Algemene vergadering Westhoekoverleg Diksmuide, 21 november 2014

Transcriptie

1 Algemene vergadering Westhoekoverleg Diksmuide, 21 november 2014 Aanwezig: G. Liefooghe (Burgemeester Alveringem), A. Vanheste (Burgemeester De Panne), L. Laridon (Burgemeester Diksmuide), M. Lewyllie (Burgemeester Heuvelland), A. Vansteenkiste (Burgemeester Houthulst), J. Durnez (Burgemeester Ieper), P. Lansens (Burgemeester Koekelare), M. Vanden Bussche (Burgemeester Koksijde), A. Wyffels (Burgemeester Langemark-Poelkapelle), L. Morlion (burgemeester Lo-Reninge), S. Evrard (Burgemeester Mesen), R. Crabbe (Burgemeester Nieuwpoort), C. Dejaegher (Burgemeester Poperinge), P. Roose (Burgemeester Veurne), Y. Casier (Burgemeester Wervik), D. Cardoen (Burgemeester Zonnebeke), D. Hoet (Coördinator Westhoekoverleg Verontschuldigd: T. Vancoillie (Burgemeester Kortemark), S. Mourisse (Burgemeester Vleteren). G. Decorte (Gedeputeerde), G. Sanders (Algemeen directeur West-Vlaamse Intercommunale), N. De Roo (wvi), Aanwezig voor punt 4: Robert Van Praet en Geert Depotter VERSLAG 1. Goedkeuring verslag algemene vergadering 17 oktober Verslag 2. Werking Westhoekoverleg 2.1. Goedkeuring jaarverslag Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel 2013 Vanaf 2013 dient het jaarverslag van de IVWP door de gemeenteraden van de Westhoek te worden goedgekeurd. Jaarverslag Het jaarverslag 2013 wordt goedgekeurd. Het jaarverslag wordt samen met een ontwerp van gemeenteraadsbesluit ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd Begraafplaats Westhoekers Neuville-sous-Montreuil: verdere aanpak De begraafplaats is er gegroeid omdat ze in de nabijheid van een kinderkolonie en opvang van ouderlingen lag. Tevens was dit in de nabijheid van de grootste Chartreuseabdij van Noord Frankrijk. De kolonie was vele malen groter dan de gemeente, waardoor er een moeilijke verhouding met de lokale gemeenschap groeide. Westhoekoverleg kiest voor een gedenkteken, geen gedenkplaat. Voorafgaand zal een plaatsbezoek worden georganiseerd. Geïnteresseerden voor dit plaatsbezoek zijn de burgemeesters van Diksmuide, Mesen, Lo-Reninge en De Panne. Aantal slachtoffers per gemeente geldt als verdeelsleutel voor de financiering van het gedenkteken. Er dient gezocht te worden naar een Kunstenaar die dit kan opmaken? (Willem Vermandere, Orbi, )

2 2.3. Kennisname Leaderstrategie Westhoek De algemene vergadering neemt akte van de ontwerptekst Leader Westhoek: Ontwikkelingsstrategie zoals uitgedeeld voor de vergadering. Deze tekst zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de plaatselijke groep op 15 dec Hier zal definitief goedkeuring worden verleend aan het document Burgemeestersconvenant Nota De algemene vergadering neemt akte van de toelichtende nota intergemeentelijk samenwerken in de Westhoek in het kader van het burgemeestersconvenant. De financiële inspanningen die in het geval van de lichte vorm van samenwerken door de gemeenten moeten worden geleverd is als volgt: opmaak plan 8.820, opvolging & monitoring 444, , , , , totaal: ,00 Gemeenten die zullen samenwerken: 1. Langemark-Poelkapelle; 2. Poperinge; 3. Diksmuide; 4. Kortemark. Gemeenten die overwegen om samen te werken: 5. Houthulst; 6. Lo-Reninge; Gemeenten die overwegen om NIET in te tekenen: 7. Zonnebeke; 8. Mesen; 9. Koekelare; Gemeenten die individueel zullen intekenen: 10. Koksijde. Het DB wordt verzocht de gemeenten verder bijeen te brengen teneinde met een cluster van gemeenten te kunnen intekenen op deze convenant. 3. Brandweerhervorming 3.1. Opvolging BOC van 18 november 2014 Terechte opmerking van de vakbonden m.b.t. het ontbreken van maaltijdcheques en hospitalisatieverzekering. Geen opmerkingen m.b.t. het organogram het administratief statuut en de bezoldigingsregeling voor: het operationeel personeel Zie bijlage 1 Administratief Statuut Art. 36 Voorwaarde m.b.t. 8 km wordt behouden.

3 Art. 38 De bijkomende proef in de vorm van een praktische proef voor kapitein moet worden toegevoegd, dit bv. bestaan uit een schriftelijke proef. Fysische proeven worden sowieso afgenomen. Art. 41 / voorstel pag. 4 wordt aanvaard. Art bijkomende dag wordt toegekend. Art. 206 De interne afspraak in de zone via het zonecollege moet garanderen dat dit enkel voor het geven van bloed e.d.m. wordt toegepast. Bezoldigingsregeling Art. 32 Akkoord met voorstel nieuwe tekst. Art. 38 Akkoord met voorstel voor reglement diplomavergoeding. Voorstel voor vergoeding uit te werken in het reglement: 5% ambulancier 3% brandweerdiploma, en andere gerelateerde diploma s. Art. 40 Vergoeding voor zaterdagprestatie wordt niet opgetrokken tot 50% Opleiding en oefening valt hier niet onder. 25% wordt behouden. In relatie tot extra vakantiedag, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, echter deze zaken gelden voor beroeps. Vergoeding voor zaterdag en zondagprestaties voor vrijwilligers wanneer ze net wel beschikbaar zijn, zijn eigenlijk de wereld op zijn kop. Art. 45 Maaltijdcheque aan 4 euro, minimale bijdrage werknemer. Fietsvergoeding: 0,15 euro, geen beperking op het aantal verplaatsingen per dag, minimale afstand 1 km. Hospitalisatieverzekering: aansluiting bij RSZPPO, basis. Erkentelijkheidspremie is via Gouverneur. het ambulancepersoneel dat geen brandweerman is Zie bijlage 2 Geen opmerkingen bij de tekst. het administratief personeel Zie bijlage akkoord met de tekst zoals voorgesteld. 25. tussenkomst van 25% voor bus of tram. 26. akkoord met voorstel. 27. akkoord met voorstel. Nota werken met vrijwilligers voor de ambulancedienst niet behandeld overige punten van de bespreking Geen opmerkingen afspraken voor verderzetting bespreking in het BOC van de statuten (afronden met de huidige voorzitter) Geen opmerkingen afspraken voor startvergadering HOC met de nieuwe voorzitter Geen opmerkingen Aanstelling van een bijzonder rekenplichtige vanaf 1/01/2015 tot de aanstelling van de bijzonder rekenplichtige na procedure OCMW ontvanger Poperinge is kandidaat. Detachering vanaf 1 dec. is aangewezen. Procedure tot definitieve aanstelling zal verder lopen, zodanig dat de definitieve aanstelling zo snel mogelijk in 2015 kan gebeuren Afspraken rond verdere samenwerking met gemeentelijke diensten, in het bijzonder de personeelsdiensten

