Singapore rekenen voor verhaalsommen
|
|
- Johannes van de Brink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Singapore rekenen voor verhaalsommen
2 Singapore rekenen voor verhaalsommen Singapore rekenen beweegt de leerling door 3 stadia van leren: Concreet Visueel Abstract
3 Singapore rekenen voor verhaalsommen Het 8-Stappen Tekenmodel is een visuele manier om verhaalsommen weer te geven. Deze manier helpt leerlingen de verhaalsom te ZIEN en hierdoor kan het begrip enorm toenemen. Het 8-Stappen Tekenmodel biedt leerlingen een raamwerk waarmee de MEESTE verhaalsommen opgelost kunnen worden.
4 8 Stappen Tekenmodel 1. Lees het hele verhaal. 2. Over wie gaat het verhaal? 3. Over wat gaat het verhaal? 4. Teken stroken van gelijke lengte. 5. Lees de zinnen één voor één. 6. Zet een vraagteken op de juiste plaats. 7. Maak de berekening eronder of ernaast. 8. Geef antwoord met een hele zin.
5 Som 1: 1. Adam heeft 8 boeken gelezen. Hester heeft 6 boeken gelezen. Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen?
6 Stap 1: Lees het hele verhaal. 1. Adam heeft 8 boeken gelezen. Hester heeft 6 boeken gelezen. Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen?
7 Stap 2: Over wie gaat het verhaal? 1. Adam leest 8 boeken. Hester leest 6 boeken. Hoeveel boeken lezen ze samen?
8 Stap 2: Over wie gaat het verhaal? 1. Adam heeft 8 boeken gelezen. Hester heeft 6 boeken gelezen. Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen? Adam
9 Stap 2: Over wie gaat het nog meer? 1. Adam heeft 8 boeken gelezen. Hester heeft 6 boeken gelezen. Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen?
10 Stap 2: Over wie gaat het nog meer? Adam 1. Adam heeft 8 boeken gelezen. Hester heeft 6 boeken gelezen. Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen? Hester
11 Stap 3: Over wat gaat het verhaal? 1. Adam heeft 8 boeken gelezen. Hester heeft 6 boeken gelezen. Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen? Adam Hester
12 Stap 3: Over wat gaat het verhaal? 1. Adam heeft 8 boeken gelezen. Hester heeft 6 boeken gelezen. Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen? Adams boeken Hesters boeken
13 Stap 4: Teken stroken van gelijke lengte Adams boeken Hesters boeken
14 Step 4: Teken stroken van gelijke lengte Adams boeken Hesters boeken
15 Step 5: Lees de zinnen één voor één Adam heeft 8 boeken gelezen. Adams boeken Hesters boeken
16 Voeg de informatie toe aan de tekening Adam heeft 8 boeken gelezen. Adams boeken Hesters boeken
17 Voeg de informatie toe aan de tekening Adam heeft 8 boeken gelezen. Adams boeken Hesters boeken In de onderbouw staat één blokje voor één eenheid
18 Stap 5: Lees de zinnen één voor één Hester heeft 6 boeken gelezen. Adams books Hesters boeken 1
19 Voeg de informatie toe aan de tekening. Hester heeft 6 boeken gelezen. Adams boeken Hesters boeken 1
20 Voeg de informatie toe aan de tekening Hester heeft 6 boeken gelezen. Adams boeken Hesters boeken ,
21 Stap 5: Lees zinnen één voor één Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen? Adams boeken Hesters boeken
22 Geen nieuwe informatie. Door naar stap 6 Adams boeken Hesters boeken
23 Stap 6: Zet een vraagteken op de juiste plaats Hoeveel boeken hebben ze samen gelezen? Adams boeken Hesters boeken
24 Stap 6: Zet het vraagteken in je tekening Adams boeken Hesters boeken ?
25 Voordat je gaat rekenen, vul je de tekening zo nodig aan met informatie Adams boeken Hesters booeken ?
26 Voordat je gaat rekenen, vul je de tekening zo nodig aan met informatie Adams boeken Hesters boeken ?
27 Stap 7: Maak de berekening. Adams boeken Hesters boeken ?
28 Stap 7: Maak de berekening. Adams 8 boeken Hesters 6? boeken = 14 of tel de blokjes
29 Schrijf het antwoord naast het vraagteken in jouw tekening Adams 8 boeken Hesters 6? boeken = 14
30 Stap 8: Antwoord met een hele zin Adams 8 boeken Hesters 6? boeken = Groep 3 vult de in in een voorgedrukte zin
31 Stap 8: Antwoord met een hele zin Adams 8 boeken Hesters 6? boeken = 14 Adam en Hester hebben samen 14 boeken gelezen.
