Patellofemoraal pijn syndroom: De theoretische concepten achter oefentherapie
|
|
- Albert Aalderink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 2013 Patellofemoraal pijn syndroom: De theoretische concepten achter oefentherapie Beroepsopdracht is uitgevoerd door: Lorenzo Busselman Robin Schilder Huub Spaarkogel Hogeschool van Amsterdam Opleiding fysiotherapie Coach: Martin van der Esch Opdrachtgever: Ton van der Ven 7/6/2013 1
2 Inhoud Samenvatting... 3 Vraagstelling... 3 Methode:... 3 Resultaten:... 3 Conclusie:... 3 Inleiding... 4 Methode... 5 Zoekstrategie... 5 Inclusie/exclusie... 5 Criteria... 5 Kwaliteit beoordeling... 6 Resultaten... 7 Discussie Bronnen
3 Samenvatting Achtergrond: Patellofemorale pijnsyndroom(pfps) is een veel voorkomend syndroom waarbij de klachten gelegen zijn rondom het kniegewricht. Dit uit zich meestal in overbelastingspijnen rondom de patellofemorale regio aan de voorzijde van de knie. De pijnklachten treden op tijdens flexie van de knie zoals bij traplopen, hurken, knielen en fietsen. Oefentherapie wordt vaak gegeven bij patiënten met PFPS. De theoretische achtergrond voor het toepassen van oefentherapie, de zogenaamde concepten of modellen, staan vaak niet beschreven in de artikelen. Hierdoor is het niet duidelijk waarom oefentherapie wordt toegepast. Vraagstelling: Wat zijn de theoretische concepten of modellen van twee oefentherapievormen bij PFPS klachten en wat zijn de overeenkomsten en verschillen van deze concepten of modellen? Methode: Er wordt middels een literatuur studie onderzocht wat de theoretische concepten of modellen zijn van twee oefentherapievormen: de training van de m. quadriceps en de training van de gluteaal musculatuur ter beïnvloeding van klachten bij patiënten met een PFPS. De studies zijn eerst beoordeeld op methodologische kwaliteit en bij de hoogst gekwalificeerde studies werden de concepten of modellen voor de therapieën beschreven. Resultaten: Uit de studie blijkt dat er overlap is tussen de theoretische modellen. Zowel bij quadriceps training als gluteaal training wordt een model gebruikt dat uitgaat van de hypothese dat klachten veroorzaakt worden door het niet goed sporen van de patella, het zogenaamde maltracking van de patella. Het theoretisch model dat bij de quadriceps training vaak gebruikt wordt gaat uit van een verminderde kracht en incoördinatie van de m. quadriceps. Bij studies naar het effect van gluteaal training wordt het model gebruikt dat de maltracking veroorzaakt wordt door een verminderde kracht van de gluteaal musculatuur. Conclusie: maltracking van de patella wordt als oorzaak aangewezen voor het optreden van klachten bij het PFPS met als onderliggende redenen een incoördinatie van de m. quadriceps en een krachtsvermindering van de gluteaal musculatuur. 3
4 Inleiding Patellofemoraal pijnsyndroom (PFPS) is een veel voorkomend syndroom met pijnklachten. Mechanische overbelasting van de patellofemorale regio presenteert zich als pijn aan de voorzijde van de knie. 1 Naast pijn treden functionele beperkingen op. De pijn wordt geprovoceerd door langdurig zitten, hurken, knielen, traplopen en bij sportactiviteiten. 1 Er zijn weinig cijfers bekend over het voorkomen van PFPS. Wel wordt er vermeld dat in Nederland de gemiddelde huisarts vijf tot zes nieuwe patiënten per duizend met PFPS per jaar ziet. Uit de sportfysiotherapie praktijken is bekend dat vijfentwintig procent van de sportklachten bestaan uit PFPS klachten. 7,8 De klachten komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Ook blijkt het voornamelijk voor te komen bij mensen onder de vijftig jaar. 3,4 Bij patiënten boven de vijftig jaar is de oorzaak van anterieure knie pijn vaak artrose van het patellofemorale gewricht. 7 PFPS wordt omschreven als een complexe interactie tussen intrinsieke anatomische structuren. 5 Piva et al. (2009) suggereerde bijvoorbeeld als intrinsieke anatomische factoren dat de lengte en kracht van de quadriceps, hamstrings en plantair flexoren invloed heeft op het glij verloop van de patella. 11 Hoewel er enkele theorieën bestaan over de oorzaak van PFPS zijn er geen klinisch gevalideerde testen voor PFPS. De diagnose PFPS wordt over het algemeen gesteld door de aanwezigheid van de bovengenoemde symptomen en het uitsluiten van de volgende aandoeningen: intra-articulairepathologie, plicasyndromen, Sinding-Larsen-Johansson- en vaatziekten, ziekte van Osgood-Schlatter, bursitis of tendinitis, neuroma, psychologische aandoeningen en andere zeldzame aandoeningen. 6 De onduidelijkheid over de aard van PFPS en het vaststellen van de diagnose voor PFPS zorgt voor veel discussies over de juiste behandelmethode. In de literatuur wordt veel geschreven over oefentherapie als geschikte behandelvorm voor PFPS. De meeste oefentherapievormen richten zich op het verbeteren van het glij verloop van de patella middels een biomechanische benaderingswijze. 1 Twee oefentherapievormen zijn quadriceps training en gluteaal musculatuur training. Hoewel deze spiergroepen verschillende werkingen hebben in het lichaam, lijkt het er op dat oefentherapie gericht op deze spiergroepen hetzelfde doel hebben, namelijk pijn reductie van het patellofemorale gewricht. 9,10 Quadriceps training richt zich voornamelijk op het verbeteren van het strekkingsmechanisme van het kniegewricht. In verschillende onderzoeken wordt er gesproken over een 'maltracking'. Hiermee wordt een verstoord verloop van de patella door de kniegroeve bedoeld. Dit veroorzaakt tijdens fysieke belasting een verhoogde druk in het patellofemorale gewricht. 12 De gluteaal training daarentegen richt zich voornamelijk op het versterken van de gluteaal musculatuur. Wanneer de gluteaal musculatuur verzwakt is kan deze tijdens fysieke belasting van de knie, de endorotatie van het femur niet voorkomen waardoor patella meer naar lateraal komt te staan. 13 De theorieën waarop deze twee vormen van oefentherapie zijn gebaseerd worden vaak niet nauwkeurig beschreven in de literatuur en blijven daardoor onduidelijk. Het doel van deze studie is om de theoretische concepten van quadriceps training en gluteaal training te bestuderen om meer inzicht te krijgen in de achtergrond van beide oefentherapievormen. 4
