NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT SLOTDEBAT PROGRAMMABEGROTING e vergadering 5 november 2009, avond Openbare vergadering van de Gemeenteraad, gehouden op donderdag 5 november 2009 te uur. Voorzitter: mr. A. Wolfsen. Tegenwoordig zijn de leden: Aydemir, Baerveldt, Beerlage, mevr. Bouazani, mevr. Boudewijns, Buunk, Çavuşoğlu, Van Corler, mevr. Dibi, Dijk, Van Ditmarsch, Eggermont, Engbers, Essousi Geldof, mevr. Van Gemert, Gravesteijn, Hoek, mevr. Van Iperen, Isabella, Jansen op de Haar, Kleuver, Van der Marel, mevr. Monnink, mevr. Mos, Oldenborg, mevr. Oskam, mevr. Peetoom, Ravesteijn, Rietkerk, Van der Roest, mevr. Van Rooij, mevr. Schell, mevr. Schipper, Schipper, mevr. Schuring, Smid, Taskan, Verhoef, Verkaik, Wijmenga, mevr. Willemsen en Zwanenberg. Tevens zijn aanwezig de wethouders mevr. Den Besten, mevr. De Bondt, Bosch, De Gelder, Janssen, Van der Sluijs en mevr. Spit. Griffier: drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede dat met kennisgeving afwezig zijn de dames Bottse en Mossel.

2 Avondvergadering van 5 november De VOORZITTER stelt daarop aan de orde de voortzetting van de behandeling van: 1. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van de Afvalstoffenheffing 2010 (Jaargang 2009, nr. 117). 2. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2010, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2010 (Jaargang 2009, nr. 118). 3. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2010, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2010 (Jaargang 2009, nr. 119). 4. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van brug-, schut- en havengeld 2010, inclusief de daarbij behorende bijlagen A en B (Jaargang 2009, nr. 120). 5. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010 (Jaargang 2009, nr. 121). 6. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2010, inclusief de daarbij horende tarieventabel 2010 (Jaargang 2009, nr. 122). 7. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2010 (Jaargang 2009, nr. 123). 8. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen 2010 (Jaargang 2009, nr. 124). 9. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2010 (Jaargang 2009, nr. 125). 10. Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010 (Jaargang 2009, nr. 126). 11. Voorstel inzake het toevoegen van extra middelen aan armoedebegroting en besparingen Wmo vervoersvoorzieningen (Jaargang 2009, nr. 128). 12. Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting 2010 (Jaargang 2009, nr. 100). Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): Voorzitter! Ik zal kort enkele vragen beantwoorden, met name op het gebied van Jeugd en Onderwijs. Over Volksgezondheid is volgens mij niets gevraagd en over Dienst wijken zal ik nog heel kort iets over zeggen. Ik dank de PvdA-fractie mede namens de burgemeester voor de complimenten over Jeugd en het rekenkamerrapport en de aanpak van jongerenoverlast in de stad. Op de RIA van 19 november komen wij nog over dat rapport te spreken. De PvdA-fractie heeft gericht gevraagd naar de aanpak van de 12-minners in de jongerenoverlast. Wat gaat het college daaraan doen? Naar aanleiding van de acht ton van minister Van der Laan voor de aanpak Marokkaanse criminele jongeren hebben wij de raad een brief geschreven, waarin wij veel maatregelen aankondigen met een aantal daarvan specifiek gericht op die 12-minners. We doen nog veel meer, maar daarover zullen wij het hebben in de bespreking van het rekenkameronderzoek op 19 november. De VVD-fractie heeft een amendement ingediend, waarop de burgemeester dadelijk ingaat in het kader van de aanpak van jongerenoverlast. De toezichthouders hebben daar niet echt een rol in. Zij gaan vooral aan de slag met wildplassen, hondenpoep en dat soort hinderlijke dingen. De VVDfractie heeft dat terecht gesteld. De burgemeester komt hierover te spreken bij de behandeling van amendement 47. Met name de GroenLinks- en de PvdA-fractie hebben veel vragen gesteld over het schoolzwemmen. De PvdA-fractie vroeg het college zijn ambitie wat betreft het aantal diploma A- bezitters onder basisscholieren te verlagen. Dat doen wij zeker niet.

3 Avondvergadering van 5 november Die ambitie ligt juist hoger. In de programmabegroting is het percentage opgenomen van leerlingen die na een jaar schoolzwemmen hun diploma halen. Dat staat nu op 70% en we willen dat naar 80% en uiteindelijk veel hoger stellen. We hebben een kwaliteitsslag gemaakt in het schoolzwemmen en in het afgelopen schooljaar zijn gestegen van 50% diploma A na een jaar schoolzwemmen naar 73%. Dus dat gaat heel erg goed. De verwarring ontstaat door de ambitie van 100% leerlingen die de basisschool verlaten met een diploma A, leerlingen uit groep 8 die naar het voortgezet onderwijs gaan. Die ambitie van 100% is niet veranderd. We scoren nu 90,3% in het afgelopen schooljaar en we zetten nu in op de laatste 10% door ook nog in het vmbo -dit schooljaar doen al vijf vmbo's daaraan mee- met een soort bezemactie de laatste 10% er ook bij te halen, opdat iedereen in ieder geval op niveau A zal kunnen zwemmen. Ik denk hiermee de zorgen van zowel de PvdA-fractie als de fractie van GroenLinks te hebben weggenomen. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Wij hebben nog steeds wel vertrouwen in de ambitie van het college, want dat was vooral de vraag vanuit de fractie van GroenLinks. Waar wij ons vooral op willen focussen, zijn die scholen die nu niet deelnemen aan het schoolzwemmen en waar ook leerlingen zitten die geen particuliere zwemlessen volgen en buitengesloten worden van de activiteiten die de gemeente organiseert, bijvoorbeeld vakantiecursussen. Wij verzoeken de wethouder om in samenwerking met die scholen ook de ouders te informeren over particuliere zwemlessen en om die scholen die niet deelnemen aan het schoolzwemmen, te betrekken in de communicatievoorziening. Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): In drie wijken doen scholen nauwelijks meer mee aan schoolzwemmen. Dat is vooral Noordoost met twee scholen volgend jaar, evenals Oost en de binnenstad. Het zijn vaak de wijken waar de ouders zelf al regelen dat hun kind het diploma A heeft, soms al voordat ze naar de basisschool gaan of gedurende die periode. De cursussen die wij aanbieden vanuit het gemeentelijke budget voor schoolzwemmen, zijn bijspijkercursussen en vangnetcursussen, niet voor kinderen die nog helemaal geen zwemles hebben gehad, particulier of via school. Deze cursussen zijn juist bedoeld voor de kinderen die het met schoolzwemmen nog niet redden om het diploma A te halen, of omdat ze voor de eerste keer in het water stappen op school of omdat ze wat minder talent hebben voor het zwemmen. Deze kinderen worden bijgespijkerd in de vakanties en op zaterdag. Mevrouw Bouazani vraagt ons wat te doen voor die kinderen, maar het is een heel kleine groep. Het gaat vaak om gezinssituaties waar ze zelf met hun ouders geen schoolzwemmen krijgen aangeboden en op een school zitten die ook niet meedoet aan schoolzwemmen. In krachtwijken doet het overgrote deel dat gelukkig wel. Mevrouw Bouazani wil ook graag een aanbod voor die kinderen. Dat begrijp ik, maar bij die kinderen zullen we echt helemaal bij nul moeten beginnen en een nieuwe cursus in het leven moeten roepen. Deze kinderen hebben nog geen basis en krijgen die ook niet op school. Ons huidige budget is niet toereikend om dat helemaal vanaf nul mogelijk te maken. Mevrouw SCHIPPER (GroenLinks): Voorzitter! Ik roep het college toch op om met name voor de kinderen in Oost, Noordoost en de binnenstad, waar de scholen nu niet deelnemen en waar de kinderen zich in een wat minder makkelijkere gezinssituatie bevinden, die motivatie bij die scholen neer te leggen om de kinderen naar schoolzwemmen te laten gaan, al is het maar onder de lessen lichamelijke opvoeding voor of na schooltijd of binnen de bso-tijd. Ik roep het college op creatief te zijn, want 100% met een diploma A vinden wij een groot goed. Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): Dat ben ik volledig met mevrouw Schipper eens. Vanuit onze afdeling Onderwijs doen we alles om die scholen erbij te houden en erbij te krijgen. Ik zie met lede ogen aan dat ik elk jaar meer scholen zie stoppen dan dat scholen ermee beginnen. Dat is vooral uit praktische overwegingen, bijvoorbeeld omdat het ver weg van het zwembad is, omdat het dislocaties zijn, omdat ze er met de bus naartoe moeten, omdat het ingewikkeld te regelen is met ouderparticipatie of omdat ze van mening zijn dat de school echt voor taal en rekenen is en schoolzwemmen niet tot de kerntaak hoort. Ik kan de scholen er niet toe verplichten, maar de raad kan ervan overtuigd zijn dat ik alles doe om ze er wel bij te halen. Maar het is moeilijk. Laten we wel met elkaar kijken naar het resultaat. Dat we nu bereiken dat 90% van de Utrechtse leerlingen die groep 8 verlaat een zwemdiploma A heeft, is heel veel. Dat is een hartstikke mooi resultaat. We zijn er nog niet klaar mee en nog niet tevreden over, maar dat bereiken we in ieder geval al wel.

4 Avondvergadering van 5 november Mevrouw BOUAZANI (PvdA); Voorzitter! Ik wilde nog een aanvulling geven op de laatste woorden van mevrouw Schipper van de fractie van GroenLinks. Wethouder Den Besten gaf zojuist een voorbeeld van de wijken waarin heel veel kinderen wel zwemmen. Ik noem echter ook de twee basisscholen in de wijk Overvecht die niet meedoen aan het schoolzwemmen, een basisschool in de wijk Kanaleneiland en vier in de wijk Hoograven / Lunetten die niet meedoen. De andere kant van het haal is dat het ons wel verontrust Ik wil mevrouw Den Besten de andere kant meegeven van het verhaal, dat het ons als PvdA-fractie wel verontrust als we kijken naar twee basisscholen in de wijk Overvecht die niet meedoen aan het schoolzwemmen en die kinderen dus niet leren zwemmen. Daar is dus wel een probleem. Ik verzoek mevrouw Den Besten om toch echt haar best te doen om de ouders erbij te betrekken en de scholen te informeren en mee te nemen in die communicatiestroom. We kunnen die scholen natuurlijk niet gaan dwingen, maar het gaat wel om die kinderen. Mevrouw SCHIPPER (GroenLinks): Voorzitter! Ik hoor de wethouder een heleboel belemmeringen noemen of mogelijke knelpunten waarom scholen niet meedoen. Met dat in het achterhoofd roep ik het college op om echt creatief te zijn voor het schoolzwemmen. Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): Wij richten onze aandacht en energie zeker niet alleen maar op de scholen in Noordoost maar ook op de scholen die nog niet meedoen in de wijken die zojuist werden genoemd. Ik zie dat elk jaar meer scholen stoppen dan beginnen, vaak ook gesteund door medezeggenschapsraden. Ik wil heel graag alle creativiteit gebruiken die ik binnen het budget kan vinden, maar met dit budget kunnen wij nu eenmaal niet alle kinderen in de stad twee keer per week gratis zwemles aanbieden. Ik weet ook niet of we dat moeten willen. Het moet zeker beginnen bij de ouders. Over de voorlichting aan de ouders hebben we het al eens eerder gehad. Wij kunnen nog wel eens bekijken wat we daaraan kunnen verbeteren. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Gaat de wethouder dat ook echt doen of moet de raad daartoe een initiatief nemen? Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): De ouders zijn eerst verantwoordelijk. Zij kunnen in Utrecht heel goed terecht in gemeentelijke en particuliere zwembaden voor zwemlessen. Ik ben niet van mening dat de gemeente die taak helemaal moet overnemen. Zelfs al zou de raad dat in meerderheid wel van mening zijn, dan nog is er binnen het huidige budget geen mogelijkheid om die laatste groep kinderen, die op geen enkele manier met zwemmen in aanraking komen, hetzij via de ouders, hetzij via de school, allemaal zwemles aanbieden. Nogmaals, het is ook maar de vraag of je dat moet willen. Motivering en voorlichting is dus vooral op gericht op de ouders. Wij hebben ook allemaal prachtige regelingen, zoals de U-pas die ook daar geldig is. Die toezegging wil ik doen. Ik kan er niet meer van maken dat dit. De fractie van GroenLinks heeft een vraag gesteld over homo-emancipatie en homovoorlichting op scholen. Via Vreedzame school en projecten als Lang leve de liefde, weerbaarheidstraining, etc., besteden wij inderdaad al heel veel aandacht aan homo-emancipatie. Wij geven ook voorlichting geven over homoseksualiteit. We merken overigens dat de tolerantie in het voortgezet onderwijs steeds meer een issue wordt. Door het gemeentelijke aanbod hebben vier scholen dit jaar ingetekend om daar een extra lessenserie, dus extra bovenop wat ze zelf al doen, af te nemen. Onze ambitie is erop gericht dat alle scholen voor voortgezet onderwijs hieraan meedoen. Echter, ook dit kunnen wij dit niet afdwingen. Gelukkig bieden scholen ook al heel veel in hun lessen aan. De fractie van D66 heeft het amendement 48 ingediend, die ik haar tegenbegroting zal noemen. Daarin worden zaken vermeld waarop we met de Taskforce vmbo-plannen antwoord hebben geven. Daar hebben we anderhalf jaar enorm hard op gestudeerd. Onze ambitie voor goed onderwijs voor de kinderen in onze stad is dezelfde. De fractie van D66 wil vmbo-scholen op meerdere plekken. De taskforce heeft geconstateerd dat we van de drie geplande vmbo-scholen in Leidsche Rijn er hooguit maar twee moeten bouwen. In 2012 zullen wij bezien of de tweede er daadwerkelijk komt. Er zijn simpelweg niet genoeg leerlingen om al die vmbo-scholen vol te krijgen. De stelling dat deze vmbo-scholen er in een bredere scholengemeenschap à la Leidsche Rijncollege moeten komen, is op dit moment niet waar te maken. We zullen zo'n school nooit vullen en dus is die ook niet rendabel te maken. Dat is precies de reden dat Nuovo heeft besloten om het Centraal college en het Vader Rijn College te fuseren, omdat zij anders achter elkaar in de rode cijfers terecht zullen komen.