4 De uitbetaling van de lonen zal tijdelijk in 2015 nog gebeuren via de gemeenten, in afwachting van de aanstelling van een sociaal bureau. Bestelbonnen moeten in principe binnen het jaar door de gemeente worden verrekend. Dus een overdracht van bestelbonnen naar de zone is in principe niet aan de orde, gegeven de regels inzake BBC. Investeringen kunnen wel worden overgedragen, en lopende verbintenissen blijven ten laste van de gemeente, indien deze door de gemeente werden aangegaan. Onderhoud van gebouwen komt in principe ten laste van de zone. Overdracht uren naar de volgend jaar: maximaal 70u over te dragen naar Voorstel budget 2015 Budget Ter kennisgeving. Geen opmerkingen. 4. Varia 2 januari 2015 om 18u Zoneraad, installatievergadering, Esenkasteel. Verslag: Dieter Hoet

5 Bijlage 1 Nota voor het BOC Hulpverleningszone IV Vergadering van dinsdag 2 december 2014 West-Vlaanderen Datum: 18/11/2014 O/ referte: per/gd Betreft: vaststelling ontwerptekst van het reglement betreffende de aanvullende bepalingen van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de zone Westhoek aangepast na BOC van 18/11/2014 I. Inleiding De KB s betreffende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones zijn verschenen in het Belgisch staatsblad van 1/10/2014. In een FAQ wordt geantwoord dat de bepalingen van de KB s niet mogen gekopieerd worden in het zonale reglement. Enkel waar een vrijheid wordt gegeven aan de zone om eigen bepalingen op te nemen kan de zone dit doen in aparte reglementen of in 1 reglement. De onderlijnde tekst bevat het voorstel van eigen invulling voorafgaand aan bespreking in het BOC van 18 november Na de bespreking in de vergadering van het BOC van 18 november 2014 wordt commentaar, de opmerkingen in het verslag en eventueel een nieuwe tekst in vette druk weergegeven. II. Het administratief statuut Art. 4. De raad bepaalt de toepassingsmodaliteiten van de in dit statuut vastgelegde regels. Art e & 6 e lid. De raad kan, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in zijn reglement, bij de benoeming van het vrijwillig personeelslid, een woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting opleggen door middel van een beslissing gemotiveerd in functie van de operationele organisatie van de zone. Indien de raad in een woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting voor de vrijwillige personeelsleden in zijn reglement voorziet, moet hij tevens bepalen onder welke voorwaarden afgeweken kan worden van deze verplichting. Bij de benoeming van het vrijwillig personeelslid moet deze voldoen aan de woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting die inhoudt dat het vrijwillig personeelslid in een straal van 8 km in vogelvlucht van de brandweerpost waartoe hij behoort dient te wonen. Van deze woonplaatsverplichting kan worden afgeweken na goedkeuring door het college op advies van de zonecommandant als: - voor de overgang van zijn post naar de hulpverleningszone het vrijwillig personeelslid reeds een afwijking op zijn woonplaatsverplichting heeft verkregen in de brandweerpost waartoe hij behoorde; - het vrijwillig personeelslid tewerkgesteld is in een straal van 4 km van de brandweerpost waartoe hij behoort en dat hij, mits een voorafgaande toestemming van zijn werkgever, die aan het college moet worden bezorgd, zijn werkpost mag verlaten voor dringende oproepen; - het vrijwillig personeelslid reeds lid was van één van de samengevoegde posten wanneer brandweerposten worden samengevoegd. Art. 37. i.v.m. aanwerving brandweerman: De raad bepaalt, in een reglement, de inhoud van de bijkomende proef en de samenstelling van de jury. De praktische organisatie van het vergelijkend examen kan door de raad toevertrouwd worden aan een opleidingscentrum voor civiele veiligheid. Behoudens wanneer specifieke bepalingen werden vastgelegd in een reglement betreffende de inhoud van de bijkomende proef en/ of van de samenstelling van de jury