5 Methode Bij het beantwoorden van de vraagstelling is er gebruik gemaakt van een literatuuronderzoek. Tijdens dit literatuuronderzoek is er gezocht naar twee vormen van oefentherapie ter behandeling van PFPS. De betreffende oefentherapie vormen waren: 1. Quadriceps training 2. Gluteaal training Geselecteerde artikelen dienden een theoretisch concept over de therapievorm te bevatten. Het theoretisch concept moest aan minimaal drie eisen voldoen: 1. Vraagstelling gericht op minimaal één van de oefentherapievormen 2. Gedachtegang/hypothese over de werking van de interventie 3. Interventievorm gebaseerd op de hypothese Geïncludeerd werden Randomize Controlled Trials (RCT's) vanwege het feit dat dit studie design uit gaat van een hypothese, dan wel vraagstelling. Alleen studies met een hoge methodologische kwaliteit werden geïncludeerd. Zoekstrategie De zoekstrategie is uitgevoerd in de Chochrane en Pubmed database. Hierbij is er een combinatie gemaakt van verschillende zoektermen (MESH terms). De zoektermen zijn gecombineerd doormiddel van boolean operators (AND, OR en NOT). Voor de zoekopdracht naar quadriceps training is er gebruik gemaakt van de zoektermen: Patellofemoral (pain syndrome), Quadriceps, Training, Exercise, Physical therapy, Patella,, Knee joint, Muscle, Randomized Controlled Trial. Voor de zoekopdracht naar Gluteaal training is er gebruik gemaakt van de zoektermen: Patellofemoral (pain syndrome), Gluteal, Gluteus, Training, Exercise, Physical therapy, Hip, Posterolateral, Muscle, Randomized Controlled Trial. Inclusie/exclusie De gevonden artikelen moesten aan enkele inclusie/exclusie criteria voldoen. De inclusie en exclusie criteria waren als volgt: Criteria: De onderzoekspopulatie moest bestaan uit patiënten met de diagnose PFPS. De studie moest een theoretisch concept bevatten (gebaseerd op de eisen die eerder beschreven staan in deze methode) Het theoretisch concept moest gebaseerd zijn op quadriceps of gluteaal oefentherapie Studie moest in het Nederlands of Engels zijn beschreven De studievorm moest een RCT zijn Het artikel moest gepubliceerd zijn na
6 Kwaliteit beoordeling Wanneer een artikel aan de bovenstaande punten voldeed werd het gescoord op de eerste negen punten uit de Cochrane checklist voor RCT's. ( Het gaat hierbij om de volgende vragen: 1. Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten gerandomiseerd? 2. Degene die patiënten in het onderzoek insluit hoort niet op de hoogte te zijn van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3. Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? 4. Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? 5. Waren de effectbeoordelaars geblindeerd voor de behandeling? 6. Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? 7. Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? 8. Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9. Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Elke vraag werd gescoord met Ja, nee of te weinig informatie. RCT's werden alleen geïncludeerd wanneer deze op minimaal zes punten Ja scoorden en/of maximaal op twee Nee. 6
7 Resultaten Onderstaande tabel (tabel 1) is een overzicht van een aantal artikelen en beoordelingen met betrekking tot quadriceps training. tabel 1. Criteria Nr. Totaal Auteur Publicatie Ja/Nee/Teweinig jaar Bily et al / /- 6/1/2 Crossley et al /- + +/- 6/1/2 Sallie et al / /- + +/- 5/1/3 Song et al / /- 6/1/2 Yip et al /- +/ /- + +/- 5/0/4 Zhang et al /- +/ /- +/- + +/- 3/1/5 Op de horizontale lijn worden de 9 eerder genoemde criteria getoond. Op de verticale as de auteurs van de betreffende studies. De score is verdeeld in Ja/nee/te weinig informatie (+ /- /+-), deze worden in de laatste kolom opgesomd. Volgens de Cochrane checklist blijken de artikelen Crossley et al. 15, Bily et al. 6 en Song et al. 16 de hoogste methodologische kwaliteit te hebben. Alle drie voldoen zij op ten minste zes punten aan de scorelijst (zie tabel 1). Yip et al. 14 scoort net als Sallie et al. 17 lager door maar op vijf punten te voldoen aan de scorelijst. Zhang et al. 12 scoort het laagst met slechts drie punten. Een paar beoordelingen vallen op. Zo heeft elk artikel bij vraag acht 'intention to treat' positief gescoord. Dit houdt in dat alle patiënten die voor de studie waren ingesloten allemaal de studie hebben afgemaakt. Dit geldt op een artikel na ook voor de vragen een, twee en zes. Vraag negen is echter bij geen enkel artikel volledig duidelijk omschreven, er ontbrak in elk artikel wel een onderdeel om deze vraag goed te beantwoorden. Dit houdt in dat bij geen artikel uitkwam of de groepen afgezien van de interventie gelijk waren behandeld. Bij vraag vier hebben nagenoeg alle studies een negatieve score, met deze vraag werd beoordeeld of de therapeut geblindeerd was. De studies die op zes punten positief waren beoordeeld waren methodologisch goed genoeg voor deze studie. Uitgaande