Achtergrond Samenvatting Doelgroep: Einddoelgroep is alle scholieren binnen het VO; jongens en meisjes van 12 tot 18 jaar.

Transcriptie

1 Scholencompetitie Zaalvoetbal voortgezet onderwijs Organisatie: Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond Contactpersoon: heer Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond Contactpersoon 2: heer Willem Bos Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Doelgroep: Einddoelgroep is alle scholieren binnen het VO; jongens en meisjes van 12 tot 18 jaar. Doel: VO leerlingen sporten structureel meer door deelname aan de zaalvoetbalcompetitie. Zij profiteren hierdoor meer van de positieve effecten van sporten en bewegen. Aanpak: De sportdeelname van jeugd van jaar blijft achter bij het landelijk gemiddelde, bovendien is de sportuitval onder jongeren vanaf 12 jaar groot. Sportclubs onderschrijven en betreuren dit, omdat jongeren die tijdens de adolescentie sporten en bewegen, dit vaak tot op latere leeftijd blijven doen en dus langer voor de club behouden blijven. Daarnaast profiteren inactieve jongeren niet van de positieve effecten die sporten en bewegen kunnen hebben op de fysieke, psychische en sociale gezondheid. In antwoord op de achterstand in sportdeelname en de grote uitval van jeugdigen vanaf 12 jaar, heeft de KNVB de interventie Scholencompetitie VO Zaalvoetbal ontwikkeld. In 2012 hebben 90 scholen met 300 teams totaal bestaand uit 2400 leerlingen aan de scholencompetitie deelgenomen. De competitie is bedoeld voor zowel jongens als meisjes die via de vereniging de eer van hun school verdedigen. Jongeren die minder bewegen dan gemiddeld en nog niet lid zijn kunnen via school kennismaken met zaalvoetbal om uiteindelijk via de scholencompetitie door te stromen naar een structureel verenigingslidmaatschap. Fasering De totale duur van de interventie is 17 maanden. 1 / 10

2 Fase 1: Voorbereiding (april-september, 5 maanden) 1A: Stuurgroep samenstellen (procesbewaking/coördinatie) 1B: VO instellingen benaderen (directie/vakdocenten) Fase 2: Uitvoering (oktober-april, 7 maanden) 2A: Werven begeleiders en deelnemers 2B: Competitie voorbereiden 2C: Competitie uitvoeren Fase 3: Continuering (april-september, 5 maanden) Idealiter start het aanbod in oktober (na de herfstvakantie) en afloop in april. De competitie kent een najaar- en voorjaarsreeks (herindeling op speelsterkte/geslacht). Het competitieaanbod bestaat uit minimaal 20 wedstrijden/trainingen van 50 minuten. Organisatie: Gedurende de looptijd van de competitie werken vereniging, gemeente, welzijnsorganisatie en scholen samen. De interventie wordt uitgevoerd door een stuurgroep die de interventie op hoofdlijnen vorm geeft. De uitvoering van de interventie is in handen van een werkgroep (vereniging, scholen, buurtsportcoach). Tijdens de competitie worden modules/cursussen georganiseerd voor kader, begeleiding, leerlingen, oouders en overige geïnteresseerde betrokkenen bij de competitie. Zij worden opgeleid tot: organisator, begeleider, trainer o f scheidsrechter. De vereniging wordt in de uitvoering ondersteund door een KNVB-medewerker zaalvoetbal uit het district. Implementatie: Er is een pakket beschikbaar dat door verenigingen gebruikt wordt om de interventie op te starten en uit te voeren. In dit pakket zitten onder andere een handleiding en digitale promotiemiddelen. Hiernaast is een lespakket beschikbaar dat ingezet wordt door vakdocenten om voetlessen te verzorgen tijdens de gymuren op school. Doel van het sport- en beweegaanbod VO leerlingen sporten structureel meer door deelname aan de zaalvoetbalcompetitie. Zij profiteren hierdoor meer van de positieve effecten van sporten en bewegen. Subdoelen 1. Vereniging: meer jeugdleden nemen deel aan de zaalvoetbalactiviteiten; 2. VO scholen: a. Meer scholen integreren de zaalvoetbalcompetitie structureel in beleid en activiteiten; b. Meer LO docenten beschikken over de kennis en vaardigheden om voetballes te geven; c. Meer leerlingen op VO scholen beschikken over kennis en vaardigheden om een zaalvoetbalcompetitie te helpen organiseren. 