Onderzoeksstudie over het verbruik van geneesmiddelen in rusthuizen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksstudie over het verbruik van geneesmiddelen in rusthuizen"

Transcriptie

1 STUDIES Dit onderzoek beoogt hoofdzakelijk de analyse van het verbruik van geneesmiddelen die door apotheken of ziekenhuisapotheken afgeleverd worden aan leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen die in 2011 in een rusthuis verbleven, met als doel elementen aan te leveren die kunnen bijdragen tot het huidige debat. We formuleren eveneens aanbevelingen voor een beter gebruik en beheer van geneesmiddelen. 1 Vander Stichele RH, Van de Voorde C, Elseviers M, Verrue C, Soenen K, Smet M, en al. Het verbruik van geneesmiddelen in Belgische rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen Health Services Research (HSR). Brussel Federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg KCE reports 47 B (D/2006/10.273/62). 2 Alldred DP, Raynor DK, Hughes C, Barber N, Chen TF, Spoor P. Interventions to optimize prescribing for older people in care homes. Cochrane Database of Systematic Reviews 2013, Issue 2. Art. No.: CD DOI: / CD pub2. Onderzoeksstudie over het verbruik van geneesmiddelen in rusthuizen Het verbruik van geneesmiddelen bij ouderen ligt hoog. Ze lijden vaak aan meerdere (chronische) aandoeningen en nemen verschillende geneesmiddelen tegelijk in. Uit de literatuur blijkt dat het voorschrijven van geneesmiddelen aan patiënten in rustoorden voor bejaarden (ROB) of in rust- en verzorgingstehuizen (RVT) niet optimaal verloopt. Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat dit kan leiden tot problemen zoals polymedicatie en bijwerkingen. Het is dus belangrijk dat het juiste geneesmiddel op het juiste moment wordt toegediend. Uit de Belgische studie PHEBE die enkele jaren geleden werd uitgevoerd, kwamen dezelfde problemen naar voor: het gebruik van veel geneesmiddelen en combinaties geneesmiddelen, een potentieel probleem van te weinig voorschrijven bij de helft van de bewoners en een hoog verbruik van benzodiazepines, antidepressiva en antipsychotica (Vander Stichele et al., 2006) 1. Volgens een Cochrane review (Alldred et al., 2013) 2 die acht studies onderzocht, kunnen verschillende maatregelen een rol spelen bij de verbetering van de kwaliteit van voorschrijven: het medicatieschema regelmatig opnieuw evalueren (medication review), multidisciplinair consult tussen artsen, apothekers en verpleegkundigen, opleidingsprogramma s voor artsen, ICT-ondersteuningsprogramma s gebruiken enzovoort (Alldred et al., 2013). Deze review wijst erop dat een groot deel van de problemen met de medicatie hiermee opgelost kunnen worden. Het is echter niet duidelijk in hoeverre deze maatregelen de levenskwaliteit, de ziekenhuisopname of de sterfte positief beïnvloeden (Alldred et al., 2013). De talrijke publicaties van de laatste jaren hebben het RIZIV ertoe aangezet de eerste stappen te ondernemen om richtlijnen over het verbruik van geneesmiddelen en het proces voor geneesmiddelen in ROB s - RVT s te publiceren. In dit kader heeft het RIZIV een studie opgestart. Bedoeling hiervan is tweeledig: enerzijds een systeem vinden om de correcte keuze te maken en om rationeel geneesmiddelen voor te schrijven in overleg met de patiënt, en anderzijds aanbevelingen formuleren voor het voorschrift, de aflevering en de toediening van geneesmiddelen. Verschillende rustoorden voor bejaarden en rust- en verzorgingstehuizen hebben zich kandidaat gesteld om deel te nemen aan het onderzoek. De resultaten zouden in 2016 moeten worden gecommuniceerd. Op 01/01/2015 wordt de tarifering per eenheid ook in de rusthuizen ingevoerd voor vaste, orale terugbetaalde geneesmiddelen. Door de tarifering te beperken tot de hoeveelheden die effectief worden afgeleverd, wordt verspilling vermeden en wordt de individuele voorbereiding van geneesmiddelen aangemoedigd. Güngör Karakaya, Claire Huyghebaert, Evelyn Macken Dienst Studies & Strategie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen

2 01 Methodologie De gegevens die voor dit onderzoek gebruikt worden, zijn gegevens van de Onafhankelijke Ziekenfondsen en betreffen hoofdzakelijk het jaar De doelgroep die in rusthuizen verblijft, wordt bepaald op basis van de groepen 32 (RVT) en 33 (ROB) van de referentietabel van het RIZIV. We onderzoeken enkel geneesmiddelen die voorgeschreven werden tijdens het verblijf in het rusthuis en die terugbetaald werden door de ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV). We houden enkel rekening met terugbetaalde geneesmiddelen die afgeleverd werden door een apotheek of door een ziekenhuisapotheek aan niet-opgenomen patiënten. Vallen hier dus buiten: geneesmiddelen die door het ziekenhuis afgeleverd worden aan opgenomen patiënten (ongeacht het type opname) en geneesmiddelen die niet terugbetaald worden door de ZIV. Patiënten die na 30/09/2011 zijn opgenomen in het rusthuis, worden buiten beschouwing gelaten in onze studie. Met andere woorden: patiënten die minder dan drie maanden in een rusthuis verbleven in 2011, worden niet meegerekend in onze analyses. Hetzelfde geldt voor bewoners die in de loop van 2011 lang in het ziekenhuis verbleven (meer dan 40 dagen). Ouderen verbruiken veel geneesmiddelen, want ze lijden vaak aan meerdere (chronische) aandoeningen en nemen verschillende geneesmiddelen tegelijk in. De gegevens van leden die in 2007 en 2011 rusthuisbewoner waren, worden eveneens geanalyseerd in functie van de evolutie van hun behandeling met antidepressiva en antipsychotica (twee behandelingen die vaak gebruikt worden in rusthuizen) in de tijd. Wij onderzochten meer bepaald op lange termijn hoe vaak in rusthuizen het gebruik van antidepressiva/antipsychotica werd stopgezet en hoe het verbruiksvolume van die geneesmiddelen (gemeten in DDD) varieert. Bovendien wordt de impact van de institutionalisering op het verbruik van geneesmiddelen onderzocht voor alle bewoners die voor het eerst geïnstitutionaliseerd werden in 2011 en die 6 maanden vóór en 6 maanden na hun opname in het rusthuis in onze gegevens aanwezig waren. Omwille van de aard van onze administratieve gegevens kunnen we onmogelijk nagaan of alle afgeleverde geneesmiddelen werkelijk gebruikt of ingenomen werden. Bijgevolg gaan we er bij deze studie van uit dat alle afgeleverde geneesmiddelen gebruikt/verbruikt werden, waarbij we ons bewust zijn van deze beperking. 2

3 02 Resultaten Hieronder staan de voornaamste resultaten van de analyse van de administratieve gegevens. In de bijlagen op het einde van dit document vindt u een overzicht van alle resultaten. Het sterftecijfer is bijzonder hoog bij de intrede in een rusthuis aangezien bijna 90% van de overlijdens plaatsvindt in de eerste 6 maanden van de institutionalisering. 1. Populatie in rusthuizen 1.1. Voornaamste kenmerken die geïnstitutionaliseerde leden onderscheiden van leden die thuis wonen In 2013 tellen de Belgische rusthuizen meer dan bedden. Op basis van onze administratieve gegevens tellen we ongeveer rusthuisbewoners die aangesloten zijn bij de Onafhankelijke Ziekenfondsen (iets meer dan 1% van de leden en ongeveer 17% van het totaal aantal plaatsen in rusthuizen). Daarvan verblijft 56% in een rustoord voor bejaarden (ROB) en 44% in een rust- en verzorgingstehuis (RVT). Tabel 1 toont enkele kenmerken die de aangesloten rusthuisbewoners onderscheidt van de nietgeïnstitutionaliseerde leden voor dezelfde leeftijdsgroep (ouder dan 70 jaar). Ongeacht het type rusthuis zijn geïnstitutionaliseerde personen gemiddeld ouder (7 jaar) en het merendeel zijn vrouwen (3 bewoners op 4 zijn vrouwen). Daarnaast zijn er verhoudingsgewijs in rusthuizen meer bewoners in een kwetsbare situatie (RVV) en weduwen/weduwnaars. Het sterftecijfer van leden in rusthuizen ligt opmerkelijk hoger dan bij niet-geïnstitutionaliseerde leden van dezelfde leeftijd (sterftepercentage: 27% van de bewoners in RVT s en 16% van de bewoners in ROB s vs 5% van de niet-geïnstitutionaliseerde leden - zie bijlage 1.11). Dit percentage neemt toe met de afhankelijkheidsgraad zoals gedefinieerd volgens de Katz-schaal 3 : 9% sterfte bij bewoners zonder lichamelijke of psychische afhankelijkheid (categorie O van de Katz-schaal), 15% sterfte in categorie A, 21% in categorie B, 34% in categorie C en 39% bij bewoners met een sterke lichamelijke en psychische afhankelijkheid (categorie Cd). Het sterftecijfer is bijzonder hoog bij de opname in een rusthuis aangezien bijna 90% van de overlijdens plaatsvindt in de eerste 6 maanden van de institutionalisering. enkele kenmerken van leden ouder dan 70 jaar Niet ROB/RVT ROB RVT ROB+RVT 3 nl/residential-care/specificinformation/katz.htm tabel 1 Leeftijd (gemiddelde) Vrouw (%) 59 % 73 % 77 % 75 % RVV (%) 25 % 40 % 45 % 42 % Weduwe(naar) (%) 37 % 63 % 65 % 64 % Overlijden (%) 5 % 16 % 27 % 21 % Raadpleging huisarts (gemiddelde) Raadpleging specialist (gemiddelde) Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