5 Avondvergadering van 5 november Daarbij stelt de D66-fractie ook dat het mbo gecombineerd moet worden met het vmbo. Daarin kan ik haar geruststellen, want dat vindt de taskforce namelijk ook. In Kanaleneiland gebeurt dat al op het Globe College en op het Vader Rijn College wordt dat nog gedaan. Die combi van scholen komt er dus zeker, zodat leerlingen van het vmbo meteen doorkunnen naar het mbo. Op 19 november wordt er met de raad over dit voorstel gesproken. De D66-fractie heeft ook gesproken over de stageplekken en stelt dat met name hogeschool- en universitaire stageplekken nodig zijn. Daar zit het probleem juist niet; dat zit vooral op het niveau van mbo1 en mbo2 en van vmbo. De afgelopen dinsdagavond hebben wij met het Utrechts bedrijfsleven en veel organisaties een klap hebben kunnen maken door het jaarlijks Utrecht Gala over jeugdwerkeloosheid en stages te laten gaan. Daar hebben we 411 stageplaatsen verzameld. Ik ben daar enorm blij mee en daar wil ik iedereen nogmaals hartelijk voor danken. De D66-fractie stelt ook dat stages wellicht in de plaats van externe inhuur kunnen komen. Op dit moment hebben we in de gemeente al 300 stagiaires op verschillende niveaus en ik denk dat de D66-fractie zich daarin vergist. Een stagiair is geen gratis handje dat je er even makkelijk bij hebt. Een stagiaire is zeker nuttig voor de organisatie, ook vanwege vers bloed, nieuwe inzichten en jonge mensen die rondlopen, maar vraagt intensieve begeleiding en vraagt concrete opdrachten met een kop en een staart, waar zeer veel ambtelijke uren inzitten. Ik ben erg blij met die 300 stagiaires in onze gemeente, maar om die te zien als alternatief voor externe inhuur gaat toch een beetje te ver. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! We komen inderdaad nog te praten over het aanvalsplan VMBO, maar we zijn zeker niet dezelfde mening toegedaan. We denken wel dat het heel goed mogelijk is een schoolcarrière te maken, alleen moet je dan met de schoolbesturen een afspraak kunnen maken dat er wat meer schoolcarrière gemaakt kan worden. Ik ben het met de wethouder eens dat stageleerplekken heel veel ambtelijke inzet vergt, maar dat zou op een andere manier kunnen worden ingericht. Groningen doet dat bijvoorbeeld. Die heeft inderdaad een streefpercentage van 5% en heeft daardoor een stuk minder externe inhuur. Het is toch niet de minst rode stad in Nederland. Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): Ik weet niet wat de kleur van de stad te maken heeft met stageplekken. Ik vind het een interessante suggestie, maar we moeten niet de illusie hebben dat we de externe inhuur kunnen terugdringen door nog meer stageplekken in de gemeente Utrecht aan te bieden. Nogmaals, met 300 doen we het al helemaal niet slecht. Dat is wellicht meer voor de wethouder Personeelszaken. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Het is misschien inderdaad iets meer voor de wethouder Personeelszaken, maar ik raad mevrouw Den Besten aan eerst eens even te kijken hoe het in Groningen werkt. Daar hebben ze die koppeling wel heel erg stevig gemaakt. Het is goed voor het onderwijs en goed voor de overheid en het levert minder externe inhuur op. Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): Er gaat hier misschien weer niets boven Groningen. Wie weet moeten we daar inderdaad eens naar gaan kijken. Ik kijk ook met een schuin oog naar de wethouder Personeelszaken. Die zal ik dat straks nog nader onder zijn aandacht brengen. Het laatste onderwerp voor mijn portefeuille was wijkgericht werken en de Dienst Wijken. Met name de fractie van GroenLinks en de Burger en Gemeenschap hebben hierover een vraag gesteld. Bij de algemene beschouwingen al gezegd dat het opheffen van de dienststatus van de Dienst Wijken niet ten koste gaat van wijkgericht werken. Dat doen we op een heel andere manier in de gemeente. Bij de voorjaarsnota komen we erop terug hoe dat precies gaat gebeuren en waar die staf wordt gepositioneerd. We nemen deze suggestie mee en we zorgen voor weer een mooie plek binnen de gemeente. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Voorzitter! Als we wat afschaffen, moeten we wel van tevoren weten wat daarvoor in de plaats komt en niet pas bij de voorjaarsnota. De wethouder moet toezeggen dat zij op korte termijn, bijvoorbeeld binnen zes weken, een voorstel doet over de wijze waarop de staf kan worden gehandhaafd. Ik geloof niet in sprookjes dat het allemaal wel goed zal komen. Die tijd heb ik gehad. Mevrouw DEN BESTEN (wethouder): U heeft helemaal gelijk en daarom gaan we dat ook pas in 2011 doen en is het moment van de Voorjaarsnota 2010 vroeg genoeg.