6 geldt de volgende samenstelling van de jury en is er een bijkomende praktische proef over manuele basisvaardigheden: 1 de commandant of een postoverste, als voorzitter van de jury; hij kan zich laten vervangen door een officier van de zone; 2 een officier; 3 Een onder-officier; 4 een secretaris, zonder recht op vraagstelling of beoordeling, De leden en de secretaris van de examencommissie worden nominatief door het college aangesteld op voordracht van de zonecommandant. De examencommissie kan geldig beraadslagen wanneer de helft van de beraadslagingsgerechtigde leden aanwezig is. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen. De raadsleden, de leden van het college en de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het examen aanwezig zijn. Zij mogen niet aanwezig zijn bij het kiezen van de vragen en het delibereren over de uitslag van de examens. De examencommissie maakt een lijst op van de geslaagde kandidaten in de orde van het behaalde resultaat. In het BOC werd een opmerking gemaakt over de bijkomende proef. Voorstel behouden en ongewijzigd laten. Art. 38. i.v.m. aanwerving van een kapitein De raad bepaalt, in een reglement, de inhoud van de bijkomende proef en de samenstelling van de jury. De praktische organisatie van het vergelijkend examen kan door de raad toevertrouwd worden aan een opleidingscentrum voor civiele veiligheid. Behoudens wanneer specifieke bepalingen werden vastgelegd in een reglement betreffende de inhoud van de bijkomende proef en/ of van de samenstelling van de jury geldt de volgende samenstelling van de jury en is er geen bijkomende proef: 1 de zonecommandant, als voorzitter van de jury; hij kan zich laten vervangen door een officier van minstens de graad van kapitein; 2 een postoverste, hij kan zich laten vervangen door een officier van minstens de graad van kapitein; 3 Een officier van minstens de graad van kapitein; 4 een secretaris, zonder recht op vraagstelling of beoordeling. De leden en de secretaris van de examencommissie worden nominatief door het college aangesteld op voordracht van de zonecommandant. De examencommissie kan geldig beraadslagen wanneer de helft van de beraadslagingsgerechtigde leden aanwezig is. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen. De raadsleden, de leden van het college en de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het examen aanwezig zijn. Zij mogen niet aanwezig zijn bij het kiezen van de vragen en het delibereren over de uitslag van de examens. De examencommissie maakt een lijst op van de geslaagde kandidaten in de orde van het behaalde resultaat. In het BOC werd een opmerking gemaakt over het ontbreken van een bijkomende proef zoals bij de aanwerving van een brandweerman. Voorstel om in te gaan op de vraag, maar wel met een bijkomende schriftelijke proef. Art. 39. De raad bepaalt de theoretische en praktische vorming die door de stagiair gevolgd wordt in de dienst. Deze regeling zal uitgewerkt worden in een apart vormingsplan. Art. 41. De raad kan beslissen dat de beroepsstagiair zijn brevet ambulancier moet behalen en vermeldt dit desgevallend in de oproep tot kandidaten.

7 De raad kan beslissen dat de vrijwillige stagiair zijn rijbewijs C of C1 en/of zijn brevet ambulancier moet behalen en vermeldt dit desgevallend in de oproep tot kandidaten. Er is een verplichting tot het volgen van de cursus brevet ambulancier door de beroepsstagiair en om te slagen in de proeven. Het vrijwillig personeelslid kan de toelating krijgen om de cursus ambulancier te volgen. Het volgen van deze cursus moet vooraf worden goedgekeurd, na advies van de postoverste, door de zonecommandant die hiervoor delegatie krijgt van de zoneraad. Zie verslag BOC: Bij art. 41 verwijst het VSOA eveneens naar art. 302 waarin het ontslag van ambtswege wordt uitgesproken door de raad o.a. wanneer het personeelslid niet langer aan een aanwervingsvoorwaarde voldoet die vastgelegd is in de art. 37 en 38 of een benoemingsvoorwaarde als vermeld in art. 41 voor zover deze benoemingsvoorwaarde nog steeds noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Zij wijzen erop dat de ingeschreven bepaling inhoudt dat een personeelslid levenslang moet blijven voldoen aan de vereiste van het brevet van ambulancier. Zij menen dat dit voor een aantal medewerkers niet haalbaar zal zijn en vragen om criteria (leeftijd, dienstanciënniteit, graad, ) uit te schrijven waardoor een operationeel personeelslid-ambulancier kan afzien van de bijscholing voor ambulancier, hierdoor dus deze functie niet meer kan uitoefenen, maar binnen een juridisch kader verder tewerkgesteld kan blijven met het behoud van zijn functie van brandweerman- in zijn graad. De voorzitter vreest dat een dergelijke bepaling tot een gestructureerde uitstap uit de ambulancetaak zal leiden omdat er nu reeds een attitude is bij de vaste brandweerlieden dat ambulance niet hun keuze was, maar wordt opgedrongen als hoofdtaak. Het VSOA wijst op de psychische belasting die de ambulancier ondergaat en die vele jaren meegedragen wordt tot het pakket te groot wordt om dragen wat een vervroegde uitstap uit het werk van ambulancier wenselijk maakt. Dit is een persoonlijke keuze van de ambulancier en diegene die zich tot de pensionering competent voelt om door te werken als ambulancier heeft dit recht. De voorzitter stelt duidelijk dat hij ambulanciers nodig heeft voor zijn ambulancewerking en niet voor andere bijkomstige taken. Het afhaken van ambulanciers die dan een andere taakinvulling moeten krijgen is een slechte zaak en drijft de kostprijs van de werking van de zone op. Het ACV OD meent dat individuele situaties op een genuanceerde manier moeten kunnen benaderd worden en vraagt eveneens aandacht voor een aanpassing van dit artikel. Het ACOD sluit zich aan bij de vraag. Nieuw voorstel: Art Het ontslag van ambtswege wordt uitgesproken door de raad wanneer het personeelslid: 1 niet langer aan een aanwervingsvoorwaarde voldoet die vastgelegd is in de artikelen 37 en 38 of een benoemingsvoorwaarde als vermeld in artikel 41 voor zover deze benoemingsvoorwaarde nog steeds noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie; Wat betreft de benoemingsvoorwaarde van het bezit van het brevet van ambulancier wordt deze niet langer beschouwd als een vereiste wanneer het personeelslid bevorderd werd tot de graad van luitenant of voldoet aan de voorwaarden voor wedertewerkstelling voorzien in art. 111,2 a) en b) cumulatief. Dit is a) de leeftijd van zesenvijftig jaar bereikt hebben; b) beschikken over vijftien jaar anciënniteit als beroepspersoneelslid met een operationele graad; Art. 71. De raad organiseert de mobiliteitsproef. Deze proef test de motivatie, de inzetbaarheid en de overeenstemming van de kandidaat met de functiebeschrijving. De raad legt in een reglement de inhoud van de proef en de samenstelling van de examenjury vast.