4 Personen in een rusthuis raadplegen vaker een huisarts (2,5 keer meer) en minder een specialist (2 keer minder) dan personen die thuis wonen. De rusthuisbewoners raadplegen gemiddeld 15 keer per jaar een huisarts (ongeacht het type rusthuis en ongeacht hun lichamelijke afhankelijkheid) en 2 keer per jaar een specialist. Een groot deel van de bewoners is chronisch ziek 4 (1 persoon op 2 in de rusthuizen in 2011 is erkend als chronisch zieke). Dit verklaart waarom de huisarts zo vaak geraadpleegd wordt. Personen in een ROB raadplegen 2 keer meer een specialist dan personen in een RVT (zie bijlage 2.1). Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen wat betreft het aantal raadplegingen bij de huisarts of de specialist (zie bijlage 2.1). Personen in een rusthuis raadplegen vaker een huisarts (2,5 keer meer) en minder een specialist (2 keer minder) dan personen die thuis wonen. Ongeveer 30% van de personen in een ROB zijn psychisch en lichamelijk volledig onafhankelijk (categorie O op de Katz-schaal), terwijl er in een RVT op zijn minst een psychische of lichamelijke afhankelijk aanwezig is (categorie B, C en Cd; zie bijlage 1.4). Meer dan 50% van de bewoners in een RVT zijn psychisch en lichamelijk afhankelijk (categorie Cd op de Katz-schaal), terwijl dit in een ROB maar van toepassing is voor 15% van de bewoners (zie bijlage 1.4). Bovendien is bijna 70% van de RVT-bewoners psychisch sterk afhankelijk terwijl in een ROB het merendeel van de bewoners (70%) psychisch niet sterk afhankelijk is (zie bijlage 1.7). Deze percentages en de verschillende sterftecijfers tonen aan dat de populatie in een RVT verschilt van die in een ROB. De RVT-populatie hangt meer af van de hulp van een derde persoon en is qua gezondheid zwakker dan de ROB-populatie Verdeling van de bewoners en van de instellingen volgens hun omvang Grafiek 1 toont dat het merendeel (ongeveer 85%) van de geïnstitutionaliseerde leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen in grote rusthuizen (> 50 bedden) verblijven. Die vertegenwoordigen bijna 80% van de rusthuizen waar minstens 1 lid van de Onafhankelijke Ziekenfondsen verblijft. De percentages liggen zichtbaar hoger in de RVT s dan in de ROB s (zie bijlage 1.3). verdeling van de bewoners en instellingen VOlgens de omvang en het type van het rusthuis grafiek 1 Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Het statuut chronisch zieke wordt bepaald op basis van het forfait chronisch zieken (administratieve bepaling). 4

5 1.3. Geïnstitutionaliseerde palliatieve patiënten Uit tabel 2 kunnen we afleiden dat ongeveer 1% van de bewoners palliatieve patiënten zijn 5 (ofwel 220 leden op een totaal van bewoners). Daarnaast stellen we vast dat zo n 90% van de palliatieve bewoners in de loop van de eerste twee jaar van de opname overlijdt (ongeacht het type van het rusthuis). tabel 2 bewoners die wel of geen palliatieve patiënten zijn en die al dan niet in de loop van de eerste twee jaren van hun institutionalisering sterven Overlijden Bewoners ROB RVT Totaal ( ) Palliatief Nee % % % Ja % % % Totaal palliatief % % % Niet-palliatief Nee % % % Ja % % % Totaal niet-palliatief % % % Totaal Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Een palliatieve bewoner raadpleegt vaker een huisarts dan een niet-palliatieve bewoner (17 keer per jaar tegen 15 keer - zie bijlage 2.6). Er is echter geen significant verschil voor de raadpleging van een specialist. 2. Verbruik van geneesmiddelen in rusthuizen 2.1. Voorschriften voor geneesmiddelen volgens het orgaan of stelsel dat behandeld wordt Tabel 3 geeft het aantal en het percentage bewoners weer die behandeld werden met geneesmiddelen, alsook het aantal en het percentage voorschriften. De gegevens worden gerangschikt volgens het orgaan of stelsel dat behandeld wordt (ATC-codes niveau 1). Er blijkt dat: - 82% van de bewoners geneesmiddelen voorgeschreven kreeg die inwerken op het centrale zenuwstelsel (ATC-code N) - het betreft vooral antidepressiva, antipsychotica en narcotische analgetica. Deze geneesmiddelen vertegenwoordigen 28% van alle geneesmiddelen die voorgeschreven worden aan personen in rusthuizen. - 80% van de bewoners geneesmiddelen voorgeschreven kreeg die inwerken op de hart- en bloedvaten (ATC-code C) - het betreft vooral lisdiuretica en bètablokkers. Deze geneesmiddelen vertegenwoordigen 23% van alle geneesmiddelen die voorgeschreven worden aan personen in rusthuizen. - 82% van de bewoners antimicrobiële middelen voor systemisch gebruik (ATC-code J) voorgeschreven kreeg - het betreft vooral antibacteriële middelen en vaccins. Deze geneesmiddelen vertegenwoordigen 7% van alle geneesmiddelen die voorgeschreven worden aan personen in rusthuizen. 5 Dit statuut wordt bepaald op basis van het forfait palliatieve zorg (administratieve bepaling). 5

6 behandelde bewoners en VOORschriften VOlgens het orgaan of stelsel dat behandeld WORdt ATC Rechthebbende Voorschrift N % N % De geneesmiddelen die het vaakst voorgeschreven worden in RVT s, en ROB s werken in op het centrale zenuwstelsel tabel 3 A Maagdarmkanaal en stofwisseling % % B Bloed en bloedvormende organen % % C Hartvaatstelsel % % D Dermatologische preparaten % % G H J Urogenitaal stelsel en geslachtshormonen Systemische hormoonpreparaten, behalve geslachtshormonen Antimicrobiële middelen voor systemisch gebruik % % % % % % L Cytostatica en immunomodulatoren % % M Skeletspierstelsel % % N Zenuwstelsel % % P Antiparasitaire middelen, insecticiden, insectenwerende middelen % % R Ademhalingsstelsel % % S Zintuiglijke organen % % V Diverse middelen % % Algemeen totaal % % Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Type voorschrijver van geneesmiddelen in rusthuizen In 2011 bedroeg het aantal voorschrijvers per bewoner gemiddeld twee. Als we kijken naar de voorschriften volgens het type voorschrijver, stellen we vast dat 92% (respectievelijk 96%) van de voorschriften in ROB s (respectievelijk in RVT s) opgesteld worden door huisartsen. Specialisten schrijven dus minder vaak geneesmiddelen voor aan rusthuisbewoners. Als een specialist geneesmiddelen voorschrijft, betreft het vooral een specialist van inwendige geneeskunde (22% van de gevallen), oogheelkunde (13%), neurologie (8%), geriatrie (8%), psychiatrie (6%) of cardiologie (6%) (zie bijlage 3.8) Meest afgeleverde geneesmiddelen in rusthuizen De geneesmiddelen die in rusthuizen het meest afgeleverd worden aan personen van 60 jaar en ouder, zijn (zie grafiek 2): - antidepressiva (deze geneesmiddelen worden aan 53% van de bewoners voorgeschreven; voor alle leden van dezelfde leeftijd is dat 21%). 49% (respectievelijk 42%) van de bewoners neemt deze geneesmiddelen minstens 30 dagen (respectievelijk 90 dagen) in. Deze cijfers sluiten aan bij die van het KCE (Vander Stichele et al., 2006); - antipsychotica (deze geneesmiddelen worden aan 36% van de bewoners voorgeschreven; voor alle leden is dat 7%). 24% (respectievelijk 12%) van alle bewoners neemt deze geneesmiddelen minstens 30 dagen (respectievelijk 90 dagen) in. Deze cijfers sluiten aan bij die van het KCE (Vander Stichele et al., 2006); 6

7 - antitrombotica (deze geneesmiddelen worden aan 54% van de bewoners voorgeschreven; voor alle leden is dat 38%); - lisduretica (31% voor de bewoners en 11 % voor alle leden); - middelen bij maagzweren en reflux (46% voor de bewoners en 34% voor alle leden); - geneesmiddelen tegen dementie (12% vs 2%); - intraveneuze oplossingen (21% vs 8%); - chinolonen (25% vs 15%); - andere antibacteriële middelen (20% vs 8%); - narcotische analgetica (29% vs 18%). meest afgeleverde geneesmiddelen in rusthuizen (in % personen van 60 jaar en ouder) (>=60 jaar) (>=60 jaar) grakiek 2 Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, De verschillen in aflevering zijn vooral groot voor antidepressiva en antipsychotica. Die worden in rusthuizen toegediend aan respectievelijk 53% en 36% van de bewoners, in vergelijking met respectievelijk 21% en 7% aan alle leden van dezelfde leeftijd. Deze vaststelling bevestigt de informatie in de literatuur over het verbruik van antidepressiva en antipsychotica in rusthuizen. Het grote verschil tussen de instellingen voor de patiënten die antidepressiva of antipsychotica verbruiken, is zorgwekkend. Voor rusthuizen waar minstens 10 leden verblijven, stellen we vast dat in bepaalde instellingen 90% en 75% van de patiënten antidepressiva en antipsychotica verbruiken, terwijl dat in andere instellingen respectievelijk 29% en 5% is Aflevering van antidepressiva en antipsychotica volgens het gewest en het statuut van het rusthuis Uit een meer gedetailleerde analyse van de aflevering van antidepressiva en antipsychotica in rusthuizen blijkt dat: - in rusthuizen in Wallonië antidepressiva toegediend worden aan 56% van de bewoners (55% voor Brussel en 46% voor Vlaanderen) - zie tabel 4 ; - in rusthuizen in Wallonië antipsychotica toegediend worden aan 37% van de bewoners (33% voor Brussel en 36% voor Vlaanderen) - zie tabel 4 ; - in 92% van de rusthuizen in Wallonië antidepressiva toegediend worden aan minstens 30% van de bewoners (97% voor Brussel en 78% voor Vlaanderen) - zie tabel 5; - in 66% van de rusthuizen in Wallonië antipsychotica toegediend worden aan minstens 30 % van de bewoners (56% voor Brussel en 61 % voor Vlaanderen) - zie tabel 5; 7

