwezig te zijn in de inrichting waar de betrokken dieren gehuisvest zijn. 3. Het logboek of de database, beschreven in het eerste lid, omvat tenminste de volgende gegevens: het aantal dieren gebruikt bij de biotechnologische handeling het aantal dieren dat de genetische modificatie (chimaera en transgenen) bezit gegevens met betrekking tot de algemene gezondheids- en welzijnstoestand van de bij het onderzoek betrokken dieren, te weten: de eetlust, het gewichtsverloop, het gedrag van de dieren, en gegevens met betrekking tot eventuele opvallende kenmerken of afwijkingen van de genetisch gemodificeerde dieren (chimaera en transgenen) 4. De vergunninghouder is verplicht aan toezichthoudende ambtenaren op hun verzoek inzage te verlenen in het logboek of de database. Op grond van artikel 72, aanhef en onder d, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bestaat in ieder geval de bevoegdheid tot onmiddellijke schorsing, intrekking of wijziging van deze beschikking indien wordt gehandeld in strijd met de aan deze vergunning verbonden voorschriften of met de beperkingen waaronder deze vergunning is verleend. Een ieder kan tegen dit ontwerpbesluit binnen vier weken na bekendmaking bedenkingen inbrengen. De schriftelijke bedenkingen dienen te worden toegezonden aan de Staatssecretaris 2

3 van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, t.a.v. de Directeur Veterinaire, Voedings- en Milieuaangelegenheden, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag, onder vermelding van het nummer van dit ontwerp-besluit. Indien u hierom in een begeleidend schrijven verzoekt, zullen uw persoonlijke gegevens niet bekend gemaakt worden. Desgevraagd bestaat ook voor een ieder gelegenheid tot een gedachtenwisseling over het ontwerp van het besluit en tot het mondeling inbrengen van bedenkingen daartegen. Hiertoe zal bij voldoende belangstelling een hoorzitting georganiseerd worden. De datum van deze hoorzitting zal in de Staatscourant, het Algemeen Dagblad en het NRC Handelsblad gepubliceerd worden. s-gravenhage, DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ, ir B.J. Odink 3

4 Bijlage I bij ontwerpbesluit BD nr (F12) Gelezen de aanvraag van 23 oktober 2002 met de aanvullingen van 10 december 2002 en van 27 februari 2003 van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam met het verzoek om een vergunning als bedoeld in artikel 66, eerste lid, onderdeel a en b, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, in het kader van het Besluit biotechnologie bij dieren; Aan het besluit liggen de volgende feiten en overwegingen ten grondslag, I. Aanvraag De aanvraag, waarvan een afschrift is bijgevoegd, en de aanvullingen hebben betrekking op a) het vervaardigen van genetisch gemodificeerde muizen door het inbrengen van DNA in de kern van een bevruchte eicellen; b) daarbij wordt gebruik gemaakt van volgende genen en genconstructen (afkomstig van de muis): uit de fibrinolytische systeem-familie: upa, tpa, upar en PAI-1 (genen afkomstig van de muis); uit de CD44-familie: CD44s, CD44v3-v10, CD44v4-v10 en HGF (genen afkomstig van de muis); tevens zal gebruik gemaakt worden van genconstructen uit het moleculaire standaardinstrumentarium (zie bijlage I bij het advies van de Commissie); c) waarbij in het kader van deze vergunning bij de biotechnologische handelingen in totaal maximaal 3600 muizen gebruikt zullen worden voor het genereren van maximaal 24 transgene - of knock-out lijnen; d) waardevolle transgene lijnen zullen behouden blijven door middel van cryopreservatie (invriezen) van embryo s en sperma en zullen aan andere onderzoekers ter beschikking worden gesteld; e) biotechnologische handelingen die verricht zullen worden gedurende een periode van tenminste vijf jaar na dagtekening van het besluit. In dit onderzoek wordt het ontstaan en verloop bestudeerd van tubulo-interstitiele schade in de nieren, met behulp van transgene muizen die bepaalde eiwitten tot (over)expressie in de nier brengen. Het onderzoek kan inzicht geven in het proces waardoor bij verschillende nieraandoeningen tubulo interstitiële nierschade ontstaat en inzicht geven in de nadelige gevolgen die in de doorbloeding van het hart kunnen ontstaan als gevolg van nieraandoeningen. Gebleken is dat patiënten met een chronisch nierfalen of na het ondergaan van een niertransplantatie en verhoogde kan hebben een aandoening van de bloedvaten van het hart te ontwikkelen en te sterven. II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Overzicht van de procedure Ontvangst aanvraag Publicatie ontvangst van de aanvraag Verzoek om advies aan de Commissie biotechnologie bij dieren Verzoek om aanvullende informatie aan de aanvrager Ontvangst aanvullende informatie van de aanvrager Tweede verzoek om advies aan de Commissie biotechnologie bij dieren Tweede verzoek om aanvullende informatie aan de aanvrager 4