8 Voor een graad uit het basiskader wordt de regeling van artikel 37 toegepast. Voor een hogere graad wordt de regeling van artikel 38 toegepast, waarbij tot en met de graad van luitenant een bijkomende praktische proef over manuele basisvaardigheden wordt opgelegd. Het BOC formuleert dezelfde opmerking als bij art. 37 Art. 93. De raad organiseert de professionaliseringsproef. Deze proef test de motivatie, de inzetbaarheid en de overeenstemming van de kandidaat met de functiebeschrijving. De raad legt in een reglement de inhoud van de proef en de samenstelling van de examenjury vast. Voor een graad uit het basiskader wordt de regeling van artikel 37 toegepast. Voor een hogere graad wordt de regeling van artikel 38 toegepast, waarbij tot en met de graad van luitenant een bijkomende praktische proef over manuele basisvaardigheden wordt opgelegd. Het BOC formuleert dezelfde opmerking als bij art. 37 Art De raad kan beslissen maximum twee aanvullende jaarlijkse verlofdagen toe te kennen per jaar. (Er worden geen aanvullende verlofdagen toegekend). Reeds in de vorige bespreking werd dit punt voor toegeving vatbaar verklaard. Hier een beslissing nemen. Nieuw voorstel: De raad kent één of twee aanvullende jaarlijkse verlofdagen toe per jaar. Art De raad stelt de modaliteiten vast van een eventuele overdracht van verlofdagen naar het volgende jaar. Deze overdracht is maximaal één jaar geldig. Het beroepspersoneelslid mag maximaal 10 dagen van zijn jaarlijkse verlofdagen overdragen naar het volgend jaar. Het overgedragen saldo moet opgenomen zijn tegen 31 maart. Het deeltijds personeelslid mag maximaal 10 dagen pro rata zijn prestatiebreuk overdragen. Art De raad kan in bijkomende dienstvrijstellingen voorzien. Voorstel de volgende tekst bij de voegen op vraag vakbonden: Art Het personeelslid kan maximaal tien keer per jaar dienstvrijstelling krijgen op de dag waarop het bloed, plasma of bloedplaatjes geeft. De dienstvrijstelling geldt voor de tijd die nodig is voor de gift waarin inbegrepen de tijd die naargelang het geval nodig is voor de verplaatsing (ten hoogste 2 uur) naar en van het afnamecentrum. De commandant of zijn vervanger kan deze dienstvrijstelling weigeren om dienstredenen. III. De bezoldigingsregeling Art. 3. De modaliteiten voor terugbetaling van de reis- en verblijfskosten Artikelen 240 tot 245 van het administratief en geldelijk statuut van het administratief personeel zoals vastgesteld door de raad, zijn van toepassing. Art. 8. Betaling van de wedde De volgende tekst wordt bijgevoegd: Wanneer het maandsalaris niet volledig verschuldigd is, wordt de werkwijze van het federale personeelsstatuut toegepast, nl. jaarwedde vermenigvuldigd met het aantal gepresteerde werkdagen in de maand gedeeld door aantal te presteren werkdagen in de volledige maand gedeeld door twaalf waarbij als werkdag tellen alle dagen behalve zaterdag en zondag, ook de feestdagen als ze niet op zaterdag of zondag vallen worden als werkdagen beschouwd. Het BOC vraagt om de formule aan te passen naar 30-sten en de voorzitter gaat erop in.

9 Nieuwe tekst: Wanneer de indiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid zoveel dertigsten van de maandwedde als er nog dagen zijn, te rekenen van en met de dag van indiensttreding. Wanneer een uitdiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid zoveel dertigsten van de maandwedde als er dagen gepresteerd werden. Art. 31. Er werd op provinciaal niveau afgesproken om te wachten op een aangepast KB van 20/06/1994. Dit KB bepaalt dat het facultatief is om een diplomavergoeding van fr of fr toe te kennen. Het geniet de voorkeur om i.p.v. een diplomavergoeding een specialisatievergoeding toe te kennen. Momenteel kunnen we de volgende tekst inschrijven. De toekenning van een diplomatoelage is facultatief en wordt vastgesteld in een reglement door de raad goed te keuren. OVEREENSTEMMING OP PROVINCIAAL NIVEAU : nog verder te bespreken. Wachten met inschrijven. Het BOC vraagt om de woorden is facultatief te schrappen, de voorzitter laat dit aanpassen. Nieuwe tekst: De toekenning van een diplomatoelage en wordt vastgesteld in een reglement door de raad goed te keuren. Art. 32. Prestatievergoeding De minimale vergoeding voor een prestatie die geleverd wordt in het kader van een dringende oproep, stemt overeen met die welke verschuldigd is voor twee prestatie-uren. Ieder begonnen uur wordt volledig vergoed. De minimale vergoeding voor een prestatie die geleverd wordt niet in het kader van een dringende oproep stemt overeen met die welke verschuldigd is voor één prestatie-uur. Duurt de prestatie langer dan één uur dan wordt de werkelijke prestatieduur vergoed. Deze regeling voor dringende en niet-dringende oproepen zal ook gehanteerd worden voor de vaste brandweerlieden (in de uren opt-out). Zie verslag BOC Bij artikel 36 vinden de vakbonden de voorgestelde vergoeding voor de vaste medewerkers die gelijk is aan deze voor de vrijwilligers eigenaardig. Temeer omdat zij het standpunt innemen dat slechts de werkelijke arbeidsduur geteld mag worden voor de uren opt-out. De voorzitter neemt de opmerking mee. Nieuwe tekst: Voor de vaste brandweerlieden die een dringende oproep beantwoorden wordt steeds de minimale vergoeding van 1 uur toegepast en wordt ieder begonnen uur volledig vergoed. Art. 38. Diplomavergoeding: is verplichting, geen specialisatiepremie? Wachten met inschrijven. (De diplomatoelage wordt bepaald op 3% voor het eerste diploma en 1% voor elk volgende diploma of brevet en wordt toegekend aan het vrijwillig personeelslid dat één of meer van de titels bezit zoals bedoeld in het enig artikel van het ministerieel besluit van 15 maart 1995 tot vaststelling van de diploma s, brevetten en getuigschriften die in aanmerking komen voor het toekennen van een diplomatoelage aan sommige personeelsleden van de brandweerdiensten.) Nieuwe tekst: De toekenning van een diplomavergoeding wordt vastgesteld in een reglement door de raad goed te keuren. Art. 40. Toelage voor onregelmatige prestaties