8 - in 89% van de commerciële privérusthuizen (waar de helft van onze leden verblijven) antidepressiva toegediend worden aan minstens 30 % van de bewoners, terwijl dat 83% is in privérusthuizen van het type vzw of in OCMW-rusthuizen (zie tabel 6). Commerciële privérusthuizen geven dus vaker antidepressiva aan hun bewoners dan de andere types rusthuizen. verbruik van antipsychotica en antidepressiva VOlgens het gewest van het rusthuis Gewest Bewoner verbruikt: Bewoners % bewoner verbruikt: antipsychoticum antidepressivum (totaal): antipsychoticum antidepressivum Brussel % 55 % Vlaanderen % 46 % Wallonië % 56 % Onbekend % 50 % tabel 4 Totaal % 53 % verbruik van antipsychotica en antidepressiva VOlgens het gewest van het rusthuis Gewest Bewoners (totaal): % rusthuizen met < 30% Rusthuis met < 30% verbruikers van: Totaal aantal verbruikers van: rusthuizen antipsychoticum antidepressivum antipsychoticum antidepressivum Brussel % 3 % Vlaanderen % 22 % Wallonië % 8 % Onbekend % 44 % tabel 5 Totaal % 14 % verbruik van antipsychotica en antidepressiva VOlgens het statuut van het rusthuis Statuut rusthuis Bewoners (totaal) % rusthuizen met < 30% Rusthuis met < 30% verbruikers van: Totaal aantal verbruikers van: rusthuizen antipsychoticum antidepressivum antipsychoticum antidepressivum OCMW % 17 % tabel 6 Privé - vzw % 16 % Privé - commercieel % 11 % Onbekend % 44 % Totaal % 14 % Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

9 2.5. Geneesmiddelen die potentieel ongeschikt zijn voor ouderen We hebben ook onderzocht in welke mate de voorgeschreven geneesmiddelen beschouwd zouden kunnen worden als potentieel ongeschikt voor ouderen (bijvoorbeeld omwille van toegenomen bijwerkingen, enzovoort). De analyse werd uitgevoerd op basis van de Beers- criteria en de criteria START (Screening Tool to Alert Doctors to Right Treatment)/STOPP (Screening Tool of Older Persons Potentially inappropriate Prescriptions) - merk op dat niet iedereen instemt met het gebruik van deze criteria -, alsook op basis van het WZC-formularium (Farmaka). Minstens 1 bewoner op 5 kreeg een antidepressivum dat als ongeschikt beschouwd wordt volgens de lijst van Beers. En slechts 1 bewoner op 10 kreeg een antidepressivum dat geselecteerd werd volgens het WZC-formularium. Volgens de lijst START/STOPP kregen minstens 4 bewoners op 10 een tricyclisch antidepressivum in een ongeschikte situatie Kosten van de afgeleverde geneesmiddelen in rusthuizen Volgens het orgaan of stelsel dat behandeld wordt In tabel 7 ziet u dat de ZIV-uitgaven voor geneesmiddelen voor de leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen die in een rusthuis verblijven, in ,5 miljoen euro bedroegen (dit is ongeveer 16% van wat de ZIV in totaal aan geneesmiddelen terugbetaalt aan de rusthuizen). Gemiddeld is dit 950 per jaar per rechthebbende. Voor hetzelfde jaar hebben de rusthuisbewoners ongeveer 3,6 miljoen euro ten laste genomen (remgeld), ofwel 169 per jaar en per rechthebbende. Ter herinnering: deze bedragen betreffen enkel geneesmiddelen die worden terugbetaald door de ZIV. Het deel dat de patiënt werkelijk ten laste neemt, ligt bijgevolg waarschijnlijk hoger. terugbetaling van de ZIV en remgeld VOOR geneesmiddelen die in rusthuizen WORden VOORgeschreven tabel 7 ATC Rechthebbende Gemiddelde per rechthebbende ( ) ZIV Totaal ( ) % totaal Gemiddelde per rechthebbende ( ) Remgeld Totaal ( ) A Maagdarmkanaal en stofwisseling % % B Bloed en bloedvormende organen % % C Hartvaatstelsel % % D Dermatologische preparaten % % G Urogenitaal stelsel en geslachtshormonen % % H Systemische hormoonpreparaten, behalve geslachtshormonen % % J Antimicrobiële middelen voor systemisch gebruik % % L Cytostatica en immunomodulatoren % % M Skeletspierstelsel % % N Zenuwstelsel % % P Antiparasitaire middelen, insecticiden, insectenwerende middelen % % R Ademhalingsstelsel % % S Zintuiglijke organen % % V Diverse middelen % % Totaal % % % total 9 Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, 2011.

10 De geneesmiddelen die betrekking hebben op de meeste bewoners en die het meest voorgeschreven worden, hebben een groot aandeel in deze bedragen (behalve antimicrobiële middelen voor systemisch gebruik). Geneesmiddelen die op het centrale zenuwstelstel werken, vertegenwoordigen 39% van het bedrag dat in totaal voor geneesmiddelen terugbetaald werd door de ZIV, en 37% van het remgeld. De geneesmiddelen die op het hartvaatstelsel werken, vertegenwoordigen 17% van het bedrag dat in totaal terugbetaald werd door de ZIV, en 23% van het remgeld. Die twee groepen samen staan op zich al in voor meer dan de helft van het remgeld en van wat de ZIV in het totaal terugbetaalde aan geneesmiddelen Volgens het type aflevering en het orgaan of stelsel dat behandeld wordt Tabel 8 toont aan dat 92 % van de geneesmiddelen die de ZIV terugbetaalt, door officina-apotheken afgeleverd worden en 8% door ziekenhuisapotheken. De geneesmiddelen van ATC-codes B (bloed en bloedvormende organen), L (cytostatica en immunomodulatoren) en S (zintuiglijke organen) worden vaker afgeleverd door ziekenhuisapotheken dan andere geneesmiddelen en ze wegen meer door in de ZIVterugbetalingen. Respectievelijk staan ze in voor 22%, 19% en 41% van het totaalbedrag dat de ZIV terugbetaalt voor geneesmiddelen. terugbetalingen van de ZIV VOlgens het type aflevering van het geneesmiddel in rusthuizen en VOlgens het orgaan of stelsel dat behandeld WORdt tabel 8 ATC Officina ( ) Ziekenhuisapotheken ( ) Deel van zuikenhuisapotheken (%) A Maagdarmkanaal en stofwisseling ,5 % B Bloed en bloedvormende organen ,0 % C Hartvaatstelsel ,0 % D Dermatologische preparaten ,4 % G Urogenitaal stelsel en geslachtshormonen ,7 % H Systemische hormoonpreparaten, behalve geslachtshormonen ,5 % J Antimicrobiële middelen voor systemisch gebruik ,5 % L Cytostatica en immunomodulatoren ,1 % M Skeletspierstelsel ,0 % N Zenuwstelsel ,6 % P Antiparasitaire middelen, insectenwerende middelen ,1 % R Ademhalingsstelsel ,5 % S Zintuiglijke organen ,3 % V Diverse middelen ,1 % Totaal ,4 % Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

11 Volgens het type en de omvang van de rusthuizen Zowel in de ROB s als in de RVT s leidt de omvang van de rusthuizen (gemeten in aantal bedden) niet tot een opmerkelijk verschil in de kosten per bewoner (ZIV-bedragen en remgeld) voor terugbetaalde geneesmiddelen, behalve in rusthuizen met minder dan twintig bedden. ZIV-terugbetalingen en remgeld VOOR geneesmiddelen VOlgens type en omvang van rusthuizen tabel 9 Omvang rusthuis in aantal bedden ROB Rechthebbende ZIV Remgeld A % Gemiddelde per rechthebbende ( ) Totaal ( ) % totaal Gemiddelde per rechthebbende ( ) Totaal ( ) 0-19 bedden 81 1 % % % bedden % % % bedden % % % 100 bedden en % % % RVT Totaal ROB % % % 0-19 bedden 11 0 % % % bedden % % % bedden % % % 100 bedden en % % % Totaal RVT % % % Algemeen totaal % totaal Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Volgens de Katz-schaal Bewoners met categorie Cd (en O) op de Katz-schaal kosten betrekkelijk minder aan de ZIV voor geneesmiddelen (en ook qua remgeld) dan bewoners met een andere categorie op de Katzschaal. Bewoners met een sterke psychische afhankelijkheid kosten de ZIV betrekkelijk minder aan geneesmiddelen (en ook qua remgeld) in vergelijking met bewoners zonder sterke psychische afhankelijkheid. ZIV-terugbetalingen en remgeld VOOR geneesmiddelen in rusthuizen VOlgens de Katz-schaal tabel 10 Categorie (Katz) Rechthebbende ZIV Remgeld A % Gemiddelde per rechthebbende ( ) Totaal ( ) % totaal Gemiddelde per rechthebbende ( ) Totaal ( ) A % % % B % % % C % % % Cd % % % O % % % Onbekend 1 0 % % % Totaal % % % % totaal Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