6 Avondvergadering van 5 november Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Het is een illusie om te denken dat de stem vanuit de wijken nog in de top van de ambtelijke organisatie te horen is als de wethouder dit afschaft. Zij moet die echt borgen. We hebben daar een voorstel voor gedaan. De tien wijkmanagers kunnen in de concerndirectie worden geplaatst. Misschien helpt dat en misschien is dat wel een platte organisatie. Ik weet dat mevrouw Den Besten een goed hart heeft voor participatie en ik wil daar echt voor pleiten. Mevrouw DEN BESTEN ()wethouder): Ik dank beide fracties voor hun suggesties. Wij zullen erop studeren. Inderdaad gooien wij niet het kind met het badwater weg, dat wil zeggen voordat we dat goed hebben gepositioneerd in de gemeente. Daar hebben we met elkaar dan zeker nog een discussie over. Mevrouw DE BONDT (wethouder): Er zijn mij niet zo heel veel vragen gesteld. De meeste gaan over de pakketstudies en daar ga ik mee eindigen. Alle andere vragen wil ik voor die tijd beantwoorden. De eerste vragen waren van de PvdA-fractie over de social return bij het aanbesteden. Die hebben wij al. Dat gebeurt eigenlijk al, alleen ligt het bedrag voor de opdracht hoger en wel bij EUR ,00. Dan hebben we een social return van 5% over de aanneemsom of 7% over de loonkosten. In deze tijden, waarin werkgevers heel veel moeite moeten doen om hun eigen werknemers aan het werk te houden, waarin bedrijven al spreken over loonmatiging, zo niet loonverlaging of het inleveren van vakantiedagen, zodat het personeelsbestand in stand kan blijven, zou het niet verstandig zijn om hen te verplichten ook nog werklozen in dienst te nemen. Laten we de bedrijven steunen in hun strijd om te zorgen dat er niet nog meer werklozen komen. De heer ISABELLA (PvdA): Voorzitter! Kan de wethouder dan ook iets zeggen over de resultaten tot nu toe, van het beleid dat we dan blijkbaar nu al uitvoeren op dat bedrag van EUR ,00? Mevrouw DE BONDT (wethouder): Ja, ik heb die vraag ook gesteld na uw betoog vanmiddag. Het kost even tijd om bij elkaar te krijgen welke aanneemsommen we de afgelopen tijd hebben gehad, wat dat opgeleverd heeft opgeleverd, bij welke bedrijven dit gelukt is, wat niet is gelukt en waarom het niet of juist wel is gedaan. Om die vragen allemaal even netjes te beantwoorden, kost wat tijd. Dat is me niet gelukt tijdens de dinerpauze. Ik hoop dat ik daar schriftelijk op terug mag komen, zodat we er daarna in de commissie een debat over kunnen voeren. De heer ISABELLA (PvdA): Dat is dan binnen nu en een week, twee weken, drie maanden? Mevrouw DE BONDT (wethouder): Ik weet dat het met heel veel pijn en moeite nog in december lukt en anders in de commissievergadering kan worden besproken als ik nu iets naar de Raad stuur. Door de procedures die wij intern hebben afgesproken, neemt het wat meer tijd. Maar ik stuur het naar de raad binnen nu en een aantal weken. Wat betreft het tramnetwerk en de tram om de Zuid wordt in BRU-verband hard gewerkt aan de inventarisatie van de mogelijkheden voor vertramming vanuit verkeerskundige optiek. In de afgelopen AB0vergadering van de BRU is er een presentatie geweest, waarmee werd aangetoond dat sommige van onze huidige buslijnen zeer kansrijk zijn als we die vervangen door trams. Als we de bestaande buslijnen vertrammen, krijgen we reizigers op een dag. Utrecht heeft dus absoluut de potentie. In het college is een quick scan afgesproken vanuit de gemeente en BRU. We gaan geen werk dubbel doen. Het BRU kijkt naar de vervoerswaarde en naar wat in dit verband interessant is en het college voert de quick scan uit en kijkt wat haalbaar is, wat juridisch mogelijk is en de faseerbaarheid. Wat betekent het als de ene lijn wordt aangelegd terwijl de andere er nog niet is. Ook over inpassing zijn we bezig en daarover ligt er natuurlijk al het een en ander. Dat zetten wij allemaal netjes op papier. Dus, de potentie heeft Utrecht absoluut. Wat we op dit moment aan het doen zijn vanuit gemeente Utrecht en RU samen, wij hebben in het collegeakkoord afgesproken dat er een quick scan wordt gedaan en wij hebben gezegd, die moeten we op elkaar leggen. Die quick scan van ons, want we gaan niet langs elkaar heen werken, of werk dubbel doen, want dat is niet efficiënt en daar houden we niet van, dus we hebben gezegd BRU kijkt naar de vervoerswaarde en wat is interessant en we hebben gezegd vanuit het college die quick scan voeren we uit en dan kijken we wat haalbaar is, wat juridisch mogelijk is, in welke faseerbaarheid. Als je de ene lijn aanlegt terwijl de andere er nog niet is, wat betekent dat. Ook over inpassing zijn we bezig. Er ligt natuurlijk wel het een en ander. Dat zijn we allemaal netjes op papier aan het zetten en we hopen dat we dat in december klaar hebben.

7 Avondvergadering van 5 november Er wordt heel hard aan gewerkt en het ziet er kansrijk uit vanuit een verkeerskundige en vervoerswaardeoptiek. Utrecht is ook wel klaar voor die schaalsprong, zeker als je met andere steden in Europa met ongeveer inwoners vergelijkt. Dan specifiek om de Zuid. Het college zet absoluut in op vertramming van de lijn om de Zuid en ook daar wordt heel hard aan gewerkt. De raad heeft daar onlangs een brief over gekregen en als we daar verder over moeten praten, is het misschien handig om dat in de commissie te doen. Wat betreft het Actieplan Geluid onderschrijft het college het pleidooi van de PvdA-fractie dat we een slag moet maken in elektrisch vervoer. Zoals ik al eerder heb aangegeven, kijken we op dit moment wat we met ons eigen wagenpark en bijvoorbeeld onze eigen brommers doen. Het mes snijdt aan meerdere kanten. Brommers staan op de eerste plaats van geluidshinder. Als we die elektrisch maken, waardoor ze schoner en stiller zijn en we daarmee tegelijkertijd kunnen tonen dat Utrecht echt wat kan met elektrisch vervoer, zou dat absoluut winst zijn. Ik hoop daar binnen nu en een maand goed nieuws over te kunnen geven. GroenLinks heeft gesproken over de fietsparkeernorm in het Bouwbesluit, iets wat al vaker is besproken. Dat is hier al meerdere keren gewisseld, dat discussiepunt. Wij hebben vanmiddag nog contact gehad met het ministerie en daar heeft men verzekerd dat het ernaar uitziet dat het midden 2010 klaar is: als je een woning bouwt, moet meteen of fietsen worden nagedacht. De gemeente kan dat niet verplicht stellen door de huidige regelgeving. Door VROM wordt daar hard aan gewerkt en het college ondersteunt dat van harte. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Dat is super om te horen. Het is nooit gecommuniceerd naar ons, maar geweldig dat het wel gaat gebeuren. Mevrouw DE BONDT (wethouder): Ik kan wel zeggen dat ik het laatst nog in de commissie heb verteld, maar dat is een beetje flauw. Er ligt nog een vraag van de ChristenUnie, over de 28 dagen en fietsen weghalen. Wij hebben ernaar gekeken. Dat heb ik beloofd te doen en daar heb ik ook al wat over gezegd. We gaan het instellen in de binnenstad. Ik heb de commissie daarover in een nota geïnformeerd. Maar om dat korter dan 28 dagen in de binnenstad te doen, lijkt ons in twee redenen erg lastig. Als het tot tien of veertien dagen wordt verkort, krijg je bijvoorbeeld dat iemand op vakantie is en zijn fiets wordt weggehaald. Dat kan heel erg vervelend zijn. Bovendien wordt door het labelen van de fietsen de diefstal aangemoedigd. Ik heb ook toegezegd om in de volgende uitwerking van de parkeervoorzieningen voor fietsen -die voor 1 februari bij de raad zal zijn- in te gaan op wat we in het Stationsgebied kunnen doen en of het daar verkort kan worden. Dat is een andere situatie. Daar staan fietsen van met name de forensen en van mensen die in Utrecht werken en iedere ochtend met de trein komen. Dat is dan een afweging die we wel moeten maken, maar zo ver zijn we nog niet. Ook daar rijst de vraag wat er gebeurt als zij drie weken met vakantie zijn. Ik wil dit in het kader van het Stationsgebied nog nader beschouwen, maar voor de binnenstad is de fietsendiefstal een beetje te verleidelijk. Burger en Gemeenschap heeft gevraagd of wij ervoor kunnen zorgen dat mensen die in de stad komen werken niet meer met de auto kunnen komen. Dat gaan we niet doen. Ik kan het niet anders zeggen. Het lijkt me zo onwenselijk. Mensen die een baan hebben en naar hun werk gaan, moeten daar ook verschijnen. De mogelijkheid van een pasjessysteem is genoemd, maar het is echt onwenselijk. De vraag over collectief vraagafhankelijk vervoer en over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer heeft mijn collega al beantwoord. Ik heb wel nog goed nieuws. We hebben deze week EUR 5 miljoen subsidie binnengekregen om 200 bushaltes aan te passen en toegankelijk te maken. Dat gebeurt in Ik heb wel meer goed nieuws te melden de laatste tijd, maar dit is het nieuwste goede nieuws, dat we 200 bushaltes in de stad voor iedereen toegankelijk gaan maken. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Voorzitter! Dat is inderdaad heel goed nieuws. Is dat bedrag bovenop het budget wat er al voor gereserveerd was tot 2012? Dus dan kan een en ander toch versneld worden uitgevoerd? Mevrouw DE BONDT (wethouder): Wij gaan in 2010 heel hard aan de slag en nu hebben we EUR 5 miljoen. We kunnen dus gaan werken. Wel hadden we al een beetje ingeboekt dat we misschien subsidie zouden krijgen, maar nu hebben we het geld echt. We gaan heel hard aan de slag en ik ben heel blij dat we het geld hebben gekregen.

8 Avondvergadering van 5 november Ik vind het een erg belangrijk onderwerp, niet alleen om ervoor te zorgen dat iedereen van het openbaar vervoer gebruik kan maken, maar vooral ook vanuit de insteek dat wie je ook bent en hoe goed je ook te voet en ter been bent, je gewoon van dezelfde voorzieningen gebruik kunt maken en dat we daarin geen onderscheid meer maken. Ik ben zelf heel blij met deze subsidie. Daarmee kom ik bij alle vragen over de pakketstudies. Ik ben erg blij dat er zo veel geld beschikbaar komt -ook van het Rijk- voor de bereikbaarheid van Utrecht. Dat wil ik graag vooropstellen. Ik ben het hartgrondig eens met de opmerkingen van D66 over het communicatietraject. Dinsdagavond zaten wij in overleg. Voordat het agendapunt pakketstudies aan de orde was, is er heel veel via de media naar buiten gekomen. We zaten allemaal aan tafel en ik kreeg sms'jes van journalisten of ik kon reageren, nog voordat in dat bestuurlijk overleg überhaupt was gesproken met de minister en de gedeputeerde over de pakketstudies. We hadden ook afgesproken later naar buiten te treden. Dat zouden we eind deze week doen en daarmee hadden we ook wat voorbereidingstijd om even de brieven aan de raad goed op te stellen, zodat hij tegelijkertijd met iedereen en alles de informatie zou krijgen. Dat is niet gelukt. Wij konden daardoor ook niet meer wachten. De journalisten stonden op de stoep bij het Ministerie en de keuze was reageren of reageren. Daardoor zijn er twee dingen niet helder naar buiten gekomen. Ik heb in de kranten gelezen dat de NRU wordt opgewaardeerd en dat het een snelweg wordt. Ik kan de raad meedelen dat het geen snelweg wordt, maar een autoweg. Dat is substantieel wat anders. Dat neemt ook veel minder ruimte in beslag. Het heeft geen vluchtstroken en het wordt een weg met een maximumsnelheid van 100 km/u en met ongelijkvloerse kruisingen. De heer KLEUVER (D66): Voorzitter! Een autoweg in plaats van een autosnelweg met 100 km/u of 80 km/u. Hoe verhoudt zich dat met het ALU? Mevrouw DE BONDT (wethouder): Het uitgangspunt is 100 km/u en dat verhoudt zich 100% met het ALU, waarin staat "minimaal 80 km/u". 100 km/u is minimaal 80 km/u. Dat verhoudt zich dus prima met het ALU. Inhoudelijk moeten wij aan alle normen voldoen voor geluid en luchtkwaliteit. Er zit helemaal geen licht tussen. Dat moet echt gebeuren, of er nu 80 km/u wordt gereden of 100 km/u. Waar zich ook geen ruis met het ALU voordoet, is dat het ongelijkvloerse kruisingen worden en dat doorstroming geoptimaliseerd wordt. Waarover ik van de media heel veel vragen over heb gekregen en waarover ik wat ruis heb gehoord, is de weg door Leidsche Rijn. De opties van een weg door Leidsche Rijn, langs Leidsche Rijn, door Amelisweerd of van de Waterlinieweg een snelweg maken, zijn echt van de baan. Ik kan er niets meer of minder van maken. Het zijn geen alternatieven meer. De heer KLEUVER (D66): Ik ben blij dat te horen. Minister Eurlings heeft op televisie heel duidelijk gezegd dat het over 20 jaar nog wel een optie zou kunnen zijn. Is dat ook van de baan? Mevrouw DE BONDT (wethouder): Ik weet niet hoe de wereld er over 100 jaar uitziet, over 20 jaar of over 50 jaar. We zijn niet allemaal profeten. Ik heb die toekomstgave niet, hoewel dat af en toe wel makkelijk zou zijn. Over 100 jaar zullen we misschien ook de Dom afbreken, maar dat lijkt me ook bijzonder onwaarschijnlijk. De heer KLEUVER (D66): Nu bagatelliseert de wethouder het toch een beetje. Er zijn mensen die in Leidsche Rijn een huis hebben gekocht met de gedachte daar de komende 40 jaar te blijven wonen. Als de mogelijkheid wordt opengehouden dat er tussen nu en 20 jaar misschien wel een snelweg langs hun wijk komt, behandel je die bewoners niet eerlijk. De heer VAN CORLER (GroenLinks): Voorzitter! Het zit dan misschien niet nu in de plannen, maar de optie voor na 2020 wordt door de minister in ieder geval in de media wel degelijk opengehouden. Zolang die optie wordt opengehouden, heeft dat ook gevolgen voor bijvoorbeeld de ontwikkelingen van het gebied bij Haarzuilens. De landeigenaren zullen nog wel even wachten met verkopen. De behandeling van het MIRT voor investeringen na 2020 staat bovendien ook weer vrij snel voor de deur. Mevrouw DE BONDT (wethouder): We kunnen nu wel allerlei doemscenario's bedenken, maar we hebben echt afgesproken dat deze alternatieven echt zijn afgevallen, in de prullenbak zijn gegooid of zijn begraven. Als dat de raad nog niet genoeg geruststelt, kan ik verzekeren dat het college gewoon doorgaat met alle plannen voor groenontwikkeling ten westen van Leidsche Rijn. Daar zit geen andere gedachtewereld achter.

9 Avondvergadering van 5 november We speculeren nergens over iets wat de raad nog in de mond durft te nemen, maar ik niet eens meer. Deze alternatieven zijn echt begraven en komen niet meer voor in onze vocabulaire. Ik hoop dat ik de raad daarmee genoeg gerustgesteld hebt. Zo staat het ervoor en dat hebben we afgelopen dinsdag afgesproken. Ik hoop daarmee de hardnekkigste misverstanden uit de wereld te hebben geholpen. Burger en Gemeenschap heeft mij gevraagd naar een overkapping. De heer Verhoef heeft mij daar zojuist een artikel over gegeven. Het inpassingsniveau -geluidsschermen, stiller asfalt, wat nodig is en wat niet en hoe het er exact uitziet- moeten wij in de komende fase onderzoeken. De suggestie van een overkapping waarmee meteen energie kan worden opgewerkt en alle andere voordelen zal ik inbrengen bij alle partners. Daarmee kom ik bij het einde van mijn betoog. Ik ben zo verschrikkelijk blij met die EUR 1,2 mld. voor de bereikbaarheid van Utrecht! De heer DE GELDER (wethouder): Voorzitter! Ik heb een klein lijstje met vragen die nog beantwoord moeten worden. Een groot deel van de onderwerpen is al aan de orde geweest bij de behandeling van de amendementen en moties door wethouder Janssen. Ik zal ingaan op deze vragen in de volgorde waarin zij zijn gesteld. GroenLinks stelde een vraag over het instellen van een calamiteitenpot voor slachtoffers van het accres en dat in relatie tot de kredietcrisis. Een dergelijke pot bestaat al. Die wordt op bladzijde 299 van de begroting genoemd met de officiële naam de incidentele buffer gevolgen kredietcrisis. Bij de behandeling van de voorjaarsnota heeft de raad zelf besloten daarover te beslissen in het geval van problemen door de kredietcrisis. Het creëren van een aparte pot daarvoor is niet nodig. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Dat vind ik heel goed nieuws. Een accres kan betiteld worden als ten gevolge van de kredietcrisis, maar ik begrijp dat het voor het college gaat om de problemen op te lossen van gesubsidieerde organisaties vanwege het acres. Die kunnen dus een beroep doen op die pot. De heer DE GELDER (wethouder): Ik denk dat ik het net heel zorgvuldig heb geformuleerd. Als mevrouw Mos probeert het woord "kredietcrisis" terzijde te schuiven, zijn we niet meer in beeld. Daar is het namelijk aan gerelateerd. De fractie van GroenLinks heeft gevraagd of er een nieuwe actuele exploitatiebegroting voor het Muziekpaleis is. Ik kom straks nog even terug op het Muziekpaleis, want op dit moment zijn wij in gesprek zijn met Tivoli over de wijze waarop de samenwerking binnen het Muziekpaleis al dan niet verder gaat in de toekomst. Zodra daar meer duidelijkheid over is, zal het wel of niet relevant zijn om nieuwe begrotingen te maken. Op dit moment is dat niet het geval. Wethouder Janssen heeft het amendement 41 niet behandeld. Het is een belangrijk amendement over de subsidie aan Tivoli. Toch zal ik daar relatief kort iets op zeggen en dat sluit een beetje aan bij wat ik zojuist heb geantwoord. De gesprekken met Tivoli zijn constructief. Het laatste in de serie heeft gistermiddag plaatsgevonden en het is in het belang van het verdere verloop ervan niet mogelijk om namens het college nader in te gaan op de wenselijkheid van dit amendement op dit moment. Bij dit commentaar wil ik op dit moment laten. De heer ISABELLA (PvdA): Voorzitter! Ik zit even na te denken over wat de wethouder zegt en dan hoor ik vooral de dingen die hij volgens mij niet zegt. Wanneer hoort de raad de eventuele uitkomsten van die gesprekken? Kan de wethouder daar wel iets over zeggen? De heer DE GELDER (wethouder): Het beste antwoord lijkt mij op dit moment het einde van deze maand. Een heel andere vraag, een van de SP-fractie, had betrekking op acquisitie van bedrijven. Daar wil ik eigenlijk heel kort op ingaan omdat wij deze discussie de afgelopen week bij de behandeling van het EUR 10 miljoen-plan ook al hebben gevoerd. Hoe verleidelijk het ook is, in het belang van de tijd wil ik daar eigenlijk verder nu niet op ingaan. In het betoog van de D66-fractie kwam de suggestie om in de cultuurbezuinigingen een verschuiving aan te brengen en meer te bezuinigen op het Muziekcentrum Vredenburg. Daar zou ik twee dingen over willen zeggen. Het zou alleen maar een incidenteel effect hebben en geen structureel effect. Dat lost het probleem waar deze begroting over gaat structureel niet op. Technisch gezien - dat is het voorstel van de D66-fractie - zou je eenmalig op Vredenburg meer kunnen bezuinigen.