10 4. De raad bepaalt dit percentage bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut op 25% voor dringende oproepen en op 1% voor niet dringende oproepen. 5. De raad bepaalt dit percentage bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut op 25% voor dringende oproepen en op 1% voor niet dringende oproepen. 6. De raad bepaalt dit percentage bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut op 100% voor dringende oproepen en op 1% voor niet dringende oproepen. dringende oproep GEEN DRINGENDE OPROEP (wachtdienst, oefeningen, vergaderingen, ook wespenbestrijding, ) nachtprestaties 25% 1% zaterdagprestaties 25% 1% zondagprestaties 100% 1% N.B.: op provinciaal niveau was afgesproken: NP 25%; ZatP 25% en ZonP 50%; De toelagen worden berekend op basis van de werkelijk uitgevoerde prestatie-uren, afgerond op het hogere uur. Vb. zondagprestatie: een oproep van 00:45 wordt vergoed als een prestatie van 2 u (zie art. 36) en de toelage wordt berekend op 01:00, dit is 3 u totale vergoeding. Vb. zondagprestatie: een oproep van 01:15 wordt vergoed als een prestatie van 2 u (zie art. 36) en de toelage wordt berekend op 02:00, dit is 4 u totale vergoeding. Zie verslag BOC dit punt was reeds voor toegeving vatbaar Bij artikel 40 maken de vakbonden een bedenking bij de toeslag van 25% voor de zaterdag. Het ACV OD stelt concreet voor dat dit zou worden verhoogd tot 50%. Nieuwe tekst: 5. De raad bepaalt dit percentage bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut op 50% voor dringende oproepen en op 1% voor niet dringende oproepen. Art Toekenning van een wachtvergoeding thuis voor specifieke opdrachten (vb. ambulance op 5 minuten). 8. Het vrijwillig personeelslid dat de opdracht aanvaardt om thuis wachtdienst te verzekeren krijgt hiervoor een uurvergoeding van 0,62 euro à spilindex 138,01. Een interventie schorst de wachtvergoeding niet. Deze bepaling wordt niet aanvaard door de brandweerinspectie. Art. 45. Ter aanvulling verschillende vergoedingen of sociale voordelen Er wordt momenteel geen invulling gegeven aan vb. fietsvergoeding, maaltijdcheques of hospitalisatieverzekering dit omwille van de onzekere budgetaire uitkomst van de nieuwe zonewerking. Zie verslag BOC De vakbonden wensen bij artikel 45 de invulling te kennen van de sociale voordelen omdat dit een element vormt bij de keuze die het personeelslid kan maken over zijn geldelijk statuut. Zij wensen dat ook de nieuwe personeelsleden die in dienst zullen treden evenwaardige vergoedingen zullen ontvangen. Nieuw voorstel zie aparte tekst. Art. 46. Erkentelijkheidspremie : voorstel voor de provincie door de gouverneur afwachten.

11 Bijlage 2 Ontwerp voor BOC Hulpverleningszone IV Vergadering van dinsdag 2 december 2014 West-Vlaanderen Datum: 18/11/2014 O/ referte: per/gd Betreft: ontwerptekst van de aanvullende zonale bepalingen van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het ambulancepersoneel dat geen brandweerman is - aangepast na BOC van 18/11/2014 IV. Inleiding De ambulanciers die geen brandweerman zijn vormen een aparte categorie en krijgen een eigen administratief statuut en bezoldigingsregeling die zeer nauw aansluit bij deze van het operationeel (brandweer-)personeel. In het KB wordt reeds voor heel wat onderwerpen verwezen naar het statuut voor het operationeel personeel. Alle voorstellen van het statuut van het operationeel personeel worden overgenomen en hierna volgen enkel de bepalingen die uitsluitend gelden voor deze personeelscategorie. De onderlijnde tekst bevat het voorstel van eigen invulling voorafgaand aan bespreking in het BOC van 18 november Na de bespreking in de vergadering van het BOC van 18 november 2014 wordt commentaar, de opmerkingen in het verslag en eventueel een nieuwe tekst in vette druk weergegeven. V. Inhoud 1. In art kan de raad door middel van een beslissing gemotiveerd in functie van de operationele organisatie van de zone, een woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting opleggen waaraan het vrijwillig personeelslid dient te voldoen op het ogenblik van zijn benoeming. Voorstel: geen verplichting opleggen. 2. In art in verband met de aanwerving van een hulpverlener-ambulancier kan het vergelijkend examen eveneens een bijkomende proef omvatten. De raad bepaalt, in een reglement, de inhoud van de bijkomende proef en de samenstelling van de jury. Voorstel: zoals voor de aanwerving van brandweerman; bijkomende proef is een praktische test omtrent de basishandelingen van eerste hulpverlening. 3. In art moet de toelage voor onregelmatige prestaties worden vastgelegd. Nu werd voorgesteld om dit op dezelfde manier in te vullen als voor de vrijwillige brandweermannen. Er werd hierover de volgende opmerking gemaakt in het BOC: Het VSOA wijst erop dat dezelfde regeling voor de toekenning van buitengewone prestaties zoals voor de vrijwilligers van toepassing is op de statutaire ambulanciers. Zij krijgen echter geen operationaliteitspremie. Dit houdt in dat het weekendwerk voor hen weinig extra vergoeding meebrengt. - Nieuw voorstel: dezelfde bepalingen als voor het administratief personeel Art Naast de inhaalrust opgelegd door de arbeidstijdwetgeving krijgt het personeelslid: 1 per uur nachtprestaties tussen 22 uur en 6 uur: één kwartier extra inhaalrust

12 2 per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zondag of een feestdag: een uur extra inhaalrust Voor arbeid op een feestdag voorziet de arbeidstijdwet ook in betaalde inhaalrust. 3 per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zaterdag: één kwartier extra inhaalrust Voor het vrijwillige ambulancepersoneel blijft de eerdere bepaling wel van toepassing.