12 Volgens het voorgeschreven geneesmiddel om een zeldzame ziekte te behandelen 18 bewoners op (ofwel 0,1%) verbruiken geneesmiddelen om een zeldzame ziekte te behandelen. Deze geneesmiddelen zijn ontzettend duur. Het betreft onder andere de PPSB Solvent Detergent (7 bewoners), REFACTO AHP (1 bewoner), NPLATE (1 bewoner), TRACLEER (2 bewoners), REVATIO (1 bewoner), GLIVEC (3 bewoner), TASIGNA (1 bewoner), XAGRID (1 bewoner) en REVLIMID (2 bewoners). geneesmiddelen die in rusthuizen VOORgeschreven WORden VOOR zeldzame ziektes ATC Voorschrift Rechthebbende Overlijden 2011 (2012) Totaal Per rechthebbende ZIV-Bedragen ( ) Per voorschrift gemiddeld minimum maximum B02BD01 P.P.S.B. Solvent Detergent (2) B02BD02 REFACTO AHP B02BX04 NPLATE C02KX01 TRACLEER G04BE03 REVATIO L01XE01 GLIVEC L01XE08 TASIGNA L01XX35 XAGRID L04AX04 REVLIMID tabel 11 Totaal (2) totaal % in rusthuis 0,1 % 2,5 % Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, De bewoners die deze geneesmiddelen verbruikten, hebben de ZIV in 2011 gemiddeld gekost (dit is 30 keer meer dan een gewone bewoner ). De persoon die REFACTO AHP inneemt, kostte op zich al aan geneesmiddelen in Van de 18 bewoners die geneesmiddelen verbruiken voor de behandeling van een zeldzame ziekte, zijn er 2 overleden in de loop van het jaar (2011) en 2 het volgende jaar (2012) Volgens de geneesmiddelen die het duurst zijn voor de ZIV De geneesmiddelen voor de behandeling van zeldzame ziektes (weesgeneesmiddelen en/of middelen tegen hemofilie) behoren tot de duurste categorie. Daartoe behoren ook nog andere geneesmiddelen zoals die die gebruikt worden bij de behandeling van kanker (bijvoorbeeld: VO- TRIENT, ALIMTA, IRESSA). 12

13 duurste geneesmiddelen VOOR de ZIV die VOORgeschreven WORden in rusthuizen Geneesmiddelen (van duurste naar goedkoopste) Voorschrift Rechthebbende Totaalbedrag ZIV ( ) ZIV-bedrag per voorschrift ( ) ZIV-bedrag per gerchtigde ( ) TRACLEER NPLATE REVLIMID TASIGNA VOTRIENT DUODOPA GLIVEC 100 MG ALIMTA GLIVEC 400 MG NPLATE IRESSA ZYVOXID TARCEVA 150 MG REFACTO AHP OXYGENE MEDICAL THALIDOMIDE TELZIR SOMATULINE AUTOGEL INJECTABLE 120 MG SANDOSTATINE LAR REVATIO VANTASSE VFEND 200 MG THYROGEN OXYGENE MEDICAL LIQUIDE AIR PRODUCTS VELCADE VISUDYNE ENBREL HUMIRA 40 MG LUCENTIS SOL. STABLE PASTEURISEE DE PROTEINES PLASMATIQUES HUMA ERBITUX SOMATULINE AUTOGEL INJECTABLE 90 MG tabel 12 ISENTRESS BONDRONAT 50 MG

14 duurste geneesmiddelen VOOR de ZIV die VOORgeschreven WORden in rusthuizen (vervolg) tabel 12 (vervolg) Geneesmiddelen (van duurste naar goedkoopste) Voorschrift Rechthebbende Totaalbedrag ZIV ( ) ZIV-bedrag per voorschrift ( ) ZIV-bedrag per gerchtigde ( ) REOPRO P.P.S.B SOMATULINE AUTOGEL INJECTABLE 60 MG AVONEX BIO SET OXYGENE MEDICAL LIQUIDE P.P.S.B. Solvent Detergent GENOTONORM BETAFERON XAGRID 0,5 MG PREZISTA REBIF REBIF SERONO OXYGENE MEDICAL LIQUIDE VIVISOL BTG-GTB SANDOGLOBULINE ARANESP Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Volgens het type geneesmiddel In 2011 werd aan 99% van de rusthuisbewoners originele geneesmiddelen voorgeschreven, aan 83% werden generische geneesmiddelen voorgeschreven, en aan 27% werden kopieën voorgeschreven. type geneesmiddelen die VOORgeschreven werden in rusthuizen Type geneesmiddel Rechthebbende Voorschrift ZIV Aantal % Aantal % Bedrag ( ) % Kopie % % % Generisch % % % Origineel % % % tabel 13 Totaal % % % Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

15 De originele geneesmiddelen vertegenwoordigen 76 % van de voorschriften in rusthuizen en 87% van de ZIV-uitgaven voor geneesmiddelen (zie grafiek 3). Het aandeel van de generische geneesmiddelen en de kopieën in de ZIV-uitgaven is klein omwille van de aard van de geneesmiddelen zelf (die vaak goedkoper zijn). aandeel van de verschillende types geneesmiddelen in de VOORschriften en ZIV-uitgaven De originele geneesmiddelen vertegenwoordigen 76 % van de voorschriften in rusthuizen en 87% van de ZIVuitgaven voor geneesmiddelen. grafiek 3 Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Volgens het aantal geneesmiddelen en de verschillende molecules In 2011 kreeg een rusthuisbewoner gemiddeld 10 verschillende geneesmiddelen (molecules). 13% van de bewoners heeft 1 à 4 verschillende geneesmiddelen (molecules) ingenomen. Hun uitgaven vertegenwoordigen 4% van het totaalbedrag aan geneesmiddelen dat de ZIV terugbetaalt in rusthuizen. 38% van de bewoners nam 5 à 9 verschillende geneesmiddelen in, wat overeenstemt met 30% van het budget van de ZIV voor de geneesmiddelen in rusthuizen. 30% gebruikte 10 à 14 verschillende geneesmiddelen, overeenkomende met 34% van de ZIVterugbetaling, en 19% nam meer dan 15 verschillende geneesmiddelen in, wat overeenstemt met 33% van het budget van de ZIV voor de geneesmiddelen in rusthuizen. De bewoners met polymedicatie hebben het meest gekost aan de ZIV. Het is interessant op te merken dat ROB-bewoners vaker een groot aantal verschillende geneesmiddelen (10 en meer) voorgeschreven krijgen dan de RVT-bewoners. 15

16 rusthuisbewoners en ZIV-terugbetalingen per groep verschillende geneesmiddelen/molecules VOlgens type rusthuis Verschillende geneesmiddelen/molecules Rechthebbende Aantal % Totaal ( ) % totaal Gemiddelde ( ) ZIV 1-4 ROB % % 317 RVT % % 296 Totaal % % ROB % % 693 RVT % % 780 Totaal % % ROB % % RVT % % Totaal % % et plus ROB % % RVT % % Totaal 15 en meer % % tabel 14 Totaal % % 950 Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Er is echter geen significant verschil tussen vrouwen en mannen, leeftijdsklassen of in de omvang van de instellingen (zie bijlage 3.20 tot 3.22). 3. Impact van de institutionalisering op het geneesmiddelenverbruik 3.1. Opvolging leden in rusthuizen tussen 2007 en 2011 In dit deel onderzoeken we de evolutie in de tijd van de toediening van antidepressiva en/of antipsychotica (twee behandelingen die vaak gebruikt worden in rusthuizen) aan leden die in 2007 en in 2011 in een rusthuis verbleven. Wij onderzoeken op lange termijn hoe vaak in rusthuizen het gebruik/de aflevering van antidepressiva/antipsychotica werd stopgezet en hoe het verbruiksvolume van die geneesmiddelen varieert (gemeten in DDD). 16

17 8.112 van de leden die in een rusthuis verbleven in 2011, verbleven al in een rusthuis in Van die bewoners: - kregen (68%) bewoners minstens een antidepressivum of een antipsychoticum voorgeschreven in 2007; - kregen (67%) bewoners minstens een antidepressivum of een antipsychoticum voorgeschreven in 2011; - kregen (56%) bewoners minstens een antidepressivum of een antipsychoticum voorgeschreven in 2007 en in 2011; bewoners (11%) die in 2007 minstens één voorschrift hadden voor een antidepressivum of een antipsychoticum, hadden er geen meer in 2011 (geen verbruik meer in 2011); bewoners (10%) die in 2007 geen voorschrift hadden voor een antidepressivum of een antipsychoticum, kregen minstens één voorschrift voor een antidepressivum of een antipsychoticum in 2011 (begin van het gebruik na niet noodzakelijk in 2011). Op basis van de leden die in 2007 en in 2011 in een rusthuis verbleven (ofwel personen), geeft tabel 15 het aantal leden in een rusthuis weer die minstens één voorschrift hebben gekregen voor een antidepressivum en/of een antipsychoticum, alsook hun aantal (totaal en gemiddeld) DDD s voor antidepressiva en/of antipsychotica in de loop van 2007 en/of aantal leden in rusthuizen met een VOORschrift VOOR antidepressiva en/of antipsychotica (in 2007 en/of 2011), totaal aantal en gemiddelde DDD s Periode voorschrift Antidepressivum (AD) OF Antipsychoticum (AP) Antidepressivum (AD) EN Antipsychoticum (AP) 2007 AD AP AD of AP AD AP AD en AP Leden in rusthuizen DDD (totaal) DDD (gemiddelde) Leden in rusthuizen DDD (totaal) DDD (gemiddelde) Leden in rusthuizen tabel En DDD (totaal) DDD (gemiddelde) Leden in rusthuizen DDD (totaal) DDD (gemiddelde) Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

18 Van 2007 tot 2011 is het aantal bewoners aan wie een antidepressivum voorgeschreven werd, met 5% gezakt (van naar 4.219) terwijl het aantal bewoners aan wie een antipsychoticum voorgeschreven werd, met 2% gestegen is (van naar 2.956). Het aantal bewoners die een voorschrift hebben gekregen voor een antidepressivum of een antipsychoticum, is gezakt van naar (ofwel 1%). Deze schommelingen blijven echter niet significatief (<= 5%). Hetzelfde geldt voor wat betreft de bewoners die een voorschrift hebben gekregen voor antidepressiva of antipsychotica in 2007 OF 2011: daling (van 4%) van het aantal leden met een voorschrift voor antidepressiva tussen 2007 en 2011 en een stijging (van 2%) van het aantal leden met een voorschrift voor antipsychotica. Er is eveneens een niet-significante schommeling (kleiner dan 5%) tussen 2007 en 2011 van het gemiddeld aantal DDD s voor antidepressiva en antipsychotica. Kortom: eenmaal de bewoners in een rusthuis verblijven, stoppen ze minder vaak hun behandeling met antidepressiva en antipsychotica. Hun verbruik van geneesmiddelen (gemeten in aantal DDD s) varieert niet in de tijd. Tussen 2007 en 2011 zetten 80% en 70% van de bewoners hun behandeling met respectievelijk antidepressiva en antipsychotica verder Impact van de institutionalisering in de eerste 6 maanden na de opname in het rusthuis In dit deel onderzoeken we de impact van de institutionalisering op het verbruik van geneesmiddelen in 2011 voor alle bewoners die voor het eerst geïnstitutionaliseerd werden in 2011, en voor wie we over gegevens beschikken van 6 maanden vóór en 6 maanden na hun opname in het rusthuis Impact op het aantal behandelde personen Van de leden die in 2011 in een rusthuis verbleven, zijn er die voor het eerst geïnstitutionaliseerd werden in 2011 en voor dewelke we beschikken over gegevens van 6 maanden vóór en 6 maanden na hun opname in het rusthuis. aantal behandelde leden in de 6 maanden vóór en 6 maanden na de institutionalisering, 2011 tabel 16 Vroeger (1) Stoppen (2) Doen verder (1) - (2) Beginnen (3) Na (1) - (2) + (3) Antidepressivum (AD) Antipsychoticum (AP) Schommeling (%) na de opname in het rusthuis: - AD - AP + 34 % + 81 % Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

19 Van die bewoners (zie tabel 16): - kregen 927 (37%) bewoners minstens 1 antidepressivum voorgeschreven in de eerste 6 maanden vóór de institutionalisering; - kregen (49%) bewoners minstens 1 antidepressivum voorgeschreven in de eerste 6 maanden na de institutionalisering; - zijn 443 bewoners (17%) begonnen met hun behandeling met antidepressiva bij hun opname; - zijn 130 bewoners (5%) gestopt met hun behandeling met antidepressiva bij hun opname; - zetten 797 bewoners (31%) hun behandeling met antidepressiva verder bij hun opname; - kregen 407 (16%) bewoners minstens 1 antipsychoticum voorgeschreven in de eerste 6 maanden vóór de institutionalisering; - kregen 735 (29%) bewoners minstens 1 antipsychoticum voorgeschreven in de eerste 6 maanden na de institutionalisering; - zijn 418 bewoners (16%) begonnen met hun behandeling met antipsychotica bij hun opname; - zijn 90 bewoners (3%) gestopt met hun behandeling met antipsychotica bij hun opname; - zetten 317 bewoners (12%) hun behandeling met antipsychotica verder bij hun opname. Deze cijfers tonen aan dat de opname in een rusthuis een grote invloed heeft op het deel van de populatie dat behandeld wordt met antipsychotica (+81%) en antidepressiva (+34%). De verklaring voor deze cijfers is dat een groot aantal leden met de behandeling start bij de opname in een rusthuis. Het is echter veel uitzonderlijker dat een behandeling wordt stopgezet bij de opname. We gebruiken de statistische Mc Nemar -toets om het aantal bewoners met antidepressiva/ antipsychotica in de loop van de eerste 6 maanden na de institutionalisering te vergelijken met het aantal bewoners met antidepressiva/antipsychotica in de loop van de 6 maanden vóór de opname in het rusthuis. Hiervoor gebruiken we een kruistabel die de behandeling/niet-behandeling met antidepressiva/antipsychotica vóór de institutionalisering (lijn) vergelijkt met de behandeling/nietbehandeling met antidepressiva/antipsychotica na de institutionalisering (kolom). kruistabel die de behandeling/niet-behandeling vóór de institutionalisering vergelijkt met de behandeling/niet-behandeling na de institutionalisering Antidepressivum na Geen antidepressivum na Totaal Antidepressivum vóór Geen antidepressivum vóór Totaal Antipsychoticum na Geen antipsychoticum na Totaal Antipsychoticum vóór tabel 17 Geen antipsychoticum vóór Totaal Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

20 Uit de tabel blijkt dat 130 bewoners hun behandeling met antidepressiva stopzetten bij hun opname in het rusthuis (130 op een totaal van 927, ofwel 14%). 443 bewoners beginnen hun behandeling met antidepressiva bij hun opname in het rusthuis (443 op een totaal van 1.240, ofwel 35,7%). De nulhypothese die moet worden getoetst, is de gelijkheid van de verhoudingen (14% vs 35,7%). De wet van de statistiek voor de nulhypothese is de wet van de chi-kwadraatverdeling met 1 vrijheidsgraad. Op basis van de waarden in de kruistabel is chi-kwadraat gelijk aan 170,98 [=( )²/( )] en de p-waarde < 0, De nulhypothese is dus weerlegd. We kunnen besluiten dat de verhoudingen (14% versus 35,7%) beduidend verschillend zijn. We besluiten dat personen vaker met antidepressiva behandeld worden na de institutionalisering (in vergelijking met de situatie ervoor). Dezelfde test wordt uitgevoerd voor antipsychotica en het resultaat is hetzelfde: personen worden vaker met antipsychotica behandeld na de institutionalisering (in vergelijking met de situatie ervoor). Welke zijn de andere types geneesmiddelen/atc-klassen die, naast de antidepressiva en de antipsychotica, het meest beïnvloed worden door de institutionalisering? Tabel 18 beantwoordt deze vraag. We weerhouden enkel de ATC-klassen waarvoor een absolute variatie van het aantal behandelde leden van meer dan 75 of minder dan -75 werd waargenomen. behandelde leden in de 6 maanden vóór en 6 maanden na de institutionalisering van 2011 ATC-klassen* Voor Na Verschil Aantal % totaal Aantal % totaal Aantal % N05A Antipsychotica (neuroleptica) % % % N06A Antidepressiva % % % B01A Antithrombotica % % % J07B Antivirale vaccins % % % A02B Middelen bij maagzweren en reflux % % % C03C Lisdiuretica % % % J01C Betalactam-antibiotica, penicillines % % % J01M Chinolonen % % % J01X Andere antibacteriële middelen % % % R03A Sympathicomimetica via inhalatie % % % R05C M01 C09A Expectorantia, excl. combinatiepreparaten met antitussiva Niet-steroïde anti-inflammatoire en antireumatische middelen Inhibitoren van het angiotensine-conversie-enzym (ACEI), enkelvoudig % % % % % % % % % C07A Bètablokkers, enkelvoudig % % % N06D Geneesmiddelen tegen dementie % % % tabel 18 Totaal (voorschrift voor minstens één geneesmiddel dat terugbetaald wordt door de VP) % % % *Enkel de ATC-klassen die de grootste invloed ondervinden van de institutionalisering (namelijk variatie > 75 leden) zijn opgenomen. Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen,

21 De ATC-klassen zijn geklasseerd in dalende volgorde van impact van institutionalisering (in absolute waarde). Voor alle ATC-klassen in deze tabel is er een stijging van het aantal behandelde leden na de opname in het rusthuis, met uitzondering van de niet-steroïde ontstekingswerende middelen en antireumatische middelen, waarvoor het aantal behandelde leden aanzienlijk daalt. De opname in een rusthuis verhoogt dus aanzienlijk de kans op het verbruik van minstens 1 geneesmiddel: 99% van de rusthuisbewoners neemt minstens 1 geneesmiddel in de 6 maanden na de institutionalisering terwijl dat 93% was in de 6 maanden vóór de institutionalisering. 6 Die 167 personen kregen elk minstens 1 geneesmiddel afgeleverd na hun opname en die 31 personen die geen voorschrift voor geneesmiddele hadden, namen geneesmiddelen vóór hun opname. De opname in een rusthuis had volgende gevolgen in de eerste 6 maanden na de institutionalisering (2.529 leden ): - een toename van het aantal patiënten die de volgende geneesmiddelen gekregen hebben: antipsychotica (+ 328 patiënten: een stijging van 81% van de populatie die hiermee behandeld werd in de 6 maanden vóór de institutionalisering) antidepressiva (+ 313 patiënten, + 34% van de behandelde populatie) antithrombotica (+ 281 patiënten, +26% van de behandelde populatie) antivirale vaccins (+ 248 patiënten, +38% van de behandelde populatie) - een daling van het aantal patiënten die behandeld wordt met niet-steroïde ontstekingswerende en antireumatische middelen (-123 patiënten, ofwel een daling van 26% van de populatie die hiermee behandeld worden in de 6 maanden vóór de institutionalisering) Impact op de voorschriften van geneesmiddelen 167 leden (ofwel 7% van 2.529) hadden geen voorschrift voor geneesmiddelen in de 6 maanden vóór hun opname in een rusthuis. Dit cijfer zakt naar 31 (ofwel 1%) in de eerste 6 maanden na de institutionalisering 6. De opname in een rusthuis verhoogt dus aanzienlijk de kans op het verbruik van minstens 1 geneesmiddel: 99 % van de rusthuisbewoners neemt minstens 1 geneesmiddel in de 6 maanden na de institutionalisering terwijl dat 93% was in de 6 maanden vóór de institutionalisering. Tabellen 19 en 20 geven ons informatie over de verdeling van het aantal behandelde organen en stelsels (ATC - 1e niveau) en de verdeling van het aantal afgeleverde therapeutische klassen (ATC - 4e niveau), respectievelijk in de 6 maanden vóór en de 6 maanden na de institutionalisering in Gemiddeld (idem voor de mediaan) worden 4 organen of stelsels behandeld in de 6 maanden vóór de institutionalisering en 5 in de 6 maanden na de institutionalisering. Hetzelfde geldt voor de afgeleverde therapeutische klassen, vóór en na de institutionalisering: het gemiddeld aantal (idem voor de mediaan) voorschriften voor verschillende therapeutische klassen neemt toe na de institutionalisering (overgang van 7 naar 8 klassen). In beide gevallen stellen we een polymedicatie vast die iets hoger ligt na de opname in een rusthuis. Minstens 5% van de personen die voor het eerst in 2011 geïnstitutionaliseerd werden, verbruikten geen (terugbetaalde) geneesmiddelen in de 6 maanden vóór de institutionalisering (7% om precies te zijn, zie hogerop). Na de opname in een rusthuis daalt dat aantal (overgang van 167 naar 31, zie hogerop). Samengevat: de institutionalisering doet niet alleen het aantal behandelde organen ofstelsels en afgeleverde therapeutische klassen stijgen, maar ook de kans om minstens 1 geneesmiddel te verbruiken. 21