32 Som 2: 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent 40 cent per stuk
33 Stap 1: Lees het hele verhaal 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk
34 Stap 2: Over wie gaat het verhaal? 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk
35 Stap 2: Over wie gaat het verhaal? 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara
36 Stap 3: Over wat gaat het verhaal? 2. Sara koopt 2 peren. She betaalt cent. 40 cent per stuk Sara
37 Stap 3: Over wat gaat het verhaal? 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren
38 Stap 4: Teken stroken van gelijke lengte 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren
39 Stap 4: Teken stroken van gelijke lengte 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren
40 Stap 5: Lees de zinnen één voor één. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren
41 Voeg informatie toe aan de tekening. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren
42 Voeg informatie toe aan de tekening. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 1 1
43 Stap 5: Lees de zinnen één voor één. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 1 1
44 Voeg nieuwe informatie toe aan de tekening. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 1 1
45 Geen nieuwe informatie in deze zin. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 1 1
46 Kun je nog nieuwe informatie toevoegen aan de tekening? 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 1 1
47 Voeg deze informatie toe aan de tekening. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 1 1
48 Voeg dez informatie toe aan de tekening. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 40 cent 1 1
49 Stap 6: Zet het vraagteken op de juiste plaats. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 40 cent 1 1
50 Step 6: Zet het vraagteken op de juiste plaats. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 40 cent 1 1? cent
51 Is er nog meer informatie die we kunnen toevoegen aan de tekening? 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s peren 40 cent 1 1? cent
52 Is er nog meer informatie die we kunnen toevoegen aan de tekening? 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. 40 cent per stuk Sara s 40 cent 40 cent peren 1 1? cent
53 Stap 7: Maak de berekening. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. Sara s 40 cent 40 cent peren 1 1? cent
54 Stap 7: Maak de berekening. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. Sara s 40 cent 40 cent peren 1 1? cent = 80
55 Zet het antwoord naast het vraagteken. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. Sara s 40 cent 40 cent peren 1 1? cent = 80
56 Zet het antwoord naast het vraagteken. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. Sara s 40 cent 40 cent peren 1 1? cent = 80
57 Stap 8: Geef antwoord met een hele zin. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. Sara s 40 cent 40 cent peren 1 1? cent = 80
58 Stap 8: Geef antwoord met een hele zin. 2. Sara koopt 2 peren. Ze betaalt cent. Sara s 40 cent 40 cent peren 1 1? cent = 80 Ze betaalt 80 cent
59 Som 3: 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig.
60 Stap 1: Lees het hele verhaal. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig.
61 Stap 2: Over wie gaat het verhaal? 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig.
62 Stap 2: Over wie gaat het verhaal? 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig. Devi
63 Stap 3: Over wat gaat het verhaal? 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig. Devi
64 Stap 3: Over wat gaat het verhaal? 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig. Devi s geld
65 Stap 4: Teken stroken van gelijke lengte. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig. Devi s geld
66 Stap 4: Teken stroken van gelijke lengte. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. 70 cent Ze heeft nog cent nodig. Devi s geld
67 Stap 5: Lees de zinnen één voor één. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld
68 Voeg informatie toe aan de tekening. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld
69 Voeg de informatie toe aan de tekening. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent De strook vertegenwoordigt Devi s geld. Hogere moeilijkheidsgraad dan een strook die één voorwerp voorstelt.
70 Stap 5: Lees de zinnen één voor één. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent
71 Voeg de informatie toe aan de tekening. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent
72 Geen nieuwe informatie in deze zin. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent
73 Stap 5: Lees de zinnen één voor één. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent
74 Voeg de informatie toe aan de tekening. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent
75 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent nodig
76 Hoeveel geld heeft ze in totaal nodig? Voeg dit toe aan de tekening. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s geld 55 cent nodig
77 Voeg deze informatie toe aan de tekening. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig 70 cent
78 Stap 6: Zet het vraagteken op de juiste plaats. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig 70 cent
79 Stap 6: Zet het vraagteken op de juiste plaats. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig? 70 cent
80 Is er nog meer informatie die we kunnen toevoegen aan de tekening? 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig? 70 cent
81 Geen informatie meer. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig? 70 cent
82 Stap 7: Maak de berekening 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig? 70 cent
83 Stap 7: Maak de berekening. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig? = 15
84 Schrijf het antwoord bij het vraagteken. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig? = 15
85 Stap 8: Antwoord met een hele zin. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld nodig? = 15
86 Stap 8: Antwoord met een hele zin. 3. Devi heeft 55 cent. Ze wil de pen kopen. Ze heeft nog 15 cent nodig. 70 cent Devi s 55 cent geld more? = 15
87 Som 4: 4. Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? Begin met stap 1 t/m 4 van het 8-Stappen Tekenmodel
88 Som 4: Na stap Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? mensen Nu stap 5, informatie toevoegen, zin voor zin.
89 Som 4: Stap 5: Na de 1e zin. 4. Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? mensen 287
90 Som 4: Stap 5: Na de 2e zin. 4. Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? 287 mensen kinderen 52
91 Som 4: Stap 5 & 6: Vraagteken plaatsen, informatie uit de 3e zin toevoegen 4. Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? 287 mensen kinderen 52 (volwassenen)?
92 Som 4: Stap 7: Berekening. 4. Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? 287 mensen kinderen 52 (volwassenen)?
93 Som 4: 4. Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? Stap 7: Klaar. mensen kinderen (volwassenen)? = 235
94 Som 4 klaar: 4. Er zijn 287 mensen in een zaal. 52 daarvan zijn kinderen. Hoeveel volwassenen zijn er? mensen kinderen (volwassenen)? = 235 Er zijn 235 volwassenen in de zaal.
95 Som 5: 5. Trees koopt 6 zakken sinaasappels. In elke zak zitten 10 sinaasappels. Hoeveel sinaasappels zijn dat samen? Probeer deze zelf met het 8 Stappen Tekenmodel
96 Som 5 tekenen: 5. Trees koopt 6 zakken sinaasappels. In elke zak zitten 10 sinaasappels. Hoeveel sinaasappels zijn dat samen? Trees sinaas appels ?