13 Bijlage 3 Nota voor het BOC Hulpverleningszone IV Vergadering van dinsdag 2 december 2014 West-Vlaanderen Datum: 18/11/2014 O/ referte: per/gd Betreft: vaststelling ontwerptekst van het administratief en geldelijk statuut van het administratief personeel van de zone Westhoek VI. Inleiding In de wet van 15 mei 2007 bepaalt artikel 105 dat het administratief personeel van de zone is samengesteld uit vastbenoemde en/ of uit contractuele ambtenaren. De zone legt het administratief en geldelijk statuut van haar administratief personeel vast in een besluit van de raad. In het voorliggend ontwerp van statuut wordt maximaal verwezen naar het statuut van het operationeel personeel van de zone. Deze keuze wordt ingegeven door de wens om enerzijds de personeelsadministratie zo eenvormig mogelijk te houden, ook naar het implementeren van software, en anderzijds de verschillen tussen personeelscategorieën zo minimaal mogelijk te houden. Bijvoorbeeld hoe kan je uitleggen dat een brandweerman geen bet aalde feestdag krijgt voor 11 juli en een administratief medewerker wel? Er ontstaat op deze manier wel een breuk met de rechtspositieregeling (RPR) van het gemeentepersoneel. De gemeentelijke RPR is wel de noodzakelijke basis voor de bepalingen die gelden voor het contractueel personeel omdat het federaal statuut geen contractuelen kent bij het operationeel personeel. Ook worden de salarisschalen voor het administratief personeel en de functionele loopbanen ongewijzigd overgenomen. Als vertrekpunt werd de RPR van de gemeente Koksijde genomen en daarnaast werden de RPR s van De Panne, Veurne, Diksmuide en Ieper geconsulteerd. De officier-geneesheer die in de meeste korpsen bestaat komt onder dit statuut terecht. Zij zullen instappen met behoud van hun graad en van hun weddeschaal. Deze gegevens moeten nog toegevoegd worden aan dit ontwerp. De onderstaande aanpassingen zijn het resultaat van de bespreking in het BOC van 18 november 2014 en van de daaropvolgende bespreking met het bestuur op 21 november De wijzigingen tegenover de eerste versie zijn in vet gedrukt.

14 Inhoud 4. In artikel 13 wordt op vraag van de vakbonden onder 5 de tekst aangevuld met die per kerende wordt bevestigd met een antwoordmail. Dit geeft de volgende tekst: Met betrekking tot. punt 5 beslist de raad dat de kandidaturen kunnen ingediend worden op één of meerdere van volgende manieren: a) door een per post verzonden sollicitatiebrief; b) door een per fax bezorgde sollicitatiebrief; c) door het invullen van een elektronisch sollicitatieformulier; d) door ; die per kerende wordt bevestigd met een antwoordmail; e) door telefonische bevestiging van de sollicitatie bij een procedure voor aanwerving voor een bepaalde duur of voor vervanging; ook bij de consultatie van een wervingsreserve. 5. In artikel 16 7 wordt de bepaling verfijnd rekening houdend met de afschaffing van de proeftijd voor het contractueel personeel. Dit geeft de volgende tekst: 7. De kandidaten die aan alle aanwervingsvoorwaarden voldoen, behalve aan de voorwaarde van een aanvullende opleiding, kunnen tot de selectieprocedure worden toegelaten, als de aanwervingsvoorwaarden bepalen dat ze het attest of getuigschrift van de aanvullende opleiding voor de afloop van de statutaire proeftijd moeten behalen of binnen een bepaalde periode voor de contractuele personeelsleden. 6. In artikel eerste lid wordt het woord zone geschrapt en vervangen door het woord bestuur. Dit laat toe om leden uit de gemeenten van de zone op te nemen in de commissie. Dit geeft de volgende tekst: 3 ten minste een derde van de leden zijn deskundigen die extern zijn aan het eigen bestuur; 7. In artikel wordt op vraag van de vakbonden de woorden De fractieleiders en geschrapt en ook de woorden maximum elk twee geschrapt. Dit geeft de volgende tekst: De representatieve vakorganisaties zullen uitgenodigd worden om leden als waarnemer aan te duiden. 8. In artikel 29 1 eerste lid wordt op vraag van de vakbonden de vereenvoudigd. Dit geeft de volgende aanpassing: - Oude tekst: Art Bij de vacantverklaring van een betrekking bepaalt de raad of er al dan niet een wervingsreserve voor de betreffende functie of graad wordt aangelegd en bepaalt de duur ervan die minimum 6 maanden kan bedragen voor een aanwerving in een functie voor bepaalde duur van maximum 2 jaar en die minimum 1 jaar kan bedragen voor de andere functies, steeds met een maximum duur van 2 jaar. Zij kan maximum met één jaar worden verlengd. - Nieuwe tekst: Art Bij de vacantverklaring van een betrekking bepaalt de raad of er al dan niet een wervingsreserve voor de betreffende functie of graad wordt aangelegd en bepaalt de duur ervan op 1 jaar. De wervingsreserve kan met één jaar worden verlengd door een beslissing van de raad die genomen moeten worden voor de einddatum van deze wervingsreserve. 9. In artikel 87 3 eerste lid worden de woorden De raad geschrapt en vervangen door de woorden Het college. Dit geeft de volgende tekst: 3. Het college brengt de personeelsleden van de interne vacature op de hoogte en doet een oproep tot kandidaatstelling met behulp van: 10. In artikel 104 eerste lid worden de woorden De raad geschrapt en vervangen door de woorden Het college. Dit geeft de volgende tekst: Art Het college brengt de personeelsleden van de interne vacature op de hoogte en doet een oproep tot kandidaatstelling met behulp van:

15 11. In artikel 105 laatste lid worden de woorden stelt een rangorde van geschikt bevonden kandidaten voor geschrapt en vervangen door de woorden beschrijft in het verslag van de selectieproef de bevindingen die tot de toegekende score hebben geleid. De huidige tekst wijst op een dwingende rangorde die door de raad bij de aanstelling moet worden gevolgd. Dit is niet de bedoeling omdat alle selectieprocedures in dit statuut niet-vergelijkende examens inhouden. Dit geeft de volgende aanpassing: - Oude tekst De selectiecommissie formuleert op basis van het interview een conclusie over de geschiktheid of de ongeschiktheid van de kandidaten en stelt een rangorde van geschikt bevonden kandidaten voor. - Nieuwe tekst De selectiecommissie formuleert op basis van het interview een conclusie over de geschiktheid of de ongeschiktheid van de kandidaten en beschrijft in het verslag van de selectieproef de bevindingen die tot de toegekende score hebben geleid. 12. In artikel wijst de vakbond erop dat de woorden in het contingent van gesubsidieerde contractuelen en andere functies moeten worden geschrapt. Dit werd geschrapt. 13. In artikel wijst de vakbond erop dat de woorden van Koksijde moeten worden geschrapt. Dit werd geschrapt. Daarnaast wordt eveneens de tekst tussen haakjes geschrapt (contractueel, gesco, BTK, DAC, tewerkgestelde werkloze, ). 14. In artikel 110 eerste lid worden de woorden De raad geschrapt en vervangen door de woorden Het college. Dit geeft de volgende tekst: Art Het college brengt de personeelsleden van de interne vacature op de hoogte en doet een oproep tot kandidaatstelling met behulp van: 15. In artikel 111 voorlaatste lid worden de woorden stelt een rangorde van geschikt bevonden kandidaten voor geschrapt en vervangen door de woorden beschrijft in het verslag van de selectieproef de bevindingen die tot de toegekende score hebben geleid. De huidige tekst wijst op een dwingende rangorde die door de raad bij de aanstelling moet worden gevolgd. Dit is niet de bedoeling omdat alle selectieprocedures in dit statuut niet-vergelijkende examens inhouden. Bij heraanstelling van niveau E naar D worden alle geslaagde kandidaten effectief heraangesteld. Dit geeft de volgende aanpassing: - Oude tekst De selectiecommissie formuleert op basis van het interview een conclusie over de geschiktheid of de ongeschiktheid van de kandidaten en stelt een rangorde van geschikt bevonden kandidaten voor. - Nieuwe tekst De selectiecommissie formuleert op basis van het interview een conclusie over de geschiktheid of de ongeschiktheid van de kandidaten en beschrijft in het verslag van de selectieproef de bevindingen die tot de toegekende score hebben geleid. 16. De tekst van artikel 120 laatste lid wordt geschrapt omdat dit in de context van de zone niet relevant is. Dit gaat over de volgende tekst: Het betrokken personeelslid, dat lid is van het managementteam, dat met toepassing van het eerste lid door de raad gehoord wordt, kan zijn persoonlijk standpunt naar aanleiding van de voorgestelde functie of functies schriftelijk meedelen aan de raad. 17. Bij artikel 134 vraagt de vakbond om uitdrukkelijk te vermelden dat de cumulatie met de functie van vrijwillig brandweerman of vrijwillig ambulancier niet-brandweerman qua werktijdregeling in totaal beperkt wordt tot samen maximum 48 u per week. Art Artikelen 21, 23 en 26 tot 33 van het statuut van het operationeel personeel zijn van toepassing, uitgezonderd art. 25, 26 1, eerste lid.

16 De cumulatie met de functie van vrijwillig brandweerman of vrijwillig ambulancier nietbrandweerman is qua werktijdregeling beperkt tot samen maximaal 48 u per week. 18. In artikel 140 wordt een nieuw eerste lid toegevoegd met de volgende tekst: Art Alle verloven worden toegekend door het college, of bij delegatiebesluit, de commandant, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald in dit statuut. 19. In artikel 140 tweede lid worden het getal 10 geschrapt en vervangen door het getal 20. Dit is conform de tekst over het onbetaald verlof. Dit geeft de volgende tekst: In afwijking van het vorige lid worden het jaarlijkse vakantieverlof, het bijkomende vakantieverlof, het compensatieverlof, het omstandigheidsverlof en het onbetaalde verlof voor maximum 20 werkdagen per kalenderjaar toegekend op de wijze en binnen de termijnen bepaald in het arbeidsreglement. 20. In artikel 140 laatste lid worden de woorden de commandant geschrapt en vervangen door de woorden het college wegens tegenspraak in dezelfde alinea. Dit geeft de volgende tekst: Het personeelslid kan het toegestane verlof opzeggen voor de einddatum bereikt is, mits eerbiediging van een opzegtermijn van drie maanden. De aanvraag wordt gericht tot het college dat beslist over de einddatum onder andere rekening houdend met een opzegging die eventueel moet gegeven worden aan een personeelslid dat werd aangesteld als vervanger. Het college kan ook een kortere termijn aanvaarden. 21. In artikel 141 wordt per vergissing een onderscheid gecreëerd met het contractueel personeel. Dit wordt nu weggewerkt met een aanvullende tekst als volgt: Art Artikelen 195 tot 200 van het statuut van het operationeel personeel zijn van toepassing op het vast statutair personeelslid, met uitzondering van art lid. Bijkomend heeft het vast statutair personeelslid recht op: - vanaf de leeftijd van 50 jaar: recht op 1 bijkomende verlofdag; - vanaf de leeftijd van 55 jaar: per jaar recht op 1 bijkomende verlofdag. 22. Bij artikel 151 vraagt de vakbond om deze tekst ook op te nemen bij het operationeel personeel. De voorzitter gaat hierop in. Art Het personeelslid kan maximaal tien keer per jaar dienstvrijstelling krijgen op de dag waarop het bloed, plasma of bloedplaatjes geeft. De dienstvrijstelling geldt voor de tijd die nodig is voor de gift waarin inbegrepen de tijd die naargelang het geval nodig is voor de verplaatsing (ten hoogste 2 uur) naar en van het afnamecentrum. De commandant of zijn vervanger kan deze dienstvrijstelling weigeren om dienstredenen. 23. In artikel 165 wijst de vakbond erop dat 2 artikelen van het statuut operationeel personeel niet werden overgenomen. Dit blijkt een vergissing te zijn en de betrokken artikelen zijn eveneens van toepassing op het administratief personeel. Art Artikelen 223 tot 239 van het statuut van het operationeel personeel zijn van toepassing. 24. In artikel 196 wijst de vakbond erop dat dienstvrijstelling voor vergaderingen van de representatieve vakorganisaties in de lokalen niet kunnen geweigerd worden. De tekst wordt aangepast als volgt: - Oude tekst Art De personeelsleden kunnen ook dienstvrijstelling krijgen om deel te nemen aan vergaderingen van de representatieve vakorganisaties in de lokalen. Zij krijgen dit verlof niet van rechtswege. De zone kan weigeren bij volstrekte onverenigbaarheid met de behoeften van de dienst. - Nieuwe tekst

17 Art De personeelsleden krijgen dienstvrijstelling om deel te nemen aan vergaderingen van de representatieve vakorganisaties in de lokalen wanneer deze op voorhand schriftelijk ter kennis werden gebracht. 25. In artikel 212 eerste lid en tweede lid worden de woorden Het salaris geschrapt en vervangen door de woorden De mandaattoelage. Daarnaast wordt de volgende tekst toegevoegd en wordt vastgesteld op 95% van de mandaattoelage van commandant. Dit geeft de volgende tekst: Art De mandaattoelage van de zonecommandant wordt vastgelegd conform de bepalingen opgenomen in het koninklijk besluit tot vaststelling van het functieprofiel van de commandant van een hulpverleningszone en van nadere bepalingen voor zijn selectie en zijn evaluatie. De mandaattoelage van de bijzonder rekenplichtige wordt vastgelegd conform de bepalingen opgenomen in het koninklijk besluit betreffende de toegangsvoorwaarden voor de functie van bijzonder rekenplichtige, regels voor de uitoefening van de functie en waarborg, en wordt vastgesteld op 95% van de mandaattoelage van commandant. 26. Artikel 216 lid wordt aangepast conform de bespreking voor het operationeel personeel. Dit geeft de volgende tekst: Nieuwe tekst: Art Wanneer het maandsalaris niet volledig verschuldigd is, wordt de volgende werkwijze toegepast, nl. - wanneer de indiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid zoveel dertigsten van de maandwedde als er nog dagen zijn, te rekenen van en met de dag van indiensttreding; - wanneer een uitdiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid zoveel dertigsten van de maandwedde als er dagen gepresteerd werden. 27. Bij art. 228 tweede lid wordt door personeelsleden gevraagd om de mogelijkheid te voorzien om de gepresteerde inhaalrust (wegens nacht-, zaterdag- en zondagprestaties) uitbetaald te krijgen. Dit als een soort gelijkschakeling met de vrijwilligers. Ik stel voor om op deze vraag in te gaan. De toegekende inhaalrust moet bij voorrang in de uurroosters worden verwerkt, maar kan op vraag van het betrokken personeelslid worden uitbetaald. Indien dit praktisch niet mogelijk is en de betrokkene vraagt geen uitbetaling moet de inhaalrust in verlof opgenomen worden binnen een termijn van 1 jaar. Er wordt evenwel toegestaan om 50 uren inhaalrust over te dragen naar het volgend jaar. Voor het deeltijds personeelslid wordt dit saldo van 50 uur vermenigvuldigd met de prestatiebreuk. Per dienst wordt vastgesteld tegen welke datum het saldo van inhaalrusturen op het toegestane maximum moet staan. 28. In artikel 246 vraagt de vakbond om toch een bepaalde formule voor terugbetaling woonwerkverkeer met de Lijn te voorzien. - Oude tekst 2. Bij gebruik van de bus of de tram voor de verplaatsingen van en naar het werk worden de kosten hiervoor niet terugbetaald door de zone. - Nieuwe tekst: wenst de raad hierop in te gaan? 29. In de art. 255 en 256 worden de overgangsbepalingen voor de officieren-geneesheer vastgelegd. De bestaande teksten worden aangepast als volgt rekening houdend dat deze functies zich in een sui generis situatie als statutair personeelslid bevinden en er momenteel geen nieuwe bepalingen voor toekomstige aanwervingen van geneesheren worden bepaald. Art De officier-geneesheer evenals de monitor lichamelijke opvoeding, in dienst als vrijwilliger op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit, bevindt zich in een

18 sui generis situatie als statutair personeelslid en hij kan de titel van zijn graad blijven dragen en de eretitel van zijn graad na zijn uitdiensttreding. (art. 332 van het statuut van het operationeel personeel). 2. Het einde van de tewerkstelling van de officier-geneesheer blijft geregeld zoals momenteel bepaald is in zijn gemeentelijk organiek reglement. 3. De officier-geneesheer heeft geen recht op de verloven voorzien in Titel VII. Art De officier-geneesheer maakt gebruik van de mogelijkheid van artikel 207 van de wet van 15 mei 2007 blijft ten persoonlijke titel de reglementaire bepalingen genieten die op hem van toepassing waren wat de geldelijke bepalingen, zoals o.a. de erkentelijkheidspremie en de sociale voordelen betreft, zo lang deze situatie aanhoudt. 30. In artikel 259 wijst de vakbond erop dat de betalingswijze de regels van het operationeel personeel niet volgt. Er wordt gevraagd om gelijk te werken. Daarnaast wordt gevraagd om bij de keuze voor het nieuw statuut of bij de overgang naar het nieuw statuut na toepassing van een administratieve bepaling dezelfde overgangsperiode te hanteren. De tekst wordt aangepast als volgt: Art In afwijking van art. 214 blijft het personeelslid dat bij de overgang naar de zone vooruit betaald wordt en kiest voor zijn huidig geldelijk statuut, verder van deze betalingswijze genieten. Bij de keuze voor het nieuw geldelijk statuut is art. 52 van de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van toepassing waarbij de overgangsperiode gerespecteerd op dat moment van overgang ongeacht of dit een eigen keuze is of ingevolge toepassing van een administratieve bepaling (vb. na bevordering). Wat doen we met het volgende? Het VSOA betreurt dat er voor de administratieve personeelsleden van de zone weinig kansen zijn voor promotie. Hij formuleert hierbij het voorstel om mobiliteit tussen de brandweerzone en de gemeenten in te schrijven. Hij verwijst hierbij naar de onderhandelingen in de zones van Gent en Antwerpen.