van de vraag: Op welke theoretische concepten berusten de oefentherapieën voor PFPS, volgen hier een aantal korte weergaven van de hypotheses uit de studies over quadriceps training; Crossley et al. 15 beschrijft dat uit eerdere studies naar voren is gekomen dat de aanspanningtijd oftewel incoördinatie van de vastus medialis obliquus(vmo) in vergelijking tot de vastus lateralis(vl) is vertraagd. Dit zou ervoor zorgen dat er een ongebruikelijk verloop van de patella door de groeve plaatsvindt waarbij er op de patella een versterkte laterale trekkracht rust. Hierdoor ontstaat er een grotere druk op de patella en uiteindelijk ook pijnklachten. Het artikel hypothetiseert dat de incoördinatie kan worden hersteld door een progressieve motorische hertraining van de VMO. Bily et al. 6 Houdt zich neutraal gezien de specifieke oorzaak. Het artikel beschrijft dat een disfunctie van de VMO de mogelijke oorzaak is van de pijnklachten bij PFPS. Er wordt beschreven dat de disfunctie zowel door een verminderde spierkracht als door een verlate aanspanningtijd van de VMO zou kunnen worden veroorzaakt. Met de verlate aanspanningtijd word een incoördinatie bedoeld. Het artikel hypothetiseert dat in beide gevallen een combinatie van Electric Muscle Stimulation (EMS) en oefentherapie een positief effect heeft op pijn reductie en de incoördinatie van de VMO. Song et al. 16 beschrijft ook dat de VMO een sleutelrol heeft bij het ontstaan van PFPS. 7
8 Het artikel hypothetiseert dat vanwege de schuine ligging, de VMO een grote mediale trekkracht kan uitoefenen op de patella. De mediale trekkracht zorgt ervoor dat de patella gecentreerd blijft in het verloop. Er wordt vermeld dat wanneer er een krachtsvermindering van de VMO ontstaat de trekkracht naar lateraal groter wordt dan de mediale trekkracht waardoor er een verkeerd verloop ontstaat. Volgens het artikel is de beste behandelvorm een oefentherapie waarbij leg press oefeningen worden gecombineerd met heup adductie, om zo de training maximaal op de VMO te richten. Onderstaande tabel (tabel 2) is een overzicht van de artikelen en beoordelingen met betrekking tot gluteaal training. tabel 2 Criteria Nr. Totaal Auteur Publicatie jaar Ja/Nee/Te weinig Avraham et al /- +/- +/ / /3/4 Dolak et al / /- 6/1/2 Fukuda et al / /1/1 Khayambashi et al /- +/- 4/3/2 Nakagawa et al / /- + +/- 6/0/3 Roach et al /- +/- +/ /- +/- +/- 2/1/6 Op de horizontale lijn worden de 9 eerder genoemde criteria getoond. Op de verticale as de auteurs van de betreffende studies. De score is verdeeld in Ja/nee/te weinig informatie (+ /- /+-), deze worden in de laatste kolom opgesomd. Volgens de beoordeling middels de Cochrane checklist waren Fukuda et al. 18, Dolak et al. 19 en Nakagawa et al. 21 de artikelen met de hoogste methodologische kwaliteit. Deze drie artikelen hadden op minimaal zes punten positief gescoord waarvan het artikel van Fukuda et al. 18 zelfs zeven punten positief scoorde. Avraham et al. 13, Khayambashi et al. 9 en Roach et al. 20 scoorde veel minder op methodologische kwaliteit (zie tabel 2). Er waren een aantal opvallende uitkomsten van de beoordelingen. Zo was criteria zes in bijna alle artikelen positief beoordeeld, dit houdt in dat alle artikelen een goede omschrijving hebben van hun inclusie criteria, de gegevens van de patiënten en de gebruikte meetinstrumenten. Ook criteria vijf was in bijna alle onderzoeken positief beoordeeld. De criteria waar bijna elk artikel negatief scoorde was vraag vier, hier werd de blindering van de therapeuten omschreven. De artikelen moesten aan minimaal zes positieve criteria voldoen. Uitgaande van de vraag: Op welke theoretische concepten berusten de oefentherapieën voor PFPS, volgen hier een aantal korte weergave van de hypotheses uit de studies over gluteaal training; Fukuda et al. 18 beschrijft dat het versterken van de heup musculatuur een belangrijk onderdeel is ter behandeling van PFPS klachten. Wanneer het femur abnormale transversale en frontale beweeglijkheid heeft, kan dit invloed hebben op de klacht. Ook leveren de valgus stand, mediale rotatie, adductie en flexie bewegingen in de heup een bijdrage aan de PFPS klacht. Wanneer de mediale rotatie van het femur wordt verminderd neemt het contact gebied in het patellofemorale gewricht af en zal de stress in het patellofemorale gewricht afnemen. Fukuda et al. hypotetiseerde dat het versterken van posterolaterale heup musculatuur middels een oefentherapie programma een positief effect heeft op de PFPS klachten. Het oefentherapieprogramma bestaat uit een combinatie van heupmusculatuur training in combinatie met een knie oefenprogramma. 8
9 Dolak et al. 19 beschrijft dat een verminderde spierkracht in heup exorotatoren en femur abductoren een belangrijke rol speelt bij PFPS klachten. In verschillende activiteiten zorgen de heup abductoren en exorotatoren voor preventie van de adductie en endorotatie van het femur. Wanneer deze functie verminderd, kan dit resulteren in een veranderde stand van het kniegewricht. Dit heeft als gevolg dat de PFPS klachten verergeren. Dolak et al. hypothetiseert dat het versterken van de heup musculatuur middels oefentherapie gericht op geïsoleerde heupmusculatuur training leid tot reductie van de klachten. Nakagawa et al. 21 Beschrijft dat er een relatie is tussen zwakte van de heupmusculatuur, een verminderde motoriek van de heupmusculatuur en PFPS. Wanneer er weinig controle vanuit de heup spieren is kan er een laterale tractie van de patella ontstaan ook wel "patellar tracking" genoemd. Dit kan de stress van het patellofemorale gewricht verergeren. In het bijzonder wordt er verwezen naar de excentrische kracht van de abductoren en exorotatoren van de heup. Deze spieren moeten er voor zorgen dat de heup adductie en endorotatie vermeden wordt tijdens activiteiten. Wanneer er een disfunctie van de heupmusculatuur ontstaat zal als gevolg hiervan het femur naar mediaal roteren. Dit zorgt voor een lateral tracking van de patella ten opzichte van de kniegroeve. Het artikel hypothetiseert dat door het versterken van excentrische heup abductoren en exorotatorenmiddels oefentherapie, er meer controle is over het femur waardoor de adductie en mediale rotatie stand wordt vermeden en er minder klachten optreden. 9