97 Som 5 oplossing: 5. Trees koopt 6 zakken sinaasappels. In elke zak zitten 10 sinaasappels. Hoeveel sinaasappels zijn dat samen? Trees sin.appels 6 x 10 = 60 sinaasappels? = 60 Dat zijn samen 60 sinaasappels.
98 Som 6: 6. Er zijn 304 meisjes op een school. Er zijn 46 jongens minder dan meisjes. a. Hoeveel jongens zijn er op school? b. Hoeveel kinderen zitten er op deze school? Probeer deze zelf met het 8 Stappen Tekenmodel
99 Som 6 tekenen: 6. Er zijn 304 meisjes op een school. Er zijn 46 jongens minder dan meisjes. a. Hoeveel jongens zijn er op school? b. Hoeveel kinderen zitten er op deze school? meisjes 304 jongens a)? minder - 46 b)?
100 Som 6 oplossing: 6. Er zijn 304 meisjes op een school. Er zijn 46 jongens minder dan meisjes. a. Hoeveel jongens zijn er op school? b. Hoeveel kinderen zitten er op deze school? meisjes 304 jongens a)? 258 fewer = = 562 b)? 562 Er zijn 258 jongens op school. Er zitten 562 kinderen op deze school.
101 Som 7: 7. Melissa heeft 6 ansichtkaarten. Saar heeft 3x zoveel ansichtkaarten. Hoeveel ansichtkaarten meer heeft Saar (dan Melissa)? Probeer deze zelf met het 8 Stappen Tekenmodel.
102 Som 7 tekenen: 7. Melissa heeft 6 ansichtkaarten. Saar heeft 3x zoveel ansichtkaarten. Hoeveel ansichtkaarten meer heeft Saar? Melissa s ansichtkaarten Saars ansichtkaarten 6 1x 2x 3x (6) (6) (6)?
103 Som 7 oplossing: 7. Melissa heeft 6 ansichtkaarten. Saar heeft 3x zoveel ansichtkaarten. Hoeveel ansichtkaarten meer heeft Saar? Melissa s ansichtkaarten Saars ansichtkaarten 6 1x 2x 3x (6) (6) (6) = 12? 12 Saar heeft 12 ansichtkaarten meer dan Melissa.
104 Som 8 8. Brian heeft 6 goudvissen. Hij heeft 5x meer guppies dan goudvissen. STOP Hij verdeelt de guppies eerlijk over 3 bakken. Hoeveel guppies zitten er in elke bak? Werk Stap 5 uit voor: zin 2. Dan:
105 Som 8: Stap 5, zin 3 8. Brian heeft 6 goudvissen. Hij heeft 5x meer guppies dan goudvissen. Hij verdeelt de guppies eerlijk over 3 bakken. Hoeveel guppies zitten er in elke bak? Brians goudvissen 6 Brians guppies x 1 x 2 x 3 x 4 x 5
106 Problem 8: Step 5, sentence 3 8. Brian heeft 6 goudvissen. Hij heeft 5x meer guppies dan goudvissen. Hij verdeelt de guppies eerlijk over 3 bakken. Hoeveel guppies zitten er in elke bak? Teken een extra strook. Brians Te verwarrend om de 6 goudvissen strook weer te verdelen. Brians guppies x 1 x 2 x 3 x 4 x 5 By Linda King, Windsor C-1
107 Problem 8: Step 5, sentence 3 8. Brian heeft 6 goudvissen. Hij heeft 5x meer guppies dan goudvissen. Hij verdeelt de guppies eerlijk over 3 bakken. Hoeveel guppies zitten er in elke bak? Verdeel nu de extra strook Brians 6 in 3 delen. goudvissen Brians guppies x 1 x 2 x 3 x 4 x 5 bak 1 bak 2 bak 3 By Linda King, Windsor C-1
108 Som 8: Stap 5, zin 3 8. Brian heeft 6 goudvissen. Hij heeft 5x meer guppies dan goudvissen. Hij verdeelt de guppies eerlijk over 3 bakken. Hoeveel guppies zitten er in elke bak? Brians goudvissen 6 Maak de tekening af. Brians guppies x 1 x 2 x 3 x 4 x 5 bak 1 bak 2 bak 3 By Linda King, Windsor C-1
109 Som 8 tekenen: 8. Brian heeft 6 goudvissen. Hij heeft 5x meer guppies dan goudvissen. Hij verdeelt de guppies eerlijk over 3 bakken. Hoeveel guppies zitten er in elke bak? Brians goudvissen 6 Brians guppies (6) x 1 x 2 x 3 x 4 x 5 (6) (6) (6) (6) (30) (30) bak 1? bak 2 bak 3 By Linda King, Windsor C-1
110 Som 8 oplossing: 8. Brian heeft 6 goudvissen. Hij heeft 5x meer guppies dan goudvissen. Hij verdeelt de guppies eerlijk over 3 bakken.hoeveel guppies zitten er in elke bak? Brians goudvissen 6 Brians guppies (6) x 1 x 2 x 3 x 4 x 5 (6) (6) (6) (6) (30) 10 (30) bak 1? bak 2 bak 3 Brian heeft 10 guppies in elke bak. By Linda King, Windsor C-1 5 x 6 = = 10
111 Som 9: 9. In een emmer past 6 liter water. Er zijn 5 emmers nodig om een badje te vullen. Hoeveel liter water gaat er in het badje? Probeer deze zelf met het 8 Stappen Tekenmodel.