5 Ontvangst tweede keer aanvullende informatie van de aanvrager Derde verzoek om advies aan de Commissie biotechnologie bij dieren Ontvangst advies van de Commissie biotechnologie bij dieren III. Ingewonnen advies Op 26 maart 2003, kenmerk CBD/03.88/HL, heeft de Commissie biotechnologie bij dieren (CBD) advies uitgebracht. Dit advies is op 9 april 2003 ontvangen en is als bijlage II bijgevoegd. Samengevat: De Commissie hecht sterk aan haar ethische opdracht om bij de toetsing van de vergunningaanvraag uit te gaan van de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier. Dit betekent dat de principes van geen schade doen en respect voor integriteit het uitgangspunt vormen voor de toetsing. Het nee, tenzij beleid ten aanzien van biotechnologie bij dieren is gebaseerd op de gedachte dat het genetisch veranderen van dieren op zichzelf moreel problematisch is. Dit impliceert dat het schaden van de gezondheid en het welzijn van de dieren en het aantasten van hun integriteit middels genetische modificatie uitsluitend aanvaardbaar is indien dit geschiedt voor een doel dat van substantieel belang is, dat realiseerbaar is en dat opweegt tegen de schade voor de dieren. Ook mag er geen reëel alternatief zijn voor het realiseren van de doelstelling. De Commissie heeft daarom eerst getoetst of het doel van het onderzoek van voldoende substantieel belang is om het wijzigen van de bestaande genetische code van het dier, met artificiële constructen afkomstig van andere diersoorten, te rechtvaardigen. Wetenschappelijk acht de Commissie het onderzoek van belang, omdat het inzicht op kan leveren in het ontstaan van tubulo-interstitiële schade in de nier. Maatschappelijk acht zij het onderzoek van belang omdat de verkregen wetenschappelijk inzichten kunnen bijdragen aan een verbeterde preventie van nierschade en een betere behandeling van patiënten die problemen ondervinden als gevolg van een nierlijden. Het onderzoek dient niet alleen van substantieel belang te zijn, maar dient ook te voldoen aan bepaalde wetenschappelijke kwaliteitseisen. Wanneer de wetenschappelijke kwaliteit en de gekozen methoden onder de maat zouden zijn, dan: 1) vermindert dat de kans dat de op zichzelf substantiële doelstelling van het onderzoek gerealiseerd wordt. Aangezien de toegebrachte schade alleen gerechtvaardigd kan worden door de kans om het doel te bereiken, zal een verminderde kans op succes inhouden dat; 2) de kans groot wordt dat uiteindelijk het gebruik van alle dieren en het hun toegebrachte leed voor niets zal zijn. Dit is strijdig met de proefdierkundige beginselen om te streven naar vermindering van het aantal dieren (waar mogelijk) en verfijning van methodieken teneinde het leed zoveel mogelijk te minimaliseren. Beide beginselen zijn overigens afgeleid uit het principe respect hebben voor het dier. De Commissie hecht daarom veel waarde aan de beoordeling van de wetenschappelijke opzet van de experimenten door onafhankelijke vakgenoten. In dit geval stelt ze vast dat het onderzoek mede wordt gefinancierd door NWO en de Nierstichting. Deze organisaties maken bij het toekennen van subsidies en financiering voor onderzoek gebruik van onafhankelijke vakgenoten die het onderzoek beoordelen. Voor de Commissie is dat een belangrijke aanvullende reden om aan te nemen dat het onderzoek wetenschappelijk van belang, van goede kwaliteit en haalbaar is. Op grond van al hetgeen hiervoor is gesteld, is de Commissie van mening dat het hier gaat om onderzoek dat haalbaar en van een dusdanig substantieel belang is, dat in beginsel het verbod op het verrichten van biotechnologische handelingen, zoals dat is omschreven in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor dit specifieke onderzoek kan worden opgeheven. 5

6 De Commissie hecht er sterk aan dat geen dieren genetisch worden gemodificeerd, wanneer de bovengenoemde doelstelling ook te realiseren valt met lagere organismen zoals bacteriën, virussen en schimmels, of door middel van in vitro onderzoek, bijvoorbeeld met cellijnen of in weefselkweken. Ze is nagegaan of er reële alternatieven voor dit onderzoek bestaan, omdat de vraag naar het bestaan van eventuele alternatieven onderdeel uitmaakt van de ethische toets die de Commissie op grond van de wet dient uit te voeren. Ze heeft geconstateerd dat er geen reële alternatieven voorhanden zijn, omdat men alleen in een intact dier, met normaal functionerende nieren waarin bepaalde eiwitten tot expressie worden gebracht, de onderzoeksvraag kan beantwoorden. De Commissie constateert dat het substantiële belang van de doelstelling, in afwezigheid van reële alternatieven, het genetisch veranderen van dieren in principe moreel rechtvaardigt. Dan nog echter, dient men in de dierethiek af te wegen of dit belang, in dit geval een bepaald goed voor de mens, opweegt tegen wat het dier wordt aangedaan. Het kan gaan om een inbreuk op het ethische beginsel van geen kwaad doen, wat tot gevolg kan hebben dat het dier schade aan gezondheid en welzijn ondervindt, maar het kan ook gaan om een inbreuk op het principe van respect voor integriteit. De Commissie heeft daarom bekeken of de dieren als gevolg van de biotechnologische handelingen eventueel schade aan gezondheid en welzijn zullen ondervinden en of hun integriteit door de handelingen wordt aangetast. De Commissie constateert dat de gezondheid en het welzijn van de dieren naar verwachting niet zal worden geschaad als gevolg van de genetische modificatie. De genetische modificatie leidt er echter wel toe dat een eventuele nierontsteking bij een deel van de dieren meer schade zal veroorzaken dan normaal. Ze meent dan ook dat de onderzoekers de muizen intensief dienen te observeren en, in het geval dat ernstig ongerief optreedt, de muizen dienen te doden. Op deze wijze wordt, met een beroep op het ethische beginsel van geen kwaad doen, de duur van het ernstige en niet meer te verhelpen lijden ingeperkt. De Commissie constateert dat naar verwachting de integriteit van de dieren slechts in geringe mate zal worden aangetast. Aangezien er in de samenleving reële zorgen bestaan omtrent biotechnologische handelingen die bij dieren worden uitgevoerd zorgen die voor een deel berusten op ethische overwegingen en die hebben geleid tot wettelijke maatregelen op dit punt constateert ze dat biotechnologische handelingen bij dieren altijd ethisch problematisch zijn. Waar het naar de mening van de Commissie echter om gaat is of de ethische bezwaren die kunnen worden aangevoerd doorslaggevend zijn, met andere woorden in moreel opzicht van groter gewicht zijn dan de waarde van de te verwachten baten. Ze meent dat het criterium genoemd in artikel 66, lid 3 onder b van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aldus dient te worden uitgelegd. In dit geval gaat het daarbij om het verkrijgen van inzicht in het ontstaan van nierschade, wat op termijn zou kunnen bijdragen aan verbeterde vormen van preventie en behandeling van die nierschade. Op grond van het voorgaande komt de Commissie tot de conclusie dat het in de onderhavige aanvraag gaat om een toetsbare eenheid, om onderzoek dat zowel wetenschappelijk als maatschappelijk van belang is en waarvoor geen reële alternatieven bestaan. Verder heeft ze geconstateerd dat de gezondheid, het welzijn en de integriteit van de dieren die genetisch gemodificeerd worden naar verwachting niet dan wel in geringe mate zullen worden aangetast en niet in die mate dat ze moreel zwaarder wegen dan het doel van het onderzoek. De Commissie acht derhalve de biotechnologische handelingen waarvoor vergunning is aangevraagd moreel aanvaardbaar en meent dat het verbod op het verrichten van biotechnologische handelingen bij dieren, zoals omschreven in art. 66 lid 1 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, kan worden opgeheven. 6