10 Discussie Het doel van de studie was om de theoretische concepten van de oefentherapievormen van quadriceps training en gluteaal training te onderzoeken en te vergelijken. Uit de literatuurstudie bleek dat er twee oefentherapievormen veelal gebruikt worden bij patiënten met PFPS. Deze twee oefentherapievormen zijn training van de m. quadriceps en de gluteaal musculatuuur. Voor quadriceps training werden zes artikelen gevonden die aan de inclusie criteria voldeden. Van deze zes artikelen waren er drie van hoge methodologische kwaliteit. Uit de resultaten blijkt dat alle drie de studies de oorzaak voor pijnklachten aan het patellofemorale gewricht wijten en een disfunctie van de vastus medials obliquus. Van de artikelen die zijn gevonden over de gluteaal training, waren er drie van zeer goede kwaliteit. De drie artikelen hebben een overeenkomend theoretisch concept. Er wordt gesuggereerd dat de patellofemorale klachten voornamelijk ontstaan doordat het femur tijdens belasting een te grote mediale rotatie maakt als gevolg van de verzwakte gluteaal musculatuur. Dit houdt in dat pijnklachten aan het patellofemorale gewricht te wijten kunnen zijn aan zowel een spierkracht vermindering of een incoördinatie van de bovenbeen musculatuur, als aan een zwakte van de gluteaal musculatuur. Beide oefentherapieën leggen een andere oorzaak ten grondslag voor hun behandeling. Toch wordt er in alle artikelen wel geconstateerd dat wanneer het glijverloop van de patella (patella alignment) verbetert, de pijnklachten afnemen. Beide therapievormen gaan dus uit van een patellamaltracking. als oorzaak van de pijnklachten bij PFPS. Ondanks de bestaande therapievormen worden er nog steeds nieuwe onderzoeken gepubliceerd. In deze onderzoeken worden regelmatig andere therapievormen toegevoegd aan de oefentherapieën. Dit komt onder andere doordat de resultaten van de behandelingen nog niet effectief genoeg blijken. Het zou suggereren dat het juiste theoretische model voor PFPS nog niet gevonden is of dat deze complexer is dan tot nu toe wordt beschreven. Wat opvalt is dat beide therapievormen anatomisch gezien geen invloed op elkaar zouden moeten hebben. Zowel de ligging van de spiergroepen als de spierfuncties komen niet overeen. Fukuda et al. laat echter zien dat wanneer de behandeling van quadriceps en gluteale musculatuur training gecombineerd worden, de resultaten effectiever zijn. Dit suggereert dat er een connectie bestaat tussen de twee theoretische modellen van de behandelingen. Ook geeft dit aan dat een effectievere behandeling zou moeten bestaan uit de combinatie van zowel quadriceps training als gluteaal training. Uit deze studie is gebleken dat er maar weinig theoretische modellen over PFPS staan beschreven in de literatuur. Er is in maar in één database gezocht (PubMed), waardoor er belangrijke artikelen gemist kunnen zijn. Veel van de gevonden hypothesen zijn gebaseerd op theoretische modellen die afkomstig zijn uit oude studies, waardoor ze veelal verjaard zijn. Men borduurt dus voort op oude concepten. Een beperking van de literatuurstudie is dat de geselecteerde artikelen die aan onze criteria voldeden helaas ook niet allemaal van hoge methodologische kwaliteit zijn. Geen enkel artikel voldeed aan alle punten van de Cochrane checklist. Enkele beoordelingscriteria zijn echter ook niet realistisch in een fysiotherapeutisch onderzoek, waaronder het blinderen van alle betrokken partijen. Echter, het blinderen van de metingen zou moeten kunnen plaatsvinden ook in fysiotherapeutisch onderzoek. Deze literatuurstudie heeft verder aan beperkingen dat de onderzoeksgroep weinig praktijk ervaring heeft en weinig ervaring heeft in het schrijven van een literatuurstudie. Er was ook weinig tijd om de studie te realiseren. Geconcludeerd kan worden dat beide studies zich richten op het patellar maltracking. Quadriceps training richt zich hierbij op incoördinatie en krachtverlies van de m. quadriceps. Gluteaal training richt zich op krachtverlies van de gluteale musculatuur. De methodologische kwaliteit van alle studies in beide concepten zijn matig. 10
11 Dit zorgt ervoor dat de theoretische concepten niet voldoende onderbouwd zijn. Uit een studie 18 blijkt dat de combinatie van beide oefentherapievormen effectiever is. PFPS lijkt dus complexer te zijn dan de theoretische concepten suggereren. Dit houdt in dat er verder onderzoek gedaan moet worden naar de theoretische concepten en mogelijke andere concepten in overweging moet nemen. Geadviseerd wordt dat fysiotherapeuten beide oefentherapievormen gaan toepassen als behandeling. Reden hiervan is de bedenkelijke onderbouwing van de theoretische concepten van quadriceps training en gluteaal training. Wellicht dat een combinatie van beide therapievormen effectiever blijkt. 11