22 verdeling van het aantal behandelde organen of stelsels (ATC - 1 e niveau) in de 6 maanden vóór en 6 maanden na de institutionalisering in 2011 A P5 P10 P25 P50 P75 P90 P95 Gemiddelde Minimum Maximum Voor tabel 19 Na Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, verdeling van het aantal afgeleverde therapeutische klassen (ATC - 4 e niveau) in de 6 maanden vóór en 6 maanden na de institutionalisering in 2011 A P5 P10 P25 P50 P75 P90 P95 Gemiddelde Minimum Maximum Voor tabel 20 Na Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, Tabel 21 stelt de verdeling van het aantal afgeleverde therapeutische klassen voor aan bewoners die in de 6 maanden vóór hun institutionalisering geen geneesmiddelen verbruikten. Hieruit kunnen we twee zaken vaststellen: - personen die vóór hun institutionalisering geen geneesmiddelen verbruikten, verbruikten er erna allemaal minstens 1. De helft hiervan kreeg 6 verschillende therapeutische klassen voorgeschreven in de 6 maanden na de opname in het rusthuis (idem voor het gemiddelde) - het aantal afgeleverde therapeutische klassen is echter kleiner dan het aantal klassen van de bewoners die reeds geneesmiddelen verbruikten vóór hun institutionalisering (tabel 20). verdeling van het aantal afgeleverde therapeutische klassen aan bewoners die in de 6 maanden vóór hun institutionalisering geen geneesmiddelen verbruikten (ATC - 4 e niveau). A P5 P10 P25 P50 P75 P90 P95 Gemiddelde Minimum Maximum Voor tabel 21 Na Bron: gegevens van de onafhankelijke ziekenfondsen, ; Uit tabel 22 blijkt dat de opname in een rusthuis een duidelijke invloed heeft op het gemiddeld dagelijks verbruik van antidepressiva en antipsychotica (standaard dagdosissen of DDD). We stellen inderdaad vast dat er een stijging is van 32% en 55% voor het verbruik van respectievelijk antidepressiva en antipsychotica bij leden die hun behandeling voortzetten bij de opname in het rusthuis. 22

«IPhEB-Monthly» Gegevens september 2017 (publicatie december 2017)

«IPhEB-Monthly» Gegevens september 2017 (publicatie december 2017) «IPhEB-Monthly» Gegevens september 2017 (publicatie december 2017) Verantwoordelijke uitgever: Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerders van het IFEB, het bestuurscomité

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie studie Ziekte van Alzheimer Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling van geneesmiddelen De ziekte van Alzheimer is een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Gegevens augustus 2017 (publicatie november 2017)

«IPhEB-Monthly» Gegevens augustus 2017 (publicatie november 2017) «IPhEB-Monthly» Gegevens augustus 2017 (publicatie november 2017) Verantwoordelijke uitgever: Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerders van het IFEB, het bestuurscomité

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Gegevens juli 2017 (publicatie oktober 2017)

«IPhEB-Monthly» Gegevens juli 2017 (publicatie oktober 2017) «IPhEB-Monthly» Gegevens juli 2017 (publicatie oktober 2017) Verantwoordelijke uitgever: Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerders van het IFEB, het bestuurscomité

Nadere informatie

Verleende zorg. inschrijftarief in het betreffende kalenderjaar zijn meegeteld. Wanneer de assistente of POH contacten onder

Verleende zorg. inschrijftarief in het betreffende kalenderjaar zijn meegeteld. Wanneer de assistente of POH contacten onder trendtabel Verleende zorg De geregistreerde en gedeclareerde CTG codes uit uw HIS vormen de basis voor de resultaten over contacten en verrichtingen, (zie http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/vrije-beroepsbeoefenaren/tarieven-en-prestaties-2014).

Nadere informatie

Verleende zorg. B1.1 Aantal contacten met de huisarts in 2014

Verleende zorg. B1.1 Aantal contacten met de huisarts in 2014 trendtabel Verleende zorg De geregistreerde en gedeclareerde CTG codes uit uw HIS vormen de basis voor de resultaten over contacten en verrichtingen, (zie http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/vrije-beroepsbeoefenaren/tarieven-en-prestaties-).

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES

EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES VERTEGENWOORDIGING & STUDIES EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES Eind 2013 hebben de Onafhankelijke Ziekenfondsen een analyse gemaakt van de concentratie van de uitgaven

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Medische consumptie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 79 Bestudeerde indicatoren... 81 1. Contacten met zorgverstrekkers... 81

Nadere informatie

De studie had betrekking op een groep van. Therapietrouw bevorderen van bij het begin. Studie. Tabel 1

De studie had betrekking op een groep van. Therapietrouw bevorderen van bij het begin. Studie. Tabel 1 Therapietrouw bevorderen van bij het begin Hypertensie is een sluipmoordenaar. Een levenslange behandeling is dan ook een noodzaak. Maar hoe reageren patiënten die pas hun diagnose gekregen hebben op die

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Gegevens september 2015 (publicatie december 2015)

«IPhEB-Monthly» Gegevens september 2015 (publicatie december 2015) «IPhEB-Monthly» Gegevens september 2015 (publicatie december 2015) Verantwoordelijke uitgeven : Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerraad van het IFEB en aan

Nadere informatie

Infospot. De antidepressiva. April - Mei - Juni 2014

Infospot. De antidepressiva. April - Mei - Juni 2014 Infospot De antidepressiva April - Mei - Juni 2014 Infospot - De antidepressiva - April - Mei - Juni 1 Inhoud Inleiding 3 I. Gebruik van de antidepressiva 4 II. Resultaten Farmanet 4 1. Aantal patiënten

Nadere informatie

1 Top 10 meest gebruikte geneesmiddelen Focus op Bloeddrukverlagers

1 Top 10 meest gebruikte geneesmiddelen Focus op Bloeddrukverlagers CM-onderzoek naar meest gebruikte geneesmiddelen, met focus op de bloeddrukverlagers 1 Top 10 meest gebruikte geneesmiddelen... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Methode... 2 1.3 Top 10... 3 1.3.1 Top 10 dagdosissen

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Juli 2013 (publicatie Oktober 2013)

«IPhEB-Monthly» Juli 2013 (publicatie Oktober 2013) «IPhEB-Monthly» Juli 2013 (publicatie Oktober 2013) Verantwoordelijke uitgever : Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerraad van IFEB en aan het Directiecomité

Nadere informatie

factoren voor de concentratie van de uitgaven van de gezondheidszorg

factoren voor de concentratie van de uitgaven van de gezondheidszorg 3Studie factoren voor de concentratie van de uitgaven van de gezondheidszorg Een groep van tien procent Belgische consumenten is in haar eentje verantwoordelijk voor 72% van de uitgaven geneeskundige verzorging!

Nadere informatie

Helft zorgverzekerden komt niet rond

Helft zorgverzekerden komt niet rond Bijlage perstekst Helft zorgverzekerden komt niet rond 1. Het belang van de zorgverzekering Het HIVA onderzoek (2008) 1 bevestigt het nut van de Vlaamse zorgverzekering. Voor zorgerkenden maakt het wel

Nadere informatie

Gebruik van antidepressiva en antipsychotica in de rusthuizen Persconferentie 12 mei 2011

Gebruik van antidepressiva en antipsychotica in de rusthuizen Persconferentie 12 mei 2011 Gebruik van antidepressiva en antipsychotica in de rusthuizen Persconferentie 12 mei 2011 Als gevolg van de studie Geneesmiddelengebruik in rusthuizen: grote verschillen 1 en de ontmoetingen met de rustoordsector

Nadere informatie

Evolutie statinegebruik in België

Evolutie statinegebruik in België Cholesterolverlagers: besparing van 50 miljoen euro mogelijk Bijlage Evolutie statinegebruik in België 2005-2015 Samenvatting Statines zijn cholesterolverlagende geneesmiddelen en zijn al jaren de meest

Nadere informatie

Voorstelling van het IFEB

Voorstelling van het IFEB Voorstelling van het IFEB Het Instituut voor Farmaco-Epidemiologie in België (IFEB) is een vzw, gezamenlijk beheerd door vertegenwoordigers van artsen en apothekers, die zich tot doel stelt om bij te dragen

Nadere informatie

I. Analyse van de resultaten van fase 1

I. Analyse van de resultaten van fase 1 Analyse van de resultaten voor de toepassing van de referentiebedragen: Berekening 2013 Gegevens 2010 Methode 2009 Deze vijfde toepassing van de referentiebedragen had betrekking op 118 voor een totaal

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» September 2012 (publicatie december 2012)

«IPhEB-Monthly» September 2012 (publicatie december 2012) «IPhEB-Monthly» September 2012 (publicatie december 2012) Verantwoordelijke uitgever : Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerraad van IFEB en aan het Directiecomite

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Gegevens juni 2017 (publicatie september 2017)

«IPhEB-Monthly» Gegevens juni 2017 (publicatie september 2017) «IPhEB-Monthly» Gegevens juni 2017 (publicatie september 2017) Verantwoordelijke uitgever: Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerders van het IFEB, het bestuurscomité