3. Welzijnsorganisaties: meer buurtsportcoaches beschikken over de kennis en vaardigheden om de zaalvoetbalcompetitie te helpen begeleiden; 4. Gemeentes: meer gemeenten zijn actief betrokken bij en ondersteunen de uitvoering van de zaalvoetbalcompetitie. Hoofddoel VO leerlingen sporten structureel meer door deelname aan de zaalvoetbalcompetitie. Zij profiteren hierdoor meer van de positieve effecten van sporten en bewegen. Subdoelen 1. Vereniging: meer jeugdleden nemen deel aan de zaalvoetbalactiviteiten; 2. VO scholen: a. Meer scholen integreren de zaalvoetbalcompetitie structureel in beleid en activiteiten; b. Meer LO docenten beschikken over de kennis en vaardigheden om voetballes te geven; c. Meer leerlingen op VO scholen beschikken over kennis en vaardigheden om een zaalvoetbalcompetitie te helpen organiseren. 3. Welzijnsorganisaties: meer buurtsportcoaches beschikken over de kennis en vaardigheden om de zaalvoetbalcompetitie te helpen begeleiden; 2 / 10

3 4. Gemeentes: meer gemeenten zijn actief betrokken bij en ondersteunen de uitvoering van de zaalvoetbalcompetitie. Doelgroep Einddoelgroep zijn alle scholieren binnen het VO; jongens en meisjes van 12 tot 18 jaar. Subdoelgroepen 1. Leerlingen in het VO zijn op te splitsen in jongens en meisjes. Bij de uitvoering van de interventie spelen jongens en meisjes in aparte competities; meisjes nemen een aparte positie in binnen de competitie omdat het voor hen extra belangrijk is in een veilige omgeving te sporten. Daarnaast is het voor (allochtone) meisjes belangrijk dat zij, eveneens om veiligheidsredenen, aansluitend op school en dus in de middag kunnen zaalvoetballen. Bovendien is het spelniveau bij meisjes vaak lager dan bij jongens. Nog steeds is, als er gekeken wordt naar de leden van sportverenigingen, 63% man en 37% vrouw. Hier kan gesproken worden van een onevenredige verdeling tussen mannen en vrouwen in de sport, daar waar er wel degelijk potentie onder meisjes en vrouwen is om meer te gaan sporten of betrokken te zijn binnen de sport. 2. Leerlingen LO2 en BSM: deze leerlingen helpen de competitie mede organiseren en worden hiervoor binnen hun reguliere vakkenpakket opgeleid. Deze leerlingen worden begeleid door de vereniging of buurtsportcoach. Dit houdt onder andere in: a. Volgen van een opleiding voor scheidsrechter en begeleider; b. Scheidsrechter zijn in de competitie; c. Begeleiden van teams van VO competities; d. Organiseren en leiden van het speelmoment/wedstrijdronde; 3. Leerlingen op het VMBO: er is speciaal aandacht voor leerlingen in dit schooltype omdat deze groep een nog grotere beweegachterstand heeft. Omdat jongeren op deze leeftijd aan steeds meer impulsen worden blootgesteld (bijbaan, hogere eisen vanuit school) is het een goede manier jongeren via school in een competitie te laten spelen. Op deze manier krijgen jongeren die een laagdrempelig en op maat gemaakt sportaanbod dat aansluit bij hun behoefte. Intermediaire doelgroep Voor de organisatie van de competitie is de betrokkenheid van andere intermediaire doelgroepen gewenst, namelijk: 1. Vereniging: a. Spelers, ter ondersteuning en voor promotie van de competitie, bijvoorbeeld voor het geven van een introductieclinic om potentiële deelnemers te enthousiasmeren; b. Bestuur, voor de beleidsmatige inbedding; c. Technisch kader, om activiteiten te begeleiden. Dit betekent bijvoorbeeld het begeleiden van activiteiten, verzorgen van voetballessen via de module Wij Krijgen Voetballes en begeleiden van scheidsrechters en coaches in de praktijk. 