12 Bronnen 1. Linschoten RV. Patellofemoral Pain Syndrome and Exercise Therapy. (2012), ISBN: Collado H, Fredericson M. Patellofemoral pain syndrome. ClinicSports Med.2012,(29), (3): Callaghan M, Selfe J. Has the incidence or prevalence of patellofemoral pain in the general population in the United Kingdom been properly evaluated? PhysTher Sport 2007, (8): Taunton JE, Ryan MB, Clement DB, McKenzie DC, Lloyd-Smith DR, Zumbo BD. A retrospective casecontrol analysis of 2002 running injuries.br J Sports Med. (2002);(36) (95-101) 5. Piva SR, Fitzgerald K, Irrgang JJ, Jones S, Hando BR, Browder BA,Childs JD. Reliability of measures of impairments associated with patellofemoral pain syndrome. BMC Musculoskeletal Disorders 2006,(7),(33): Bily W, Trimmel L, Mödlin M, Kaider A, Kern H. Training program and additional electric muscle stimulation for patellofemoral pain syndrome: a pilot study. ArchPhys Med Rehabil 2008, (89): Lankhorst NE, Bierma-Zeinstra SMA, Middelkoop van M, Risk Factors for Patellofemoral Pain Syndrome: A Systematic Review. Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy 2012, (42): Bizzini M, Childs JD, Piva SR, Systematic Review of the Quality of Randomized Controlled Trials for Patellofemoral Pain Syndrome. et al. Journal of Orthopaedic&SportsPhysicalTherapy 2003, (33): Khalil Khayambashi, Zeynab MohamMadkhani, Kourosh Ghaznavi, Mark Lyle A, Christopher Powers M. The Effects of Isolated Hip Abductor and External Rotator Muscle Strengthening on Pain, Health Status, and Hip Strength in Females With Patellofemoral Pain: A Randomized Controlled Trial Jan Journal of Orthopaedic& Sports Physical Therapy 2012, ( 42),(1) : Linschoten van R,Middelkoop van M, Berger MY, Heintjes EM, Verhaar JAN, Willemsen SP, Koes BW, Bierma-Zeinstra SM. Supervised exercise therapy versus usual care for patellofemoral pain syndrome: an open label randomized controlled trial 2009, (9) :
13 11. Piva SR, Fitzgerald GK. Predictors of pain and function outcome after rehablitation in patiënts with patellofemoral pain syndrome. J Rehabil Med 2009 (41): Ng GYF, Zhang AQ. Biofeedback exercise improved the EMG activity ratio of the medial and lateral vasti muscles in subjects with patellofemoral pain syndrome. Journal of Electromyography and Kinesiology 2008 (18) : Avraham F, Aviv S, Pnina Y, Hava F, Zilla F, Goldman Y Neeman G, Carmeli E. The Efficacy of Treatment of Different Intervention Programs for Patellofemoral PainSyndrome A Single Blinded Randomized Clinical Trial. Pilot Study, 2007 (7): SLM Yip, Gabriel YF. Biofeedback supplementation to physiotherapy exercise programme for rehabilitation of patellofemoral pain syndrome: a randomized controlled pilot study; Clinical Rehabilitation 2006, (20) : Crossley M, Sallie M, Mcconnell J, Bennell K. Physical Therapy Improves Knee Flexion during Stair Ambulation in Patellofemoral Pain. Centre for Health, Exercise and Sports Medicine 2005, 37,( No. 2) : Song CY, Lin YF, Wei TC, et al. Surplus value of hip adduction in leg-press exercise in patients with patellofemoral pain syndrome: a randomized controlled trial. Phys Ther 2009,89: Cowam, SM, Benell KL, Crossley KM,Hodges PW, Mcconell J. Physical therapy alters recruitment of the vasti in patellofemoral pain syndrome Med. Sci. Sports Exercise, Vol. 34, (No. 12): Fukuda TY, Melo WP, Zaffalon BM,Rosseto FM, Magalhase E, Bryk FF, Martin RL. Hip Posterolateral Musculature Strengthening in Sedentary Women With Patellofemoral Pain Syndrome: A Randomized Controlled Clinical Trial With 1-Year Follow-up. journal of orthopaedic & sports physical therapy,2012, 42 no.10: Dolak KL, MS, Silkman C, Mckeon JM, Hosey RG, Lattermann C. Hip Strengthening Prior to Functional Exercises Reduces Pain Sooner Than Quadriceps Strengthening in Females With Patellofemoral Pain Syndrome: A Randomized Clinical Trial. journal of orthopaedic & sports physical therapy 2011,41,( no. 8): Roach S, Sorenson E, Headley B, San Juan JG Prevalence of Myofascial Trigger Points in the Hip in Patellofemoral Pain Archives of Physical Medicine and Rehabilitation 2013, 94: Nakagawa TH, Reiff RBDM, Serrão FV, Muniz TB, Baldon RDM, Maciel CD. The effect of additional strengthening of hip abductor and lateral rotator muscles in patellofemoral pain syndrome: a randomized controlled pilot study. Clin Rehabil 2008, 22:
Bijwerkingen van oefentherapie bij patiënten met patellofemoraal pijnsyndroom
Bijwerkingen van oefentherapie bij patiënten met patellofemoraal pijnsyndroom Een narratieve studie Floortje Kemps en Eva van Rijnsbergen 500536328 500539183 COACH EN OPDRACHTGEVER Dr. Martin van der Esch,
Nadere informatieBehandelprotocol voor het patellofemoraal
sportrevalidatie In 2012 zijn in Sportgericht 1,2 zowel de intrinsieke risicofactoren als een screeningsprotocol voor het patellofemorale pijnsyndroom (PFPS) besproken. Dit artikel beschrijft, op basis
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieDe beantwoordbare vraag (PICO)
4. Interpretatie effect (relevantie) 5. Toepassen in de praktijk De beantwoordbare vraag (PICO) Welke patiënten? P Welke interventie? Welk alternatief (comparison)? Welke uitkomst (outcome)? I C O P I
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatiePatellofemoraal (pijn)syndroom Pijnklachten aan de voorzijde van de knie
Patellofemoraal (pijn)syndroom Pijnklachten aan de voorzijde van de knie Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is het patellofemoraal (pijn)syndroom? 2 Klachten 3 Oorzaken 3 Behandeling 3 Behandeling bij wat minder
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieWat is patello-femoraal pijnsyndroom?
Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Patellofemorale pijnklachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Patella betekent knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral
Nadere informatiee-exercise bij knie en heup artrose
e-exercise bij knie en heup artrose Ontwikkeling, evaluatie en implementatie Corelien Kloek (TiU, NIVEL, UMCU, HU) Daniël Bossen (HvA), Joost Dekker (VUmc), Dinny de Bakker (TiU, NIVEL), Cindy Veenhof
Nadere informatieEBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts
EBM Wetenschappelijke uitkomsten uit klinisch relevant prognostisch, diagnostisch en therapeutisch onderzoek. Kennis, ervaring, persoonlijke waarden en verwachtingen van de dokter zelf. De individuele
Nadere informatieHuisarts of hometrainer?
Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten
Nadere informatieFysieke training bij kinderen met Duchenne. Auteurs: Wendy Boers; Stephanie van den Broek
Fysieke training bij kinderen met Duchenne. Auteurs: Wendy Boers; Stephanie van den Broek Inleiding In dit literatuuronderzoek onderzoeken wij wat het effect van fysieke training bij kinderen met Duchenne
Nadere informatiePatellofemoraal (pijn)syndroom Pijnklachten aan de voorzijde van de knie
Patellofemoraal (pijn)syndroom Pijnklachten aan de voorzijde van de knie Uw specialist heeft bij u een patellofemoraal (pijn)syndroom vastgesteld. U leest in deze brochure: wat het patellofemoraal (pijn)syndroom
Nadere informatieHeupklachten. Prof. Sita Bierma-Zeinstra Hoogleraar Artrose en gerelateerde aandoeningen
Heupklachten Prof. Sita Bierma-Zeinstra Hoogleraar Artrose en gerelateerde aandoeningen Dept of General Practice / Dept of Orthopedics Erasmus MC University Medical Center Rotterdam Heupklachten Prevalentie
Nadere informatieBij gebrek aan bewijs
Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten
Nadere informatiePatellofemoraal pijnsyndroom
Orthopedie Patellofemoraal pijnsyndroom Pijn in en rond de knieschijf Inleiding U heeft een bezoek gebracht aan uw behandelend arts op de poli. De arts heeft geconstateerd dat u patellofemorale pijnklachten
Nadere informatieControverses rond knie-pathologiën. Pascal Wernaers Orthopedie rztienen
Controverses rond knie-pathologiën Pascal Wernaers Orthopedie rztienen Controverses rond knie-pathologiën Misleidende beeldvorming Kraakbeenletsels Meniscus: Overdiagnose en Overbehandeling Evidence based
Nadere informatieWERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?
WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE
Nadere informatieOefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij
Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit Mariëtte de Rooij Inhoud Artrose en comorbiditeit Aangepaste oefentherapie bij comorbiditeit Resultaten pilot studie Voorbeeld Conclusie Randomized
Nadere informatiePatellofemoraal pijnsyndroom
Orthopedie Patellofemoraal pijnsyndroom Pijn in en rond de knieschijf Inleiding U heeft een bezoek gebracht aan uw behandelend arts op de poli. De arts heeft geconstateerd dat u patellofemorale pijnklachten
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieProtocol patellofemorale klachten
2012 Protocol patellofemorale klachten Jordy Boor, Cynthia Frankvoort, Manon Geuze Inhoud Inleiding... 3 Achtergrondinformatie... 4 Etiologie... 4 Epidemiologie... 5 Patellofemorale klachten na een operatie...
Nadere informatie25 jaar whiplash in Nederland
25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale
Nadere informatieBlessurepreventie bij hardlopers van jaar
Blessurepreventie bij hardlopers van 12 18 jaar Aniek Nagtzaam Fysiotherapeut, Bsc. Hons. Karlijn in t Veld Fysiotherapeut, Bsc. Orthopedisch Manueel Therapeut i.o. Atletiekunie AmstelFysio 2 Over AmstelFysio
Nadere informatieLeidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland
Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Aanleiding Het CVZ beschrijft in het Rapport geneeskundige GGZ deel 2 de begrenzing
Nadere informatieObservationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review
Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende
Nadere informatieGenuTrain P3 Actieve bandage voor een betere geleiding van de knieschijf
GenuTrain P3 Actieve bandage voor een betere geleiding van de knieschijf Hoe te om de juiste grootte te bepalen? Merk:Bauerfeind Referentie:110414020 Prijs:100.75 Opties: Kant : Linkerkant, Recht Omvang
Nadere informatieHEUP EN LIESKLACHTEN. Sport Medisch Netwerk Zoetermeer. Barry Faas (sport)fysiotherapeut. Aartsen Praktijk voor Fysiotherapie
HEUP EN LIESKLACHTEN EN HET HERSTEL IN DE PRAKTIJK Sport Medisch Netwerk Zoetermeer Barry Faas (sport)fysiotherapeut Aartsen Praktijk voor Fysiotherapie Inhoud Heup en liesblessures in de sportpraktijk
Nadere informatieFysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?
Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele
Nadere informatieOnderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn
Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn In de laatste 13 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de oorzaak van lage rugpijn. Voornamelijk het veelvuldig voorkomen van lage rugpijn en het
Nadere informatieBeroepsopdracht. Thuisoefenprogramma voor patiënten met Gonartrose of Anterior Knee Pain HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM Beroepsopdracht Thuisoefenprogramma voor patiënten met Gonartrose of Anterior Knee Pain Opdrachtgever: Erik Duits, werkzaam bij het gezondheidscentrum reigersbos. Coach: Hugo Helmes,
Nadere informatieRevalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI)
1 Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI) Locatie: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een meniscushechting. Let te allen tijde
Nadere informatieDrs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille
Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille Inhoud presentatie Aspecifieke KANS Project GRIP op KANS Ontwikkeling GRIP op KANS Inhoud programma Voorlopige resultaten A-specifieke KANS Aan werk of activiteiten
Nadere informatieOLD SCHOOL - NEW TREATMENTS
Hoofdpijn en de nek OLD SCHOOL - NEW TREATMENTS Vereniging Nederlandse Hoofdpijncentra Woerden Dr. René Castien FT,MT, onderzoeker VUmc/EMGO Old school versus new treatments Hoofdpijn en fysiotherapie:
Nadere informatieRunners Knee. - Info tips en oefeningen -
Runners Knee - Info tips en oefeningen - Wat is Runners knee, Lopersknie of Tractus Iliotibialis Frictie/Pijn Syndroom? Runners knee is de tweede meest voorkomende vorm van knie-pijn onder lange afstandslopers
Nadere informatieNascholing 9 november 2015
Nascholing 9 november 2015 Patellofemorale pijn en instabiliteit Chirurgische opties Tony van Tienen Instabiliteit PF klachten: 1 entiteit? Patella instabiliteit Patello-femorale pijnklachten Patellofemorale
Nadere informatieLetselpreventie basketbal. Sempels Peter Vereecken Styn
Letselpreventie basketbal Sempels Peter Vereecken Styn Expertise Sempels Peter Zelfstandige praktijk Leuven Bears Belgian National Team Basketball Topsportschool Basket Leuven Vereecken Styn Sportmedisch
Nadere informatieCOMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT?