Nadere informatie

Evolutie statinegebruik in België 2003-2013

Evolutie statinegebruik in België 2003-2013 Evolutie statinegebruik in België 23-213 Koen Cornelis, stafmedewerker, R&D Met dank aan de medische directie en de cel geneesmiddelen, LCM Samenvatting Statines zijn cholesterolverlagende geneesmiddelen

Nadere informatie

Barometer kinesitherapie 2013

Barometer kinesitherapie 2013 Barometer kinesitherapie 2013 Ingevolge de nomenclatuurhervorming van 2002, lag het uitgavenniveau voor kinesitherapie in 2003 op het laagste niveau sinds 1991. Vanaf 2004 beginnen de uitgaven opnieuw

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2014 / 23.11.2016 23.11.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers november 2016 door:

Nadere informatie

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Men valt in het stelsel van invaliditeit na één jaar primaire arbeidsongeschiktheid. De erkenning van invaliditeit geldt voor een bepaalde periode

Nadere informatie

Het Medicatieluik in het elektronisch WZC-dossier : Belang en mogelijkheden WERKGROEP 4

Het Medicatieluik in het elektronisch WZC-dossier : Belang en mogelijkheden WERKGROEP 4 Het Medicatieluik in het elektronisch WZC-dossier : Belang en mogelijkheden Redder in nood WERKGROEP 4 Dr. R. Vander Stichele Domus Medica / Crataegus 14 mei 2011, Leuven Het geneesmiddelengebruik in rusthuizen

Nadere informatie

Fikse besparing mogelijk dankzij biosimilaire geneesmiddelen. Bijlage

Fikse besparing mogelijk dankzij biosimilaire geneesmiddelen. Bijlage Persbericht 22 december 2014 Fikse besparing mogelijk dankzij biosimilaire geneesmiddelen Bijlage 1 Inleiding... 2 2 Methode... 2 3 Top 10 - Tabellen... 3 3.1 Top 10 ZIV-bedragen volgens therapeutische

Nadere informatie

WZC EN APOTHEKER, DE PUNTJES OP DE I. Symposium Van pil tot patiënt in WZC 18 mei Provinciehuis Leuven

WZC EN APOTHEKER, DE PUNTJES OP DE I. Symposium Van pil tot patiënt in WZC 18 mei Provinciehuis Leuven WZC EN APOTHEKER, DE PUNTJES OP DE I Symposium Van pil tot patiënt in WZC 18 mei 2019 - Provinciehuis Leuven Agenda Introductie medicatieveiligheid De ins & outs van TpE Open blik naar de toekomst Medicatieveiligheid

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

I. Analyse van de resultaten van fase 1

I. Analyse van de resultaten van fase 1 Bijlage CGV 2016/396 Analyse van de resultaten voor de toepassing van de referentiebedragen: Berekening 2016 Gegevens 2013 Deze achtste toepassing van de referentiebedragen had betrekking op 113 voor een

Nadere informatie

IPhEB-Report November 2018 publication (September 2018 data) Geheel van de terugbetaalde geneesmiddelen

IPhEB-Report November 2018 publication (September 2018 data) Geheel van de terugbetaalde geneesmiddelen IPhEB-Report November 2018 publication (September 2018 data) Verantwoordelijke uitgever: Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Geen enkele informatie uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN / Archief cijfers PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Personeel in Vlaamse Ziekenhuizen 1/20 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op januari

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Data oktober 2015 (publicatie januari 2016)

«IPhEB-Monthly» Data oktober 2015 (publicatie januari 2016) «IPhEB-Monthly» Data oktober 2015 (publicatie januari 2016) Verantwoordelijke uitgeven : Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerraad van het IFEB en aan het DirectieComité

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Goedkoop voorschrijven

Goedkoop voorschrijven Goedkoop voorschrijven Focus op zo goedkoop mogelijk Brochure voor de artsen en tandartsen Inhoud 1 Inhoud In een oogopslag...2 Nieuwe definitie goedkoop voorschrijven...2 Inleiding...4 I. Goedkoop voorschrijven:

Nadere informatie

Items cursisten aantal of N: 40

Items cursisten aantal of N: 40 Items cursisten aantal of N: 40 Dit instrument is ontwikkeld door Katrien Moens en eigendom van het onderzoekscentrum PRAGODI, HUB. Meningsuitspraken: Likert-schaal: helemaal oneens oneens eens helemaal

Nadere informatie

Visualisering toegankelijkheidsproblematiek op basis van Lorenzcurves en productie potentiële kerncijfers

Visualisering toegankelijkheidsproblematiek op basis van Lorenzcurves en productie potentiële kerncijfers Visualisering toegankelijkheidsproblematiek op basis van Lorenzcurves en productie potentiële kerncijfers 1. Context Nu we op IMA-niveau beschikken over het volledige uitgaven- en verzekerbaarheidsprofiel

Nadere informatie

U gaat met vakantie naar Nederland

U gaat met vakantie naar Nederland U gaat met vakantie naar Nederland U gaat met vakantie naar Nederland Welke formaliteiten vóór uw vertrek? Vraag aan het ziekenfonds een Europese ziekteverzekeringskaart (EZVK). Met deze kaart kunt u ter

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2017 / 26.06.2017 26.06.2017 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers juni 2017 door: Heidi

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 18 van het ministerieel

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011 Oktober - november - december 2011 Info spot Diabetes en depressie Inleiding Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een te hoog glucosegehalte

Nadere informatie

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 12/11/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR DE ZIEKENHUISVOORZIENINGEN --------

Nadere informatie

Uitdagingen bij de ondersteuning van correct medicatiegebruik bij ouderen (in WZC): Een inleiding

Uitdagingen bij de ondersteuning van correct medicatiegebruik bij ouderen (in WZC): Een inleiding Uitdagingen bij de ondersteuning van correct medicatiegebruik bij ouderen (in WZC): Een inleiding Hans Bogaert Huisarts Groepspraktijk De Schakel Brugge CRA WZC Van Zuylen Mintus Brugge Inhoud Lokale initiatieven

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2014/512 van 24 december 2014 3910/1422 Van toepassing vanaf 23 december 2014 Tarieven ; geneesheren

Nadere informatie

«Evaluatie van de forfaitarisering van de geneesmiddelen in de ziekenhuizen» Werkgroep van de Multipartiete Overlegstructuur

«Evaluatie van de forfaitarisering van de geneesmiddelen in de ziekenhuizen» Werkgroep van de Multipartiete Overlegstructuur «Evaluatie van de forfaitarisering van de geneesmiddelen in de ziekenhuizen» Werkgroep van de Multipartiete Overlegstructuur 19 mei 2011 Definitieve versie I. Inleiding De invoering van de forfaitarisering

Nadere informatie

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen In dit document wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste wet- en regelgeving met betrekking tot palliatieve zorg: 1. m.b.t. de zorgverlening

Nadere informatie

Begeleiding van patiënten in behandeling met perorale oncologische therapieën

Begeleiding van patiënten in behandeling met perorale oncologische therapieën Begeleiding van patiënten in behandeling met perorale oncologische therapieën Apr. Jana Bonte AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV 05/10/2017 INHOUD 1. Algemene achtergrond 2. Project Begeleiding Orale Antitumorale

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Maart 2013 (publicatie Juni 2013)

«IPhEB-Monthly» Maart 2013 (publicatie Juni 2013) «IPhEB-Monthly» Maart 2013 (publicatie Juni 2013) Verantwoordelijke uitgever : Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerraad van IFEB en aan het Directiecomité van

Nadere informatie

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC)

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de BBC Situering Het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker is een initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

STUDIE ANALYSE VAN DE PRESTATIES GEZONDHEIDSZORGEN VAN OUDEREN

STUDIE ANALYSE VAN DE PRESTATIES GEZONDHEIDSZORGEN VAN OUDEREN STUDIE ANALYSE VAN DE PRESTATIES GEZONDHEIDSZORGEN VAN OUDEREN Een uitgave van de Onafhankelijke Ziekenfondsen Lenniksebaan 788A - 1070 Brussel T 02 778 92 11 commu@mloz.be Redactie > Wies Kestens & Güngör

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

ofwel voor de korte termijn zuurstoftherapie ofwel voor een zuurstoftherapie op lange termijn via overeenkomst.

ofwel voor de korte termijn zuurstoftherapie ofwel voor een zuurstoftherapie op lange termijn via overeenkomst. Beste collega, Alle info betreffende de nieuwe reglementering van zuurstof heeft u ondertussen gevonden via http://www.kava.be/diensten/tarifering/tariferingsberichten/. Onderstaand overzicht sturen we

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60%

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60% 61 4 62 Volksgezondheid Aantal patiënten van huisartsen boven norm Op 1 januari 2004 zijn er 39 huisartsen in de gevestigd, één minder dan een jaar daarvoor. De gemiddelde praktijkgrootte wordt daardoor

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker 61 4 62 Volksgezondheid Jaarlijks een huisarts erbij Op 1 januari 2004 zijn er 41 huisartsen in de gevestigd. Sinds 2000 komt er gemiddeld elk jaar een huisarts bij. Het aantal tandartsen en specialisten

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE. Nota CGV 2017/370 Brussel,

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE. Nota CGV 2017/370 Brussel, RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE Nota

Nadere informatie

«IPhEB-Monthly» Gegevens februari 2017 (publicatie mei 2017)

«IPhEB-Monthly» Gegevens februari 2017 (publicatie mei 2017) «IPhEB-Monthly» Gegevens februari 2017 (publicatie mei 2017) Verantwoordelijke uitgever : Luc Vansnick, Archimedesstraat 11 1000 Brussel Strikt voorbehouden aan de beheerders van het IFEB, het bestuurscomité

Nadere informatie

het geneesmiddelenbeleid inzake goedkopere geneesmiddelen 1 in belgië

het geneesmiddelenbeleid inzake goedkopere geneesmiddelen 1 in belgië 50 jaar ZIV het geneesmiddelenbeleid inzake goedkopere geneesmiddelen 1 in belgië Koen Cornelis, Departement Onderzoek en Ontwikkeling Met dank aan de cel geneesmiddelen, medische directie LCM Samenvatting

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE OPNAMEVERKLARING:

TOELICHTING BIJ DE OPNAMEVERKLARING: UMC Sint-Pieter Hoogstraat 322 1000 Brussel RIZIV num. : 7/10076/61 TOELICHTING BIJ DE OPNAMEVERKLARING: kamerkeuze & financiële voorwaarden voor een klassieke opname of een opname in dagziekenhuis Inleiding

Nadere informatie

De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000.