2. VO-scholen: a. Docenten, het onder de aandacht brengen van de competitie en het verzorgen van voetballessen; b. Directie van de school, het implementeren van de competitie binnen de schoolorganisatie; c. Leerlingen, zie onder kopje doelgroep, participeren in de organisatie en deelnemen van de competitie. 3. Welzijnsorganisaties/gemeente: Om de koppeling te maken met buurtsportcoaches. De buurtsportcoach vormt een belangrijke verbinding tussen scholen en vereniging. De buurtsportcoaches kunnen bij de KNVB opleidingen volgen om de competitie beter te begeleiden. 4. Gemeentes: Gebruik van het lokale netwerk op het gebied van het onderwijslandschap en potentiële doelgroepen. Bovendien heeft de gemeente vaak een rol als subsidiënt en facilitator. 5. Andere organisaties: afhankelijk van de lokale situatie kunnen andere organisaties aansluiten bij de totstandkoming en uitvoering van de scholencompetitie. Probleembeschrijving Probleem Het aantal volwassen Nederlanders dat volgens eigen zeggen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen ( 3 / 10

4 NNGB) voldoet, is sinds 2006 redelijk stabiel en schommelt rond de 59%. Het percentage jeugdigen dat de NNGB haalt is drastisch lager: 17,8%, zonder duidelijk positieve of negatieve trend (website NISB). De sociaaleconomische status (SES), etnische achtergrond en demografische kenmerken, zoals leeftijd en geslacht hangen samen met het beweeggedrag (Chorus & Hildebrandt, 2010; Hendriksen et al., 2010a; Wendel-Vos & Frenken, 2010). Met name bij jongeren is ook de sociale omgeving van invloed op het beweeggedrag. Voorbeelden van sociale omgevingsfactoren zijn sociale veiligheid, maar ook het beweeggedrag van leeftijdsgenoten ('peers') en dat van ouders en andere mensen met een voorbeeldfunctie ( Ferreira et al., 2007). Van de jeugd zijn vooral de jarigen, de niet-sporters en zijn degenen van niet-nederlandse herkomst minder actief (De Vries et al., 2010c). De grootste groep jongeren die inactief zijn bevinden zich in de lagere opleidingsniveaus. Van de 12 tot 17-jarigen, bewegen de vmbo-ers het minst. De uitval uit de georganiseerde sport van jongeren (vanaf een leeftijd van ca. 12 jaar) is groot. De belangrijkste redenen om af te haken verschillen sterk per leeftijd. Jongeren in de leeftijd van jaar geven als belangrijkste redenen aan dat sport moeilijk is te combineren school, studie en/of werk. Daarnaast is sport niet meer zo leuk (of andere zaken zijn nog leuker) (sportersmonitor 2012, NOC*NF). Sportclubs en coaches onderkennen dat ze massaal sporters vanaf 12 jaar verliezen. Er is de sport veel aan gelegen jongeren aan het sporten te houden. Het blijkt namelijk dat jongeren die tijdens de adolescentie blijven sporten, dit ook als twintiger en dertiger blijven doen. Sport krijgt een vaste plek in hun programma en vaak blijft dat zo tot op hoge leeftijd (website NOC*NSF). Vergeleken met mensen die individuele vormen van lichamelijke activiteit beoefenen, hebben mensen die in teamof verenigingsverband sporten of bewegen vaker ook een verbeterde psychische en sociale gezondheid (Eime et al., 2013). Het aanbieden van structureel voetbalaanbod voor jongeren kan dus een positieve invloed hebben op de gezondheid en op het beweeggedrag op latere leeftijd. Een goede manier van structureel sporten is je aansluiten bij een vereniging: voetbalverenigingen kunnen in elke wijk in Nederland sportactiviteiten aanbieden die aansluiten op de behoefte van de jongeren. Een gezonde jongere, heeft ook meer kans een gezonde volwassene te worden. De kans op het krijgen van ziekten en aandoeningen en de uiteindelijke sterfte daaraan neemt af naarmate iemand meer uren per week actief is (PAGAC, 2008). Matig intensieve lichamelijke activiteit, zoals fietsen of stevig wandelen, heeft al een gunstig effect op de gezondheid, mits deze regelmatig wordt verricht. Intensieve lichamelijke activiteit, zoals voetballen, bevordert bovendien de conditie van hart en longen, ofwel de cardiorespiratoire fitheid (Monninkhof et al., 2007;Cavill et al., 2006;KWF, 2005c; Wendel-Vos et al., 2004). Matig intensief bewegen verbetert ook de leerprestatie van kinderen. Kinderen die regelmatig bewegen winnen aan zelfvertrouwen en zijn fitter. Verder zijn sport en spel goed voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden, en schoolresultaten verbeteren bij goede afwisseling van beweeg- en leertijd (Vervoorn e.a., 2011). Aanpak Strategie Fase 1: Projectgroep samenstellen bestaande uit organisaties die betrokken zijn bij de competitie. De vereniging wordt bij het samenstellen van de projectgroep ondersteund door een projectmedewerker Amateurvoetbal van de KNVB. Fase 2: Aangezien de KNVB heeft opgemerkt dat vakdocenten behoefte hebben aan een gestructureerde kennismaking met (zaal)voetbal hebben wij de lesmap Wij Krijgen Voetballes ook voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld. Er kan eventueel worden gekozen de zaalvoetbalvereniging in samenwerking met de vakdocent een introductie op de school te laten verzorgen met behulp van de lesmap. Fase 3: Coördineren en aanjagen van de inschrijvingen via de docent LO. De vereniging en de KNVB nemen samen met de docenten LO een plan van aanpak door om een zo groot mogelijk bereik te realiseren. Fase 4: Start van alle deskundigheidsbevordering gericht op de einddoelgroep (BSM en LO2). KNVB-docenten bieden op school de benodigde modules aan. Einddoel is de leerlingen na het volbrengen van de modules actief te laten participeren in de uitvoering van de competitie. 4 / 10

5 Fase 5: Samenstellen van het programma. Dit bestaat uit het maken van de teamindeling en de speelschema s. Dit zal volledig worden gefaciliteerd door de KNVB. Fase 6: Starten van de competitie. Omdat de VO-leerlingen - in tegenstelling tot bij de basisscholencompetitie- zelf in staat zijn om naar de sporthal te reizen is het vooral een kwestie van goede communicatie over de speeltijden, locatie en teamindeling. In de ideale situatie kunnen leerlingen uit de bovenbouw die mee hebben gedaan in fase 2 aan de deskundigheidsbevordering, dit in deze fase bij de onderbouw al in de praktijk brengen. Fase 7: De competitie wordt afgesloten met de uitvoering van een evaluatie. Binnen de projectgroep wordt teruggekeken op de competitie. De verbeteringen worden in een document vastgelegd. Samenwerking Betrokken partijen zijn de KNVB, de school, de gemeente (sport stimulering) en de lokale vereniging. Zoals eerder aangegeven wordt een projectgroep samengesteld bestaande uit tenminste een vertegenwoordiger van iedere partij. Deze projectgroep is verantwoordelijk voor de algemene aansturing en draagt zorg voor de kwaliteit. In de hieropvolgende fasen is de uitvoering steeds in handen van de driehoek KNVB, school en vereniging. Iedereen draagt zorg voor zijn vakgebied. De school faciliteert het aanbod, zorgt voor draagvlak bij scholieren en probeert zoveel mogelijk partijen bij het aanbod te betrekken. De KNVB en de vereniging dragen zorg voor de organisatie en de kwaliteit van de scholencompetitie. Gedurende het jaar komt de projectgroep drie keer bij elkaar om de voortgang te bespreken en eventueel bij te sturen Duur en intensiteit Start van het aanbod is in oktober (na de herfstvakantie) en eindigt in mei (in de schoolvakanties is momenteel geen aanbod binnen de scholencompetitie, maar de KNVB wil in de vakantie een aanbod ontwikkelen dat in de vakantie aan de leerlingen wordt gegeven). Per deelnemer is het een aanbod van meer dan 20 momenten met steeds 50 minuten bewegen Opzet van de interventie N.B. Faseaanduiding correspondeert met de gehanteerde fasering in de handleiding. Deze fasering wordt voor alle interventies jeugdzaalvoetbal van de KNVB gebruikt. De totale duur van de interventie is 17 maanden. Fase 1: Voorbereiding (april-september, 5 maanden) 1A: Stuurgroep samenstellen (procesbewaking/coördinatie) 1B: VO instellingen benaderen (directie/vakdocenten) Fase 2: Uitvoering (oktober-april, 7 maanden) 2A: Werven begeleiders en deelnemers 2B: Competitie voorbereiden 2C: Competitie uitvoeren Fase 3: Continuering (april-september, 5 maanden) Idealiter start de competitie in oktober (na de herfstvakantie) en afloop in april. De competitie kent een najaar- en voorjaarsreeks (herindeling op speelsterkte/geslacht). Het competitieaanbod bestaat uit minimaal 20 wedstrijden/trainingen van 50 minuten bewegen. Locatie en uitvoerders De interventie wordt uitgevoerd door de vereniging en de intermediaire doelgroepen, te weten: 1. VO onderwijsinstellingen 5 / 10

6 2. Gemeenten 3. Welzijnsorganisaties, sportbond en bedrijven 4. Afhankelijk van lokale context andere organisaties zoals ALO s, woningbouw, lokale partijen, e.a. Deze organisaties werken samen in de stuurgroep die de zaalvoetbalcompetitie op hoofdlijnen aanstuurt. De scholen, de buurtsportcoach en de vereniging formeren een werkgroep die verantwoordelijk is voor de wekelijkse gang van zaken van de competitie. Zie hieronder bij Inhoud van de interventie. Overdraagbaarheid Ondersteuning De interventie is beschreven in een handleiding waarin stapsgewijs staat hoe de interventie uitgevoerd moet worden. De handleiding is toereikend voor een verenging om de interventie, na 17 maanden ondersteuning van de KNVB, zelfstandig uit te voeren. De KNVB medewerker (medewerker organisatie zaalvoetbal) is verantwoordelijk voor de overdracht van de interventie aan de lokale organisatoren (werkgroep). Daarnaast kan hij/zij de opgedane kennis overdragen aan andere verenigingen en onderwijsinstellingen in zijn district. Na implementatie is de vereniging verantwoordelijk voor de borging en kwaliteitsbewaking en draagt de KNVB zorg voor de organisatie van de competitie (reguliere werkzaamheden). Er worden geen specifieke eisen gesteld aan trainers en begeleiders, wel wordt deelname aan de opleiding JZVL (jeugdzaalvoetballeider) gestimuleerd. De scheidsrechter heeft minimaal de BOS opleiding afgerond. De organisatie stimuleert en werft deelnemers voor het volgen van een BOS opleiding. Handleiding De handleiding Scholencompetitie zaalvoetbal primair onderwijs is beschikbaar als onderdeel van de starterskit jeugdzaalvoetbal Kwaliteitsbewaking Tijdens de opstartfase van de scholencompetitie zaalvoetbal voortgezet onderwijs wordt het proces begeleid door een projectmedewerker van de KNVB. Deze medewerkers hebben veel ervaring met het opzetten van lokale samenwerkingsverbanden. Tevens evalueert de KNVB de verzorgde ondersteuningstrajecten middels de daarvoor beschikbare evaluatieformulieren. Na implementatie zijn de uitvoerders (verenigingen) verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking. Aan de uitvoerders worden verder geen uniforme eisen gesteld t.a.v. het opleidingsniveau van de betrokkenen. Wel wordt er gestreefd naar tenminste de opleiding JZVL (jeugdzaalvoetballeider) die in samenwerking met de KNVB wordt gegeven op locatie. Ook worden alle verenigingen die een starterskit jeugdzaalvoetbal aanvragen door de KNVB centraal geregistreerd, om periodiek mee te kunnen communiceren. De KNVB onderzoekt daarnaast onder verenigingen en betrokken scholen structureel (o.a. via enquêtes) de landelijke ontwikkeling van het jeugdzaalvoetbalaanbod om hiermee mogelijke knelpunten en aanvullende behoeften in kaart te brengen. Materialen De volgende materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering van de scholencompetitie VO: De handleiding Scholencompetitie zaalvoetbal voortgezet onderwijs is beschikbaar als onderdeel van de starterskit jeugdzaalvoetbal. Deze handleiding neemt de vereniging stap voor stap mee in het proces de scholencompetitie te organiseren en bevat zowel een hardcopy component, als een USB stick met handige documenten, o.a. promotiemateriaal als bijvoorbeeld flyers, posters, certificaten en pamfletten. In de handleiding 6 / 10

7 zijn drie fasen te onderscheiden: o Voorbereiding: een vereniging krijgt hierin uitleg hoe een scholencompetitie op te zetten en welke externe partners zij hierbij moeten betrekken; o Uitvoering: stapsgewijze beschrijving hoe de interventie op operationeel gebied uitgevoerd moet worden; o Continuering: hierin wordt beschreven hoe de competitie geëvalueerd moet worden, en eventueel verbeterd kan worden. Evaluatieformulieren: een vereniging voert een onderzoek uit onder deelnemers en betrokkenen met als doel de interventie continu te verbeteren; KNVB module Wij Krijgen Voetballes voor het VO. Met dit lespakket dat is ontwikkeld voor scholen, kunnen docenten LO voetballessen verzorgen op school. Het lespakket bevat leskaarten die direct in de les kunnen worden ingezet en waarmee introductielessen worden gegeven. Implementatie Randvoorwaarden Draagvlak Door te werken in een driehoek: voetbal, gemeente en onderwijs is er ruim draagvlak voor het beweegaanbod. Omdat het aanbod bewezen effectief is, maar ook omdat de einddoelgroep laagdrempelig kennis kan maken met het aanbod. Dit betekent dat er weinig uitval is en dat de einddoelgroep gemotiveerd aan het aanbod deelneemt. Omdat er voor alle partijen een belang ligt in het succesvol laten verlopen (de gemeente om inwoners meer te laten bewegen, de school om scholieren meer te laten bewegen, de vereniging om de ledengroei te stimuleren) ontstaat er automatisch draagvlak Deskundigheid Voor de uitvoerders (verenigingen) worden geen uniforme eisen gesteld t.a.v. het opleidingsniveau. Zoals eerder aangegeven zal in de opstartfase een KNVB projectmedewerker de scholencompetitie zaalvoetbal voortgezet onderwijs begeleiden. Wel streeft de KNVB er naar om aan de hand van opleidingen (zowel regulier als specifiek zaalvoetbal) de kwaliteit te verhogen Kader voor de organisatie (begeleiders, scheidsrechters en organisatoren krijgt een opleiding op school. De trainers en begeleiders vanuit de vereniging hebben Trainer Coach Zaalvoetbal II of Trainer Coach Zaalvoetbal III wat betekent dat zij door de KNVB gecertificeerde begeleiders zijn. De begeleiders van de KNVB zijn professionals die dagelijks werken met jongeren in deze leeftijdscategorie. Bereik 7x gemeenten/stadsdelen 7x wijken 40x scholen(gemeenschap): VO, VMBO, 7x sportverenigingen Locaties 7x gemeenten/stadsdelen 7x wijken 40x scholen(gemeenschap): VO, VMBO 7x sportverenigingen 7 / 10

8 Aantal deelnemers 700 Ervaringen met de uitvoering - Veel animo bij de scholieren om deel te nemen. - Veel enthousiasme bij stagelopers omdat zij verantwoordelijkheid hebben en de competentieontwikkeling in een reële situatie plaatsvindt. Het zaalvoetbalaanbod biedt voor leerlingen uit de bovenbouw een platform hun opgedane kennis in de praktijk te brengen, wat veel van hen de mogelijkheid geeft te excelleren en meer zelfvertrouwen te krijgen. - Docenten zijn niet bereid om er veel tijd in te steken omdat er gekort wordt op sportbudgetten. - Ontwikkeltijd en kosten zijn hoog. - Verschillen in niveau van de primaire groep. Het is dus belangrijk dat er goed wordt gekeken naar de competitieve balans om alle deelnemers te behouden. Referenten Referenten Naam en functie Patrick Schuurman, sportcoordinator voetbal adres p.schuurman@dmo.amsterdam.nl telefoonnummer Uitspraak van de persoon over kwaliteit van de interventie / het aanbod De Topscore/KNVB zaalvoetbalcompetitie is een ideale vorm om jongeren te bereiken die nog niet op een vereniging zitten. Naast het sportaanbod (Topscore) op school biedt Topscore in samenwerking met de KNVB een competitievorm aan die is aangepast aan de jongeren. Er wordt gespeeld op een vaste locatie. Er is een aangepaste speelduur, meerdere wedstrijden per speeldag. De regels worden door de scheidsrechters langzaam strakker gehanteerd. Daarnaast vraagt een competitie: afspraken over op tijd komen, gedrag binnen en buiten het veld en samenwerken/fairplay. De Topscore organisatie en de KNVB hanteren duidelijke regels die door een ieder nagekomen dienen te worden. Hiervoor zijn protocollen opgesteld voor: de speler, de coach en voor de scheidsrechter. Deze competitie is meer dan school, sport en sportiviteit. Na deelname zien we een verhoogde verenigingsdeelname ontstaan. Naam organisatie SportService Amsterdam 8 / 10

9 Type organisatie Sportservice organisatie Website Referent 2 Naam en functie Jamal El Ghannouti, combinatiefunctionaris zaalvoetbal adres jamal_elghannouti@hotmail.com telefoonnummer - Uirspraak van de persoon over kwaliteit van de interventie / het aanbod Het project scholencompetities zaalvoetbal is in Rotterdam een mooi initiatief waarin verschillende organisaties, met elk zijn eigen taken, participeren. Het project heeft een positieve invloed op de gezondheid en gedrag van kinderen, betrokkenheid van ouders en leefbaarheid in de wijken. Mede door de goede inzet van Stichting Rotterdam Sportsupport, de KNVB, de vereniging en de scholen is de kwaliteit in de scholencompetitie hoogwaardig. Naam organisatie Rotterdam Sportsupport Type organisatie Sportservice organisatie Website Kosten en uren Kosten en uren Een aantal van onderstaande begrotingsposten dienen vanuit kwaliteitsbewaking verplicht bij de KNVB te worden afgenomen (zie ook onderdeel ondersteuning ). Personeel coördinatie: * Vergoeding verenigingscoördinator scholencompetitie: 80 uur á 25 per uur: 2.000,- * Kennisoverdracht en intervisie (implementatie en evaluatie) door KNVB projectmedewerker 40 uur á 60 per uur: 9 / 10

10 2.400,- (verplicht af te nemen) Personeel uitvoering: * Ondersteuning deskundigheidsbevordering door KNVB trainer / docent: 20 uur á 60 per uur: 1.200,- (verplicht af te nemen) * Ondersteuning coaching on the job door KNVB trainer / docent: 4 uur á 60 per uur: 240,- (eventuele extra relevante opleidingen waar de vereniging behoefte aan heeft) Accommodatie: *Zaalhuur: 6.000,- Activiteit/evenement: * Organisatie aansluitende voetbalactiviteiten/toernooi(en) op de voetbalvereniging: 1.000,- Materiaal: * Afname startpakket jeugdzaalvoetbal: 250,- (verplicht af te nemen) * Afname KNVB lesmap wij krijgen voetballes voor het voortgezet onderwijs: 250,- (verplicht af te nemen) Drukwerk: * Inzet en productie communicatie & promotie materialen 500,- Deze begroting is gebaseerd op de gemiddelde ondersteuning- en uitvoeringskosten van een scholencompetitie zaalvoetbal VO vanuit één vereniging, en de kosten zijn gebaseerd 4 scholen. Wanneer vanuit de vereniging op meerdere middelbare scholen het aanbod wordt verzorgd, dient hier bij met het opmaken van de begroting rekening mee te worden gehouden (o.a verhoging uitvoeringsuren voor de vereniging). Daarnaast zijn de beschreven posten (met name de personele kosten) waaronder KNVB ondersteuning, gebaseerd op gemiddelden en uiteraard sterk afhankelijk van de lokale situatie, de intensiteit van het traject en de noodzakelijke en/of gewenste ondersteuning om een succesvol traject tot stand te brengen Toelichting op kosten en uren Bijlage / 10