Paramedisch OnderzoekCentrum POC COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT? Prof.dr. Rob Oostendorp Ann Pattyn MSc Dr. Wendy Scholten-Peeters Prof.dr. William Duquet Fysiotherapie
Nadere informatieOverbelastingsblessures van de knie. Beleid bij topsporters
Overbelastingsblessures van de knie Beleid bij topsporters Lateraal Tractus ileotibialis frictie syndroom Degeneratieve laterale meniscuslaesie Strain/tendinopathie biceps femoris LCL-laesie Entrapment
Nadere informatieComparison: Kinderen zonder deze risicofactor.
Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.
Nadere informatieHardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen
Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardloopblessures - Lange afstand lopen worden steeds populairder - Ook steeds meer
Nadere informatieLiteratuuronderzoek. Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten?
HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM Literatuuronderzoek Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten? Michelle Entius 500635128 LV13-3IKZ1 Stagebegeleiders: Anetha van Waveren Samantha Carrot Literatuuronderzoek Inhoudsopgave
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieLiteratuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters
Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review
Nadere informatieVAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE
VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieNabehandeling voorste kruisband reconstructie
Nabehandeling voorste kruisband reconstructie Fysiotherapie Locatie Hoorn/Enkhuizen Fase 1 (6-8 weken) Week 1-2 extensie links = rechts actieve isometrische oefentherapie starten fiets (hometrainer) en
Nadere informatieAdherence aan HWO en meer bewegen
Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.
Nadere informatieNeuromusculaire oefentherapie na een partiële mediale meniscectomie ter preventie van knie artrose
Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Neuromusculaire oefentherapie na een partiële mediale meniscectomie ter preventie van knie artrose J.J.J. de Jong en D.A.G. Hillen Coach: Dhr. van der Esch
Nadere informatieShockwave therapie als best evidencebased fysiotherapie
34 Een analyse van de literatuur Shockwave therapie als best evidencebased fysiotherapie Tekst: Floris Goes Wie op PubMed zoekt naar wetenschappelijk onderzoek rond shockwave therapie komt al snel honderden
Nadere informatieDe knie van diagnostiek naar behandeling
De knie van diagnostiek naar behandeling Marienke van Middelkoop Afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus MC Rotterdam Knieklachten In 2012: 6.4% in fysiotherapie praktijk 13.7 per 1000 patiënten per jaar
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieSamenvattingen scripties:
Samenvattingen scripties: The Session Rating Scale: A reliable and valid measurement of Working Alliance in a Physiotherapy setting? Jacobien Boiten Achtergrond Werkalliantie is een beschrijving van de
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieRichtlijn fysiotherapeutische behandeling lumbale kanaalstenose
Richtlijn fysiotherapeutische behandeling lumbale kanaalstenose Een wetenschappelijk onderzoek naar de (kosten) effectiviteit van operatie vergeleken met een voortgezet conservatief beleid bij de behandeling
Nadere informatieRevalidatieschema na een meniscushechting
1 Revalidatieschema na een meniscushechting Locatie: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een meniscushechting. Let te allen tijde op de reactiviteit
Nadere informatieRevalidatieschema na reconstructie van het mediale patellofemorale ligament (MPFL).
Revalidatieschema na reconstructie van het mediale patellofemorale ligament (MPFL). Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een MPFL reconstructie. Let
Nadere informatieRevalidatieschema na tuberositas transpositie.
1 Revalidatieschema na tuberositas transpositie. Richting/afstand: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een tuberositas transpositie. Let te allen
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieArtrose knie. Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten.
Artrose knie Wat is artrose? Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten. Een gewricht bestaat uit twee botuiteinden, die zijn bekleed met kraakbeen. Het kraakbeen vangt
Nadere informatieRevalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen. Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut]
Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut] Patiënt X VKB-R 2014 30 tot 40 maal grotere kans op een VKB recidief Na 12 maanden ondervindt 28%
Nadere informatieHoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. Artrose is een chronische progressieve gewrichtsaandoening. Men schat dat de hoge prevalentie wereldwijd verder zal toenemen vanwege de stijgende
Nadere informatieHandleiding voor het maken van een CAT
Pagina 1 van 9 Handleiding voor het maken van een CAT Wat is een CAT? Een CAT (Critically Appraised Topic) is een systematische samenvatting van de resultaten van een klein aantal studies over een onderwerp
Nadere informatieProgramma. Kwetsbaarheid Fried. 2001. (geriatrie)fysiotherapie. Geriatriefysiotherapie. Diagnosticeren van en interveniëren bij sarcopenie
Geriatriefysiotherapie Diagnosticeren van en interveniëren bij sarcopenie Marjan Doves MPT Geriatriefysiotherapeut 24 maart 2015 Programma Sarcopenie vanuit fysiotherapeutisch perspectief (Geriatrie)fysiotherapeutische
Nadere informatiesamenvatting 127 Samenvatting
127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieSamenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken
Samenvatting Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Ergotherapie is een paramedisch beroep dat gericht is op het verbeteren van het zelfstandig functioneren door het individu in de voor die persoon
Nadere informatieVerminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit
Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Eén van de belangrijkste gevolgen van veroudering en geriatrische aandoeningen is het ontstaan van beperkingen. De weg van
Nadere informatieSLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA
SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - Trainer Haagatletiek en zelf actief hardloper - Auteur Hardlopen
Nadere informatieFast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA.