10 Avondvergadering van 5 november In mijn antwoord daarop betrek ik de opmerkingen die Leefbaar Utrecht hierover eerder heeft gemaakt. Bij het opstellen van het reorganisatieplan voor Vredenburg en dan met name Vredenburg Leidsche Rijn, hebben we gekeken naar de beste mogelijkheid om de faciliteit in Utrecht open te houden, de beste voorbereiding op het Muziekpaleis en naar een volledige en mooie programmering. Op dat bedrag hebben we de zaak afgemaakt. Als we nog meer zouden bezuinigen, zou dat uitgangspunt komen te vervallen en daar staat het college niet achter. Mevrouw PEETOOM (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! De heer Oldenborg heeft het in onze bijdrage niet meer gehad over het sluiten van het Muziekcentrum Leidsche Rijn, omdat we daar inderdaad te laat mee waren. Als we dat hadden willen voorstellen, hadden we dat in een eerdere fase moeten doen. Nu is iedereen er al weer zo op gericht om het weer goed te krijgen, dat we het om die reden hebben laten liggen. Ik zit echter toch nog steeds een klein beetje te herkauwen op alles waar we nog niet over mogen praten en wat allemaal toch gevoelig is, ondanks het feit dat de gesprekken constructief zijn. Wij maken ons er ontzettend veel zorgen over dat we nog jarenlang zouden kunnen vastzitten aan allerlei zaken die ook jarenlang nog heel veel geld kunnen kosten, ook als het juridische kosten zijn. Die hangen hier allemaal mee samen. Dus wij gaan door met het Muziekcentrum Leidsche Rijn op dit moment, maar we zijn heel ongerust dat er nog allerlei kostenslagen binnen dat pakket op ons afkomen, waarover de wethouder niets mag zeggen. Wij voelden ons al langer gegijzeld, maar nu voelen we ons nog gegijzeld. Begrijpt de heer De Gelder wat ik bedoel? De heer DE GELDER (wethouder): Ik vind het wel een heel zwaar woord, maar ik begrijp natuurlijk heel goed wat u zegt, want het is een gevoelig en ingewikkeld dossier. Ik besef ook dat ik af en toe in deze zaal net iets minder over dat dossier zeg dan dat ik misschien zelf wel zou willen. Ik ben er wel van overtuigd dat dit in het belang is van het Muziekpaleis en van het Utrechtse muziekleven voor de komende periode. Ik besef dat ik daarmee ook een groot vertrouwen van de raad vraag, maar ik doe dat alleen op het moment dat ik ook echt zeker weet dat dat vertrouwen de moeite waard is om gegeven te worden. Ik kan er echts niets meer over zeggen dan wat ik er zojuist over heb gezegd, namelijk dat ik er zeer van overtuigd ben dat wij aan het einde van deze maand de situatie bereiken, waarin meer duidelijkheid kan worden gegeven. Dat vind ik ook zeer terecht. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Deze wethouder is een briljant redenaar. Los van het vertrouwen, hoop ik dat deze gesprekken in ieder geval ook constructieve resultaten opleveren. Dat is in ieders belang. Ik begrijp heel goed dat er al gekeken is naar het plan van aanpak voor het Muziekcentrum Vredenburg. Aan de andere kant moet je ook kijken naar andere creatieve manieren waarop je met name in Leidsche Rijn de culturele infrastructuur kunt versterken. Cultuur 19 is per jaar tienduizenden euro's kwijt aan huur van bijvoorbeeld Forum 't Zand; die kan wat mij betreft naar het Muziekcentrum Vredenburg. Er kunnen ook de kantoren van Muziekcentrum Vredenburg niet op het Domplein maar in het Muziekcentrum worden gezet. Dat zijn allemaal mogelijkheden en synergievoordelen. De heer De Gelder is in ieder geval ook vanuit zijn achtergrond creatief genoeg om die creatieve marges te ontdekken. De heer DE GELDER (wethouder): Daar wil ik heel graag op reageren. Het kantoor op het Domplein is mij op dit moment niet helemaal duidelijk. Wat betreft Cultuur 19: als er mogelijkheden zijn om Vredenburg-Leidsche Rijn een hogere bezettingsgraad te geven, ben ik daar natuurlijk zeer voor. Een onderdeel van het plan dat nu wordt uitgevoerd, is natuurlijk ook al meer zaalverhuur en meer activiteiten waar dat gebouw heel geschikt voor is. Dat is misschien niet altijd even gemakkelijk, maar het is zeker onderdeel van het plan. Als er nog meer mogelijkheden zijn om het gebouw intensiever te benutten, ben ik daar zeer voor. We hebben de afgelopen maanden ook het nieuw opgerichte Utrechtse Philharmonisch Orkest gehoord met een nieuwe voorstelling die we van tevoren ook nog niet hadden verwacht. Maar we moeten ook eerlijk zijn: het is een locatie die een moeilijke start heeft gehad. Niet voor niets investeren wij er nu extra geld in. Dat doen we met het oog op de lange termijn. In deze zaal is al eerder aan de orde geweest dat dit EUR 7 miljoen zou gaan kosten. Dat hebben we gelukkig terug weten te brengen tot EUR 6,4 miljoen, maar daarmee is het wat dat betreft nu ook wel even op. Er zijn nog een paar vragen door Burger en Gemeenschap gesteld. In de eerste plaats wordt gevraagd om een beleidsplan voor het bedrijfsleven, met andere woorden welke sectoren wij graag willen binnenhalen of willen bevorderen. Daar hebben we het in deze zaal al eerder over gehad. We noemen dat ook wel het Economisch profiel Utrecht waar op dit moment aan wordt gewerkt om dat te actualiseren.

11 Avondvergadering van 5 november Feitelijk wordt op dit moment al gewerkt aan het antwoord op de vraag die Burger en Gemeenschap heeft gesteld. Een andere vraag was naar het plan voor Leidsche Rijn en de culturele voorzieningen en wat het college daarmee wil. Ook daarover is al eerder gesproken in december of januari en heb ik toen ook toegezegd om namens het college een reactie te geven op het plan van de intendanten, dat hier onlangs is gepresenteerd. Het laatste punt werd vanuit de zaal al beantwoord, maar ik hecht er toch wel aan om dat namens het college ook nog even te doen. Dat was inderdaad de automatische koppeling tussen de oude binnenstad en de derde zaal van de Schouwburg. Het besluit over waar die derde zaal er eventueel komt, zal op zeer korte termijn worden genomen. Het leek mij goed om dat nog even te verduidelijken. Daarmee ben ik aan het einde gekomen van de vragen die ik had genoteerd. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Wethouder Janssen heeft de dekking afgewezen voor het cultuurconvenant en de bezuinigingen op cultuur Leidsche Rijn, maar ik wil het toch aan deze wethouder vragen, Op 8 oktober hebben wij aangekondigd dat wij een dekking zouden presenteren en technisch gezien, klopt deze dekking. De wethouder heeft nauwelijks gereageerd. Ik heb hem nog geen een keer horen zeggen hoe hij het probleem van het feit dat wij voor 2012 het Cultuurconvenant niet hebben geregeld inschat en of hij daar voor aanstaande maart nog iets aan wil doen. Dit college heeft een afspraak met de partners voor het Cultuurconvenant en het wordt toch onderhand tijd, zou ik zeggen. De heer DE GELDER (wethouder): Ik had mij inderdaad buitengewoon verheugd op een dekkingsvoorstel van uw kant, waarop ik onmiddellijk lyrisch "ja" had kunnen zeggen. Dat is niet het geval, omdat we de dekkingsvoorstellen voor het verder opschroeven van de korting op externe inhuur op dit moment helaas onverantwoord vinden. Ik ben het wel helemaal met de heer Oldenborg eens dat het van belang is om afspraken na te komen. Ik ben ook blij dat we nog wat tijd hebben om daarover na te denken en aan te werken. De heer Oldenborg heeft in ieder geval mijn commitment dat we al het mogelijke zullen doen om de afspraken in het kader van het Cultuurconvenant na te komen. Meer dan dat kan ik er op dit moment niet over zeggen. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Ik constateer dat de wethouder over heel veel dingen niet zo veel kan zeggen op dit moment. Er is een amendement waaraan de oppositie de kwalificatie "Barry de Vos pesten" heeft gegeven. De wethouder zegt daar verder ook niets over. Wethouder Janssen heeft het laten liggen. Ik zal toch van het college moeten horen wat het met dit amendement doet. Er moet een advies van het college komen en dat heb ik niet echt gehoord. Een uitspraak dat er op dit moment niets over wordt gezegd, schiet natuurlijk niet op. Ik kan me er iets bij voorstellen dat de wethouder zegt dat het niet echt helpt op dit moment, maar dan wil ik dat wel graag van het college horen. Anders heb ik het gevoel dat er een spelletje gespeeld wordt en daar heb ik geen zin in. De heer ISABELLA (PvdA): Voorzitter! Ik heb dit amendement namens de coalitie ingediend en ik heb dus heel goed geluisterd naar wat de wethouder heeft gezegd. Voor de tweede termijn vraag ik een schorsing aan voor overleg. Ik kan wel uit de voeten met de woorden van deze wethouder over dit amendement. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Voorzitter! Ik begrijp de wethouder niet helemaal. Ik hoor hem zeggen dat er in januari een plan komt, maar hij zegt ook dat er geen geld is. Ik hoop dat ik het verkeerd begrijp, maar eigenlijk staat hij te vertellen dat we de culturele voorzieningen in het gedeelte over het kanaal wel kunnen vergeten. De heer DE GELDER (wethouder): Ik was even in de war omdat er twee onderwerpen een beetje door elkaar heenliepen. Een aantal onderdelen van deze vraag hebben wij hier op verschillende momenten besproken. We hebben het nu over de begroting. Een paar dagen geleden heeft de raad op zijn eigen verzoek een overzicht gekregen van wat dat concreet betekent voor de budgetten Leidsche Rijn. Een deel van die budgetten moet nog worden ingevuld. Een aantal weken geleden hebben wij een presentatie van de intendanten Leidsche Rijn gehad en heeft de raad de toezegging van het college gekregen dat wij in december of januari een reactie op dat rapport zullen geven. Die toezegging staat nog steeds. Daar heb ik op dit moment niet meer aan toe te voegen.

12 Avondvergadering van 5 november De VOORZITTER: Misschien is het voor de heer Oldenborg een goed idee dat hij in tweede termijn een reactie op zijn amendement krijgt, nadat de heer Isabella zijn amendement heeft toegelicht? U hebt wel recht op een opvatting van het college op het amendement en de toelichting daarop. Het lijkt me wel een heldere vraag van hem. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Het kan best zijn dat het ingetrokken wordt en dan hoeft het niet, maar anders wil ik wel weten hoe het college er tegenover staat. De VOORZITTER: Dat lijkt mij een terechte vraag, maar dat komt in de tweede termijn aan de orde. Mevrouw MOS (GroenLinks): Maar de wethouder heeft het amendement toch ontraden? De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Niet met zo veel woorden. De VOORZITTER: Ik heb het niet expliciet gehoord, zeg ik in alle eerlijkheid. De indiener, de heer Isabella, heeft het ook niet gehoord. In de tweede termijn wordt er nader over gedebatteerd en aan het einde komt het in stemming of niet. Mevrouw MOS (GroenLinks): Volgens mij wil de wethouder daar best nog wat over zeggen. De VOORZITTER: Dat kan ik hem niet onthouden. De heer DE GELDER (wethouder): Daar wil ik best wat over zeggen. Wat ik net heb gezegd, was een mooie, lange, cryptische, maar wel zeer doordachte zin. Soms is dat in een bepaalde situatie het beste. Op langere termijn zal moeten blijken of dat echt zo was, maar op dit moment verander ik niets aan die zin. De VOORZITTER: In ieder geval dank voor die duidelijkheid! Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Ik heb hier nog een vraag over. De VOORZITTER: Bewaart u die maar voor uw tweede termijn. Anders loopt het aardig uit de hand. De heer VAN DER SLUIJS (wethouder): Voorzitter! Ik heb slechts twee puntjes: welzijn en personeel. Dank voor alle aandacht daarvoor, want dat geeft mij in ieder geval het gevoel dat het een belangrijke portefeuille is waarmee veel kan worden bereikt en dat is ook zo. In dit debat zijn als belangrijkste zorgen toch wel naar voren gekomen de vragen hoe wij er in Utrecht voor kunnen zorgen dat mensen zich wel blijven voelen, hoe wij het welzijnsbeleid organiseren, hoe wij de kwetsbaren kunnen ontzien, het sociale isolement kunnen verminderen, ouderen toch die aandacht geven waardoor de niet geïsoleerd thuis achter de geraniums blijven zitten. De mensen in de stad hebben dit op vele manieren laten horen; van een grote georganiseerde demonstratie van zo'n 300 mensen tot twee meisjes, Yasmine Stoop en Nikki van den Ham. Ook tijdens de RIA van deze week waren er van de 200 aangeschreven instellingen drie aanwezig. Dat laatste viel wat tegen of hadden de meeste instellingen deze brief niet als zo bedreigend ervaren als misschien is gesuggereerd? Tijdens die avond en ook tijdens de inspraakavonden zijn er voorbeelden genoemd waaruit bleek dat er behoefte is aan ruimte om elkaar te kunnen blijven ontmoeten. Met de wijkwelzijnsorganisaties hebben wij afgesproken dat wij dat ook blijven doen, ook aan de kinderdisco van Yasmine en Nikki. De WWO's hebben toegezegd dat zij de ruimte voor de disco beschikbaar blijven stellen. Wel willen wij gaan doen zoals in de Jutter in de Rivierenbuurt en in de Schalm gebeurt, waar met heel veel vrijwillige inzet dingen tot stand worden gebracht. Deze initiatieven hebben onze sympathie en verdienen onze steun. Als mensen zelf de regie nemen in wat ze willen bereiken, ook als ze daarbij worden gefaciliteerd door een wijkwelzijnsorganisatie en daar waar nodig professioneel ondersteund, hebben wij de kern te pakken van vernieuwd welzijnsbeleid dat breed blijkt te worden gedragen, ook door de wijkwelzijnsorganisaties waarmee wij constant in gesprek zijn. Het volgend jaar, 2010, is een belangrijk jaar waarin ondersteuning van vrijwilligers verder zal worden uitgewerkt. Ook dat is de vorige week uitgebreid in de commissie besproken. Zaken als ondersteuning migrantenzelforganisaties, het Makelpunt krijgen allemaal een plaats.