7 Aanvullend wil de Commissie nog opmerken dat de hiervoor uiteengezette afweging met betrekking tot de aanvaardbaarheid van de biotechnologische handelingen uitsluitend betrekking heeft op het onderzoek waarvoor de aanvraag is ingediend. Ze is zich echter bewust van de mogelijkheid dat de aanvragers de gegenereerde muizenlijnen voor andersoortig onderzoek beschikbaar zullen stellen aan derden. Ze heeft daar in beginsel geen bezwaar tegen, omdat op die manier voorkomen kan worden dat dezelfde muizenlijn door anderen opnieuw gegenereerd wordt. Aangezien dit andersoortige onderzoeksdoel niet door de Commissie getoetst is, acht ze het echter wel van belang om op de hoogte te worden gesteld indien de gegenereerde muizenlijnen aan derden ter beschikking worden gesteld en voor welk doel dit geschiedt. De Commissie meent derhalve dat als voorwaarde in de vergunning opgenomen zou moeten worden dat, indien de gegenereerde muizenlijnen aan derden te beschikking worden gesteld, de vergunninghouder dit dient te melden. De Commissie biotechnologie bij dieren adviseert (...) een vergunning te verlenen onder de volgende voorwaarden: de dieren dienen indien ernstig ongerief ontstaat onverwijld te worden gedood; ten behoeve van het vaststellen van de schade aan de gezondheid en het welzijn van de dieren als gevolg van het onderzoek, dient een welzijnsdagboek conform het gestelde in de Code of Practice welzijnsbewaking proefdieren te worden bijgehouden; indien blijkt dat er elders een muizenlijn, die de aanvrager wenst te genereren, beschikbaar is, dan mag deze muizenlijn niet meer door de aanvrager gegenereerd worden; indien de dieren aan derden ter beschikking worden gesteld, dan dient de vergunninghouder dit te melden; En onder de volgende beperkingen: De biotechnologische handelingen mogen gedurende vijf jaar na afgifte van de vergunning uitgevoerd worden; Gedurende de gehele looptijd van de vergunning mogen maximaal 3600 muizen gebruikt worden voor het genereren van maximaal 24 transgene- of knock-out lijnen; De vergunningverlener deelt het standpunt van de Commissie en neemt dit advies over. IV. Wettelijk kader en beoordeling Een vergunning tot het verrichten van biotechnologische handelingen bij dieren kan op grond van artikel 66 van de Gezondheids- en welzijnswet bij dieren slechts worden verleend indien naar het oordeel van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij tegen de handelingen 1. geen ethische bezwaren bestaan en 2. de handelingen geen onaanvaardbare gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van dieren. Op grond van artikel 66, vijfde lid, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kunnen aan een vergunning voorschriften worden verbonden en kan een vergunning onder beperkingen worden verleend. Op grond van artikel 72, aanhef en onder d, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan een vergunning in ieder geval met onmiddellijke ingang worden geschorst, gewijzigd of ingetrokken indien wordt gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of met de beperkingen waaronder de vergunning is verleend. Voorafgaand aan zijn beslissing op een aanvraag voor een vergunning dient de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de Commissie biotechnologie bij dieren als bedoeld in artikel 69 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren te horen (zie onderdeel III, voorgaand). 7

8 Het aantal bij de biotechnologische handelingen betrokken muizen bedraagt in totaal maximaal 3600 voor het genereren van maximaal 24 transgene- of knock-out lijnen. Het gebruik van dit aantal dieren wordt door de vergunningverlener, gelet op het belang van het onderzoek, acceptabel geacht. Ad 1. Toetsing op ethische bezwaren Het oordeel of ethische bezwaren bestaan is afhankelijk van de (deels samenhangende) beantwoording van de volgende vragen: 1. Is de doelstelling van het onderzoek zodanig belangwekkend dat een opheffing van het verbod op het verrichten van biotechnologische handelingen bij dieren in principe acceptabel kan zijn? 2. Bestaat er een reëel alternatief voor het onderzoek? 3. Indien de handeling op korte of langere termijn negatieve effecten heeft of kan veroorzaken (aantasting van de integriteit van dieren, gevolgen voor individuele dieren, gevolgen voor gezondheid en welzijn van mensen), zijn deze effecten - in het licht van het belang van het onderzoek - zodanig dat de mogelijke gevolgen onaanvaardbaar zijn? Beoordeling Ten aanzien van de doelstelling is de Commissie biotechnologie bij dieren ondermeer van mening dat: De hoofddoelstelling is het verkrijgen van inzicht in het ontstaan van schade in de nier. Dat heeft consequenties voor het functioneren van de buisjes (tubuli) in de nier. Het gaat om schade aan het weefsel rondom die buisjes. Als gevolg van die schade verslechtert de filtratiefunctie. Hoewel de oorzaak van veel nierziekten nog onbekend is, is wel duidelijk dat alle aandoeningen in het filtrerende gedeelte van de nier gepaard gaan met schade aan de buisjes (tubuli) van de nier als gevolg van ontstekingen. Dit is de meest voorkomende oorzaak van het verlies van nierfunctie. Op basis van onderzoek in vitro en in proefdieren hebben de aanvragers het sterke vermoeden dat bepaalde eiwitten en eiwit-receptoren betrokken zijn bij het ontstaan van de tubulointerstitiële schade. Voor een deel van deze eiwitten geldt ook dat gebleken is dat ze in nierpatiënten in verhoogde mate tot expressie komen. De onderzoekers willen nu transgene muizen maken die deze eiwitten verhoogd tot expressie brengen in de tubuli van de nier. Op die manier kan onderzocht worden of ze daar de schade beïnvloeden. Met behulp van de gamma- GT (weefselspecifieke) promotor kan ervoor gezorgd worden dat de eiwitten alleen tot expressie komen in de uiteinden van de tubuli. Op die manier kan een sterke aanwijzing verkregen worden dat een bepaald eiwit betrokken is bij het ontstaan van tubulo-interstitiële nierschade. Met die kennis kan men op zoek gaan naar gerichte therapeutische interventies, waarbij de betreffende muizenlijn als model zou kunnen dienen voor het testen van die interventies. Verder blijkt dat patiënten met een chronisch nierfalen of die een niertransplantatie hebben ondergaan een verhoogde kans hebben een aandoening van de bloedvaten van het hart (cardiovasculaire ziekte) te ontwikkelen en te sterven. De cardiovasculaire ziekte wordt veroorzaakt door een verstoorde fibrinolyse (een systeem waarbij bloedstolsels worden afgebroken zodat de doorstroming van het bloed zich kan herstellen). Er zijn sterke aanwijzigen dat in patiënten die een niertransplantatie hebben ondergaan dat fibrinolytisch systeem verstoord is. De verstoring vindt zijn oorsprong in de nier. Recent is een aantal genen gevonden die verhoogd tot expressie lijken te komen bij nierproblemen. Het zijn deze genen die de aanvrager in het onderzoek wenst te betrekken om inzicht te krijgen in de oorzaken van het verhoogde risico op cardiovasculaire aandoeningen bij nierlijden. Wetenschappelijk acht de Commissie het onderzoek van belang, omdat het enerzijds inzicht op kan leveren in het proces waardoor bij verschillende nieraandoeningen tubulo-interstitiële 8

