Op weg naar het eenheidsdecreet

Transcriptie

1 Op weg naar het eenheidsdecreet STAND VAN ZAKEN De Ronde Tafel tewerkstelling op maat georganiseerd door de SERV in opdracht van minister Van Brempt is afgerond. De diverse stakeholders hebben hun input gegeven over de diverse onderdelen van het eenheidsdecreet. Tijdens de debatten werd op vele punten consensus bereikt. Op enkele punten zijn de meningen verdeeld. Op basis van de resultaten van de Ronde Tafel schrijft de minister op dit ogenblik aan een ontwerpdecreet voor de Werkbedrijven. Dit ontwerpdecreet heeft de bedoeling een kaderdecreet te zijn waar beide huidige werkvormen in vervat worden. Het kaderdecreet schetst de contouren van de Werkbedrijven. Maar een kaderdecreet heeft geen impact zonder de uitvoeringsbesluiten. De uitvoeringsbesluiten zijn de concrete vertaling van en geven uitvoering aan de principes beschreven in het kaderdecreet. Uitvoeringsbesluiten geven antwoord op volgende vragen: welke werknemers kan een werkbedrijf tewerk stellen, wat is de hoogte van het bedrag van de rugzak van de werknemer, hoe wordt de toeleiding georganiseerd, wanneer en door wie gebeurt de evaluatie van de rugzak van de werknemer, De uitvoeringsbesluiten zijn dan ook essentieel voor de werking van de werkbedrijven. De minister wil graag de uitvoeringsbesluiten schrijven binnen de gestelde termijn (1/1/08). Gezien het belang van de uitvoeringsbesluiten, zij bepalen de concrete werking van de Werkbedrijven, is het cruciaal dat de sector ook haar inbreng doet en haar input geeft aan de minister mbt de uitvoeringsbesluiten. Tijdens de RT gesprekken hebben we kunnen vaststellen dat de principes zoals door de sector naar voor gebracht in de visietekst tewerkstelling op maat door de meeste betrokken partijen gevolgd worden. We gaan er dan ook van uit dat deze principes zullen terug te vinden zijn in het ontwerpdecreet van de minister en dat het kaderdecreet in zeer grote lijnen zal aansluiten bij onze visie op Werkbedrijven. Bedoeling is dat het ontwerpdecreet nog zal voorgelegd worden aan de deelnemers van de Ronde Tafel voordat dit ontwerpdecreet de procedure aanvat om gestemd te worden door de Vlaamse regering. Zoals gezegd zitten de partners van de RT niet steeds op dezelfde lijn. De discrepantie situeert zich vooral op het niveau van de vertaling van de principes naar de concrete uitvoering. Hier komen we dan ook op het niveau van de uitvoeringsbesluiten. Als sector wensen wij voldoende te wegen op dit debat en willen wij dan ook enkele stellingen aan jullie voorleggen mbt de concrete vertaling van de principes in uitvoeringsbesluiten. Bedoeling van deze vragenronde is de krijtlijnen voor het debat mbt de uitvoeringsbesluiten vast te leggen, zodat de onderhandelaars die Amfion en de beide sectoren vertegenwoordigen voldoende input hebben om de gesprekken over de uitvoeringsbesluiten aan te vatten. Deze vragenronde wordt georganiseerd in beide sectoren. De resultaten van de vragenrondes worden daarna samengebracht en voorgelegd aan de RvB van Amfion.

2 Doelgroepomschrijving De werkgevers definiëren de doelgroep als volgt: mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die niet, niet meer of nog niet terecht kunnen op de reguliere arbeidsmarkt. Binnen deze groep blijft er bijzondere aandacht gaan naar personen met een handicap en naar diegenen die langdurig uitgesloten zijn van de arbeidsmarkt en laaggeschoold. Door de RT werd deze definitie als te ruim ervaren: er zijn vele subdoelgroepen die onder deze definitie vallen is het de bedoeling om alle subdoelgroepen in een werkbedrijf tewerk te stellen? Eveneens werd gevraagd welke mechanismen ingebouwd kunnen worden opdat de huidige prioritaire doelgroep niet verdrongen zal worden. Vooral de vakbonden vrezen voor een verdringing van de huidige zwakkere doelgroep. Elke activiteit die ontplooid wordt in een Werkbedrijf die niet wordt uitgevoerd door een huidige DGWN betekent voor hen een verdringing van de tewerkstellingskansen voor de huidige doelgroep SW en BW. Er zijn op dag van vandaag nog werkzoekenden die behoren tot de huidige doelgroep die niet terecht kunnen in een werkbedrijf. Het is dan ook onzinnig om andere subdoelgroepen aan te boren. Vakbonden vrezen eveneens dat de agenda van de overheid erin bestaat om door een mix van doelgroepen de Werkbedrijven meer inkomsten te laten verwerven uit rendement en de Werkbedrijven daardoor minder subsidieafhankelijk te maken. Wat opnieuw een verdringing van de huidige doelgroep veroorzaakt. Geef een opsomming van de doelgroepen die tewerkgesteld kunnen worden in een werkbedrijf. Welke mechanismen moeten ingebouwd worden opdat de werkbedrijven zich prioritair zouden richten tot de bestaande doelgroepen. Subsidiëring Op de Ronde Tafel werd het principe van de rugzak aanvaard, maar er werden veel vragen gesteld over de concrete uitwerking van dit principe. Er werd een Amfion werkgroep rugzak opgestart, paritair samengesteld vanuit SW en BW, met als opdracht het uitwerken van een concreet voorstel. Deze werkgroep is reeds meerdere malen samengekomen, en werkt op basis van cijfers en rekenmodellen aan een nieuw subsidiemodel. Zowel het rendementsverlies van de doelgroepwerknemer, als de begeleidingsnood maken deel uit van het model. Ook de bestaande RSZ kortingen worden meegenomen in de berekeningen. De bedoeling is tot een transparant en eenvoudig systeem te komen. Er wordt eveneens bewaakt dat het nieuwe subsidiesysteem niet leidt tot een achteruitgang op subsidievlak voor de doelgroep die nu al wordt tewerkgesteld binnen de BW en de SW. De vraag naar investeringsbudgetten en de verdeling van deze budgetten wordt ook behandeld in deze werkgroep.

3 De voorstellen van de Amfion werkgroep rugzak zullen eveneens voorgelegd worden aan de RvB van Amfion. Werkgevers wensen geen beperkingen op het vlak van aanwervingen. Dit betekent concreet het opheffen van de contingentering zoals bestaat voor de SW. De contingentering betekent dat een bedrijf een door de minister bepaald contingent van werknemers kan aanwerven. Indien een bedrijf meer mensen wenst aan te werven staan daar geen subsidies tegenover niettegenstaande de werknemers wel behoren tot de doelgroep en aan dezelfde eisen moet voldaan worden. Vakbonden vragen een beheersbare begroting. Hoe kunnen we de contingentering op een beheersbare manier (voor de overheid) doorbreken? Toeleiding VDAB claimt samen met haar partners in de Werkwinkel de toeleiding van de kansengroepen naar de werkbedrijven. Zij wensen te vertrekken van de bestaande doelgroepen die reeds tewerkgesteld worden in een werkbedrijf, en wil deze verruimen naar andere doelgroepen waarvoor ze nu geen geschikte arbeidsplaats vinden. Zij wensen te werken met transparante en duidelijke criteria die niet te stringent zijn. Zij doen dit vanuit een trajectmatige aanpak: in de LWW wordt de afstand tot werk bepaald en wordt doorverwezen naar een arbeidsspecialist indien de afstand groot is en een werkbedrijf een oplossing zou kunnen zijn. De arbeidsspecialist beoordeelt op basis van een multidisciplinair onderzoek of een tewerkstelling op maat noodzakelijk is. Het traject is afgelopen bij aanwerving door een Werkbedrijf. Er gebeurt wel een opvolging door VDAB of de persoon nog op de juiste plaats zit in een tewerkstelling op maat. VDAB volgt op mbt toeleiding en doorstroom. Het is de verantwoordelijkheid van het werkbedrijf en de projectadviseur dat er een POP wordt opgemaakt per werknemer. In onze visietekst hebben wij gesteld dat wij voorstander zijn van een trajectmatige aanpak. Dit betekent dat de afstand tot de arbeidsmarkt geen statisch gegeven is. De afstand tot de arbeidsmarkt kan m.a.w. fluctueren in positieve (bv. verbetering van arbeidsattitudes) en negatieve zin (bv. verminderd rendement omwille van leeftijd). Dit gegeven moet ingebouwd worden in het systeem. We hebben eveneens gesteld dat een goed toeleidingssysteem een toeleidingssysteem is met beperkte wachttijden. Op welke manier kunnen we het flessenhalseffect bij de toeleiding vermijden. Maw op welke manier moet de screening van de personen gebeuren. Is dit op basis van objectieve criteria, is dit op basis van een multidisciplinair onderzoek, is dit op basis van sociale en medische verslagen van welzijns- en gezondheidsinstanties, Hoe kunnen we de trajectmatige aanpak inbouwen in het systeem. Maw op welke manier kan de rugzak geëvalueerd worden? Door wie moet dit gebeuren? Op welke periode moeten de rugzakken geëvalueerd worden? Op welk niveau moeten de rugzakken geëvalueerd worden,?

4 Voorwaarden erkenning werkbedrijven De ronde tafel heeft volgende consensus bereikt mbt de hoofdopdrachten van een WB: het creëren van betaalde kwaliteitsvolle tewerkstelling op maat van de doelgroepwerknemer; het begeleiden en ondersteunen van de doelgroepwerknemer bij de tewerkstelling; het cultiveren of faciliteren en coachen van competentieontwikkeling van de doelgroepwerknemer met het oog op een optimale loopbaanontwikkeling (en indien mogelijk doorstroom binnen de sociale economie en/of reguliere arbeidsmarkt). Deze taken kunnen zowel binnen als buiten de muren van het maatwerkbedrijf verwezenlijkt worden. Het beleid van het maatwerkbedrijf dient gericht te zijn op een stabiele bedrijfseconomische toestand waarbij het bedrijfseconomische in functie staat van het realiseren van de hierboven beschreven taken. Volgens de minister moet het accent liggen op de tewerkstelling als middel om de capaciteiten en competenties van DGWN te verhogen en te maximaliseren. Op welke manier kan de realisatie van deze doelstelling opgevolgd worden. Welke instrumenten geven garantie dat er gewerkt wordt aan de ontwikkeling van competenties van elke individuele werknemer. Door wie en hoe moet dit opgevolgd worden. Tijdens de Ronde Tafel werd volgende consensus bereikt. Het bedrijfseconomische beleid van de maatwerkbedrijven dient in functie te staan van hun taken. Dit betekent onder andere dat de opbrengsten van de maatwerkbedrijven ook dienen aangewend te worden in functie van het verwezenlijken van deze taken. Een stabiele bedrijfseconomische situatie is een basisvoorwaarde om de hierboven beschreven taken in het maatwerkbedrijf te kunnen realiseren. Het komt de overheid toe criteria voor een stabiele bedrijfseconomische situatie op te nemen in de regelgeving. De overheid dient ook mechanismen uit te werken die haar de mogelijkheid geeft in te grijpen wanneer die situatie niet zo is of wanneer het maatwerkbedrijf er praktijken op na houdt die niet stroken met bovenstaande visie op de rol van het bedrijfseconomische. Wat dit laatste betreft stellen de vakbonden voor een regeringscommissaris aan te stellen in de RvB van de onderneming indien de zaken niet lopen zoals ze moeten lopen. Op welke manier kan een overheid ingrijpen indien er problemen (van economische of sociale aard) zijn in de onderneming. Welke mechanismen en procedures moeten gevolgd worden door de overheid.

5 Synthese van de bevraging bij de leden van SST Doelgroepomschrijving Geef een opsomming van de doelgroepen die tewerkgesteld kunnen worden in een werkbedrijf. Welke mechanismen moeten ingebouwd worden opdat de werkbedrijven zich prioritair zouden richten tot de bestaande doelgroepen. Huidige doelgroep is prioritair. Aanvullen met kansengroepen: alternatief gestraften, stageplaatsen deeltijds onderwijs, arbeidszorg, werkervaring, jeugdwerklozen, De tewerkstellingsmaatregelen beter op elkaar afstemmen - Vb: indien een persoon na een wep+ niet geschikt is voor een tewerkstelling in het NEC, moet de persoon sneller kunnen starten in een SW. Wep+, 6 maand werkloos: toegangsticket WB - Vb: indien een persoon na art 60 niet geschikt is voor een tewerkstelling in het NEC, moet de persoon sneller kunnen starten in een WB Quota om verdringing tegen te gaan: de oorspronkelijke doelgroep aanvullen met een specifiek percentage andere groepen uit de kansengroepen Koppeling maken met de aanwezigheid van doelgroepen in de regio Subsidiëring Hoe kunnen we de contingentering op een beheersbare manier (voor de overheid) doorbreken? Groei is een economisch gegeven Groeirecht vrijwaren (opletten met percentages want nadelig voor kleinere WB) Open geplafonneerd systeem: permanente call op basis van een ondernemingsplan gekaderd in een lange termijnplanning Aanwervingsperiode: 6 maand verlengen Wie inkrimpt moet zijn contingent teruggeven aan de pot Toeleiding Op welke manier kunnen we het flessenhalseffect bij de toeleiding vermijden. Maw op welke manier moet de screening van de personen gebeuren. Is dit op basis van objectieve criteria, is dit op basis van een multidisciplinair onderzoek, is dit op basis van sociale en medische verslagen van welzijns- en gezondheidsinstanties, Hoe kunnen we de trajectmatige aanpak inbouwen in het systeem. Maw op welke manier kan de rugzak geëvalueerd worden? Door wie moet dit gebeuren? Op welke periode moeten de rugzakken geëvalueerd worden? Op welk niveau moeten de rugzakken geëvalueerd worden,? Toeleider: VDAB ism partners in de werkwinkels

6 Kwaliteitsvolle toeleiding: pluspunt als de kandidaat werknemer gescreend is door de toeleider op motivatie en interesse. Slaagkansen op een succesvolle tewerkstelling zijn hoger. Op dit moment is de recrutering en opvolging door VDAB zwak. Toeleiding laagdrempelig en snel (max. 1 maand). Op basis van objectieve criteria. Na 1 jaar evalueren en de rugzak aanpassen (=screening op de werkvloer, on the road), daarna om de 5 jaar. Wanneer je een vacature hebt, moet je direct kunnen invullen (kandidaten toegeleid krijgen). Zoniet vergroot dit de werkdruk op de andere werknemers. Evaluatie: ook de werkgever moet inbreng kunnen doen. Objectieve criteria (achterstellingsfactoren) leeftijd, gezinssituatie, werkloosheidsduur, financiële situatie (budgetbegeleiding, schulden), sociaal verslag, justitieel verleden, instellingsverleden, verslavingsproblematiek, laaggeschoold Specifiek voor allochtonen: taal, geen bruikbaar diploma, geen werkritme omwille van vluchtelingenproblematiek Wie niet voldoet aan de objectieve criteria kan een kwalitatieve screening doorlopen om alsnog in aanmerking te komen. Externe toeleiding maar aanwervingsvrijheid bij de WB Werken aan doorstroming kan op voorwaarde dat mensen garantie hebben op terugkeer naar hun oorspronkelijke WB. Ook stagemogelijkheden inbouwen is noodzakelijk. Trajectplan opstellen tussen VDAB-WB-WN: 1 jaar werken aan doorstroom met afbouw van subsidie Voorwaarden erkenning werkbedrijven Op welke manier kan de realisatie van deze doelstelling opgevolgd worden. Welke instrumenten geven garantie dat er gewerkt wordt aan de ontwikkeling van competenties van elke individuele werknemer. Door wie en hoe moet dit opgevolgd worden. Controle door de overheid op de kwaliteit van werking: deskundige begeleiding, vorming en opleiding, Geen bureaucratie: niet enkel papier, opvolging door aanwezigheid op de werkvloer Indicatoren worden bepaald door de overheid. Als WB bepaal je zelf hoe je deze indicatoren realiseert. Overheid kan ook niet opleggen hoe je dit aantoont. Sociale iso-norm Evaluatie door projectadviseur Erkenning is gekoppeld aan voorwaarden, en kan je dus ook kwijtspelen Voorstander van een goede opvolging (houdt ons alert) Jaarlijks rapport van commissaris voor de Vlaamse Administratie (cfr. kringloop) Coachen op sterktes en zwaktes van medewerkers: niet selecteren op sterktes en zwaktes Begeleidingsnorm Qbegeleiders Veel aandacht voor opleiding en vorming (blijvend leren, ontwikkeling van mensen) Competentiemanagement HeRMAN Behoud van de job voor de allerzwaksten kan ook een volwaardig streefdoel zijn. Werk op maat

7 Op welke manier kan een overheid ingrijpen indien er problemen (van economische of sociale aard) zijn in de onderneming. Welke mechanismen en procedures moeten gevolgd worden door de overheid. Eenvormig boekhoudsysteem + éénvormige interpretatie Indien bedrijf in alarmzone, verplichte ondersteuning vanuit adviesbureau Revisor Meer middelen voor managementsondersteuning: pro-actief beleid WB moeten sneller kunnen inspelen op nieuwe marktniches Voorstel vakbonden (regeringscommissaris) is schieten met een kanon op een mug Krachten bundelen: mogelijkheid tot het inhuren van professionele jobcoaches (niet steeds betaalbaar door individuele WB), lessen Nederlands voor niet-nederlandstaligen samen organiseren met enkele WB maakt het goedkoper, Rugzak: Werken aan ontwikkeling van mensen staat centraal!!! Subsidiesysteem moet afgestemd zijn op de doelstelling: tewerkstelling van kansengroepen. De keuze van activiteiten wordt bepaald door de doelgroepen die je aanwerft. WB gaan op zoek naar geschikte activiteiten voor de kansengroepen in de WB. Er moeten dan ook middelen zijn voor begeleiders en jobcoaches, opleidingsbudgetten, opleidingsuren,, afhankelijk van de deeldoelgroep zwaarte van de rugzak bepalen, max. 5 rugzakken