112 Som 9 tekenen: 9. In een emmer past 6 liter water. Er zijn 5 emmers nodig om een badje te vullen. Hoeveel liter water gaat er in het badje? Inhoud Emmer 1 Em. 2 Em. 3 Em. 4 Em. 5 badje 6 (6) (6) (6) (6)?
113 Som 9 oplossing: 9. In een emmer past 6 liter water. Er zijn 5 emmers nodig om een badje te vullen. Hoeveel liter water gaat er in het badje? Inhoud Emmer 1 Em. 2 Em. 3 Em. 4 Em. 5 badje 6 (6) (6) (6) (6) 5 x 6 = 30? 30 Er gaat 30 liter water in het badje.
Tijdsplanning werkstuk groep 5
Naam: Groep 5 Tijdsplanning werkstuk groep 5 Wat wanneer Aan de juf het onderwerp van maandag 21 januari 2013 mijn werkstuk doorgeven inleveren opdracht 1 maandag 28 januari 2013 inleveren opdracht 2 donderdag
Nadere informatieNAAM: Dag jongens en meisjes,
Dag jongens en meisjes, Leuk zeg! Je hebt het scheurblok Arithmos hoofdrekenen in je hand. Een blokje vol met rekenoefeningen uit het vierde leerjaar. Je kunt er zelf mee aan de slag, in de klas of thuis.
Nadere informatieEr worden planten per stuk en per bak verkocht met 8 plantjes erin. Voor een bak betaal je minder dan 8 x de prijs van 1 plantje.
Breuken Les Deel B Een voorbeeld van optellen van breuken Er worden planten per stuk en per bak verkocht met plantjes erin. Voor een bak betaal je minder dan x de prijs van plantje. De ene bak is voor
Nadere informatieLereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1
Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1 Bij rekenen heb je vast al rijen en rijen met sommen gemaakt! Dat ziet er dan ongeveer zo uit: 324+689=1013 561-256=305 22x34=748 208+593=801
Nadere informatieWat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
Nadere informatieNaam:... Datum:... 36 + 12 =. 2 x 15 =. 47 + 43 =. 4 x 12 =. 25 + 11 =. 6 x 7 =. 38-16 =. 100 : 4 =. 17-6 =. 36 : 6 =.
Opvraging Wiskunde W1 36 + 12 =. 2 x 15 =. 47 + 43 =. 4 x 12 =. 25 + 11 =. 6 x 7 =. 38-16 =. 100 : 4 =. 17-6 =. 36 : 6 =. 2 Goed lezen en oplossen. Ik koop in de supermarkt een krant (80 cent), een brood
Nadere informatieTOELICHTING BETEKENIS GEVEN AAN PROCENTEN
TOELICHTING BETEKENIS GEVEN AAN PROCENTEN LEERSTAP 1 LEERSTAP 2 LEERSTAP 3 Rekenvlinder_betekenis_geven_aan_procenten.indd 2 27-06-13 21:23 LEERSTAP 4 LEERSTAP 5 LEERSTAP 6 Rekenvlinder_betekenis_geven_aan_procenten.indd
Nadere informatieBlok 1 Herhalingstoets
herhalingstoetsen Blok Herhalingstoets Tienen en enen. Tel en schrijf. Wie zitten in de bus? Maak de bloksom. T E Hoeveel bekers? Schrijf. Hoeveel bekers? Maak de som. = = voor tafel voor tafels bekers
Nadere informatie2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?
Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel
Nadere informatieNEDERLANDS INSTRUCTIE. Doelen. Instructie van de les. Verwerking
22 2018 NEDERLANDS INSTRUCTIE Doelen Nederlands Uw leerlingen lezen een tekst over slaapproblemen. Ze schrijven een instructie. Burgerschap Uw leerlingen lezen een artikel over het wetsvoorstel van de
Nadere informatieoptellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen
1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per
Nadere informatieBegrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B
Begrijpend lezen Strategie 6 & 7 Extra oefenen Niveau B Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau B 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel
Nadere informatiePrinsjesdag A Tradities
Prinsjesdag A Tradities Tradities De gouden koets, de Koningin, een grote troon, dames met prachtige hoeden op, de minister van Financiën met het koffertje. Het is weer Prinsjesdag. Op deze dag vertelt
Nadere informatieGroepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak
Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau
Nadere informatieBijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep
Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Toelichting In de kolom aanbieding vult u de datum in waarop u de activiteit aan de gehele groep heeft aangeboden. U hoeft dit dan niet bij iedere
Nadere informatieEén zijde van de rand om het schaakbord is 0,80 m langer dan het schaakbord zelf.
www.schoolsupport.nl www.schoolsupport.nl De rand heeft een oppervlakte van 4,80 m x 4,80 m = 23,04 m 2. De rand heeft een oppervlakte van 5,60 m x 5,60 m = 31,36 m 2. De rand heeft een oppervlakte van
Nadere informatieStartrekenen 2F vo. Leerwerkboek rekenen deel B SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT
Startrekenen 2F vo Leerwerkboek rekenen deel B SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT ROB LAGENDIJK KRISTEL SCHAAP JASPER VAN ABSWOUDE JELTE FOLKERTSMA RIEKE WYNIA Inhoudsopgave
Nadere informatieantwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf.
jaargroep 5 Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 7 werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf. Les Overal getallen Bloemenwinkel De Roos. Hoeveel
Nadere informatiew e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Teken de versiering op de taart.
j aargroep 6 a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs De helft met aardbeien. Een vierde deel met appels. Een achtste deel met kersen. De rest met bessen. blok w e r k
Nadere informatieHoe noemt het deel dat in het vet gedrukt staat? Hoe noemt het deel dat in het vet gedrukt staat? Hoe noemt het deel dat in het vet gedrukt staat?
Hoe noemt het deel dat in het vet gedrukt staat? Hoe noemt het deel dat in het vet gedrukt staat? 2 4 2 4 Hoe noemt het deel dat in het vet gedrukt staat? 2 4 Bij welke breuk is de teller het grootst?
Nadere informatieEn wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?
Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp
Nadere informatieblok 1 herhalingstoets
herhalingstoetsen blok herhalingstoets meer dan ballen? kruis aan hoeveel ballen? kleur 0 wie wint? kruis aan meer dan 0 ballen? kruis aan wie gooit het meest? kruis aan wie wint? kruis aan herhalingstoets
Nadere informatieLesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?
Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help
Nadere informatieHandleiding. Plannen opstellen in ParnasSys
Handleiding Plannen opstellen in ParnasSys Inhoud Groepsplan opstellen... 3 1. Groepsplan aanmaken... 3 2. Doelen en aanpak invullen... 4 3. Verslag uitvoering... 5 4. Verslag evaluatie... 5 Clusterplan/individueel
Nadere informatieHANDLEIDING TELESHOPPEN
HANDLEIDING TELESHOPPEN Algemeen Deze handleiding gaat over de lesstof Teleshoppen, winkelen op internet. Deze handleiding hoort bij de elektronische lesstof die je terug kan vinden op internet. Kijk op;
Nadere informatieBLAD 11: CD-ROMMEN EN SOEPKOMMEN
BLAD 11: CD-ROMMEN EN SOEPKOMMEN 1. Delen door tien a. Mirza ziet in de winkel een doosje met 10 CD-roms liggen voor 35,- Hoeveel is de prijs per stuk van deze CD-roms?... b. En hoeveel zou de prijs per
Nadere informatieBegrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A
Begrijpend lezen Strategie 6 en 7 Extra oefenen Niveau A Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau A 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel
Nadere informatieTUINCENTRUM VIJVERPOMP
TUINCENTRUM VIJVERPOMP Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Module Tuincentrum - Vijverpomp Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke
Nadere informatieLes 1. 1 En jij? O 2 keer per jaar O 3 keer per jaar O 4 keer per jaar. Wat is een rapport? 1. Krijgt jouw kind een rapport?
Les 1 Wat is een rapport? 1 En jij? 1. Krijgt jouw kind een rapport? O ja O nee 2. Krijgen kleuters ook een rapport? O ja O nee 3. Kreeg jij vroeger in de school ook een rapport? O ja O nee Wanneer? Wat
Nadere informatieLesbrief bij Een caravan in de winter van Louisa van der Pol
Lesbrief bij Een caravan in de winter van Louisa van der Pol Voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief Thema s in het boek Lesopzet Doel van de les Uitwerking Bijlage: opdrachtenblad Thema s in het boek
Nadere informatieExamen Rekenen en Wiskunde
Examen Rekenen en Wiskunde Deel Niveau Opgavenummer Examenduur : KSE : RW() : 60 minuten Instructies Dit examen bevat 4 opdrachten. Vul in het onderstaande vak uw gegevens in. Vul dit ook in op deel! Beantwoord
Nadere informatie(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten
Titel Belgische voet Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten (Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten Benodigdheden Stroken; A3 in de lengte in vieren (smalle strook), bij voorkeur in verschillende
Nadere informatieBLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.
BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit
Nadere informatieHoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 =
les 23 en 24 blok 4 41 Teken de afstanden. 1 cm is in het echt 10 km. Van Amsterdam naar Alkmaar: 40 km. Controleer met je liniaal. aa Van Amsterdam naar Den Helder: 80 km. 8 cm b Van Almelo naar Utrecht:
Nadere informatiea n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit.
j aargroep 5 a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k oeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit. Les Overal getallen Welke rugnummers
Nadere informatieSchrijf twee dingen op die je in Circus Magic kunt zien.
Komt dat zien! Wat ga je doen? Je leert wat een aanplakbiljet is. Je maakt er zelf een. Uitgeverij Zwijsen.V., Tilburg Op verkenning door: Ilse Poort tk taalkaart Komt dat zien! ekijk het aanplakbiljet.
Nadere informatieIn het volgende overzicht geven we per oefening de doelen van het vakgebied mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden.
thema 5 Info voor de leerkracht 3 Het link.mundopakket heeft als doel om vanuit wereldoriëntatie de stap te zetten naar taal en wiskunde aan de hand van een contractwerkbundel gekaderd in een wereldoriëntatiethema.
Nadere informatieThuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt
Speciale les over auteursrecht tekst niveau AA Thuis films kijken 1 Jij kijkt vast wel eens naar een film. 2 Dat kan in de bioscoop. 3 Maar je kunt films ook thuis bekijken. Op internet. 4 Dat is lekker
Nadere informatieCBS De Wieken Januari 2015
CBS De Wieken Januari 2015 Wat is een mediator? Een mediator is iemand die anderen helpt bij een conflict Op school kan de juf of meester dat zijn Op onze school worden leerlingen opgeleid tot mediatoren
Nadere informatieReis door het zonnestelsel
Reis door het zonnestelsel GROEP 7-8 61 70 minuten 1, 23, 32 en 46 De leerling: weet dat de afstanden tussen de planeten heel groot zijn kan zich een voorstelling maken van de afstand van de aarde tot
Nadere informatieMet 4 op weg. Opdrachten spel
Opdrachten spel Met 4 op weg Als leerkracht kan je dit spel zelf sturen op basis van de kennis en vaardigheden van je leerlingen. - Je manier van begeleiden: vb. voor jongere kinderen geef jij de stappen
Nadere informatieHiervoor gaat u naar www.toeslagen.nl en klikt u op Proefberekening maken
Hoe maakt u een proefberekening van de Kinderopvangtoeslag? Hiervoor gaat u naar www.toeslagen.nl en klikt u op Proefberekening maken U komt dan in dit scherm, klik op Proefberekening toeslagen U vult
Nadere informatie- Duploblokjes en legoblokjes (nodig bij het oplossen van de rekenvraag)
Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: Tentoonstelling met lego Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. materiaal
Nadere informatieTOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...
TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.
Nadere informatieMeting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie
Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie Dit is versie 2.0 van de methode Reken Remedie en is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Mochten er onverhoopt fouten in voor komen, zou u zo vriendelijk
Nadere informatieOPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Video 10. Het eindproduct AV-03-10-01. Voorkennis: Je hebt de opdracht De eindmontage afgerond.
OPDRACHTKAART AV-03-10-01 Voorkennis: Je hebt de opdracht De eindmontage afgerond. Intro: Nu het eindproduct klaar is, kun je de commercial presenteren aan de klas en aan je docent. Alle commercials zullen
Nadere informatieDe moord op ons Neroke
De moord op ons Neroke Door wie, waarmee, en waar werd Nero vermoord? Los deze vreselijke moord op...voor er nog slachtoffers vallen. Het is duidelijk...carmen heeft jouw hulp nodig. Alleen met jouw hulp
Nadere informatieThema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?
: Overzicht lesverloop 25 1 De leerlingen lezen individueel een aantal eenvoudige raadsels over voorwerpen uit een boekentas om ze daarna in duo s aan elkaar voor te lezen. Ze zoeken telkens samen naar
Nadere informatieOntstaan van geld. Doel: Na deze opdracht weet je hoe geld ontstaan is. Uitleg opdracht. Thema: mini Samenleving
Thema: mini Samenleving Europa en de wereld Europese samenwerking Moeilijkheid: *** Tijdsduur: *** Juf Dineke Ontstaan van geld Doel: Na deze opdracht weet je hoe geld ontstaan is. Uitleg opdracht Je leest
Nadere informatiee) 124 op 300 b) 15 op 45 f) 412 op 500 c) 38 op 45
Extra oefeningen hoofdstuk 0: Probleemoplossend denken Schrijf de volgende resultaten in procenten. a) 20 op 30 e) 24 op 300 b) 5 op 45 f) 42 op 500 c) 38 op 45 g) 42 op 60 d) 8 op 25 h) 625 op 800 2 Vul
Nadere informatieVragen Rekenvaardigheid Pabo
Vragen Rekenvaardigheid Pabo 60 minuten 29 opgaven Probeer onderstaande opgaven binnen de gestelde tijd te maken. De antwoorden staan op http://lopabo.fontys.nl Te behalen 60 punten. 45 punten is 5,5 Bij
Nadere informatie2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?
Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? 8
Nadere informatie: 7 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : UUR
VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : 08.15 09.15 UUR ELEMENTAIRE REKENOPERATIES 3 Staartdelingen en delingen t/m 100.000 Reken de opgaven I en II na. 1 377,6 : 32 =...
Nadere informatieVerhoudingstabellen. Linda ik wil dezelfde lekkere ranja hebben. Als ik 5 glazen water heb, hoeveel glazen siroop moet ik daar dan bij doen?
Verhoudingstabellen Een voorbeeld van verhoudingstabellen: Linda vindt ranja het lekkerst als ze 1 glas siroop mengt met 4 glazen water. Ze krijgt dezelfde lekkere ranja als ze 2 glazen siroop met 8 glazen
Nadere informatierekenboek 5a lessen
rekenboek 5a lessen 507006 De stad in Blok 2 21 770 1000 500 400 Blok 2 Week 1 Les 1 1 Tellen. atel verder. 396 397 598 797 Tel terug. 402 401 903 101 bmaak sprongen van 10. Maak sprongen van 50. 480 490
Nadere informatieKommagetallen. Twee stukjes is
Kommagetallen Een kommagetal is een getal dat niet heel is. Het is een breuk. Voor de komma staan de helen, achter de komma staat de breuk. De cijfers achter de komma staan voor de tienden, honderdsten,
Nadere informatieLesvoorbereiding Zakelijke gegevens naam student: stageschool: Iselinge klas: mentrix: datum: aantal leerlingen: tijd: groep
Lesvoorbereiding Zakelijke gegevens naam student: Anouk Bluemink stageschool: O.B.S Jan Ligthart, Zelhem Iselinge klas: VR2 B mentrix: Mieke van den Berg datum: 14 maart 2014 aantal leerlingen: 21 tijd:
Nadere informatieTekst lezen en ophelderen van onduidelijkheden
Tekst lezen en ophelderen van onduidelijkheden 1. Jullie gaan in groepjes de tekst Ontsnapte cobra in Made terecht lezen. Houd tijdens het lezen een potlood bij de hand. Verdeel de tekst in net zoveel
Nadere informatiew e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.
jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 6 punten keer moet ik w e r k b o e k Matz wil 6 punten halen met blikgooien. Maak sommen. Les Overal getallen Maak
Nadere informatieEen tekening kan je helpen de som op te lossen. Schrijf eerst de juiste getallen in de tekst hieronder en maak er dan een tekening bij.
Werkboeken uitdelen De juffen van de Willem Bosmanschool hebben voor rekenen nieuwe boeken besteld. Voor iedereen is er één leerboek. Omdat elke leerling in een ander tempo werkt, hebben ze verschillende
Nadere informatieTOELICHTING BETEKENIS GEVEN AAN BREUKEN
TOELICHTING BETEKENIS GEVEN AAN BREUKEN 1 2 3 Rekenvlinder_betekenis_geven_aan_breuken.indd 2 27-06-13 21:57 4 5 6 13226_rv_wb_betekenis_geven_aan_breuken_bw.indd 3 04-07-13 17:26 liter 1 0 Rekenvlinder
Nadere informatieVollenhove Wonen op een havezate
D S T R K C N T Opdracht 1 Nodig: foto van jezelf als klein kind, fotoblad opdracht 1 In Vollenhove staat de havezate Oldruitenborgh. De havezate is al heel oud. Bijna 250 jaar geleden, rond 1770, woonden
Nadere informatiea. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?
5. Woordplaatjes Bijzondere woorden Woorden maken samen zinnen. Zinnen maken samen tekst. Een zin begint met een hoofdletter. Hij eindigt met een punt. Zo weet je hoe je moet lezen. De woorden staan netjes
Nadere informatie[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.
Beschrijving Deze gastles gaat over inzicht krijgen in je inkomen en uitgaven. Jongeren moeten zorgen dat ze inkomen hebben. Anders is het lastig om een eigen leven in te vullen. Zakgeld, kleedgeld, baantje,
Nadere informatieDwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.
Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het
Nadere informatie... ... Bereken hoeveel liter benzine de auto verbruikt voor de heen- en terugreis samen. Schrijf hieronder de berekening op. ... ... ... ...
EEN DAGJE UIT Meneer Kremers woont in Maastricht Hij gaat met de auto een dagje naar Scheveningen De afstand van Maastricht naar Scheveningen is 225 km 2p 1 Bereken hoeveel kilometer de heen- en terugreis
Nadere informatieAls ik 3% rente krijg, heb ik na een jaar 6,- verdiend. Ik bezit dan 200,- + 6,- = 206,-
Honderd procent goed Deel 1 Breuken en procenten blz.6 Als ik 3% rente krijg, heb ik na een jaar 6,- verdiend. Ik bezit dan 200,- + 6,- = 206,- 1% = 3,- 2% = 6,- 3% = 9,- Opdracht 1 1% van 500,- = 5,-
Nadere informatie2 Reken uit. 3 Maak er rekentaal van. Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn = = = = = =
10 les 1 2 Reken uit Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn. +20 +7 60 80 +27 60 40 + 17 = 50 + 38 = 80 + 12 = 30 + 43 = 30 + 23 = 20 + 61 = 70 + 21 = 40 + 57 = 60 + 27 = 3 Maak er rekentaal
Nadere informatieINTRODUCTIE GLUURMUUR
INTRODUCTIE GLUURMUUR Beste leerkracht, Fantastisch dat jullie school zich gaat inzetten voor een nieuw Schoolplein! Dit is een uitgesproken kans om de ideeën van jullie leerlingen op het plein terug te
Nadere informatieSpreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieOntdek beleef. het nieuwe INTRANET
& Ontdek beleef het nieuwe INTRANET Waarom? WE HEBBEN EEN NIEUW INTRANET WAAROM? Omdat we vinden dat jij centraal mag staan! Net als je collega s beschik je over een hoop kennis, ervaring en ideeën. Daar
Nadere informatie5 manieren om Samsam te gebruiken
Vraag de leerlingen waarom dit zeepje de vorm van een waterdruppel heeft.* Vertel dat handen wassen de makkelijkste manier is om te voorkomen dat bacteriën en ziektes zich verspreiden. Kinderen die regelmatig
Nadere informatieBLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN
BLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN 1. Samen een karweitje doen a. Vier vrienden hebben een karweitje gedaan. Samen hebben ze daarmee 60 euro verdiend. Hoeveel krijgt ieder?... b. Hoeveel zou iedereen krijgen
Nadere informatieEen deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.
In jouw stad of dorp zijn er vast wel wijken waar mensen met wat hogere inkomens wonen en wijken waar mensen met wat lagere inkomens wonen. Er wordt beweerd dat mensen met een hoger inkomen meer en verder
Nadere informatieStart met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.
Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieEetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen
september 2003 Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen 630101 Hoe vul je de vragenlijst in? Beste leerling, Deze vragenlijst gaat over voeding. We willen graag weten hoe je daarover denkt.
Nadere informatieEr is post! LES 1. gemeente Hengelo
LS 1 Opdracht 1 Je juf of meester leest je een verhaal voor. Het gaat over reizen met de postkoets. Aan het einde van het verhaal stelt je juf of meester een aantal vragen over het verhaal. Foto uit 1870,
Nadere informatienieuwtjes uit groep 3/4
nieuwtjes uit groep 3/4 Nieuwskrant 11 Van groep 3-4 Februari, maart 2015 Inhoud 1. Van groep 3 2. Van groep 4 3. Wie zijn wij? 4. Nieuwtjes in het kort 5. Energizers,wat zijn dat? Het is elke keer weer
Nadere informatieLove, Simon Boekverslag 5. Gemaakt door: Jette Somsen Klas: 4G1 Datum:
Love, Simon Boekverslag 5. Gemaakt door: Jette Somsen Klas: 4G1 Datum: 20-12-2018 1 Inhoudsopgaven Opdracht 1..3 Opdracht 2 4 Opdracht 3 4 Opdracht 4 4 Opdracht 5.5 Opdracht 6.5 Opdracht 7.6 Bornvermelding..7
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen
Tekst lezen en vragen stellen 1. Om een tekst goed te begrijpen is het erg belangrijk om een tekst actief te lezen. In de uitleg lees je hoe je dat moet doen. Als je actief leest, dan: - controleer je
Nadere informatieCreatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus
Creatief en flexibel toepassen van Triplep Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Programma Overzicht Kennismaking Persoonlijke werving van ouders Een goede relatie opbouwen met de ouders
Nadere informatie1. Je gaat zo meteen een tekst lezen. Tijdens het lezen ga je vragen stellen. Lees eerst de uitleg.
Tekst lezen en vragen stellen 1. Je gaat zo meteen een tekst lezen. Tijdens het lezen ga je vragen stellen. Lees eerst de uitleg. Als je een tekst leest, kun je vragen stellen over de tekst. Dan begrijp
Nadere informatieDe golf spoelt op het strand. 1. golf 2. strand
Coöperatieve werkvormen voor spellingonderwijs Schud & pak : - Maak een stapel kaartjes met (werk)woorden in een ondersteunende zin De golf spoelt op het strand. 1. golf 2. strand - - Zet leerlingen in
Nadere informatieIn te vullen door medewerker of onderzoeker: Datum van vandaag: - - Instelling: Groep: Code (meting-unieke code):
In te vullen door medewerker of onderzoeker: Datum van vandaag: - - Instelling: Groep: Code (meting-unieke code): Onderzoek: Residentiële opvang jongeren, Leefklimaat op de Groep Contactpersoon: Peer van
Nadere informatieOPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)
OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1) In de les leer je vaak nieuwe woorden. Je docent kan je helpen, maar je kan nieuwe woorden ook in het woordenboek opzoeken. Wat moet je doen? 1. Neem een woordenboek en
Nadere informatieSnel starten met Testweb PSL-b als Leerkracht
Snel starten met Testweb PSL-b als Leerkracht WAAR? Je vindt Testweb PSL op de volgende website: www.testweb.bsl.nl Je kunt inloggen in het groene vak aan de rechterkant: Direct inloggen Testweb PSL INLOGGEN
Nadere informatieEen breuk is een getal dat kleiner is dan 1. Als je iets in tweeën, drieën, vieren enz. breekt, dan krijg je een breuk.
Breuken Wat is een breuk Wat is een breuk? Een breuk is een getal dat kleiner is dan. Als je iets in tweeën, drieën, vieren enz. breekt, dan krijg je een breuk. Stel, je breekt één stukje krijt in tweeën,
Nadere informatie1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm
Oefenopgaven. 1. Bereken. A. 5 m = cm B. 4 hm = dm C. 3 km = m D. 300 cm = dm E. 2500 m = km F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm 2. Bereken. A. 3 dm² = cm² B. 4 cm²
Nadere informatieZonder hulp: onduidelijkheden vinden en ophelderen
1. Je gaat in groepjes de tekst Strijd tegen namaakmerkkleding lezen. Kijk eerst naar de buitenkant van de tekst. a. Wat is namaakmerkkleding? b. Waarom zou er een strijd tegen namaakmerkkleding zijn?
Nadere informatieMet hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden
Let op: je maakt Opdracht 1 Met hulp óf Opdracht 1 Zonder hulp Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden 1. Lees de tekst in drietallen. Zet een vraagteken in de kantlijn bij de dingen waar
Nadere informatieTOELICHTING REKENEN MET BREUKEN
TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN 1 2 3 11628_rv_wb_breuken_bw.indd 2 13-11-12 23:2611628_rv_wb_breuken_bw.indd 3 13-11-12 23:27 4 5 6 Rekenvlinder Rekenen met breuken Toelichting Uitgeverij Zwijsen B.V.,
Nadere informatieREKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen
REKENMODULE INHOUD Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Inhoud Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels,
Nadere informatieInhoud 1 Info coach Breuken exploreren met levensecht materiaal Zelf breuken tekenen... 11
Inhoud Info coach... Breuken exploreren met levensecht materiaal... 7. Exploreer in doe-activiteiten... 7. Hoe goedkoop is gratis... Zelf breuken tekenen.... Breuken die starten met de helft.... Breuken
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen over de tekst
Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Tijdens het lezen van een tekst,
Nadere informatieExamen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-15.00 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.
Examen VMBO-BB 2008 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-15.00 uur wiskunde CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen
Nadere informatieGokautomaten (voor iedereen)
Gokautomaten (voor iedereen) In een fruitautomaat draaien de schijven I, II en III onafhankelijk van elkaar. Door een hendel kan elke schijf tot stilstand worden gebracht. In de tabel zie je wat op elke
Nadere informatieMeetactiviteit derde leerjaar
Meetactiviteit derde leerjaar - Moeilijke woorden voor de activiteit met de kinderen doornemen. - De meetstands worden in de eetzaal opgesteld. - Elke leerling brengt een fles mee naar school. (Grote of
Nadere informatieTVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar
TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar INSTRUCTIE BIJ VRAGEN Wiskunde Begin 1 ste leerjaar Voor de afname leg je aan iedereen kort de betekenis uit van de tekens =, < en > a.d.h.v.
Nadere informatie