Fast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA. Isala Anouk Spijkerman & Marieke Hollewand 24 september 2014 Introductie Veel voorkomende operaties in Nederland: Totale knie prothese:
Nadere informatieProximal tendon avulsion. Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D.
Proximal tendon avulsion Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D. Orthopaedic Surgery www.acesamsterdam.nl www.manualfysion.nl Epidemiology Relatively rare Koulouris & Connell 16 of 179 (9%) hamstring
Nadere informatieValidation of the Dutch version of the Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score
Published in: Osteoarthritis and Cartilage 2007;15(1):104-109 Abstract Validation of the Dutch version of the Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score De Groot IB, Reijman M, Terwee CB Bierma-Zeinstra
Nadere informatieCognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial
Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari
Nadere informatieDia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1
Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.
Nadere informatieCircuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter
Circuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter Drs. Lotte Wevers Dr. Ingrid van de Port Prof. Dr. Eline Lindeman Prof. Dr. Gert Kwakkel Kenniscentrum De Hoogstraat, Utrecht Overzicht
Nadere informatieFysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking. Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015
Fysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015 Workshop?! LITERATUUR PILOT CROSS SECTIONELE ONDERZOEK DATAVERZAMELING
Nadere informatieAls beweging patiënten met CVS zieker maakt, hoe kan de kinesitherapeut dan helpen?
Als beweging patiënten met CVS zieker maakt, hoe kan de kinesitherapeut dan helpen? Jo.Nijs@vub.ac.be 22-2-2010 1 revalidatie F A S E veilig bewegen = fysieke activiteiten verantwoord uitvoeren correct
Nadere informatieMaatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG. P. van der Tas & J.M.
Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG Stadtlohnallee 2 7595 BP Weerselo Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE Deurningen Telefoon
Nadere informatieFysiotherapie voor kinderen met functionele obstipatie in de eerste lijn: resultaten van het BOKi onderzoek
Fysiotherapie voor kinderen met functionele obstipatie in de eerste lijn: resultaten van het BOKi onderzoek Jojanneke van Summeren Afdeling Huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde Prevalentie 0-10% >10-20%
Nadere informatieHANDLEIDING CAT. Handleiding voor het maken van een CAT
Pagina 1 van 9 Handleiding voor het maken van een CAT Wat is een CAT? Een CAT (Critically Appraised Topic) is een systematische samenvatting van de resultaten van een klein aantal studies over een onderwerp
Nadere informatieI.J.J.C.M. Naalden, MSc. J.J.C. de Wolf, MMT.
I.J.J.C.M. Naalden, MSc. J.J.C. de Wolf, MMT. Introductie SMC Rijnland Jeugdsport in Nederland Epidemiologie van sportblessures Ontstaan van blessures Trainingsprogramma: INT-training Rol van de trainer/coach
Nadere informatieEvidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.
Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede
Nadere informatieHoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben
Samenvatting Artrose is een aandoening van de gewrichten en wordt in het dagelijkse leven ook wel slijtage genoemd. Artrose kan in alle gewrichten optreden maar komt voornamelijk voor in de gewrichten
Nadere informatieDe Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie 20-09-07 medisch centrum aarveld
De Knie diagnostische testen Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut Het blijkt, dat met de anamnese, lichamelijk onderzoek en röntgenfoto de diagnose van knieklachten in 83% van de gevallen correct
Nadere informatiePatellofemorale klachten onderzoek en behandelen
Patellofemorale klachten onderzoek en behandelen Doelstellingen Herkennen van risicofactoren en factoren die geassocieerd zijn met het PFPS. Inzicht krijgen in het op maat maken van behandelplan Onderzoek
Nadere informatieCourse of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee. CARPA onderzoek. Artrose.
Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee Gabriella M. van Dijk Achtergrond Onderzoeksvragen Literatuuronderzoek Longitudinaal cohort onderzoek Methode
Nadere informatieHET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE
HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM
Nadere informatieSamenvatting. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining
Samenvatting In dit proefschrift zijn drie delen te onderscheiden. In het eerste deel wordt in drie gerandomiseerde, gecontroleerde studies (trials) de effectiviteit van geïsoleerde lagerugtraining onderzocht
Nadere informatieParamedisch OnderzoekCentrum
Manueeltherapeutische classificaties voor lage-rugpijn: uitdaging voor de toekomst. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. Janusz Bromboszcz Opbouw Relevantie van classificaties voor MT Profielen KNGF-richtlijn
Nadere informatieWat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen]
Door: Marjolein Stegeman Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen] Zo n 1 op de 10 Nederlanders heeft wel eens last van zijn hiel, in 80%
Nadere informatieMuziektherapie in de oncologie
Muziektherapie in de oncologie Wetenschap en praktijk combineren Tom Abrahams 26 mei 2015 Wat is muziektherapie? Een vorm van vaktherapie Ervaringsgericht Interventies binnen muzikale context Waar wordt
Nadere informatieArtrose Bewegen bij heup- en knieartrose
Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan betekenen Speciaal voor mensen met artrose is in diverse fysiotherapiepraktijken
Nadere informatieRevalidatie schema na autologe chondrocyten implantatie van de mediale of laterale femurcondyl
Revalidatie schema na autologe chondrocyten implantatie van de mediale of laterale femurcondyl Locatie: Grootte: cm 2 Belaste hoek*: *het traject waarin het geopereerde gebied belast wordt. Let op: dit
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieHet effect van oefentherapie op pijn en gewrichtsfunctie bij patiënten met Artrose aan knie en/of heup
Het effect van oefentherapie op pijn en gewrichtsfunctie bij patiënten met Artrose aan knie en/of heup Alexander Baas Samenvatting Doel. Te bepalen wat het effect is van bewegingstherapie op pijn en gewrichtsfunctie
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatie