Stageopdracht gehandicaptenzorgeriatrie. Werkgroep vanuit stageteam

Transcriptie

1 Stageopdracht gehandicaptenzorgeriatrie Werkgroep vanuit stageteam

2

3 Inhoudsopgave 1 Beknopte voorstelling 2 Beschrijf het netwerk van de zorgvrager 3 Jouw rol als zorgverlener 4 Literatuurlijst

4

5 Inleiding Als stage opdracht moet je een zorgvrager kort voorstellen. Daarna ga je focussen op het netwerk dat zich rond deze zorgvrager situeert. Enkele algemene voorafgaande afspraken bij deze opdracht: - Je volgt de opdracht volledig zoals ze beschreven is. - Je functioneringsgesprek is de ideale moment om hulp te vragen i.v.m. de stageopdracht als dit nodig is. - Bespreek de zorgvrager zodat de docent zich een beeld kan vormen van de zorgvrager die jij gaat opvolgen. Wees dus heel concreet in jouw uitwerking. - Benoem alle bronnen (bv. gesprek, medisch dossier, verpleegkundig dossier, boeken, cursussen, website, ) die je gebruikt voor je opdracht op te maken. Als je bepaalde gegevens niet vindt of niet vastkrijgt, vermeld het dan bij de gegevens zelf en zeg welke stappen je hebt ondernomen om aan de informatie te geraken. - Gebruik in uw opdracht vakjargon en zet erbij hoe je dit aan de zorgvrager zou vertellen. - Noteer, citeer en refereer volgens de richtlijnen van Stijlwijzer zowel in de tekst als in de literatuurlijst. - Heb aandacht voor zinsbouw en spelling. Gebruik de spellingscontrole (F7 bij pc). - Praktische tip: Als je opdracht in de tekstverwerker (bv. Word) klaar is, sla dan je document op (opslaan als) als pdf-document alvorens je het afdrukt. Dit beveiligt uw lay out. Lever je afgeprint document in geniet (dus geen mapjes gebruiken).

6

7 7 1 Beknopte voorstelling Schets beknopt jouw zorgvrager bij het begin van jouw observatieperiode (max 1 bladzijde) Instelling, afdeling Man/vrouw Initialen Datum van opname Reden van opname, diagnose Beschrijving van huidige situatie van uw zorgvrager Belangrijkste elementen uit de medische voorgeschiedenis Belangrijkste gegevens uit de therapie (bekijk het ruimer dan enkel medische therapie, denk bijvoorbeeld ook aan kine, logo ) Belangrijkste verpleegkundige gegevens Som de verpleegkundige diagnoses op Toekomstperspectief Resultaten van belangrijke testen (vb. MMS, ) die bijdragen tot de beeldvorming van je zorgvrager

8 2 Beschrijf het netwerk van de zorgvrager (max 3 bladzijden) Onder een netwerk verstaan we een groepering die één persoon als centrum heeft en waarvan alle leden regelmatig contacten onderhouden met het centrum. Die contacten zijn van belang bij de vervulling van bepaalde levensbehoeften. Er wordt vooral gericht op de benodigde kennis en vaardigheden, die nodig zijn om de zorgkracht van netwerken te mobiliseren. Het gaat daarbij vooral om: kennis van de structurele kenmerken van netwerken kennis van de functionele kenmerken de vaardigheid om netwerken van zorgvragers in kaart te brengen. Om onderstaande kenmerken te achterhalen, ga je de zorgvrager moeten bevragen. Een natuurlijk gesprek waarbij je ervoor zorgt dat alle verschillende functies aan bod komen heeft de voorkeur boven een formeel interview. Vaak zal het ook zo zijn dat u op basis van eerdere gesprekken en observaties al een indruk hebt van de antwoorden. Je kan deze dan toetsen bij zorgvrager, bijvoorbeeld door vragen als: U vertelde hoeveel steun u van uw dochter krijgt. Waaruit bestaat die steun? Of: Hebt u het gevoel dat naast de praktische steun die uw dochter geeft, zij ook met u meeleeft? 1.1 Structurele kenmerken: Structurele kenmerken van netwerken hebben betrekking op de uiterlijke verschijningsvorm van een netwerk zoals samenstelling, grootte, bereikbaarheid van de netwerkleden, enzovoort samenstelling: wie maakt er deel uit van het netwerk? onderlinge afhankelijkheid: in hoeverre zijn de leden van elkaar afhankelijk? bereikbaarheid: in welke mate zijn de netwerkleden bereikbaar? gevarieerdheid: in welke mate verschillen de netwerkleden qua leeftijd, geslacht, beroep, opleiding, enzovoort? dichtheid: hoe intens zijn de netwerkleden met elkaar verbonden? 1.2 Functionele kenmerken: Bij functionele kenmerken gaat het om de bijdragen die het netwerk levert aan het realiseren van belangrijke levensbehoeften. Netwerken hebben

9 9 belangrijke functies voor mensen; ze vervullen noodzakelijke levensbehoeften Emotionele steun Het gaat hier om begrip, aandacht, liefde, betrokkenheid, solidariteit, bemoediging, enzovoort. Mensen hebben vooral in moeilijke tijden behoefte aan meeleven. Ze ervaren emotionele steun wanneer hun verdriet of pijn door de anderen geaccepteerd worden, wanneer ze mogen huilen, zich mogen afreageren, wanneer ze getroost worden, er echt naar hen geluisterd wordt, enzovoort. Enkele voorbeeldvragen: Hebt u het gevoel dat ze u begrijpen? Wordt er door anderen voldoende naar u geluisterd? Zijn er mensen die u troosten als u problemen hebt? Ervaart u voldoende emotionele ondersteuning van anderen? Cognitieve steun Cognitieve steun verwijst naar het krijgen van informatie, advies en feedback over talrijke zaken. Bijvoorbeeld informatie van de huisarts over de aard en de ernst van een kwaal of adviezen van de buurvrouw over bepaalde vormen van hulp. Ook de feedback van bijvoorbeeld familieleden op het gedrag van de zorgvrager valt onder cognitieve steun. Ze kunnen hem bijvoorbeeld laten weten wat zijn gedrag voor hen betekent of hem laten zien welke invloed een bepaald gedrag kan hebben op zijn gezondheid Waardering Vooral in problematische situaties hebben mensen behoefte aan waardering, bevestiging en het gevoel dat de netwerkleden vertrouwen in hen hebben. Hieraan ontlenen ze moed om problemen constructief tegemoet te treden Normatieve steun Normen, waarden, voorbeelden, gedragsadviezen, sancties en dergelijke kunnen mensen in moeilijke situaties helpen keuzes te maken zonder dat zij zich daarover onzeker voelen. Het helpt hen ook om zich passend te gedragen en gedrag van anderen op waarde te schatten. Hierdoor kan afwijzing en uitstoting voorkomen worden Sociaal contact

10 Mensen kunnen niet zonder andere mensen. Zij willen met anderen kunnen praten, van gedachten wisselen, samen iets ondernemen, enzovoort. In die zin is het functioneren in netwerken op zich al van betekenis voor mensen. Het geeft hen het gevoel ergens bij te horen, het geeft hen identiteit Materiële steun Netwerkleden kunnen ook materiële steun bieden in de vorm van bijvoorbeeld geld, onderdak, en goederen zoals kleding, huisraad, gereedschap, enzovoort Praktische steun Wanneer dat nodig is bieden netwerkleden ook praktische steun zoals oppassen op de kinderen, het overnemen van de zorg voor een zieke moeder, hulp bij het schoonmaken van het huis, en helpen met de boekhouding Sociale en maatschappelijke invloed Netwerkleden kunnen de zorgvrager helpen om bij anderen gedaan te krijgen wat hem alléén niet lukt. Bijvoorbeeld bemiddelen bij het krijgen van een woning, zorgen dat hij de zorgverleners en verzorgers krijgt die hij wenst en nodig heeft, hem aanprijzen voor een baan en bepleiten van subsidie. Ook het feit dat anderen zich inzetten voor maatschappelijke acceptatie van een zorgvrager en zijn lotgenoten wordt veelal als een belangrijke steun ervaren. 3 Jouw rol als zorgverlener (max 1 bladzijde) In zijn algemeenheid zijn er weinig kwaliteitscriteria te formuleren die voor alle netwerken gelden. Per situatie zullen we steeds opnieuw moeten bepalen of het netwerk de ondersteuning biedt die de zorgvrager nodig heeft. Om de conditie vast te stellen ga je het volgende na: - Welke functies wel en niet voldoende vervuld worden - Of de samenstelling van het netwerk groot en gevarieerd genoeg is om aan de behoefte van de zorgvrager te kunnen voldoen - Hoe de onderlinge afhankelijkheden eruitzien en hoe deze ervaren worden - Of het netwerk niet te dicht of te los is - Of de netwerkleden in voldoende mate bereikbaar en (daardoor) beschikbaar zijn De conditie is goed wanneer het netwerk in problematische situaties de ondersteuning biedt die de zorgvrager wenst en nodig heeft.

11 11 Begrippenlijst Noteer hier de verpleegkundige/medische begrippen die voor jou nieuw waren tijdens het uitwerken deze opdracht. Werk ze op de volgende manier uit: VKF = voorkamerfibrillatie = een ritmestoornis in de voorkamer van het hart (noteer tussen de haken de bron)

12 4 Literatuurlijst Vermeld alle werken die je hebt gebruikt bij het opmaken van uw verslag volgens de richtlijnen in de Stijlwijzer.