9 nierschade ontstaat en anderzijds omdat inzicht kan worden verkregen in de nadelige gevolgen die kunnen ontstaan in de doorbloeding van het hart als gevolg van die nieraandoeningen. Maatschappelijk is het onderzoek van belang, omdat in Nederland als gevolg van nieraandoeningen jaarlijks 1500 patiënten afhankelijk worden van nierdialyse. Op dit moment betreft het in totaal ca patiënten van wie de kwaliteit van leven sterk is aangetast. Er is dus een dringende behoefte aan (preventieve) therapeutische interventies die het ontstaan van de nierschade kunnen voorkomen. Daarnaast sterven mensen als gevolg van cardiovasculaire aandoeningen die hun oorzaak vinden in het nierlijden of in de niertransplantatie die is uitgevoerd om het nierlijden te behandelen. Inzicht in de rol van de genen die het risico op die cardiovasculaire aandoeningen bij nierpatiënten verhogen zou op termijn kunnen leiden tot preventieve interventies om dat risico te verkleinen. Ten aanzien van de beschikbaarheid van reële alternatieven overweegt de Commissie biotechnologie ondermeer: De eiwitten die door de aanvrager onderzocht worden zijn door middel van in vitro onderzoek en onderzoek bij nierpatiënten geïdentificeerd. Ook heeft men in vitro al de effecten van een aantal eiwitten op de cellen van de tubuli van de nier bestudeerd. De nier als geheel is in vitro echter niet na te bootsen. Verder is reeds onderzoek gedaan in niet genetisch gemodificeerde proefdieren. Het toedienen van deze eiwitten aan gewone muizen is echter niet goed mogelijk. Om ongewenste bijeffecten (schade voor de dieren) te vermijden wil men dat de eiwitten alleen in de tubuli van de nier belanden. Het in de nier inspuiten van deze eiwitten of het in de nier aanbrengen eiwitproducerende cellen blijkt in de praktijk niet goed te werken. Om die reden wil men transgene muizen maken die met behulp van een weefselspecifieke promotor het eiwit alleen in de tubuli van de nier tot expressie brengen. Dit is naar het oordeel van de Commissie niet alleen de methode die de beste resultaten geeft, maar ook de methode die het minste ongerief voor de dieren met zich meebrengt. Muizen zijn om een aantal redenen een geschikt proefdier voor dit onderzoek. Bij de muis komt de fysiologie, met name de werking van de nieren, in voldoende mate overeen met die van de mens. Bovendien bestaat bij de muis al de nodige ervaring met onderzoek naar nieraandoeningen, waardoor men in de gegenereerde muizen reproduceerbare diermodellen kan ontwikkelen. Muizen zijn als diermodel voor genetisch onderzoek ook in het algemeen een geschikte kandidaat gebleken 1. Gelet op de doelstelling van de biotechnologische handelingen zijn er, in het licht van de stand van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek, naar de mening van de Commissie op dit moment geen reële alternatieven beschikbaar. De Commissie wenst echter wel op te merken dat de aanvrager nauwlettend in de gaten dient te houden of, op het ogenblik dat de biotechnologische handelingen uitgevoerd gaan worden om een bepaalde muizenlijn te maken, een dergelijke muizenlijn elders al niet aanwezig en beschikbaar is. Indien elders een relevante muizenlijn beschikbaar is, dan is de Commissie van mening dat er een reëel alternatief bestaat en dient de aanvrager de houder van die muizenlijn te verzoeken om daarvan gebruik te mogen maken. Indien de muizenlijn beschikbaar is, mag deze niet meer in het kader van deze aanvraag gegenereerd worden. De Commissie wenst daarmee aan te geven dat doublures in de biotechnologische handelingen bij dieren zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden. 1 Mary A. Bedell, Nancy A. Jenkins and Neal G. Copeland, Mouse models of human disease. Part I and Part II, Genes and Development 11, 1997 pag

10 Ten aanzien van de mate van aantasting van de integriteit van dieren overweegt de Commissie ondermeer het volgende: In het Nee, tenzij beleid ten aanzien van biotechnologie bij dieren zijn biotechnologische handelingen bij dieren niet alleen problematisch vanwege de mogelijke effecten op de gezondheid en welzijn van de dieren, maar ook omdat door middel van het veranderen van genetisch materiaal de eigenheid van het dier door de mens wordt veranderd. Door het genetisch modificeren van dieren, zoals hier wordt bedoeld, worden hun eigenschappen doelbewust en gericht gewijzigd ten nutte van de mens. Deze genetische modificaties worden omschreven als een aantasting van de integriteit van het dier. In dit onderzoek worden aan het genoom van de muis DNA constructen toegevoegd. Hierdoor zal de genotypische integriteit van het dier aangetast worden. Om vervolgens de mate van aantasting van de fenotypische integriteit te beoordelen let de Commissie vooral op de aard en de omvang van de veranderingen in fenotypische kenmerken zoals het gedrag, het uiterlijk, de mate van zelfredzaamheid van het dier, de fenotypische identiteit en de (toegenomen) bevattelijkheid voor ziekten van het dier. Gelet op de genen die door de biotechnologische handelingen worden ingebouwd, meent de Commissie dat verwacht mag worden dat bij een deel van de dieren een eventuele ontsteking in de nieren heftiger verloopt en meer schade veroorzaakt. De Commissie beschouwt dit als een geringe aantasting van de fenotypische integriteit die het best omschreven kan worden als een toegenomen bevattelijkheid voor ziekte. Aangezien het bij het verrichten van biotechnologische handelingen bij dieren niet altijd voorspelbaar is waar het genconstruct precies terechtkomt en hoe het wordt afgelezen, dient naar de mening van de Commissie, mede op grond van het zojuist gestelde, ook om die reden rekening te worden gehouden met een aantasting van de integriteit bij in ieder geval een deel van de dieren. De Commissie merkt, wellicht ten overvloede, op dat het bij de beoordeling van de aantasting van de integriteit gaat om andere zaken dan die bij de aantasting van de gezondheid en het welzijn beoordeeld zijn. Conclusie: Gelet op de bovenvermelde overwegingen van de Commissie biotechnologie bij dieren, welke overwegingen door de vergunningverlener worden overgenomen, gelet op het doel van het beschreven onderzoek, gelet op het ontbreken van reële alternatieven, gelet op de niet op voorhand onaanvaardbaar geachte aantasting van integriteit van de dieren, gelet op het aantal dieren dat ten behoeve van het vervaardigen van de genetisch gemodificeerde muizen wordt gebruikt en gelet op de conclusie van de Commissie biotechnologie bij dieren dat genoemde ethische bezwaren niet opwegen tegen het belang van de doelstelling van onderzoek en derhalve niet onaanvaardbaar worden geacht- welke conclusie wordt onderschreven en overgenomen-, wegen de ethische bezwaren tegen het generen van genetisch gemodificeerde muizen niet op tegen het belang van de doelstelling van het onderzoek. Ad 2. Toetsing op gezondheid en welzijn van dieren Het oordeel of onaanvaardbare effecten op de gezondheid en het welzijn van dieren optreden wordt geveld op grond van een beoordeling van de mogelijke gezondheids- en welzijnsrisico s verbonden aan de voorgenomen werkzaamheden en is afhankelijk van de (deels samenhangende) beantwoording van de volgende vragen: 1. In welke mate wijzigen de biotechnologische handelingen de normale fysiologie van het dier? 2. Heeft de wijziging van de normale fysiologie van het dier naar verwachting negatieve gezondheids- en welzijnseffecten? 3. Indien de biotechnologische handelingen naar verwachting negatieve gezondheids- en welzijnseffecten kunnen hebben, zijn deze effecten zodanig dat de gevolgen - gelet op het belang van het onderzoek - onaanvaardbaar zijn? 10

11 Beoordeling De Commissie biotechnologie bij dieren overweegt ondermeer het volgende: De aanvrager geeft aan dat voor een groot deel van de genen geldt dat niet verwacht wordt dat de muizen spontaan een afwijkend fenotype ontwikkelen. De verwachting is dat bij een deel van deze dieren een eventuele ontsteking in de nier heftiger zal verlopen, waardoor er meer schade zal ontstaan als een dergelijk ontsteking wordt opgewekt. Voor een ander deel van de dieren wordt verwacht dat ze juist extra beschermd zullen zijn tegen het ontstaan van nierschade als gevolg van ontstekingen. Mogelijk ongerief voor deze muizen ontstaat pas op het moment dat er door ingrijpen van de onderzoekers ontstekingen en nierschade ontstaan. Die ingrepen (onder meer unilaterale ureterale obstructie 2 en ischemie reperfusie 3 ) dienen om een model voor nierschade te verkrijgen. De nierschade is dus in de eerste plaats het gevolg van het ingrijpen van de onderzoekers. De omvang en de aard van de nierschade worden echter wel mede bepaald door de genetische modificatie. De ingrepen van de onderzoekers, bedoeld om ontstekingen en nierschade op te wekken zijn dierproeven die niet vallen onder de competentie van de Commissie maar onder die van de dierexperimentencommissie (het zijn vervolghandelingen). De Commissie meent echter wel deze vervolghandelingen in haar beschouwingen te moeten betrekken omdat de nierschade, die bij een deel van de dieren groter dan normaal kan zijn, niet het directe gevolg is van de genetische modificatie maar wel beoogde gevolgen zijn voor de transgene muizen. Met betrekking tot de te gebruiken weefselspecifieke gamma-gt promoter is bekend dat een andere transgene muizenlijn met deze promotor geen afwijkend fenotype vertoonde. De Commissie wenst op te merken dat indien als gevolg van de biotechnologische handelingen, voorzien of onvoorzien, ernstig ongerief mocht optreden, de dieren onverwijld dienen te worden gedood, zodat de schade aan de gezondheid en het welzijn van de dieren van korte duur zal zijn. Om de schade aan de gezondheid en het welzijn, die bij dit onderzoek eventueel optreedt, vast te kunnen stellen, meent de Commissie dat door de onderzoekers een welzijnsdagboek conform het gestelde in de Code of Practice welzijnsbewaking van proefdieren van de Keuringsdienst van Waren dient te worden bijgehouden waarin het verloop van het welzijn alsmede de genomen maatregelen en uitgevoerde ingrepen worden vastgelegd. Het doel van het vastleggen van deze gegevens is dat de Commissie hoopt dat met behulp van die gegevens in de toekomst een meer adequaat oordeel geveld zal kunnen worden aangaande de gevolgen voor gezondheid en welzijn bij een vervolgaanvraag. Ze hoopt daardoor te komen in een proces van voortschrijdend inzicht. Conclusie: De mogelijk optredende negatieve effecten op de gezondheid en het welzijn van de dieren in het kader van dit onderzoek worden, gelet op bovenstaande overwegingen van de meerderheid van de Commissie biotechnologie bij dieren, welke overwegingen door de vergunningverlener worden onderschreven en overgenomen, gelet op het doel van het onderzoek, gelet op het ontbreken van reële alternatieven, gelet op het aantal dieren dat ten behoeve van het vervaardigen van de genetisch gemodificeerde muizen wordt gebruikt en gelet op de conclusie van de meerderheid van de Commissie biotechnologie bij dieren dat de bezwaren op grond van de aantasting van de gezondheid en het welzijn van de dieren niet opwegen tegen het belang van het onderzoek, mits ernst en duur van de schade voor de dieren beperkt wordt, niet onaanvaardbaar geacht, mits de dieren gedood worden bij verdenking van ernstig leed (zie voorschrift 2 en het navolgende onder V). 2 Eénzijdige afsluiting van het urinekanaal. 3 Het opnieuw doorbloeden van de nier, nadat de bloedtoevoer enige tijd afgesloten is geweest, leidt tot nierschade. 11

12 De procedure is krachtens en conform het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Door de aanvraag en het advies van de Commissie heeft de vergunningverlener de nodige gegevens omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen verzameld. Tevens heeft hij er op toe gezien dat de advisering door de Commissie zorgvuldig heeft plaats gevonden. De vergunningverlener onderschrijft de argumenten van de meerderheid van de Commissie en neemt deze over. Gelet op het bovenstaande is de vergunningverlener van mening dat er geen sprake is van handelingen die onaanvaardbare gevolgen hebben voor de gezondheid of het welzijn van dieren. De ethische bezwaren wegen niet op tegen het belang van de doelstelling van het onderzoek. Derhalve kan een vergunning verleend worden, onder de navolgende beperkingen en voorschriften. V Beperkingen en voorschriften Beperkingen De bij beperking 1 en 2 gestelde beperkingen zijn in overeenstemming met het gestelde in de aanvraag en de aanvullingen hierop. In de overwegingen bij haar advies merkt de Commissie op dat door de aanvrager nauwlettend in de gaten gehouden dient te worden of, op het ogenblik dat de biotechnologische handelingen uitgevoerd gaan worden om een bepaalde muizenlijn te maken, een dergelijke muizenlijn elders (bijvoorbeeld in het buitenland) al niet aanwezig en beschikbaar is. Indien elders een relevante muizenlijn beschikbaar is, is de Commissie van mening dat er een reëel alternatief bestaat en dient de aanvrager de houder van die muizenlijn te verzoeken om daarvan gebruik te mogen maken. De Commissie wenst daarmee aan te geven dat doublures in de biotechnologische handelingen bij dieren zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden. Hoewel vergunningverlener onderschrijft dat onnodige doublures in het verrichten van biotechnologische handelingen zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden, wordt dit onderdeel van het advies van de Commissie niet in de vorm van een beperking overgenomen. De toets op het al dan niet aanwezig zijn van alternatieven voor de biotechnologische handelingen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd dient éénmalig plaats te vinden en wel voorafgaand aan de verlening van een vergunning. Dit laat onverlet dat op grond van artikel 72, aanhef en onder d, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren de bevoegdheid bestaat tot wijziging van een beschikking, indien na de verlening van de vergunning is gebleken van feiten en omstandigheden die, waren zij bekend op het moment van de verlening van de vergunning, aanleiding zouden zijn geweest om de aanvraag te wijzigen dan wel af te wijzen. Bovendien mag, op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet op de dierproeven (WOD) een dierproef niet worden verricht indien naar de algemene kenbare, onder deskundigen heersende opvatting, het doel ook kan worden bereikt door middel van een dierproef waarbij minder dieren kunnen worden gebruikt. Derhalve dient in het geval een te vervaardigen transgeen dier reeds beschikbaar is, daarvan gebruik gemaakt te worden. De vergunninghouder ex. artikel 2 WOD is daarnaast, op grond van artikel 10a WOD, verplicht dierproeven voor advies voor te leggen aan een dierexperimentencommissie ex. artikel 18a WOD. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek dienen de meest recente ontwikkelingen met betrekking tot de beschikbaarheid van de in het kader van een dierproef te vervaardigen genetisch gemodificeerde muizen betrokken te worden. Voorschriften Er worden 5 voorschriften bij de vergunning gesteld. Op grond van artikel 72, aanhef en onder d, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan een vergunning ondermeer met onmiddellijke ingang geschorst of gewijzigd worden dan wel worden ingetrokken indien na de verlening van de vergunning is gebleken van feiten en omstandigheden die, waren zij bekend op het moment van de verlening van de vergunning, aanleiding zouden zijn geweest om de aanvraag te wijzigen dan wel af te wijzen. Omdat veranderingen in de integriteit, de normale fysiologie en het functioneren van de proefdieren ten gevolge van het toevoegen van de genoemde genen niet te voorspellen zijn, 12

13 wordt het- overeenkomstig het gestelde in de aanvraag en advies van de Commissie biotechnologie bij dieren- van belang geacht dat de dieren die onnodig ernstig ongerief ondervinden worden gedood. De Commissie meent dat bij ernstig ongerief de dieren onverwijld dienen te worden gedood. De vergunningverlener onderschrijft dit advies. Hiertoe is voorschrift 2 opgenomen. Omdat vergunningverlener meer inzicht wil krijgen in de aard van mogelijk optredend ernstig ongerief, is zowel voorschrift 2 als voorschrift 3 uitgebreid met de eis dat van de dieren die onverwijld gedood werden vanwege ernstig ongerief een pathologie-rapport dient te worden opgesteld. Dit pathologie-rapport dient toegevoegd te worden aan het logboek zoals bijgehouden wordt op grond van voorschrift 5, zodat het inzichtelijk is voor bevoegde ambtenaren van de controlerende instanties. Daarnaast wordt het van belang geacht dat onverwachte effecten op de gezondheid of het welzijn van dieren gemeld worden. Hiertoe is voorschrift 3 opgenomen en dient de vergunninghouder, in overeenstemming met het advies van de Commissie biotechnologie bij dieren, op basis van voorschrift 5 een logboek of een database als bedoeld in de Code of Practice welzijnsbewaking van proefdieren van de Keuringsdienst van Waren bij te houden. In het logboek of de database dienen gegevens over de gezondheids- en welzijnstoestand [eetlust, gewichtsverloop, het gedrag van de dieren en eventuele opvallende kenmerken of afwijkingen van de genetisch gemodificeerde dieren (chimaera's en transgenen)] doelmatig, dat wil zeggen inzichtelijk voor de controlerende instantie en met een zodanige regelmaat dat het verloop van de gezondheids- en welzijnstoestand weergegeven wordt, vermeld te worden. Eveneens dient in het logboek vermeld te worden het aantal dieren gebruikt bij de biotechnologische handeling het aantal dieren dat de genetische modificatie (chimaera's en transgenen) bezit. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de Code of Practice welzijnsbewaking van proefdieren van de Keuringsdienst van Waren (zie hoofdstuk 6) en indien gewenst kan ook gebruik gemaakt worden van de aantekeningen die reeds gemaakt dienen te worden op basis van artikel 15 WOD juncto artikel 10 Dierproevenbesluit, welke aantekeningen daartoe zodanig aangevuld dienen te worden dat alle voorgenoemde gegevens vermeld worden. Vergunningverlener heeft overeenkomstig het advies van de Commissie besloten tot het toevoegen van voorschrift 4 waarin wordt gesteld dat indien vergunninghouder door hem gegenereerde muizenlijnen ter beschikking stelt aan derden hij dit dient te melden aan vergunningverlener, onder vermelding van het nummer van deze vergunning, de naam van de rechtspersoon waaraan de lijn beschikbaar wordt gesteld en, indien bekend, het doel waarvoor de dieren gebruikt gaan worden. Voorts heeft vergunningverlener gesteld dat vergunninghouder de door hem gegenereerde muizen-lijnen alleen ter beschikking aan derden mag stellen wanneer hij bij die overdracht bedingt dat indien deze derden betreffende dieren ook weer aan anderen ter beschikking stellen, ook zij dit dienen te melden aan de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het doel van dit voorschrift is het verkrijgen van meer inzicht in hoe vaak, waarom en aan wie transgene dieren worden afgestaan, omdat er nog veel onbekend is omtrent terbeschikkingstelling aan derden. Opdat de beperkingen en voorschriften van deze vergunning nageleefd worden, wordt in voorschrift 1 bepaald dat het bij de werkzaamheden betrokken personeel van de bepalingen van deze vergunning op de hoogte dient te zijn

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 25 juni 2003 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, ONTWERPBESLUIT BD nr. 01. 262 (E20) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01.284 (E21) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 10

Nadere informatie

Utrecht, 25 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN

Utrecht, 25 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Utrecht, 25 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

Bijlage I bij besluit RBD0217(M09)

Bijlage I bij besluit RBD0217(M09) Bijlage I bij besluit RBD0217(M09) Gelezen de aanvraag van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam van 31 oktober 2008 met de aanvulling hierop van 19 januari 2009 met het verzoek

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01. 242 (E18) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d.

Nadere informatie

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd.

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0212(M04) Gelezen de aanvraag van het Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden van 10 juni 2008 met de aanvulling hierop van 29 juli 2008 met het verzoek om een vergunning

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 26 april 2006 ONTWERPBESLUIT RBD0184(K01) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 02.190 (F09) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 22

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, ONTWERPBESLUIT BD nr. 01.151 (E12) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01. 241 (E17) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d.

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 27 februari 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

ADVIES COMMIS S IE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN

ADVIES COMMIS S IE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN 11-02-2004 Utrecht, 28 januari 2004 ADVIES COMMIS S IE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit betreffende de vergunningaanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 15-07-2003 ONTWERP-BESLUIT BD nr. 03.47(G02) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, ONTWERPBESLUIT BD nr. 01.235 (E07) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 19 februari 2008 ONTWERPBESLUIT RBD0206(L08) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 17 september 2004 ONTWERPBESLUIT RBD0157/o Inboeknummer VVA/BD04.134(H05) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning

Nadere informatie

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd.

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het Besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0215(M07) Gelezen de aanvraag van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam van 14 juli 2008 met het verzoek om een vergunning als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 19 december 2007 BESLUIT RBD0202(L04) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 13 april 2006 ONTWERPBESLUIT RBD0182(J07) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 27 november 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Op 15 oktober 2002 verzocht de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de Commissie biotechnologie bij dieren om opnieuw advies

Nadere informatie

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0213(M05)

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0213(M05) Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0213(M05) Gelezen de aanvraag van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam van 10 juli 2008 met de aanvulling hierop van 28 augustus 2008 met het

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 27 juni 2005 BESLUIT RBD0165(H09) Gelet op: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 28 mei 2008 BESLUIT RBD0210(M02) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag van

Nadere informatie

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 1 mei 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd.

Deel I. Beschrijving van het onderzoek waarvoor vergunning wordt gevraagd. Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd. Utrecht, 11 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag

Nadere informatie

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0220(N03)

Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0220(N03) Bijlage I bij ontwerpbesluit RBD0220(N03) Gelezen de aanvraag van het Academisch Medisch Centrum bij de Universiteit van Amsterdam te Amsterdam van 23 april 2009 met het verzoek om een vergunning als bedoeld

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 13 april 2006 ONTWERPBESLUIT RBD0186(K03) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 25 januari 2007 ONTWERPBESLUIT RBD0195(K11) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT BD nr. 01.89 (E04) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 24

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 27 juni 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, 17 september 2003 BESLUIT BD nr. 02.469 (F13) Gelet op: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 19 december 2007 ONTWERPBESLUIT RBD0204(L06) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 24 augustus 2007 ONTWERPBESLUIT RBD0201(L03) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 26 maart 2003 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningaanvraag met

Nadere informatie

Biotechnologie bij dieren

Biotechnologie bij dieren Hieronder treft u de tekst aan uit de brochure biotechnologie bij dieren. De brochure kunt u bestellen bij de infotiek van het ministerie LNV Email: infotiek@dv.agro.nl Telefoon infotiek: 070-3784062 Biotechnologie

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 1 mei 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag met kenmerk

Nadere informatie

de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvu ling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud

de aanvraag van 8 november 2004 met de aanvu ling hierop van 21 januari 2005 van de Radboud 8 april 2005 ONTWERPBESLUIT RBD0166 (H10) Gelet op: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 4 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 4 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden JAARVERSLAG 2011 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN Universiteit Leiden Inleiding De Dierexperimentencommissie (UDEC) toetst de onderzoeksplannen van de Universiteit Leiden waarbij sprake is

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking,

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, 29-10-2002 BESLUIT BD nr. 02.132 (F07) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen Niet-technische samenvatting 2015310 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De invloed van nierfalen op weefselconstructie van bloedvaten 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: BESLUIT BD nr. 02.7 (F01) Gelet op!" de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren;!" de aanvraag d.d. 8 januari

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving Niet-technische samenvatting 2016491-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van ijzer op een hormoon dat betrokken is bij het calcium- en fosfaatmetabolisme (FGF23) bij chronische nierpatiënten.

Nadere informatie

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Datum Betreft O 8OKT 2015 Het tentoonstellen

Nadere informatie

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd:

Voor het volgende onderzoek wordt een vergunning aangevraagd: Utrecht, 4 september 2002 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij betreffende de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd.

II. Procedure De procedure is conform en krachtens het bepaalde in het besluit biotechnologie bij dieren uitgevoerd. Bijlage 1 bij ontwerpbesluit RBD222 (P01) Gelezen de aanvraag van de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek te Lelystad van 21 februari 2012 met het verzoek om een vergunning als bedoeld in artikel

Nadere informatie

146

146 145 146 Bij genetische modificatie door middel van transgenese worden met behulp van biotechnologische technieken erfelijke eigenschappen veranderd of van het ene naar het andere organisme overgebracht.

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 1 september 2005 BESLUIT RBD0166(H10) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8037 14 februari 2017 Besluit van de Centrale Commissie Dierproeven van 28 oktober 2016, ref CCD 16-15-09, houdende regels

Nadere informatie

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen Niet-technische samenvatting 2015107 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Dierstudies in het kader van ontwikkeling van medicijnen voor het behandelen en voorkomen van virale infecties aan de

Nadere informatie

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Deze beleidsregels in de zin van artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn vastgesteld door de Centrale Commissie Dierproeven

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015246 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontrafelen van de rol die darmflora speelt in het ontstaan van hart- en vaatziekten 1.2 Looptijd van het project 1.3

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Ir. G.A. Koopstra Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Ir. G.A. Koopstra Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De directeur VVA, Ir. G.A. Koopstra Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. 03-06-2002 BD02.267 CBD/02.199/RT 27-06-2002 Nader advies BD 01.367 (E22) en BD 01.409 (E23) 2 Hierbij doe

Nadere informatie

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 10 januari 2005 BESLUIT VVA/BD 04.126 (H02) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage. 01-04-2004 BD 04.98/JT(G07) CBD/04.105/RT 06-05-2004 Bedenkingen BD 03.274 (G07) Hierbij doe ik u toekomen de reacties

Nadere informatie

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van het antidepressivum vortioxetine op hersenmechanismen in genetische diermodellen voor depressie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 147 Besluit van 3 maart 2005, houdende wijziging van het Besluit biotechnologie bij dieren (Handelingen met betrekking tot dieren waar geen vergunning

Nadere informatie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De functie van galzouten in ziekte en gezondheid 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig

Nadere informatie

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies. Postbus BD Dordrecht

Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies. Postbus BD Dordrecht Laser vestiging Dordrecht Team Projectsubsidies Postbus 1191 3300 BD Dordrecht 02-09-2004 info bdk (CBD) CBD/04.202/RT 27-09-2004 Bedenkingen BD04.44(H03) Hierbij doe ik u toekomen de reacties op de bedenkingen

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2016490 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Kleine diermodellen om de oorzaken van artrose te bestuderen 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015185 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkeling van vaccins voor de behandeling en ter voorkoming van human papilloma virus (HPV) infecties en HPVgerelateerde

Nadere informatie

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I). > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Rijkswaterstaat De heer D-J. Zwemmer, Projectmanager Boskalis Postbus 164 6700 AD WAGENINGEN Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni T 070

Nadere informatie

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc jaarverslag dierproeven 2013 De VU en VUmc doen onderzoek met behulp van proefdieren. Dat gebeurt met zeer goede redenen en op een verantwoorde manier. Over het gebruik

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkelen van een eilandjesbron ten behoeve van transplantatie van geëncapsuleerde eilandjes van Langerhans voor behandeling van diabetes 1.2 Looptijd van

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 28 juni 2006 BESLUIT RBD0183(J08) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag van

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2001:AD7620

ECLI:NL:CBB:2001:AD7620 ECLI:NL:CBB:2001:AD7620 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-11-2001 Datum publicatie 27-12-2001 Zaaknummer AWB 00/285 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Aanvraagformulier voor een vergunning Biotechnologie bij dieren, versie juli 2007 pagina 1 van 18

Aanvraagformulier voor een vergunning Biotechnologie bij dieren, versie juli 2007 pagina 1 van 18 Aanvraagformulier voor een vergunning Biotechnologie bij dieren, versie juli 2007 pagina 1 van 18 AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING Besluit biotechnologie bij dieren (Besluit van 9 december 1996, Stb. 1997,

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel Niet-technische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project onderzoek naar de invloed van taalgenen op de hersenontwikkeling en hersenfunctie 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020

Nadere informatie

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten Niet-technische samenvatting 2015322 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelmethoden voor schadelijke afweerreacties 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 7 februari 2008 BESLUIT RBD0203(L05) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 500 Wet van 12 september 1996 tot wijziging van de Wet op de dierproeven Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De Directeur VVA Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage. 01-04-2004 BD 04.97/JT (G05) CBD/04.104/RT 06-05-2004 Bedenkingen BD 03.183 (G05) Hierbij doe ik u toekomen de

Nadere informatie

DEC-advies A. Algemene gegevens over de procedure 1. Aanvraagnummer:2015-0046 2. Titel van het project: Bioequivalentiestudies tbv markttoelating van diergeneesmiddelen 3. Titel van de NTS: Bioequivalentiestudies

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W15-06

Inventaris Wob-verzoek W15-06 Inventaris Wob-verzoek W15-06 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS 201568 Testen pluimvee vaccins 1 Aanvraagformulier x x x Projectvoorstel

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015307 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelingen voor gewrichtsschade bij paarden 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 2015-2020

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015245 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De rol van Nucleaire Hormoon Receptoren in de regulatie van het glucose- en lipidemetabolisme en de ontwikkeling van type

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015223. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015223. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015223 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Orgaanbescherming in cardiopulmonaire bypass chirurgie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage.

Ministerie van LNV, De directeur VVA, Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. Ministerie van LNV, De directeur VVA, Dr. Ir. H. Paul Postbus 20401, 2500 EK 's-gravenhage. 11-09-2003 BD 03.251/JT CBD/03.200/HL 29-09-2003 Nader advies BD 03.47 (G02), BD 03.90 (G03) 1 Hierbij doe ik

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20180094 Aanvraag Op 30 mei 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van de heer C.W. Salimans voor het plaatsen van een erfafscheiding op het adres Rietdekker

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK)

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Universitair Medisch Centrum utrecht JAARVERSLAG 2001 Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Dierexperimentencommissie Geneeskunde UMC Utrecht, huispostnummer D 01,343, Postbus 85500, 3508 GA

Nadere informatie

Regeling Melding Vermoeden Misstand

Regeling Melding Vermoeden Misstand Regeling Melding Vermoeden Misstand 1. ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. Ambtenaar: een ieder die werkzaam is of is geweest bij de Modulaire Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool De Quint te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G416 Datum: 17 november 1993 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2006. FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007

JAARVERSLAG 2006. FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007 JAARVERSLAG 2006 FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007 Nederlands Vaccin Instituut (NVI), Bilthoven Jaarverslag 2006 Functionaris ex. art. 14 Wod, N VI ALGEMEEN

Nadere informatie

iet-technischesamenvatting

iet-technischesamenvatting iet-technischesamenvatting 1 Algemenegegevens 1.1 Titel van het project Verbetering van dendritische cel functies in anti-kanker therapieen 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Zorgverzekeraars Nederland DATUM

Nadere informatie

Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren (Tekst geldend op: 03-09-2003) Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het testen van een nieuw calciumfosfaat keramiek met botgroeistimulerende eigenschappen (EpitaxOs) als botvervanger in mond- kaak en aangezichtschirugische

Nadere informatie

Utrecht, 11 maart 2005 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN

Utrecht, 11 maart 2005 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Utrecht, 11 maart 2005 ADVIES COMMISSIE BIOTECHNOLOGIE BIJ DIEREN Naar aanleiding van het verzoek om advies van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met nummer RBD 0107, betreffende een

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129-1 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Analisten en proefdieren

Analisten en proefdieren Analisten en proefdieren LIMO labdag 5 oktober 2011 Fred Poelma Proefdierdeskundige Universiteit Utrecht en UMC Utrecht 31 oktober 2011 Inhoud presentatie Inleiding Wet op de dierproeven 3 V s Bevoegd

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT:

Gelet op de feiten en overwegingen als opgenomen in bijlage I bij deze beschikking, BESLUIT: 21-06-2004 BESLUIT BD 03.183 (G05) Gelet op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede op het Besluit biotechnologie bij dieren en de Regeling vergunning biotechnologie bij dieren; de aanvraag

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedverordening Nissewaard 2016 Raadscasenr. Erfgoedverordening Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2016; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet,

Nadere informatie

Regeling ter bescherming van klokkenluiders bij de Universiteit Maastricht (klokkenluidersregeling)

Regeling ter bescherming van klokkenluiders bij de Universiteit Maastricht (klokkenluidersregeling) Regeling ter bescherming van klokkenluiders bij de Universiteit Maastricht (klokkenluidersregeling) Gelet op - De Code Goed Bestuur Universiteiten 2007, door de VSNU vastgesteld en inwerking getreden per

Nadere informatie