De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000. De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000. De afgelopen tien jaar is het gemiddelde inkomen van de Belgische kinesitherapeut met 40% gestegen,

Nadere informatie

HEB JE NOOD AAN ZIEKENVERVOER?

HEB JE NOOD AAN ZIEKENVERVOER? HEB JE NOOD AAN ZIEKENVERVOER? Wij voorzien een tegemoetkoming in de kostprijs! 3 Wij zijn echt met je gezondheid bezig! Wie komt in aanmerking voor deze tegemoetkoming? Alle leden die al 6 maanden bijdragen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 1 COLOFON Opdrachtgever van de studie: FOD Volksgezondheid, Cel Planning Gezondheidsberoepen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010 Rapport Cardiovasculair risicomanagement Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010 Colofon Auteur Daniëlla Theunissen, apotheker Met medewerking van Marianne Nijpels, apotheker Illustratie Len Munnik september

Nadere informatie

HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS

HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS Viviane Gendreike Anne-Marie Van Campenhout 11 december 2007 1 PROGRAMMA 1. Het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF): wat, voor wie? 2. In welke gevallen kunt u een beroep

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

AMMA HOSPI-PLAN Schadeaangifte

AMMA HOSPI-PLAN Schadeaangifte AMMA HOSPI-PLAN Schadeaangifte AMMA VERZEKERINGEN o.v. Algemene Mutualiteit voor Medische Assuranties onderlinge verzekeringsonderneming vereniging voor onderlinge verzekeringen met vaste en onveranderlijke

Nadere informatie

Overheidsuitgaven en farmaceutische specialiteiten

Overheidsuitgaven en farmaceutische specialiteiten 199 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211 212 Overheidsuitgaven en farmaceutische specialiteiten Geneesmiddelen vertegenwoordigden in 212 16,4 % van de totale

Nadere informatie

Items algemene bevolking aantal of N: 35

Items algemene bevolking aantal of N: 35 Items algemene bevolking aantal of N: 35 Dit instrument is ontwikkeld door Katrien Moens en eigendom van het onderzoekscentrum PRAGODI, HUB. Meningsuitspraken: Likert-schaal: helemaal oneens oneens eens

Nadere informatie

Voorschrijven door internisten en cardiologen

Voorschrijven door internisten en cardiologen Cardiologie_Cardiologie 29-10-12 15:18 Pagina 1 Voorschrijven door internisten en cardiologen Beknopte weergave van de verkenning naar oorzaken van verschillen in voorschrijven van cholesterolverlagers

Nadere informatie

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020 / cijfers EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -% IN Vlaams Gewest 1 / 1.9.1 1.9.1 Evaluatie doelstelling zelfdoding: -% in 1/1 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op 1.9.1 door: Heidi

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

ZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest /

ZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest / / Archief cijfers ZORGZWAARTE Vlaams Gewest 2009-2011 / 7.01.2015 7.01.2015 Zorgzwaarte 1/14 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers in november 2013 DOOR: Heidi Cloots, Herwin De Kind,

Nadere informatie

Welkom bij uw apotheker

Welkom bij uw apotheker Welkom bij uw apotheker Eerstelijnsgezondheidswerker De apotheker Als volwaardige zorgverstrekker neemt de apotheker een centrale plaats in binnen ons gezondheidsstelsel. Hij is steeds bereikbaar zonder

Nadere informatie

Polyfarmacie bij ouderen. Renate Schoemakers AIOS Ziekenhuisfarmacie 12 november 2015

Polyfarmacie bij ouderen. Renate Schoemakers AIOS Ziekenhuisfarmacie 12 november 2015 Polyfarmacie bij ouderen Renate Schoemakers AIOS Ziekenhuisfarmacie 12 november 2015 Inhoud Inleiding Farmacokinetiek Farmacodynamiek Problemen bij polyfarmacie Medicatiebeoordeling Take home messages

Nadere informatie

TERUGBETALING ZUURSTOFTHERAPIE

TERUGBETALING ZUURSTOFTHERAPIE TERUGBETALING ZUURSTOFTHERAPIE De reglementering voor terugbetaling van de zuurstoftherapie thuis werd grondig gewijzigd. A. Belangrijkste wijzigingen Onderscheid tussen korte termijn en chronische behandeling

Nadere informatie

REGLEMENT: HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DRINGENDE MEDISCHE KOSTEN VOOR PERSONEN DIE ILLEGAAL OP HET GRONDGEBIED VERBLIJVEN

REGLEMENT: HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DRINGENDE MEDISCHE KOSTEN VOOR PERSONEN DIE ILLEGAAL OP HET GRONDGEBIED VERBLIJVEN REGLEMENT: HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DRINGENDE MEDISCHE KOSTEN VOOR PERSONEN DIE ILLEGAAL OP HET GRONDGEBIED VERBLIJVEN Vastgesteld bij besluit OCMW-raad op 28 mei 2019 Dit reglement treedt in

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering NL1 Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2009/201 van 27 mei 2009 3910/808 Van toepassing vanaf 1 juni 2009 Tarieven ; geneesheren

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Resultaten monitor overheveling TNFalfaremmers

Resultaten monitor overheveling TNFalfaremmers Resultaten monitor overheveling TNFalfaremmers en andere en Prof.dr. C.A. Uyl-de Groot D.T. Stierman Institute for Medical Technology Assessment / Instituut voor Beleid en Management Gezondheidszorg Erasmus

Nadere informatie

MEDICATIEBEHEER IN WOONZORGCENTRA OP EEN KEERPUNT

MEDICATIEBEHEER IN WOONZORGCENTRA OP EEN KEERPUNT MEDICATIEBEHEER IN WOONZORGCENTRA OP EEN KEERPUNT COOP APOTHEKEN AFD. RESIDENTIELE ZORG Erik Temmerman MEDICATIEBEHEER IN WOONZORGCENTRA COOP APOTHEKEN NIEUWE ROL APOTHEEK IN WZC TARIFERING PER EENHEID

Nadere informatie

Samenwerking HUISAPOTHEKER - HUISARTS

Samenwerking HUISAPOTHEKER - HUISARTS Samenwerking HUISAPOTHEKER - HUISARTS An inconvenient truth An inconvenient truth Bron: FOD Economie (2006) Verdubbeling op 20 jaar tijd 50% 45% Prevalence of chronic diseases in different ICPC organ groups

Nadere informatie

TERUGBETALING ZUURSTOFTHERAPIE

TERUGBETALING ZUURSTOFTHERAPIE TERUGBETALING ZUURSTOFTHERAPIE De reglementering voor terugbetaling van de zuurstoftherapie thuis wijzigt grondig vanaf 1 juli 2012. A. Belangrijkste wijzigingen Onderscheid tussen korte termijn en chronische

Nadere informatie

MEDICATIESCHEMA, EEN VERSNELLING HOGER Wim Van Slambrouck, Senior Projectleider ICT, Agentschap Zorg en Gezondheid

MEDICATIESCHEMA, EEN VERSNELLING HOGER Wim Van Slambrouck, Senior Projectleider ICT, Agentschap Zorg en Gezondheid MEDICATIESCHEMA, EEN VERSNELLING HOGER Wim Van Slambrouck, Senior Projectleider ICT, Agentschap Zorg en Gezondheid MEDICATIESCHEL OP VITALINK BEKNOPTE INTRODUCTIE > Waarom? Voor het veilig delen van zorg

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211 1150 BRUSSEL Dienst voor geneeskundige verzorging NATIONALE COMMISSIE

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 61 4 62 Volksgezondheid Ruim 2.000 inwoners op 1 huisarts Op 1 januari 2008 zijn er in Hengelo 39 huisartsen gevestigd, 2 minder dan vorig jaar. Dit betekent dat er per 2.079 inwoners 1 huisarts actief

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

Zorgtraject diabetes en chronische nierinsufficiëntie Veelgestelde vragen

Zorgtraject diabetes en chronische nierinsufficiëntie Veelgestelde vragen Zorgtraject diabetes en chronische nierinsufficiëntie Veelgestelde vragen 1. Is er steeds een attest van de educator vereist bij het afleveren van zelfzorgmateriaal? Sinds 1 april 2010 is een attest van

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

VIDIS Virtual Integrated Drug Informa3on System

VIDIS Virtual Integrated Drug Informa3on System VIDIS Virtual Integrated Drug Informa3on System presenta.e Ronde Tafel egezondheid 2015 26.05.2015 Visie RIZIV Deze visienota betrea een elektronisch communica3esysteem voor het beheer van alle aspecten

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. - I.N.A.M.I. Info spot. Geneesmiddelen bij migraine. April Mei Juni 2013

R.I.Z.I.V. - I.N.A.M.I. Info spot. Geneesmiddelen bij migraine. April Mei Juni 2013 R.I.Z.I.V. - I.N.A.M.I. Info spot Geneesmiddelen bij migraine April Mei Juni 2013 Geneesmiddelen bij migraine Migraine is een vaak voorkomende oorzaak van hoofdpijn. Deze aandoening gaat gepaard met een

Nadere informatie

Infospot. Protonpompinhibitoren (PPI) Oktober - November - December 2017

Infospot. Protonpompinhibitoren (PPI) Oktober - November - December 2017 Infospot Protonpompinhibitoren (PPI) Oktober - November - December 2017 INFOSPOT protonpompinhibitoren (PPI) - Oktober - November - December 2017 1 Voorafgaande opmerking: De hier gepresenteerde data over

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie